Eskadron Pantserwagens Cavaleriekorps

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps | Esk PanW CK
Escadron des Autos Blindés du Corps de Cavalerie | Esc AB CC
Type Pantsertroepen
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Bataljon T13 2de Cavaleriedivisie
Bevelhebber Kapitein R. Hullebroeck
Standplaats Kazerne Rolin Etterbeek
    Tank Nummerplaat Tankcommandant Schutter Chauffeur
Samenstelling 1ste Peloton
(Lt Henri Gailly)
807
817
829
832
2173 Lt Henri Gailly
Wm Plissart
Adjt KROLt Albert Pulings
Wm Edouard Frankinet
Sdt Jean-Baptise Van der Voorde
?
Sdt Lutin
Sdt Vingerhout
Sdt Sansen
?
Sdt Albert Coffez
Sdt Ameel
  2de Peloton
(OLt William Schreiber)
814
803
831
833
 
2191
OLt William Schreiber
Wm Michael Verboven
Wm Dumortier
Wm Dumoulin
Sdt Daniel Smessaert
Sdt Hippolyte Delens
Sdt De Sterckx
Sdt Raes
Sdt Devindt
Sdt Goossens
?
Sdt Van Leewijck
    823
806
2175 Reservevoertuig
Reservevoertuig
   
  Peloton Staf- en Diensten

Tijdens de mobilisatie

Staf/Esk PzW CC
Als onderdeel van het moderniseringsproject van onze krijgsmacht, besluit de Belgische regering op 13 september 1935 tot de aankoop van een aantal tanks. De Belgische regering kiest ervoor om zelf een tank samen te stellen door een afzonderlijke aankoop te doen van het onderstel en de toren.

Voor het onderstel wordt na een korte evaluatie gekozen voor de door Renault ontwikkelde “A.M.C. Model 1934”. Er worden plannen gemaakt voor de aankoop van 25 voertuigen. Deze pantservoertuigen zouden voorzien worden van een APX2B toren met een FRC 47mm kanon en een Hotchkiss 7,65mm mitrailleur. Er worden eveneens 25 torens APX2B gekocht bij de Franse wapenfabriek Batignolles-Châtillon gevestigd in Nantes [1].

Voertuig 803 met nummerplaat 2191 tijdens manoeuvres in najaar 39 [4]

De tanks zouden verdeeld worden onder twee eskadrons van acht voertuigen voor elk van de beide cavaleriedivisies (plus twee reservevoertuigen) en een formatie van zes voertuigen voor de Ardeense Jagers (plus één reservevoertuig). De bemanning zou bestaan uit een tankcommandant, een schutter en een chauffeur.

Na heel wat vertraging in de productie wordt in juni 1937, op aandringen van het Belgische Ministerie van Landsverdediging, een eerste tank met voertuignummer 803 geleverd aan ons leger. Het voertuig, dat veel zwaarder is dan verwacht, wordt uitvoerig getest tijdens een zomermanoeuvre in de Ardennen, maar de prestaties van de Renault tank vallen danig tegen. Ook het Franse leger ziet om dezelfde reden af van het gebruik van het AMC34 onderstel. Het contract wordt dan ook al vrij snel geannuleerd. Renault ontvangt een schadevergoeding en de vrijgemaakte fondsen worden toegewezen aan de productie van de T13 pantserwagens [2].

Door de verslechterende internationale toestand wordt op 21 april 1938 een nieuwe overeenkomst met Renault ondertekend voor de levering van AMC35 onderstellen ook wel ACG-1 genoemd. Onder druk van de Belgische neutraliteitspolitiek wordt ditmaal slechts overgegaan tot de aankoop van tien voertuigen, inclusief het reeds geleverde voertuig 803. De productie wordt hervat in november 1938 en in de loop van 1939 komen de overige negen voertuigen toe:

  • voertuig 806, 814 en 817 op 30 maart 1939
  • voertuig 807, 823 en 829 in mei 1939
  • voertuig 831, 831 en 833 op 7 augustus 1939

Die zelfde maand wordt ook de 803 teruggestuurd naar Renault voor een revisie. Alle vijfentwintig APX2B torens worden geleverd en de vijftien overtollige tanktorens worden geïnstalleerd in betonnen bunkers, dertien langsheen de kust en twee te Sougné-Remouchamps.

Het eskadron wordt op 1 september 1939 geactiveerd te Watermaal-Bosvoorde maar verhuist al snel naar Gent om zijn voertuigen op te pikken en met de opleiding te starten. De directeur van de zeehaven van Gent biedt het leger een groot braakliggend terrein aan dat prompt omgebouwd wordt tot scholingspiste voor het eskadron. Eind oktober verhuist de eenheid naar het Kamp van Beverlo voor de schootsopleiding. Kapitein Hullebroeck schrijft ook een nieuw tactisch reglement voor de samenwerking van zijn tanks met de infanterie. Er worden tactische oefeningen uitgevoerd met onder meer het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) en de 5de Infanteriedivisie (5Div). Op 24 december 1939 keert het eskadron terug naar Brussel. De definitieve organisatie wordt vastgesteld op twee pelotons van telkens vier tanks. De laatste twee voertuigen worden in reserve gehouden.

De manschappen zijn afkomstig van het 2de Regiment Lansiers  (2L) en het 1ste Regiment Gidsen (1G). Elk regiment levert vier tankbemanningen plus een deel van het Peloton Staf en Diensten (Pl StDst). Het merendeel van de cavaleristen behoort tot de klas ’35 en heeft zijn legerdienst nog te paard volbracht. De Gidsen van Luitenant Gailly bemannen de voertuigen 807, 817, 829 en 832. De Lansiers van Onderluitenant Schreiber leveren de bemanningen voor de voertuigen 803, 814, 831 en 833. Tijdens de rest van de mobilisatie verblijft het eskadron met zijn voertuigen in de door 14A verlaten kazerne Rolin te Etterbeek.

Er duiken echter problemen op bij het gebruik van de torens, door een foute montage van de munitietrommels van de Hotchkiss mitrailleur wordt het zicht van enkele episcopen belemmerd. Kort na levering worden de aangekomen voertuigen op vraag van de FRC voor afwerking doorgestuurd naar de Gentse motorbouwer “Societé d’Electricité et de Mécanique Van De Kerckhove & Carels NV” en geparkeerd op de fabrieksterreinen in de Gentse zeehaven. Van De Kerckhove & Carels zal een aantal laatste modificaties aan de torens aanbrengen. Tegen februari 1940 raken de laatste voertuigen eindelijk gevechtsklaar.

Op 26 april 1940 besluit de legerleiding om de 2de Cavaleriedivisie te versterken met een nog op te richten bataljon pantserwagens onder de naam Bataljon T13 van de 2de Cavaleriedivisie (Bn T13 2CD). Het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps wordt onder bevel geplaatst van dit bataljon dat ook nog versterkt wordt met de Compagnie C47 op T13 van de 8ste Infanteriedivisie (Cie C47/T13 8Div) en de Compagnie C47 op T13 van de Versterkte Positie Namen (C47/T13 VPN), dat sinds januari 1940 in onze hoofdstad is.

Foto van tank 823 genomen tijdens manoeuvres in najaar 1939 [4]

Staf/Esk PzW CC
De staf van het Bn T13 2CD brengt het Esk PzW CC rond middernacht op de hoogte van de afkondiging van het alarm. Zij krijgen ook het bevel om bij eerste klaarte hun vooraf verkend alarmkantonnement in te nemen in Schaarbeek. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moet het eskadron zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. Bij het aanbreken van de dag verlaat het het eskadron de kazerne Rolin en vertrekt naar zijn alarmkantonnement in het depot van de Brasserie et Laiterie de Haacht aan de Waelhemstraat 77 te Schaarbeek [6].

Het GHK heeft na de luchtlandingen aan het Albertkanaal de beslissing genomen om de vliegvelden rond de hoofdstad van de nodige bewaking te voorzien. In eerste instantie wordt het 31ste Regiment Artillerie (31A) aangeduid om de vliegvelden van Evere en Zaventem onder schot te houden in geval van een massale luchtlandingsoperatie op één van de vliegvelden. Na hun opstelling komen de batterijen van 31A onder bevel te staan van de 1ste Militaire Circonscriptie (1MilCir), het territoriaal commando van de Provincie Brabant en Henegouwen onder leiding van Luitenant-Generaal Van Strydonck de Burkel. Ook het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) levert twee bataljons (III/4J en IV/4J) voor de bewaking van het vliegveld van Evere, het koninklijk paleis en de installaties van het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) aan het Flageyplein te Elsene. Als laatste wordt het Bn T13 2CD aangeduid voor deze opdracht. Het Esk PzW CC houdt zich klaar om tussenbeide te komen bij een eventuele luchtlanding op Brussel.

2/Esk PzW CC (803, 814, 831 en 833)
Tank nummer 833 bevindt zich in het Arsenaal voor het Wagenpark te Berchem en wordt tijdens de ochtend teruggereden naar Brussel door chauffeur Soldaat Van Leewijck, schutter Soldaat Raes en tankcommandant Wachtmeester Dumoulin.

Pl StDst/Esk PzW CC
Op 10 mei staan de beide reservevoertuigen, de 806 en de 823, reeds twee maanden met diverse defecten in het Herstellingsatelier van het Wagenpark van het Territoriaal Transportkorps Brussel dat zich in de Kazerne Rolin had geïnstalleerd. Kapitein Hullebroeck besluit de tanks te laten ontmantelen door de herstellers van het Pl StDst. Bewapening en andere onderdelen worden zoveel mogelijk gerecupereerd. De beide Hotchkiss mitrailleurs worden op een luchtafweeraffuit geplaatst om de colonnes te beschermen bij verplaatsingen. De kettingen, het loopwerk en talrijke motoronderdelen verdwijnen in de materieelvrachtwagens voor mogelijke herstellingen te velde.

Staf/Esk PzW CC
Het Groot Hoofdkwartier wordt steeds nerveuzer over de vermeende parachutistendreiging. Een half dozijn Instructie Bataljons van zes verschillende infanterieregimenten van het 1ste en het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum zullen in de rand van de hoofdstad ontplooid worden ter versterking van het 31A, 4J en Bn T13 2CD. Omstreeks 16u00 ontvangt de staf van de 10de Infanteriedivisie een verzoek om een infanteriebataljon naar het militaire vliegveld van Evere te sturen om er de bewaking van de installaties over te nemen van de bataljons van het 4J. Het IIde Bataljon van het 3de Regiment Jagers te Voet (II/3J) wordt aanduid voor deze opdracht en vertrekt om 18u45 uit Leuven. Bij aankomst wordt het II/3J onder het bevel geplaatst van de 1ste Militaire Circonscriptie.

De twee pelotons van Kapitein Hullebroeck blijven te Brussel patrouilleren op zoek naar vermeende Fallschirmjaeger. Er wordt nergens iets verdachts gevonden.

Enkele manschappen van het eskadron tijdens de mobilisatie in de Kazerne Rolin te Etterbeek.

Staf/Esk PzW CC
De 12de mei worden de verschillende Bataljons Instructie opgesteld rond Brussel waarbij steunpunten worden ingericht om de toegangen tot de Brusselse agglomeratie te ontzeggen aan parachutisten in de eventualiteit van een Duitse luchtlandingsoperatie in de buurt van onze hoofdstad. De Brusselse agglomeratie wordt in zes sectoren verdeeld die bezet worden door, vanaf Laken in het noorden en in wijzerzin, I/58Li, I/54Li, I/55Li, I/56Li, I/53Li en I/52Li. Nu zijn de gevoelige punten in de stad en een perimeter rond de stad beveiligd.

Het eskadron blijft aangehecht bij de 1ste Militaire Circonscriptie te Brussel en wordt meermaals ingezet voor anti-parachutistenacties. De tanks worden onder meer naar Zellik, Dilbeek, Bosvoorde en Vilvoorde gestuurd.

Staf/Esk PzW CC
Geen verandering te Brussel. De tanks worden nog steeds niet ingezet en blijven nutteloze patrouilles uitvoeren. Evere, Zellik, Dilbeek en Bosvoorde zijn die dag aan de beurt. Het eskadron arresteert ook een Duitse “spion” in een wel bijzonder slechte vermomming als Brits soldaat met een rode overtrek over zijn kepie en witte handschoenen en mouwen. Het blijkt al snel om een Britse MP te gaan en de onwetende Belgen moeten met het schaamrood op de kaken hun excuses aanbieden.

Staf/Esk PzW CC
Er wordt nog steeds gepatrouilleerd in het Brusselse. De tankisten trachten enkele geïsoleerde Britse officieren te ondervragen die Nederlands noch Frans spreken.

Staf/Esk PzW CC
De opdracht in de hoofdstad wordt verdergezet tot het Bn T13 2CD om 15u20 meedeelt dat de verdedigingsopdracht van Brussel afgelopen is en dat de hoofdstad ontruimd zal worden. De pelotons hergroeperen zich in hun kantonnement en brengen de nacht van 15 op 16 mei door te Brussel.

Neushoornkop, voertuigkenteken van het Esk.

Staf/Esk PzW CC
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een veilige manier. Aan het Kanaal van Willebroek zal de tijdelijke verdediging uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie die de noordelijke sector, vanaf de samenloop van de Schelde en Rupel tot in Willebroek voor zijn rekening zal nemen terwijl het kanaal tussen Willebroek en Vilvoorde door de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en 2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR) beveiligd zal worden. Er is echter geen divisiestaf die de actie van deze vier regimenten coördineert. Ten zuiden van Vilvoorde neemt het Britse leger over. Langs de Dender zal de 1DivChA instaan voor de beveiliging.

Het Esk PzW CC wordt in steun gegeven van het 1ste Licht Regiment (1LR) van de Rijkswacht. De tanks verplaatsen zich van Brussel naar Humbeek en stellen zich om 17u00 onder het operationele bevel van het 1LR. De pantsers zullen verdeeld worden over de verschillende kanaalbruggen tussen Willebroek en Vilvoorde. Hun taak zal er in bestaan als mobiele anti-tankwapens te fungeren.

Tank nummer 829 na de gevechten te Kapelle-op-den-Bos.

Staf/Esk PzW CC
Tijdens de nacht van 16 op 17 mei worden het 1LR en het eskadron onder het bevel geplaatst van het samengevoegde Regiment Grenswielrijders.

De commandopost van de grenswacht wordt opgesteld te Londerzeel. De troepen, tanks en beschikbare zware wapens worden over de kanaalbruggen verdeeld. De tanks van Adjudant Pulings (829) en Wachtmeester Dumoulin (833) worden naar de bruggen van Kapelle-op-den-Bos gestuurd. Eén tank vertrekt naar de brug van Tisselt. De overige pantsers blijven te Londerzeel als mobiele reserve.

Na de doortocht van de laatste Belgische troepen omstreeks 10u00 dagen de eerste vijandelijke verkenners op nabij de spoor- en wegbrug van Kapelle-op-den-Bos. De ACG1’s van Adjudant Pullings (829) en Wachtmeester Dumoulin (833) gebruiken beide boordwapens om de vijand van de baan te drijven.

De 829 wordt aan de voorzijde getroffen door een PAK37 anti-tankkanon. De voltreffer doodt de chauffeur Soldaat Coffez en verwondt de schutter Soldaat Lutin. Adjudant Pulings kan de schutter uit te tank redden, klimt vervolgens opnieuw de toren in en vuurt alleen verder. De situatie van Pulings wordt echter onhoudbaar en hij vlucht samen met een sergeant van de grenswielrijders in een nabijgelegen woning om van hier uit met een FM30 machinegeweer de vijand opnieuw onder vuur te nemen. Pulings kan uiteindelijk ontkomen in een side-car van de grenswacht [3].

De toren van de 833 komt tijdens de actie klem te zitten en Wachtmeester Dumoulin laat zijn tank voortdurend manoeuvreren om toch nog het kanon te kunnen richten. Dumoulin blijft ter plekke tot ongeveer 21u00 en vervoegt dan de aftocht.

Nabij Het Sas slagen de invallers er al snel in het kanaal over te steken en het detachement van het 1LR en de grenswielrijders te verdrijven. De tank die hier opgesteld staat kan effectief tussen beide komen en brengt de Duitsers enkele verliezen toe, maar de Belgen moeten erkennen dat het kanaal overschreden is en de vijand niet teruggedrongen kan worden.

De Belgische eenheden aan het kanaal worden vanaf de vooravond teruggetrokken naar de Dender. Het eskadron maakt deel uit van de achterhoede en beschermt de aftocht van de Rijkswachters en Grenswielrijders richting Dendermonde.

Staf/Esk PzW CC en 2/Esk PzW CC (803, 814, 817)
Een deel van het eskadron komt net na dageraad aan te Dendermonde. Het detachement bestaat uit Kapitein Hullebroeck en zijn staf en de drie tanks van het peloton van Onderluitenant Schreiber. Hullebroeck wil ter plekke blijven, maar wordt door de vernietigingsdetachementen van de genie aangemaand om naar Gent door te rijden. De kleine colonne zet zich op weg en komt omstreeks 16u00 aan te Lotenhulle.

1/Esk PzW CC (807, 831, 832 en 833)
Het 1ste Peloton trekt zich die dag eveneens terug naar het westen maar kent minder geluk. De tank van Luitenant Gailly verbreekt tijdens de nacht van 17 op 18 mei het contact met de vijand en tracht de voertuigen van de Wachtmeesters Dumoulin, Dumortier en Frankinet te hergroeperen en mee te nemen. Dumoulin is met zijn 833 tijdens de nacht in een gracht gereden en kan opnieuw losgetrokken worden. De bemanning van Dumortier moet voertuig 831 met motorpanne achterlaten. Wachtmeester Frankinet is dan weer verloren gereden maar kan in extremis aanpikken bij de rest van het detachement. De drie tanks zetten koers naar Dendermonde waar nog net op tijd de rivier kan overgestoken worden vooraleer de genie de bruggen opblaast. Luitenant Gailly wil bij het hoofdkwartier van de 6de Infanteriedivisie te weten komen waar Kapitein Hullebroeck zich op dat ogenblik bevindt, maar niemand kan hem helpen. Gailly beslist dan maar verder rijden naar Destelbergen waar de commandopost van het Cavaleriekorps opgesteld staat in de hoop hier zijn eskadron terug te vinden. Hier krijgt hij om 18u00 het bevel om de 2de Cavaleriedivisie te vervoegen en te Tereken nabij Sint-Niklaas in stand-by te gaan.

De uitgebrande Tank nummer 807 van Lt Gailly te Zwijndrecht [3].

Staf/Esk PzW CC
Het eskadron is door de chaotische aftocht naar de Dender nu in twee detachementen uit elkaar gevallen. Kapitein Hullebroeck moet het peloton Schreiber terug naar de Dender sturen waar het onder het bevel van de 1ste Divisie Ardeense Jagers zal komen te staan.

1/Esk PzW CC (807,832 en 833)
Het peloton van Luitenant Gailly komt die zelfde dag rondom 02u00 aan in Tereken. Zijn tanks blijven de ganse dag ter plekke. Omdat het eskadron niet over radio’s beschikt, stuurt de 2de Cavaleriedivisie drie motorrijders naar het peloton om als estafette te fungeren.

Op de linkeroever van de Schelde wordt die ochtend de 2de Cavaleriedivisie ingezet om de Duitse oversteek van de rivier te Antwerpen te blokkeren en de vijandelijk opmars doorheen het Waasland af te remmen. Vanaf 11u00 wordt het 4L naar voren gestuurd om de Scheldebocht rond Zwijndrecht te helpen zuiveren. Het regiment raakt al snel slaags met de Duitsers en dient zo snel mogelijk versterking te ontvangen. Het peloton van Luitenant Gailly wordt samen met de pantserwagens van het 2L en het 1L naar de brandhaard gestuurd.

Gailly rukt op van uit Tereken via Kettermuit richting Kruibeke. Onderweg valt de 833 van Wachtmeester Dumoulin zonder benzine. De beide overgebleven tanks doorkruisen de dorpskern te Kruibeke en vorderen via de Burchtstraat richting Zwijndrecht. De 807 van Luitenant Gailly rijdt voorop, gevolgd op ongeveer 100 meter door de 832 van Wachtmeester Frankinet. Rond 18u00 maken de beide pantsers contact met de vijand en kunnen ze samen met de andere troepen heel even de Duitsers uit het zadel lichten.

De 807 van Luitenant Gailly wordt echter in brand geschoten door een PAK37 anti-tankkanon en moet worden achtergelaten wanneer de gewonde chauffeur Soldaat Sansen uit het voertuig wegvlucht. Luitenant Gailly raakt eveneens verbrand, kruipt uit de toren en kan via de huizen, velden en grachten de Belgische linies opnieuw bereiken. Het peloton is nu tijdelijk gereduceerd tot één enkel voertuig [3].

Die avond wordt de 2de Cavaleriedivisie teruggetrokken achter de Moervaart om vervolgens naar Watervliet aan het Kanaal Gent-Terneuzen te worden gezonden.De Belgen breken het contact met de vijand af te Zwijndrecht rond 21u00. De intussen bijgetankte 833 van Wachtmeester Dumoulin kan opnieuw aansluiting vinden bij de 832 van Wachtmeester Frankinet.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/Esk PzW CC
De Duitse troepen rukken op door het Scheldeland en bereiken de oostrand van het Bruggenhoofd Gent. Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Het Bruggenhoofd Gent wordt verdedigd door vier divisies, de 16Div langs de Schelde en van oost naar west hebben de 2Div, de 4Div en de 5Div stelling genomen langs de bunkerlinie.

De 2de Infanteriedivisie (2Div) staat in het bruggenhoofd opgesteld met twee infanterieregimenten in lijn en één regiment in diepte. Het 5de Linieregiment (5Li) neemt posities in tussen de Schelde te Kwatrecht en Gijzenzele. Vanaf Gijzenzele tot Betsberg neemt de 6Li over. Het 28Li wordt in reserve opgesteld achter het 5Li en 6Li. Tegen de middag zetten de Duitsers de aanval in tegen III/5Li in een poging om langs de zuidelijke Scheldeoever naar Gent op te rukken. De aanval uit de opmars stuit op hevig verzet en nadat de compagnies in eerste lijn aanvankelijk moesten wijken werden de stellingen tegen de avond heroverd. Het 6Li ondergaat enkele schermutselingen maar kan de eerste lijn houden zonder verliezen. De Duitsers lijden aanzienlijke verliezen onder meer door de tussenkomst van de Belgische artillerie. De Duitsers hebben de nacht nodig om te reorganiseren waardoor het tijdens de nacht van 20 op 21 mei relatief rustig blijft in de Sector van de 2Div.

Tank nummer 803 van Wm Verboven wordt uitgeschakeld bij de gevechten te Kwatrecht [3].

Staf/Esk PzW CC
Tijdens de nacht van 20 op 21 mei wordt te Lemberge aan het IIde Bataljon van het 11de Linieregiment (II/11Li) het bevel gegeven om naar een stelling ten noorden van Gijzenzele te vertrekken. Het bataljon moet er een tegenaanval uitvoeren om de Duitse aanval in de sector van de 2de Infanteriedivisie af te remmen en het verloren gegane gebied rond Kwatrecht te heroveren.

1/Esk PzW CC (832 en 833)
Luitenant Gailly beschikt nog over de 832 en 833 en staat nog steeds onder het bevel van de 2de Cavaleriedivisie.  Om 10u00 ontvangt hij een bevel om zich naar Zwevezele te begeven.  Het peloton verlaat hiermee het commando van de 2de Cavaleriedivisie en staat nu onder direct bevel van het Groot Hoofdkwartier.

2/Esk PzW CC (803, 814 en 817)
Het 2e Peloton van OLt Schreiber wordt bij het II/11Li gevoegd en onderneemt samen met dit infanteriebataljon de tegenaanval te Kwatrecht. Het 2A de divisie artillerie van de 2Div vangt om 05u30 aan met een vuurvoorbereiding op de Duitse stellingen, de beschietingen zullen nog de rest van de dag duren. Om 06u15 start het II/11Li de tegenaanval ondersteund door twee ACG1 tanks van het 2Pl die in het noorden van Gijzenzele zijn gestationeerd. Aanvankelijk boekt het II/11Li terreinwinst. Ter hoogte van het Bourgondisch Kruis gaan beide tanks evenwel verloren en na een kort oponthoud kunnen de Duitsers de opmars hervatten. Het II/11Li moet de tegenaanval opgeven.Tank 814 van Onderluitenant Schreiber wordt bij deze actie vernield en de ganse bemanning komt om. Ook tank 803 wordt uitgeschakeld door drie treffers van een PAK37 anti-tankgeschut. De tankcommandant Wachtmeester Verboven en schutter Soldaat Delens worden vrijwel onmiddellijk gedood. Chauffeur Soldaat Goossens overleeft het incident [3].

De Duitse legerleiding heeft duidelijk zijn zinnen gezet op de snelle verovering van Gent voor propagandadoeleinden. Na de mislukte tegenaanval van II/11Li wordt vanaf 09u00 de aanval op III/5Li terug ingezet, dit keer met massale luchtsteun. Aanvankelijk kan de eerste aanval nog worden afgeslagen maar wanneer rond 15u30 een tweede aanval wordt ingezet moet het III/5Li wijken en zich terugplooien op de tweede lijn.

Esk PzW CC (817, 832 en 833)
De drie overgebleven tanks worden achter de Leie teruggetrokken. Het eskadron zal naar Zwevezele gestuurd worden voor een korte rustpauze.

Staf/Esk PzW CC (817, 832, 833)
Het eskadron rust uit te Zwevezele. Kapitein Hullebroeck wordt ontboden op het Groot Hoofdkwartier te Sint-Andries om persoonlijk verslag uit te brengen over de acties van zijn eenheid.

Aan de zuidflank van de Belgische legerzone zijn dringend bijkomende versterkingen nodig om te de linies te helpen beschermen tegen een mogelijke aanval van de Duitse troepen die de Franse kust bereikt hebben nabij Boulogne en Calais. Om 11u30 beveelt het GHK de creatie van de Groepering Leroy.  Deze battlegroup onder het bevel van Generaal-majoor Joseph Leroy, commandant infanterie van de 10Div, krijgt als missie om de lijn Ieper-Komen te bezetten en alzo een mogelijke Duitse aanval in de zuidflank van de Belgische legerzone te verijdelen.  De groepering staat onder het bevel van het IVde Legerkorps, en zal bestaan uit het Bataljon Grenswielrijders Limburg, de Wielrijdersgroep der 13Div, de Wielrijdersgroep der 16Div, de Compagnie T13 van de 10Div, en het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps.  De groepering moet Ieper met Komen verbinden door stelling te nemen vanaf de vijver van Zillebeke langsheen de spoorlijn tot in Hollebeke.  Vanaf Hollebeke zal de positie de loop volgen van het oude Kanaal Ieper-Komen.  De commandopost mag ofwel te Beselare of te Geluveld geplaatst worden.

Om 12u00 worden de laatste drie tanks van het eskadron naar de kerk te Moorslede bevolen door de staf van het IV/LK.  Luitenant Delys, stafofficier bij het legerkorps, arriveert met het bevel om 12u15.

Deze missie zal door de snelle ontwikkelingen aan de Leie echter nooit uitgevoerd worden.

Tijdens de tocht verneemt Kapitein Hullebroeck dat hij echter bij de 10de Infanteriedivisie zal aangehecht worden en nieuwe orders zal krijgen bij aankomst in Sint-Eloois-Winkel.

Tijdens de nacht van 24 op 25 mei komen de tanks aan te Sint-Eloois-Winkel. De pantsers worden aangehecht bij het I/6J. De opdracht bij de Groepering Leroy is definitief afgelast.

Het eskadron zal niet meer aan directe acties deel nemen en wordt in hoofdzaak ingezet voor het uitvoeren van patrouilles.

Vooroorlogse foto van tank 807 van Lt Gailly [5].

De tanks voeren patrouilles uit op de rechterflank en in het achtergebied van het 6J. Het eskadron krijgt nog steeds zijn bevelen van het I/6J. De commandant van dit bataljon is Majoor Charles Hullebroeck, broer van Kapitein Hullebroeck. Het voertuig van Wachtmeester Frankinet wordt per ongeluk beschoten door een Belgisch 75mm kanon waarvan de bemanning meent een Duitse panzer te hebben gezien. Het schot raakt gelukkig niet, maar ten gevolge van dit incident rijden de voertuigen vanaf dan met een Belgische vlag rond.

Het I/6J krijgt tijdens de nacht van 26 op 27 mei ook nog versterking van drie T13 pantserwagens van de Compagnie T13 van de Versterkte Positie Namen. De zes voertuigen worden op de rechterflank van de 10de Infanteriedivisie gebruikt om een mogelijke Duitse omsingeling tijdig te ontdekken en te onderscheppen bij de komende terugtocht van deze divisie.

Met telkens één T13 in versterking, wordt tank 832 uitgestuurd naar de zone tussen Moorslede en Tuimelaarshoek, tank 817 naar Koekuithoek en tank 833 naar Vierkavenhoek. De voertuigen moeten ondersteuning krijgen van enkele infanteriedetachementen die slechts na middernacht deze posities zullen bereiken.

Het eskadron pantserwagens fungeert nu samen met de drie T13 voertuigen als mobiele reserve van de 10de Infanteriedivisie.

Tijdens de nacht van 27 op 28 mei trekken de tanks terug met de rest van de 10de Infanteriedivisie van Roeselare naar Hooglede.

Op de laatste dag van de veldtocht zijn nog twee ACG-1’s operationeel. Vier voertuigen werden vernield door Duits anti-tankgeschut. Twee andere voertuigen werden door panne achtergelaten.

Op 28 mei krijgt het eskadron de opdracht om nieuwe kantonnementen te Lokkedijze in te nemen en verdere bevelen af te wachten.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1 PlCOFFEZAlbert, G.N.SdtMil3606.02.1916Tielt17.05.1940Kapelle-op-den-BosChauffeur van Tank 829 frontaal getroffen door PAK37
2 PlDELENSHippolyteSdtMil3307.05.1913La Louvière21.05.1940KwatrechtSchutter van Tank 803
EMMERECHTSFelix, KarelSdtBV27.12.1919Vilvoorde26.05.1940Knokke
HOTTERSArmand, LéonardSdtMil3806.11.1918Montegnée26.05.1940Knokke
HUFKENSLeo, JosephSdtMil4027.02.1920Geel26.05.1940Knokke
ROOSPaul, Adolphe AndréWmBV28.04.1913Brussel19.05.1940BelseleOf +Zwijndrecht?
2 PlSCHREIBERWilliam, André Joseph EtienneOLtRes3416.07.1912Etterbeek21.05.1940GentPelotonscommandant 2Pl en tevens tankcommandant van Tank 814, gewond te Kwatrecht
2 PlSMESSAERTDaniël, R.SdtMil3708.02.1917Oostende21.05.1940GentSchutter van Tank 814, gewond te Kwatrecht.
1 PlVAN DER VOORDEJean-BaptisteSdtMil3319.06.1913Dilbeek19.05.1940GentSchutter van Tank 807, overleden Hulphospitaal 30 te Sint-Amandsberg. Dodelijk verwond te Zwijndrecht
2 PlVERBOVENMichael, A.J.WmMil3617.02.1916Herentals24.05.1940KwatrechtTankcommandant van Tank 803 (Of + 21/5? Willem Jozef?)

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie over de ACG-1 tank [On Line beschikbaar]: http://www.wardrawings.be/WW2/Files/1-Vehicles/Allies/5-Others/03-Belgium/1-TrackedVehicles/Files/ABCC.htm [Laatst geraadpleegd 20 Mar 17]
  2. Achtergrondinformatie over de perikelen bij de ontwikkeling en productie van de AMC34 tank [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/AMC_35 [Laatst geraadpleegd 20 Mar 17]
  3. Mei 1940 – De 18-daagse veldtocht in woord en beeld, Peter Taghon, Lannoo, Gent, januari 2010
  4. Foto’s van tank 803 en 823 zijn op dezelfde plaats genomen voor de aanvang van de oorlog aangezien voertuig 823 op 10 mei werd ontmanteld in de Kazerne Rolin. (Opmerking onder voorbehoud dat via de nummerplaat achterhaald kan worden dat het inderdaad om de 823 en niet om de 829 gaat). De foto’s werden vermoedelijk gemaakt tijdens manoeuvres of tijdens de scholing van de chauffeurs.
  5. Foto van tank 807 genomen tijdens manoeuvres voor de aanvang van de oorlog. Het gaat duidelijk om het voertuig van de pelotonscommandant. Aangezien de voertuigen niet over radio’s beschikken moet de pelotonscommandant de manoeuvrerichting aangeven met zijn arm. Bij de cavalerie is het gebruikelijk dat de officieren geen stick maar een rijzweep hebben, vandaar de rijzweep op de foto. Het is ook een bevestiging dat het om een officier van de cavalerie gaat. Het is niet te achterhalen of de officier op de foto Luitenant Gailly is (TBC). Bemerk ook het hoefijzer ingesnoerd in de riem van het opgerold dekzeil naast de chauffeur.
  6. Alarmkantonnement van het Esk PzW CC te Schaarbeek [On Line beschikbaar]: http://www.irismonument.be/nl.Schaarbeek.Waelhemstraat.77.html [Laatst geraadpleegd op 06 mei 2017]