Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen | VOC LT
Centre de Renforcement et d’Instruction des Troupes Légères | CRI TL
Type Versterkings- en Opleidingsdivisie
Ontdubbeld van Cavaleriekorps
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingstroepen
Bevelhebber Kolonel Res Arthur Matthieu
Standplaats Etterbeek
Samenstelling Staf
  7de Gemotoriseerd Regiment
  5de Regiment Karabiniers-Wielrijders

Tijdens de mobilisatie

Staf VOC/LT
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. De dienstplichtigen die behoren tot de eerste helft van de klas ’40tevens de laatst opgeroepen dienstplichtigen voor de start van de oorlog, worden samengebracht in Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s). Zo wordt het Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen VOC/LT in maart 1940 opgericht als een eenheid op niveau Divisie die twee Versterkings- en Opleidingsregimenten van de cavalerie groepeert. Alle VOC’s stonden onder het bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-Major des Troupes de Renfort et d’Instruction – EM/TRI) die zich tot aan het uitbreken van de oorlog in de Etterbeekse kazerne baron de Witte de Haelen bevond

Kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen te Etterbeek.

Het Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen (VOC/LT) beschikt in tegenstelling tot de VOC’s van de infanterie over slechts twee regimenten. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van de cavalerie zijn wel merkelijk groter dan die van de infanterie en beschikken ook over hun eigen Schoolcompagnie (Schooleskadron). De Versterkings- en Opleidingsregimenten van het VOC/LT zijn samengesteld uit meerdere Bataljons (Groepen) Instructie met de nog niet opgeleide jonge rekruten van de lichting 40 en meerdere Bataljons (Groepen) Versterking die moesten instaan voor het opvangen van oudere reservisten die pas zullen worden opgeroepen vanaf de afkondiging van de algemene mobilisatie bij de start van de vijandelijkheden. Het VOC/LT wordt bevolen door Kolonel van de Reserve Matthieu.

De twee Versterkings- en Opleidingsregimenten van het VOC/LT bevinden zich tijdens de mobilisatie in volgende kantonnementen:

  • Staf VOC/LT in de Kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen [1] te Etterbeek samen met de EM/TRI;
  • 5de Regiment Karabiniers-Wielrijders (5Cy) in de kazerne Hertog van Brabant te Brussel (oftewel Sint-Janskazerne) [2];
  • 7de Gemotoriseerde Regiment (7Mo) bevindt zich eveneens in de Kazerne baron de Witte de Haelen te Etterbeek.

De eerste helft van de miliciens van de klas 40 worden vanaf februari 1940 onder de wapens geroepen en vervoegen in maart de Bataljons Instructie van hun respectievelijke Versterkings- en Opleidingsregimenten. De Bataljons Versterking bestaan op dat ogenblik enkel uit kaderleden. Het VOC/LT groepeert de dienstplichtigen en reservisten die zullen dienen als aanvullingen voor het 1ste en het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders evenals voor hun ontdubbelingsregimenten 3Cy en 4Cy en voor de verschillende regimenten Gidsen, Lansiers en Jagers te Paard.

Kasteel Sint-Anna te Watermaal, alarmkantonnement van de EM/TRI en het HK van het VOC/LT.

Staf VOC/LT
Rond 01u00 geeft de Staf VOC/LT het bevel aan zijn eenheden zich klaar te maken om bij het aanbreken van de dag op 10 mei vooraf verkende alarmkantonnementen in te nemen aan de rand van Brussel. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het VOC/LT zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. Ook de Staf VOC/LT nam zijn voorzorgsmaatregelen en verhuist samen met de EM/TRI bij eerste klaarte naar zijn alarmkantonnement in het Sint-Annakasteel [3] op de grens van Watermaal-Bosvoorde en Oudergem. Dit in 1902 gebouwde landgoed wordt ook aangeduid als Chateau Waucquez. Enige tijd later wordt de kazerne de Witte met brandbommen gebombardeerd. Bij het aanbreken van de dag bevinden de staf en de eenheden zich op volgende locaties:

  • De Staf VOC/LT in het Sint-Annakasteel te Watermaal (Oude Molenstraat 103);
  • Het 5Cy neemt een alarmkantonnement in te Dilbeek;
  • Het 7Mo neemt een alarmkantonnement in te Watermaal-Bosvoorde en het Ter Kameren bos

Om 06u00 wordt naar aanleiding van de Duitse inval de algemene mobilisatie afgekondigd waardoor de oudere reservisten en vrijgestelden worden opgeroepen om de regimenten van het VOC te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om uit te wijken naar oorlogskantonnementen die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van de VOC’s bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement ver verwijderd van de vijandelijkheden, om er de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten.

  • Het voorziene oorlogskantonnement voor het 5Cy is de streek van Waasmunster;
  • Het voorziene oorlogskantonnement voor het 7Mo is de streek van Sint-Niklaas en Hamme.

Gedurende de rest van de dag maken de regimenten zich klaar voor de verplaatsing naar hun oorlogskantonnementen in Oost-Vlaanderen.

Oorlogskantonnementen van het VOC/LT nabij Hamme.

Staf VOC/LT
De staf verplaatst zich gedurende de dag langs de weg naar Hamme. Ook de eenheden verplaatsen zich naar hun oorlogskantonnementen.

  • Het 5Cy vertrekt naar zijn voorziene standplaats te Waasmunster. Alle motorvoertuigen worden de baan op gestuurd, samen met de manschappen die over een fiets beschikken. De ongeveer vijfhonderd manschappen die zich te voet dienen te verplaatsen worden in het rangeerstation Schaarbeek-Josaphat [4] aan boord van een goederentrein geladen en rijden met de trein naar Waasmunster.
  • De manschappen van 7Mo worden vanuit Watermaal-Bosvoorde naar het Zuidstation gedirigeerd en samen met hun voertuigen en materieel aan boord gebracht van enkele klaarstaande treinstellen. Het regiment verlaat Brussel en komt die zelfde dag nog aan te Sint-Niklaas en Hamme.

Staf VOC/LT
De Staf VOC/LT krijgt in tegenstelling tot de andere Versterkings-en Opleidingscentra een waarschuwingsorder dat ze naar Frankrijk zullen moeten vertrekken. Het vroegtijdig lekken van het plan om naar Frankrijk te verhuizen ligt waarschijnlijk bij het feit dat de Staf van het VOC/LT zich tijdens de mobilisatie in de kazerne de Witte te Etterbeek bevond samen met de EM/TRI en nadien profiteerde van de gelegde contacten met dit HK. De regimenten van het VOC/LT zullen van deze voorkennis gebruik maken om de reis naar Frankrijk tijdig voor te bereiden.

Op 12 mei komt ook het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Cavalerie (CISLC) toe te Hamme om er in te kwartieren. Dit opleidingscentrum werd op 10 mei opgericht uit de restanten van de Ruiterijschool van Brasschaat.

Staf VOC/LT
Het Groot Hoofdkwartier (GHK) bevestigd nu officieel dat rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid naar Frankrijk zullen worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van hun VOC om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons naar Frankrijk geëvacueerd, konden ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de Achttiendaagse veldtocht terug aan te vullen.

De verplaatsing naar Frankrijk was totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7de Franse Leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [5]. Het bevel om de Versterkings- en Opleidingsregimenten naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Staf VOC/LT
De regimenten maken zich klaar om naar Frankrijk te vertrekken.

  • Het 5Cy wordt opgesplitst in drie detachementen, het detachement te voet zal op 15 mei als eerste per trein vertrekken uit Waasmunster, het detachement wielrijders is gepland om met een tweede treinstel uit Waasmunster te vertrekken terwijl de staf van het regiment en de diensten zich langs de baan naar Frankrijk zullen begeven.
  • Het 7Mo wordt in twee detachementen opgedeeld; het gros vertrekt nog op 14 mei vanuit het station van Hamme aan boord van vier treinen. De wielvoertuigen van het regiment vertrekken initieel naar Adinkerke waar ze zullen overnachten. Het is de bedoeling dat ze de volgende dag zullen doorrijden naar St-Omer om er op een trein geladen te worden.

Aangezien het CISLC opdracht gekregen had om zich naar Oostduinkerke te begeven gaan ze op 14 mei aan boord van één van de vier treinen van het 7Mo. De treinreis gaat via Gent en Veurne naar Adinkerke. Wanneer deze trein ‘s avonds Adinkerke passeert zonder te stoppen zit er voor het personeel van het CISLC niets anders op dan mee te sporen met het 7Mo tot in Zuid-Frankrijk.

Staf VOC/LT
Nadat de nodige schikkingen getroffen zijn voor het transport van de regimenten verlaat de staf Hamme om 15u00. Langs de baan rijden ze naar Adinkerke waar ze ‘s avonds nog toekomen. De verplaatsing van de regimenten verloopt niet helemaal zoals gepland.

  • De verschillende treinen van het 7Mo rijden Frankrijk binnen en bereiken achtereenvolgens Duinkerke, Bergues, Haezebrouck en Arras. De manschappen reizen in goederenwagons en worden bovendien onderweg niet bevoorraad. Iedereen moet het stellen met zijn veldfles en oorlogsbeschuiten.
  • Het detachement te voet van 5Cy vertrekt pas om 18u00 van uit het station Waasmunster. De tweede trein, voor het transport van het detachement per fiets, wordt geschrapt en de Staf VOC/LT moet een nieuwe regeling uitwerken. Het detachement per fiets krijgt opdracht vanuit Adinkerke dat zij zich gedurende de nacht per fiets naar Zele moeten verplaatsen om in het station van Zele op de trein gezet te worden.
  • In Adinkerke wordt een overnachtingsplaats geregeld voor de colonnes wielvoertuigen van de Staf VOC/LT, van het 5Cy en het 7Mo.
  • Het detachement voertuigen van het CISLC wordt vanuit Oostduinkerke doorgestuurd naar Adinkerke om er de colonne van het 7Mo te vervoegen. Aangezien het personeel te voet zich op de trein van het 7Mo bevindt worden de voertuigen dan maar nagestuurd en aangehecht aan de colonne wielvoertuigen van het 7Mo.

Staf VOC/LT
‘s Morgens vroeg vertrekt de staf naar Saint-Omer waar de wielvoertuigen van de Staf, 5Cy en 7Mo op de trein geladen moeten worden. Een verbindingsofficier wordt achtergelaten in Adinkerke om de rest van de voertuigen van beide regimenten op te vangen en door te sturen naar St-Omer. Eens aangekomen in het station van St-Omer verneemt Kolonel Res Matthieu dat het inschepen van de voertuigen niet kan doorgaan en dat de colonnes moeten worden doorgestuurd naar Duinkerke waar treinen zouden beschikbaar zijn. Via de verbindingsofficier in Adinkerke worden de eenheden verwittigd dat ze zich naar Duinkerke moeten begeven.

  • De treinen van het 7Mo zetten hun moeizame reis door Frankrijk verder via Rouen en de stad Angers, op zo’n 300 Km ten zuidwesten van Parijs. Hier worden de manschappen een eerste keer bevoorraad. De volgende dagen gaat de reis verder via Saumur, Bordeaux en Toulouse tot op 19 mei Argelès-sur-Mer bereikt wordt.
  • Het detachement voertuigen van 7Mo wordt vanuit Adinkerke doorgestuurd naar St-Omer waar ze op de trein zullen gezet worden. In Saint-Omer is geen trein beschikbaar waarna de voertuigen worden doorgestuurd naar Duinkerke. Ook hier wordt geen trein beschikbaar gevonden om de voertuigen op te laden en de colonne krijgt opdracht door te rijden tot Narbonne.
  • Het detachement per fiets van 5Cy vertrekt in de vroege ochtend per trein uit Zele en spoort naar Adinkerke.
  • De colonne motorvoertuigen van de Staf/5Cy verlaat Waasmunster en zet koers naar Adinkerke waar ze rond 18u00 aankomen. Ze worden door de verbindingsofficier van de Staf VOC/LT onmiddellijk doorgestuurd naar Duinkerke om er op een trein geladen te worden.

Staf VOC/LT in Frankrijk
Wanneer blijkt dat ook in Duinkerke geen treinen meer beschikbaar zijn voor de wielvoertuigen besluit de staf om langs de weg het zuiden te bereiken. De Staf geeft de nodige richtlijnen aan het 7Mo om zich naar Narbonne te begeven. Voor 5Cy lag het enigszins moeilijker. Aangezien de trein met het detachement per fiets de Belgisch-Franse grens nog niet overgestoken had kon de colonne wielvoertuigen nog niet naar het zuiden vertrekken. Ze nemen een kantonnement in te Bourbourg ten zuiden van Duinkerke waar ze zullen wachten tot het detachement per fiets Duinkerke bereikt. Na de nodige orders gegeven te hebben voor de verdere doortocht naar het zuiden vertrekt de colonne van de Staf VOC/LT via Abbeville, Rouen, Mantes-la-Ville, Orléans, Montluçon, Aurillac, Millau en Narbonne naar Montpellier waar ze op 21 mei toekomen.

Staf VOC/LT in Frankrijk
De staf zet zijn tocht langs de baan verder en kent geen noemenswaardige moeilijkheden op de reisweg naar het zuiden. Ook de vier treinen met aan boord het 7Mo vorderen langzaam maar gestaag richting zuiden. 5Cy ondervindt echter meer moeilijkheden:

  • De trein, die op 15 mei uit Waasmunster vertrok met aan boord het detachement te voet van 5Cy, trekt tergend traag door Frankrijk. Vanuit Waasmunster zijn ze doorgereisd via Gent naar Brugge, Kortrijk, Roeselare en Saint-Omer om uiteindelijk in Calais toe te komen. De bevoorrading is amper voldoende en de manschappen ondergaan de verschrikkelijke treinreis.
  • De trein, die op 16 mei uit Zele vertrok met aan boord het detachement per fiets van 5Cy, komt om 10u00 toe te Duinkerke en wordt er door de Franse autoriteiten tegengehouden. Het detachement moet uitstijgen waarop de detachementscommandant beslist om per fiets verder te reizen naar Bourbourg waar zich de staf en de colonne wielvoertuigen van het regiment bevindt. De wielrijders vervoegen tegen de avond de motorcolonne te Bourbourg. De colonne motorvoertuigen zal vanaf nu samen reizen met het detachement wielrijders per fiets.

Het kamp van Argeles

Camp d’Argelès waar onder meer het 7Mo enkele dagen verbleef vooraleer naar Lunel te vertrekken.

VOC/LT in Frankrijk
De detachementen van 5Cy blijven moeilijkheden ondervinden op hun weg naar het zuiden:

  • De regimentscommandant krijgt de opdracht van de Fransen om Bourbourg zo snel mogelijk te evacueren en zich naar Abbeville op de Somme te begeven. Wanneer ze om 19u00 in deze stad toekomen worden ze door de Fransen onmiddellijk doorgestuurd naar het gehucht Huppy ten zuidwesten van Abbeville. De wielrijders die zich per fiets verplaatsen leggen die dag 150 kilometer af tussen Bourbourg ten zuiden van Duinkerke en Huppy ten zuiden van de Somme.
  • De trein met het detachement te voet zet zijn reis verder langs de Franse kust van Calais richting Abbeville

Het detachement van 7Mo komt in het zuiden van Frankrijk aan en toch dreigt het even verkeerd te lopen:

  • Het 7Mo bereikt Argelès-sur-Mer, een stadje aan de voet van de Pyreneeën aan de Middellandse Zee. Hier wordt vernomen dat de manschappen zullen ingekwartierd worden in een oud kamp voor vluchtelingen van de Spaanse burgeroorlog [6]. Het kamp krioelde van het ongedierte en was een broeihaard voor allerlei ziektes. Majoor Lints, commandant van III/7Mo, wil echter van het vieze kamp niet weten en laat zijn manschappen op het strand nabij het kamp slapen. De manschappen laden het materieel uit en zoeken bij gebrek aan andere accommodatie de duinen op. Er wordt gezocht naar een oplossing om de manschappen zo snel als mogelijk weg te krijgen uit Argelès.

Enige uitweg per spoor vanuit Abbeville is de lijn richting Dieppe via Cahon.

Staf VOC/LT in Frankrijk

  • De motorvoertuigen en wielrijders van 5Cy bereiken Criqueboeuf-sur-Seine waar een rustpauze wordt ingelast.
  • Intussen komt de trein met het detachement te voet van 5Cy met grote moeite en veel oponthoud aan te Noyelle-sur-Mer. Na vijf dagen vastgezeten te hebben op het Noord-Franse spoornetwerk is dit detachement er nog niet in geslaagd Abbeville te bereiken. De Fransen houden de trein tegen onder het voorwendsel dat de sporen door bombardementen vernield zijn. Wanneer de treincommandant per moto een verkenning uitvoert en er zich van vergewist dat de sporen nog intact zijn krijgt hij de toelating verder te rijden richting Abbeville dat bereikt wordt om 19u00. Wanneer de trein de brug over de Somme passeert en nog slechts 300 meter van het station van Abbeville verwijderd is (het station van Abbeville ligt op de zuidelijke oever van de Somme), valt de trein onder Duits mitrailleurvuur. Er ontstaat een vuurgevecht waarbij enkele Belgen sneuvelen. Gebruik makend van de verwarring kan de trein ontkomen door rechtsomkeer te maken richting Le Tréport (havenstad ten zuiden van Abbeville) maar de seinwachter die de wissel moet verzetten is omgekomen tijdens het vuurgevecht. De wissel kan niet verzet worden en er zit niets anders op dan terug te sporen naar Noyelles-sur-Mer. De gesneuvelde militairen en de gewonden worden meegenomen. In de nacht van 20 op 21 mei komt de trein kort voor 23u00 opnieuw aan in het station van Noyelle-sur-Mer waar het treinstel komt vast te zitten. Het detachement zal in de trein kantonneren maar de manschappen houden hun uitrusting en bewapening bij de hand. Aan het station worden drie beveiligingspelotons uitgezet die de toegangen naar het station beveiligen.
  • Het detachement van 7Mo slaagt erin een trein te bemachtigen richting Lunel nabij Montpelier en scheept diezelfde dag nog in.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Staf VOC/LT in Frankrijk
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelles-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische en geallieerde eenheden ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtocht afgesneden.

  • De colonne motorvoertuigen en het detachement wielrijders per fiets van 5Cy blijven die dag te Criqueboeuf-sur-Seine waar ze buiten bereik zijn van de Duitsers. De Duitse divisies zullen zich in eerste prioriteit bekommeren om de ingesloten troepen te neutraliseren vooraleer verder zuidwaarts te trekken.
  • Omstreeks 02u00 duiken Duitse infanteristen op nabij het station van Noyelles. De manschappen van de beveiligingspelotons, allen dienstplichtigen van de lichting ’40, openen het vuur. Estafettes worden uitgestuurd naar het station van Noyelles om de manschappen in de trein te verwittigen van de komst van de Duitsers. Even later naderen enkele vijandelijke pantservoertuigen het station en nemen de trein onder vuur. De beschermingspelotons moeten afhaken, er vallen opnieuw enkele gesneuvelden te betreuren in de Belgische rangen. Door het kordaat optreden van de uitgezette schildwachten kon de trein op tijd geëvacueerd worden. De manschappen worden langs de oevers van de Somme richting Saint-Valéry gestuurd. Om te kunnen ontsnappen aan de alomtegenwoordige Duitsers wordt besloten het detachement op te splitsen en in kleine groepjes die elk afzonderlijk zullen proberen de Somme over te steken en het verzamelpunt le Tréport te bereiken. Deze wanhoopsmissie zal slechts ten dele slagen, een honderdtal man van het Detachement wielrijders te voet wordt gevangen genomen. Daar waar het grootste gedeelte van het detachement erin slaagt de brug over de Somme in Noyelle te gebruiken vooraleer de Duitsers de brug bezetten, raken enkele detachementen afgesneden van het gros van 5Cy.

Intussen is, meer naar het zuiden, de staf van het VOC/LT toegekomen in Montpellier. Kolonel Res Matthieu meldt zich aan bij de Franse generaal Murat, territoriale commandant van de regio Montpellier, behorende tot de 16ème Région Militaire. Het VOC/LT krijgt Lunel toegewezen als inkwartieringsplaats en de Staf VOC/LT begeeft zich nog dezelfde dag ter plaatse.

  • De treinstellen van het 7Mo die vanuit Argelès-sur-Mer vertrokken op 20 mei, komen aan in Lunel. De troepen worden ondergebracht in nieuwe kantonnementen in Lunel en de omliggende dorpen Baillargues, St-Brès, Vérargues, La Bruyère, Restinclières, St-Christol, St-Génies-des-Mourgues, St-Just, Valergues en Mudaison.

De eenheden van het VOC/LT hergroeperen in de streek van Lunel.

Staf VOC/LT in Frankrijk
De situatie van het VOC/LT is op 22 mei als volgt:

  • De staf in ontplooid in Lunel
  • II/7Mo is ondergebracht in Restinclières,
  • III/7Mo wordt gekantonneerd in Saint-Christol ten noorden van Lunel
  • De colonne wielvoertuigen van 7Mo is onderweg van Narbonne naar Lunel
  • Staf/5Cy, de colonne wielvoertuigen en het detachement wielrijders vordert maar traag en bevindt zich ter hoogte van Bretoncelles (département de l’Orne).
  • De groepjes militairen van het detachement te voet van 5Cy die erin geslaagd zijn de Somme over te steken worden via Tréport en Dieppe naar Rouen overgebracht. De Franse stad Rouen wordt aangeduid als eerste doorgangspunt op de tocht naar het zuiden voor de Belgische militairen die aan de omsingeling konden ontsnappen. Deze militairen zullen zo goed als mogelijk gehergroepeerd worden in de Tallendier kazerne in Petit-Quevilly nabij Rouen. Vanuit deze kazerne vertrekken regelmatig treinen naar Montpellier met onder meer de jongeren van de rekruteringsreserve.

Staf VOC/LT in Frankrijk
Het detachement wielvoertuigen van 7Mo bereikt Lunel, dit regiment is nu nagenoeg volledig terwijl de motorvoertuigen en het detachement wielrijders van 5Cy zich naar de Loire begeven om er de rivier over te steken nabij Vouvray.

Staf VOC/LT in Frankrijk

  • Te Lunel zijn genoeg uit Noyelles ontvluchte militairen van 5Cy toegekomen om met een reorganisatie van dit detachement te starten.

Staf VOC/LT in Frankrijk
Het veldleger in Vlaanderen capituleert maar de naar Frankrijk gestuurde troepen blijven buiten het capitulatieakkoord en voor hen zal de oorlog verder duren.

  • De motorvoertuigen en de wielrijders van 5Cy zullen de rest van de reis per trein afleggen. De autocolonne wordt te Poitiers aan boord van een trein geladen. De manschappen stijgen in te Sainte-Marie-Noyant.

Staf VOC/LT in Frankrijk

  • De treinstellen met aan boord de wielvoertuigen van 5Cy komen aan te Montpellier hun eindbestemming. De motorvoertuigen en manschappen worden uitgeladen en trekken over de baan verder tot Lunel. Eind mei heeft het 5Cy weer voldoende manschappen om de opleiding opnieuw aan te vatten.

Na de capitulatie

Slachtoffers

Geen gesneuvelden gekend.

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij de Kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/etterbeek/ [Laatst geraadpleegd 21 december 2021]. 
  2. Achtergrondinformatie bij de Kazerne Hertog van Brabant [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/brussel-bruxelles/ [Laatst geraadpleegd 21 december 2021].
  3. Achtergrondinformatie bij het Sint-Annakasteel [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Ch%C3%A2teau_Sainte-Anne [Laatst geraadpleegd 21 december 2020].
  4. Achtergrondinformatie bij het station Schaarbeek-Josaphat [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Station_Schaarbeek-Josaphat [Laatst geraadpleegd 21 december 2021].
  5. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, bevelhebber van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de Fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  6. Achtergrondinformatie bij het Kamp van Argelès-sur-Mer [On line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Camp_de_concentration_d%27Argel%C3%A8s-sur-Mer [Laatst geraadpleegd 21 december 2021].
  7. Hoofdstuk VOC/LT in het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  8. “L’armée belge de France en 1940”, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.