Type | Versterkings- en Opleidingsregiment | |
Ontdubbeld van | 12de Linieregiment | |
Onderdeel van | 3de Versterkings- en Opleidingscentrum | |
Bevelhebber | Luitenant-kolonel Adolphe Mary | |
Standplaats | Kamp van Maisière-Casteau, Bergen | |
Samenstelling | I Bataljon Versterking (Kapitein-commandant Désiré Godfrin) |
1ste Compagnie Fuseliers (Lt Alexis Merotte) 2de Compagnie Fuseliers (Cdt Jean Willems) 3de Compagnie Fuseliers (Lt Jean Rey) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Ch. Plessy) 5de Compagnie Oorlogstuigen (Cdt Joseph Croissant) |
II Bataljon Instructie (Kapitein-commandant René Planchar) |
5de Compagnie Fuseliers (Cdt Marcel Michaux) 6de Compagnie Fuseliers (Lt V. Previnaire) 7de Compagnie Fuseliers (Kapt J. Garot) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt P. Thibaux) |
|
Compagnie Diensten (Kapitein-commandant Humblet) |

Houten barakken van het Kamp van Maisière-Casteau waar het 62Li werd gemobiliseerd.
Staf 62Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. De de laatst opgeroepen dienstplichtigen die behoren tot de eerste helft van de klas ’40 (oftewel geboren voor 30 juni 1920), worden samengebracht in Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s). Het 62ste Linieregiment (62Li) wordt bijgevolg op 20 februari 1940 opgericht in de Kazerne Kapitein-commandant Moreau (oftewel Camp de Maisière-Casteau) [1] te Casteau nabij Bergen als één van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC). De twee andere opleidingsregimenten van het 3VOC zijn het 51ste Linieregiment (51Li) en het 63ste Linieregiment (63Li) . Het 62Li staat in voor de opvang en opleiding van niet-getrainde rekruten en van mobilisatie vrijgestelde reservisten van het 12de Linieregiment (12Li) [2] en zijn ontdubbelingsregimenten het 21ste Linieregiment (21Li) en het 42ste Linieregiment (42Li). Net zoals de andere infanterieregimenten van het 3VOC beschikt het 62Li op 09 mei over een Staf, een Bataljon Instructie met de rekruten van de klas ’40 en een Compagnie Diensten. Het kaderpersoneel is een samenraapsel van oude beroeps- en dienstplichtige officieren en onderofficieren van de actieve regimenten. Het regiment wordt bevolen door Luitenant-kolonel Mary die eind april het bevel overneemt van Kolonel Jans.
I/62Li
Het Iste Bataljon Versterking (I/62Li) dat moest instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden bestaat enkel uit kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden. In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het Iste Bataljon Versterking op non-actief geplaatst.
II/62Li
Het IIde Bataljon Instructie (II/62Li) wordt geactiveerd bij oprichting van het regiment en ontvangt vanaf maart 1940 de nieuwe rekruten van de klas ’40. Deze rekruten zullen bij het 62Li hun basisopleiding ontvangen en het is de bedoeling dat ze na het beëindigen van hun opleiding zullen doorgestuurd worden naar het 12Li, 21Li en 42Li als versterkingen. Op te merken valt dat bij 62Li het Bataljon Instructie het IIde Bataljon is. Dit is eerder uniek binnen de structuur van de VOC’s van de infanterie in die zin dat bij 62Li de nummers van de bataljons omgewisseld zijn.

Voetballende miliciens van het 62Li tijdens het voorjaar van 1940.
Staf/62Li
Het 62Li wordt rond middernacht door de Staf/3VOC op de hoogte gebrachte van het werkelijk alarm. Rond 01u00 wordt het bevel ontvangen om zoals voorzien in het alarmdossier bij eerste klaarte vooraf verkende alarmkantonnementen te bezetten in de buurt van Casteau. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 3VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. De Staf/62Li wordt in zijn commandopost om 06u00 verwittigd van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het Bataljon Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar de oorlogskantonnementen die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het 3VOC bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. De voorziene oorlogskantonnementen voor het 62Li zijn Lokeren en Belsele ten westen van Sint-Niklaas. De staf van het regiment verlaat Casteau in de vroege uurtjes en reist per auto af naar Lokeren waar ze nog diezelfde ochtend aankomen. Na zich geïnstalleerd te hebben brengt de staf alles in gereedheid voor de oprichting van het Iste Bataljon Versterking waarvan de manschappen rechtstreeks opgeroepen worden om zich naar Belsele te begeven.
I/62Li
Het Iste Bataljon Versterking met de vrijgestelden wordt geactiveerd na de afkondiging van algemene mobilisatie te Belsele. In tegenstelling tot Bataljons Versterking van andere VOC’s worden de opgeroepen reservisten niet opgevangen in het Kamp van Casteau maar rechtstreeks in het oorlogskantonnement. Het kader van I/62Li neemt de brouwerij en de gemeenteschool van Belsele over en maakt zich klaar voor de aankomst van de eerste militairen. De reservisten bestemd voor het 12Li zullen de 1ste Compagnie vormen; die van het 21Li de 2de Compagnie en die van het 42Li de 3de Compagnie. De Compagnie Mitrailleurs en de Compagnie Oorlogstuigen (Klein geschut) zullen een ad-hoc samenstelling krijgen. Aan het eind van de dag telt het bataljon slechts 29 militairen. Door de verkeerschaos kunnen de opgeroepen reservisten vanuit het Luikse slechts met veel moeite naar Vlaanderen afreizen. Kapitein-commandant Godfrin, bataljonscommandant van I/62Li beklaagt zich ook over het gebrek aan uitrusting. Het bataljon kan slechts beschikken over 20 oude Mauser model 1889 geweren, 4 Chauchat FM15/27 lichte machinegeweren en 40 gasmaskers.
II/62Li
Het IIde Bataljon Instructie verlaat Casteau eveneens in de vroege uurtjes om zich naar zijn alarmkantonnement te begeven. In het kantonnement wordt de verplaatsing naar Lokeren voorbereid. II/62Li neemt om 24u00 de trein in het station van Nimy en zal de staf van het regiment te Lokeren in de loop van 11 mei vervoegen.

Bij het bombardement op Belsele op 11 mei werd ook de Lokerse Spinnerij verwoest.
Staf/62Li
Het 62Li gaat verder met het organiseren van de beide bataljons. Na de eerdere bombardementen van het vliegveld van Belsele de dag voordien moet de gemeente op 11 mei opnieuw twee luchtbombardementen ondergaan. Hierbij vallen 8 doden en 14 gewonden te betreuren bij het 62Li, onder hen de Soldaten Henri Ioelants en André Montfort van de regimentsstaf.
I/62Li
Door het feit dat de wederopgeroepenen zich rechtstreeks moeten aanmelden in Belsele komen de reservisten slechts met mondjesmaat toe. Aan het eind van de dag telt het bataljon door de chaos op het binnenlandse verkeersnet nog maar 40 manschappen.
II/62Li
Het bataljon komt rond het middaguur toe in het station van Lokeren en begeeft zich te voet naar Belsele. Nog maar net aangekomen in Belsele lijdt het IIde Bataljon Instructie zijn eerste verliezen. Bij de 6de Compagnie komen de Korporaal Oscar Vermeulen en de Soldaten Henri Knapen, Roger Lambert, Albert Lohay, Marcel Rasquin en Jean Redeman om het leven bij het luchtbombardement van Belsele. Er vallen ook heel wat gewonden te betreuren bij het II/62Li.
I/62Li
Te Belsele arriveren doorheen de dag nog 15 nieuwe militairen bestemd voor het Iste Bataljon Versterking. Het dorp wordt opnieuw gebombardeerd en hierbij sneuvelt Soldaat Cyrille Flamant. Het bataljon telt aan het eind van de dag 54 manschappen.
Staf/62Li
Door de snelle opmars van de Duitsers wordt het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kan gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. De Staf splitst het regiment in drie marsgroeperingen die elk per trein zullen afreizen: het Iste Bataljon Versterking, het IIde Bataljon Instructie en een colonne voor het materiaal en de bagage. De regimentscommandant krijgt enkele auto’s ter beschikking voor de verplaatsing van de staf.
De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen gebeurd, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de commandant van het 3VOC zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7de Franse Leger [7(FRA)Leger] van generaal Giraud door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda [3]. Het bevel om 62Li naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want op 13 mei steken de Duitsers om 16u00 de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.
I/62Li
Het Iste Bataljon Versterking dikt aan tot 211 manschappen. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, kunnen ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de Achttiendaagse veldtocht terug aan te vullen.
Staf/62Li
Het Regiment blijft voorlopig nog ter plaatse in Belsele. Elke dag dat het vertrek echter uitgesteld wordt verkleint de kans om aan de omsingeling te ontsnappen. Die dag komen nog eens 5 wederopgeroepenen toe bij het Iste Bataljon Versterking.
Materieeltrein/62Li
De trein met het materieel en de bagage wordt ingeladen en komt onder het bevel te staan van Onderluitenant Leclercq die de verantwoordelijkheid van treincommandant krijgt.
Staf/62Li
Het 3VOC telt die dag zo’n 9150 militairen.
I/62Li
Het bataljon verlaat Belsele om 23u50 en begeeft zich te voet naar Sinaai waar voor de nacht van15 op 16 mei een kantonnement wordt opgezocht in een bos.
Materieeltrein/62Li
De materieeltrein had om 04u00 moeten vertrekken maar kan uiteindelijk slechts om 16u00 het station van Lokeren verlaten. De eerste bestemming wordt Moeskroen.
I/62Li
Het Iste Bataljon Versterking bevindt zich nog steeds in zijn kantonnement in een bos nabij Sinaai en houdt zich klaar om naar het station van Sinaai te marcheren wanneer hun trein wordt aangemeld. De trein die het bataljon moet vervoeren, daagt echter pas om 20u00 op waardoor de verplaatsing naar Frankrijk met maar liefst achttien uur vertraging begint.
II/62Li
Het IIde Bataljon Instructie begeeft zich om middernacht te voet naar het station van Lokeren om er aan boord gaan van een trein die ook de staf van het 3VOC zal vervoeren. Kapitein-commandant Planchar, bataljonscommandant van II/62Li, voert het bevel als treincommandant. De wagons komen pas om 17u00 in het station van Lokeren aan waardoor er een ganse dag verloren wordt. De trein verlaat Lokeren uiteindelijk slechts rond 18u00. Er wordt diezelfde avond nog doorgereisd naar Deinze via Gent en Zelzate.
I/62Li
Het Iste Bataljon Versterking komt om 03u30 aan in het station van Lochristi en blijft er vast zitten tot 08u00. Het konvooi kan ‘s morgens verder rijden tot Gent Sint-Pieters maar moet in dit station wachten tot 20u00. Tijdens de nacht van 17 op 18 mei wordt het traject Gent-Moeskroen afgelegd.
II/62Li
Het transport gaat nu tergend langzaam vooruit. Op 17 mei wordt enkel de afstand Deinze – Kortrijk afgelegd.
I/62Li
Het I/62Li komt om 08u00 aan in het station van Moeskroen en moet er wachten tot de middag om opnieuw te kunnen vertrekken. De trein verlaat het station van Moeskroen om 14u30 en bereikt om 18u00 Tourcoing. Tegen middernacht wordt het station van Haezebrouck bereikt.
II/62Li
Ook de trein met het II/62Li gaat niet echt vooruit, gedurende de ganse dag wordt enkel het traject Kortrijk – Moeskroen afgelegd. Na het station van Moeskroen te zijn gepasseerd zet de reis zich vervolgens tijdens de nacht van 18 op 19 mei verder tot Tourcoing.
Materieeltrein/62Li
De materieeltrein van OLt Leclercq rijdt om 02u00 Moeskroen binnen en komt vast te zitten tot 12u00. Vervolgens wordt koers gezet naar Amiens.
I/62Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon Versterking verlaat het station van Haezebrouck om 15u25 en rijdt vervolgens om 16u25 Saint-Omer binnen. Hier komt het konvooi alweer vast te zitten.
II/62Li in Frankrijk
Te Tourcoing verneemt het IIde Bataljon Instructie dat de bestemming van hun trein het Franse Narbonne is. De spoorlijn Tourcoing-Amiens is echter onderbroken na een Duitse luchtaanval waardoor het konvooi na een dag wachten richting Calais afgeleid wordt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.
Staf/62Li in Frankrijk
In het station van Outreau, één van de zuidelijke buitenwijken van Boulogne-sur-Mer, zijn 11 treinen met Belgische militairen vastgelopen. Het betreft de regimentsstaven van 53Li en 63Li, twee Bataljons Instructie (I/63Li en I/11Ch), drie Bataljons Versterking (II/53Li, II/63Li en III/7ChA), twee onafhankelijke Compagnies (SchoolCie/3VOC en Cie C47/3VOC) en een detachement van 31A. Een twaalfde trein met aan boord de Staf en het IIde Bataljon Instructie van 62Li is eveneens onderweg naar Boulogne. Tijdens de nacht van 20 op 21 mei bereikt de Duitse voorhoede de Atlantische kust in Noyelles-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken een aantal eenheden van het 3VOC, waaronder het nagenoeg volledige 62Li ingesloten door de Duitsers. Door de opgelopen vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt hun terugtochtweg uiteindelijk afgesneden.

Station van Pont d’Ardres waar het I/62Li een tijdje vastzat vooral kon worden doorgereden naar Calais.
I/62Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon Versterking vertrekt om 09u25 uit Saint-Omer maar komt opnieuw vast te zitten, ditmaal in het station van Pont-d’Ardres vlakbij Calais. Na een halve dag in het station van Pont-d’Ardres gewacht te hebben kan worden doorgereden naar het station “Calais-Rivière-Neuve” dat om 20u30 bereikt wordt. Hier kan niet worden doorgereisd omdat de sporen door een luchtbombardement vernield zijn. De 1.200 man overnachten te Calais in de treinstellen terwijl aan de sporen gewerkt wordt.
II/62Li in Frankrijk
Het IIde Bataljon Instructie wil die dag nog steeds Calais bereiken maar raakt niet voorbij Saint-Omer. Cdt Planchar verneemt bovendien dat de vijandelijke tanks zo’n 60 Km verderop de spoorlijn Amiens-Arras in twee gesneden hebben waardoor de treinreis naar Narbonne in het gedrang komt. De bevelhebber besluit ‘s avonds zijn bataljon toch maar naar Calais te brengen in de hoop daar een schip te kunnen bemachtigen om zijn bataljon naar een niet bedreigde meer zuidelijk gelegen Franse haven te brengen. Dit plan gaat echter niet door en tijdens de nacht van 20 op 21 mei wordt nog naar Boulogne-sur-Mer gespoord.
Materieeltrein/62Li in Frankrijk
De materieeltrein bereikt het station Frevent in Noord-Frankrijk en zit daar opnieuw vast in een verkeersopstopping. De locomotief wordt ontkoppeld en ganse dag door wordt gewacht. Om 14u00 passeert een trein met II/54Li aan boord het station van Frévent. De manschappen van OLt Leclerq worden door het 54Li nog bevoorraad waarna hun trein doorrijdt naar Fortel-en-Artois. Tot overmaat van ramp duiken rond 16u00 enkele Duitse pantserwagens op. De Belgen wagen nog een poging om te voet te vluchten maar worden al snel krijgsgevangen genomen. Het 62Li is zijn materieel en persoonlijke bagage kwijt.

Spoorbundel van het station Saint-Léonard ten zuiden van Boulogne (projectie op recente kaart).
Staf 62Li in Frankrijk
Op 21 mei bevindt het XIX PzKorps van de Duitse generaal Guderian zich op 80 kilometer van Boulogne. Hij geeft de 1PzDiv het bevel op te rukken naar Calais, de 2PzDiv moet de stad Boulogne innemen. In Boulogne bevinden zich op dat ogenblik twee bataljons van het 65(FRA) Infanterieregiment en twee bataljons van het 48(FRA) Infanterieregiment, allen onder bevel van de Franse Brigade-generaal Lanquetot. Ook de 20(UK)Guards Brigade, met ongeveer 4.500 man onder bevel van de Britse generaal Foxpitt, zijn in de stad aangekomen om naar Engeland overgezet te worden. Daarbovenop het equivalent van een Belgisch VOC, alles samen een 4.000-tal Belgen waarvan een groot aantal niet bewapend. Kolonel Coucke, de oudst aanwezige Belgische officier en tevens regimentscommandant van het 53Li, neemt de leiding van Belgische militairen die in Outreau gestrand zijn. Hij neemt contact op met de Franse plaatscommandant van Boulogne en verneemt dat de doorgang naar het zuiden definitief geblokkeerd is. De Belgische militairen worden verzocht het station te ontruimen en kantonnementen in te nemen in de wijk Outreau.
I/62Li in Frankrijk
Gedurende de dag wordt het bataljon verschillende keren gebombardeerd door de Duitse luchtmacht. De soldaten vluchten de velden in weg van de gestrande treinen. Cdt Godfrin stuurt een onderluitenant per fiets naar Boulogne voor verdere instructies. Die komen er niet en de manschappen brengen de nacht door in de omliggende velden uit vrees voor nieuwe Duitse luchtaanvallen.
II/62Li in Frankrijk
Het IIde Bataljon Instructie rijdt het goederenstation van Outreau binnen even buiten Boulogne. In dat station staan dan reeds een elftal andere treinen met Belgische militairen die allen vast zitten. Op bevel van Kolonel Coucke verlaat het II/62Li het station om een kantonnement in te nemen te Saint-Leonard nabij de brug over de Liane.
Staf 62Li en II/62Li in Frankrijk
In de namiddag krijgt Kolonel Coucke van de Franse plaatscommandant de opdracht om met de beschikbare Belgische bataljons defensieve stellingen in te nemen ten zuiden van de Liane langs de spoorweg tussen het station van Outreau en het station Pont-de-Briques in Saint-Etienne-au-Mont. Enkel de eenheden die beschikken over wapens worden in lijn opgesteld, de anderen blijven achter in hun kantonnementen in Outreau. Het II/53Li wordt opgesteld ten zuiden van het station van Outreau, de stelling wordt vervolgens verlengd door II/62Li, I/63Li en I/11Ch. Rechts van de Belgen bevinden zich de Irish Guards die Outreau verdedigen en stelling nemen van het station van Outreau tot aan de zee. Nog voor de stelling volledig klaar is bereikt in de avond de voorhoede van de 2PzDiv het dorp Pont-de-Briques ten zuidoosten van het centrum van Boulogne.
I/62Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon Versterking wordt op 22 mei ter beschikking gesteld van de Franse plaatscommandant van Calais maar krijgt geen specifieke opdracht.

De opstellingsplaats van het II/62Li nabij de Pont de Briques (projectie op recente kaart).
II/62Li in Frankrijk
II/62Li zal ingezet worden bij de verdediging van Boulogne. In hun kantonnement krijgen ze opdracht stelling te nemen ten zuiden van de rivier Liane en zo de zuidelijke toegang tot Boulogne aan de Duitsers te ontzeggen. Het IIde Bataljon Instructie verlaat Saint-Léonard en marcheert naar Pont-de-Briques, zo’n 5 Km ten zuidwesten van Boulogne. Het bataljon neemt stelling langs de spoorwegberm tussen het station van Outreau en het station van Pont-de-Briques op de zuidelijke oever van de Liane. De stelling die het bataljon moet innemen is zo’n 150-tal meter breed en een 400-tal meter diep. De stelling bestond uit een reeks moestuinen die zich bevonden tussen de talud van de spoorweg en een bocht van de kronkelende Liane die op die plaats zo’n 7 à 8 meter breed is. De stellingname in onbekend terrein zonder kaarten verloopt moeizaam en vergt veel tijd. Rechts van II/62Li bevindt zich I/53Li, links aan de overzijde van de Liane staat het I/63Li opgesteld. De jonge rekruten van het bataljon zijn nog maar enkele maanden in opleiding en beschikken over onvoldoende bewapening en munitie. Zo zijn er slechts vier machinegeweren, acht mitrailleurs FM en is er geen anti-tank geschut. De compagnies hebben slechts dertig schoppen ter beschikking om zich in te graven. Daarenboven waren er geen transmissiemiddelen noch verrekijkers en kaarten. De 7de en de 8ste Compagnie marcheren tezamen met de bataljonsstaf voorop en bereiken eerst het bruggenhoofd tussen de spoorwegberm en de rivier, de 5de en de 6de Cie marcheren achterop. Wanneer deze laatste twee de Liane willen oversteken richting station van Pont-de-Briques laten de Britten de brug over de Liane springen. De 6de Cie kan de rivier nog oversteken met vlotten, de 5de Cie van Cdt Michaux blijft achter op de noordelijke oever. Kort nadat de brug gesprongen is valt het bataljon onder artillerievuur. Wanneer het artillerievuur ophoudt wordt het bruggenhoofd rond het station van Pont-de-Briques langs alle kanten onder vuur genomen. Hierbij sneuvelen de Korporaal Defossa en de Soldaat Vandervelde. Kapitein-commandant Planchar beseft dat ze omsingeld zijn en geeft zich om 20u00 over.
Op het ogenblik dat Cdt Panchar zich op de zuidelijke oever overgeeft neemt de 5Cie versterkt met enkele rekruten van de 6Cie stelling tezamen met enkele losse elementen van de Fransen langs de noordelijke oever van de Liane. Wanneer de eerste Duitse tanks toekomen en scherend vuur geven over de stelling van de 5Cie besluit Cdt Michaux de stelling te verlaten en zich naar het noorden te verplaatsen zonder echter door Boulogne te passeren. In zijn omtrekkende beweging via de weg Saint-Léonard, Echinghen, Baincthun botst zijn voorhoede te Baincthun op een detachement Duitse motorrijders. De Duitsers trekken zich terug zonder het gevecht aan te gaan maar de 5Cie is nu genoodzaakt terug naar het westen richting Boulogne

Het station van Pont-de-Brique in de wijk Saint-Léonard van Boulogne. Het station ligt op de zuidelijke over van de Liane.
te marcheren.
I/62Li in Frankrijk
De manschappen van het Iste Bataljon hangen nog steeds doelloos rond te Calais. In de namiddag houdt een groep Britse pantserwagens halt in het station en vraagt steun aan Cdt Godfrin. De Britse detachementscommandant krijgt twee detachementen van de Belgen toegewezen voor de nabije verdediging van zijn voertuigen. Niettegenstaande het bataljon slechts over een honderdtal wapens en enkele mitrailleurs beschikte worden twee weerstandsnesten van samen honderd man ingericht bij de overgangen over de Rivière-Neuve. Een detachement onder bevel van Lt Frey, beveiligt de spoorwegbrug het tweede detachement onder bevel van OLt Oury vergrendelt de wegbrug. Naast hen drie automitrailleurs en een anti-tankkanon van de Britten. De ongeveer 1.100 ongewapende militairen van I/62Li worden onder bevel van Lt Galloy en OLt Larbuisson naar de binnenstad van Calais gestuurd om er dekking te zoeken.
5/II/62Li in Frankrijk
De 5de Compagnie bereikt in de vroege ochtend de oostelijke buitenwijk Saint-Martin-Boulogne en valt er onder Duits artillerievuur. De compagnie wordt ook onder mitrailleurvuur genomen door Duitse tanks. Tijdens dit kort contact met de vijand sneuvelen de de Soldaten Halin, Lefevre en Leclercq. De 5Cie trekt nu de binnenstad in waar ze zich tot de 26 mei schuilhouden tot de overgave volgt.
I/62Li in Frankrijk
In het station Calais-Rivière-Neuve komt het om 04u00 tot een treffen wanneer Duitse patrouilles de Belgisch-Britse posities bereiken. Rond 06u00 verbreken de Britten het contact en trekken zich naar het noorden terug terwijl Cdt Godfrin de leiding van de verdediging van de stelling op zich neemt. Ondertussen wordt de stad hevig gebombardeerd en beschoten door de Duitse artillerie. De schermutselingen met de Duitsers houden aan en wanneer rond 09u00 de Luitenant Jossart en de Soldaat Wouters [4] sneuvelen rijdt een Duitse pantserwagen op de stelling toe. Een officier en twee soldaten stappen uit en dringen aan op een Belgische overgave, het trio wordt prompt onder vuur genomen en blijft gewond achter terwijl het pantservoertuig rechtsomkeer maakt. Wanneer de munitievoorraden beginnen te slinken en het voorwaarts detachement aan de Rivière-Neuve dreigt omsingeld te worden besluit Kapitein-commandant Godfrin rond 12u00 het contact te verbreken, de rest van het bataljon op te pikken en via Gravelines en Duinkerke naar ons land terug te keren. Hij is niet op de hoogte dat Calais reeds ingesloten is. De Belgische manschappen trekken door de zwaar gehavende stad Calais en houden die avond halt in Les Hemmes, een gehucht nabij Marck. Er wordt gebivakkeerd in een bos nabij de duinen.
Staf/62Li in Frankrijk
Van het 62Li heeft alleen de regimentscommandant, Luitenant-Kolonel Mary, het zuiden van Frankrijk kunnen bereiken. Hij en een beperkt gedeelte van de Staf beschikte over voertuigen en is bijgevolg niet vast komen te zitten in het goederenstation van Outreau. Terwijl hij zich in veiligheid kon stellen is zijn regiment is in Frans-Vlaanderen ten onder gegaan ten koste van 17 dodelijke slachtoffers. Het 62Li, op een klein stafelement na, houdt op te bestaan.
I/62Li in Frankrijk
Bij het eerste daglicht worden Godfrin en zijn manschappen opgeschrikt door het geluid van motoren en Duitse stemmen. Het bos waar de manschappen overnachtten, is omsingeld en het Iste Bataljon Versterking wordt tot overgave gedwongen en afgevoerd naar Hesdin.
Staf/62Li in Frankrijk
De installatieploeg van het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Infanterie (CISLI) werd op 18 mei richting Frankrijk gestuurd om de aankomst van het gros van het CISLI voor te bereiden. Het detachement wordt geleid door Kapitein-commandant Garain en bestaat voorts uit Luitenant Utens, Luitenant Med Kuyl, twee leerling-officieren van de KMS (Adjt Van Buylaere en Sgt André), vijf onderofficieren, zeven soldaten en twee opgeëiste burgerchauffeurs. Cdt Garain beschikt over twee auto’s en drie camionettes en trok via Rouen, Le Mans en Toulouse naar Narbonne waar hij op 26 mei toekomt. Hij wacht er tevergeefs op de rest van het CISLI en neemt uiteindelijk contact op met de EM/TRI die hem doorstuurt naar het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC). Hij vervoegt het 3VOC te Grenade (Haute-Garonne) op 30 mei en wordt met zijn detachement aangehecht bij het 62Li in een poging de effectieven van 62Li weer wat aan te vullen.
Staf/62Li in Frankrijk
Wat overblijft van de staf vestigt zich in Grenade en voert momenteel enkel het bevel over het kleine detachement van het CISLI dat onder zijn bevel werd geplaatst.
Staf/62Li in Frankrijk
De Staf/62Li verneemt de capitulatie van het Belgische leger in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden.
Op 28 mei vertrekt een detachement van 115 manschappen en 8 officieren behorende tot de Staf, de 29Cie en de 30Cie van het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden (VII/1SVE) per spoor vanuit Conches naar Montpellier. Dit detachement wist te ontsnappen aan de Duitse omsingeling ten noorden van de Somme en verbleef sinds 22 mei in Conches waar het werd opgenomen in de getalsterkte van de 7de Infanteriedivisie (7Div). Wanneer deze divisie naar Bretagne werd doorgestuurd wordt het VII/1SVE overgeplaatst naar het 3VOC. Via Montpellier reizen ze door naar Toulouse en worden uiteindelijk gekantonneerd in Grenade en Saint-Lys waar het detachement wordt aangehecht bij het 62Li.
Staf/62Li in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemt de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7Div, die zich na de gevechten aan het Albertkanaal teruggetrokken heeft in Bretagne, terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen. Het ligt in de bedoeling de regimenten van de Versterkings- en Opleidingstroepen hiervoor te gebruiken eens de rekruten van de klas ’40 opgeleid zijn. De 7Div zal als eerste van de nieuw uit te rusten Belgische divisies paraat gesteld worden.
Staf/62Li in Frankrijk
De EM/TRI moet versterkingen leveren om de 7Div te versterken. Luitenant-kolonel Mary, die niet langer over troepen beschikte, wordt aangeduid om het commando over te nemen van het 2de Regiment Grenadiers (2Gr). Hij vertrekt nog diezelfde dag naar Malestroit. Op 1 juni neemt hij het bevel over van wat rest van het 2Gr.
Staf/62Li in Frankrijk
Op 4 juni gaat de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI), nog steeds onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, in op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking van verschillende VOC’s aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren, waarvan 16.000 aan te duiden door het EM/TRI. Het EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. Het 62Li wordt niet gevraagd om werkbataljons te leveren gezien het regiment amper nog over troepen beschikt.
Staf/62Li in Frankrijk
Nadat het het I/52Li een werkbataljon vormde dat naar Parijs werd gestuurd en II/51Li een werkbataljon dat naar Châlons-sur-Marne werd gestuurd blijven niet veel manschappen meer over in het 3VOC. Een reorganisatie dringt zich op en binnen 62Li wordt een nieuw versterkingsbataljon en een nieuwe instructiecompagnie opgericht. Het versterkingsbataljon wordt opgericht met de Staf, de 29Cie en de 30Cie van het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden van Luik, de compagnie instructie groepeert alle nog resterende op te leiden rekruten van het 3VOC.
Staf/62Li in Frankrijk
LtKol Mary wordt na twaalf dagen het bevel over 2Gr gevoerd te hebben van zijn commando ontheven en teruggestuurd naar het 3VOC. Hij neemt zijn functie van regimentscommandant van 62Li terug op. De reden waarom LtKol Mary wordt teruggestuurd ligt bij het feit dat de 7Div over onvoldoende manschappen en materieel beschikte om drie infanterieregimenten te vormen. De divisiecommandant beslist daarop dat het 2Gr zal worden ontbonden en dat de manschappen en het materieel van 2Gr zullen worden overgeheveld naar de twee overblijvende regimenten.
Staf/62Li in Frankrijk
Maréchal Pétain richt zich in een radiotoespraak tot de Franse bevolking waarin hij de nakende capitulatie van Frankrijk aankondigt. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet meer ver af. De Fransen zijn niet meer geneigd om de Belgische inspanningen om de strijd verder te zetten nog te steunen.
Staf/62Li in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de Belgische werkbataljons teruggestuurd worden. De terugkeer van de werkbataljons verliep niet van een leien dakje. Een gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. Wanneer meerdere kleinere detachementen per spoor of langs de weg Toulouse passeren op de terugweg naar hun regiment worden ze door de verkeersregelingscommissie van Toulouse om nog onduidelijke redenen afgeleid naar de sector van het 3VOC. Hier worden deze detachementen onder bevel van 62Li geplaatst worden.
Het eerste detachement dat door de regelingscommissie van het station van Toulouse van de trein gehaald is het detachement van het 7de Gemotoriseerd Regiment (7Mo) onder bevel van Majoor van Malcote de Kessel. Ze worden op een lokale trein gezet naar L’Isle-Jourdain en van daar uit doorgestuurd naar Lévignac in de sector van het 3VOC. De Staf/3VOC wijst het dorpje Thil, tussen L’Isle-Jourdain en Grenade, aan als kantonnement voor het detachement van Maj van Malcote. Kort na de aankomst van het detachement van 7Mo wordt ook een detachement van 500 man bestaande uit elementen afkomstig van verschillende genie-eenheden van het veldleger, onderweg naar het 40ste Regiment Genie (40Gn) te Castries, door de regelingscommissie van Toulouse naar Lévignac gestuurd. Dit detachement, onder bevel van Kapitein-commandant Vanuxem wordt door 3VOC gekantonneerd te Fonsorbes. De verkeersregelingscommissie van Toulouse blijft eenheden doorsturen naar 3VOC. Wanneer een detachement van 1.750 manschappen, onder bevel van Majoor Currinckx van het 4de Regiment Grenadiers (4Gr), die de stad Toulouse passeert worden ook zij naar Grenade gestuurd. Het detachement bestaat uit elementen van II/4Gr (550 man), II/4C (1.000 man), II/59Li (50 man) en II/7ChA (150 man). Ze komen eveneens tijdelijk onder bevel van het 3VOC te staan dat kantonnementen dient te voorzien en dat moet instaan voor de bevoorrading van het detachement. Het detachement wordt op 21 juni ingekwartierd te Saint-Lys en Mérenveille.
Als laatste komt op 24 juni een detachement van 250 manschappen afkomstig van verschillende regimenten Jagers te Voet van het 5de Versterkings- en Opleidingscentrum (5VOC) toe te Grenade. De verschillende manschappen van het detachement werden tussen 20 en 23 juni van treinen gehaald die het station van Toulouse passeerden en in het “Palais des sports” van Toulouse ondergebracht. Het detachement wordt op 24 juni doorgestuurd naar het 3VOC. Dit detachement onder bevel van Cdt De Boever wordt integraal aangehecht bij het 62Li als nieuwe 5de Compagnie. Cdt De Boever wordt aangesteld als compagniecommandant van deze nieuwe 5Cie.
Met de integratie van een aantal van de naar de sector van 3VOC afgeleide detachementen van andere eenheden wordt het 62Li eind juni 1940 heropgericht in de Midi als onderdeel van het Belgisch leger in Frankrijk. Het 62Li beschikt nu over twee bataljons versterking.
Staf/62Li in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een wapenstilstandsverdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekent staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbindt de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten. Nog anderhalve maand blijven de gedemotiveerde Belgische eenheden doelloos rondhangen in Frankrijk vooraleer ze naar België gerepatrieerd worden.
Staf/62Li in Frankrijk
Het nieuwe 62Li is maar een kort leven beschoren. Mede door acties van de detachementscommandanten van de verschillende detachementen die in Toulouse zijn gestrand, worden deze detachementen teruggestuurd naar hun originele regimenten. Vooral de cavaleristen zagen het niet zitten om opgenomen te worden in de getalsterkte van een infanterieregiment. De nieuwe 5Cie van 62Li kan echter niet worden teruggestuurd naar zijn regiment van herkomst, het 12de Regiment Jagers te Voet (12J), omdat dit regiment ondertussen al is opgedoekt. De manschappen worden dan maar doorgestuurd naar het 11de Regiment Jagers te Voet (11J).
Staf/62Li in Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, gaf op 3 juli de EM/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerdere gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk. Met de aankomst van die delegaties komt ook voor het eerst nieuws (onder meer door de censuur hadden de militairen in Frankrijk geen idee over wat zich in België afspeelde) over het thuisfront.
Staf/62Li in Frankrijk
Eind augustus houdt het 62Li definitief op te bestaan wanneer alle Belgische troepen in Frankrijk naar ons land worden teruggebracht
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
4/I | DEFOSSA | Jean, A.J. | Kpl | 24.09.1914 | Dison | 22.05.1940 | Saint-Etienne-au-Mont (F) | ||||
Onbekend | FLAMANT | Cyrille, P. | Sdt | Mil | 11.06.1907 | Hautmont (F) | 12.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
5/II | HALIN | Léon, J. | Sdt | Mil | 24.01.1921 | Liège | 23.05.1940 | Saint-Martin-Boulogne (F) | |||
Staf | IOELANTS | Henri, A.J. | Sdt | Mil | 26 | 22.01.1906 | Lantin | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | |
7/II | JOASSART | Nicolas, J.J. | Lt | Res | 16.03.1906 | Liège | 24.05.1940 | Calais (F) | |||
Onbekend | KNAPEN | Henri, Louis | Sdt | Mil | 27 | 17.08.1907 | Hoeselt | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | |
6/II | LAMBERT | Roger | Sdt | Mil | 18.09.1909 | Pesche | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
5/II | LECLERCQ | Jean, M.H. | Sdt | Mil | 29.11.1921 | Liège | 23.05.1940 | Saint-Martin-Boulogne (F) | |||
1/I | LEFEVRE | Camille, F.G. | Sdt | Mil | 16.03.1921 | Marcinelle | 23.05.1940 | Boulogne-sur-Mer (F) | |||
Onbekend | LETELLIER | Charles, Armand | Sdt | Mil | 40 | 17.10.1920 | Gaurain-Ramecroix | 03.09.1940 | Postnicken (D) | Krijgsgevangene | |
6/II | LOHAY | Albert, F.L. | Sdt | Mil | 19.12.1914 | Ivoz-Ramet | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
Staf/62Li | MONFORT | André, F. | Sdt | Mil | 12.01.1907 | Abée-Scry | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
Onbekend | PHILIPPART | Albert | Sgt | Mil | 29 | 18.10.1910 | Liège | 24.01.1941 | Braunschweig (D) | Verwond in treinramp te Isenbüttel (D) | |
7/II | PICARD | Louis, E.J. | Kpl | 13.08.1907 | Liège | 27.05.1940 | Henneveux (F) | ||||
6/II | RASQUIN | Marcel, F.G. | ![]() | Sgt | 21.02.1913 | Embourg | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
6/II | REDEMAN | Jean, P.A. | Sdt | Mil | 29.08.1915 | Trivières | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | ||
Onbekend | VANDERVELDE | Henri, J. | Sdt | Mil | 07.04.1920 | La Louvière | 22.05.1940 | Pont de Briques (Saint-Etienne-au-Mont (F)) | |||
6/II | VERMEULEN | Oscar, F.J. | Kpl | 16.08.1908 | Vechmaal | 11.05.1940 | Belsele | Gedood in luchtbombardement | |||
Staf | WOUTERS | Renier, G. | Sdt | Mil | 23.05.1906 | Diepenbeek | 24.05.1940 | Calais (F) | Dodelijk gewond door bomscherven |
- Achtergrondinformatie bij de Kazerne Cdt Moreau van Casteau [On Line Beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/zinnik-soignies/ [Laatst geraadpleegd 3 februari 2022]. Het vredestijdgarnizoen van het 12Li bevond zich te Luik. Aangezien Luik op de Dekkingsstelling ligt wordt het 62Li meer landinwaarts gemobiliseerd in de Kazerne Cdt Moreau te Casteau. Het Kamp van Maisières-Casteau bevond zich ten noorden van de baan Bergen – Soignies en was voorheen een burgervliegveld. Op het terrein van het kamp bevonden zich houten barakken en een kasteel (Villa Les Pommiers). In het Kamp van Maisières-Casteau werden heel wat ondereenheden van de 5Div gemobiliseerd; niet alleen 4J maar ook het Tranportkorps en het Geneeskundig Korps van de 5Div. De site is vandaag ingenomen door het NAVO hoofdkwartier SHAPE (Supreme Headquarters Allied Power Europe).
- De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 62Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 12Li.
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- “Oorlog in Munster”, door Lambert Hendrikx, 20011, uitgave heemkring Landrada Munsterbilzen. Soldaat Wouters Renier Gustaaf werd geboren te Diepenbeek op 23 mei 1906 en sneuvelde tijdens de gevechten rond Calais aan verwondingen opgelopen door ontploffende artilleriegranaten op de stelling van I/62Li. Hij werd begraven in Coquelles (FRA) vlakbij Calais en in 1962 herbegraven op de militaire begraafplaats van De Panne (graf Nr 57). Vlak voor het uitbreken van de oorlog woonde hij in Munsterbilzen.
- Verslag betreffende 62Li in het hoofdstuk 3VOC van het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Verslag betreffende 12J in het hoofdstuk 5VOC van het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Verslag betreffende 7Mo in het hoofdstuk VOC LT van het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- “L’armée belge de France en 1940”, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.