4de Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 4de Regiment Artillerie | 4ème Régiment d’Artillerie | 4A
Type Regiment veldartillerie van de eerste reserve
Ontdubbeld van 2de Regiment Artillerie
Taalstelsel Nederlandsstalig
Onderdeel van 9de Infanteriedivisie
Bevelhebber Luitenant-kolonel Libert Thomas
Adjudant-majoor Kapitein E. Willems
Standplaats Dekkingsstelling – Albertkanaal
Sector Herentals-Eindhoudt
Commandopost te Heist-op-den-Berg
Samenstelling I Groep
(Kapitein-commandant Charles Boxus)
1ste Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt C. Jossart)
2de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt E. Burette)
3de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt G. Piecq)
  II Groep
(Majoor jonkheer Ferdinand de Creeft)
4de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Kapt L. De Fontaine)
5de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt J. Blomme)
6de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt H. Nowé)
  III Groep
(Majoor Jean Buysse)
7de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt W. Stevens)
8ste Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Edmond Van Dormael)
9de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Jules Bouckaert)
  IV Groep
(Majoor Baudouin Collinet)
10de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt A. Senal)
11de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt M. Pfister)
12de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt C. Marsily)
  Stafbatterij
(Luitenant J. Gilis)
 

Tijdens de mobilisatie

Staf/4A
Het 4de Regiment Artillerie (4A) werd op 1 september 1939, bij de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, geactiveerd als ontdubbelingsregiment van het 2de Regiment Artillerie (2A). De mobilisatie van de Staf, Iste en IVde Groep vond plaats te Edegem. De IIde en de IIIde Groep verzamelden te Hove, De Vde Groep te Lint. Het 4A wordt als divisieartillerie aangehecht aan de 9de Infanteriedivisie (9Div).

In maart 1940 verbleef het gros van de 9Div gedurende vier weken in het Kamp van Beverlo. De helft van het 4A ondernam een schietperiode in het Kamp van Helchteren. Deze periode werd afgesloten met een grote oefening op burgerterrein in Noord-Limburg waarbij een tegenaanval op een vijandelijke invasie gesimuleerd werd. Na de oefening wordt de divisie op 29 maart 1940 doorgestuurd naar de sector Herentals-Eindhout aan het Albertkanaal om er de 2de Infanteriedivisie (2Div) af te lossen. Het 4A zou echter enige weken achterblijven in het Kamp van Beverlo door een uitbraak van Droes onder de paarden; een erg besmettelijke bacteriële ziekte die de luchtwegen aantast. Hierdoor kon 4A de stellingen van 2A niet overnemen en werd het 2A noodgedwongen voor enkele weken afgedeeld bij de 9Div als divisieartillerie.

V/4A wordt II/21A
De manschappen van deze groep worden op 1 september 1939 opgeroepen voor V/4A te Lint. De groep bracht de periode van 1 september 1939 tot 16 januari 1940 door bij de rest van het regiment. De V/4A gaat op 16 januari over naar het 21ste Regiment Artillerie (21A). Dit regiment werd eind januari 1940 opgericht door de overheveling van Vde groepen van het 2A en het 4A. Met deze reorganisatie wil de legerleiding de infanteriedivisies van tweede reserve van een eigen artillerieregiment voorzien. Het 21A wordt aangehecht bij de 13de Infanteriedivisie (13Div) als organiek artillerieregiment.

Luitenant-kolonel Libert Thomas (naoorlogse foto).

Staf/4A
Op 10 mei bevindt het 4A zich bij zijn organieke divisie. De staf is bij het hoofdkwartier van de 9de Infanteriedivisie te Heist-op-den-Berg gevoegd. De overige groepen kantonneren in het directe achtergebied van de divisie:

  • de Staf van de Iste Groep en de 1ste en 2de Batterij staan opgesteld op een vooruitgeschoven stelling te Morkhoven
  • de 3de Batterij bezet de hoofdstelling van de 1ste Groep te Wiekevorst
  • de IIde Groep bevindt zich te Voortkapel
  • de IIIde Groep te Herenthout en Tongerlo
  • de IVde Groep te Zoerle-Parwijs

Luitenant-kolonel Thomas verlaat Heist-op-den-Berg en vervoegt de oorlogscommandopost van de divisie in het gasthuis aan de Sint-Jozefstraat te Wiekevorst. Om 06u00 meldt hij dat zijn vier groepen klaar tot vuren zijn. Om 10u30 vertrekt hij samen met de divisiestaf naar een alternatieve locatie in twee hoeves ten noordoosten van de dorpskern.

Om 20u30 ontvangt de staf het bevel om de munitievrachtwagens van het 1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (1PAMA) van de 9Div leeg te laten maken op de stellingen zodat deze een nieuwe lading artilleriegranaten kunnen ophalen te Haacht.

III/4A
Aan III/4A wordt het bevel gegeven om vier luchtafweermitrailleurs op te stellen op het militaire vliegveld van Herenthout. Dit vliegveld is op dat ogenblik niet in gebruik maar vormt een uitstekend landingsterrein voor vijandelijke luchtlandingstroepen. Eén van de batterijen van de groep dient tevens zijn waakrichting te verleggen om bij een mogelijke landing onmiddellijk het terrein te kunnen beschieten.

Staf/4A
Vanaf het eerste daglicht melden verschillende groepen dat hun posities op lage hoogte overvlogen worden door vijandelijke toestellen. De luchtafweermitrailleurs van de IIIde Groep hebben enkele toestellen zonder resultaat onder vuur genomen en zijn daarop zelf het voorwerp geworden van een luchtaanval. De militairen van het luchtafweerpeloton zijn bijzonder onder de indruk van het incident. Luitenant-kolonel Thomas besluit zelf ter plekke te gaan om de gemoederen te bedaren.

Om 19u20 wordt de divisiestaf op de hoogte gebracht dat de zware artillerie van I/2LA en de IV/4LA tijdens de nacht van 11 op 12 mei van het Albertkanaal zullen weggehaald worden. De 9de Infanteriedivisie zal dan alleen nog over het 4A en de Iste, IIIde en VIde Groep van 16A beschikken.

Na het vallen van de duisternis blijft de angst voor vijandelijke luchtlandingen er goed in zitten. Zowel de 7Bij als de 1Bij melden dat er parachutisten in de buurt van hun stellingen geland zijn. Van die berichten blijkt niets aan te zijn.

IV/4A
Op bevel van het IIde Legerkorps (II/LK) duidt de 9Div een fractie van het 16Li en het 17Li aan om een dwarsstelling op het Albertkanaal te bezetten langsheen de Nete. De IVde Groep krijgt om 19u00 het bevel om zijn 12Bij te verplaatsen om tussenbeide te kunnen komen in de zone tussen de bruggen over de Nete van Stepkens en Stelen.

Staf/4A
Tijdens de nacht van 11 op 12 mei trekt Luitenant-kolonel Thomas de vooruitgeschoven batterijen van I/4A en I/16A naar hun hoofdstellingen terug. Omstreeks 05u00 laat hij een batterij weghalen bij I/4A en verplaatsen naar een nieuwe positie op de dwarsstelling van de Nete met waakrichting naar de zone tussen Herselt en Varendonk. De opdracht wordt toevertrouwd aan de 1Bij.

De rechterflank van de divisie blijft gevrijwaard. De vijand duikt niet op langsheen de Nete, maar ten oosten van de sector is de 6de Infanteriedivisie gestart met het voortijdig terugtrekken van zijn troepenmacht naar de K.W. Stelling. Te Westerlo heerst de grootste chaos onder de voorbij marcherende troepen van het 1ste Regiment Karabiniers.

I/4A
Tijdens de nacht van 11 op 12 mei verlaten de staf, 1Bij en 2Bij Morkhoven om zich te installeren op de hoofdstelling van de groep te Wiekevorst. Omsteeks 11u00 vraagt de divisiestaf om één batterij 180 graden te draaien en naar het zuiden te richten om tussenbeide te kunnen komen bij een eventuele luchtlanding in het achtergebied. De 1Bij wordt met deze taak belast.

Staf/4A
Op het middaguur geeft het IIde Legerkorps de opdracht om met de voorbereidingen tot de evacuatie van het Albertkanaal te starten. De divisiestaf wordt op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen langsheen de Demer/Gete-Stelling en de Dwarsstelling langsheen de Winterbeek. De troepen krijgen de opdracht om in twee nachtelijke etappes naar het Bruggenhoofd Mechelen van de K.W. Stelling terug te trekken. Dit bruggenhoofd vormt een verbinding vanaf de Nete te Walem in het noorden tot de Dijle tussen Muizen en Hever in het zuiden om de belangrijke overgangen over deze beide waterlopen af te dekken. De stelling omvat 21 mitrailleurbunkers, aangevuld met een installatieplan voor de troepen in de tussenliggende zones. De divisie dient zijn hoofdkwartier in het Fort van Walem te plaatsen, waar ook de staf van het IIde Legerkorps intrek zal nemen. Er worden twee marsroutes aangewezen: een eerste route loopt van Herenthout naar Itegem, Aarschot en Onze-Lieve-Vrouw-Waver; een tweede route leidt van Westerlo naar Tongerlo, Heist-op-den-Berg, Putte en Peulis. De regimentscommandant verspreid om 18u00 de nodige marsorders voor de aftocht. Luitenant-kolonel Thomas verlaat Wiekevorst om 20u15 en komt aan op het Fort van Walem om 22u30.

I/4A
De 1ste Groep krijgt Sint-Katelijne-Waver als eerste bestemming. Kapitein-commandant Boxus en enkele stafofficieren worden vooruit gestuurd naar het Fort van Sint-Katelijne-Waver om een mogelijke inzet van de groep ten voordele van de 9de Infanteriedivisie te bespreken. Hier verneemt hij dat zijn groep allicht zal ingezet worden te Bonheiden en samengevoegd zal worden met de III/9A tot een nieuwe tactische groepering onder leiding van Majoor Lambert van het 9de Regiment Artillerie (9A). Tegen de vooravond zijn de nodige stellingen verkend door het detachement van de staf. Het vuurplan voor de 9de Infanteriedivisie is inmiddels gewijzigd en I/4A zal nu bij aankomst samengevoegd worden met II/4A.

Inmiddels is de groep te Wiekevorst gestart met het verlaten van zijn schootsstellingen. Door het drassige terrein verloopt dit bijzonder moeizaam. Kaptein-commandant Boxus komt om 21u00 opnieuw toe bij zijn groep om het vertrek naar de K.W. Stelling in goede banen te leiden. De colonnes vertrekken rond 21u00 onder leiding van Luitenant Jossart, batterijcommandant met de hoogste anciënniteit. De groepscommandant zelf keert dan terug naar Bonheiden.

II/4A
Tijdens de namiddag stuurt de staf van de groep zijn levensmiddelenvrachtwagen op zending naar Mechelen. De aanhangwagen met de veldkeuken van de staf moet dan ook ter plekke blijven wanneer II/4A tijdens de avond van 13 mei aan zijn aftocht start. De groep laat twee wielrijders achter om de veldkeuken te bewaken tot de vrachtwagen kan terugkeren. Deze militairen zullen de ganse nacht vruchteloos ter plekke wachten en besluiten om 08u30 op 14 mei de groep achterna te rijden.

Opstelling 11Div aan de K.W. Stelling op 13 mei 1940.

Staf/4A
Luitenant-kolonel Thomas verneemt omstreeks 15u00  dat hij na de ontplooiing op het Bruggenhoofd Mechelen ontdaan zal worden van zijn middelen. De vier groepen van zijn regiment zullen in steun geplaatst worden van de divisies opgesteld langs de K.W. Stelling [2]. Om 17u00 worden de Iste en de IIde Groep aangehecht bij de 11de Infanteriedivisie, gevolgd om 19u00 door de IVde Groep. De IIIde Groep wordt in steun geplaatst van de 6de Infanteriedivisie.

I/4A
De I/4A komt tijdens de vroege ochtend aan na bij Sint-Katerlijne-Waver en wordt ondergebracht in een stuk bosland op zo’n halve kilometer afstand van de dorpsrand. Paarden en personeel kunnen tot 13u00 uitrusten. Vervolgens wordt de groep naar Bonheiden doorgestuurd voor een mogelijke ontplooiing. Tegen 20u00 staan de stukken in stelling en beschikt Kapitein-commandant Boxus over het definitieve vuurplan van de 11de Infanteriedivisie. Omstreeks 22u00 arriveert Kapitein Van Cools die het bevel over de 3Bij overneemt. Georges Van Cools is een artillerieofficier van het actieve kader van 4A die bij het uitbreken van de oorlog gedetacheerd was bij het Ministerie van Koloniën en bij gebrek aan een precieze opdracht op eigen houtje terugkeerde naar zijn regiment. Hiermee wordt reserveofficier Luitenant Piecq aan het hoofd geplaatst van één van de secties van de 3de Batterij.

IV/4A
De IV/4A gaat aan het eind van de dag te Sint-Katelijne-Waver in stelling en zal samen met de II/9A vuursteun leveren aan het 29Li.

Staf/4A
Rond het middaguur krijgt de regimentsstaf de opdracht om de nodige schootsstellingen binnen het Bruggenhoofd Mechelen te verkennen om een mogelijke inzet van het 4A op dit echelon te plannen. De stafofficieren vertrekken om vier posities uit te kiezen die een klassieke verdeling mogelijk maken van één groep in directe vuursteun van elk infanterieregiment, aangevuld door een algemeen steunelement op niveau divisie.

I/4A
Het geschut komt enkele keren in actie om storingsvuur neer te leggen op enkele vooraf bepaalde doelen ten oosten van de posities van de 11de Infanteriedivisie.

Staf/4A
De korpscommandant verneemt om 15u00 dat de 9Div het Bruggenhoofd Mechelen zal verlaten. Een half uur later zijn de vier groepen ontlast van hun opdrachten bij de 6de en de 11de Infanteriedivisie. De telefoonverbindingen worden aangepast om directe connecties te realiseren tussen de staven van de Iste, IIde en IVde groep en het Fort van Walem. De IIIde groep stuurt een verbindingsofficier naar het hoofdkwartier.

Het mondelinge bevel voor de aftocht komt aan rond 18u00. Het bevel wordt snel vertaald in gedetailleerde marsorders voor de groepen die zo’n drie kwartier later doorgebeld worden. Luitenant-kolonel Thomas verneemt vervolgens van de divisiecommandant dat hij op het Fort van Walem dient te blijven tot dat de groepen van zijn regiment Mechelen gepasseerd zijn. Thomas stuurt om 20u30 een van zijn officieren naar de stad om de passage van zijn troepen te verifiëren. Om 22u00 wordt het duidelijk dat de colonnes I/4A en II/4A ten oosten van Mechelen vast zitten in een enorme verkeersknoop van allerlei eenheden die naar het westen weg trekken. Dit bericht wordt omstreeks 23u30 bevestigd door een motorwielrijder van de II/4A die het bericht overbrengt dat de beide groepen ter hoogte van de Brusselsepoort in de file staan. De regimentscommandant besluit ter plekke te gaan kijken. Een goed kwartier later komt hij de IV/4A tegen die op weg is naar Battel. Nabij de Brusselsepoort meldt een stafofficier van de 11de Infanteriedivisie dat de I/4A en II/4A korte tijd voordien over de Leuvense vaart gepasseerd zijn. Kort na middernacht ten slotte komt de kolonel nog zijn III/4A tegen op de Battelsesteenweg en besluit dat zijn regiment ondanks de grote drukte naar behoren is weggekomen.

I/4A
De groep voert meerdere vuuropdrachten uit en tekent een munitieverbruik op van 500 artilleriegranaten. Kort na 18u00 ontvangt Kapitein-commandant Boxus het bevel tot de aftocht. Hij krijgt tot 22u00 de tijd om zijn marscolonne samen te stellen en zich te melden bij het kruispunt van de Mechelsesteenweg en Putsesteenweg te Pasbrug. De groep verlaat zijn schootsstellingen zonder veel problemen en meldt zich tijdig op het vertrekpunt. Vanaf dan zal de colonne een steeds langere vertraging oplopen. Het duurt een goed uur eer de groep de toestemming krijgt om het militaire verkeer op de Putsesteenweg te vervoegen en de mars naar Mechelen aan te vatten. Vervolgens verloopt de doortocht door de stad bijzonder moeilijk. Eens de Leuvense vaart kan overgestoken worden, gaat het iets vlotter. De colonne zal echter nog heel regelmatig tot stilstand komen om overig verkeer voorbij te laten. Boxus meldt dat de nacht bijzonder koud en mistig is.

Staf/4A
Luitenant-kolonel Thomas verlaat Mechelen rond 01u00 en zet koers naar Dendermonde. Onderweg steekt hij de III/4A en IV/4A voorbij die erg gehinderd worden door overige colonnes. Thomas heeft een sterk vermoeden dat bijlange niet alle eenheden op de juiste marsroute zitten. Hij maakt zich ook woest over het gebrek aan gezond verstand wanneer hij merkt hoe een lange sliert vrachtwagens en autobussen van de Legerautogroepering netjes volgens hun orders halt houdt op een aangeduid punt waar op dat ogenblik ook net een colonne paardenwagens van het transportkorps voorbij trekt. De steenweg naar Dendermonde komt hierdoor gedurende lange tijd volledig vast te zitten op de beide rijstroken.

De kolonel bereikt uiteindelijk het stadhuis van Dendermonde omstreeks 06u30. De ongeveer 30Km van uit Mechelen hebben hem maar liefst vijf uur reistijd gekost. Hij blijft enige tijd in de stad en ziet om 09u00 de IV/4A voorbij het stadhuis rijden, op mars naar Zele. De stafofficieren van het regiment bevinden zich op het terrein en trachten de vooruitgang van de groepen te traceren. De III/4A wordt om 10u30 te Baasrode gemeld en ligt achter op zijn marsschema. Ook de I/4A en II/4A blijken omstreeks 11u30 nog steeds niet het eindpunt van hun eerste etappe te Gijzegem en Oudegem bereikt te hebben. De II/4A komt aan te Oudegem kort na 13u00. De I/4A zal Gijzegem pas om 14u30 binnen rijden.

Tot grote ontsteltenis van de staf wordt om 15u30 meegedeeld dat het regiment om 18u00 opnieuw de baan op moet. De groepen worden op de hoogte gebracht met het advies om de paarden te sparen door mars aan traag tempo uit te voeren en lange haltes in te lassen. Luitenant-kolonel Thomas en zijn staf verlaten Dendermonde om 17u00 en komen twee uur later aan te Sint-Martens-Latem. De kolonel vervoegt het nieuwe hoofdkwartier van de 9de Infanteriedivisie te Kruishoutem even voor 20u00.

I/4A
De groep bereikt na een ogenschijnlijk eindeloze mars omstreeks 14u30 zijn kantonnement te Gijzegem. Volgens het schema hadden de militairen hier reeds in de vroege ochtend moeten toekomen. De manschappen en paarden van Kapitein-commandant Boxus zijn erg vermoeid, maar de groepscommandant troost zich met de opmerking dat zijn eenheid na de etappe van goed 80 Km nog steeds volledig is en het moreel geen al te erge deuk gekregen heeft onder de door de militairen als prematuur geachte terugtocht van de K.W. Stelling.

In de loop van de dag wordt de groep geïnspecteerd door Generaal-majoor Jules Renard, artilleriecommandant van het Iste Legerkorps.

Staf/4A
De groepen bereiken hun eindbestemming tijdens de nacht van 17 op 18 mei. De I/4A rijdt als eerste Sint-Martens-Latem binnen omstreeks 01u00. De II/4A komt hier om 04u30 toe. De IV/4A bereikt Drongen om 02u30, gevolgd door de schootsbatterijen van III/4A om 06u30 en het ravitailleringsechelon van deze groep om 08u30.

Om 10u30 meldt de regimentscommandant zich opnieuw op de staf van de 9de Infanteriedivisie. Thomas verneemt dat de divisie overgegaan is naar het VIIde Legerkorps (VII/LK) en toegewezen werd aan de verdediging van de Bovenschelde. De divisie krijgt het bevel zich te ontplooien op de Bovenschelde, tussen Eke in het noorden (exclusief) en Zingem in het zuiden (exclusief). Ten noorden van deze nieuw divisiesector begint het Bruggenhoofd Gent en liggen de posities van de 5de Infanteriedivisie. Ten zuiden van de sector zal de 10de Infanteriedivisie plaatsnemen. De infanterie van de 9Div zal op drie echelons opgesteld worden. In het noorden komt het 8Li aan de Schelde te liggen en in het zuiden het 17Li. Het 16Li zal zich achter deze beide regimenten opstellen op het 3de echelon.

De artilleriecapaciteit zal aangevuld worden met de Staf van 12A, de III/12A en IV/12A en het 2PAMA van de 7de Infanteriedivisie. Luitenant-kolonel Thomas blijft fungeren als artilleriecommandant van de divisie. De II/4A en III/12A zullen het 8Li ondersteunen. De III/4A en IV/12A vormen het vuursteunelement van het 17Li. De I/4A en IV/4A leveren het algemeen vuursteunelement van de divisie en komen onder het bevel te staan Majoor Collinet. De IVde Groep van 12A zal echter laattijdig aankomen en is pas op 20 mei ter beschikking van de divisie.

De staf van 4A duidt de nodige posities aan en verwittigt de groepen in hun kantonnementen te Drongen en Sint-Martens-Latem. Luitenant-kolonel Thomas stelt vast dat het ontplooiingsgebied van zijn divisieartillerie erg nauw is uitgetekend om voldoende plaats te gunnen aan de korpsartillerie en vertrekt naar het hoofdkwartier van het VIIde Legerkorps te Deinze in de hoop enkele wijzigingen te kunnen bekomen. Hij zal om 19u00 terugkeren met een gedeeltelijk resultaat naar de inmiddels te Nazareth geopende commandopost van het algemeen vuursteunelement voor de divisie. De groepen hebben zich ondertussen naar afwachtingsstellingen begeven en vernemen in de loop van de avond hun definitieve posities.

Libert keert rond 21u00 terug zijn het hoofdkwartier van de divisie te Kruishoutem en ontdekt dat dit inmiddels naar Edemolen is verschoven. Hij bereikt een half uur later de juiste locatie.

I/4A
De groep verzamelt om 16u00 voor de mars naar de sector van de 9de Infanteriedivisie en krijgt Edemolen aangeduid als eerste bestemming. Kapitein-commandant Boxus vervoegt samen met de overige groepscommandanten de commandopost van de divisie te Nazareth voor verdere instructies, zodat de mars geleid wordt door Kapitein Van Cools. De definitieve positie blijft in de onmiddellijke buurt van Edemolen.

Staf/4A
De I/4A, II4A en IV/4A krijgen om 09u30 de opdracht om zich met levensmiddelen te bevoorraden in een schoolgebouw nabij de Steenweg op Deinze op het grondgebied van Nazareth. De dag verloopt rustig. De groepen zijn aan het werk op hun schootsstellingen. De divisiestaf laat rond 19u00 weten dat de 1ste Divisie Ardeense Jagers op terugweg is van de tussenstelling langsheen Dender en het contact met de vijand voor de loop van de avond mag verwacht worden. Een tweetal uur later krijgt het regiment de opdracht om elke vuurmond een bijkomende volledige vuureenheid munitie te deponeren op de stellingen. Voor het C75 geschut betreft dit 200 artilleriegranaten per vuurmond en voor de Ob105GP 150 granaten per vuurmond.

II/4A
De II/4A vormt een tijdelijke groepering met de III/12A ter verdediging van de Scheldeoever rond Eke en Semmerzake. De groepering wordt in directe vuursteun gegeven van het 8Li.

Staf/4A
Luitenant-kolonel Thomas kijkt om 07u00 de bevoorradingssituatie van zijn regiment na:

  • steunelement 8Li: zowel de II/4A en de III/12A melden dat de bijkomende munitie op de stellingen klaar ligt.
  • steunelement 16Li: de III/4A laat weten dat de 2.400 bijkomende artilleriegranaten aangekomen zijn en de verdeling onder de stukken aan de gang is; de IV/12A is nog niet op zijn stelling aangekomen.
  • algemeen steunelement: de I/4A heeft de bijkomende munitie verdeeld; de IV/4A heeft slechts 1,560 in plaats van 1,800 granaten ontvangen.

Een goed uur later meldt de IV/4A dat een vliegtuigbom neergekomen is bij het ravitailleringsechelon van de 11Bij. Er is geen schade. De legerkorpsartillerie start vanaf 09u00 met het inschieten van zijn geschut. Het 4A krijgt eveneens de toestemming om met deze voorbereidende taak te starten en belt het order door naar zijn groepen.

De vijand wordt nu elk moment verwacht. De artilleriestaf van het VIIde Legerkorps meldt om 11u30 dat zijn voorwaartse waarnemers enkele Duitse pantserwagens opgemerkt hebben. Een snelle rekenoefening maakt duidelijk dat het geschut van Luitenant-kolonel Thomas niet tussenbeide kan komen zonder een frontwissel uit te voeren. Er volgt dan ook geen vuuropdracht.

Op het middaguur wordt per radio een reguliere update over de luchtdruk, temperatuur en windsnelheid verwacht van artilleriestaf van het VIIde Legerkorps. Geen enkele van de zes groepen bevestigt de ontvangst van dit bericht bij de Staf van 4A. Luitenant-kolonel Thomas belt zijn hoger echelon op. Niemand weet wat er fout gelopen is en de nodige gegevens worden dan maar per telefoon verspreid.

Omstreeks 15u00 krijgt het regiment een eerste doel aangeduid door de legerkorpsstaf. In de kerktoren van Meilegem bevinden vijandelijke waarnemers. De toren wordt het doel van een salvo van 50 schoten van het algemeen steunelement. Goed anderhalf uur later ontvangt de staf een lijstje met drie doelen te Meilegem en Dikkelvenne waarop in de loop van de avond storingsvuur dient neergelegd te worden à rato van 100 granaten per objectief per uur. Vanaf 19u00 krijgt 4A tevens de eerste doelsaanduidingen van de staf van de 9de Infanteriedivisie.

De vijandelijke artillerie komt eveneens in Actie. Het dorpje Asper wordt onder meer beschoten. De voorwaartse waarnemers in de kerktoren van het dorp bevestigen dat het om 105mm veldgeschut gaat. Luitenant-kolonel Thomas stelt zich in verbinding met het hoofdkwartier van de ten zuiden gelegen 10de Infanteriedivisie die meldt dat er een belangrijke vijandelijke aanval op de bocht in de Schelde te Zingem aan de gang is. De kolonel leidt dan ook correct af dat de beschieting van Asper gelinkt dient te worden aan deze actie en er geen aanval tegenover de 9de Infanteriedivisie op til is.

Het geschut blijft de ganse avond in actie en voert verschillende vuuropdrachten uit. Om 22u00 meldt de I/4A dat één vuurmond buiten strijd is met een gebroken teruglooprem.

Staf/4A
Tijdens de nacht van 20 op 21 mei plant de 9de Infanteriedivisie een interventie in het noordelijke deel van de bocht van Zingem, ter ondersteuning van de tegenactie van de 10de Infanteriedivisie die de Duitse aanval moet counteren. De actie wordt echter gewijzigd wanneer de naburige divisie zelf de zaak weer onder controle krijgt en de vijand kan terugdringen. Het algemeen steunelement van I/4A en IV/4A voert wel verschillende vuuropdrachten uit op doelen rond Meilegem en Dikkelvenne.

In de vroege ochtend melden waarnemers van de infanterie de aanwezigheid van Duitse observatieposten in de kerktoren van Dikkelvenne, het kasteel van Gavere en een hoeve op de nabijgelegen heuvelrug. De voorwaartse waarnemers van 4A kunnen de mogelijke doelen niet bevestigen zodat de artillerie niet tussenbeide komt.

De staf van 12A, de III/12A en IV/12A worden rondom 09u10 ter beschikking gesteld van de 8ste Infanteriedivisie. Terwijl deze eenheden zich klaarmaken om hun stellingen te verlaten, wordt om 11u30 hun bestemming aangepast om nu uitgestuurd te worden naar de 3de Infanteriedivisie die het uiterst noordelijke deel van de Britse legersector rond Oudenaarde moet overnemen. De inzet van deze divisie langsheen de Schelde zal echter niet doorgaan zodat deze drie elementen van het 12A op 22 mei aangehecht zullen worden bij de 2de Divisie Ardeense Jagers.

Het geschut van 4A blijft nieuwe missies uitvoeren. Zo wordt op aangeven van de divisiestaf een mitrailleursnest ten zuidwesten van Dikkelvenne uitgeschakeld door de III/4A. Het commando van de legerartillerie duidt een doel aan te Heurne, maar dat ligt buiten de actiezone van 4A. Luitenant-kolonel Thomas geeft de opdracht door aan de legerkorpsstaf. De ganse dag door volgen nieuwe vuuraanvragen met grote regelmaat.

Om 21u45 wordt gevraagd aan het algemeen steunelement om de helft van de vuurmonden van de I/4A en IV/4A van front te laten veranderen en richting Gavere te draaien. Er wordt immers gevreesd om een aanval nabij de restanten van de vernielde brug. Kort na 23u00 ontdekt het Peloton Verkenners van het 8ste Linieregiment vijandelijke troepen aan de westrand van Gavere. Binnen het half uur vertrekt het eerste salvo. Om een verdere opmars van de vijand te verstoren wordt tussen 23u45 en 03u00 interdictievuur neergelegd op de oostelijke toegangswegen tot de dorpskern. De voorwaartse waarnemer opgesteld in het spoorwegstation van Gavere die de opdracht begeleidt. meldt al snel dat de granaatregen brand veroorzaakt heeft op diverse locaties.

Staf/4A
De divisiestaf vraagt om 02u00 om nieuwe posities te verkennen op een zo mogelijk te bezetten nieuwe linie tussen Eke en de hoeve Augustijengoed nabij Nazareth. Enkele stafofficieren vertrekken, maar van deze inzet zal niets in huis komen. De divisie zal zijn posities behouden tot de evacuatie van de Bovenschelde en de terugtocht naar de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie in de nacht van 22 op 23 mei.

Ter voorbereiding van deze terugtocht ontvangt het regiment tijdens de namiddag versterking van 13 vrachtwagens 4-ton om het teveel aan munitie te transporteren dat niet in de caissons past. Deze munitie zou aanvankelijk naar Houthulst afgevoerd worden, maar blijft uiteindelijk ter beschikking van de groepen. Het regiment heeft echter nog veel meer munitie op de stellingen dan de pakweg 50 ton transportcapaciteit kan bieden, zodat een deel van de artilleriegranaten met enkele bewakingsdetachementen zal achtergelaten worden.

Tussen 17u45 en 18u00 komen de orders voor de terugtocht aan. De groepen dienen hun posities tussen 19u45 en 20u00 te verlaten. Het regiment wordt aangehecht bij de 2de Divisie Ardeense Jagers die het Afleidingskanaal en de Leie zal verdedigen tussen Deinze en Grammene. Een laatste vuuropdracht van het 17Li voor de III/4A loopt binnen omstreeks19u30. Het geschut is dan reeds uit stelling gehaald zodat het verzoek afgewezen wordt.

Het regiment krijgt drie verschillende marsroutes toegewezen:

  • de II/4A moet over Nazareth, Astene en Deinze naar Vinkt.
  • de III/4A zal terugtrekken over Deinze en Machelen tot in Gottem.
  • de I/4A en IV/4A zullen aanvankelijk dezelfde route naar Deinze volgen, om nadien via de Tieltsesteenweg en de Hogenhovestraat tot het gehucht Hove te rijden en halt te houden op een 1Km ten zuiden van het station van Aarsele.

Luitenant-kolonel Thomas verlaat het divisiehoofdkwartier te Edemolen en vervoegt het hoofdkwartier van Generaal-majoor Ley van de 2de Divisie Ardeense Jagers te Aarsele. Aanvankelijk wordt besloten om de II/4A in directe vuursteun te plaatsen van ondersector centrum van het 5de Regiment Ardeense Jagers en de I/4A, III/4A en IV/4A samen te voegen tot het algemeen steunelement van de divisie onder bevel van Thomas. De regimentscommandant van 4A is trouwens misnoegd over het feit dat Kolonel Rosar van 12A aangesteld is als artilleriecommandant van de divisie en vindt het ongepast dat deze reserveofficier met lagere anciënniteit als zijn functionele meerdere zal fungeren. Generaal-majoor Ley tracht de gemoederen te bedaren door te beloven dat elk bevel van Rosar door hem zal nagekeken worden.

Ondertussen zijn twee stafofficieren van 4A vertrokken van uit Aarsele naar de beide marsroutes met de schriftelijke orders voor de opstelling van de groepen. Iedere colonne heeft eveneens een officier voorop gestuurd om tijd te winnen bij het in ontvangst nemen van deze instructies, maar in de duisternis van de nacht worden beide rendez-vous gemist. De groepen ontvangen zo later dan voorzien hun precieze bestemmingen.

I/4A
Kapitein-commandant Boxus tekent op dat zijn groep sinds de aankomst op de Scheldestelling maar liefst 6.000 projectielen verschoten heeft, wat maar liefst 500 schoten per vuurmond betekent. De groep vertrekt nadat alle caissons volledig aangevuld zijn om zoveel mogelijk munitie mee te kunnen nemen. Boxus blijft bij zijn colonne tijdens de mars. Tijdens de tweede helft van de nacht wordt de groep van uit zijn eerste eindbestemming te Hove doorgestuurd naar zijn nieuwe schootsstellingen ten oosten van Dentergem.

Staf/4A
De groepen van het regiment komen aan op hun bestemmingen en ontvangen tussen 06u00 en 09u30 de details van hun nieuwe posities. De dag start onder een bijzonder dichte mist die de inplaatsstelling er niet makkelijker op maakt.

Om 13u45 verneemt de 2de Divisie Ardeense Jagers dat de I/4A en de III/4A om 16u00 weggehaald zullen worden uit hun sector om de 8ste Infanteriedivisie te gaan versterken. Majoor Buysse zal deze groepering leiden en dient zijn colonnes te laten vertrekken van op het kruispunt van de Hoogleenstraat en de Dentergemstraat te Ginste. Aan de Tieltstraat ten noordwesten van Wakken dient rendez-vous gemaakt te worden met een stafofficier van de 8ste Infanteriedivisie voor verdere instructies.

De II/4A vormt het direct vuursteunelement voor het 6de Regiment Ardeense Jagers. Dit regiment verdedigt de centrale ondersector van de 2de Divisie Ardeense Jagers die zich over Grammene en Gottem uitstrekt. Majoor de Creeft vervoegt de commandopost van dit regiment te Dentergem. Zijn schootsstellingen bevinden zich ongeveer halverwege tussen Dentergem en Aarsele.

Het gezamenlijk vuursteunelement voor de 2de Divisie Ardeense Jagers wordt gevormd door de IV/4A en VI/14A, met de mogelijkheid om tevens de hulp in te roepen van de legerkorpsartillerie geleverd door IV/2LA en II/4LA. De VI/14A is aangehecht op niveau divisie ter compensatie van het vertrek van II/4A en III/4A. De eerste doelsaanduidingen komen binnen rond 14u30, maar er volgen geen vuuropdrachten. De divisiestaf verkiest de posities van de artillerie nog niet vrij te geven. Vanaf 19u00 worden de kanonnen ingeschoten volgens het vuurplan.

I/4A
Kapitein-commandant Boxus laat zijn groep kort voor 14u00 klaar maken voor het vertrek naar de sector van de 8ste Infanteriedivisie. Kapitein Van Cools zal opnieuw de marscolonne bevelen, terwijl Boxus onmiddellijk afreist naar de staf van deze divisie. Hier blijkt dat de I/4A samengevoegd zal worden met de III/5A als direct vuursteunelement van het 19de Linieregiment (19Li). De groep wordt gepositioneerd in de omgeving van de huidige Driekoningenstraat tussen Ginste en Wakken. De batterijen komen aan rond 15u00 en zijn tegen valavond klaar tot vuren.

III/4A
De groep van Majoor Buysse wordt toegevoegd aan het direct vuursteunelement van het 13de Linieregiment (13Li) dat de zuidelijke ondersector van het front van de 8ste Infanteriedivisie verdedigt tussen de samenloop van de Gaverbeek met de Leie en Wielsbeke. Deze groepering omvat eveneens de IV/5A dat nog over negen van zijn twaalf houwitsers beschikt. De ondersector van het 13Li zal in de vooravond verlengd worden van Wielsbeke tot aan het Kanaal van Roeselare naar de Leie.

Staf/4A
Omstreeks 02u45 ontvangt Luitenant-kolonel Thomas een officier van de groepsstaf van VI/14A. Deze wordt door de commandant 4LA in vuurversterking gegeven van 4A en zal een groepering vormen met IV/4A. Majoor Van Den Berghe, bevelhebber van deze groep, komt hier eveneens toe rondom 05u30. De VI/14A zal ontplooid worden nabij het Hof van Baudeloo te Aarsele. Het geschut zal in de loop van de voormiddag arriveren.

De divisiestaf meldt om 09u00 dat de kerktoren van Olsene bezet is door vijandelijke waarnemers. De IV/4A beschiet het doel met een salvo van 50 granaten. Een kwartier later wordt eveneens bevestigd dat de dorpskern bezet is door de Duitsers. Een nieuwe aanvraag volgt om een vuur neer te leggen op een zone van 200m op 200m langsheen de baan van Gent naar Kortrijk.

I/4A
Om 03u30 komen de kanonnen een eerste keer in actie om storingsvuur neer te leggen op een aantal doelen tegenover de ondersector van het 19Li die uitstrekt vanaf de brug van Ponthoek in het noorden tot aan de samenvloeiing met de Gaverbeek in het zuiden. Het geschut zwijgt zodra het dag wordt. Tegen 09u30 merken de voorwaartse waarnemers van de groep dat de Duitsers een waarnemingsballon opgelaten hebben. De afstand tot de opstijgplaats wordt op zo’n 12Km geschat, wat ver buiten het bereikt van het geschut is. Het bericht wordt doorgegeven aan de divisiestaf. In de vroege namiddag wordt een tweede ballon opgemerkt. Kapitein-commandant Boxus vraagt aan de divisiestaf om bij de hogere echelons aan te dringen op het vernielen van deze twee bijzonder gevaarlijke uitkijkmiddelen van de vijand. Het geschut opent om 15u00 opnieuw het vuur. Het 19Li vraagt om een aantal vijandelijke troepenconcentraties te bestoken. Een volgende vuuraanvraag loopt binnen om 16u40 wanneer de voorwaartse waarnemers te Oeselgem Duitse infanteristen gespot hebben in de onmiddellijke nabijheid van de oever van de Leie. Het doel ligt binnen de veiligheidszone voor de eigen linies, maar in samenspraak met de bevelhebber van het 19Li wordt besloten om alsnog het vuur te openen op een richtpunt zo’n 300m voor de voorste linies. Goed twintig minuten later vallen de eerste schoten. De infanterie meldt dat er geen gevaar is voor de eigen troepen zodat de missie afgewerkt wordt.

Tussen 17u17 en 19u00 worden enkele vuuropdrachten uitgevoerd op de Kerkstraat en Olsensesteenweg ten westen van Olsene om de vijandelijke opmars naar Ponthoek te verstoren. De 2Bij en 3Bij bestoken deze doelen opnieuw rondom 21u45.

Staf/4A
Luitenant-kolonel Thomas wordt om 01u00 ontboden op de staf van het VIIde Legerkorps. De IV/4A en de staf zullen doorgestuurd worden naar de 9de Infanteriedivisie die ontplooit wordt langsheen het Kanaal van Roeselare naar de Leie tussen Roeselare en Oosrtrozebeke. Thomas zal eveneens het bevel krijgen over de IV/10A, II/3A en III/3A. Thomas bezoekt hierop de staf van de 9de Infanteriedivisie te Tielt en zet daarna opnieuw koers naar Aarsele. De staf van het regiment wordt om 04u00 op weg gezet naar Pittem waar de divisiestaf zich zal installeren. Het landgoed dat door de staf uitgekozen werd, staat echter volledig leeg zodat het stafpersoneel op de dreef dient te wachten vooraleer met de ontplooiing kan gestart worden. Even na 05u00 ontdekt een Duits vliegtuig de wachtende colonne. Een goed geplaatste vliegtuigbom doodt Soldaat Vets en laat twee zwaargewonden en acht lichtgewonden achter.

Thomas tracht inmiddels de artilleriesteun van de divisie te organiseren. Hij weet op dat ogenblik echter helemaal niet waar de IV/10A, II/3A en III/3A opgesteld staan en heeft aanvankelijk geen contact met de bevelhebbers van deze groepen. Het duurt ook een tijdje eer hij kan bevestigen waar precies het 16de Linieregiment ingezet wordt en of dit regiment nu al dan niet reeds over een rechtstreeks vuursteunelement beschikt. Ondertussen wordt dan nog eens de grens van de rechterflank van de divisiesector enigszins naar het oosten verlegd. Tenslotte blijkt dat de divisieartillerie zal bestaan uit de Staf/4A, IV/4A, III/3A en IV/10A. De IV/10A zal pas tijdens de namiddag van 25 mei ter beschikking van de divisie komen. Tijdens de voormiddag zou dit nog aangevuld worden met de IV/16A. Deze groep is reeds aanwezig in de sector van de 9de Infanteriedivisie maar werd in versterking gegeven van de terugtrekkende 3de Infanteriedivisie en ontvangt slechts om 09u00 het bericht overgeheveld te worden naar het commando van Luitenant-kolonel Thomas en moet dan in stelling gaan zodat het geschut pas rond de middag klaar tot vuren is. Omstreeks 10u00 ten slotte wordt ook de IV/13A onder bevel geplaatst van de divisie. Deze groep bevindt zich dan nabij kilometerpaal 25 van de steenweg van Brugge naar Kortrijk. De IV/4A en IV/10A zullen het algemeen steunelement van de divisie vormen. De vuursteun komt op gang om de Duitsers te ontraden het Kanaal van Roeselare naar de Leie verder over te steken.

I/4A
Midden in de nacht, rond 03u00, worden de batterijen gealarmeerd. Het 19Li meldt dat de Duitsers opnieuw de oever van de Leie naderen en laat tussenbeide komen. In de vroege ochtend hernemen ook de vijandelijk aanvallen op Ponthoek en Neerhoek waar de scheidingslijn tussen de 2de Divisie Ardeense Jagers en de 8ste Infanteriedivisie loopt. De groep is tijdens de nacht niet bevoorraad met nieuwe munitie en de hoge vuurkadans dreigt tot tekorten te leiden. Tegen 11u00 duikt het Autopeloton voor Artilleriemunitie van de divisie dan wel op. De vrachtwagens leveren de munitie op de schootsstellingen zelf.

Kort na het middaguur duikt de Luftwaffe op. De stelling van de 3Bij wordt ontdekt en er volgt een kort bombardement waarbij een goed dozijn vliegtuigbommen neerkomen. Het 4de stuk van de batterij wordt beschadigd tijdens de aanval maar blijft beschikbaar.

Kapitein-commandant Boxus vraagt rond 17u00 om een pauze van twee uur in te lassen om zijn groep weer volledig inzetbaar te maken. Boxus wil zo de schade bij de 3Bij grondig laten nakijken en wil tevens manschappen en materieel even op adem laten komen nadat de groep de ganse dag met hoge regelmaat in actie is geweest. De vuuropdrachten worden tijdelijk overgenomen door de III/5A.

IV/4A
De groep gaat in stelling nabij het gehucht Het Veld ten noorden van Ingelmunster, op enige afstand ten westen van de Brugsesteenweg. De groep maakt nu deel uit van het algemeen vuursteunelement van de 9de Infanteriedivisie.

Staf/4A
Luitenant-kolonel Thomas verneemt het nieuws van de desastreuze aanval op het II/16Li en de daaropvolgende terugtocht van het III/16Li. De divisie trekt de troepen terug tot achter de spoorlijn Ingelmunster-Tielt. Het algemeen vuursteunelement van IV/4A en IV/10A komt talrijke keren in actie om doelen ten oosten van deze nieuwe linie te beschieten. Omstreeks 09u30 meldt de naburige 8ste Infanteriedivisie dat de Duitsers zonet het station van Oostrozebeke ingenomen hebben en naar het gelijknamige dorp oprukken. Het algemeen steunelement vuurt een salvo van 200 bommen per vuurmond af. Verschillende gelijkaardige missies volgen in snel tempo.

Luitenant-kolonel Thomas, commandant 4A en bevelhebber van het algemeen vuursteunelement van de 9Div, vermeldt om 10u00 dat het VIIde Legerkorps de groep onder zijn bevel plaatst. Of en wanneer dit precies gebeurd is, is echter niet duidelijk. Wel bevestigt Thomas dat de groep niet over een veldtelefoonaansluiting beschikt en hij zijn transmissieofficier Luitenant De Craemer per auto uitstuurt met een hoeveelheid kabel die toelaat om de II/4A met de centrale van de I/3A te verbinden. De IIde Groep krijgt het bevel terug te trekken wanneer de munitie in de caissons opgebruikt is. Na het afvuren van het laatste schot wordt de stelling opgebroken en om 1100 Hr bereikt de groep de weg Ginste-Meulebeke om onder hevige artilleriebeschietingen verder te trekken naar Ondank. Luitenant De Craemers missie is dan ook overbodig geworden en hij keert terug wanneer hij tussen 11u00 en 11u45 op een terugtrekkende batterij van de groep stuit.

Na zijn terugkeer naar de staf herneemt De Craemer zijn taak op de telefooncentrale en bij de radioperatoren van de regimentsstaf. Rond het middaguur beveelt de staf van de 9de Infanteriedivisie dat de artillerie onder geen enkel beding zijn stellingen mag verlaten en tot het uiterste ter plekke dient te blijven. Ter zelfde tijd wordt de vijand zowel te Ingelmunster als te Meulebeke gemeld. Het front lijkt nu naar de spoorlijn van Ingelmunster naar Tielt te verschuiven.

Het eerste echelon van de staf van het VIIde Legerkorps vervoegt om 14u15 het Kasteel van Ruysselede te Pittem. Van uit deze vooruitgeschoven commandopost hoopt Luitenant-generaal Deffontaine een tegenaanval te organiseren in de sectoren van de 8ste en de 9de Infanteriedivisie om de vijand te verdrijven uit het veroverde gebied rond Ingelmunster, Meulebeke en Oostrozebeke. De generaal installeert zich in de kamer waar Luitenant-kolonel Thomas, commandant 4A en artilleriecommandant van de 9de Infanteriedivisie aan het werk is. Van de actie zal echter niets in huis komen en het legerkorps zal onder zware druk blijven staan. Kort na de aankomst van Deffontaine en zijn gevolg komt ook het eerste echelon van de staf van de 8ste Infanteriedivisie aan op het kasteel. Thomas en zijn staf worden doorgeschoven naar een andere kamer van het kasteel met de opdracht om een vuurplan op te stellen om de tegenaanval te ondersteunen. Hij zal er zich in een verslag uit 1945 over beklagen dat deze niet-realistische taak het stafwerk dat wel aan de orde was onmogelijk heeft gemaakt.

De communicatie met de artillerieformaties van de divisie loopt mank. Slechts tijdens de late namiddag van 26 mei heeft de divisiestaf een eerste keer contact met de IV/10A. De kolonel is ook niet langer op de hoogte van de precieze toestand van zijn groepen. Om 19u00 loopt een bericht binnen dat de III/3A door vijandelijke infanteristen aangevallen wordt. Wanneer een goed uur later op de staf het gerucht loopt dat de artillerie van de 9de Infanteriedivisie wel eens naar de 8ste Infanteriedivisie overgeheveld zou kunnen worden, houdt het verdere werk op. Om 21u00 krijgt Luitenant-kolonel Thomas de bevestiging dat de mutatie naar de 8ste Infanteriedivisie een feit is en hij zich ter beschikking van Generaal-majoor Lesaffre dient te stellen. De kolonel weet echter niet waar het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie zich ophoudt. Het is dan ook onbegonnen werk om een telefoonverbinding te realiseren of een verplaatsing te overwegen. Kort nadien komt een geschreven bericht toe dat de IV/4A nu zijn instructies van Generaal-majoor Desclée, commandant infanterie 8Div, ontvangt. De verwarring bij Thomas is compleet.

Omstreeks 21u00 beveelt het VIIde Legerkorps om de III/3A terug te trekken. Met veel tegenzin duidt Luitenant-kolonel Thomas een nieuwe positie aan op het gehucht Maeneghem ten noordwesten van Meulebeke. Thomas voorkeur gaat uit naar het inzetten van de groep als ad-hoc infanterie.

De IV/10A wordt vervolgens onttrokken aan het bevel van de kolonel en doorgestuurd naar het noorden van Tielt om hier samen met de VI/14A het algemeen steunelement te vormen van de formatie rond de 16de Infanteriedivisie die onder leiding van Luitenant-generaal Van Egroo het centrale deel van de operatiezone van het VIIde Legerkorps verdedigt.

Net voor middernacht vervoegt Luitenant-kolonel Thomas eindelijk het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie. Het bevel van de divisieartillerie van de 9de Infanteriedivisie is nu in handen van Majoor Collinet van de IV/4A.

I/4A
Door de acties van de voorbij dag is de vijand op de hoogte van de precieze opstelling van de groep. Omstreeks 02u30 bestoken Duitse 105mm houwitsers de Belgische stellingen. Het tegenbatterijvuur is bijzonder hevig en houdt zo’n anderhalf uur aan. De commandopost van de groep wordt rond 03u30 geraakt. Transmissieofficier Luitenant De Cooman raakt ernstig gewond en wordt in alle haast afgevoerd naar de medische hulppost. Adjudant KROLt Cogels neemt zijn taak over en herstelt alle telefoonverbindingen die in de beschieting onderbroken zijn. Kapitein-commandant Boxus besluit onmiddellijk om een nieuwe commandopost uit te zoeken en werkt vanaf 06u00 van op de alternatieve locatie.

De vijandelijke beschietingen worden vanaf 06u00 hervat, maar de Duitsers beperken zich tot het neerleggen van storingsvuur achter de linies van het 19Li. Na de succesvolle aanvallen te Ponthoek in het noorden en het Kanaal van Roeselare naar de Leie in het zuiden concentreert de aanvaller zich op het uitbouwen van deze twee bruggenhoofden over de Leie en zal er geen rechtstreekse stormaanval volgen op het 19Li.

Om 08u30 vraagt de divisiestaf om de locatie van een vijandelijke artilleriebatterij in de omgeving van Olsene te bepalen. Wachtmeester Dewaele meldt zich vrijwilliger en kan een goed uur later met een correcte doelsaanduiding terugkeren. Tegen 09u30 lijkt de vijand echter meer troepen te concentreren op de oostelijke oever van de Leie zodat de voorwaartse waarnemers op het 1ste echelon van de posities van het 19Li teruggeroepen worden. De observatieposten gaan dicht en de groep zal vanaf nu zijn waarneming verzekeren van op het 2de echelon.

De succesvolle oversteek van de Duitsers nabij de samenloop van de Leie en het Kanaal van Roeselare naar de Leie wordt omstreeks 11u00 gemeld aan de groep wanneer de divisiestaf beveelt om alle Belgische militairen die van het front wegvluchten manu militari tegen te houden. Kort voor het middaguur tenslotte houden de Duitse artilleriebeschietingen op. Kort na 13u00 volgt echter een ernstige luchtaanval waarbij de groep gebombardeerd en beschoten wordt door toestellen die op lage hoogte een vijftal passages maken. De hoeve met het schootsbureel van Kapitein Van Cools van de 3Bij wordt geraakt en stort deels in. De batterijcommandant, zijn beide sectiechefs, de schootsonderofficier en het transmissiepersoneel raken bedolven onder het puin. Brigadier Broes snelt ter hulp en kan de militairen bevrijden. Kapitein Van Cools is gewond aan de voet en blijkt later een hersenschudding opgelopen te hebben, maar zet zijn taak toch verder. De overigen komen er met lichte verwondingen van af. De commandopost van Kapitein-commandant Boxus krijgt er eveneens van langs, doch hier vallen geen gewonden. De telefoonlijnen en de radioverbinding met het hogere echelon zijn wel alle opnieuw onderbroken. De 2Bij ziet een caisson in brand vliegen. Een snel optreden van sectiechef Luitenant Normand kan een explosie vermijden. Heel wat munitie van de 2Bij is bij het bombardement onherroepelijk beschadigd met deuken en scheuren in de hulzen door rondvliegende metaalfragmenten. De commandopost van de groep wordt opnieuw verplaatst en blijft tot 14u30 buiten strijd.

Om 15u30 vraagt de divisiestaf aan elke batterij om één sectie naar het noorden te draaien en op Dentergem te richten. De Duitsers zijn hier doorgestoten bij het 4ChA en 6ChA. Zo staat nu de helft van het geschut nog naar het oosten gericht. Nog geen half uur later melden de 2Bij en de 3Bij geweervuur in de wijde omgeving van de posities. De luchtafweermitrailleurs worden uit hun steunen gehaald en klaargemaakt voor de nabije grondverdediging van de batterijen. De manschappen van de beide batterijen zijn er niet gerust in en binnen het kwartier blijkt goed een vijfde van alle militairen er van door gegaan te zijn. Al het kaderpersoneel is nog wel aanwezig. Er zit niets anders op dan de overgeblevenen te herschikken om de bediening van het geschut te verzekeren.

Inmiddels is de vijand op diverse locaties geïnfiltreerd doorheen de posities van het 19Li. Het regiment wordt weggedrukt van de oever van de Leie en verliest een bijzonder groot deel van zijn manschappen als krijgsgevangenen. Omstreeks 19u00 verliest Majoor Neuville die het bevel voert over de groepering van III/5A en I/4A definitief het contact met de regimentsstaf. Neuville laat weten dat de artillerie desondanks op zijn stellingen dient te blijven. En half uur later volgt echter het bevel om er toch van door te gaan. De groep dient zo snel mogelijk terug te trekken naar Pittem en Kapitein-commandant Boxus mag naar eigen goeddunken beslissen welk materieel en geschut hij nog zal evacueren. De voortrijden rijden onmiddellijk tot op de stellingen om de vuurmonden aan te haken. Bij de 3Bij leidt de komst van de paardengespannen tot een hevige beschieting door de vijand die reeds in de omgeving genaderd is. Kapitein Van Cools onderneemt een drietal pogingen om zijn kanonnen uit stelling te halen. Dit lukt niet en hij besluit om het geschut te saboteren en zijn manschappen te laten vluchten. Bij de de 2Bij wordt besloten om de drie nog functionerende kanonnen mee te voeren en de vierde, defecte C75TR op de stelling achter te laten. De 1Bij staat het meest uit het zicht van de vijand en slaagt er in om zijn positie naar behoren te evacueren. Ook de stafgroep komt goed weg.

De zeven nog overgebleven vuurmonden bereiken Tielt omstreeks 21u30 en rijden door de zwaar gebombardeerde stad. De 3Bij tracht op eigen houtje Pittem te bereiken en vermijdt hierbij de stadskern van Tielt. Uiteindelijk bereiken de meeste militairen Pittem, waar Kapitein-commandant Boxus een ontmoeting heeft met Kolonel Delvaux van 5A en doorgestuurd wordt naar Ardooie waar de staf van het 4A zich zou bevinden. Boxus neemt afscheid van Majoor Neuville van III/5A en stuurt zijn groep op pad.

II/4A
Luitenant Blomme commandant van de 5de Batterij wordt gewond afgevoerd en vervangen door sectiechef Luitenant Brandeleer.

III/4A
De stellingen van de groep worden overrompeld door de vijand. De officieren hebben nog wel de kans gezien om het geschut te saboteren.

IV/4A
Bij het uitvoeren van het bombardement op de zone tussen het station en het dorp van Oostrozebeke worden de stellingen om 09u45 aangevallen door de Luftwaffe. De 12Bij valt een zwaargewonde. De groep bestookt verscheidene doelen ten oosten van de spoorweg Ingelmunster-Tielt.

Staf/4A
Bij aankomt op het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie maakt Luitenant-kolonel Thomas zich zorgen dat deze staf niet over een functionerende telefoonlijn beschikt met het hogere echelon van het VIIde Legerkorps. Alle verbindingen gebeuren per radio of estafette. Bovendien werken alle stafofficieren in één enkele kamer van een woonhuis en kan niemand zich nog horen denken. Kort na 07u00 weet de kolonel dat de vijand de rivier de Mandel is overgestoken ten westen van Ingelmunster, in de bocht van de spoorlijn Ingelmunster-Tielt. Hij stuurt een schriftelijke vuuropdracht naar de IV/4A maar deze zal niet toekomen. Er wordt dan maar beroep gedaan op de IV/3A. Diverse opdrachten worden ook doorgegeven aan de III/3A. Tegen het middaguur valt de hoeve met het hoofdkwartier onder vijandelijk artillerievuur. Onder de in de buurt opgestelde paarden van de regimentsstaf wordt één dier gedood. Luitenant-kolonel Thomas stuurt al het niet strikt noodzakelijke personeel naar het gehucht Kortekeer ten noorden van Ardooie. Generaal-majoor Lesaffre wil zijn commandopost niet verplaatsen zonder uitdrukkelijke toestemming van het VIIde Legerkorps. De divisiestaf verplaatst zich vervolgens naar Heile nabij Zwevezele.

De kolonel ontvangt net voor het vertrek van de staf het nieuws van zijn IV/4A dat deze zonder munitie zit. Hij besluit nog enige tijd ter plekke te blijven om de nodige instructies te kunnen uitschrijven voor de evacuatie van deze groep naar Lichtervelde. Bij hem zijn op dat ogenblik nog enkele officieren van de regimentstaf, twee personenwagens met chauffeur en drie estafettes op motorfiets. Dit detachement bereikt Hille omstreeks 15u30. De divisiestaf bevindt zich dan reeds in het dorp, maar is nog steeds op zoek naar een geschikte locatie voor de installatie van het hoofdkwartier. Uiteindelijk wordt een woonhuis op de steenweg Brugge-Kortrijk geselecteerd. Het gerucht loopt dat de Duitsers zich op minder dan 2Km zouden bevinden.

Omstreeks 16u30 beveelt het VIIde Legerkorps dat de divisiestaf zich te Wijnendale moet opstellen. Luitenant–kolonel Thomas en zijn staf komen hier rond 18u00 aan en houden halt in de nabijheid van de ingangspoort tot het kasteel van Wijnendale in afwachting van het aanduiden van een geschikte locatie. Even later wordt het bericht verspreid dat alle regimentsvaandels dienen ingeleverd te worden en de capitulatie van het leger voor de komende uren zou zijn. Ook Luitenant-generaal Vander Hofstadt, commandant van de 9de Infanteriedivisie, komt toe te Wijnendale. Vander Hofstadt bevestigt dat de standaard van 4A aan de legerkorpsstaf dient overhandigd te worden.

De staf van 4A krijgt uiteindelijk om 21u30 een standplaats nabij Aartrijke toegewezen. Door de grote drukte op de wegen duurt de korte verplaatsing maar liefst twee uur.

I/4A
Bij dageraad is de groep nog steeds op zoek naar het regiment. Kapitein-commandant Boxus laat naar het noorden rijden en stuit onderweg op Kolonel Boulouffe, artilleriecommandant van de Versterkte Positie Namen en nu stafofficier op het VIIde Legerkorps. Boulouffe stuurt de groep naar Wijnendale. Wanneer de colonne hier in de loop van de voormiddag toekomt, kan Boxus niet anders dan manschappen en paarden in te kwartieren om uit te rusten.

II/4A
De II/4A wordt in steun geplaatst van het 44ste Linieregiment bij de gevechten op de lijn Tielt-Aarsele. Na de middag trekt de groep zich terug naar Schuiferskapelle.

IV/4A
De groep meldt om 14u20 aan de staf van de 8ste Infanteriedivisie dat alle munitie verschoten is. Een gedeelte van het personeel is er van door gegaan en de groep is niet langer operationeel. Tijdens de namiddag wordt de groep op initiatief van Luitenant-kolonel Thomas doorgestuurd naar Lichtervelde. De marsroute loopt via Ardooie en Kortekeer.

Staf/4A
De regimentsstaf brengt de nacht te Aartrijke door. Om 11u30 bezoekt Luitenant-kolonel Thomas de staf van de 8ste Infanteriedivisie te Wijnendale. Hier wordt de wapenstilstand bevestigd. De stafofficieren hebben dan reeds de volledige administratie van het regiment verbrand. De kolonel duidt enkele kaderleden aan om per fiets en motorfiets op zoek te gaan naar zijn groepen.

I/4A
De groep bevindt zich te Wijnendale zonder enig contact met het regiment wanneer omstreeks 06u30 het gerucht circuleert dat het leger de wapens heeft neergelegd. Waarnemingsofficier Luitenant Fraiture wordt naar Brugge gestuurd om het nieuws te bevestigen. Wanneer de officier enkele uren later met een positief antwoord terugkomt, overleggen de officieren over wat hen nu te doen staat. Er wordt besloten om naar Oostende te rijden in de hoop om via de kust naar Frankrijk te ontkomen. Boxus en zijn kaderleden hebben duidelijk geen weet van de Duitse omsingeling van de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen. Omstreeks 19u00 wordt de colonne te Oudenburg tot staan gebracht door enkele Duitse motorwielrijders. De veldtocht zit er op. De groep krijgt het bevel om te Sint-Andries de wapens en het materieel in te leveren.

IV/4A
De groep komt aan te Kortekeer en ontvangt geen nieuwe orders. Tijdens de nacht van 27 op 28 mei gaat een van de officieren dan maar naar de staf van het VIIIde Legerkorps. Zo verneemt de groep dat te Wijnendale dient verzameld te worden.

I/4A
Kapitein-commandant Boxus laat om 06u30 vertrekken naar Sint-Andries. De uitrusting en paarden worden hier omstreeks aan de Duitsers overhandigd. Boxus vervoegt vervolgens het Groot Hoofdkwartier om nieuwe orders. De groep wordt aangehecht bij de 17de Infanteriedivisie en dient te Sint-Pieters te kantonneren. Op 12 juni wordt het personeel afgevoerd.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
5/IIANDREOmer, J.L.BrigMil2512.12.1905Ransart16.05.1940Anderlues
OnbekendANNOTJosephSdtMil3104.04.1911Antwerpen27.05.1940Aarsele
StafBAUWENSLeon, G.M.G.SdtMil3106.02.1911Sint-Niklaas29.05.1940Zarren
4/IIBONNEMaurits, G.SdtMil2906.05.1909Wingene25.05.1940Tielt
OnbekendBURMFrançois(Onbekend)16.02.1909Anderlecht27.05.1940Nieuwpoort
4/IIDE PRILTheodoor, JosephWMMil3419.01.1914Haaltert26.05.1940Aarsele
OnbekendGOOSSENSJoannes, N.C.WMMil2920.10.1909Boechout02.06.1940Brugge
5/IIGYSENJozefSdtMil3309.11.1913Kapellen26.05.1940Aarsele
7/IIIHUIGENSRemi, F.L.WMMil3425.09.1912Antwerpen25.05.1940Meulebeke
4/IIJESPERSEmiel, R.J.SdtMil3403.02.1914Antwerpen26.05.1940Aarsele
7/IIIKEMPCamielSdtMil3131.07.1911Antwerpen28.05.1940Oostkamp
5/IIMESSNIGHeinrichWMMil3926.03.1910Antwerpen26.05.1940AarseleOok "Hendrik"
1/IUYTDENHOEFLouisWMMil3127.07.1911Saint-Hubert11.05.1940Kessel-Lo
OnbekendVAN BUYSELEdmondSdtMil3004.10.1910Hingene26.05.1940AarseleBrancardier
4/IIVAN KERCKHOVENAmandusSdtMil3414.11.1914Westerlo26.05.1940Aarsele
5/IIVAN KOUTERENJoseph, P.M.SdtMil3309.03.1913Turnhout26.05.1940Tielt
4/IIVAN TENDELOOEdmondBrigMil3926.10.1919Emblem26.05.1940Aarsele
4/IIVANDE KERKHOVEArthur, K.SdtMil3329.01.1913Loppem25.05.1940Poeke
7/IIIVERVOORTErnestSdtMil3430.03.1913Kessel28.05.1940Oostkamp
StafVETSAugustSdtMil3317.10.1913Lier25.05.1940PittemGedood in luchtaanval.
OnbekendVROOMEHippolietSdtMil3423.11.1914Antwerpen26.05.1940Aarsele
StafWEYNSGaston, H.F.SdtMil3201.11.1912Hoboken25.05.1940Lichtervelde

Bibliografie en Bronnen

  1. Dossier 4A, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  2. De beslissing van 14 mei om de groepen van 4A naar voor te sturen is op zich niet onlogisch, noch ongebruikelijk. Onder het moto dat “de artillerie nooit in reserve geplaatst wordt” worden artillerieformaties die zich te ver achter de frontlinie bevinden om met hun vuren tussenbeide te komen steeds naar voor geschoven in vuurversterking van de artillerie-eenheden in lijn.