5de Regiment Jagers te Voet

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Regiment Jagers te Voet | 5J
5ème Régiment de Chasseurs à Pied | 5Ch
Type Infanterieregiment van de eerste reserve
Ontdubbeld van 2de Regiment Jagers te Voet
Taalstelsel Franstalig
Onderdeel van 10de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel Jean Cayron
Standplaats K.W. Stelling
Ondersector Kessel-Lo – Heverlee
Commandopost te Leuven
Samenstelling I Bataljon (Majoor Roland Deprez) 1ste Compagnie Fuseliers (Kapt G. Tasse)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt René Wautrecht)
3de Compagnie Fuseliers (Lt H. Brassine)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Julien Charlier)
  II Bataljon (Majoor Maurice Levecque) 5de Compagnie Fuseliers (Lt R. Randoux)
6de Compagnie Fuseliers (Lt F. Limbourg)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt Félix Jadin)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt Louis Tholome)
  III Bataljon (Majoor Gilbert Weve) 9de Compagnie Fuseliers (Lt U. Bouvier)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt J. Coibion)
11de Compagnie Fuseliers (Lt Jacques Gendarme)
12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Edmond Niset)
  IV Bataljon (Majoor Henri Lievezoons) 13de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Armand Plusquin)
14de Compagnie C47 (Lt Paul Dupuis)
15de Compagnie M76 (Cdt J. Levaux)
  Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant J. Jacquemin)
  Stafcompagnie (Kapitein-Commandant Gommaire Anthonissen)
  Peloton Verkenners (Onderluitenant Georges Watillon)

Tijdens de mobilisatie

Staf/5J
Het 5de Regiment Jagers te Voet (5J) wordt eind augustus 1939, vlak voor de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, onder de wapens geroepen als ontdubbelingsregiment van het 2de Regiment Jagers te Voet (2J). Het 5J is bijgevolg een nieuw gevormd regiment van Eerste Reserve, samengesteld uit reservisten van de militieklassen ’32, ’33, ’34 en ’35 van het 2J. De regimenten van Eerste Reserve hebben dezelfde organisatie en bewapening als de actieve regimenten, alleen de leeftijd en het ervaringsniveau van de manschappen verschilt gezien er meer tijd tussen hun diensttijd en de mobilisatie zit. Vanaf 1 september wordt het regiment te Ath ondergebracht om er aangehecht te worden aan de pas opgerichte 10de Infanteriedivisie (10Div), een infanteriedivisie van Eerste Reserve. Na te zijn vervolledigd stelt de 10Div zich onder het bevel van het Iste Legerkorps (I/LK) en vertrekt naar het westelijke uiteinde van de stelling Halle-Ninove. Het 5J verlaat Ath en verplaatst zich naar Ninove om vervolgens te Gooik ingekwartierd te worden. Op 11 september werd het 5J overgebracht naar Sint-Maria-Lombeek om op 10 november terug te keren naar Gooik.  Op 11 november verlaat 5J Gooik om een verplaatsing uit te voeren naar Herent via een tussenstop in Leuven.

Gedeeltelijke opstellingsschets van de 10Div te Leuven op 10 mei met aanduiding van de ondersectoren van 5J en 6J. 3J staat meer naar het noorden opgesteld (bron: CHD).

De 10Div werd immers op 11 november 1939 een eerste keer naar de Sector Leuven van de K.W. Stelling gestuurd om er een divisiesector in te nemen. De K.W. Stelling (oftewel Weerstandsstelling) bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers en waar mogelijk werden kanalen en spoorwegbermen geïntegreerd in de stelling. Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers, in open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd. Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd. Op 27 november wordt 5J samen met de rest van de 10Div naar de Sector Westerlo van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal gestuurd. Het 5J bezet een ondersector in de buurt van Eindhout waar het regiment overwintert. Op 12 april keert 5J terug naar de Sector Leuven van de K.W. Stelling.

Op 9 mei 1940 bewaakt de 10Div, als enige Belgische divisie, nog steeds de K.W. Stelling. Het divisiehoofdkwartier bevindt zich te Kortenberg.  De drie infanterieregimenten van de 10Div; het 3de Regiment Jagers te Voet (3J), het 6de Regiment Jagers te Voet (6J) en het 5de Regiment Jagers te Voet (5J) staan opgesteld op een enkele lijn van noord naar zuid tussen Tildonk (inclusief) en Leuven (inclusief).  De rest van de K.W. Stelling is op 9 mei nog niet bemand door gevechtseenheden. 5J neemt de zuidelijke ondersector van de 10Div voor zijn rekening. Ten noorden van 5J wordt een ondersector ingenomen door 6J, ten zuiden van 5J bevindt zich niemand. In geval van een Duitse inval in België zullen eenheden van de British Expeditionary Force, die zich reeds in Frankrijk bevinden, een defensieve stelling innemen.

Staf/5J
Na ontvangst van het alarm rondom 01u30 ‘s ochtends worden de stellingen onmiddellijk bemand. Het 5J bezet de zuidelijke ondersector van de divisie en staat opgesteld aan de oost- en zuidrand rand van Leuven, vanaf de brug van de Tiensesteenweg over de spoorlijnen te Kessel-Lo tot en met Heverlee.  De bunkers en steunpunten worden rond 04u00 ingenomen en de manschappen blijven de ganse ochtend op post.

Ten noorden van het regiment sluit het 6J aan vanaf noordelijke zijde van de brug van de Tiensesteenweg. Ten zuiden van het regiment bevinden zich nog geen troepen: deze zone is bestemd voor het Britse leger dat vanaf 06u30 de Belgisch-Franse grens zal oversteken om op te rukken naar het gebied van Leuven tot Waver op de K.W. Stelling.

Rond 18u00 arriveren de eerste Britse pantserswagens van het 12th (Prince of Wales’s) Royal Lancers die de dekkingsmacht van het II Corps vormen.  De Britse verkenningstroepen houden voorlopig halt te Leuven met de intentie om op te rukken op langsheen de Tiensesteenweg en de Diestsesteenweg om het voorgebied van de K.W. Stelling te gaan verkennen.  Deze troepen worden enige uren later gevolgd door de voorhoede van de 3rd Infantry Division geleid door Major-General Bernard Montgommery.  Het betreft hier het verkenningsbataljon 15th/19th (The King’s) Royal Hussars, drie batterijen van het 20th Anti-Tank Regiment, en het mitrailleurbataljon 2nd Battalion, Middlesex Regiment.

Bunker MS9 van het anti-tankcentrum ‘Maison de Santé’.

In de ondersector van het 5J staan het IIde en het IIIde Bataljon in eerste lijn opgesteld terwijl het Iste Bataljon in diepte opgesteld staat.

II/5J en III/5J
Het IIde en het IIIde Bataljon staan opgesteld langsheen de spoorlijn Leuven-Waver vanaf de brug van Tiensesteenweg te Kessel-Lo, langsheen de Tivolistraat tot aan de Waversebaan te Heverlee. Hier vormt spoorwegbunker F9 de uiterste zuidgrens van de Belgische legerzone. Aan de overzijde van de spoorlijn liggen de terreinen van het Kasteel van Arenberg van de Leuvense universiteit en loopt de Dijle die gebruikt werd om een grote overstroming aan te leggen. De spoorlijn 139 Leuven-Waver vormt het front van deze linie, en is verstevigd met prikkeldraad en bijkomende tetraëders en metalen staven als barrière tegen tanks.  Bunkers F6 tot F9 zijn ingericht voor zware machinegeweren. Bunker F6 ligt tussen de spoorlijnen 139 Leuven-Waver en 36 Leuven-Luik en wordt omringd door enkele kleine infanteriesteunpunten. De bruggen kunnen afgesloten worden met metalen Cointet hekkens.

Elk bataljon plaatst twee compagnies fuseliers langsheen de spoorlijn zelf, met de derde compagnie fuseliers in steun. Bij het IIde Bataljon liggen de 5de en 6de Compagnies vooraan. Bij het IIIde Bataljon bezetten de 9de en 10de Compagnies het eerste echelon. De omgeving van de spoorbrug aan de Tiensesteenweg wordt als belangrijk verkeersknooppunt geviseerd door de Luftwaffe: rond 18u00 valt een eerste formatie vliegtuigen aan. De soldaten Bultiel en Chauffoureau van het III/5J sneuvelen. Er vallen ongeveer 35 dodelijke slachtoffers en enkele tientallen gewonden onder de burgerbevolking. De medische ploegen van het bataljon verzorgen de gewonden bij gebrek aan burgerdokters.

I/5J
In tegenstelling tot elders langsheen de K.W. Stelling is geen bunkerlinie op een tweede echelon achter de frontlinie. Het Iste Bataljon is in twee gesplitst en bemant twee grote anti-tanksteunpunten:

  • het anti-tankcentrum Egenhoven-Terbank dekt met 9 bunkers de zuidwest flank van de stad Leuven tussen grosso modo de Celestijnenlaan en de Nijvelsebaan. Deze bunkers hebben de nummers Te1 tot Te9. De stelling wordt bezet door de 3de Compagnie, één peloton van de 2de Compagnie en één peloton van de 14de Compagnie.
  • het anti-tankcentrum ‘Maison de Santé’ ligt even ten westen van de stad op de Gasthuisberg en het Kareelveld. Het centrum omvat eveneens 9 bunkers genummerd MS1 tot MS9. Deze positie wordt bemand door de 1ste Compagnie, de rest van de 2de Compagnie en één peloton van de 14de Compagnie.

Pl Vknr/5J
Het Peloton Verkenners (Pl Vknr/5J), bevolen door Onderluitenant Watillon, is afgedeeld bij de divisiestaf te Kortenberg en vormt er samen met het Wielrijderseskadron van de 10Div, de Compagnie C47 op T13 tankjagers van de 10Div en de Pelotons Verkenners van 3J en 6J een mobiele reserve om mogelijke landingen door Duitse parachutisten te neutraliseren. Het Peloton Verkenners voert anti-parachutistenpatrouilles uit in het achtergebied van de divisie.

De Jagers blijven op hun stellingen rond Leuven.

De brug van de Tiensesteenweg vormde de noordelijke grens van de ondersector van 5J.

Even na 04u00 worden de militairen van het steunpunt te Terbank opgeschrikt door onbekende troepen die uit de richting van Tervuren aanrijden. De Belgen openen in paniek het vuur. Het blijkt om Britse soldaten van de D Company van het 2nd Battalion The Middlesex Regiment te gaan die hun aankomst in de ondersector van het 5J niet aangekondigd hebben. Dit regiment beschikt over vier compagnies met telkens twaalf zware Vickers .303 mitrailleurs en vormt een onderdeel van de voorhoede van de 3rd Infantry Division van de British Expeditionary Force. De drie overige compagnies van dit bataljon worden opgesteld doorheen de Belgische frontlinie langs de oostrand van Leuven met van noord naar zuid de A, B en C Company.

De Belgen protesteren tegen de aankomst van de Britten in de Sector Leuven en menen dat onze bondgenoten zich buiten hun operatiegebied bevinden, maar daar hebben de aangekomen troepen geen oren naar. Verschillende Britse elementen installeren zich tussen de Belgische linies langsheen de Waversebaan te Heverlee tot aan de spoorwegovergang nabij de Kantien en het Kasteel van Arenberg. De installatie wordt tijdens de voormiddag echter alweer afgebroken wanneer de 3(UK)Div het gebied ten westen van Leuven aanduidt voor zijn eenheden.

Onder deze eerste Britse troepen bevinden zich eveneens twee detachementen van de 17 Field Company Royal Engineers onder leiding van Lieutenant Leggatt en Lieutenant Prendergast. De geniesoldaten verkennen alle spoor- en wegbruggen in de ondersector van 5J en stellen een vernielingsplan op. De rest van de compagnie volgt in hun kielzog om de volgende vernielingen aan te leggen:

  • De brug van de Waversebaan over de spoorlijn Leuven-Waver wordt ondermijnd met 127Kg explosieven in elk van de peilers.
  • De spoorbrug over de Geldenaaksebaan krijgt een lading van 55Kg explosieven in het midden van de brugboog. Er wordt geen tijd vrijgemaakt voor het ondermijnen van de peilers. Onder de brug bevinden zich Belgische Cointet anti-tankhekkens.
  • Onder het brugdek van het wegbruggetje over de spoorlijn aan de Parkweg wordt 45Kg explosieven geïnstalleerd. Net ten oosten van de brug wordt in het weggetje een krater voorbereid met ammonal springstof.

Rond 15u00 wordt Leuven opnieuw vanuit de lucht aangevallen. Ditmaal zijn de Philips fabrieken tussen de spoorlijn Leuven-Waver en de Leuvense ring het doelwit.

Gedurende de ganse dag trekken vluchtende burgers voorbij, op weg naar het veilige westen. Ook de eerste Belgische troepen die terugkeren van het Albertkanaal komen aan te Leuven. Het peloton verkenners is nog steeds op anti-parachutistenopdracht in het achtergebied.

In een poging iets te ondernemen tegen de onophoudelijke luchtaanvallen wordt om 19u00 opdracht gegeven aan commandant 5J om een batterij luchtafweer met 12 mitrailleurs samen te stellen en deze te ontplooien te Egenhoven ten zuidwesten van Leuven.

In de loop van de avond stuurt de 3(UK)Div de vier mitrailleurscompagnies van het 2nd Battalion The Middlesex Regiment terug naar zijn oorspronkelijke posities aan de oostrand van de stad. De divisie behoudt de rest van zijn hoofdmacht ten westen van Leuven.

De 10de divisie bemant nog steeds de sector Leuven aan de K.W. Stelling. De British Expeditionary Force stuurt het gros van de 3(UK)Div naar de Belgische frontlijn langsheen de oostrand van Leuven. Aanvankelijk is het voor de Belgen niet duidelijk of deze troepen hier ook zullen ontplooid worden, maar tijdens de voormiddag besluiten de Britten tot een superpositie op de Belgische linies. De 3(UK)Div ontplooit de 7th Guards Brigade op links en 9th Infantry Brigade op rechts in de ondersectoren van het 5J en het 6J.

Na het middaguur stelt de infanterie van het 2nd Battalion Lincolnshire Regiment zich op in de ondersector van het 5J, versterkt met de reeds aangekomen C Company van het 2nd Battalion The Middlesex Regiment. Het 2Lincs omvat vier fuselierscompagnies. Het hoofdkwartier van het bataljon wordt geïnstalleerd op de Tervuursevest.

Steeds meer Belgische troepen op terugtocht van het Albertkanaal passeren door Leuven. Onder meer mitrailleurs, C47 anti-tankkanonnen en M76 mortieren afkomstig van de 1ste Infanteriedivisie marcheren naar het westen. Tussen de militairen bevinden zich duizenden vluchtelingen op weg naar het westen. Het gerucht loopt dat de vijand op nog geen 20Km van de stad verwijderd is.

Deze foto werd genomen van op de brug van de Tiensesteenweg met zicht op de splitsing van de spoorlijn 36 (Leuven-Luik) links en de spoorlijn 139 (Leuven-Waver) rechts.

Leuven is ondertussen verlaten door een groot deel van de plaatselijke bevolking en er wordt gemeld dat vluchtelingen en terugtrekkende Belgische troepen aan het plunderen zijn. Op vraag van de burgemeester van de stad worden twee patrouilles samengesteld door het 5J om de binnenstad in te trekken en een oogje in het zeil te houden.

De Britse genie zet zijn werkzaamheden verder. De 17 Field Company blokkeert de spoorbundel ter hoogte van de brug van de Tiensesteenweg door een rij treinwagons op elk van de 14 sporen te plaatsen waarvan vervolgens de assen doorgesneden worden met springladingen. In de spoorlijn Leuven-Luik wordt even ten zuiden van de brug een dubbele krater geslagen. Het zuidelijke seinhuis nabij de Tiensesteenweg wordt eveneens met explosieven vernield.. De seincabine van het station van Heverlee wordt met zware hamers aangepakt.

In de loop van de avond wordt het nog drukker op de wegen uit het oosten. In de chaos van de terugtocht weerklinkt regelmatig alarm wanneer vermeende spionnen of saboteurs gesignaleerd worden.

Om 06u50 bereikt het Groot Hoofdkwartier eindelijk een akkoord met het Britse leger: de 10de Infanteriedivisie zal zich tijdens de avond van 13 mei terugtrekken uit Leuven en de Britten zullen de sector overnemen.

Rond dat zelfde tijdstip wordt melding gemaakt van een luchtlanding te Korbeek-Lo. Een patrouille wordt uitgestuurd maar moet onverricht ter zake terug keren.

Tijdens de ochtend worden het eskadron wielrijders en de compagnie T13 van de divisietroepen vooruit gestuurd naar de Demer/Gete-stelling om er versterking te leveren aan het Cavaleriekorps. Het peloton verkenners blijft alleen achter om de bewaking van het achtergebied van het regiment te verzekeren.

Vanaf het middaguur wordt het 5J door de Britten afgelost. Het IIIde bataljon meldt de start van de overgave van zijn stukje frontlijn om 14u20. De Belgische steunpunten ten zuiden van de spoorlijn Leuven-Waver worden niet overgenomen. Ook de bunkers worden niet gebruikt door de Britten omdat hun zware mitrailleurs niet aangepast zijn aan de schietgaten.

Het regiment duidt telkens drie pelotons fuseliers en één peloton mitrailleurs aan van het IIde en het IIIde bataljon die als achterhoede moeten fungeren. Deze detachementen komen tijdelijk onder het bevel van de Britten te staan.

Het 5J draagt om 23u30 zijn ondersector over aan de 3(UK)Div. De jagers zullen zich verplaatsen naar het noordwesten van Leuven en vervolgens de stad verlaten. De ganse 10de divisie moet zich op Zaventem richten. Hierbij krijgen het Iste en het IIIde bataljon Zaventem als bestemming. De twee overige bataljons en de regimentsstaf moeten naar Sint-Stevens-Woluwe.

Het IIde en het IIIde bataljon marcheren af om 01u00 en trekken door de nacht naar Zaventem en Woluwe. Het IIIde bataljon komt rond 07u00 aan te Zaventem. Anderhalf uur later marcheert het IIde bataljon Sint-Stevens-Woluwe binnen.

Het steunpunt Terbank wordt om 08u00 door het Iste bataljon verlaten. Het steunpunt aan de steenweg Leuven-Brussel blijft tot 21u00 bemand. Het detachement van Terbank van Iste bataljon wordt onderweg te Everberg opgemerkt door de Luftwaffe en krijgt een luchtaanval te verwerken. Er vallen geen slachtoffers, maar het detachement loopt vertraging op en komt pas om 15u00 aan te Zaventem.

De achterhoede te Leuven zal tot 22u00 op post blijven.

Het hoofdkwartier van de 10de infanteriedivisie blijft op post te Kortenberg zolang het 5J zich nog te Leuven bevindt.

Rond de middag beveelt het Groot Hoofdkwartier om de zuidflank van de Belgische zone van de K.W. Stelling te beveiligen om niet het risico te lopen omsingeld te worden bij een eventuele Britse terugtrekking. Het 5J en het 1J worden aan deze opdracht toegewezen. Het 5J zal tussen Erps-Kwerps en Herent een naar het zuidoosten gerichte dwarsstelling bezetten. Deze stelling wordt van Herent tot Tildonk verlengd door het 1J. Het IIde en het IIIde bataljon worden op weg gestuurd. Het Iste bataljon blijft in reserve te Sint-Stevens-Woluwe. Het IVde bataljon neemt enkele steunpunten in tussen Woluwe en Erps-Kwerps om de kantonnementen trachten te verbinden met de nieuwe linie in dit laatste dorp.

De opdracht loopt af rond 19u00 en een uur later vertrekken het Iste en het IIde bataljon naar Steenokkerzeel om er te kantonneren. Het IIIde en het IVde bataljon overnachten op hun stellingen.

Een gevechtsgroep van de Jagers te Voet.

Het Belgisch leger zal de K.W. Stelling verlaten en moet zich in drie nachtelijke etappes terugtrekken tot op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Ten zuiden van Oudenaarde zal het Britse leger nieuwe posities bemannen. De uiteindelijke bestemming van de 10de infanteriedivisie wordt de Bovenschelde waar de troepen de sector aan de zuidrand van de Belgische legerzone moeten innemen. Het 5J moet daarbij via Vilvoorde en Wolvertem naar Londerzeel marcheren om hier met vrachtwagens naar Oudenaarde te worden verplaatst. Het Kanaal van Willebroek moet uiterlijk om 22u00 overgestoken worden.

Het regiment blijft de ganse dag op post. Er valt niets bijzonders te melden. De afmars vat aan rondom 18u30. Het IIIde bataljon ligt het verst van Vilvoorde en zal door de ongelooflijke drukte op de wegen er niet in slagen om voor 22u00 de kanaalbrug te bereiken. Alle wegen naar het westen zitten potdicht met vluchtende burgers en terugtrekkende militairen en de enkele Rijkswachters bij de brug te Vilvoorde doen er niets aan om het verkeer te regelen. Kolonel Cayron beveelt enkele van zijn manschappen om bij de brug post te vatten en alle burgerverkeer tegen te houden om prioriteit te geven aan militaire voertuigen en colonnes. Om 21u15 steekt het Iste bataljon als eerste het kanaal over, gevolgd door het IVde en het IIde bataljon. Het IIIde bataljon en de bagage-echelons sluiten de colonnes van het 5J af rondom 23u00.

Het regiment gaat op zoek naar de toegewezen opstapplaatsen op het kruispunt van de baan naar Meise met de baan van Merchtem naar Aalst, maar kan hier geen vrachtwagens vinden. Na een lange zoektocht worden de opstapplaatsen zo’n 3 Km verder teruggevonden. De camions van het Legerautopark zijn echter nergens te bespeuren. De manschappen installeren zich dan maar langsheen de wegen. De paardenkarren en motorvoertuigen worden te Merchtem gegroepeerd.

Rond 03u00 zetten de voertuigen van het bagage-echelon het 5J zich op weg naar Oudenaarde. Omstreeks 09u00 dagen een honderdtal autobussen op die het 5J komen oppikken. De bussen hebben tijdens de nacht nog eerst het 3J verplaatst omdat er niet voldoende voertuigen beschikbaar zijn voor de ganse divisie. Het IIde bataljon vind geen plaats meer en blijft dan ook ter plekke, met het uitdrukkelijke bevel om niet langer te wachten dan 17u00 alvorens te voet verder te trekken.

Gedurende de dag wordt het gros van het regiment met vrachtwagens in een ruk verplaatst tot achter de Bovenschelde bij Oudenaarde. De tocht wordt evenwel regelmatig onderbroken door luchtalarm. Het duurt dan ook enige uren eer de colonnes Oudenaarde kunnen bereiken. Het divisiehoofdkwartier is intussen te Kruishoutem ontplooid.

Het IIde bataljon verlaat zijn wachtplaats stipt om 17u00 en zet zich bij gebrek aan transport te voet op weg. Kolonel Cayron heeft intussen de weinige vrachtwagens van het regiment laten afladen en teruggestuurd om het IIde bataljon tegemoet te komen. Zo kunnen enkele detachementen toch een lange mars gespaard worden. De laatste pechvogels van het IIde bataljon marcheren om middernacht Oudenaarde binnen.

Het 5J gaat met de rest van zijn divisie in stelling aan het zuidelijke eind van nieuwe Belgische verdedigingslinie die zich nu van Terneuzen over Gent tot Oudenaarde uitstrekt. De divisie wordt opgesteld tussen Gavere en Oudenaarde, met het 3J op links, 5J op rechts en het 6J in reserve. De divisie wordt op zijn beurt aan de linkerflank ondersteund door de Belgische 9de infanteriedivisie terwijl rechts de Britse 44th Infanrty Division aansluit.

Het 5J is rond het middaguur gestart met de inname van zijn ondersector rond de dorpen Heurne en Eine. De linies van het 5J beginnen 200 m ten noorden van de spoorbrug van de lijn Oudenaarde-Aalst en lopen tot aan tot aan de dorpsrand van Heurne:

  • Het IIde bataljon neemt de rechterflank in met de 6de en de 7de compagnies in eerste lijn. De 6de compagnie verzorgt de verbinding tussen het Belgische en het Britse leger en bezet samen met een Brits detachement zijn stellingen om een degelijke connectie te verzekeren. De commandopost van het bataljon staat te Eine.
  • De 1ste, 2de en 3de compagnies van het Iste bataljon bezetten het middengedeelte van de ondersector. De commandopost van dit bataljon ligt aan kilometerpaal 17 van de baan van Eine naar Gent
  • De 11de, 10de en 9de compagnies van het IIIde bataljon liggen op links. Dit bataljon installeert zijn commandopost in de toren van de kerk van Heurne.
  • Majoor Lievezoons beveelt het tweede echelon dat gevormd wordt door de 5/II/5J en de 6/II/6J.
  • Het ravitailleringsechelon wordt eerst te Wannegem-Lede opgesteld en dan verhuisd naar de linkeroever van de Leie nabij Ingelmunster.
  • De I/10 levert directe vuursteun van uit Ruibroek; de II/10A vanuit Marolle.
  • Commandant Charlier van de 4de compagnie wordt verantwoordelijk voor de voorposten op de rechteroever van de Schelde, met vier pelotons fuseliers, één peloton mitrailleurs en vier anti-tankkanonnen. De voorposten worden rond Welden opgesteld.

De verbinding met de Britten verloop wederom moeizaam. Bovendien willen onze bondgenoten de bruggen over de Schelde opblazen zonder de terugkeer van de Belgische voorhoede af te wachten. De commandant van de 10de divisie komt tussenbeide en overtuigt de Britten om te wachten met de vernielingen.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Het nieuwe Belgische front over het Kanaal van Terneuzen, het Bruggenhoofd van Gent en de Bovenschelde tot Oudenaarde is nu min of meer compleet. Ook de laatste Britten zijn nu aangekomen en klaar voor de actie. De 10de infanteriedivisie wordt aangehecht bij het VIIde legerkorps.

De uitbouw van de stellingen gaat verder bij het 5J, maar wordt bemoeilijkt door een algemeen gebrek aan prikkeldraad. Majoor Weve van het IIIde bataljon heeft inmiddels een geïmproviseerde verbinding met de regimentsstaf weten op te zetten met reisduiven uit de duiventil van een verlaten huis te Heurne. Na enige proeven blijken de duiven voldoening te geven: de gevleugelde dieren kunnen de 3 Km tussen de commandoposten van het IIIde bataljon en van het regiment afleggen in een viertal minuten.

Rond 11u00 duiken de eerste Duiste vliegtuigen op en volgt een beperkte luchtaanval op de stellingen. Omstreeks 16u00 wordt Eine vanuit de lucht aangevallen. Intussen is het waterpeil op de Schelde al zo danig gedaald dat een te Eine gezonken binnenvaartschip opnieuw boven water is komen te steken en een loopbrug tussen de beide oevers vormt. De Belgen maken zich zorgen over de lage waterstand.

Die avond wordt gemeld dat er te Gavere prikkeldraad kan afgehaald worden, maar de jagers kunnen door een gebrek aan transportmiddelen geen gehoor geven aan dit aanbod.

Omstreeks 20u30 tenslotte worden de laatste voorposten teruggeroepen en tot binnen de hoofdlinies op de linkeroever gebracht. De Belgen blijven wel samen met de Britten patrouilles uitsturen naar de vijandelijke oever. Tot op 2 Km van de Schelde worden echter geen Duitsers ontdekt.

Tijdens de ochtend ontdekt een Belgische patrouille van het 3J de eerste Duitse eenheden op de andere oever van de Schelde. Ook voor de linies van het 5J te Heurne en Eine dagen de eerste vijanden op.  Het is de voorhoede van de 30. Infanterie-Division die tegen de avond wil aanvallen ten noorden van Oudenaarde met zijn 6. Infanterie-Regiment, en ten zuiden van de stad met het 46. Infanterie-Regiment, om alzo twee bruggenhoofden te vormen voor het vervolg van de opmars. Gedurende de ganse dag bestookt het 10A de Duitse stellingen.

Rond 17u00 breekt een hevig bombardement los op de posities van het I/ en het III/3J, waarbij grote verliezen geleden worden. Het peloton van onderluitenant Burton aan de brug van Zingem wordt vernietigd. Dan volgt een aanval van 2 bataljons van het Duitse 6de infanterieregiment onder de dekking van een rookgordijn. Het III/3J gaat in de tegenaanval waarbij hun bevelhebber Majoor Collin omkomt.

Ook op de linies van het 5J te Heurne en Eine vallen de eerste Duitse artilleriegranaten, echter zonder verdere gevolgen. De vijand onderneemt hier een schuchtere poging om met bootjes de rivier over te steken, maar wordt makkelijk afgeslagen en besluit om zijn inspanningen te concentreren in de ondersector van het 3J.

Hier zijn tegen 21u45 de verliezen bij de 2de compagnie van het 3J zo groot dat de eenheid het lijkt te begeven. De Belgische artillerie opent een geconcentreerd vuur tot binnen de veiligheidsperimeter van de eigen troepen. Majoor Lefebvre van het Iste bataljon van het 3J stuurt brengt een peloton van de 1ste naar de 2de compagnie en slaagt er in de Duitse opmars te stuiten. Omdat het nu reeds donker is, dringen de Duitsers niet meer aan.

Tijdens de nacht wordt het peloton verkenners van het 5J samen met het eskadron wielrijders van de 10de Infanteriedivisie opnieuw gevraagd om patrouilles naar de rechteroever uit te sturen.

De Belgische artillerie start rond 03u00 een nieuw bombardement op de Duitse troepen die in de buurt van Oudenaarde reeds de Schelde zijn overgestoken.

De 6de compagnie van het 6J rukt op vanuit het tweede echelon naar de ondersector van het 3J en zuivert hierop de reeds door de vijand veroverde rivierbocht te Zingem. De Duitse troepen nemen opnieuw defensieve stellingen in aan de oostkant van de Schelde. De invaller beslist daarop zijn 26ste infanterieregiment naar het zuiden van Oudenaarde te sturen waar door het 46ste infanterieregiment reeds een beperkt bruggenhoofd is geslagen te Petegem ten nadele van de Britten.

Bij het 5J blijft het buiten sporadisch artillerievuur relatief rustig. Ten zuiden van Oudenaarde wordt in de Britse zone steeds heviger over een weer geschoten.

Even voor 18u00 hernemen de Duitsers hun infanterieaanval op het 5J. Opnieuw worden de oversteekpogingen relatief makkelijk afgehouden. De vijand blijft vanuit Ename de Belgische linies bestoken.

De divisie blijft voorlopig ter plekke. Het eskadron wielrijders van de divisie neemt Wannegem-Lede in om de wegen rondom Kruishoutem veilig te stellen.

De 10de Infanteriedivisie is nog steeds betrokken bij schermutselingen om de Duitsers, die nu ten zuiden van Oudenaarde op de linkeroever van de Bovenschelde staan, te beletten naar het noorden door te dringen.

Wanneer Petegem ingenomen wordt en Wortegem bedreigd wordt, trekken de Britten zich terug van de Scheldeoever te Oudenaarde. Zonder overleg met de Belgen verplaatsen de Engelsen rond het middaguur hun frontlinie zo’n 3 Km westwaarts.

De 5de compagnie wordt daarop van het tweede echelon naar de frontlinie gestuurd om snel een dwarsstelling op te werpen om een eventuele omsingeling door de Duitsers te bemoeilijken. Rondom 15u00 wordt deze linie verlengd met ondersteuning van het ter hulp gestuurde 16Li.

Rond 19u00 tenslotte volgt het bevel tot terugtocht naar Ingelmunster en Roeselare. Het regiment zal om 21u00 afmarcheren. Een achterwacht zal op post blijven tot 23u00. Deze achterwacht bestaat uit de 11de compagnie aangevuld met een half dozijn pelotons uit de 2de, 3de, 6de, 7de en 9de compagnies en enkele mitrailleurs en anti-tankkanonnen. Het peloton verkenners tenslotte moeten van hun fietsen gebruik maken om als hekkensluiters te fungeren en zullen als laatste terugtrekken. Het regiment laat 41 doden, gewonden en vermisten achter aan de Schelde.

Het 5J trekt zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei terug naar de Leie. Het regiment komt om 07u00 aan te Ingelmunster. De achterwacht bereikt de stad rondom 10u30. Na een korte pauze wordt om 19u00 verder gemarcheerd naar Roeselare.

De 10de infanteriedivisie gaat rond Roeselare in reserve, maar moet drie van de vier bataljons van het 6J afstaan aan de 8ste Infanteriedivisie om aldaar het het 21Li te versterken. Het divisiehoofdkwartier wordt geopend te Pittem. De divisie gaat over naar het IVde legerkorps. De Jagers te Voet vernemen ook dat hun 10de infanteriedivisie verantwoordelijk wordt voor de verdediging van de Mandelbeek tussen Roeselare en Izegem.

Merkschets van de posities van het 5J tussen Ledegem en Sint-Eloois-Winkel.

Tijdens de voormiddag blijft het 5J op zijn nieuwe stellingen ten zuiden en ten oosten van Roeselare. De manschappen bouwen Roeselare uit tot een groot anti-tankcentrum.

Het IVde legerkorps heeft de 1ste en 3de infanteriedivisie opgesteld langsheen de oevers van de Leie rond Kortrijk. Deze divisies worden de ganse dag gebombardeerd met het oog op een nakende aanval over de rivier. De Duitsers steken die namiddag reeds ten zuiden van Kortrijk de Leie over en willen onmiddellijk een doorbraak forceren te Bissegem en doorstoten tot aan het vliegveld van Wevel­gem. Er wordt een brede bres geslagen in het Belgische Leiefront van zo’n 4 Km breed en 3 Km diep.

Het Belgische opperbevel stuurt daarom de 10de Infanteriedivisie zo snel mogelijk naar de meest bedreigde sector rond Sint-Katharina en Heule. De verplaatsing gebeurt met vrachtwagens van het Groot Hoofdkwartier. De divisie gaat in stelling langs de lijn Lendelede, Rollegem-Kapelle, Sint-Eloois-Winkel en Ledegem. De Belgen willen er op die manier de opening tussen de 1ste en de 3de infanteriedivisies dichten.

De installatie van het 5J tussen Ledegem en Sint-Elooi-Winkel is nog voor middernacht voltooid:

  • Het IIde bataljon gaat op links tussen Sint-Elooi-Winkel en Rollegem-Kapelle en plaatst de 5de en de 6de compagnie in de eerste linie
  • Het Iste bataljon neemt de centrale zone rond Rollegem-Kapelle in en positioneert de 2de en 3de compagnies vooraan en de 1ste compagnie in steun. Te Rollegem-Kapelle bevindt zich eveneens een C75TR kanon van de artillerie dat met vlakbaanvuur als geïmproviseerd anti-tankkanon zal fungeren.
  • Het IIIde bataljon sluit aan op rechts rond Ledegem en duidt de 9de en de 10de compagnies aan voor de eerste linie, met de 11de compagnie in steun
  • Het I/6J vormt de strategische reserve op enige afstand ten noorden van deze linie
  • Ten zuidwesten van deze positie worden eenheden van de Belgische cavalerie verwacht die richting Geluwe de linies moeten vervolledigen om zo het front in stand te houden en geen opening in de verdediging te laten vallen

Tijdens de nacht werkt het 5J zo snel mogelijk verder aan het inrichten van zijn nieuwe stellingen. De eerste cavaleristen arriveren op de rechterflank van het regiment, maar het IIIde bataljon is bijzonder verontrust over de opening van zo’n 800m die er blijkt te zijn ten zuidwesten van Ledegem. De verbindingspost met de cavaleristen slaagt er niet in om het gat in de linies te dichten. Rond 11u00 komt een detachement aan van het 2Cy ten zuidwesten van Ledegem, maar ook deze aflossing brengt geen soelaas en de rechterflank van het regiment blijft onvoldoende gedekt.

Tijdens de namiddag stuurt het IIIde bataljon patrouilles uit in de richting van de vijand. Rond 17u00 komen de verkenners terug zonder alarmerend nieuws. Nog geen uur later vallen echter de steunpunten van de 10de compagnie onder vijandelijk vuur en breken de eerste gevechten uit. Er wordt onmiddellijk vuursteun gevraagd aan de artillerie en aan de compagnie mortieren M76. Ook bij de twee overige bataljons hebben de eerste vijanden dan reeds de Belgische linies bereikt en zijn schermutselingen uitgebroken.

Het zwaartepunt van de Duitse aanval op het 5J ligt tussen Ledegem en Rollegem-Kapelle. Te Ledegem kan het IIIde bataljon de vijand aanvankelijk afhouden, maar rond Rollegem-Kapelle kunnen de Duitsers snelle vorderingen maken onder dekking van een rookgordijn dat op de stellingen van het Iste bataljon is neergelegd. Bij de 3de compagnie slagen enkele vijandelijke stoottroepen er in om de Belgische linies te bereiken. Wanneer een boerderij in de linies van de 3de compagnie in brand geschoten wordt en een Vickers trekker van een C47 kanon een voltreffer krijgt, ontstaat er even paniek in de rangen. Een peloton van de compagnie vlucht weg naar achteren en laat enkele soldaten achter die gevangen worden genomen. De Duitsers voeren bovendien een 37mm antitankkanon mee en kunnen onmiddellijk vuursteun leveren bij hun aanval.

Even voor 16u30 wordt een dubbele tegenaanval op poten gezet: een peloton van de 1ste compagnie zal op de flank versterkt worden met een ad-hoc samengesteld detachement uit enkele van de gevluchte militairen en manschappen van de bataljonsstaf. De Duitsers gaan er al snel weer vandoor en verlaten de Belgische linies. Daarbij worden één auto, twee motorfietsen, één 37mm kanon en een hele hoop uitrusting achtergelaten.

De infanterie van de 10de divisie is volop betrokken bij gevechten met de oprukkende vijand op de lijn Izegem – Sint-Eloois-Winkel – Ledegem. De Jagers te Voet trachten zo lang mogelijk stand te houden op elke nieuwe positie om de Duitse opmars naar Roeselare te blokkeren. De rechterflank van de divisie wordt gedekt door het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers. Op links wordt dekking geleverd door het I/6J en het eskadron wielrijders van de divisie, aangevuld met de restanten van de compagnie T13 van de divisie en de manschappen van het 8ste Bataljon Genie.

Rond de middag trekt de divisie zich volledig terug achter de baan Izegem – Sint-Eloois-Winkel.

De 10de infanteriedivisie voert nog steeds verwoede pogingen om de Duitse opmars te stuiten.

Het 5J is nog steeds in contact met de Duitsers in de buurt van Ledegem, met alle bataljons in lijn van net ten zuiden van Sint-Eloois-Winkel tot over de spoorlijn Roeselare-Menen nabij Dadizele. De linies zijn enigszins verlengd moeten worden nadat het 2Cy Dadizele verliet. Het I/6J is naar voren gestuurd om een tweede echelon te bemannen onmiddellijk achter de frontlijn van het 5J.

De vijand tracht op te rukken via de Menensesteenweg richting Dadizele en bedreigt het steunpunt van het III/5J in deze zone. Rondom 15u00 dreigt Dadizele te vallen en wordt het duidelijk dat de linies van het 5J met omsingeling bedreigd worden. De Belgen moeten zich terugtrekken tot achter de spoorlijn van Dadizele naar Ledegem en tot in de dorpskern van Ledegem zelf. Bij de 10de compagnie wordt de situatie bijzonder problematisch. De stellingen moeten er halsoverkop verlaten worden en de gewonden worden achtergelaten in de hoop dat de Duitsers er voor zullen zorgen. Gelukkig kan de Belgische artillerie rond 19u00 de zuidrand van Ledegem onder dicht vuur nemen en zo de val van het dorp vermijden.

Aan de linkerflank van het 5J heeft intussen het 3J zich teruggetrokken. Het 1Gr komt die namiddag aan ten zuiden van Roeselare en werkt er aan een opvangstelling voor de terugtrekkende Jagers.

Om 20u00 verspreid de 10de infanteriedivisie het bevel tot de aftocht naar Roeselare. De frontlinies moeten vanaf 22u00 verlaten worden. Het Iste en het IIde bataljon kunnen zonder veel problemen het contact verbreken. Het IIIde bataljon is de Ledegem echter nog steeds in gevechten verwikkeld en slaagt er slechts met moeite in om de 9de en 10de compagnies aan de vijand te onttrekken. Majoor Lievezoons vormt de achterhoede met telkens één peloton van elke compagnie. Hij wordt nog ondersteund door twee artilleriebatterijen.

Rond 01u00 zijn de laatste Jagers te Voet in volle aftocht naar Roeselare. Vooral het IIIde bataljon heeft heel wat materieel moeten achterlaten rond Lendelede. Het ganse regiment heeft in de gevechten van de vorige dag een honderdtal doden, gewonden en vermisten moeten achterlaten. De laatste detachementen van het regiment komen rond 07u00 aan te Roeselare.

De Grenadiers bezetten bij de terugkeer van de 3J, 5J en 6J reeds een stelling langsheen de zuidrand van Roeselare. Na de aankomst van de Jagers te Voet worden de linies ten zuiden van Roeselare enigszins herschikt. De Grenadiers graven zich in nabij het Kasteel van Rumbeke en het Sterrebos, met hun Iste en IIIde bataljon in eerste lijn. Op hun linkerflank bevindt zich het gros van het 3J, terwijl het 5J rechts aansluit langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper. Vanaf de middag is het regiment als volgt opgesteld:

  • het Iste bataljon bezet de linkerflank met de 1ste en 2de compagnies vooraan en de 3de compagnie in steun. Dit bataljon sluit aan bij de linies van het 1ste Grenadiers
  • het IIde bataljon ligt in het midden met de 6de en de 7de compagnies in eerste linie, ondersteund door de 5de compagnie
  • het IIIde bataljon tenslotte ligt op rechts met de gehavende 9de, 10de en 11ste compagnies op een enkele linie. Dit bataljon lost de IIde Groep van het 4L af en sluit aan bij de Iste Groep van dit regiment die vanaf het Vierkavenbos de bezetting van de spoorlijn Roeselae-Ieper overneemt.
  • achter deze drie bataljons is een tweede echelon gevormd door het I/6J en het II/3J
Opstelling van het 5J ten noorden van de Iste Groep van het 4L op 27 mei.

Opstelling van het 5J ten noorden van de Iste Groep van het 4L op 27 mei.

Hevige gevechten breken uit aan het Kasteel van Rumbeke. Het 1ste Grenadiers en 3de Jagers te Voert verdedigen zich hardnekkig en slagen er in om de opmars van de troepen van de Duitse 19de infanteriedivisie tegen te houden. Buiten artilleriebeschietingen, blijft het 5J gespaard van deze actie.

Die avond krijgt het ganse IVde legerkorps de toestemming zich indien nodig terug te trekken op de lijn Roeselare-Ardooie-Koolskamp. Het 5J blijft voorlopig op post.

Het 5J ligt nog steeds in stellingen langsheen de zuidwest-rand van Roeselare wanneer het regiment rond 05u30 het nieuws van de overgave verneemt.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
10/IIIBEKAERTThéophileSdtMil3218.09.1912Charleroi08.06.1940Brussel
OnbekendBULTIELLEArthur, L.SdtMil3302.11.1913Marchienne-au-Pont11.05.1940Heverlee
11/IIICHAUFOUREAUAlphonse, A.SdtMil3420.05.1914Marcinelle10.05.1940Leuven
OnbekendDESMEDTMauriceSdtMil2026.09.1900Kortrijk21.05.1940Fruges (F)
14/I DUPUISPaul, O.A.LtAct21.08.1911Hautrage10.05.1940Plancenoit
OnbekendLAGNEAUXGeorgesSdtMil3407.11.1914Marbaix (F)12.05.1940Heverlee
OnbekendLAHAYEAlfred, A.J.KplMil3510.10.1915Saulnières (F)04.06.1940Brugge
10/IIILANGEPaul, L.T.AdjtMil3805.02.1919Spa27.05.1940Ledegem
8/IIMARCHALGaston, M.J.SdtMil3406.07.1914Liège11.05.1940AarschotOverleden in MCC van het II/LK te Aarschot
StafMORDANTVital, C.SdtMil3526.07.1915Jumet26.05.1940Ledegem
OnbekendNOELJoachim, R.L.SdtMil3304.04.1913Montignies-sur-Sambre27.05.1940Ledegem
OnbekendPAIRONValère, J.J.SgtMil3225.01.1911Marcinelle22.05.1940Rollegem-Kapelle
StafPHILIPPEMarius, C.J.KplMil2807.02.1908Châtelet26.05.1940Rollegem-Kapelle
7/IIPLANCHECharles, L.J.LtRes08.10.1911Lodelinsart22.05.1940Eine
OnbekendSIMONHenri, E.G.SdtMil3908.11.1919Marche-en-Famenne25.05.1940Ledegem
OnbekendSIMONSJoseph, F.SdtMil3503.02.1915Gilly11.05.1940Leuven
OnbekendSOETENSAlbert, A.SdtMil3406.10.1914Ressaix13.05.1940Leuven
StafSONDRONJoseph, J.A.OLtRes26.10.1910Charleroi16.05.1940Lillois-Witterzée
OnbekendVAN DEN BERGHEJoseph, E.SdtMil3327.08.1913Dampremy10.05.1940AarschotOverleden in MCC van het II/LK te Aarschot

Bibliografie en Bronnen

  1. Verslag Kolonel Cayron, Dossier 5de Regiment Jagers te Voet, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  2. Velddagboek 17 Field Company Royal Engineers, National Archives.
  3. Velddagboek 2nd Battalion The Middlesex Regiment, National Archives.