Reglementaire benaming | 2de Groepering Hulptroepen van het Leger | 2 Gpg HuTL 2ème Groupement des Troupes Auxilliaires de l’Armée | 2 Gp TAA |
||
Type | Genie-arbeiders | ||
Ontdubbeld van | n.v.t. | ||
Onderdeel van | Legerkorpsen / Groot Hoofdkwartier | ||
Bevelhebber | Generaal-majoor Albert Vermandele | ||
Standplaats | Diverse Commandopost te Brussel |
||
Samenstelling | Staf (Generaal-majoor Albert Vermandele) | ||
8ste Regiment (LtKol Charles Bartholomé) |
I Bataljon (Cdt Luc Moreau) | 1 Compagnie (Kapt M. De Kuyper) 2 Compagnie (Lt Ernest Debruyn) 3 Compagnie (Lt A. Van Houtte) 4 Compagnie (Lt P. Goblet) |
|
II Bataljon (Cdt Gaston Meulemans) | 5 Compagnie (Kapt L. Dumont) 6 Compagnie (Lt F. Richel) 7 Compagnie (Lt Henri Jacquemyns) 8 Compagnie (Kapt Emile Hoornaert) |
||
III Bataljon (Cdt Edgard Delanghe) | 9 Compagnie (Lt Res Eduard Ernotte) 10 Compagnie (Lt L. Henriet) 11 Compagnie (Kapt Daniel Nezer) 12 Compagnie (Lt J. Jenart) |
||
9de Regiment (LtKol Alphonse Engels) |
I Bataljon (Cdt Michel Sondag) | 1 Compagnie (Kapt Pierre Vandepoel) 2 Compagnie (Cdt Hector Petit) 3 Compagnie (Lt G. Dony) 4 Compagnie (Lt G. Thomas) |
|
II Bataljon (Cdt Léon Delee) | 5 Compagnie (Kapt Joseph Delmelle) 6 Compagnie (Cdt Emile Hemeryck) 7 Compagnie (Kapt Jean Schepers) 8 Compagnie (Lt J. Sprumont) |
||
III Bataljon (Cdt Jules Minsart) | 9 Compagnie (Lt Res F. Lamens) 10 Compagnie (Lt George Aron) 11 Compagnie (Lt G. Beaurang) 12 Compagnie (Cdt Fernand Hermant) |
||
Compagnie Depot (Cdt Raymond Coppe) | |||
10de Regiment (Kol Oscar Jacobs) |
I Bataljon (Cdt Maurice Laurent) | 1 Compagnie (Lt E. Gilles) 2 Compagnie (Lt Fernand Struvay) 3 Compagnie (Lt L. Delferière) 4 Compagnie (Lt C. Lambert) |
|
II Bataljon (Cdt Vital Hubert) | 5 Compagnie (Lt M. Fiasse) 6 Compagnie (Lt Fernand Milquet) 7 Compagnie (Kapt H. Mathieu) 8 Compagnie (Lt J. Antoine) |
||
III Bataljon (Cdt Georges Schmit) | 9 Compagnie (Cdt Gaston Degotte) 10 Compagnie (Lt R. Schavy) 11 Compagnie (Lt G. Weckx) 12 Compagnie (Cdt Pierre Dardenne) |
||
IV Bataljon (Cdt Sadi Jacquet) | 13 Compagnie (Lt Franz Olivier) 14 Compagnie niet actief 15 Compagnie (Lt Pierre Taelemans) |
||
XIVde Bataljon | 13de Compagnie (Cdt Charles Roegiers) | ||
(Cdt Rémi Leynen) | 14de Compagnie (Lt D. Verreydt) | ||
15de Compagnie (Kapt R. Mathen) |
Staf/2Gpg HuTL
Als onderdeel van het veldleger worden tussen 1 september en 9 november 1939 negen regimenten en een onafhankelijk bataljon van de hulptroepen onder de wapens geroepen. De hulptroepen bestaan uit de oudste reservisten van de infanterie die op dat ogenblik nog niet zijn aangehecht bij een gevechtseenheid [1]. Deze regimenten worden in hoofdzaak ingezet voor het uitvoeren van veldwerken, maar kunnen daarnaast ook gebruikt worden voor bewakingsopdrachten. In tegenstelling tot de eenheden van het territoriale leger, blijven de hulptroepen onder het bevel van het veldleger. Elk regiment telt ongeveer 2.500 manschappen. Er is geen collectieve bewapening voorzien. De eenheden beschikken wel over een beperkte dotatie individuele bewapening. Alle regimenten werden tijdens de mobilisatie initieel ingezet om veldwerken uit te voeren langs de verschillende defensieve stellingen van het verdedigingsplan en werkten in opdracht van de respectievelijke geniecommandanten verantwoordelijk voor de realisatie van deze defensieve stellingen [2]. De hoofdkrachtinspanning van de regimenten hulptroepen lag tijdens de mobilisatie dan ook bij het inrichten van tal van defensieve stellingen in diepte. Meerdere Technische Burelen, waaronder het Technisch Bureel (TB) van de Staf/2Gpg HuTL, zagen toe op de werkzaamheden die moesten worden uitgevoerd door de hulptroepen en door burgerfirma’s. Naast de Staf/2Gpg HuTL beschikte elke regimentsstaf en elke bataljonsstaf ook over een organiek Technisch Bureel.
De regimenten met nummers 1 tot en met 4 worden gedetacheerd bij de Legerkorpsen en worden administratief ondergebracht in de “1ste Groepering Hulptroepen (1HuT)“. De regimenten 5 en 7 worden begin mei opgedoekt. De regimenten met nummers 8 tot en met 10 en het onafhankelijke XIVde Bataljon vormen de “2de Groepering Hulptroepen van het Leger (2HuTL)” die zijn bevelen ontvangt van het Commando van de Genie van het Groot Hoofdkwartier (GHK) [3]. De 2de Groepering Hulptroepen van het Leger staat onder bevel van Generaal-majoor Vermandele die zich met zijn staf te Brussel heeft geïnstalleerd. Aan de vooravond van de oorlog is de rol van de hulptroepen dan ook bijna uitgespeeld. Op 9 mei 1940 zijn de diverse eenheden van de 2de Groepering Hulptroepen als volgt opgesteld:
- 8ste Regiment Hulptroepen: Tessenderlo
- I Bataljon: Schaffen (2de Compagnie Deurne bij Diest, 3de Compagnie Zichem, 4de Compagnie Schaffen)
- II Bataljon: Dhuy (6de Compagnie Waret-La-Chaussée, 7de Compagnie Mollendaal)
- III Bataljon: Molenstede (10de Compagnie Schaffen)
- 9de Regiment Hulptroepen: Berlaar
- I Bataljon: Lier (1ste Compagnie Lier, 3de Compagnie Ranst, 4de Companie Kessel)
- II Bataljon: Berlaar (6de Compagnie Bierbeek, 8ste Compagnie Oplinter)
- III Bataljon: Hoevenen en Hoogboom (9de Compagnie Lillo, 10de Compagnie Deurne)
- 10de Regiment Hulptroepen: Booischot
- I Bataljon: Hallaar
- II Bataljon: Westmeerbeek (6Cie Houtvenne)
- III Bataljon: Booischot (12Cie Pijpelheide bij Booischot)
- IV Bataljon: Booischot
- XIVde Bataljon Hulptroepen: Lembeek (commandopost Delaunnoystraat)
- 13de Compagnie: Waterloo (commandopost Brusselsesteenweg 269)
- 14de Compagnie: Herfelingen
- 15de Compagnie: Lembeek (commandopost Steenweg op Bergen 159)

Gedeelte van de K.W. Stelling ten zuidoosten van Bierbeek waar de 7Cie werd ingezet voor het plaatsen van Cointet-elementen.
8/2Gpg HuTL
- Staf/8HuTL
De verschillende bataljons van het 8ste Regiment Hulptroepen van het Leger (8HuTL) worden op 9 november 1939 gemobiliseerd te Assent nabij Diest. De opgeroepen reservisten worden uitgerust met meestal verouderd materieel van het 6de Legerdepot (6LD), gekazerneerd in de Citadel van Diest. Op 12 november verlaten de bataljons van 8HuTL Assent om werkzaamheden uit te voeren ter voorbereiding van defensieve stellingen in diepte. I/8HuTL en III/8HuTL worden ingezet op de Demer/Gete-Stelling [4], II/8HuTL langs de K.W. Stelling tussen Waver en Namen. Aan de vooravond van de oorlog bevindt de Staf van het 8HuTL zich te Tessenderlo. Het regiment wordt bevolen door LtKol Bartholomé, een hoger officier van de Rijkswacht hetgeen eerder een uitzondering is voor een eenheid die behoort tot het veldleger. - I/8HuTL
Op 12 november, kort na zijn mobilisatie, verlaat de 4de Compagnie (4Cie) Assent en begeeft zich naar Veerle om er kantonnementen in te nemen. Begin maart wordt Lt Res Goblet aangesteld als compagniecommandant van de 4Cie. In april wordt de 4Cie overgeplaatst naar Schaffen en neemt er kantonnementen in. Vanuit Schaffen worden ploegen uitgestuurd om veldwerken uit te voeren op de Demer/Gete-Stelling achter de Zwarte Beek [5]. -
De steeds wisselende tracés van de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven bezorgden de hulptroepen veel extra werk
II/8HuT
Op 12 november verlaat het gros van het IIde Bataljon (II/8HuT) Assent om veldwerken uit te voeren langs de K.W. Stelling tussen Waver en Namen. De Staf en de 5de Compagnie kantonneren te Dhuy op zo’n 15Km ten noorden van de stad Namen. De 6de Compagnie verblijft in het nabijgelegen Waret-la-Chassée. De 7Cie kantonneert achtereenvolgens te Tombeek, Saint-Denis Bovesse en Ernage. De realisatie van het gedeelte van de K.W. Stelling tussen Leuven en Namen verloopt moeizaam. Tussen november 1939 en april 1940 wordt het traject van dit gedeelte tot 4 keer toe meer naar het oosten verlegd om tot een coherent verdedigingsdispositief te komen. Pas op 2 april 1940 wordt het definitieve traject Perwez-Beauvechain-Bierbeek-Leuven vastgelegd [6]. Voor de afwerking van dit traject wordt de 7Cie op 12 april naar Beauvechain overgeplaatst waar tot 29 april gekantonneerd wordt. Van 12 april tot 29 april wordt de compagnie onder leiding van de 4de Directie van de Genie en de Versterkingen (4DirGnV) ingezet in steun van aannemers voor het monteren van cointet-elementen tussen Beauvechain [7] en Bierbeek. Op 29 april verplaatst de 7Cie zich naar Mollendaal voor de afwerking van het laatste stuk tussen Bierbeek en Leuven. De compagnie zal in Mollendaal blijven kantonneren tot aan de vooravond van de oorlog en is hierdoor geïsoleerd van de rest van het II/8HuTL. Op het traject Waver – Leuven zijn ook nog het III/3HuT met twee van zijn organieke compagnies en de 6Cie van II/9HuTL aan het werk. III/3HuT is ingekwartierd in Heverlee, de 6Cie van II/9HuTL is ingekwartierd in Bierbeek [8].
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Het 9de Regiment Hulptroepen van het Leger (9HuTL) wordt op 9 november 1939 gemobiliseerd te Gembloers en uitgerust door het 3de Legerdepot (3LD). Op 12 november verlaat het regiment Gembloers en begeeft zich per spoor naar Lier. De regimentsstaf installeert zich in Lier evenals de bataljonsstaven van I/9HuTL en II/9HuTL die intrek nemen in de tekenacademie van Lier. - I/9HuTL
Het Iste Bataljon, onder bevel van Kapitein-commandant Sontag, bevindt zich gedurende de mobilisatie te Lier waar de compagnies initieel ingezet worden voor het ruimen van schootvelden voor de luchtdoelartillerie en het bouwen van logementsbarakken. Later wordt het bataljon ingezet voor het aanleggen van het ondergrondse telefoonnet van de K.W. Stelling. Om de werken van de compagnies van I/9HuTL te coördineren beschikt de Staf/9HuTL over een Technisch Bureel geleid door Lt Res Van Cutsem en Lt Res Mouqé. De 3Cie wordt initieel te Booischot ingezet voor het leggen van telefoonkabels. Vanaf 1 april wordt de compagnie ingezet te Ranst voor de inrichting van de terugvalpositie van het 43ste Linieregiment (43Li) op de K.W. Stelling. Aan de vooravond van de oorlog bevindt de 4Cie zich te Kessel. - II/9HuTL
Het IIde Bataljon, onder bevel van Kapitein-commandant Delee, opereert in verspreide slagorde. De bataljonsstaf installeert zich vanaf 13 november te Lier en verplaatst zich vervolgens naar Berlaar. De 6Cie van Kapitein-commandant Hemeryck bestaat uit drie pelotons respectievelijk bevolen door de luitenanten Demolder, Sanglier en Catrysse. Elk peloton bestond uit drie secties bevolen door een Sergeant bijgestaan door een Korporaal en voorts bestaande uit 20 manschappen. Aan de vooravond van de oorlog bevindt de 6Cie zich te Bierbeek waar ze onder bevel van het IIIde Bataljon van het 3de Regiment Hulptroepen (III/3HuT) werken uitvoeren aan de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven. De 8Cie wordt op 13 november eveneens doorgestuurd naar Lier en zoekt vervolgens kantonnementen op te Berlaar. In december worden herstellingswerken uitgevoerd aan het wegennet in de omgeving van Berlaar. Begin december wordt de compagnie aangeduid om barrakken te bouwen te Bouwel vlakbij het Albertkanaal. Op 15 december wordt de compagnie naar de Belgische kust gestuurd en in Oostduinkerke gekantonneerd. In Oostduinkerke start de compagnie met de bouw van een vijftigtal barrakken bestemd voor troepen die aan de kust manoeuvres komen uitvoeren. De barakken worden in penibele omstandigheden gebouwd gezien de strenge winter van 1939. Na de afwerking van de barrakken te Oostduinkerke wordt de compagnie overgeplaatst naar Oostende waar opnieuw barrakken worden gebouwd als uitbreiding van het militair hospitaal. De 8Cie verblijft vermoedelijk aan de kust tot de afkondiging van de mobilisatie. - III/9HuTL
Het IIIde Bataljon, bevolen door Kapitein-commandant Minsart, wordt niet ingezet samen met de rest van het 9HuTL te Lier maar voert werkzaamheden uit in de Versterkte Positie Antwerpen (VPA). Deze werken worden aangestuurd door Kolonel Mascart, Commandant Genie (CGn) van het Vde Legerkorps (V/LK) die tevens Commandant Genie van de Versterkte Positie Antwerpen is. De 9de Compagnie installeert zich op 6 mei te Lillo, de 10Cie bevindt zich aan de vooravond van de oorlog te Deurne.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Het 10HuTL wordt op 8 november 1939 gemobiliseerd in kantonnementen te Brustem, Ordingen en Rijkel nabij Sint-Truiden en uitgerust met materieel geleverd door het 4de Legerdepot (4LD). Op 17 en 18 januari worden voor de eerste maal oudere werklozen opgeroepen voor legerdienst bij de hulptroepen. Zij moeten het 1ste Legerdepot te Dendermonde vervoegen waar ze hun uitrusting ontvangen. Op 2 februari worden de bataljons van 10HuTL versterkt met de pas opgeroepen werklozen [2]. Het regiment wordt bevolen door Kolonel Res Jacobs en bijgestaan door Kapitein van de reserve Vander Schueren als Adjudant-majoor. - I/10HuTL
Het commando van de 1Cie/I/10HuTL wordt waargenomen door de oudste pelotonscommandant Luitenant van de reserve Gilles zolang de functie van compagniecommandant niet ingevuld is. - II/10HuTL
Aan de vooravond van de oorlog bevinden de bataljonsstaf, de 5Cie, de 7Cie en de 8Cie zich te Westmeerbeek. De 6Cie wordt na zijn mobilisatie op 9 november 1939 doorgestuurd naar Sint-Joris-Weert waar de compagnie kantonneert tot midden december. Vervolgens wordt de compagnie doorgestuurd naar Waver waar werken aan de K.W. Stelling worden uitgevoerd tot 15 april. Op 16 april neemt de 6Cie kantonnementen in te Houtvenne om van daar uit werken uit te voeren in de wijde omgeving van Westmeerbeek. De 8Cie legt een gelijkaardig parcours af tijdens de mobilisatie; initieel worden werkzaamheden (aanleggen prikkeldraadversperringen, uitgraven loopgrachten en andere versterkingen) uitgevoerd in de buurt van Neerijse en Sint-Joris-Weert om in december doorgestuurd te worden naar Westmeerbeek waar de compagnie zich aan de vooravond van de oorlog nog steeds bevindt. - III/10HuTL
Tijdens de mobilisatie voert het IIIde Bataljon van Cdt Schmidt veldwerken uit in de sector Sint-Katelijne-Waver van de K.W. Stelling volgens richtlijnen van het Technisch Bureau van II/10HuTL geleid door Lt Res Condrotte van de Genie. Cdt Res Dardenne wordt op 8 november 1939 overgeplaatst van het 21ste Linieregiment (21Li) naar het III/10HuTL om er het bevel op te nemen van de 12Cie. Bij zijn oprichting begin november is de 12Cie gekantonneerd bij burgers in de gemeente Rijkel, gelegen tussen Sint-Truiden en Borgloon. In het kantonnement krijgen de manschappen hun uitrusting. Op 12 november wordt in het station van Hoepertingen de trein genomen en naar Mechelen afgereisd. Vanuit Mechelen marcheert de 12Cie naar Boortmeerbeek om te werk gesteld te worden langs de K.W. Stelling te Haacht. Twee dagen later volgt al een tegenbevel en de compagnie vertrekt naar Sint-Katelijne-Waver om er verbindingsloopgraven tussen de bunkers aan te leggen. Op 15 januari vertrekt de 12Cie te voet naar Mechelen via Onze-Lieve-Vrouw-Waver en Pasbrug om er in de wijk Galgenberg te kantonneren. Door de strenge winter liggen de werken stil van 15 januari tot 10 februari en wordt in het kantonnement te Galgenberg onderricht gegeven. In die periode wordt de compagnie versterkt met oudere werklozen die opgeroepen werden voor legerdienst in het 1ste Legerdepot (1LD) van Dendermonde. Op 24 februari krijgt de compagnie opdracht om een weg aan te leggen van Battel naar de plaats waar de 2de Compagnie van het Bataljon Pontonniers (Bn Pont) een brug zal bouwen over de Dijle. De weg moet de baan Duffel – Mechelen verbinden met de boerderij Schaliënhove (TBC) en verder door tot de Dijleoever. Er worden toegangswegen aangelegd langs beide zijden van de brug. Op 15 april wordt de compagnie naar Booischot gestuurd van waaruit schootsposities voor mitrailleurposten worden aangelegd in de buurt van het station van Westmeerbeek.
XIV/2Gpg HuTL
Het XIVde Bataljon (XIV/2HuTL) onder bevel van Kapitein-commandant Leynen vormt een buitenbeentje bij de 2Gpg HuTL. In dit bataljon kwamen heel wat dienstplichtigen terecht uit de Oostkantons, Vlaamsgezinden en communisten waarvan getwijfeld werd aan hun loyauteit ten overstaan van België. Uit voorzorg werden ze ondergebracht in het XIVde Bataljon dat hoofdzakelijk ongewapende opdrachten uitvoerde. De eenheid werd in de Oostkantons dan ook smalend het bataljon “Tiere Aller Art” genoemd (naar de Franstalige afkorting Troupes Auxilliaires de l’Armée – TAA) [9]. Het bataljon wordt op 9 mei verplaatst van de kust naar de dwarsstelling Ninove-Halle [10] voor het uitvoeren van diverse terreinwerken. De Staf en de 15de Compagnie verhuizen naar Lembeek. De 13de Compagnie wordt ondergebracht te Waterloo en de 14de Compagnie te Herfelingen.
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De staf I/8HuTL realiseert zich in zijn commandopost te Schaffen dat de oorlog is uitgebroken wanneer het militair vliegveld van Schaffen om 04u30 bij verrassing wordt gebombardeerd, nog voor ontvangst van de afkondiging van de algemene mobilisatie (Fase E van het mobilisatieplan). Ook de manschappen van de 4de Compagnie, die zich te Schaffen nabij de bataljonsstaf bevinden, worden bruusk gewekt door de luchtaanval op het vliegveld. Bij de 4Cie die in het centrum van Schaffen is ondergebracht vallen er geen slachtoffers. De compagnie hervat zijn werkzaamheden langs de Zwarte Beek tot de 11de mei ‘s avonds. Na het vernemen van de start van de vijandelijkheden verlaat Lt Debruyn, compagniecommandant van de 2de Compagnie, zijn domicilie waar hij met ziekenverlof was om zich naar Deurne bij Diest te begeven teneinde het commando van zijn compagnie terug op te nemen. - II/8HuTL
De 7de Compagnie zet vanuit Mollendaal zijn werkzaamheden aan de anti-tankhindernis langs de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven voort. Op de eerste oorlogsdag wordt Luitenant Limbourg van de 7Cie naar Diest gestuurd om in het 6de Legerdepot (6LD) een aantal militairen te gaan ophalen die bestemd zijn voor het II/8HuTL en die pas bij de het uitbreken van de vijandelijkheden werden opgeroepen. Lt Ernotte van de 8Cie vergezelt Lt Limbourg naar het depot. - III/8HuTL
De staf van het IIIde Bataljon bevindt zich bij het uitbreken van de oorlog ten noordwesten van Diest in Molenstede. De 10Cie is gekantonneerd op het militair vliegveld van Schaffen wanneer de Luftwaffe bij het eerste daglicht een zware luchtaanval ontketent op de installaties. Lt Waedemon bewaart tijdens het bombardement zijn koelbloedigheid en slaagt erin de verliezen te beperken tijdens het twee uur durende bombardement [11]. Soldaat Brassine wordt bij deze luchtaanval op slag gedood. De Soldaten Zenebergh, Moreels en Pickaerts worden zwaar gewond. Sdt Zenebergh overlijdt later aan zijn verwondingen in het hospitaal van Aarschot. De compagnie wordt onmiddellijk na de aanval teruggetrokken naar de kantonnementen van de staf te Molenstede [12].
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
De Staf/9HuTL wordt om 02u30 te Lier door het HK van het IVde Legerkorps (IV/LK), dat zich op dat ogenblik nog in de Dungelhoeffkazerne te Lier bevindt, op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Om 05u00 meldt het II/9HuTL dat talrijke vijandelijke vliegtuigen Berlaar overvliegen. De staf vraagt om orders aan het HK IV/LK. Iets na 06u00 wordt het 9HuTL op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie. In de loop van de dag komen opgeroepen reserve officieren ter versterking toe op de regimentsstaf. - I/9HuTL
Op de eerste oorlogsdag wordt het bataljon overgebracht naar Nijlen om diverse verdedigingswerken op de oever van de Nete aan te leggen. De 1Cie wordt ingezet om werken uit te voeren op de zuidelijke oever van de Nete. De 3Cie is nog steeds te Ranst tewerkgesteld ten voordele van het 43Li en de 4Cie zet zijn werkzaamheden te Kessel voort. - II/9HuTL
De 6Cie bevindt zich nog steeds te Bierbeek en is belast met montage en installatie van Cointet anti-tankhekkens ten zuiden van Leuven. De compagnie krijgt op de eerste oorlogsdag de opdracht om dag en nacht door te werken om de openingen, die gelaten werden op de wegen die de anti-tankstelling kruisen, te sluiten.De 8Cie, die zich nog aan de kust bevond (TBC) wordt doorgestuurd naar een kantonnement in Oplinter. Om 19u45 wordt de compagnie ter beschikking gesteld van de 4Cie van het 31ste Bataljon Genie (4/31Gn) voor de uitvoering van geniewerken op de Demer/Gete-Stelling. De opdracht van de 4/31Gn bestaat erin het waterniveau van de Demer op peil te houden tussen Diest stroomafwaarts en Rooie (Stokrooie-Hasselt of Rooierheide-Diepenbeek – TBC) stroomopwaarts. - III/9HuTL
De 9de en 10de Compagnies kantonneren te Deurne. Op de eerste oorlogsdag begeven de eenheden zich naar Merksem.
10/2Gpg HuTL
- II/10HuTL
Het IIde Bataljon bevindt zich te Westmeerbeek waar diverse verdedigings- en grondwerken uitgevoerd worden in de wijde omgeving. De 6Cie start de oorlog te Houtvenne en zet de werkzaamheden waar ze mee bezig waren verder. Boven de hoofden van de manschappen passeren grote aantal Duitse vliegtuigen. In de loop van de dag vindt er boven Heist-op-den-Berg een luchtgevecht plaats waarbij één Duits vliegtuig neerstort. - III/10HuTL
Bij de afkondiging van de algemene mobilisatie bevinden de 10Cie en de 12Cie zich in hun kantonnementen te Booischot. Bij de 10Cie krijgt het 2de Peloton van Lt Res Rousseau de opdracht een controlepost op te richten langs de baan van Booischot naar Westmeerbeek. Om 13u00 wordt de bewakingsopdracht opgegeven en herneemt de 10Cie samen met de 12Cie zijn werkzaamheden (aanleg terrassementen) te Westmeerbeek.

Hulptroepen werden in hoofdzaak gebruikt voor diverse bouw- en terreinwerken.
8/2Gpg HuTL
- I en III/8HuTL
Bij het invallen van de duisternis vatten beide bataljons de terugtocht van de Demer/Gete-Stelling naar de K.W. Stelling aan. De colonnes marcheren naar Begijnendijk waar kantonnementen worden opgezocht. De 2Cie marcheert van Deurne naar Begijnendijk. De 4Cie voert een voetmars uit van Schaffen naar Begijnendijk. - II/8HuTL (-)
De werken aan de K.W. Stelling tussen Waver en Namen zijn nagenoeg voltooid en aangezien dit gedeelte van de K.W. Stelling wordt overgedragen aan het 1ste Franse Leger krijgt het II/8HuTL een nieuwe opdracht toegewezen. Het bataljon wordt doorgestuurd naar de Versterkte Positie Namen (oftewel Position Fortifié de Namur – PFN) waar ze onder bevel komen te staan van de Groepering Desclée die zich ten noorden van Namen bevindt. Deze groepering die de “Secteur PFN Nord” verdedigd wordt bevolen door Generaal-majoor Desclée, Commandant Infanterie van de 8ste Infanteriedivisie (8Div). Het II/8HuTL(-) heeft de opdracht gekregen om er veldwerken uit te voeren, een opdracht die tijdens de mobilisatie al werd toegekend aan het IIIde Bataljon van 4HuT. Op 11 mei wordt ook het IIde Bataljon van 3HuT voor dezelfde opdracht naar Namen gestuurd. - 7Cie/II/8HuTL
De 7Cie zet zijn werkzaamheden voort in afwachting van nieuwe orders. Luitenant Limbourg keert intussen terug naar Mollendaal met een detachement van ongeveer 60 nieuw opgeroepen militairen bestemd voor het II/8HuTL.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Om 05u00 komen de tijdens de algemene mobilisatie opgeroepen soldaten en onderofficieren toe te Lier. De versterkingen worden doorgestuurd naar de 5Cie waar ze worden opgevangen en verdeeld over de verschillende bataljons van 9HuTL. - I/9HuTL
Het bataljon verlaat zijn kantonnementen te Nijlen en werkt de ganse voormiddag verder aan de veldversterkingen op de oevers van de Kleine en de Grote Nete. Rond 13u00 wordt het bataljon teruggeroepen naar Lier. De bataljonsstaf, de 1Cie en de 2Cie worden op de trein gezet naar Haacht. Hun treinstel komt vast te zitten voor Aarschot omdat bij het bombardement op de stad het station vernield werd. De bataljonsstaf en de twee compagnies moeten per trein terugkeren naar Lier om vervolgens via Mechelen Haacht te bereiken. De staf van I/9HuT, de 1Cie en de 2Cie installeren zich vanaf 18u00 in het gehucht Hansbrug langs de Dijle ten noorden van Haacht. De staf installeert zich in een gebouw op de Brabantsestraat Nr 9 (TBC) te Haacht. De 3Cie en de 4Cie nemen in het station van Lier de trein naar Jodoigne van waaruit ze respectievelijk te voet worden doorgestuurd naar Mont-Saint-Guibert en Roux-Miroir [13]. De 4Cie installeert zich in een kantonnement te Roux-Mirroir. - II/9HuTL
De 6de Compagnie werkt, nog steeds onder bevel van III/3HuT, verder aan de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven. Er worden onder meer Cointet hekkens gemonteerd om de spoorlijn Brussel-Luik af te grendelen na de doortocht van de laatste trein. Ook op de toegangswegen naar de Dijlebruggen moeten Cointet hekkens geplaatst worden. In de loop van de dag krijgt III/3HuT de opdracht om zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei naar Doornik te verplaatsen voor het uitvoeren van een bewakingsopdracht. De 6Cie blijft alleen achter maar slaagt er niet in om in verbinding te komen met de bataljonsstaf van II/9HuTL.Door een herschikking van de genie-eenheden die werken ten voordele van het Cavaleriekorps (CK) achter de Demer/Gete-Stelling komt de 8Cie om 07u40 onder bevel te staan van de 4Cie van het Bataljon Pontonniers (4/Bn Pont). Met de steun van de 8Cie is de 4/Bn Pont erin geslaagd om de dijken in het overstromingsgebied van de Gete te verhogen, de weg Geetbets-Rummen te herstellen en de werken te starten op de weg Drieslinter–Zoutleeuw. - III/9HuTL
De 9de en de 10de Compagnie worden overgebracht naar de margarinefabriek “De Vlag – Le Drapeau” te Merksem. In de fabriek bevindt zich ook het 14de Bataljon Genie (14Gn), organiek geniebataljon van de 13de Infanteriedivisie (13Div).
10/2Gpg HuTL
- II/10HuTL
De werken worden afgebroken de 6Cie keert terug naar Houtvenne en de andere compagnies verzamelen te Westmeerbeek. De manschappen blijven in het dorp. De 6Cie blijft de rest van de dag in zijn kantonnement te Houtvenne. - III/10HuTL
Een niet aflatende stroom vluchtelingen, zowel militairen als burgers trekken door het kantonnement van III/10HuTL te Booischot. De voorbijtrekkende militairen behoren tot eenheden die ontplooid waren langs het Albertkanaal. De compagnies zetten zich terug aan het werk langs de oevers van de Grote Nete. Tegen de middag komen de eerste Franse koloniale troepen voorbij. De artillerie-eenheid die staat opgesteld te Westmeerbeek trekt terug richting Mechelen.
XIV/2Gpg HuTL
De staf en de compagnies bevinden zich nog steeds op dezelfde locaties als bij de aanvang van de oorlog.
8/2Gpg HuTL
- I en III/8HuTL
De bataljons zijn nog maar pas geïnstalleerd in Begijnendijk wanneer ze door een algemene paniek gegrepen worden. Een Belgische artilleriecolonne draaft in volle galop door Begijnendijk met het verontrustende bericht dat de Duitsers tot op enkele kilometers van Aarschot zouden genaderd zijn. Dit gerucht blijkt vals maar ettelijke manschappen van de 2Cie gaan er wel op eigen houtje van door. Luitenant Debruyn van de 2de Compagnie rijdt door naar Mechelen met de twee vrachtwagens geladen met het keukenmateriaal en de levensmiddelen van zijn compagnie. Hij heeft ongeveer de helft van zijn compagnie bij zich. De luitenant installeert de manschappen in een bioscoopzaal en laat via het plaatscommando, de kazernes, de passieve luchtverdediging en het personeel van de NMBS in het station het bericht verspreiden om iedere militair van het 8HuT naar de bioscoop te sturen. Debruyn slaagt er op die manier in om toch nog een groot aantal manschappen te hergroeperen. - II/8HuTL (zonder 7 Cie)
De “Sector Position Fortifiée de Namur Nord” wordt overgenomen door de 2de Divisie Ardeense Jagers (2Div ChA) en het II/8HuTL(-) wordt nu onder bevel van deze divisie geplaatst. Het bataljon wordt niet langer ingezet in de Versterkte Positie Namen. De compagnies ontvangen de nodige orders om naar Wanfercée-Baulet nabij Charleroi te marcheren. - 7Cie/II/8HuTL
Om 11u00 wordt door Kapt SBH Van Vrekom nogmaals bevestigd dat er tot ‘s avonds moet worden doorgewerkt aan de anti-tankhindernis tussen Bierbeek en Leuven.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Kapitein Res Van Loenhout, Adjudant-majoor van het regiment, wordt door LtKol Engels aangeduid om het bevel over te nemen van de 9Cie van III/9HuTL. Hij wordt op de regimentsstaf vervangen door Cdt Darimont. In de loop van de namiddag moeten de inwoners van Lier de stad verlaten. De Staf/9HuTL krijgt van het HK IV/LK om 21u00 het bevel om zich naar Edegem te begeven. - I/9HuTL
Het bataljon (-) wordt aan het werk gezet op de K.W. Stelling rond Haacht. De 1Cie voert werken uit ter hoogte van de Hansbrug over de Dijle. De 3Cie en de 4Cie worden in versterking gegeven van het 8ste Bataljon Genie (8Gn) belast met de voorbereiding van diverse vernielingen in het kader van de contramobiliteit in het ganse gebied tussen Leuven, Geldenaken, Waver, Tienen, Diest en Aarschot. De voertuigen van beide compagnies worden vanuit Lier nagestuurd via Duffel, Mechelen, Leuven en Waver. - II/9HuTL
De 7Cie komt aan te Lier en kantonneert in de Dungelhoeffkazerne. De bataljonsstaf begeeft zich om 21u00 samen met de 5Cie en de 7Cie naar Edegem waar ze de regimentsstaf vervoegen. De 6Cie werkt verder ten zuiden van Leuven. - III/9HuTL
Een detachement van III/9HuTL onder leiding van Lt Dubois wordt naar Brussel gestuurd om er een trein met administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties te escorteren naar het Zuiden van Frankrijk. De treinen met geïnterneerden kregen de bijnaam “Spooktreinen (ook wel Trains Fantômes)” en bestonden uit gesloten goederenwagons waar tot 50 geïnterneerden werden opeengepakt. Hoe verder de “Spooktreinen” in Frankrijk geraakten hoe vijandiger de stemming onder de bevolking voelbaar was temeer omdat op de wagons in witte letters de tekst “Parachutistes, Espions, 5e Colonne” was gekalkt [14].
10/2Gpg HuTL
- II/10HuTL
Diverse eenheden van de infanterie en artillerie trekken door Westmeerbeek. De troepen hebben hun stellingen achter het Albertkanaal verlaten en trekken naar de K.W. Stelling. Om 13u00 vertrekt de 6Cie te voet naar Schriek. Net voor aankomst te Schriek wordt de compagnie teruggestuurd naar Houtvenne waar ze de nacht van 12 op 13 mei doorbrengen. Rond 23u00 komt het installatiepersoneel van een bataljon artillerie toe te Houtvenne en starten met de voorbereidingen voor een stellingname op 13 mei. - III/10HuTL
Het IIIde Bataljon zet zijn werkzaamheden voort te Westmeerbeek.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
Korporaal Mijnendonckx van de 14Cie wordt door de burgemeester van Herfelingen betrapt op het vernielen van lichtbakens die werden aangebracht in bochten en kruispunten als wegsignalisatie voor oprukkende Britse troepen door ons land. De korporaal wordt beschuldigd van sabotage, gevangengenomen en overgeleverd aan de Rijkswacht van Kester [15].
8/2Gpg HuTL
- I en III/8HuTL
De bataljons worden te Duffel gehergroepeerd. Het detachement van Luitenant Debruyn marcheert van Mechelen naar Duffel. De 4Cie komt eveneens in de vroege ochtend te Duffel toe. Tijdens de nacht van 13 op 14 mei wordt van Duffel naar Puurs gemarcheerd waar nieuwe kantonnementen zullen opgezocht worden. - 7Cie/II/8HuTL
Om 12u00 geeft Cdt Meuleman, bataljonscommandant van II/8HuTL, een eerste verwittigingsbevel om de werken af te ronden en zich klaar te maken voor een verplaatsing naar het westen. Het uitvoeringsbevel voor de aftocht wordt uiteindelijk om 19u00 gegeven door Cdt Meuleman. De compagnie verlaat Mollendaal om 21u30 met de opdracht tijdens de nacht van 13 op 14 mei door te marcheren tot Duisburg. De verplaatsing te voet wordt ‘s nachts afgelegd omdat de compagniecommandant zich realiseert dat verplaatsingen overdag te veel gevaar opleveren door het Duitse luchtoverwicht. De compagnie marcheert door het Meerdaalwoud richting Huldenberg.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
De staf komt om 02u00 toe te Edegem en zoekt er kantonnementen op. - I/9HuTL
Het bataljon(-) wordt aan het werk gezet op de K.W. Stelling rond Haacht. De 1Cie werkt verder aan afdammingen ter hoogte van de Hansbrug over de Dijle. In de loop van de dag worden de manschappen gemitrailleerd maar er vallen geen gewonden. De 4Cie krijgt in de loop van de avond opdracht om via Waver naar Waterloo te marcheren. - II/9HuTL
Cdt Hemeryck die geen contact meer heeft met zijn bataljonsstaf besluit de 6Cie om 22u00 op eigen initiatief terug te trekken. Het materieel wordt per camion vervoerd, de manschappen trekken te voet terug richting Overijse. De colonne te voet steekt even na 22u00 te Oud-Heverlee de Dijle over waarna de Britten even later de brug laten ontploffen. De compagnie marcheert te voet richting Overijse. Om 17u10 krijgt de 4/Bn Pont de toelating van de CGn/CK om vanaf het invallen van de duisternis Vroente te verlaten en terug te plooien op Vilvoorde. Dit is meteen ook het einde van de opdracht van de 8Cie bij het CK. - III/9HuTL
Kapt Res François Van Loenhout vervoegt de 9Cie die zich nog steeds in de margarinefabriek “De Vlag – Le Drapeau” te Merksem bevindt. Hij neemt er het commando van de 9Cie over van Lt Res Lamens. - Detachement Dubois/III/9HuTL in Frankrijk
Het detachement van III/9HuTL onder leiding van Lt Dubois escorteert de trein met administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties naar het Zuiden van Frankrijk. Lt Dubois komt onder bevel te staan van Lt Colette, de treincommandant behorende tot de 4de Compagnie van het XXI/GVCE, die zich tijdens het transport laat opmerken door zijn bijzonder hardvochtig optreden jegens de gevangenen.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
De vijand is ten zuiden van Kwaadmechelen het Albertkanaal overgestoken en de Duitse voorhoede treedt in contact met de verdedigers van de Demer/Gete – Stelling [4]. Alle hulptroepen die zich nog tussen de Demer/Gete – Stelling en de K.W. Stelling bevinden moeten zich onmiddellijk in veiligheid stellen achter de K.W. Stelling. 10HuTL krijgt Puurs als hergroeperingszone toegewezen. De bataljons van 10HuTL dienen zich zo snel mogelijk te voet naar Puurs te verplaatsen. - II/10HuTL
Rond 12u00 krijgt de 6Cie opdracht om de rest van het bataljon te Onze-Lieve-Vrouw-Waver te vervoegen tegen 14u30. De terugtocht verloopt moeizaam en de K.W. Stelling kan pas tegen de avond doorschreden worden. De 6Cie bereikt Onze-Lieve-Vrouw-Waver tegen 21u00 en brengt er de nacht van 13 op 14 mei door. - III/10HuTL
Het bataljon zet zijn werkzaamheden te Westmeerbeek (12Cie) en Houtvenne (10Cie) verder. Gedurende de dag worden de troepen die aan het werk zijn regelmatig gebombardeerd, echter zonder dat daarbij verliezen worden geleden. Tegen de avond zijn de werken beëindigd waarna de compagnies terugkeren naar hun kantonnement te Booischot.
8/2Gpg HuTL
- I en III/8HuTL
De 4Cie komt om 15u00 toe te Puurs en installeert er zich in de toegewezen kantonnementen. - 7Cie/II/8HuTL
De compagnie marcheert de ganse nacht van 13 op 14 mei via het Meerdaalwoud en Huldenberg naar Duisburg. De manschappen komen in Duisburg aan rond 06u00 en zoeken onmiddellijk kantonnementen op waar gerust wordt tot de komende nacht wanneer de compagnie verder naar het westen zal trekken. Om 18u45 verlaat de colonne Duisburg om zich naar Ternat te begeven.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Luitenant-kolonel Engels installeert zijn staf in een villa aan de Mechelsesteenweg 246 te Edegem. In zijn Dagelijks Order dringt LtKol Engels erop aan dat, om redenen van de discipline, de officieren samen met de manschappen moeten logeren in de kantonnementen die door de gemeentelijke overheid worden aangeduid. De kantonnementen mogen enkel verlaten worden om strikte dienstreden en er wordt opgemerkt dat “Il est de l’interêt personnel de chacun de veiller a dissimuler sa présence“. - I/9HuTL
Het bataljon(-) werkt in de voormiddag verder langs de Dijle ter hoogte van Haacht. De 3Cie wordt door de Franse sectorcommandant van zijn opdracht ontheven en verlaat Mont-Saint-Guibert om 10u30 richting Ternat. Van Mont-Saint-Guibert gaat het naar Lasne waar even halt wordt gehouden om dan verder te trekken via Waterloo, Eigenbrakel, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw naar Sint-Maartens-Bodegem waar kantonnementen voor de nacht worden opgezocht. Hier krijgt de 3Cie rechtstreeks bevel van de groeperingscommandant Generaal-majoor Vermandele om zich zo snel mogelijk met eigen middelen naar Adinkerke te begeven. De 4Cie komt in de vroege ochtend toe te Waterloo en neemt er een rustkantonnement in. Tijdens de nacht van 14 op 15 mei begeeft de compagnie zich naar Pepingen. - II/9HuTL
De 6Cie bereikt Overijse rond 10u00. Na een dag rust in een kantonnement te Overijse zet de colonne zich om 18u00 op weg naar Drogenbos. De compagnie maakt gebruik van de duisternis om ongezien terug te trekken. - III/9HuTL
De 9Cie wordt onder rechtstreeks bevel geplaatst van Kolonel Mascart. De CGn van het V/LK stuurt de compagnie naar de het bedrijventerrein van Petroleum-Zuid te Hoboken. Om 23u00 begeeft de 9Cie zich naar Hoboken.
10/2Gpg HuTL
- II/10HuTL
De 6Cie verlaat om 06u00 Onze-Lieve-Vrouw-Waver om zich naar Kalfort nabij Puurs te begeven. Kalfort wordt rond 14u00 bereikt waarna onmiddellijk rustkantonnementen worden opgezocht. De nacht van 14 op 15 mei wordt te Kalfort doorgebracht. - III/10HuTL
Het bataljon bevindt zich nog steeds te Booischot in afwachting van marsorders regiment. Om 14u30 vertrekt het III/10HuTL te voet uit Booischot om zich via Goor, Schriek, Pandoerenhoek, Wienes, Peulis en Pasbrug naar Nieuwendijk nabij Mechelen te begeven. Nieuwendijk wordt na een voetmars van 27 km bereikt om 22u00 waarna kantonnementen worden opgezocht om de nacht van 14 op 15 mei door te brengen.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
Op bevel van Generaal-majoor Vermandele wordt de 14Cie teruggestuurd naar de kust. De eenheid zal per trein naar Oostende overgebracht worden.
8/2Gpg HuTL
- I en III/8HuTL
De 4Cie krijgt het bevel om zich naar het station van Puurs te begeven om per trein naar Lichtervelde verplaatst te worden. Door overbezetting van het treinnet kan het I/8HuTL niet meer vertrekken op 15 mei, het transport per spoor wordt uitgesteld. - II/8HuTL (zonder 7Cie)
Het plaatscommando van Charleroi heeft de stad verlaten en ook het IIde Bataljon krijgt het bevel om zich naar Vlaanderen te begeven. - 7Cie/II/8HuTL
De compagnie komt na een mars door Brussel en Groot-Bijgaarden rond 06u00 aan te Ternat waar wordt uitgerust in een kantonnement. Om 18u00 verlaat de eenheid Ternat en vertrekt naar Nederhasselt ten westen van Ninove. Er wacht de compagnie een bijzonder zware etappe.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
Het bataljon krijgt de opdracht om zich terug te trekken naar Langemark. I/9HuTL(-) verlaat Haacht en wordt per elektrische tram overgebracht naar Schaarbeek waar de nacht van 15 op 16 mei wordt doorgebracht nabij het station. De 1Cie laat een detachement van 12 man onder bevel van een korporaal achter te Hansbeek om er het vernielingsdetachement van de genie te beveiligen. Het detachement kan beschikken over 13 fietsen om bij einde opdracht de rest van de 1Cie te vervoegen. Om 06u00 verlaat de 3Cie Sint-Maartens-Bodegem om via Ninove, Oudenaarde te bereiken tegen 18u00. Te Oudenaarde wordt gekantonneerd in een school. Overdag rust de 4Cie uit te Pepingen om in de nacht van 15 op 16 mei Pepingen te verlaten en zich naar Smeerebbe nabij Vloerzegem te begeven. - II/9HuTL
De manschappen van de 6Cie bereiken Drogenbos rond 06u00 en wachten hier de volgende nacht af. Om 22u00 vertrekt de compagnie naar Strijtem bij Ninove. De eerste helft van de manschappen wordt per vrachtwagen rechtstreeks naar Strijtem overgebracht. De overige manschappen marcheren naar Vlezembeek en zullen hier opgepikt worden door de terugkerende vrachtwagens. - III/9HuTL
De 9Cie komt om 04u00 toe te Hoboken en neemt bij aankomst op Petroleum-Zuid contact op met Kapitein-commandant Léon Velge die er het commando voert. Velge is een officier van de Dienst Wagenpark en Brandstoffen van het Ministerie van Landsverdediging. Kapt Van Loenhout laat de compagnie kantonneren in het centrum van Hoboken en installeert zijn CP in de burelen van Purfina tussen de petroleumtanks. De 9Cie krijgt als opdracht om bij de nakende evacuatie van Antwerpen de benzine en oliereserves die niet meer kunnen geëvacueerd worden op bevel te saboteren. Deze opdracht komt van de Controledienst der Brand- en Smeerstoffen van het Provinciecommando van Antwerpen. De compagnie zal voor de uitvoering opgedeeld in dertien ploegen, die verdeeld worden over drie groepen elk geleid door een pelotonscommandant. De ploegen kunnen beschikken over de nodige producten (colle française et solutions de sucre) die aan de brandstoffen moeten toegevoegd worden.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Het regiment dient zich klaar te maken om de volgende dag per trein naar West-Vlaanderen vervoerd te worden. Alle bataljons worden tegen middernacht naar het station van Puurs gestuurd, klaar om de volgende ochten in te schepen. - II/10HuTL
De ganse dag wordt gerust te Kalfort. In de loop van de namiddag komt het bevel binnen dat het bataljon zich naar Puurs dient te begeven. De compagnies worden verzameld om 18u00 en een voor een doorgestuurd naar Puurs. De 6Cie verlaat Kalfort om 22u00 om zich naar het station van Puurs te begeven. De nacht van 15 op 16 mei wordt doorgebracht op de voetpaden voor het station van Puurs in afwachting van transport per spoor. - III/10HuTL
Het III/10HuTL verlaat Nieuwendijk om 08u30 richting Puurs. Via het noorden van Mechelen gaat het richting Battel waar de Dijle moet worden overgestoken. Bij het oversteken van de Dijle te Battel wordt de colonne van III/10HuTL rond 09u30 gemitrailleerd echter zonder gevolg. De voetmars wordt voortgezet via Heffen, Blaasveld, Willebroek en Breendonk. Het bataljon bereikt Puurs om 15u00. Er worden kantonnementen opgezocht maar veel kan niet gerust worden want gedurende de ganse nacht wordt de alarmtoestand afgekondigd. De 12Cie wordt te Puurs ondergebracht in de gebouwen van een zagerij.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
De 14de Compagnie komt aan te Oostende en wordt ondergebracht in het hospitaal van Bredene.
Staf/2Gpg HuTL
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. De Belgische legerleiding beslist om het veldleger terug te trekken op een nieuwe defensieve lijn langs de as Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Generaal-majoor Deguent, commandant van de 1Gpg HuT wordt vanaf 16 mei verantwoordelijk voor de overstromingen in de regio van Nieuwpoort. Meerdere bataljons van de 2de Groepering HuTL zullen worden ingezet in steun van de 1Gpg HuT. De regimenten die niet over organieke voertuigen beschikken moeten zich versneld terugtrekken achter de IJzer door het uitvoeren van geforceerde marsen te voet.
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De 4Cie kan op 16 mei dan toch de trein naar West-Vlaanderen nemen en bereikt Lichtervelde tegen het eind van de dag. - 7Cie/II/8HuTL
De colonne bereikt Nederhasselt rond 04u00. Na een korte nachtrust zetten de manschappen zich omstreeks 09u00 op weg naar Ninove waar opnieuw gerust wordt. Om 17u00 wordt doorgemarcheerd naar Denderleeuw waar ze twee uur later aankomen. De nacht van 16 op 17 mei wordt doorgebracht te Denderleeuw.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL, 5Cie/II/9HuTL, 7Cie/II/9HuTL
De staf van het IV/LK beveelt om tijdens de nacht van 16 op 17 mei terug te treken naar Landmolen. De colonne moet uit Edegem vertrekken om 00u45 op 17 mei. - I/9HuTL
Het bataljon(-) verlaat Schaarbeek om 08u00 en marcheert langs de noordkant van Brussel via Ternat naar Borchtlombeek waar de nacht van 16 op 17 mei wordt doorgebracht. De 3Cie vertrekt per trein vanuit het station van Oudenaarde via Kortrijk naar Roeselare. Van Roeselare gaat het met een tram van de buurtspoorwegen tot Diksmuide om uiteindelijk enkele kilometers te voet verder te marcheren tot Kaaskerke waar kantonnementen opgezocht worden. De 4Cie bereikt Vloerzegem in de vroege ochtend en zoekt kantonnementen op te Smeerebbe. Volgende nacht wordt verder gereisd tot Edelare na bij Oudenaarde. - II/9HuTL
De tweede helft van de 6Cie wordt te 07u00 opgehaald in Vlezembeek door de uit Strijtem teruggekeerde vrachtwagens. Rond 20u00 vertrekt de eenheid naar Volkegem, alweer in twee detachementen met behulp van de vrachtwagens. - III/9HuTL
De 9Cie wordt te Hoboken nog versterkt met het peloton van Lt Valkenaers van 10HuTL om de gekregen opdracht uit te voeren. De vernielingsploegen zullen van zodra het sabotagebevel zal gegeven worden ook tanks met smeerstoffen moeten aanpakken en ontvangen instructies over hoe ze de afsluitkleppen van de opslagtanks moeten bedienen.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Veldegem is aangeduid als nieuwe hergroeperingszone voor 10HuTL. Voor de verplaatsing naar Veldegem worden alle wielvoertuigen van het regiment verzameld en in één colonne onder leiding van Lt Lahaye langs de baan naar Veldegem gestuurd terwijl de rest van de manschappen per spoor de verplaatsing maakt. De colonne wielvoertuigen komt toe te Veldegem zonder verliezen. Lt Lahaye, transportofficier regiment wordt opgenomen in de staf als liaisonofficier (LnO). In deze functie moet hij enerzijds bij elke grote verplaatsing regiment de Installatieploeg (IP) leiden en anderzijds de verbinding verzekeren tussen het regiment en de Staf/2Gpg HuTL, tussen de 10/HuTL en de andere regimenten van de groepering en tussen de Staf/10HuTL en de bataljons. - I/10HuTL en II/10HuTL
Bij het aanbreken van de dag kunnen beide bataljons instijgen in een trein die hen naar Gent brengt waar ze tegen de middag toekomen. Te Gent moeten beide bataljons op bevel van de Commandant Genie van het Bruggenhoofd Gent [16] uitstappen. De twee bataljons worden onder zijn bevel geplaatst zonder dat de Staf/10HuTL noch de Staf 2Gpg/HuTL hiervan op de hoogte zijn. In Gent worden kantonnementen opgezocht in afwachting van verder bevelen. Om 23u00 krijgen de bataljons opdracht om zich de volgende dag om 08u00 naar Oosterzele, ten zuiden van Gent, te verplaatsen. - III/10HuTL
Het bataljon kan ‘s morgens inschepen op een klaarstaande trein die om 08u00 het station van Puurs verlaat. De officieren worden vervoerd in een personenrijtuig, de manschappen in open goederenwagons. De treinrit gaat van Puurs via Gent naar Brugge en vervolgens richting Zedelgem. Tussen Brugge en Zedelgem wordt de trein gemitrailleerd. De trein komt tot stilstand en de manschappen vluchten de velden in. Na de luchtaanval worden de manschappen terug gegroepeerd en de treinreis wordt voortgezet tot aan het station van Zedelgem waar ze om 14u00 toekomen. Van Zedelgem wordt naar Veldegem gemarcheerd waar kantonnementen worden opgezocht.
XIV/2Grg HuTL
- 15Cie/XIV HuTL
Kapitein Mathen, de compagniecommandant van de 15Cie, bezoek het hoofdkwartier van de 16de Infanteriedivisie (16Div) te Gent. De officier meldt dat zijn manschappen zonder opdracht kantonneren te Slijdingen en Evergem. Mathen wordt doorgestuurd naar de 5de Directie van de Genie en de Versterkingen.
Staf/2Gpg HuTL
Het veldleger is gestart met het ontruimen van de K.W. Stelling en plooit zich terug naar een nieuwe verdedigingslinie die loopt van het Kanaal Gent-Terneuzen over het Bruggenhoofd Gent langs de Schelde tot Oudenaarde. Daarbij wordt in een ruimer kader ook gedacht aan de beveiliging van de zuidflank. Het Groot Hoofdkwartier zal heel wat eenheden van de Hulptroepen inzetten om diverse voorbereidende werkzaamheden uit te voeren langsheen de Belgisch-Franse grens in Vlaanderen. De staf krijgt ook de opdracht om een nieuwe defensieve lijn voor te bereiden achter de IJzer door onder meer de IJzervlakte te laten overstromen, naar analogie met wat tijdens WOI gebeurde.
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De 4Cie verplaatst zich van Lichtervelde naar Nieuwpoort waar kantonnementen worden ingenomen tussen Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Hier wordt de compagnie terug aan het werk gezet, de compagnie moet zandzakken vullen om alle vaarten die onder de spoorweg Diksmuide – Nieuwpoort passeren af te dammen. - II/8HuTL (zonder 7Cie)
Het bataljon bereikt Kortrijk. - 7Cie/II/8HuTL
Om 04u00 schepen de manschappen in op een klaarstaande trein in het station van Denderleeuw. De compagnie wordt per trein naar Torhout gebracht waar ze om 12u00 toekomen. Onmiddellijk na aankomst wordt een voetmars ingezet naar Lichtervelde waar de 7Cie tegen 16u00 aankomt. Er worden kantonnementen opgezocht in Lichtervelde tot de duisternis valt.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTl, 5Cie/II/9HuTL, 7Cie/II/9HuTL
Tijdens de nacht van 17 op 18 mei marcheren de eenheden van Landmolen naar Daknam nabij Lokeren. - I/9HuTL
Het bataljon(-) marcheert van Borchtlombeek naar Ninove waar kantonnementen worden opgezocht in Herlinckhove. Hier vervoegt het detachement van de 1Cie dat in Haacht werd achtergelaten opnieuw het bataljon. De nacht van 17 op 18 mei wordt doorgebracht in het kantonnement te Herlinckhove. De 3Cie verlaat Kaaskerke om 08u00 en passeert via Veurne om rond 14u00 toe komen te Adinkerke hun voorlopige eindbestemming waar op nieuwe orders gewacht wordt. De 4Cie komt ‘s morgens toe in Edelare en brengt de rest van de dag door in hun kantonnement. ‘s Avonds wordt opnieuw doorgetrokken ditmaal richting Gullegem nabij Kortrijk. - II/9HuTL
De 6Cie wordt rond 06u00 gehergroepeerd te Volkegem. De manschappen worden ingezet bij het bewaken van de lokale wegen, controleren van identiteitskaarten van vluchtende burgers en opsporen van mogelijke parachutisten. Enkele verdachte personen worden afgeleverd bij de Rijkswacht van Oudenaarde. - III/9HuTL
De 9Cie krijgt 93 nieuwe fietsen die ze moeten ophalen in het depot van de firma BSA in de haven van Antwerpen. De fietsen moeten nog gemonteerd worden. Ook krijgt de eenheid de opdracht om drie camions op te eisen. Sgt KROLt Tailleur wordt belast met deze taak en keert terug met drie vrachtwagens, een Latil, een Reu en een Minerva. De compagnie beschikt nu over vijf camions, genoeg om alle materieel van de compagnie en de persoonlijke bagage van de manschappen mee te vervoeren. De in beslag genomen fietsen en vrachtwagens moeten de compagnie toelaten zich snel uit de voeten te maken eens ze het uitvoeringsbevel voor de sabotage van de petroleumtanks krijgen. De 9Cie moet vijfentwintig man naar Hemiksem sturen waar ze onder toezicht van Cdt De Martelaere ook de opslagtanks van de Antwerp Oil Wharves moeten neutraliseren.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Te Veldegem wordt 10HuTL belast met het opvangen en encadreren van geïsoleerde militairen die tijdens de vele terugtochten contact met hun eenheid verloren. Hiertoe wordt een vierde bataljon opgericht onder bevel van Cdt Jacquet. Initieel worden twee compagnies gevormd met achtergebleven militairen. De 13Cie wordt bevolen door Luitenant Olivier, de 15Cie wordt onder bevel gesteld van Luitenant Taelemans. Lt Lahaye wordt als LnO naar Gent gestuurd om uit te zoeken wat met I/10HuTL en II/10HuTL is gebeurd. Hij kan beide bataljons terugvinden in Oosterzele waarna de bataljons alsnog naar Zedelgem gestuurd worden. - II/10HuTL
Om 08u00 vertrekt de 6Cie tesamen met de rest van II/10HuTL vanuit zijn kantonnement nabij het station van Gent richting Oosterzele waar ze om 11u00 al toekomen. Te Oosterzele krijgt het bataljon de opdracht om terug te marcheren tot Melle waar ze tegen de late avond toekomen en kantonnementen opzoeken. De rust is van korte duur want tijdens de nacht wordt in het station van Melle ingescheept op een trein die het bataljon naar Zedelgem moet brengen. - III/10HuTL
Het bataljon bevindt zich nog steeds te Veldegem waar de burgers uit veiligheidsoverwegingen in hun huizen geconsigneerd worden. De 10Cie moet erop toezien dat de maatregel nageleefd wordt. Eventuele overtreders moeten worden aangehouden en naar de CP van III/10HuTL gebracht worden. De rijkswacht controleert de voertuigen die Veldegem passeren. Er wordt geen enkele inbreuk gemeld, het bataljon beleeft een rustige dag te Veldegem. In hun kantonnementen te Veldegem wordt de nacht van 17 op 18 mei doorgebracht. - IV/10HuTL
Het IVde Bataljon van 10HuTL (IV/10HuTL) wordt opgericht op 17mei om een groot aantal achtergebleven militairen te encadreren. Het was de bedoeling deze militairen ofwel terug naar hun eenheid te sturen ofwel naar één van de Verzamelcentra voor geïsoleerde militairen van het Leger (oftewel Centres de Receuil des isolés de l’armée – CRIA) in het West-Vlaamse binnenland. Deze opvangcentra staan onder bevel van Majoor Brenez bijgestaan door een aantal officieren van het Provinciecommando van Luik. De 13Cie krijgt Lt Olivier als compagniecommandant bijgestaan door de luitenants de Poucke, Peeters en Lenaerts allen afkomstig van het 1ste Legerdepot (1LD) van Dendermonde. De 15Cie zal worden bevolen door Lt Taelmans, eveneens afkomstig van het 1LD. Hij krijgt initieel de Lt Gorgon als pelotonscommandant. Deze officieren dienen in eerste instantie gegevens te verzamelen met betrekking tot de in de getalsterkte opgenomen militairen. Alles wordt zorgvuldig genoteerd; naam, voornaam, stamnummer, eenheid van herkomst, datum waarop eenheid werd verlaten, reden waarom de eenheid werd verlaten, gevolgde reisweg tot Veldegem…Daarna worden de opgevangen geïsoleerde militairen doorgestuurd naar één van de verzamelcentra te Beveren-IJzer, Loker, Dikkebus, Reningelst, Sint-Jan-ter-Biezen, Watou, Westouter en Abele, allemaal in de Westhoek nabij Poperingen.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
Luitenant-kolonel De Pauw van de provinciestaf van West-Vlaanderen stuurt de 14Cie naar Eggewaartskapelle.
8/2Gpg HuTL
- II/8HuTL (zonder 7Cie)
Kapitein-commandant Guyot, plaatscommandant van Kortrijk, laat weten dat de hulptroepen te Torhout samengebracht worden. Het bataljon zet zich onmiddellijk op weg en verneemt bij aankomst dat het 8HuT zich te Lichtervelde bevindt. - 7Cie/II/8HuTL
De compagnie verlaat Lichtervelde om 07u30 en marcheert te overdag langs Torhout, Wijnendale, Ichtegem en Koekelare naar Leke. Aansluitend worden de manschappen in Leke opgepikt door vrachtwagens en doorgestuurd naar Nieuwpoort-Stad waar ze rond 21u00 toekomen. In Nieuwpoort-Stad worden kantonnementen opgezocht.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL, 5Cie/II/9HuTL, 7Cie/II/9HuTL
Na een rustpauze van enkele uren beveelt de staf van het IV/LK om de mars naar het westen overdag verder te zetten. De eenheden bereiken Oostakker tegen 19u00. De staf vindt onderdak in Villa Aurora aan de Bredestraat 169. - I/9HuTL
Het bataljon(-) verlaat Herlinckhove om 02u00 en marcheert richting Oudenaarde. Onderweg wordt de colonne vanuit de lucht aangevallen zonder verliezen te incasseren. Later op de dag komt I/9HuTL aan te Bevere nabij Oudenaarde. Te Bevere wordt een kantonnement opgezocht voor de nacht van 18 op 19 mei. 3Cie verblijft nog steeds in zijn kantonnementen te Adinkerke. De 4Cie verlaat bij het vallen van de duisternis Gullegem en marcheert naar Langemark waar ze de volgende ochtend toekomen. - II/9HuTL
Na een overnachting te Volkegem vertrekt de 6Cie per vrachtwagen naar Sint-Eloois-Winkel. De tocht loopt onder meer via Anzegem en Vichte. - III/9HuT
Het IIIde Bataljon blijft na de aftocht uit Antwerpen aangehecht bij het Vde Legerkorps en zal ingezet worden aan het Kanaal Gent-Terneuzen. De 9Cie bevindt zich nog steeds op Petroleum-Zuid wanneer ze om 03u00 van Cdt Velge de opdracht krijgen om over te gaan tot de sabotage van de brand- en smeerstoffen. Pompen worden in gang gezet om de toegevoegde substanties te mengen met de brandstoffen en om de diverse olieproducten door elkaar te mengen. De compagnie krijgt van Kol SBH Mascart de richtlijn om zich terug te trekken via Kruibeke naar Ertvelde eens de opdracht is uitgevoerd. Wanneer rond 06u00 de pelotonscommandanten melden dat de sabotageactie is uitgevoerd, verzamelt de compagnie en begeeft ze zich naar de militaire pontonbrug van Hoboken. Voor de aftocht wordt nog een bestelwagen van Texaco opgeëist. Hier wordt gewacht op een 15-tal manschappen die één van de Scheldetunnels bewaakten. Wanneer deze om 08u00 toekomen wordt overgestoken naar Kruibeke. De oversteek verloopt moeizaam door de grote drukte op en rond de noodbrug. De brug van Hoboken wordt om 09u30 opgeblazen. Te Kruibeke wordt gewacht op het detachement dat in Hemiksen een voorraad brandstof moest onbruikbaar maken. Dit detachement komt net voor middernacht toe. De 9Cie brengt de nacht van 18 op 19 mei door te Kruibeke.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Te Veldegem worden de wielvoertuigen verdeeld over de vier bataljons van het regiment. Na aankomst van I/10HuTL en II/10HuTL te Zedelgem is het regiment terug compleet. Het regiment dient zich te verplaatsen naar een nieuwe verzamelzone ten zuiden van Diksmuide. Vanaf 15u00 vertrekken de bataljonscolonnes naar hun nieuwe bestemming. - I/10HuTL en II/10HuTL
Na een nachtelijke treinreis komen beide bataljons rond 12u00 toe te Zedelgem. Na een korte rustperiode van drie uur wordt het II/10HuTL rond 15u00 te voet doorgestuurd naar Klerken waar tegen 23u00 kantonnementen voor de nacht worden opgezocht. - III/10HuTL
De volgende ochtend wordt dezelfde bewakingsopdracht te Veldegem voortgezet tot 15u00. Om 15u00 verlaat het bataljon Veldegem om via Torhout, Handzame, Zarren, Klerken en Woumen tot Serpenthoek te marcheren. Na een voetmars van 30 km komt het bataljon om 24u00 toe te Serpenthoek waar onmiddellijk kantonnementen in boerderijen in en rond het dorp worden opgezocht om de nacht van 18 op 19 mei door te brengen. Er zijn heel wat achterblijvers. - IV/10HuTL
De nu geëncadreerde afgedwaalde militairen maken de verplaatsing te voet van 10HuTL naar Woumen mee. Het IV/10HuTL kantonneert te Woumen.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
Onderstafchef Generaal-majoor Fromont stuurt een bevel naar de 14Cie om zich op 19 mei naar Bergues in Noord-Frankrijk te begeven.
Staf/2Gpg HuTL
De staf heeft zijn CP opgesteld te Diksmuide van waaruit de verplaatsingen van de verschillende regimenten richting westen gecoördineerd wordt.
8/2Gpg HuTL
- II/8HuTL (zonder 7Cie)
Bij aankomst te Lichtervelde kan het 8HuT niet teruggevonden worden. Het regiment zou naar Poperinge getrokken zijn. Het bataljon zet zich opnieuw op weg. Bij aankomst te Poperinge laat de plaatscommandant van Poperinge, Kolonel Van Oberghe, weten dat het bataljon zich onmiddellijk naar Frankrijk dient te begeven. Vermoedelijk sluit het II/8HuTL(-) zich aan bij de infanterieregimenten van de 7de Infanteriedivisie (7Div) die zich ook in Poperinge bevinden en die een gelijkaardige opdracht krijgen. In eerste instantie moeten ze trachten Rouen te bereiken. - 7Cie/II/8HuTL
De compagnie wordt ingezet bij het aanleggen van veldversterkingen langsheen de IJzer en zal tot 24 mei in Nieuwpoort verblijven.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL, 5Cie/II/9HuTL, 7Cie/II/9HuTL
Om 03u30 vertrekken deze eenheden uit Oostakker om via Mariakerke, Merendree en Hansbeke naar Bellem te marcheren. - I/9HuTL
Het bataljon(-) marcheert een dertigtal kilometer verder van Bevere naar Izegem waar overnacht wordt. De 3Cie wacht de aankomst van de rest van het bataljon af te Adinkerke. Vanuit Langemark legt de 4Cie een laatste etappe af naar Abele op de Frans-Belgische grens waar een kantonnement wordt opgezocht. - II/9HuTL
De 6Cie brengt de dag door te Sint-Eloois-Winkel. Om 18u00 worden de manschappen per vrachtwagen via Rollegem-Kapelle, Moorslede, Passendale, Langemark en Oostvleteren naar Westvleteren gevoerd. - III/9HuTL
Het IIIde Bataljon wordt verdeeld onder de troepen van het V/LK. Twee compagnies gaan in steun van de 6Div. De bataljonsstaf en de twee overige compagnies worden aangehecht bij de 17Div. De 9Cie vertrekt om 06u30 uit Kruibeke richting Sint-Niklaas. Te Sint-Niklaas komt Kapt Van Loenhout per toeval zijn bataljonscommandant, Cdt Minsart tegen en krijgt nieuwe orders voor de terugtocht. Van Sint-Niklaas gaat het naar Kemzeke, Stekene, Klein-Sinaai, Moerbeke en Wachtebeke waar wordt halt gehouden. De manschappen wordt wat rust gegund terwijl de compagniecommandant op zoek gaat naar een kantonnement. Tijdens de zoektocht botst hij op een majoor van 3L die hem aanmaant onmiddellijk door te trekken tot voorbij de brug van Zelzate over het Kanaal Gent-Terneuzen. De compagnie passeert nog net de brug van Zelzate voor die tot ontploffing wordt gebracht. Er wordt verder gemarcheerd tot Ertvelde waar om 24u00 kantonnementen worden opgezocht. De compagnie is terug bij de rest van het bataljon.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Het regiment dient een nieuwe verplaatsing te maken, dit maal naar een hergroeperingszone rond Elverdinge, ten noorden van Ieper. De mars wordt uitgevoerd in afzonderlijke bataljonscolonnes. Lt Lahaye wordt op liaisonopdracht uitgestuurd naar de CP van 2Gpg HuTL die zich in Diksmuide bevindt. - II/10HuTL
Om 06u00 worden de manschappen van de 6Cie te Klerken gewekt voor een voetmars richting Elverdinge nabij Ieper waar ze om 13u00 toekomen. Er worden onmiddellijk kantonnementen opgezocht. Te Elverdinge moet de compagnie zijn bewapening inleveren. De compagnie behoud enkel een tiental wapens en een 400 tal patronen voor de wacht. De wapens worden naar eenheden gestuurd die zich hebben opgesteld achter het Kanaal Gent-Terneuzen en die over onvoldoende bewapening beschikken. De compagnie verblijft te Elverdinge tot 22 mei. - III/10HuTL
Om 07u00 verlaat III/10HuTL Serpenthoek en marcheert verder tot Elverdinge via Merkem, Steenstraat en Zuidschote. Elverdinge wordt om 11u30 bereikt. Tijdens de mars wordt de bataljonscolonne overvlogen door de Duitse luchtmacht en gebombardeerd. Er vallen twee gewonden bij de 12Cie. De manschappen zijn ook getuige van luchtgevechten tussen Britse en Duitse toestellen. Te Elverdinge zoekt de 10Cie onderkomen in een boerderij langs de Vlamertingsestraat. Het bataljon wacht te Elverdinge verdere orders af. Pas op 23 mei zal het bataljon opnieuw in actie komen. - IV/10HuTL
Het IV/10HuTL volgt de rest van het regiment tot Elverdinge waar de verschillende compagnies in hoeves worden ondergebracht. Het aantal manschappen in de compagnies neemt steeds maar toe naarmate de tijd verstrijkt.
XIV/2Gpg HuTL in Frankrijk
- 14Cie/XIV HuTL
De compagnie zet zich op weg naar het Franse Bergues. Luitenant Verreydt dient zich bij aankomst aan te bieden bij de Belgische plaatscommandant voor de bevoorrading van zijn eenheid. Er blijkt echter geen Belgisch plaatscommando te bestaan te Bergues en na enige discussie wordt getracht om aan voedsel te komen via de geallieerde troepen in Duinkerke. De compagnie zal tot 22 mei te Bergues verblijven.
8/2Gpg HuTL
- II/8HuTL (zonder 7Cie) in Frankrijk
De colonne passeert Cassel en zet zich vervolgens op weg naar Amiens en Abbeville. Ze bereiken de Somme op het moment dat ook de voorste elementen van de Duitsers in de regio toekomen. In de grootste verwarring slaagt een gedeelte van het bataljon erin de Somme over te steken. Doordat de bataljonscolonne uiteenvalt in kleine detachementen keren sommigen terug naar het noorden en worden andere gevangen genomen.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
Het bataljon(-) verplaatst zich van Izegem naar Zonnebeke. Twee pelotons van de 3Cie worden vanuit Adinkerke naar Jabbeke gestuurd om een wapenopslagplaats te ontruimen. De 4Cie installeert zich te Abele waar ze onder meer belast wordt met de bewaking van een depot anti-tankmijnen. De compagnie zal deze opdracht blijven uitvoeren tot 26 mei. - II/9HuTL
Bij aankomst te West-Vleteren verneemt de 6Cie dat het 9HuTL te Poperinge zou samengebracht zijn. - III/9HuTL
De 9Cie krijgt opdracht om tegen 05u00 te vertrekken richting Lembeke. De wegen zitten overvol, Lembeke wordt tegen 21u00 bereikt. - Detachement Dubois/III/9HuTL in Frankrijk
Het detachement komt na heel wat omzwervingen aan in Orléans waar de geïnterneerden worden overgedragen aan de Fransen en opgesloten in het een kamp nabij Orléans (vermoedelijk in het “camp de Jargeau” – TBC) [17]. De Belgische bewakers blijven voorlopig bij de gevangenen. Het kamp van Orléans was niet ingericht om deze mensen op te vangen en de omstandigheden in het kamp waren dan ook erbarmelijk. De weggevoerden verbleven er enkele dagen en worden vervolgens door de Franse autoriteiten onder begeleiding van de Belgische bewakers doorgestuurd naar het zuiden van Frankrijk waar de gevangen worden overgedragen aan het Franse leger in het Camp d’Argelès nabij Perpignan. Op bevel van Lt Colette gaat Lt Dubois over tot de inbeslagname van de bezittingen van de weggevoerden zonder hen een ontvangstbewijs te geven of een lijst op te stellen.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Het 10HuTL is met minstens drie bataljons, II/10HuTL, III/10HuTL en IV/10HuTL ingekwartierd in Elverdinge. De verschillende compagnies zijn ondergebracht in boerderijen in en rond de dorpskern. Een niet aflatende stroom vluchtelingen passeert richting Poperinge en Veurne, de wegen zitten overvol en elke verplaatsing met militaire voertuigen neemt zeer veel tijd in beslag. Wanneer te Elverdinge een vijandelijk vliegtuig een noodlanding maakt wordt Lt Lahaye er met een patrouille op uit gestuurd om de crashplaats te onderzoeken. De patrouille treft er de bemanning aan die ze weten te overmeesteren waarna de bemanning wordt overgedragen aan de provoostdienst. Het vliegtuigwrak wordt geïnspecteerd, nuttige informatie en bruikbaar materieel worden meegenomen.
8/2Gpg HuTL
- II/8HuTL (zonder 7Cie) in Frankrijk
De restanten van het bataljon komen aan te Rouen en worden doorgestuurd naar Conches-en-Ouche (departement Eure) waar ze een kantonnement toegewezen krijgen door de 7Div. Alleen de 8Cie van Kapitein Hoornaert is nagenoeg compleet, ook Lt Res L. Ernotte (niet te verwarren met de compagniecommandant van de 9Cie, Lt Res Eduard Ernotte) en Lt Res Suetens van de 8Cie weten aan de vijand te ontkomen. De 8Cie is door het oog van de naald gekropen en profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine om te hergroeperen in Conches-en-Ouche. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt. Het detachement onder bevel van Kapitein Hoornaert zal tot 26 mei in Conches verblijven. Op 26 mei worden ze per spoor naar het zuiden van Frankrijk vervoerd.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
Na aankomst te Zonnebeke wordt het bataljon doorgestuurd naar Poperinge waar de nacht van 21 op 22 mei wordt doorgebracht. - II/9HuTL
De 6Cie wordt via Krombeke en Proven naar Abele overgebracht. - III/9HuTL
Na de nacht te hebben doorgebracht te Lembeke wordt de compagnie aangeduid om onderhoudswerken uit te voeren op de weg Kaprijke – Watervliet. Tegen de middag is de compagnie aan het werk te Watervliet.

Duitse opmars van 16 tot 21 mei 1940
Staf/2Gpg HuTL
Na de Duitse doorbraak tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. De Belgische legerleiding bepaalt tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten zich niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. De overstroming van de IJzervlakte is niet langer nodig en moet worden stopgezet om de Franse en Britse troepen toe te laten zich terug te trekken richting Duinkerke. Er ontstaat enige ongerustheid dat Duitse verkenningseenheden zouden kunnen infiltreren via de Frans-Belgische grens en onrust stoken in het achtergebied van het Belgisch leger. Hiertoe wordt een plan uitgewerkt om meerdere compagnies van de hulptroepen naar de Frans-Belgische grens te sturen om er chicanes en anti-tankversperringen op te richten teneinde de Belgische flank te beveiligen. De staf van de Groepering installeert zich in gebouwen gelegen langs de Abeelseweg Nr2 te Poperinge.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
Te Poperinge wordt gedurende de ganse dag en daaropvolgende nacht gerust. - III/9HuTL
De 9Cie brengt de nacht van 21 op 22 mei door te Lembeke en wordt de volgende dag ingezet op de weg Kaprijke – Bassevelde – Assenede.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Lt Lahaye wordt uitgestuurd naar Wijtschate om een nieuwe opstelplaats voor de CP regiment te verkennen. Vanuit Wijtschate zullen de operaties langs de Leie en de Frans-Belgische grens in de regio Ploegsteert, Wulvergem, Nieuwkerke en Loker gecoördineerd worden. - II/10HuTL
Er worden twintig vrijwilligers gezocht per compagnie voor verschillende bewakingsopdrachten. De vrijwilligers mogen hun individueel wapen terug afhalen. - III/10HuTL
Lt Weynants, pelotonscommandant bij de 12Cie, wordt op verkenning gestuurd naar Kemmel, Ploegsteert en het gehucht Kleine Brug (oftewel Petit-Pont aan het einde van de Kleine Brugstraat te Ploegsteert). Hij moet verkennen waar op de toegangswegen vanuit Frankrijk anti-tankhindernissen kunnen worden opgeworpen.
XIV/2Gpg HuTL in Frankrijk
- 14Cie/XIV HuTL
De 14Cie Compagnie marcheert naar Duinkerke om uit het Duitse opmarsgebied te blijven. Luitenant Verreydt meldt dat er zich die avond een incident voordoet in zijn compagnie. De Soldaten Jennes en Hompesch, beiden afkomstig uit de buurt van Raeren in de Oostkantons, bedreigen Luitenant Cosemans met de woorden “Schmutzige Belgier“. De compagniecommandant wil de militairen terstond laten aanhouden. Verreydt vraagt de hulp van de Franse gendarmen te Gravelines die zich zonder aarzelen onbevoegd verklaren in deze ‘Belgische’ materie. De beide militairen worden onder bewaking geplaatst binnen de eigen compagnie.
Staf/2Gpg HuTL
Om 15u00 wordt het XLIIste Bataljon GVCE (XLII/GVCE) onder bevel geplaatst van de 2Gpg HuTL. Dit bataljon, onder bevel van Majoor Henry, bestaat nog slechts uit twee compagnies die samen een 350 tal manschappen tellen. Op het ogenblik dat het bataljon onder bevel komt van GenMaj Vermandele bevindt het bataljon zich in Leisele. GenMaj Vermandele plaatst op zijn beurt het bataljon onder bevel van het 9de Regiment.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Van zodra LtKol Engels verneemt dat hij kan beschikken over een extra bataljon neemt hij onmiddellijk actie en convoceert hij om 15u40 een vertegenwoordigen van het XLII/GVCE op zijn PC om orders voor het bataljon op te halen. Hij beveelt het bataljon om zich op 24 mei te verplaatsen van Leisele naar Busseboom ten zuidoosten van Poperinge. - I/9HuTL
Vanuit Poperinge vertrekt het bataljon naar Nieuwkerke in het Heuvelland, een vijftiental kilometer meer naar het zuiden. Hier worden kantonnementen opgezocht voor de nacht. - III/9HuTL
In de namiddag valt Lembeke onder vijandelijk artillerievuur. Er breekt paniek uit onder de manschappen. De rust wordt hersteld en er wordt verder gewerkt te Kaprijke. De nacht van 23 op 24 mei wordt doorgebracht in de kantonnementen van Lembeke.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
De bataljons van het 10HuTL zullen naar de Frans-Belgische grens gestuurd worden waar de compagnies wegversperringen en chicanes oprichten op de toegangswegen naar de grensdorpen ten zuiden van Ieper. Kol Jacobs vertrekt met zijn bataljonscommandanten en de compagniecommandanten op verkenning in de hem toegewezen ondersector. In de loop van de namiddag bezet II/10HuTL stellingen in de buurt van Nieuwkerke, III/10HuTL zal opereren vanuit Wulvergem en stellingen bezetten te Mesen en Ploegsteert. - II/10HuTL
Tijdens de voormiddag voert de bataljonscommandant samen met de compagniecommandanten verkenningen uit langs de Frans-Belgische grens ten zuiden en ten zuidwesten van Nieuwkerke. De verschillende compagnies marcheren tijdens de namiddag naar Nieuwkerke en zoeken er om 18u00 kantonnementen op. De 6Cie blijft te Nieuwkerke, de 8Cie van Lt Antoine moet stelling nemen te Loker. Er moeten onder meer barricades opgericht worden op de baan naar Brulooz (TBC), de Rode Berg en Klijte. - III/10HuTL
De voormiddag passeert zonder incidenten. In de namiddag komt een waarschuwingsorder binnen dat het bataljon per camion zal worden overgeplaatst naar Wulvergem op de Frans-Belgische grens ten zuiden van Ieper. Aangezien slechts een beperkt aantal vrachtwagens (één per compagnie) ter beschikking wordt gesteld zal de verplaatsing zal in verschillende schijven gebeuren, eerst de manschappen dan het materieel. De 12Cie kan tegen 13u00 instijgen en bereikt Ploegsteert (Kleine Brug) via Ieper, Wijtschate en Mesen tegen 18u00. De 12Cie wordt initieel ingezet voor de beveiliging van Britse getrokken artillerie die zich te Kleine Brug (Petit-Pont) had opgesteld. Tijdens de nacht van 23 op 24 mei wordt doorgewerkt om wegversperringen en chicanes op te werpen langs de toegangswegen naar Ploegsteert. Om 19u30 vertrekt de eerste schijf van de 10Cie, door de drukte op de wegen vertrekt de laatste schijf met het zwaar materieel pas om 23u30.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
De 14Cie keert terug naar ons land en steekt te De Panne de grens over. De Soldaten Jennes en Hompesch worden uitgeleverd aan de Rijkswacht van De Panne.
Staf/2Gpg HuTL
Om een momenteel nog niet gekende reden (vermoedelijk omdat de opdracht om de IJzervlakte te laten overstromen werd opgeheven – TBC) worden de regimenten van de 1Gpt HuT (1HuT, het 2HuT, het 3HuT en het 4HuT) onder bevel geplaatst van de Staf/2Gpg HuTL. Alle regimenten hulptroepen staan nu onder één commando. De 2Gpg HuTL wordt op zijn beurt onder bevel geplaatst van het IIIde Legerkorps (III/LK). Het III/LK moet een defensieve lijn opwerpen tussen Diksmuide en Ieper met front naar het westen (dus richting Franse grens) omdat gevreesd wordt voor infiltraties van Duitse pantsereenheden in de rug van het Belgisch leger. De detachementen van de 2GpgHuTL die anti-tank hindernissen hebben opgeworpen langs de Belgisch-Franse te Adinkerke, Houtem, Leisele, Beveren-Aan-De-IJzer, Roesbrugge, Haringe, Proven, Watou, Poperinge, Reningelst, Westoeter, Loker, Dranouter, Nieuwkerke en Ploegsteert komen nu onder commando van het III/LK te staan[18].
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De 4Cie verlaat Nieuwpoort en moet zich te Westende installeren. - 7Cie/II/8HuTL
Een detachement van 60 manschappen uitgerust met geweren wordt onder bevel van twee officieren uitgestuurd om een verplichte doorgang op de baan Diksmuide – Nieuwpoort te bewaken. Er wordt gevreesd dat vijandelijke elementen via Frankrijk in de westhoek zullen infiltreren. De rest van de compagnie vertrekt om 01u00 uit Nieuwpoort en marcheert naar Mannekensvere waar ze om 04u00 toekomen. Er wordt uitgerust te Mannekensvere tot 14u00 waarna de eenheid doormarcheert tot Rattevalle. Vanuit Rattevalle worden de manschappen dag en nacht ingezet om veldwerken uit te voeren langs de Aflozingsvaart van Veurne-Ambacht (oftewel de Noordvaart) nabij Ieper. Deze werkzaamheden zullen voortduren tot 27 mei.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
Om 10u12 wordt de Staf/9HuTL in Poperinge op de hoogte gebracht van de aankomst van het XLII/GVCE in Busseboom. Het bataljon installeert zich klaar om ingezet te worden door 9HuTL. Daar komt voorlopig niets van in huis omdat rond 14u00 Poperinge hevig gebombardeerd wordt. Er vallen ongeveer 150 dodelijke slachtoffers en een 400-tal gewonden. Vierentwintig militairen behorende tot de vele eenheden die zich in de stad bevinden sneuvelen bij het bombardement, een aantal overlijdt later aan zijn verwondingen. Het 9HuTL moet noodgedwongen een nieuwe opstelplaats vinden voor zijn CP. - I/9HuTL
Het bataljon bereikt Westouter en wordt ingezet voor de bewaking van de Belgisch-Franse grens te Wipperhoek [19]. Op de grens worden chicanes en andere wegversperringen aangebracht. - II/9HuTL
Het IIde Bataljon neemt stelling rond Abele. De 6Cie zoekt nieuwe kantonnementen op in het station van Abele. De manschappen wordt ingezet voor de bewaking van de stationsomgeving en de baan naar de Franse grens. - III/9HuTL
De werken te Kaprijke worden voortgezet tot plots om 14u00 het bevel gegeven wordt om onmiddellijk naar Oedelem te vertrekken. De 9Cie komt om 21u00 aan te Oedelem.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
In de namiddag worden de dorpen in de grensstreek onder vuur genomen. Duitse vliegtuigen bombarderen Wijtschate, Nieuwkerke en Mesen. Te Wijtschate wordt een colonne van de Franse artillerie hard aangepakt, er vallen ernstige verliezen te noteren onder de Franse artilleristen. - II/10HuTL
De ganse dag worden de barricades die werden opgeworpen langs de Frans-Belgische grens bemand. Bij het bombardement van Nieuwkerke sneuvelt Soldaat Meersschaut. II/10HuTL voert dezelfde opdracht ook uit op 25 mei. - III/10HuTL
Tegen 00u45 is het ganse bataljon verplaatst naar Wulvergem. Onmiddellijk na aankomst moet de 10Cie starten met de aanleg van chicanes op de toegangswegen naar Wulvergem. Het nodige materiaal wordt bijeengezocht waarna de compagnie aan de werkzaamheden begint. Om 03u00 worden de pelotons van de compagnie op de hoogte gebracht van de nieuwe opdracht. Het bataljon moet de Frans-Belgische grens bewaken en eventuele Duitse infiltraties richting België afstoppen. Hiervoor zullen de pelotons langs de grens ontplooid worden. Om 07u30 ontvangen de pelotons hun gevechtsposities. De 10Cie moet onder andere een peloton opstellen te Mesen waar zich ook de CP bataljon bevindt. Het peloton van Lt Rousseau bereikt Mesen om 09u00 en bevindt zich als enige Belgische eenheid te midden van Franse en Britse troepen [20]. Er wordt begonnen met het opwerpen van hindernissen op de grensovergangen en tegen 11u30 zijn de werken afgerond. Het peloton stelt zijn CP op in een boerderij nabij het kerkhof van Mesen. Om 15u00 wordt Mesen voor een eerste keer gebombardeerd door de vijandelijke luchtmacht. Een detachement van het peloton onder leiding van Sgt Libert helpt met de verzorging van burgerslachtoffers. Om 17u30 wordt Mesen een tweede keer gebombardeerd op het ogenblik dat het peloton zich klaarmaakt om levensmiddelen te gaan afhalen in Wulvergem. Tegen 22u30 is iedereen terug in Mesen. De 12Cie neemt vanaf ‘s morgens stelling op de toegangswegen naar Ploegsteert vanuit Frankrijk, de hoofdkrachtinspanning ligt bij het gehucht Kleine Brug.
XIV/2Gpg HuTL
- 14Cie/XIV HuTL
De 14Cie keert terug naar Eggewaartskapelle waar de rest van het bataljon teruggevonden wordt.
Staf/2Gpg HuTL
Het Groot Hoofdkwartier reorganiseert de opvang van de afgezonderde militairen die om een of andere reden hun eenheid zoek geraakt zijn. Het hoofdaandeel van de opvang gaat naar het Hegroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger, maar de afgezonderde militairen die zich nog bevinden in het gebied tussen Houtem, Diksmuide, Ieper en Kemmel zullen tot nader order overgebracht worden naar het 2HuT te Houtem, het 3HuT te Oosthoek of het 1HuT te Proven. De opvang van deze militairen wordt hiermee de verantwoordelijkheid van Generaal-majoor Vermandele, bevelhebber van de IIde Groepering Hulptroepen. Vermandele maakt zich meteen ongerust over de, volgens zijn schatting. ongeveer 20,000 afgezonderde militairen die zich in dit gebied ophouden en die hij niet zonder extra logistieke steun meent te kunnen inlijven bij zijn regimenten.
8/2Gpg HuTL
- III/8HuTL
De 12Cie komt om 20u00 toe te Lombardsijde en installeert zich in het Sint-Jozefinstituut langs de baan Nieuwpoort – Oostende.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
De situatie is enigszins onder controle en nu kan het XLII/GVCE ingezet worden. LtKol Engels in overleg met Maj Henry van het bataljon wachters beslissen om telken één compagnie wachter in steun te geven van I/9HuTL en II/9HuTL. Tegen 19u00 komen deze compagnies toe in hun respectievelijk bataljonsvak. - I/9HuTL
Het bataljon ontvangt de 2Cie van XLII/GVCE, ter sterkte van 115 man, in steun voor de bewaking van de grens ter hoogte van Westouter. - II/9HuTL
Het IIde Bataljon krijgt de 1Cie van XLII/GVCE, eveneens ter sterkte van 115 man, in steun voor de bewaking van de grens ter hoogte van Abele. De 6Cie legt wegversperringen en steunpunten aan te Abele. - III/9HuTL
De 9Cie wordt naar Beernem gestuurd waar wegenwerken dienen uitgevoerd te worden. De weg van Beernem naar Oedelem wordt onder handen genomen.
10/2Gpg HuTL
- III/10HuTL
Bij de 10Cie te Wulvergem vallen er in de voormiddag geen incidenten te melden. Wanneer in de namiddag een colonne munitievoertuigen van de Britten het dorp Mesen passeert wordt de colonne aangevallen door de Duitse luchtmacht. Enkele munitievrachtwagens worden geraakt waarna munitie in alle richtingen ontploft. Het peloton van Lt Rousseau wil ter hulp schieten maar wordt door Cdt Schmidt, de bataljonscommandant van III/10HuTL, teruggefloten. De opdracht is te gevaarlijk en het is de verantwoordelijkheid van de Britten om hun konvooi terug op gang te krijgen. Het front komt dichterbij en de 10Cie krijgt “s avonds de opdracht om op de splitsing van de weg Ieper – Armentiere met de weg Nieuwkerke – Mesen ten zuiden van Mesen een post te installeren om gedurende de nacht van 25 op 26 mei het verkeer te regelen voor Franse en Britse colonnes die zich terugtrekken van de Leie. Sgt Lefevre wordt er met 12 man op uitgestuurd om de post te bemannen. De post krijgt instructies over wie in eerste prioriteit moet worden doorgelaten. De eerste colonnes voorafgegaan door estafettes passeren de controlepost vanaf 21u45. De ganse nacht trekken colonnes voorbij. Bij de 12Cie worden de wachtposten regelmatig gemitrailleerd zonder hierbij verliezen te lijden. In de loop van de dag worden enkele vermeende Duitse spionnen in burger aangehouden en overgeleverd aan de rijkswachtpost van Warneton. Lt Weynants verlaat de 12Cie om het bevel over te nemen van de 1Cie van I/10HuTL van Lt Gilles.
Staf/2GpG HuTL
De commandopost van de 2Gpg HuTL staat opgesteld te Koekelare.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
De opdracht aan de langs de grens met Frankrijk wordt doorgezet. Bij het Iste Bataljon worden de versterkingen echter weggenomen, de 2Cie van XLII/GVCE zal worden ingezet voor de beveiliging van twee bruggen ter hoogte van Poperinge. II/9HuTL kan blijven beschikken over de 1Cie van XLII/GVCE. Tegen 23u00 wordt de bewakingsopdracht van de Belgisch-Franse grens afgeblazen. Het ganse regiment zal te Lo-Reninge samengebracht worden. - I/9HuTL
De 1Cie ondergaat in de loop van de dag een luchtaanval zonder erge gevolgen. Het bataljon wordt overgeplaatst naar Lo en verblijft hier tot de capitulatie. - II/9HuTL
Aan het eind van de dag wordt de 6de Compagnie in vrachtwagens via Poperinge, Oostvleteren en Pollinkhove naar Lo-Reninge gevoerd. - III/9HuTL
De 9Cie werkt de ganse dag in de omgeving van Beernem, ‘s avonds wordt teruggekeerd naar de kantonnementen in Oelegem.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Het regiment heeft de verbinding verloren met de Staf/2Gpg HuTL. Lt Lahaye wordt om 10u00 erop uit gestuurd om de CP van de 2Gpg HuTL te zoeken en de verbinding te herstellen. Per toeval vindt hij de Staf/2Gpg HuTL die zijn CP heeft opgesteld te Koekelare. Hij geeft de locatie door van de CP regiment waarna de verbindingen hersteld worden. Onder druk van de hevige gevechten langs de Leie en het Kanaal Ieper – Komen geeft de Staf/2Gpg HuTL om 22u00 de toelating aan 10HuTL om zijn bataljons te verplaatsen naar een veiliger locatie. - II/10HuTL
Bij het ochtendgloren wordt Nieuwkerke gebombardeerd. De 6Cie die net het dorp verliet is ongedeerd. Tegen de avond passeren ganse colonnes Britse en Franse militairen langs de baan Ieper – Nieuwkerke. Om middernacht krijgt het bataljon opdracht om zich naar Krombeke te begeven. - III/10HuTL
Gedurende de ganse nacht passeert een niet aflatende stroom voertuigen de controlepost van de 10Cie te Mesen. Rond 07u00 verschijnt de Duitse luchtmacht opnieuw boven de colonnes. Op 10 minuten tijd worden drie Duitse vliegtuigen door Britse luchtafweermitrailleurs neergehaald. Om 07u45 houdt het verkeer op. De controlepost moet nog ter plaatse blijven omdat nog een colonne met gewonden verwacht wordt. De vijand is nu nabij want vanaf 09u45 wordt Mesen ononderbroken beschoten door de Duitse artillerie. Het bombardement zal voortduren tot 16u30 de volgende dag. Lt Rousseau laat zijn peloton dekking zoeken en begeeft zich vervolgens naar de controlepost van Sgt Lefevre. Wanneer hij er aankomt stelt hij vast dat Sgt Lefevre en de Soldaten Emmery en Laget tijdens de artilleriebeschieting gesneuveld zijn. Een vierde militair, Soldaat Adrien Orient, is zwaar gewond en word door de bataljonsarts verzorgd in een naburig huis. De gewonde wordt opgepikt door een Britse ambulance en afgevoerd naar achter. Lt Rousseau laat onder het vuur van de Duitse artillerie drie graven voorbereiden op het kerkhof van Mesen voor de gesneuvelde militairen van zijn peloton. Tijdens de graafwerken krijgt hij ook de opdracht van Cdt Schmidt om de drie burgerslachtoffers die in Mesen door het artillerievuur omgekomen zijn te begraven. De militaire en burgerlijke slachtoffers worden met militaire eer begraven in aanwezigheid van de bataljonscommandant. De CP van III/10HuTL verhuist van Mesen naar Wulvergem. De 10Cie krijgt opdracht om tijdens de nacht van 26 op 27 nog te Mesen te blijven en te wachten op nieuwe orders die zullen gegeven worden tijdens de ochtend van 27 mei. Mesen wordt de ganse nacht beschoten door de Duitse artillerie, van rusten komt niet veel in huis. De 12Cie daarentegen krijgt tijdens de nacht van 26 op 27 mei al de opdracht om zijn stellingen te verlaten en zich te verplaatsen naar Krombeke.
8/2Gpg HuTL
- II/8HuTL in Frankrijk
Op 27 mei komt een behoorlijk aangedikt detachement van II/8HuTL onder bevel van Kapitein Hoornaert toe te Pont-Saint-Esprit in de Provence. Het detachement wordt aangehecht aan het Versterkings- en Opleidingscentrum van de Ardeense Jagers (VOC/ChA). - 7Cie/II/8HuTL
De 7Cie moet een detachement van 80 man samenstellen dat zich onder bevel van twee officieren naar Nieuwpoort dient te begeven in opdracht van de Staf/8HuTL. Het detachement beschikt over drie vrachtwagens en twintig fietsen om de verplaatsing uit te voeren. Het detachement vordert langs de vaart van Plassendale Vaart richting Nieuwpoort maar wordt onderweg vanuit de lucht aangevallen en gemitrailleerd. Er vallen geen slachtoffers te betreuren bij de luchtaanval op de 7Cie. De twee officieren en een handvol manschappen bereikt uiteindelijk Nieuwpoort, de rest van het detachement keert terug naar Rattevalle. Na een nieuw bombardement op Nieuwpoort wordt de opdracht van de 7Cie te Nieuwpoort opgeschort. - III/8HuTL
De 12Cie kantonneert nog steeds in het Sint Jozefinstituut te Lombardsijde wanneer de school rond 11u00 door Duitse vliegtuigen wordt gebombardeerd [21]. Er vallen enkele bommen op de binnenkoer en ook enkele lokalen bezet door de troepen worden getroffen. De Soldaten De Nies, Van Clapdorp, Verschuere en Vervoir van de 12Cie komen om bij het bombardement, een aantal andere militairen van III/8 raakt gewond. Lt Jenart brengt onmiddellijk de staf III/8HuTL op de hoogte. Lt Waedemon van de 10Cie die zich op het ogenblik van de aanval op de staf III/8HuTL bevindt, snelt onmiddellijk ter hulp. Hij leidt het zoeken naar overlevenden in het puin en organiseert de verzorging en evacuatie van gewonden die naar het militair reservehospitaal van Middelkerke worden overgebracht. Korporaal Camiel De Loose [22] overlijdt tijdens zijn overbrenging naar het ziekenhuis. Luitenant Croon en de Soldaten Hoornaert, Leagre, Mertens, Testaert, en Van Bellingen overlijden later aan hun verwondingen. Naast de militaire slachtoffers veroorzaakt het bombardement ook talrijke burgerslachtoffers [23].
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
De 1Cie zoekt kantonnementen op te Pollinckhove ten westen van Lo-Reninge. De 4Cie verlaat Abele om 01u00 en begeeft zich eveneens naar Lo-Reninge. - II/9HuTL
De 6Cie verblijft op de hoeve Timmerman te Lo-Reninge. - III/9HuTL
De 9Cie wordt opnieuw uitgestuurd om wegenwerken uit te voeren rond Beernem. Er wordt uiteindelijk maar een half uur gewerkt gedurende de ganse dag. Er moest voortdurend dekking gezocht worden voor ononderbroken luchtbombardementen. Het volledige bataljon verplaatst zich om 20u00 naar Varsenare en Snellegem waar ze tegen middernacht toekomen. Te Varsenare wordt de staf ingekwartierd aan de Stationsstraat 159, de 9Cie aan de Dorpsstraat 2 en de 12Cie aan de Stationsstraat 150. Te Snellegem wordt de 10Cie ondergebracht aan de Kruisstraat 37, en zal de 11Cie verblijven in de woning van schrijnwerkerij Van Hove aan de Ternegemstraat.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Tijdens de nacht van 26 op 27 mei worden de orders verspreid om de bataljons te hergroeperen te Krombeke ten noorden van Poperinge. In de vroege ochtend bereiden de bataljonsstaven de verplaatsing naar Krombeke voor zodat de terugtocht tegen 02u00 kan worden ingezet. - II/10HuTL
Om 02u00 vertrekt het bataljon naar Krombeke. De mars verloopt moeizaam door de grote drukte op de wegen ter hoogte van Poperinge. Krombeke wordt uiteindelijk om 12u00 bereikt. De compagnies moeten zich camoufleren want de sector wordt ononderbroken gebombardeerd door de Luftwaffe. Tot nu toe is de 6Cie nog steeds compleet, er zijn geen gewonden noch vermisten te rapporteren. De 8Cie installeert zich te Stavele. - III/10HuTL
De 10Cie verlaat in de de vroege ochtend Wulvergem en vertrekt zonder zijn 2Pl naar Krombeke. Het 2Pl van Lt Rousseau wordt niet verwittigd van de terugtocht omdat het peloton als verloren werd beschouwd. De 12Cie verlaat Ploegsteert om 02u00 en marcheert te voet naar Krombeke waar de compagnie tegen 14u00 toekomt na een penibele terugtocht continu overvlogen door Duitse bommenwerpers.
- Detachement Rousseau/III/10HuTL
Wanneer het Pl Rousseau van de 10Cie de volgende morgen probeert contact op te nemen met de CP bataljon te Wulvergem blijkt de commandopost reeds vertrokken te zijn. Om 08u00 wordt het peloton onder vuur genomen door mitrailleurvuur. Negen soldaten die nog in bezit zijn van een geweer en die samen over 350 patronen beschikken nemen een schootstelling in. Om 09u30 passeert de Britse infanterie de schuilplaats van het peloton van Lt Rousseau, het peloton wordt opgenomen in het Britse dispositief. De Britten rukken op richting van het Kanaal Ieper-Komen. Lt Rousseau stuurt Sdt Marien naar het CP van de 10Cie te Wulvergem met het verzoek om orders. Intussen bemandt hij met Sgt Libert een observatiepost op de zolder van een nabij gelegen hoeve van waaruit hij de gevechten langs het Kanaal Ieper – Komen kan waarnemen. Wanneer om 13u00 ook Franse troepen Mesen passeren en oprukken richting Kanaal Ieper – Komen worden de Duitsers tijdelijk teruggedrongen waardoor het mitrailleurvuur ophoudt. Om 14u30 komt de estafette terug met het nieuws dat er van de compagnie en de andere pelotons geen spoor meer te vinden is. Om 15u00 wordt het dispositief van de Fransen en de Britten ingedrukt nabij Mesen maar voor een tweede keer kunnen de Fransen en de Britten de vijand terugdringen tot aan het Kanaal Ieper – Komen. Om 16u45 besluit Lt Rousseau Mesen te verlaten. Hij stuurt een groepje cyclisten voorop en vertrekt richting Poperinge via Wulveringem, Kemmel, Klijte en Reningelst. De tocht verloopt niet zonder moeilijkheden, te Kemmel wordt het peloton onder vuur genomen door de Duitse artillerie en te Reningelst en Poperinge worden ze gebombardeerd door de Duitse luchtmacht. De nacht van 27 op 28 mei wordt doorgebracht in een boerderij langs de baan Poperinge – Vlamertinge.
Staf/2Gpg HuTL
De Staf/2Gpg HuTL richt een schriftelijk bevel van de aan de commandanten van 1HuT, 2HuT, 3HuT, 9HuTL en 10HuTL dat de vijandelijkheden gestaakt zullen worden om 04u00 en dat alle eenheden in hun kantonnementen dienen te blijven tot nader order.
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De bataljonsstaf geeft de compagnies opdracht om zich te voet naar Gent te begeven. Als eerste etappeplaats wordt Jabbeke aangeduid. De 2Cie bevindt zich te Nieuwpoort wanneer ze het nieuws van de capitulatie vernemen. Om 13u00 krijgt Lt Debruyn het bevel om zich met zijn compagnie naar Leffinge te begeven. Onderweg wordt de compagnie opgeslokt in een stroom van niet geëncadreerde militairen die zich van Nieuwpoort richting Oostende begeven. Uit de tegenovergestelde richting kruist de compagnie eerst nog een Frans bataljon veldartillerie en even later de voorhoede van de oprukkende Duitsers. Te Leffinge wordt de 2Cie ondergebracht in een school maar amper een uur later wordt de compagnie doorgestuurd naar Jabbeke waar ze de nacht zullen doorbrengen bij burgers. Bij aankomst te Jabbeke heeft reeds de helft van de manschappen de rangen verlaten.
De 4Cie bevindt zich te Westende wanneer de capitulatie wordt afgekondigd. De compagnie bereikt Jabbeke zonder problemen en installeert zich voor de nacht. De volgende dag bereikt de compagnie Gent. Te Gent worden de officieren van de manschappen gescheiden en ondergebracht in de feestpaleizen van Gent. - 7Cie/II/8HuTL
De 7Cie wordt om 10u00 te Rattevalle op de hoogte gebracht van de capitulatie. Tegelijkertijd wordt het order gegeven om naar Ursel te marcheren. De 7Cie verlaat Rattevalle om 13u00 en zet zich te voet op weg naar Assebroek nabij Brugge waar het bataljon verzameld wordt. De mars verloopt via Oudenburg en Brugge.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
De 1Cie verneemt de capitulatie te Pollinckhove. De geweren en het materieel worden vernield en de pistolen van de officieren tezamen met de munitie worden verzameld en aan de Fransen gegeven die de strijd zullen voortzetten. - III/9HuTL
Het bataljon is ingekwartierd te Varsenare en Snellegem wanneer ze het nieuws van de capitulatie om 08u00 ontvangen.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
‘s Morgens wordt het nieuws van de capitulatie vernomen in de CP regiment. - II/10HuTL
De compagnies krijgen opdracht kalm te blijven en Krombeke vooral niet te verlaten. Boven hun hoofden wordt een artillerieduel uitgevochten tussen de Britten en de Duitsers. - III/10HuTL
In de vroege ochtend ontvangt het bataljon nog de orders om naar de kazerne van Houthulst te marcheren (TBC). Om 01u00 wordt dit bevel herroepen en het bataljon stelt zich op om Krombeke te verdedigen. Het dorp is bezet door de Fransen en ook de Britse luchtafweer heeft er stelling genomen. In de loop van de dag wordt de capitulatie vernomen. Het bataljon krijgt opdracht om ter plaatse te blijven tot de aankomst van de vijand. - Detachement Rousseau/III/10HuTL
Lt Rousseau die nog steeds zijn compagnie noch zijn bataljon heeft teruggevonden verlaat Poperinge om 06u30 en begeeft zich via Boezinge, Woesten, Oostvleteren en Hoogstade richting Veurne. Door de keuze van deze marsroute misloopt hij de verzamelplaats van het 10HuTL te Krombeke. In Oostvleteren sluiten zich een aantal geïsoleerde militairen aan bij het peloton waardoor de getalsterkte oploopt tot 138 manschappen. Het is pas te Hoogstade dat de pelotonscommandant rond 13u30 het nieuws van de capitulatie verneemt. Hij wordt door een Franse officier op de hoogte gebracht van de situatie en beslist om niet langer naar Veurne te marcheren maar om zich zo snel mogelijk naar de kust te begeven en daar naar Engeland proberen over te steken met de 138 manschappen die hij onder zijn hoede heeft. Vanuit Hoogstade buigt het peloton af richting Alveringem om via Fortem tegen 22u00 Lampernisse te bereiken waar kantonnementen worden opgezocht voor de nacht.
8/2Gpg HuTL
- I/8HuTL
De verschillende compagnies van het bataljon worden op 29 mei te Assebroek nabij Brugge verzameld. Hier krijgen de soldaten en reserve officieren te horen dat ze gedemobiliseerd worden en met eigen middelen naar huis mogen vertrekken. - 7Cie/II/8HuTL
De 7Cie bereikt Assebroek om 03u00 ‘s morgens. In Assebroek bevindt zich het merendeel van I/8HuT. Vanuit Assebroek wordt de tocht om 10u00 voortgezet en via Oedelem wordt naar Ursel gemarcheerd waar de colonne om 16u00 toekomt.
9/2Gpg HuTL
- Staf/9HuTL
De staf bevindt zich te Lo-Reninge wanneer dit dorp tegen het vallen van de avond wordt ingenomen door de vijand. Lt Van Cutsem en Lt Mouqué van het Technisch Bureel van I/9HuTL maken zich uit de voeten om aan krijgsgevangenschap te ontsnappen. Het regiment krijgt opdracht om de wapens te verzamelen en in te leveren op de CP van een Duitse eenheid die zich te Nieuwkapelle bevindt. Het gros van het regiment dient zich naar Diksmuide te begeven. Het XLII/GVCE is nog steeds onder bevel van het regiment. Wanneer de colonne van 9HuTL en XLII/GVCE op weg van Lo-Reninge naar Diksmuide de dorpen Nieuwkapelle en Oudekapelle passeren valt de colonne onder geallieerd (Brits of Frans – TBC) artillerievuur. Soldaat Robert Heintje komt bij de beschieting om het leven, bij het XLII/GVCE sneuvelen zes militairen en raken er twaalf gewond, nog vier andere Belgische militairen (vermoedelijk geïsoleerde militairen aangehecht aan 9HuTL) komen eveneens om het leven bij dit incident. De gewonden worden overgebracht naar een Duits veldlazart te Roeselare. - I/9HuTL
De manschappen van de 1Cie vertrekken per camion om 20u00 uit Pollinckhove en rijden door de Duitse linies naar Diksmuide.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
In de ochtend verzamelt de regimentscommandant alle aanwezige officieren van 10HuTL op zijn CP om de nodige richtlijnen te verspreiden naar aanleiding van de capitulatie. De compagnies moeten geëncadreerd blijven tot de aankomst van de vijand die in de loop van de avond of tegen de volgende ochtend verwacht wordt. Kapt Vander Schueren en Lt Lahaye worden op verkenning gestuurd om na te gaan of de frontlijn kan worden overgestoken teneinde de rest van het Belgisch leger te vervoegen. Lt Lahaye begeeft zich op weg van Krombeke richting Lo-Reninge, Veurne en Raversijde. Hij kan de IJzer echter niet oversteken, alle bruggen zijn vernield en de Britten staan niet toe de frontlijn te passeren. Hij keert onverrichter zake terug naar Krombeke om Kol Jacobs op de hoogte te brengen van het feit dat het onmogelijk is om zich naar het oosten te verplaatsen. Kapt Vander Schueren brengt na het beëindigen van zijn verkenningsopdracht een gelijkaardige boodschap. Kol Jacobs beslist de vijand te Krombeke op te wachten. - III/10HuTL
Er wordt overgegaan tot de vernietiging van documenten, materieel en voertuigen die door de vijand gebruikt zouden kunnen worden. Een aantal wapens wordt verstopt, de militaire zakboekjes worden teruggegeven aan de manschappen en de laatste soldij wordt uitbetaald. - Detachement Rousseau/10HuTL
Het peloton Rousseau verlaat Lampernisse om 06u15 en begeeft zich via Zoutenaaie, Avekapelle, Kaaskerke, Oud-Stuivekenskerke naar Pervijze. Te Pervijze wordt het peloton door een hoger officier verplicht zijn wapens te vernietigen en de munitie weg te werpen. De tocht gaat verder naar Ramskapelle waar een groot deel van de manschappen het voor bekeken houdt en op eigen houtje verder trekt. Het effectief van het peloton is gereduceerd tot slechts 48 man. Via Ramskapelle en Sint-Joris wordt naar Nieuwpoort gemarcheerd. Hier kunnen ze initieel het kanaal Nieuwpoort – Veurne niet oversteken maar maken gebruik van een aantal half gezonken binnenschepen om de hindernis te passeren. Van Nieuwpoort marcheren ze naar Wulpen, Oostduinkerke dorp en bereiken uiteindelijk Oostduinkerke-Bad om 14u30. Op de zeedijk ontmoet Lt Rousseau Majoor Lemaître, commandant van het 2de Legerdepot (2LD) die zijn staf geïnstalleerd heeft in het hotel Gauquié. Hij doet het verhaal over zijn terugtocht vanuit Mesen waarop Maj Lemaître het peloton opneemt in de getalsterkte van 2LD. De hoop om Engeland te bereiken wordt de grond in geboord, er is geen plaats op de verschillende schepen naar Engeland voor Belgische militairen. De prioriteit wordt gegeven aan Britten en Fransen. Tot overmaat van ramp zijn ook de militaire barakken (gebouwd door II/9HuT tijdens de mobilisatie) in de Oostduinkerkse wijk Duinpark overbezet. Het peloton moet een kantonnement oprichten in de duinen langs het strand, waar zich ook de andere militairen van 2LD bevinden. Om 16u30 wordt Oostduinkerke beschoten door de Duitse artillerie, een groot aantal villa’s wordt met de grond gelijkgemaakt en er vallen doden en gewonden onder de burgerbevolking. De manschappen die kantonneren in de duinen langs het strand worden niet beschoten. De beschieting blijft gedurende de ganse nacht van 29 op 30 mei voortduren.
9/2Gpg HuTL
- I/9HuTL
De 1Cie verlaat Diksmuide per vrachtwagen en rijdt in de vroege ochtend in colonne naar Kortrijk. Te Kortrijk wordt het personeel van de compagnie over drie voertuigen verdeeld die elk afzonderlijk zullen proberen om aan Duitse controle te ontsnappen en huiswaarts te keren. Een eerste camion groepeert alle Franstaligen en vertrekt onder leiding van OLt Stroobants naar Doornik. Het detachement Stroobants wordt onderweg naar Doornik krijgsgevangen genomen. De tweede camion onder bevel van Lt Bogaert begeeft zich op weg naar Gent maar wordt te Deinze gevangen genomen. De derde vrachtwagen onder bevel van Kapitein Vandepoel, vergezeld door Lt Spineux, begeeft zich richting Brussel via Oudenaarde. Zij kunnen de Schelde oversteken te Kerkhove en worden onderweg tot tweemaal toe door de Duitsers tegengehouden en toegevoegd aan een colonne krijgsgevangen. Telkens slagen ze erin voltallig te ontsnappen en hun weg voort te zetten. De vrachtwagen van de derde groep bereikt Brussel tegen 17u00. Te Brussel wordt de vrachtwagen gesaboteerd waarna de manschappen elk afzonderlijk hun woonplaats vervoegen.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
Tijdens de nacht van 29 op 30 mei passeert de frontlinie Krombeke waar het 10HuTL verzameld is. ‘s Morgens komt de Duitse voorhoede vanuit Frankrijk aan te Krombeke. De ochtend van 30 mei begeeft Kolonel Jacobs zich samen met zijn Adjudant-majoor Kapitein Vander Schueren naar de commandopost van de Duitse divisie die zich het dichtst bij Krombeke bevindt. Hij wil met het ganse regiment terugkeren naar de kazerne van het 4de Legerdepot te Sint-Truiden om er het regiment te ontbinden. Hij onderhandelt een vrijgeleide voor gans het regiment en na uren overleg bekomt hij een “Passierschein” en de toelating om 40% van zijn voertuigenpark te behouden. Wanneer de regimentscommandant met zijn Adjudant-majoor terug in Krombeke toekomt blijkt een groot gedeelte van het regiment reeds te zijn doorgestuurd richting Gent via Ieper, Roeselare en Oudenaarde terwijl de rest via Menen en Kortrijk naar Ronse marcheert. Alleen Lt Lahaye bevindt zich nog op het marktplein van Krombeke, de Compagnie Algemene Diensten en het personeel van de staf zijn vertrokken met II/10HuTL richting Ronse. De drie overgebleven officieren van de staf reizen het regiment achterna in een poging de troepen terug bijeen te krijgen. Op de weg van Ieper naar Roeselare kunnen ze elementen van III/10HuTL inhalen die onder begeleiding van een Duits bewakingsdetachement naar het oosten worden weggeleid. Ondanks het Passierschein van Kol Jacobs wijken de geëscorteerde colonnes krijgsgevangen niet af van hun reisweg. - II/10HuTL
Tegen 15u00 nemen drie Duitse onderofficieren te paard contact op met de 6Cie. Er wordt aangemaand de wapens in te leveren en landinwaarts te trekken. De 6Cie zet samen met de rest van II/10HuTL de afmars in rond 17u00. De compagnie telt op dat ogenblik nog 150 manschappen. Vijfendertig onder hen, afkomstig uit West-Vlaanderen, verlaten de colonne en begeven zich naar huis. De rest wordt onder Duitse escorte weggebracht. - III/10HuTL
De eerste Duitse pantservoertuigen komen in de loop van de dag toe in de kantonnementen van III/10HuTL. De manschappen worden ontwapend, de officieren mogen hun dienstwapen behouden weliswaar zonder munitie. De Duitsers sporen de manschappen aan om de rangen te verlaten en naar huis terug te keren. Enkelen gaan hierop in maar het merendeel van de manschappen blijft bij de officieren. De Duitsers geven het bataljon opdracht om onder begeleiding van Duitse schildwachten naar Passendale te marcheren. De compagnie vertrekt te voet via Poperinge, Ieper en Zonnebeke. Te Passendale wordt in een weide de nacht van 30 op 31 mei doorgebracht. - Detachement Rousseau/10HuTL
Een aantal mannen van het Pl Rousseau heeft geen vertrouwen in de schuilplaatsen uitgegraven in de duinen en muist er vanonder. Het peloton is nu gereduceerd tot 17 man, een speurtocht naar de verdwenen manschappen in de nabijgelegen villa’s levert niets op. De manschappen van Lt Christiaens van de Compagnie Hulptroepen van 2LD, die zich ook in de duinen bevonden worden samen met het 2Pl van Lt Rousseau overgeplaatst naar houten barakken aan de andere kant van de duinen nabij hotel L’Ermitage. Er komen enkele artilleriegranaten neer in de onmiddellijk omgeving van het barakkenkamp, het hotel Britanicus (TBC) wordt met de grond gelijk gemaakt. Lt Rousseau krijgt nu het bevel over het 5Pl van de Cie Hulptroepen van 2LD. In dit peloton worden alle militairen verzameld die organiek niet tot het 2LD behoren, de meeste anderen komen van het XXV Bataljon GVCE.
10/2Gpg HuTL
- Staf/10HuTL
De regimentscommandant met zijn Adjudant-majoor en Lt Lahaye blijven zoeken naar de verschillende detachementen van het regiment die onder Duitse escorte naar het oosten worden afgevoerd. Onderweg van Oudenaarde naar Gent ontmoet de regimentscommandant de groeperingsstaf die hem het bevel geeft om alle officieren van 10HuTL naar Gent door te sturen. Uiteindelijk begeven de drie officieren zich op 7 juni naar de Leopoldkazerne te Gent waar ze na een korte interneringsperiode op 10 juni naar huis gestuurd worden. - II/10HuTL
Het IIde Bataljon marcheert op 31 mei onder Duitse escorte via Vlamertinge, Voormezele en Menen richting Kortrijk, Avelgem en Ronse. Te Ronse worden de manschappen van de officieren gescheiden, de officieren worden naar de Leopoldkazerne van Gent gebracht, de manschappen worden op 8 juni te Aalst vrijgelaten. De officieren worden herenigd met de andere officieren van het regiment en worden op 10 juni te Gent vrijgelaten. - III/10HuTL
Van Passendale marcheert het IIIde Bataljon tijdens de nacht van 30 op 31 mei naar Roeselare. Na een korte rustperiode wordt Roeselare opnieuw verlaten om 09u00. Via Izegem, Ingelmunster, SInt-Baafs-Vijve en Sint-Eloois-Vijve wordt naar Wortegem gemarcheerd. De manschappen worden voor de nacht van 31 mei op 1 juni ondergebracht in de kerk van Wortegem. Van Wortegem gaat het naar Oudenaarde waar de officieren worden gescheiden van de manschappen die worden opgesloten in de gevangenis van Oudenaarde. Na enkele dagen worden de dienstplichtigen vrijgelaten. - Detachement Rousseau/10HuTL
Op 31 mei komt Oostduinkerke midden in de vuurlinie van de Frans-Britse perimeter rond Duinkerke te liggen. Het 2LD bevindt zich nu tussen de twee strijdende partijen. Bij een Brits-Duits artillerieduel langs de kuststrook worden de houten barakken van het 2LD getroffen. Hierbij sneuvelen vier soldaten van 2LD in het niemandsland tussen de stellingen van de geallieerden en de Duitsers.
10/2Gpg HuTL
- Detachement Rousseau/10HuTL
De manschappen verlaten op 1 juni hun kantonnement te Oostduinkerke wanneer de Duitsers de Britse perimeter doorbreken. Op 1 juni om 08u00 verschijnt een Duitse kapitein en vraagt om een onderhoud met Maj Lemaître. Vervolgens wordt het 2LD inclusief het peloton van Lt Rousseau krijgsgevangen genomen te Oostduinkerke en onmiddellijk te voet via Nieuwpoort-Stad, waar de Duitsers een noodbrug hebben aangelegd, naar Mariakerke gestuurd waar gekantonneerd wordt. Op 2 juni wordt doorgemarcheerd via Oostende naar Sint-Kruis Brugge waar tijdens de nacht van 2 op 3 juni gekantonneerd wordt. Op 4 juni wordt naar Eeklo gemarcheerd waar ze bij aankomst worden opgesloten in de “Gefangenensammelstelle Eeklo der 225 Infanteriedivision” [24]. In Eeklo wordt het 2LD onder bevel van de 13de Infanteriedivisie (13Div) geplaatst om op 11 juni gedemobiliseerd te worden door de bezetter. Het dienstplichtig personeel wordt naar huis gestuurd, de actieve officieren, onderofficieren en beroepssoldaten worden krijgsgevangen genomen.
8/2Gpg HuTL in Frankrijk
- II/8HuTL
Kapitein Hoornaert en Lt Ernotte van de 8Cie van II/8HuTL (of er ook manschappen van 8/II/8HuTL worden toegevoegd aan het werkbataljon moet nog worden onderzocht) worden aangehecht aan een van de werkbataljons die het Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers diende te leveren in steun van het Franse leger. Op 7 juni vertrekken ze vanuit Pont-Saint-Esprit naar Damery nabij Epernay.
9/2Gpg HuTL in Frankrijk
- Detachement Dubois/III/9HuTL in Frankrijk
Op 13 juni bevindt Lt Dubois zich nog steeds met Lt Colette en zijn detachement in het Camp d’Argelès nabij Perpignan (vermoedelijk zelfs de datum van aankomst in Perpignan – TBC). Hij wordt persoonlijk opgebeld door Luitenant-generaal Wibier, commandant van de Versterkings- en Opleidingstroepen in Frankrijk. De generaal werd op de hoogte gebracht van de inbeslagname van de bezittingen van de geïnterneerden en geeft de luitenant persoonlijk telefonische richtlijnen over wat er met de in beslag genomen fondsen moet gebeuren. Lt Dubois moet de in beslag genomen goederen, waarvan de waarde op twee miljoen Belgische frank wordt geschat, onmiddellijk in een kluis van het filiaal van de “Banque de France” te Perpignan deponeren. Hij wordt vervolgens aangemaand om zich zo snel mogelijk met de fondsen en een gewapende escorte, gekozen uit manschappen van zijn detachement, naar Montpelier begeven. Te Montpelier dient hij de in beslag genomen goederen over te dragen aan de Tresorier van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI). Deze laatste dient de fondsen te deponeren in een kluis van de “Banque de France” in Montpelier. Lt Dubois moet per telegram de dag en uur van aankomst te Montpelier overmaken aan de EM/TRI. Deze telefonische orders worden op 14 juni schriftelijk bevestigd [25].
- Voor sommige militairen die de treinen met geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties begeleidden krijgt het verhaal nog een staartje. De omstandigheden waarin de gevangenen van de zogenaamde ‘spooktreinen’ moesten leven tijdens hun tocht naar Frankrijk was bijzonder hard. De hermetisch afgesloten wagons waren overbevolkt en de hygiëne was beneden alle peil. De gevangenen zaten vaak heel lang zonder eten of drinken opgesloten. Psychisch was de tocht ook een zware dobber. De geïnterneerden wisten niet wat hen te wachten stond en de begeleidende soldaten vonden het soms nodig om hen te beledigen, te mishandelen en af te persen. De luitenants de Marchi en Lavallée van de GVCE zouden achteraf bevestigen dat ze het misplaatste gedrag van sommige manschappen niet hadden opgemerkt. Dit alles leidde tot een onderzoek van een Duits militair gerechtshof tijdens de bezetting. Naar aanleiding van dit onderzoek worden Belgische militairen betrokken bij de transporten van de geïnterneerden gearresteerd, berecht en als politieke gevangenen opgeleid en gevangen gezet in Duitse gevangenissen tot aan de bevrijding. Of ook Lt Dubois en Lt Colette werden gearresteerd is voorlopig niet geweten (verder onderzoek moet dit uitwijzen – TBC).
- Ook Lt Verreydt, compagniecommandant van de 14Cie van het XIVde Bataljon wordt omwille van zijn optreden in 1942 ter verantwoording geroepen worden door de Duitsers wanneer blijkt dat de soldaten Jennes en Hompesch nog steeds vermist zijn en de bezetter wil onderzoeken of de Rijkswacht hen in 1940 gefusilleerd heeft. De materie werd volgens Verreydt nooit opgeklaard (verder onderzoek naar deze zaak zal ook hier uitsluitsel moeten brengen – TBC).
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
9 | BAYET | Roger | Sdt | Mil | 28 | 30.04.1910 | Thuillies | 24.05.1940 | Kuurne | ||
9 | BILLIAU | René, M. | Sdt | Mil | 26 | 20.02.1906 | Heist | 24.05.1940 | Boeschepe (F) | ||
10/III/8 | BRASSINE | Martin | Sdt | Mil | 13.06.1894 | Brussel | 10.05.1940 | Schaffen | Gedood in luchtaanval | ||
8 | CLUDTS | Frans | ![]() | Sdt | Mil | 26 | 12.10.1906 | Kortenberg | 18.05.1940 | Borgloon | Overleden aan zijn verwondingen in veldlazaret van het I/LK |
8 | CROES | Michel, E.J. | Sdt | Mil | 26 | 18.04.1906 | Bierset | 27.05.1940 | Westende | ||
12/III/8 | CROON | Henri, Joseph Veron | Lt | Res | 19.05.1897 | Linkebeek | 27.05.1940 | Middelkerke | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | ||
8 | DARC | Louis | Sdt | Mil | 26 | 22.12.1906 | Laken | 13.05.1940 | Gent | Overleden Hulphospitaal 30 te Sint-Amandsberg | |
12/III/8 | DE LOOSE | Camiel, C. | ![]() | Kpl | Mil | 26 | 04.07.1906 | Haaltert | 27.05.1940 | Middelkerke | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei |
12/III/8 | DE NIES | Emiel | Sdt | Mil | 26 | 14.01.1906 | Mechelen | 27.05.1940 | Lombardsijde | Gedood in bombardement | |
8 | DE WINNE | Petrus, V. | Sdt | Mil | 26 | 05.05.1906 | Meerbeke | 10.05.1940 | Leopoldsburg | Gedood in bombardement kamp van Beverlo (Tuchtcompagnie) | |
9 | DELREZ | Joseph, Modeste Julien | Sgt | Mil | 25 | 03.08.1905 | Cornesse | 27.05.1940 | Greifswald (D) | Krijgsgevangene | |
Onbekend | DEULIN | Robert, A. | Sdt | Mil | 27 | 10.04.1907 | Jumet | 31.05.1940 | Oostduinkerke | ||
Onbekend | DIDION | Jules, J.J. | Sdt | Mil | 19 | 20.07.1896 | Porcheresse | 17.05.1940 | Saint-Hilaire (F) | ||
10/III/10 | EMMERY | Charles, G.L. | ![]() | Sdt | Mil | 24 | 06.06.1904 | Brugge | 26.05.1940 | Mesen | Omgekomen bij artilleriebeschieting van zijn post |
10 | FERONT | Armand, J.V. | Sdt | Mil | 29 | 30.11.1909 | Marneffe | 06.06.1940 | Ronse | ||
13 Cie | FIEVEZ | Fernand, E. | Sgt | Mil | 27 | 27.04.1907 | Dampremy | 24.05.1940 | Bavikhove | ||
8 | GENON | Joseph | Sdt | Mil | 26 | 06.11.1906 | Flémalle-Grande | 26.05.1940 | Oostende | ||
8 | GIES | Gustaaf | Sdt | Mil | 26 | 18.04.1906 | Okegem | 10.05.1940 | Zichem | ||
9 | HEINTJE | Robert, I. | Sdt | Mil | 19 | 29/03/1895 | Saint-Maur | 29.05.1940 | Oudekapelle | ||
10/III/8 | HOORNAERT | Norbert, J. | Sdt | Mil | 20 | 06.07.1900 | Moorslede | 27.05.1940 | Brugge | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | |
10 | HUMBLET | Marcel, J.G. | Sdt | Mil | 28 | 09.04.1908 | Vaux-et-Borset | 28.05.1940 | Slijpe | ||
Onbekend | HUUGHE | Georges | Sdt | Mil | 21 | 25.05.1901 | Sint-Jans-Molenbeek | 06.09.1940 | Hoys (D) | Krijgsgevangene | |
10 | JANSSENS | Karel, J. | ![]() | Sdt | Mil | 28 | 19.03.1908 | Oelegem | 11.05.1940 | Aarschot | Omgekomen bij bombardement van het station van Aarschot op weg naar zijn eenheid |
10/III/10 | LAGET | Jacob, G. | Sdt | Mil | 11.02.1908 | Sint-Amandsberg | 26.05.1940 | Mesen | Omgekomen bij artilleriebeschieting van zijn post | ||
12/III/8 | LEAGRE | Polydor | Sdt | Mil | 24 | 09.02.1904 | Hooglede | 27.05.1940 | Brugge | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | |
10/III/10 | LEFEBVRE | Marcel, C. | Sgt | Mil | 28 | 04.01.1908 | Rollegem | 26.05.1940 | Mesen | Postcommandant. Omgekomen bij artilleriebeschieting van zijn post | |
10 | MEERSSCHAUT | Edgard, R. | ![]() | Sdt | Mil | 28 | 19.05.1908 | Gijzenzele | 24.05.1940 | Nieuwkerke | |
12/III/8 | MERTENS | Albert, A. | Sdt | Mil | 27 | 28.09.1907 | Sint-Amandsberg | 30.05.1940 | Brugge | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | |
9 | MEYLEMANS | Joseph, A.J. | Sdt | Mil | 24 | 12.11.1904 | Liège | 29.05.1940 | Alveringem | ||
8 | MOUTON | Georges | Sdt | Mil | 26 | 30.06.1906 | Kanegem | 27.05.1940 | Oostende | ||
5 | PEL | René, J.M. | Sdt | Mil | 23 | 19.06.1903 | Brussel | 17.06.1940 | Brussel | ||
8 | SERVAIS | Henri, J.A. | Sgt | Mil | 25 | 21.03.1905 | Noville-lez-Fexhe | 10.06.1940 | Brugge | ||
8 | SWAELENS | Henri | Sdt | Mil | 20 | 09.07.1900 | Brussel | 24.05.1940 | Boulogne (F) | ||
9/III/8 | TESTAERT | Pierre | Sdt | Mil | 25 | 17.03.1905 | Ukkel | 27.05.1940 | Middelkerke | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | |
10 | THORREZ | Gustaaf, D. | Sdt | Mil | 29 | 07.12.1909 | Oostnieuwkerke | 24.05.1940 | Frévent (F) | ||
12/III/8 | VAN BELLINGEN | Louis, J. | Sdt | Mil | 25 | 17.02.1905 | Ukkel | 30.05.1940 | Middelkerke | Overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij het bombardement van Lombardsijde op 27 mei | |
13Cie | VAN CAUWENBERGHE | Jules, H. | ![]() | Sdt | Mil | 30 | 05.06.1910 | Wingene | 29.05.1940 | Veurne | |
12/III/8 | VAN CLAPDORP | Alfons, A. | Sdt | Mil | 26 | 21.11.1906 | Belsele | 27.05.1940 | Lombardsijde | Gedood in luchtbombardement | |
Onbekend | VAN DAMME | Richard, F. | ![]() | Sdt | Mil | 27 | 09.12.1907 | Schorisse | 29.05.1940 | Scheldewindeke | |
Onbekend | VAN DE VELDE | Pieter, K. | ![]() | Sdt | Mil | 26 | 12.02.1902 | Hamme | 10.05.1940 | Dendermonde | Brancardier. Onderpastoor te Sinaai. |
5 | VAN GOSSEM | Jan, B. | Sdt | Mil | 26 | 02.02.1906 | Meerhout | 12.05.1940 | Antwerpen | ||
9 | VAN OSSELAER | Werner, Leo | Sdt | Mil | 28 | 21.03.1908 | Sinaai | 27.05.1940 | Pittem | ||
Onbekend | VERLEYSEN | Felix | Sdt | Mil | 19 | 21.11.1898 | Erembodegem | 18.05.1940 | Erembodegem | ||
8 | VERSCHUERE | Maurice | Sdt | BV | 09.04.1898 | Elsene | 27.05.1940 | Lombardsijde | Gedood in bombardement | ||
12/III/8 | VERVOIR | Mathijs, K. | ![]() | Sdt | Mil | 25 | 04.11.1905 | Groot-Gelmen | 27.05.1940 | Lombardsijde | Gedood in bombardement |
10/III/8 | ZENEBERGH | Jules, J. | Sdt | Mil | 19 | 15.04.1897 | Leuven | 10.05.1940 | Aarschot | Overleden in veldlazaret II/LK ten gevolge van verwondingen opgelopen tijdens het bombardement van Schaffen |
- Voor elke defensieve lijn van het verdedigingsplan werd een genieofficier aangeduid die verantwoordelijk was voor de realisatie van de noodzakelijke werken. Zo was bijvoorbeeld Generaal-Majoor Deguent verantwoordelijk voor de werken langs de K.W. Stelling en GenMaj Van Daele verantwoordelijk voor de Dekkingsstelling langs het Albertkanaal. Deze defensieve lijnen waren op hun beurt ingedeeld in sectoren. Voor elke sector was een Technisch Bureel verantwoordelijk voor de coördinatie van de werken. De werken zelf werden enerzijds uitgevoerd door militairen en anderzijds door aannemers. Het opstellen van lastenboeken, verzamelen van offertes en contracteren van aannemers gebeurde per provincie door de verschillende “Directies van de Genie en de Versterkingen“. De werken in de sectoren bezet door een legerkorps werden op hun beurt uitgevoerd door de genie-eenheden van dit legerkorps versterkt met eenheden van de 1ste Groepering Hulptroepen (1HuT). De werken in sectoren die niet bezet worden door een legerkorps werden uitgevoerd door eenheden van het Legergenieregiment versterkt met eenheden van de 2de Groepering Hulptroepen van het Leger (2HuTL).
- In januari en april 1940 werden ook werkloze burgers, die niet behoorden tot één van de reeds gemobiliseerde klassen, opgeroepen voor de dienst. Zo komt het dat zich bij de hulptroepen militairen van 38 tot zelfs 46 jaar oud bevonden die behoorden tot militieklassen die nooit werden opgeroepen. Ze hadden de pech op het ogenblik van de mobilisatie werkloos te zijn. Initieel dienden zij alleen om de van legerdienst vrijgestelde miliciens te vervangen maar werden uiteindelijk toch meegesleurd in de gebeurtenissen van mei 1940. Voor Sdt Mil Brassine (46 jaar), Sdt Mil Heintje (45 jaar), Sdt Mil Didion (43 jaar) en de Soldaat Mil Zenebergh (42 jaar) van 2HuTL liep de veldtocht zelfs fataal af.
- In sommige bronnen worden de regimenten 1 tot 4 soms aangeduid met de afkorting TA/CA (Troupes Auxiliares des Corps d’Armées – Hulptroepen van de Legerkorpsen) achter het volgnummer van het regiment. De regimenten 8, 9 en 10 krijgen dan de afkorting TAA (Troupes Auxiliare de l’Armée – Legerhulptroepen of Hulptroepen van het Leger) achter hun volgnummer.
- De Demer/Gete-stelling was een vooraf geplande defensieve stelling dwars op het Albertkanaal. Deze stelling moet de eenheden die opgesteld staan achter dit kanaal ten oosten van Kwaadmechelen toelaten het gevecht af te breken en terug te plooien achter de K.W. Stelling eens de Dekkingsstelling wordt opgeheven. Het was immers niet de bedoeling het beslissend gevecht te voeren op de Dekkingsstelling maar wel op de K.W. Stelling, samen met de Britten en de Fransen. De verdediging van de Demer/Gete-stelling was toegewezen aan het Cavaleriekorps dat reeds voor het uitbreken van de vijandelijkheden de 2de Cavaleriedivisie preventief ontplooid heeft achter deze stelling.
- De Zwarte Beek, die ontspringt in Hechtel-Eksel, loopt haar bovenloop lang door het militair domein van Beverlo. Via Beringen en Lummen stroomt de Zwarte Beek tot in Diest, waar ze, in de buurt van Webbekomsbroek, uitmondt in de Demer.
- De verschillende trajecten van de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven zijn terug te vinden op een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van de Belgische troepen op 10 mei 1940 die zich in het Rijksarchief bevindt. Deze kaart is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2 [Laatst geraadpleegd 8 februari 2022].
- Achtergrond informatie over de anti-tankhindernissen in Bierbeek te vinden in het artikel “De IJzeren muur van Bierbeek” [On Line beschikbaar]: https://www.bierbeek1418.be/bierbeek-40-45/de-ijzeren-muur-in-bierbeek/ [Laatst geraadpleegd op 12 juni 2021].
- Achtergrond informatie over de anti-tankstelling ter hoogte van Waver [On Line beschikbaar]: http://www.niehorster.org/021_belgium/forts/_forts-part_02.htm [Laatst geraadpleegd 9 februari 2022].
- De Wilde Maurice, 1985, uitgeverij Peckmans, Kapellen. “België in de Tweede Wereldoorlog, Deel V: De collaboratie p.37, paragraaf “Tiere Aller Art” [On line beschikbaar]: http://www.dbnl.org/tekst/wild022belg02_01/wild022belg02_01_0003.php [Laatst geraadpleegd op 9 februari 2022]. Er heerste een grimmige sfeer in het bataljon, de manschappen en het kader leefden op gespannen voet. Een aantal miliciens uit Eupen-Malmédy-St Vith die hun dienstplicht vervulden bij het XIVde Bataljon keerden na een verlofperiode in de Oostkantons niet terug naar het bataljon maar deserteerden naar Duitsland. Enkelen onder hen werden ingelijfd in het Bau-Lehr Bataillon zur besonderen Verwendung 800 (oftewel Bau-Lehr Bataillon zbV 800). Achtergrondinformatie ivm de deserties zijn te vinden in het boek “Spionnen aan de achterdeur: de Duitse Abwehr in België 1936 – 1945”, Etienne Verhoeyen, GofS Research Reports Series, Maklu, Antwerpen, p.267, p.284 en p.285. [Gedeeltelijk on line beschikbaar]:https://books.google.be/books?isbn=9046604276, [Laatst geraadpleegd 9 februari 2022]
- Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Volgens bepaalde bronnen maakte de Sector Halle – Ninove deel uit van de Dwarsstelling (oftewel bretel) Bierges – Ninove die te Bierges aansloot op de K.W. Stelling. Een dwarsstelling wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken. Het GHK hield blijkbaar een slag achter de hand om, in het geval dat de Britten en de Fransen zich niet zouden ontplooien in België, een achterwaarts manoeuvre uit te voeren via de K.W. Stelling naar de Schelde en deze defensieve lijn (met de bruggenhoofden Gent en Antwerpen) te verlengen tot de Frans-Belgische grens.
- Getypte nota van 28 mei 1940 opgesteld in het Frans door Lt Henriet, compagniecommandant van de 10Cie van III/8HuTL, waarmee hij de moedige houding van Lt Res Waeneton citeert tijdens het bombardement van het vliegveld van Schaffen op 10 mei 1940. Dit origineel document bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypte nota Nr 3568 van 10 mei 1940 opgesteld door Cdt De Langhe, bataljonscommandant van III/8HuTL, waarmee hij aan de divisiecommandant van de 6Div verslag uitbrengt over de geleden verliezen tijdens het bombardement van het vliegveld van Schaffen. Dit origineel document bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypte Nota Nr 2155 opgesteld op 11 mei 1940 door LtKol Engels, regimentscommandant van 9HuTL, gericht aan de commandant van de 2Gpg/HuTL waarmee hij de nieuwe kantonnementen van zijn ondereenheden doorgeeft. Het origineel document van 11 mei bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Achtergrondinformatie betreffende de “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties”, naar Frankrijk geëscorteerd door het het detachement van III/9HuTL, kan gevonden worden in document van het SOMA “Gewillig België” p. 167. [On Line beschikbaar]: http://www.senate.be/event/20070213-jews/doc/eindverslag.pdf [Laatst geraadpleegd op 9 februari 2022].
- De naam van Jozef Mijnendonckx duit opnieuw op in het staatsblad naar aanleiding van een veroordeling door de Krijgsraad voor landverraad. [On Line beschikbaar]: https://books.google.be/books?id=hlgzyycq5J4C&pg=PA9965&lpg=PA9965&dq=Mijnendonckx+1940&source=bl&ots=Jy9O5hVgmR&sig=ACfU3U2JSof_CzptonLK9YaN1uY5hoIxuA&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwjI7MPMmvX1AhXMyIUKHeQ2CZ0Q6AF6BAghEAM#v=onepage&q=Mijnendonckx%201940&f=false [Laatst geraadpleegd 9 februari 2022]. Verder onderzoek moet uitmaken of het om dezelfde persoon gaat.
- Het Bruggenhoofd Gent (TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkergordel ten zuiden van Gent. De bunkergordel bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Omdat tijdens de mobilisatie geen enkel bataljon hulptroepen werd tewerkgesteld in Gent om veldversterkingen (verbindingsloopgraven, prikkeldraadversperringen, ruimen van schootsvelden) aan te leggen dacht de Gn Commandant van Gent allicht I/10HuTL en II/10HuTL hiervoor te gebruiken, echter unilateraal zonder de hogere echelons van beide bataljon hierin te kennen, laat staan hun toelating te vragen (TBC).
- Achtergrondinformatie bij het “camp de Jaureau” nabij Orléans [On Line beschikbaar]: https://consultation.archives-loiret.fr/r/70/les-camps-d-internement/ [Laatst geraadpleegd 24 januari 2022]. In de buurt van Orléans waren er drie soortgelijke kampen, verder onderzoek moet uitmaken in welk van de drie kampen de geïnterneerden werden ondergebracht.
- Getypte nota met als titel: “Ordre pour la défense de front Dixmude – Ypres, face a l’ouest” en Nr 145/19 uitgegeven door het 1ste Bureau van het III/LK op 24 mei 1940. Hierin worden de opdrachten voor de 2de Groepering HuTL in de voorwaartse zone van het III/LK vastgelegd. De nota bevindt zich in het dossier van de staf III/LK bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Plaatsbepaling voor Wipperhoek [On Line beschikbaar]: https://www.dekroniekenvandewesthoek.be/de-hoeken-van-poperinge/ [Laatst geraadpleegd 10 juni 2022].
- Uitgebreid handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Léon Rousseau, pelotonscommandant bij de 10Cie van III/10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypte nota Nr 1351 van 28 mei 1940 opgesteld door Lt Jenart, compagniecommandant van 12/III/8HuTL, waarmee hij aan de bataljonscommandant van III/8HuTL verslag uitbrengt over de geleden verliezen tijdens het bombardement van het Sint-Jozefinstituut te Lombardsijde. Het verslag bevat een lijst met de gesneuvelden van de 12Cie maar ook een gedetailleerde lijst met naam, voornaam en stamnummer van de gewonden. Het vergelijken van die lijst met de database van het Belgian War Dead Register laat toe te identificeren wie van de gewonden van de 12Cie later aan zijn verwondingen is overleden. De nota maakt gewag van 12 gesneuvelde militairen (waarvan er zeven niet konden worden geïdentificeerd) die door de manschappen van de 12Cie begraven werden op 27 mei. Bij de opgelijste gesneuvelden vermeldt Lt Jenart de Soldaat Baillet Gaston (stamnr 13566273) die nergens anders terug te vinden is, anderzijds wordt geen gewag gemaakt van Sdt Verschuere Maurice die tijdens hetzelfde bombardement omkwam. Het origineel document van Lt Jenart bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Achtergrond bij overlijden van Korporaal De Loose is te vinden in het artikel “Gesneuvelde soldaten WOI en WOII van Haaltert“, door René De Troyer, uitgegeven door Heemkundige kring Haaltert, 2005 [On Line beschikbaar]: https://heemkringhaaltert.be/ [Laatst geraadpleegd 9 februari 2022].
- Getypte nota van 28 mei 1940 opgesteld door Cdt De Langhe, bataljonscommandant van III/8HuTL, waarmee hij de moedige houding van Lt Res Waeneton citeert tijdens het bombardement van het Sint-Jozefinstituut van Lombardsijde op 27 mei 1940. Dit origineel document bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Op 7 juni 1940 wordt door Maj Lemaître, commandant van het 2LD een getypte nominatieve lijst gemaakt met de namen, voornamen en stamnummers van alle geïsoleerde militairen die in de slagorde van 2LD werden opgenomen. Op deze lijst staan de namen van de twintig overblijvende manschappen van het Pl van Lt Rousseau. Deze lijst bevindt zich in het dossier van het 2LD bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Nota Nr 2107/409 van 14 juni, van de EM/TRI, getekend door LtGen Wibier met de richtlijnen voor het overbrengen van de in beslag genomen fondsen naar Montpelier. Er zijn voorlopig geen andere schriftelijke sporen gevonden van wat verder met de goederen gebeurde. De nota bevindt zich in het Dossier EM/TRI, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven verslag in het Nederlands opgesteld door Lt Ernest Debruyn, commandant van de 2Cie van het Iste Bataljon van het 8ste Regiment HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag in het Nederlands betreffende gebeurtenissen die plaatsvonden op 28 mei bij de 2Cie van I/8HuTL , opgesteld door Lt Res Van Loock, pelotonscommandant bij de 2Cie van I/8HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Goblet, compagniecommandant van de 4Cie van I/8HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Jacquemyns, compagniecommandant van de 7Cie van II/8HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans door Kapt Res Hoornaert, compagniecommandant van de 8Cie van II/8HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven summier verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Gaston Limbourg, pelotonscommandant bij de 7Cie. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag in het Frans, opgesteld op 1 maart 1945 door Cdt Pierre Dardenne, compagniecommandant van de 12Cie van het III/10HuTL. De gegevens in het verslag van Cdt Dardenne komen hoofdzakelijk overeen met de gegevens in het verslag van Lt Rousseau [13] dat echter meer onderbouwd en gedetailleerd is. Er kan uit worden afgeleid dat de 10Cie en de 12Cie onder leiding van de Staf/III/10HuTL een gelijkaardig parcours hebben afgelegd. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypte originele versies van de Dagelijkse Orders (DO) van het 9HuTL van 13/05, 14/05 en 15/05, opgesteld in het Frans en getekend door LtKol Engels. De DO’s bevinden zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Mouqué van het Technisch Bureel van 9HuTL betreffende de gebeurtenissen bij de Staf/9HuTL te Lo-Reninge. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans op 4 januari 1946 door Kapt Vandepoel, commandant van de 1Cie van I/9HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Summier getypt verslag opgesteld in het Frans op 7 maart 1946 door Lt Simon, officier adjunct van de 2Cie van het I/9HuTL. In het verslag van Lt Simon verschilt de timing van de verplaatsingen van I/9HuTL met één dag van die vermeld door Kapt Vandepoel. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Naniot, pelotonscommandant van het 2de Peloton van de 3Cie van I/9HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Gedetailleerd handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands op 9 maart 1945 door Lt Catrysse, pelotonscommandant van het 3de Peloton van de 6Cie van II/9HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Nederlands op 17 december 1945 door Kapt Res Van Loenhout, Adjudant Majoor 9HuTL; vanaf 13 mei compagniecommandant van de 9Cie van III/9HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Gedetailleerd handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Marchand, pelotonscommandant bij de 10Cie van III/9HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans door Kapitein Vander Schueren, Adjudant-majoor van het 10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Milquet, compagniecommandant van de 6Cie van III/10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Zeer summier getypt verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Res Peters, pelotonscommandant bij de 8Cie van II/10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Lahaye, tot 16 mei transportofficier regiment, vanaf 16 mei als liaisonofficier toegevoegd aan de Staf/10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Gedetailleerd getypt verslag met betrekking tot de gebeurtenissen op de Staf/10HuTL na de capitulatie op 28 mei. Het verslag is opgesteld in het Frans door Kapt Res Vander Schueren, Adjudant-majoor van 10HuTL die de regimentscommandant Kol Jacobs heeft bijgestaan tijdens de veldtocht. Kapt Vander Schueren spreekt over veelvuldige contacten met de staf van de 3de Groepering HuT hetgeen kan wijzen op de nieuwe naam van het hoger echelon van 10HuTL nadat alle hulptroepen onder één commando werden geplaatst (dus na de samensmelting van 1Gpg HuT en 2Gpg HuTL). Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Handgeschreven verslag in het Nederlands, opgesteld door Lt Res Frans Peeters, pelotonscommandant bij de 13Cie van IV/10HuTL. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Dossier Vde Legerkorps, Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie.
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne, p149.
- Slagorde officieren van de Hulptroepen. Deze slagorde beschrijft ook waar de regimenten, bataljons en compagnies werden tewerkgesteld tijdens de mobilisatie. De slagorde bevindt zich bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.
- Luitenant Eduard Ernotte, compagniecommandant van de 9Cie van III/8HuTL, stierf op 8 februari 1945 als weerstander in het concentratiekamp van Gross-Rosen. Overleden verklaard ahv een artikel in het Belgisch staatsblad nummers 122 tot 182. [On Line beschikbaar]: https://books.google.be/books?id=ecNrTqV_LTAC&pg=PA4691&lpg=PA4691&dq=Eduard+Ernotte+gross+rosen&source=bl&ots=ScUAqI9xbi&sig=ACfU3U3L5lqqMwkZu7xaN9GI9uwJWk9zKQ&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwi1yL-e2dPyAhWI2KQKHauJByIQ6AF6BAgSEAM#v=onepage&q=Eduard%20Ernotte%20gross%20rosen&f=false [Laatst geraadpleegd 9 februari 2022].
- Dossier 185-14-2295 Generale Staf, nota’s en briefwisseling betreffende het opvangen en verzamelen van geïsoleerde militairen, mei 1940., Moskou-archief, Documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum, War Heritage Institute.