Reglementaire benaming | 7de Infanteriedivisie | 7ID 7ème Division d’Infanterie | 7DI |
|
Type | Infanteriedivisie van eerste reserve | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Onderdeel van | Iste Legerkorps | |
Bevelhebber | Generaal-majoor Eugène L. J. Van Trooyen | |
Commandant Infanterie | Generaal-majoor Hector Daumerie | |
Commandant Artillerie (CADI) | Kolonel SBH Louis Rigano | |
Commandant Genie (CGn) | Majoor Georges Tilot | |
Stafchef | Luitenant-kolonel SBH Joseph Borremans | |
Intendant | 1ste Kapitein jonkheer Maurice van Loey de Looz | |
Commandant Transportkorps | Majoor Julien Jamin | |
Standplaats | Dekkingsstelling – Albertkanaal Sector Eigenbilzen-Lixhe Hoofdkwartier te Genoelselderen |
|
Samenstelling | Hoofdkwartier | |
2de Regiment Grenadiers | ||
2de Regiment Karabiniers | ||
18de Linieregiment | ||
20ste Regiment Artillerie | ||
6de Bataljon Genie | ||
7de Bataljon Transmissietroepen | ||
Wielrijderseskadron 7ID | ||
Compagnie Getrokken C47 7ID (Kapitein-commandant Pierre Vloeberghs) | ||
Compagnie C47 op T13 7ID (Kapitein-commandant Pierre Lambrechts) | ||
Geneeskundig Korps 7ID | Staf (Med Maj Eusèbe Destrait) | |
Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med Kapt H. Rogister) | ||
Lichte Ambulance (Med Kapt J. Debusscher) | ||
Ambulance Infanteriedivisie (Med 1Kapt Pierre Tonglet) | ||
Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties (Lt E. Vanderlinden) | ||
Compagnie Intendance 7ID | ||
Transportkorps 7ID | Staf (Cdt baron Adolphe de Viron) | |
Peloton voor Infanteriemunitie (Lt baron Jacques A. C. van der Bruggen) | ||
1ste Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt Jacques Robin) | ||
2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt G. Tilmans) | ||
1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt A. Bosmans) | ||
2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt F. Braem) | ||
Autopeloton voor Ravitaillering (Lt G. Lemaire) | ||
Autopeloton voor Materieel (Cdt Emile Maquestiaux) | ||
Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Cdt M. VandeLinden) | ||
Compagnie Luchtafweermitrailleurs 7ID (Kapitein-commandant Léon Chalon) | ||
Provoost (Luitenant Maurice Lamonte) |

Generaal-majoor Eugène Van Trooyen (vooroorlogse foto) commandant van de 7Div.
Staf/7Div
De 7de Infanteriedivisie (7Div), een divisie van Eerste reserve, wordt op 1 september 1939 onder de wapens geroepen te Brussel. Het Transportkorps vervoegt de divisie drie dagen later. De Compagnie C47 op T13 van de 7Div wordt pas op 8 januari 1940 opgericht en mobiliseert te Helchteren. Op 1 september 1939 wordt het Wielrijderseskadron van de 7Div onder de wapens geroepen te Ruisbroek maar de eenheid komt pas eind maart 1940 onder bevel van de 7Div.
De 7Div maakt een turbulente mobilisatie door. Vanaf 18 september 1939 wordt de divisie ontplooid op de K.W. Stelling ter hoogte van Leuven, de staf beveelt de regimenten vanuit Brussel. De stellingen worden voorbereid maar lang kan de 7Div niet van het werk genieten want in oktober 1939 komen ze onder bevel van het IIde Legerkorps (II/LK) en worden ze verplaatst naar het Albertkanaal ter hoogte van Tessenderlo – Kwaadmechelen. Tot overmaat van ramp moeten ze de verplaatsing te voet uitvoeren. Het hoofdkwartier (HK) installeert zich in Diest. Gedurende de strenge winter van 1939 wordt ook deze stelling ingericht. De eenheden moeten noodgedwongen hun eigen barakken bouwen zo niet zouden de paarden en het materieel de vrieskou niet overleven. Eind maart verneemt de divisie dat de stellingen zullen worden overgenomen door de 6de Infanteriedivisie (6Div) die van de kust komt waar de 6Div gedurende de maand maart een rustperiode werd gegund.
Op 30 maart 1940 verplaatst het hoofdkwartier van de 7Div zich naar Oostende om daar kantonnementen voor te bereiden. Als beloning voor het harde werk zou de divisie in reserve worden gehouden aan de kust hetgeen een goed vooruitzicht was voor de vele manschappen die uit Oost en West Vlaanderen kwamen. Het 2de Regiment Karabiniers verhuist als eerste naar de kust en wordt ondergebracht in de kazerne van Lombardsijde. Groot was echter de ontgoocheling toen na tien dagen de kust werd verlaten om te herontplooien in de streek van Brussel. Het 18Li is zelfs nooit in de kuststreek aangekomen maar rechtstreeks naar Brussel doorgestuurd. De 7Div zal nu ten zuiden van Brussel opgesteld worden als algemene reserve van het leger. Op 10 april 1940 installeert de 7Div zich op de lijn Halle-Ninove en de staf vindt onderdak in het Kasteel Richir (oftewel kasteel Inkendael) te Vlezenbeek [1].

Kasteel Inkendael (ook gekend als kasteel Richir) waar het HK van de 7Div zich bevond eind april 1940
Op 30 april 1940, amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog, wordt de divisie naar het Albertkanaal gestuurd om de stelling Eigenbilzen – Lixhe over te nemen van de 5de Infanteriedivisie (5Div). De 5Div neemt hun stellingen over te Halle – Ninove. De 7Div staat nu onder het bevel van het Iste Legerkorps (I/LK). Generaal-majoor Van Trooyen kiest het kasteel van Genoelselderen als nieuwe standplaats voor zijn hoofdkwartier. Na een eerste verkenning waren de regimentscommandanten niet onder de indruk van de stellingen die ze moesten overnemen. De 5Div had blijkbaar veel vertrouwen gehad in de sterkte van het Albertkanaal als grote hindernis en had nagelaten de stellingen goed uit te bouwen.
Net voor de opstelling aan het Albertkanaal wordt het organiek artillerieregiment van de 7Div, het 12de Regiment Artillerie (12A), naar Namen gestuurd om de rol van Korpsartillerie van het VII/LK over te nemen van het 20ste Regiment Artillerie (20A). 20A wordt de divisieartillerie van de 7Div en komt in de divisiesector toe op 29 april. Het regiment moet vuursteun leveren aan een divisie met wie het nog nooit heeft samengewerkt.
Aan de vooravond van de oorlog staat de 7Div samen met de 4de Infanteriedivisie (4Div) onder bevel van het I/LK. De 4Div staat ten westen van de 7Div opgesteld en bezet een divisiesector achter het Albertkanaal van Diepenbeek tot Eigenbilzen inclusief. De 7Div verlengt deze stelling vanaf Eigenbilzen tot Lixhe. Ten zuiden van de 7Div staat de Groepering Gits van het IIIde Legerkorps (III/LK) opgesteld.
De 7Div is niet van beproevingen gespaard geweest tijdens de mobilisatie. De divisie heeft zeker niet van de best mogelijke voorbereiding kunnen genieten om de gevechten aan te gaan. Wanneer men de opstelling van de 7Div bekijkt kan men enkel vaststellen dat door de uitgestrektheid van het front (ongeveer 16 Km) de divisiecommandant genoodzaakt is de drie infanterieregimenten in lijn op te stellen. Enkel op het niveau van de regimenten wordt een bataljon in tweede lijn geplaatst maar dan zeer dicht achter de bataljons in eerste linie. Dit betekent dat wanneer de initiële verdedigingslijn doorbroken wordt er op niveau divisie geen tegenactie gevoerd kan worden tenzij door steun te vragen aan het I/LK. Het Groot Hoofdkwartier (GHK) beschouwde de aanwezigheid van een sterke hindernis (het Albertkanaal) blijkbaar voldoende reden om geen extra eenheden aan de 7Div toe te voegen [2].
In de divisiesector bevinden zich de strategische bruggen van Gellik, Briegden, Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne die samen met detachementen van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) bewaakt worden [3]. Het 2de Karabiniers (2C) houdt het front vanaf het oosten van Eigenbilzen tot Veldwezelt, de bruggen van Gellik, Briegden en Veldwezelt inbegrepen, het 18de Linieregiment (18Li) houdt het front vanaf het zuiden van Veldwezelt tot Vroenhoven, brug inbegrepen en het 2de Regiment Grenadiers (2Gr) staat opgesteld ten zuiden van de brug van Vroenhoven tot Lixhe. In de ondersector van 2Gr bevinden zich de brug van Kanne en het fort Eben-Emael. De 7Div kan beschikken over de vuren van 20A.

Het HK 7Div installeert zich op 30 april 1940 in het kasteel van Genoelselderen.
Cie C47/T13 7Div
De Compagnie C47 op T13 wordt pas op 8 januari 1940 opgericht en mobiliseert te Helchteren. De compagnie die onder bevel staat van Kapitein-commandant Lambrechts beschikt over twaalf C47mm anti-tankkanonnen gemonteerd op het T13 rupsvoertuig. Deze waren per vier verdeeld over de drie pelotons van de compagnie. Daar waar de T13 eerder kwetsbaar was beschikten C47mm kanonnen over een grote penetratiekracht die de pantsering van de meeste vijandelijke tanks kon doorboren. De C47 op T13 was ook uitermate geschikt voor het elimineren van mitrailleursposten.
GnK/7Div
De regimenten van de divisie beschikken over een regimentshulppost die op een tweetal kilometer van de eerste linies wordt ontplooid. Deze regimentshulpposten staan in voor de directe medische steun en de evacuatie van zieken en gewonden naar de Medische Hulpplaats (oftewel triagestation) van het Geneeskundig Korps van de 7Div (GnK 7Div) te Berg (dorp ten noorden van Tongeren). De voertuigen zijn verspreid over twee locaties bij kilometerpaal 3 en kilometerpaal 3,5 op de baan van Tongeren naar Maastricht. Er is eveneens een ambulancelaadpunt ingericht te Genoelselderen. Vanuit de Medische Hulpplaats van de 7Div worden de gewonden verder afgevoerd naar het Medisch-Chirurgische Centrum (MCC) van het I/LK dat zich in Borgloon bevindt.
TptK/7Div
Het Transportkorps van de 7Div (TptK/7Div) wordt bevolen door Majoor Jamin en beschikt over een staf, enkele pelotons die moeten instaan voor de bevoorrading munitie van de divisie, een peloton bevoorrading levensmiddelen en een peloton bevoorrading materieel. Naast de bevoorradingspelotons beschikt het korps ook over een atelier voor de herstelling van het voertuigenpark van de divisie.
- PMI/TptK/7Div
Het Peloton Munitie Infanterie (PMI) maakte gebruik van paardengespannen voor de bevoorrading van infanteriemunitie.
Het Peloton voor Infanteriemunitie (PMI/TptK/7Div) wordt bevolen door Luitenant baron Jacques van der Bruggen [4]. Deze 39 jaar oude reserveluitenant heeft door zijn carrière in Congo geen wederoproepingen gedaan in het leger en wordt op 25 oktober 1939 samen met zijn peloton onder de wapens geroepen. Het PMI bestond uit een 60-tal manschappen, voornamelijk afkomstig uit boerengezinnen en was uitgerust met paard en kar. De karren waren voorzien van munitiecaissons. Het peloton diende de infanterieregimenten van de 7Div te bevoorraden met munitie en beschikte in totaal over 100 trekpaarden. Op 27 oktober verlaat het peloton Brussel om zich naar naar de sector Tessenderlo – Kwaadmechelen achter het Albertkanaal te begeven. Het PMI krijgt Messelbroek, in de Demervallei ten westen van Zichem, als kantonnement toegewezen. De paarden en de munitiecaissons worden bij boeren ondergebracht om ze te beschermen tegen de winter. Wanneer de divisie eind maart naar de kust wordt overgeplaatst vindt het PMI een nieuwe opstelplaats te Sint-Michiels nabij Brugge. Het verblijf in Sint-Michiels is echter van korte duur, eind april wordt het PMI doorgestuurd naar Glons te oosten van Tongeren waar ze een nieuw kantonnement innemen. Op 8 mei komen een vijftigtal nieuwe rekruten voor het PMI toe in Glons. Ze worden niet verdeeld over het peloton maar blijven samen in een sectie onder de hoede van een onderofficier. Naar aanleiding van Pinksteren wordt de pelotonsadjunct OLt Van De Boehede en een aantal militairen van het peloton in verlof gestuurd.

Voertuig 3472 van de Compagnie C47 op T13 van de 7Div.
Staf/7Div
De 7Div bezet tijdens de nacht van 9 op 10 mei 1940 nog steeds het meest oostelijke uiteinde van het Albertkanaal tussen Eigenbilzen en Lixhe. De divisiestaf wordt om 00u10 in staat van alarm gebracht door het HK van het Iste Legerkorps. Dit bericht wordt prompt doorgegeven aan alle lagere echelons waarna de eenheden in lijn hun stellingen bezetten. Om 02u45 beveelt de Korpsstaf dat alle binnenschepen geëvacueerd moeten worden van het Verbindingskanaal Briegden – Neerharen en van het Albertkanaal tussen Lixhe en Eigenbilzen. Omstreeks 04u30, net na dageraad, komt een massa Duitse vliegtuigen in dichte formaties de grens over om kantonnementen, commandoposten en kruispunten in de divisiesector te bombarderen. Een goed uur later komen berichten binnen van zowel 2C, 18Li en 2Gr dat ze contact gemaakt hebben met Duitse parachutisten die pogen de bruggen over het Albertkanaal in handen te krijgen. Ook het Fort van Eben-Emael meldt de landing van Duitse parachutisten op het dak van het fort. Om 07u00, nadat duidelijk geworden was dat de artillerie van het fort van Eben-Emael het zwijgen was opgelegd, worden de vuren van twee groepen van het 14de Regiment Artillerie (14A) korpsartillerie van het I/LK naar de 7Div gececentraliseerd.
Voor een gedetailleerd overzicht van de gebeurtenissen op 10 mei, zie de verslagen van 2C, 18Li, 2Gr, 20A, 6Gn en 14A.
Wanneer de divisiestaf in de ochtend van 10 mei, na analyse van de binnenkomende situatierapporten, ziet dat het goed fout gaat bij de regimenten in lijn, wordt steun gevraagd aan het I/LK om eenheden van naburige divisies vrij te maken teneinde een mobiele reserve op te richten. Op bevel van de commandant van het I/LK worden eenheden ter beschikking gesteld en de staf van de 7Div begint een plan uit te werken om een dubbele tegenaanval met twee compagnies van het 11de Linieregiment (1Cie en 4Cie van I/11Li), twee compagnies van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (1Cie en 4Cie van Bn CyF Lim), het Peloton Verkenners van 11Li, het Wielrijderseskadron 7Div (Esk Cy 7Div) en de compagnie C47 op T13 van de 7Div (Cie C47/T13 7Div) uit te voeren. Deze actie gaat echter niet door omdat de versterkingen van het 11Li door vijandelijke luchtbombardementen vertraagd worden en ook de Limburgse Grenswielrijders te laat op de afspraak verschijnen. Zij komen pas rond 16u00 te Genoelselderen toe nadat ze rond de middag vanuit Hechtel en Gruitrode naar de 7Div werden gestuurd. De enige twee pionnen die de divisiecommandant nog had om de regimenten in lijn te ondersteunen zijn het Esk Cy 7Div en de Cie C47/T13 van de 7Div. Om toch iets te kunnen geven aan de bedreigde regimenten in lijn geeft Generaal Van Trooyen aan het 6de Bataljon Genie (6Gn) het bevel de brug van Briegden te vernielen en wordt elk regiment versterkt met één peloton van het Esk Cy 7Div en één peloton van de Cie C47/T13. Dit alles was echter een druppel op een hete plaat.
Voor het verloop van de acties uitgevoerd door de pelotons van het Esk Cy 7Div, zie de verslagen Esk Cy 7Div.

Ook voertuig 3470 ging verloren en werd langs de kant van de weg gefotografeerd door de invaller.
Cie C47/T13 7Div
Eén peloton van de Cie C47/T13 van de 7Div slaagt erin een moedige raid uit te voeren. Het Peloton van Luitenant Felix Ballieux krijgt de opdracht een tegenaanval uit te voeren in de richting van de brug van Veldwezelt. Aan de oostelijke uitgang van Mopertingen ter hoogte van kilometerpaal 96 wordt hij in open terrein opgewacht door een gids van 2C die het peloton naar de brug zal loodsen. Tijdens de contactname wordt het peloton echter opgemerkt door een Stuka en onder vuur genomen. Hierbij wordt één C47/T13 uitgeschakeld en komt Soldaat Joseph Vanderstede om het leven.
De drie overige voertuigen zetten hun opmars naar de brug voort en slagen erin vanuit Veldwezelt omstreeks 17u15 de Duitse perimeter rond het bruggenhoofd te bereiken. Lichte paniek breekt uit bij de Duitse verdedigers van het bruggenhoofd die nog niet over anti-tank wapens beschikken. Vergeefs wordt eerst door Oberleutnant Altmann (bevelhebber Gruppe Stahl) en vervolgens door Hauptmann Koch luchtsteun aangevraagd om de aanval te stoppen. Bij gebrek aan anti-tank middelen maken de Duitse parachutisten noodzakelijkerwijs gebruik van een buitgemaakt Belgisch C47mm en schakelen twee van de drie C47/T13 uit [5]. Hierbij sneuvelen de Soldaten Baert, Arijs en Gilis. Lt Ballieux raakt zwaar gewond en wordt door de Duitsers overgebracht naar een hospitaal in Maastricht waar hij de volgende morgen overlijdt aan zijn verwondingen [6].
GnK/7Div
Het Geneeskundig Korps van de 7Div laat zijn ondereenheden rond het middaguur in de Medische Hulpplaats te Berg hergroeperen.
TptK/7Div
- PMI/TptK/7Div
Om 02u30 brengt een moto-estafette, gestuurd door Majoor Jamin, het PMI op de hoogte van het algemeen alarm. Lt van der Bruggen laat zijn manschappen wekken door zijn trompetter. Om 04u00 stuurt hij onder leiding van Sgt Van Gelder en Brig Ragé de twee secties van wacht met vijf munitiecaissons naar het afgesproken bevoorradingspunt voor het 18Li en het 2Gr te Bolder. De rest van het peloton, 15 munitiecaissons worden onder leiding van de pelotonscommandant naar hun oorlogskantonnement ten noorden van Glons gebracht. Onderweg naar het bevoorradingspunt van Bolder wordt de colonne nabij Millen vanuit de lucht gebombardeerd. Sdt Jules De Jaeger [7] komt hierbij om het leven en meerdere paarden raken danig gewond dat ze moeten worden afgemaakt. Intussen wordt door het 18Li en 2Gr munitiebevoorrading aangevraagd. Lt van der Bruggen ontmoet Cdt de Coninck van het Peloton Auto Ravitaillering Materieel (PAMAT) op het HK van de 7Div en vraagt een vrachtwagen in steun om de geleden verliezen te compenseren en de munitiebevoorrading van de infanterieregimenten alsnog te kunnen uitvoeren. De vrachtwagen wordt toegezegd. Rond 10u00 komt OLt Van Den Boehede per taxi toe in het oorlogskantonnement van het PMI net op het ogenblik dat een vrachtwagen van 18Li munitie komt ophalen. De luitenant wordt met de camion naar Millen gestuurd om de nog te recupereren munitie op te laden. Intussen komt ook de camion van het PAMAT toe die eveneens naar Millen wordt gestuurd om de munitie voor 2Gr op te laden. Brigadier Ragé voert de bevoorrading uit en komt om 11u00 terug bij de rest van het PMI. Om 11u30 komt Cdt baron de Viron van de staf van het TptK 7Div langs bij het PMI. Hij vraagt de pelotonscommandant om een estafette naar het HK van de 7Div te detacheren ten einde op de hoogte te blijven van de laatste gebeurtenissen. Om 12u30 meldt OLt Van Den Boehede dat het 18Li is bevoorraadt waarop hij onmiddellijk wordt uitgestuurd met de camion van het PAMAT om het 2Gr opnieuw van munitie te voorzien. De camion vertrekt om 14u50 naar het 2Gr. Om 18u00 wordt een tweede bevoorrading van het 18Li uitgevoerd en het PMI beschikt over geen munitie meer. De rest van het bruikbaar materiaal wordt uit Millen geëvacueerd en naar het PMI gebracht. Sdt De Jaeger wordt in de loop van de avond langs de baan naar Tongeren begraven.

Een Duitse soldaat poseert bij voertuig 3475 van de Compagnie T13 7Div.
Staf/7Div
Na het annuleren van de door de 7Div geplande dubbele tegenaanval om de Duitse bruggenhoofden te neutraliseren en de bruggen terug in te nemen wordt nu door het I/LK het plan opgevat om een dwarsstelling (bretel) op te richten op de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine Spouwen – Rijkhoven en die vervolgens langs de Demer te vervolledigen tot in Tongeren. De 4Div moet de stelling voorbereiden van Eigenbilzen tot aan Kleine Spouwen, de 7Div is verantwoordelijk vanaf Kleine Spouwen (inclusief) tot Tongeren.
Aan het Albertkanaal ontvangen het 7Li en het 11Li(-) een bevel om zich onmiddellijk te verplaatsen naar deze nieuwe dwarsstelling. De stelling wordt door de 7Div verlengd met het Bataljon Grenswielrijders Limburg die Kleine Spouwen voor hun rekening moeten nemen, het Wielrijderseskadron en de Compagnie C47/T13 van de 7Div, de Wielrijdersgroep van de 17Div, het 2/I/1L en het 2L moeten het zuidelijk gedeelte van de stelling bemannen. Omstreeks 03u50 ontvangen de betrokken eenheden hun orders.
Op dat ogenblik staan enkel het EskCy en de Cie C47/T13 van de 7Div, de 1ste en de 4de Cie van het Bn CyF Lim en het 3de Peloton van 2/I/1L al onder bevel van de 7Div. De 2de en 3Cie van de Grenswielrijders bevinden zich nog te Tongeren bij het I/LK, de Wielrijdersgroep van de 17Div is net te Sint-Truiden aangekomen en de twee andere pelotons van het 2/I/1L voeren nog opdrachten uit voor I/LK in Overrepen ten noordwesten van Tongeren. Het is weinig waarschijnlijk dat dit samenraapsel van eenheden in staat zal zijn om in de vroege morgen van 11 mei nog stelling te nemen en deze in te richten. Het 2L komt pas om 04u00 toe te Widooie (ten westen van Tongeren) en zal de Wielrijdersgroep van de 17Div pas om 08u00 versterken achter de spoorweg Bilzen – Tongeren.

Tijdens de nacht van 10 op 11 mei geplande dwarsstellingen van zowel het I/LK als het CK om de oostflank van de aan het Albertkanaal opgestelde troepen te beschermen
Aangezien Generaal Van Trooyen het contact met naburige Belgische divisies verloren heeft laat hij ‘s ochtends vroeg drie pelotonscommandanten van het EskCy 7Div op verkenning vertrekken naar Rosmeer, Vlijtingen, Riemst en Herderen om na te gaan of de beloofde troepen van de Limburgse Grenswielrijders en het 11Li al zijn aangekomen op de dwarsstelling. De verkenners kunnen echter enkel melden dat Rosmeer, Vlijtingen en Riemst op het punt staan in de handen van de vijand te vallen. Ook Herderen een buurgemeente van Genoelselderen is al bedreigd. Even na 08u00 volgt tenslotte het bevel tot de aftocht van het HK in Genoelselderen dat in snel tempo wordt opgebroken en zich verplaatst naar Piringen (Tongeren). Het 4de Peloton van het Esk Cy 7Div escorteert het divisiehoofdkwartier tot Piringen. De verdediging van de dwarsstelling wordt om 11u00 opgeheven.
Om 12u50 wordt ook Piringen verlaten nadat het I/LK de algehele aftocht naar Leuven bevolen heeft. Terwijl de staf verder trekt richting Leuven, blijft het Esk Cy 7Div achter onder bevel van de Wielrijdersgroep 17Div die rond het dorpje Piringen diverse steunpunten opgezet heeft en daarbij ook gebruik maakt van gevluchte militairen van diverse eenheden. Het HK dat ondertussen ontplooid werd in het park van de abdij Keizersberg te Leuven is niet in staat de terugtocht van de 7Div te coördineren. De restanten van de 7Div verlaten het Albertkanaal in de grootste wanorde en brengen zich in veiligheid door te hergroeperen west van de K.W. Stelling. Slechts weinigen slagen er in te ontsnappen, tussen de talrijke krijgsgevangenen bevindt zich de stafchef vna de 7Div, Luitenant-kolonel SBH Borremans die te Piringen door de Duitse invallers verrast werd, maar ook de Kolonel Rigano, commandant 20A, Kolonel Long, commandant van 2C, Kolonel Herbiet, commandant van 2Gr en Majoor Tilot, commandant van 6Gn. Het gedeelte van het Geneeskundig Korps van de divisie dat stond opgesteld te Berg wordt eveneens overrompeld en krijgsgevangen gemaakt.
TptK/7Div
- PMI/TptK/7Div
Om 05u00 begeeft Lt van der Bruggen zich naar het HK van de 7Div te Genoelselderen om contact op te nemen met Lt Lambilotte van het bureau logistiek. De meeste burelen zijn ontruimd maar hij treft de Lt Lambilotte nog aan in de kelder van het kasteel. Hij vraagt om nieuwe orders maar krijgt het bevel ter plaatse te blijven. Om 08u25 komt de estafette van het HK van de 7Div melden dat het PMI zich onmiddellijk moet verplaatsen naar Piringen naar waar ook het HK zich zal verplaatsen. De paarden worden ingespannen en rond 09u15 verlaat de kop van de colonne het kantonnement. Eens op de baan van Riemst naar Tongeren gekomen blijkt die vol te zitten met vluchtende militairen te voet, per fiets of gemotoriseerd. Allen steken ze de colonne met paardenkarren voorbij die zich aan een snelheid van 5Km/Hr naar Tongeren begeeft. De grote menigte op de Tongerse steenweg trok de aandacht van de vijandelijke luchtmacht die de vluchtende troepen onder vuur neemt. De manschappen kunnen zich in veiligheid brengen door in de graskant te springen maar onder de paarden wordt een ware slachting aangericht. Sommige spannen slaan op hol en draven met de lege munitiecaissons door de velden. De pelotonscommandant keert op zijn stappen terug richting Glons om de rest van de colonne af te leiden richting Mal teneinde de drukke verkeersassen te vermeiden. In Glons treft hij enkel nog de 50 nieuwe rekruten aan. De rest van de colonne is reeds vertrokken. Hij kan de jonge rekruten niet overhalen om te vertrekken. Ze worden later allen te Glons krijgsgevangen genomen. Lt van der Bruggen haalt het gros van zijn colonne terug in en beslist de munitiecaissons achter te laten en de manschappen te laten verdertrekken te paard en per fiets. Hij beslist ook ten zuiden van Tongeren te passeren en om 17u00 kruist hij de baan van Luik naar Sint-Truiden om uiteindelijk te Walsbets ten zuiden van Landen te overnachten.
GnK/7Div
Ook het Geneeskundig Korps leidt verliezen door de snelle Duitse opmars. Bij de Geneeskundige Versterkingscompagnie wordt te Tongeren een detachement onder leiding van Med Cdt Rogister gevangen genomen. Te Genoelselderen wordt Med Lt Diez met een aantal manschappen door de vijand gegrepen.

Het HK 7Div in de abdij Keizersberg te Leuven.
Staf/7Div
Vanuit zijn HK in Leuven geeft Generaal-majoor Van Trooyen het bevel om te hergroeperen in de buurt van de Heizel en Neder-over-Heembeek. Voorlopig heeft niemand een overzicht hoe groot de schade wel is. Het HK van de 7Div moet dringend orde op zaken stellen.
Wanneer Kol SBH Duez zich ‘s morgens aanmeldt in het HK van de 7Div op de Keizersberg wordt hij door de divisiecommandant aangeduid om de hergroepering van de eenheden van de divisie te organiseren. Hij verlaat om 11u00 Leuven en komt al om 13u30 op de Heizel toe om zijn nieuwe opdracht aan te vatten. Kol SBH Duez is de enige Regimentscommandant van de 7Div die aan krijgsgevangenschap wist te ontkomen.
In eerste prioriteit moeten de uiteengeslagen eenheden opnieuw samengesteld worden, vervolgens moeten de verlofgangers die op 10 mei naar huis gestuurd werden terug in de getalsterkte opgenomen worden, echter zonder wapen.
Zo komt op 12 mei Majoor Lorent, commandant van III/2C die sinds 04 mei op verlof vertrokken was, toe op de Heizel. De staf en de bepaalde elementen van de divisie verplaatsen zich naar de noordrand van Brussel echter zonder veel orde. Generaal-majoor Van Trooyen komt om 16u00 toe in de Heizel.
TptK/7Div
- Staf/TptK/7Div
De staf komt toe in Plancenoit ten noordoosten van Nijvel en zoekt er kantonnementen op. Onmiddellijk wordt overgegaan tot het hergroeperen van de ondereenheden rond Nijvel. De twee PAMI vinden een kantonnement in Maransart, de twee PAMA in te Ophain, het PARa initeel te Bousval en vervolgens in Lillois-Witterzée en het ARCA in Glabais. De staf is in het ongewisse over de toestand van het PMI en het PAMat. Na een korte rustperiode wordt via Diegem doorgetrokken tot Wemmel waar de Staf en het PARa zich installeren. De PAMI’s vinden een kantonnement in Mazenzele, de PAMA’s in Meldert en het ARCA in Asse. In deze kantonnementen ten noordwesten van Brussel zal het TptK verblijven tot 14 mei. - PMI/TptK/7Div
In de vroege ochtend vertrekt het peloton uit Walsbets en bereikt de Kleine Gete ter hoogte van Opheylissem (oftewel Hélécine). Alle bruggen over het riviertje zijn er gesprongen en de Fransen die zich ten westen van de waterloop hebben opgesteld weigeren de manschappen van het PMI door te laten. De mannen wagen hun kans bij een brug verderop maar worden door de Franse troepen beschoten. Lt van der Bruggen beslist daarop de paarden achter te laten en het riviertje te voet te doorwaden daar waar zich geen Fransen bevinden. Tegen de middag bereiken ze het centrum van Opheylissem waar de manschappen bevel krijgen fietsen aan te slaan. Om 12u30 wordt terugtocht verdergezet per fiets richting Sint-Agata-Rode waar een 60-tal militairen van het peloton tegen het vallen van de duisternis toekomt. Sint-Agata-Rode ligt in de Britse sector en niemand van de Britten is er op de hoogte van waar de rest van het Belgisch leger zich bevindt. De pelotonscommandant neemt de beslissing contact op te nemen met de Plaatscommandant van Brussel en vertrekt nog tijdens de nacht naar de hoofdstad met een opgeëiste bestelwagen. Hij passeert zijn woning en ruilt er de camionette voor zijn persoonlijk voertuig, een Lincoln.
Gewonde krijgsgevangenen 7Div
Gewonde krijgsgevangenen worden door de Duitsers afgevoerd naar het ziekenhuis Calvariënberg in Maastricht waar ze verzorgd werden door gevangen genomen medisch personeel van de eenheden van de 7Div die na hun gevangenname op 10 en 11 mei verplaatst werden naar Maastricht om daar hun taak verder zetten. Vervolgens richten de Duitsers, uit noodzaak, vanaf 13 mei te Maastricht een Kriegsgefangenenlazarett in langs de Tongerse Baan in het Jezuïetenklooster. Volgens het Rode kruis van Maastricht zouden er over de 300 Belgische militairen daar verzorgd zijn. Heel wat gewonden halen het niet en sterven in het Kriegsgefangenenlazarett [8].
Staf/7Div
Het hoofdkwartier van de 7Div heeft zich inmiddels verplaatst naar de Heizel te Brussel en het Wielrijderseskadron van de 7Div alsook de Compagnie Luchtafweer worden ingezet voor de nabije verdediging van de staf. De staf is druk in de weer om de verschillende onderdelen van de divisie op een geordende wijze te hergroeperen en maakt plannen om de Div terug operationeel te maken. Verkenningen worden uitgevoerd om kantonnementen te vinden voor de verschillende eenheden van de Div.
TptK/7Div
- PMI/TptK/7Div
Lt van der Bruggen slaagt erin de Plaatscommandant te contacteren en doet navraag naar de standplaats van het TptK/7Div. Hij dient zich met zijn peloton naar Serskamp nabij Aalst te begeven, de toekomstige opstelplaats van het TptK/7Div. Hierop keert hij terug naar Sint-Agata-Rode waar zijn peloton zich nog steeds bevindt. In het dorp worden twee vrachtwagens opgeëist om de volgende ochtend naar Aalst te vertrekken.
Staf/7Div
De eenheden kunnen nu de verplaatsing naar Brussel uitvoeren hetgeen Kol SBH Duez toelaat een eerste overzicht te krijgen van de toestand van de Divisie. De drie infanterieregimenten beschikken elk over net voldoende manschappen om vier compagnies van een honderdtal man samen te stellen. Op het einde van de dag wordt duidelijk dat slechts 3.500 van de oorspronkelijk 16.679 man van de 7Div erin geslaagd zijn de hergroeperingszone te vervoegen. Volgende kantonnementen zijn nu door de eenheden van de 7Div ingenomen:
- Hoofdkwartier 7de Infanteriedivisie, provoostschap, Wielrijderseskadron, Compagnie Luchtafweer: Heizel
- 2de Regiment Carabiniers: het gemeentehuis te Neder-over-Heembeek
- 18de Linieregiment: zaal Familia aan de Leopold I straat te Laken
- 2de Regiment Grenadiers: het Sint-Pieterscollege aan de Léon Théodorestraat te Jette
- 20ste Artillerieregiment: Ternat (Gehucht Den Bos)
- 6de Bataljon Genie en overige geniedetachementen: gemeenteschool Koningin Astridschool aan de Mutsaardlaan 71 te Heembeek
- Transmissietroepen en de Compagnies C47: de gemeenteschool van Strombeek-Bever
- Transportkorps, Geneeskundig Korps en Intendance: Wemmel
- Atelier voor Herstelling van het Wagenpark: Asse
TptK/7Div
Het TptK wordt als een van de eerste eenheden van de divisie doorgestuurd naar Oost-Vlaanderen en zal kantonnementen opzoeken in de driehoek Gent-Aalst-Zottegem. De staf installeert zich in het gemeentehuis van Sint-Lievens-Houtem waar zich ook het PAMat installeert. Het PARa zoekt kantonnementen op in Vlierzele, het ARCA in Letterhoutem, de PAMI’s in Oombergen en de PAMA’s in Borsbeke. Het TptK zal in deze kantonnementen verblijven tot 16 mei. In de loop van de dag komt het PMI toe in Serskamp waarna het TptK terug compleet is.
Staf/7Div
Deze divisie kan niet meer paraat gesteld worden en zal verder westwaarts moeten trekken. Generaal-Majoor Van Trooyen, commandant van de 7de Infanteriedivisie, verlaat de divisie voor een nieuw commando. Hij zal Luitenant-generaal De Grave vervangen als commandant van de 4Div. Zijn adjunct, Generaal-majoor Hector Daumerie, wordt overgeplaatst naar de 6Div. Het commando over de 7Div wordt overgegeven aan Kolonel SBH Duez die wordt aangesteld als bevelhebber ad interim. Hij beschikt nog slechts over twee hoger officieren in zijn Staf om de restanten van de 7Div te leiden. Cdt Landrieu wordt aangeduid als commandant ad interim van het 18Li. De divisie krijgt bevel Brussel te verlaten en nieuwe kantonnementen op te zoeken in de buurt van Aalst. De gemotoriseerde eenheden vertrekken ogenblikkelijk langs de weg en installeren zich in Serskamp tussen Aalst en Wetteren. De infanteristen van 18Li, 2C en 2Gr moeten de verplaatsing te voet aanvatten. Ze vertrekken om 20u00 en na een nachtmars bereiken ze de volgende dag Wanzele om 10u00.
Voor een gedetailleerder relaas der feiten, zie het verslag van het 2C, 18Li en 2Gr.
TptK/7Div
- Staf TptK/7Div
De nodige reorganisaties worden door de Staf doorgevoerd; het PMI wordt opgedoekt, het 2PAMA wordt afgestaan aan een andere divisie. Nadat de nodige eenheden werden aangevuld beschikt het TptK enkel nog over gemotoriseerde pelotons. - PMI/TptK/7Div
Het verloren gewaande PMI kwam met nagenoeg al zijn personeel, maar zonder materieel toe te Serskamp nabij Aalst en wordt terug in de rangen van het TptK 7Div opgenomen. Lt van der Bruggen moet zich verantwoorden voor een inderhaast bijeen geroepen tuchtraad en uitleggen hoe het komt dat hij er wel in geslaagd is zijn manschappen veilig en wel terug te brengen zonder dat hij kon beletten al zijn materieel te verliezen. Verschillende van zijn kaderleden worden gehoord waarop de pelotonscommandant van het PMI door de tuchtraad van alle schuld gezuiverd wordt. - 1PAMI/TptK/7Div
Het 1ste Autopeloton voor Infanteriemunitie (1PAMI) onder bevel van Lt Jacques Robin krijgt te Oombergen de 60 manschappen van het PMI toegewezen. Lt van der Bruggen wordt toegevoegd aan de staf van het TptK waar hij zal instaan voor het verkennen van kantonnementsplaatsen voor het TptK/7Div tijdens de verdere terugtocht . - 2PAMA/TptK/7Div
Het 2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (2PAMA) van Luitenant Braem is heelhuids kunnen ontkomen. Het peloton wordt op 16 mei overgeheveld naar de 9de Infanteriedivisie (9Div) en zal het verdere verloop van de veldtocht met deze formatie meemaken.
Staf/7Div
Kolonel SBH Duez reist door naar Sint-Andries nabij Brugge waar hij van Generaal-majoor Clément, commandant van het “Centre de rassemblement des isolés de l’armée (CRIA)”, verneemt dat hij de 7Div naar West-Vlaanderen moet verplaatsen. Hij moet de divisie onderbrengen in de buurt van Torhout-Lichtervelde en er enkele geïsoleerde detachementen onder bevel nemen. De infanteristen kunnen in Wanzele inschepen op een trein die hen naar het westen zal brengen. De gemotoriseerde eenheden vertrekken langs de baan.
TptK/7Div
Het TptK wordt vanuit het zuidwesten van Aalst doorgestuurd naar West-Vlaanderen en zoekt kantonnementen op tussen Torhout en Diksmuide waar ze tot 18 mei zullen verblijven. De staf neemt zijn intrek in Werken, de PAMI’s te Handzame, het 1PAMA te Edewalle en het PARa en PAMat te Bovekerke. Het ARCA vindt een kantonnement in Kortemark.
Staf/7Div
De infanterieregimenten ontschepen om 04u00 in het station van Torhout en worden gekantonneerd in Torhout en Lichtervelde. 20A wordt ondergebracht in Koekelare, het Geneeskundig Korps in Gits en het Transportkorps in Werken. De geïsoleerde detachementen worden als volgt over de eenheden van de 7Div verdeeld: het Det van 5de Regiment Ardeense Jagers (5ChA) onder bevel van Lt Dehuit wordt aangehecht aan het 18Li, het Det van het 3de Regiment Ardeense Jagers (3ChA) onder bevel van Lt Salle aan het 2C, het Det van het 8 Jagers te Voet (8J) onder bevel van Lt Degossely aan het 2Gr, het Det van de Versterkte Positie Namen onder bevel van Cdt Malherbe aan 20A en het Det van het 7de Bataljon Genie (7Gn) onder bevel van Lt Léonard van het 6Gn. Dezelfde dag verneemt Kol SBH Duez dat de 7Div zich de volgende dag tezamen met de versterkingen naar Poperinge moet begeven om daar per spoor naar Frankrijk geëvacueerd te worden. De verplaatsing wordt voorbereid.
Staf/7Div
Om 17u00 vertrekt de infanterie per spoor naar Poperinge, de rest volgt langs de weg. Het Transportkorps wordt geïnstalleerd in de buurt van Leisele, Het Geneeskundig Korps samen met 20A, 6Gn en de twee Cie C47 in Proven, de rest brengt de nacht door in Poperinge. Opnieuw wordt een kantonnement ingericht, ze bekomen levensmiddelen voor vier dagen toegeleverd uit de depots van Poperinge.
TptK/7Div
Het TptK verlaat de omgeving van Torhout en maakt de verplaatsing langs de baan met zijn organieke voertuigen richting Franse grens. De eenheid zal zich tussen Adinkerke en Poperinge installeren. De staf samen met het PAMat zoeken kantonnementen op in Leisele, de PAMI’s in Houtem, het 1PAMA in Isenberghe, het PARa in Gijverinckove en het ARCA in Vinkem.
Staf/7Div
Wanneer erte Poperinge geen treinen beschikbaar blijken te zijn verzamelt Kolonel Duez de commandanten van de ondereenheden en beveelt ze, bij gebrek aan orders van hogerhand maar met de toelating van Generaal-majoor Clément, onmiddellijk de grens met Frankrijk over te steken daar waar ze kunnen. Ze zullen de verplaatsing afzonderlijk moeten uitvoeren in de algemene richting Cassel, Le Wast (Wassen), Boulogne, Montreuil, enkel gesteund door controlepunten onderweg. De eerste twee controlepunten zijn Cassel en Boulogne. De gemotoriseerde eenheden die vanuit Proven vertrekken kunnen de grens in Houtkerque zonder problemen oversteken. De Infanterie-eenheden die in Poperinge gekantonneerd waren en die via de grenspost van Abele moesten passeren verliezen veel tijd aan de grens. Daarenboven moeten zij bij gebrek aan voertuigen de verplaatsing te voet uitvoeren. Zo verlaat het 2C Poperinge om 12u00 en komt in Cassel toe om 17u45.
Wanneer de Staf van de 7Div in de late voormiddag te Cassel toekomt is er niemand van de territoriale staf aanwezig, ze vinden alleen enkele aanplakbiljetten die de Belgische detachementen doorsturen naar Amiens en Abbeville. Dit werd bevestigd door de Franse gendarmerie. Kolonel SBH Duez en de Staf van de Divisie staan opgesteld op de markt van Cassel van 12u30 tot 17u00 om de voorbijtrekkende eenheden te volgen en ze direct door te sturen naar Amiens en Abbeville waar ze zullen moeten proberen de Somme over te steken. De tijd dringt aangezien de Duitsers op 13 mei een doorbraak geforceerd hebben in Sedan en in snel tempo oprukken naar de kust.
Kolonel SBH Duez en zijn staf komen aan te Boulogne-sur-Mer omstreeks 18u00 en zullen hier de nacht doorbrengen. Op het stadhuis ligt een Belgisch bericht dat Amiens bevestigd als volgende bestemming.

Duitse opmars van 16 tot 21 mei 1940
Staf/7Div in Frankrijk
In de vroege ochtend overlegt Kolonel SBH Duez met het Franse plaatscommando te Boulogne. De Fransen geven in tegenstelling tot de Belgische orders te kennen dat de 7Div niet via Amiens mag passeren, maar de route Abbeville-Neufchatel-Rouen moet volgen.
De volledige colonne is ondertussen vertrokken uit Cassel en alle eenheden worden in de mate van het mogelijke naar naar Abbeville gedirigeerd. Duez en zijn staf bereiken Nouvion tegen 13u00. Hier wordt vernomen dat Abbeville moet vermeden worden omwille van de aanhoudende acties van de Luftwaffe. De colonnes moeten nu te Saint-Valéry de Somme oversteken. De eenheden van de 7Div bereiken de rivier op het moment dat ook de voorste elementen van de Duitsers in de regio toekomen. In de grootste verwarring slaagt het merendeel van de eenheden erin de Somme over te steken maar volledige colonnes vallen uiteen in kleine detachementen waarvan sommige naar het noorden terugkeren, andere worden gevangen genomen, en nog andere nooit in de hergroeperingszone van de 7Div in Conches (Eure) zullen raken maar zullen doortrekken door naar het zuiden om opgevangen te worden door hun respectievelijk VOC. Gedurende de laatste twee dagen sneuvelen ook 29 militairen, meestal gedurende luchtbombardementen. Onder hen Sgt Serbruyns van de Cie C47/T13 die sneuvelt in Abbeville. Kolonel SBH Duez en de divisiestaf bereiken Dieppe en rijden verder tot in Totes waar halt gehouden wordt voor de komende nacht.
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtocht afgesneden.

Hergroeperingszones Conches en L’Aigle van de 7Div ten zuiden van de Seine.
Staf/7Div in Frankrijk
Kolonel SBH Duez en de divisiestaf verlaten Totes en trekken verder naar Evreux. De 7Div is door het oog van de naald gekropen en zal om 17u30 het bevel krijgen om in de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine te hergroeperen in Conches en L’Aigle. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt waarbij ze zullen proberen te beletten dat de Britse troepen die ingezet zijn op het vaste land terugkeren naar Engeland.
De kolonel installeert zich om 22u30 met een beperkte Staf in het gemeentehuis van Conches, de rest van het HK van de divisie staat opgesteld in Le Coudray. Wanneer op het einde van de dag duidelijk wordt dat een 4.500 tal manschappen Conches-en-Ouche bereikt heeft blijkt dit op een honderdtal na evenveel te zijn als het aantal waarmee de divisie in Lichtervelde vertrokken is. De vlucht uit Vlaanderen is ondanks het chaotische verloop tot een succes geworde.
In de zone Conches – L’Aigle worden alle geïsoleerden aangehecht aan de eenheden van de 7Div. De eenheden van de divisie worden als volgt gekantonneerd:
- 2C in Les Baux de Breteuil
- 2Gr in La Vieille-Lyre
- 18Li in Guernanville en Ste Marguerite de l’Autel
- 20A in Gaudreville-la-Rivière en St-Elier
- Geneeskundig Korps in Burey
- Transportkorps, Provoost en Intendance in Louversey, Tilleul Dame Agnès, Collandre en Quincarnon
- 7TTr te Conches
- 6Gn in Ferté-Fresnel
- EskCy 7Div in Caugé
- Cie Getrokken C47 op de Ferme Delannoy ten noordoosten van Conches
- 4/32Gn in Le Fresne
Staf/7Div in Frankrijk
De divisie blijft in de streek van Conches – L’Aigle kantonneren om terug op krachten te komen. Kolonel SBH Duez krijgt opdracht om alle geïsoleerde militairen die samentroepen tussen Conches en L’Aigle, alles tezamen zo’n 15.500 manschappen, te bevoorraden. Hij beseft dat ze nog niet buiten schot zijn en dat het maar een kwestie van tijd is vooraleer de Duitsers hun opmars naar het zuiden zullen verder zetten. Hij vraagt om richtlijnen wat er moet gebeuren met de 7Div, de geïsoleerden die zijn aangehecht aan de 7Div in Lichtervelde en met alle andere geïsoleerden die zich in Frankrijk bij de 7Div gevoegd hebben.

Hôtel de Ville van Conches waar de Staf van de 7Div zijn intrek had genomen.
Staf/7Div in Frankrijk
Meer en meer geïsoleerden stromen toe te Conches. Het aantal Belgen in de streek van Conches – L’Aigle groeit tot 20.000. Andere eenheden die te Conche onder de hoede van de 7Div geplaatst worden:
- I/52Li in La Bretonnière een gehucht van Glisolles;
- Xde Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (GVCE) versterkt met geïsoleerde elementen van andere bataljons GVCE in het bos van Anseray;
- Vestingsartillerie van het VOC/Aie bestaande uit de reservegarnizoenen van RFL en RFN (samen ongeveer 1.500 manschappen) die gekantonneerd worden in Le Fidelaire te oosten van Conches;
- Detachement van het 10de Bataljon Genie (10Gn) dat naar Le Fresne gestuurd wordt om er te worden aangehecht aan het detachement van 4/32Gn;
- IIde Groep 4de Regiment Artilleriepark (II/4AP) dat naar Fidelaire wordt gestuurd om er te worden toegevoegd aan het detachement Vestingsartillerie;
- IIde Bataljon van het 8ste Regiment Hulptroepen van het Leger (II/8 HuTL);
- Detachement van de Wielrijderdersgroep van de 14Div (GpCy 14Div) te Nogent-le-Sec.
TptK/7Div in Frankrijk
Het TptK van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen. De Franse militaire overheid, bewust van de geringe draagkracht van de streek, verspreidt de toestromende manschappen over 59 kantonnementen. Een speciale organisatie wordt opgezet om de bevoorrading te verzekeren. Naast het dagelijks transport geleverd door de TptK van de 7Div wordt een netwerk met dertien verdelingscentra opgezet om de verschillende kantonnementen te ravitailleren. Het TptK wordt overgeplaatst naar kantonnementen in de buurt van Mortagne-au-Perche ten zuiden van L’Aigle van waaruit de verschillende transportopdrachten zullen worden uitgevoerd tot 29 mei.
Staf/7Div in Frankrijk
Kolonel Duez vraagt dringend om een oplossing voor de evacuatie van de Belgen aan het Groot Hoofdkwartier van het Franse Leger. Hij wil een hergroeperingszone voor de 7Div, een hergroeperingszone voor de geïsoleerden die in Lichtervelde aan de 7Div werden aangehecht en tenslotte een plan om de andere geïsoleerden naar het zuiden van Frankrijk over te brengen. Met een dagorder worden de manschappen van de gedane voorstellen op de hoogte gebracht.
De divisiestaf meldt om 15u00 dat het effectief van de 7Div bestaat uit 4 hogere officieren, 142 lagere officieren, 355 onderofficieren en 2.746 manschappen. Voor het transport zijn er 273 vrachtwagens van allerlei types en 47 auto’s. De divisie heeft nog drie T13 pantserwagens en een veldkanon.
Staf/7Div in Frankrijk
De getalsterkte van de divisie is inmiddels aangegroeid tot 3.546 militairen. Ondertussen blijft Kolonel SBH Duez aandringen op een antwoord over het lot van zijn divisie. ‘s Avonds wordt een eerste keer bevestigd dat de 7Div zal blijven bestaan en opnieuw tot een volwaardige formatie zal uitgebouwd worden.
Staf/7Div in Frankrijk
Kolonel SBH Duez begeeft zich naar Rouen voor overleg met de Franse legerleiding. Hier wordt aanvankelijk bepaald dat de 7Div overgebracht zal worden naar het militaire kamp te Saint-Loup-sur-Thouet. Deze beslissing zal ‘s anderendaags gewijzigd worden. De 7Div heeft intussen de beschikking over 3.650 militairen.
Staf/7Div in Frankrijk
De Franse legerstaf (oftewel EMA – Etat-major des Armées) laat om 09u45 via zijn verbindingsofficier in L’Aigle, de Franse Commandant de Dampierre, weten dat de 7Div zich naar Malestroit in het Bretoense departement Morbihan moet verplaatsen om er paraat gesteld te worden. Twee treinen worden voorzien in het station van L’Aigle om de divisie naar Bretagne te brengen. Een eerste trein vertrekt om 21u45, de tweede net na middernacht.
TptK/7Div in Frankrijk
Majoor Jamin stuurt Lt van der Bruggen naar Malestroit om er een kantonnement voor het transportkorps te verkennen.
Staf/7Div in Frankrijk
De colonne wielvoertuigen van de 7Div verlaat L’Aigle om 07u00. Uitgerekend op de dag van de Belgische capitulatie komt de voorhoede van de 7Div aan in het Bretoense departement Morbihan. Amper 24 uur na het begin van de verplaatsing heeft de laatste eenheid Bretagne bereikt. In tegenstelling tot andere Franse steden waar zich Belgische eenheden bevonden, worden in Malestroit geen incidenten gemeld met de Franse bevolking. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten de capitulatie blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging (MLV), Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. De 7Div is vanaf nu de enige grote eenheid van het veldleger die na de capitulatie overblijft en zal zijn orders rechtstreeks van MLV ontvangen.

Hergroeperingszone 7Div in Morbihan in Bretagne.
Staf/7Div in Frankrijk
Het HK van de 7Div installeert zich te Saint-Marcel op een drietal kilometer van de stad Malestroit. De verschillende eenheden worden in de volgende gemeentes ondergebracht:
- Compagnies C47/7Div in St-Marcel
- EskCy 7Div in Pleucadeuc
- 18Li in La Chapelle-Caro
- 2C in Sérent en St-Guyomard
- 2Gr in Roc St-André
- 20A in Ruffiac en vervolgens Rochefort-en-Terre
- 6Gn in Monterrein
- Cie Intendance/7Div in Malestroit
- Geneeskundig Korps/7Div in Malestroit en het kasteel van Thierpont waar een infirmerie wordt geïnstalleerd
- Cie Luchtafweer/7Div in Saint-Laurent
- TptK in Rochefort-en-Terre vervolgen Ruffiac en La Gacilly
De streek beschikt niet over veel mogelijkheden tot huisvesting waardoor de eenheden over vele dorpen en gehuchten verspreid worden. Sommige eenheden zijn zelfs verplicht soldaten onder te brengen in tenten. De Franse Kapitein Carloër, plaatscommandant van Malestroit, doet zijn uiterste best om de installatie van de 7Div vlot te laten verlopen.
Staf/7Div in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemde de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7Div terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden. Kol SBH Duez wordt op 30 mei op de hoogte gebracht van de ambitie van de regering en brengt de ondereenheden hiervan op de hoogte. Hij neemt onmiddellijk actie en beslist dat er geen personeel meer in steun wordt gegeven van de Franse boeren en dat de training moet worden hervat. Hij schrijft hierover onder meer het volgende in de dagelijkse orders: “…Nos hommes sont des soldats, ils doivent être repris en main: constitution de l’équipement personnel, entretien de l’armement, gymnastique, évolution en rangs serrés (tactique), et bientôt tir d’exercices de combat. Les renforts en officiers, sous-officiers et soldats nous seront fournis par les autorités belges. L’autorité française fournira l’armement…”. Initieel wordt er aan gedacht om de divisie op zijn originele sterkte terug te brengen. Hiervoor moet er in de eerste plaats een nieuwe stafchef divisie en twee nieuwe regimentscommandanten worden gevonden. Daarnaast bevestigd Kol SBH Duez een eerder gesteld verzoek aan MLV om 4 majoors, 137 lagere officieren en 4.500 onderofficieren en manschappen naar Bretagne te sturen.
Luitenant-generaal Wibier, commandant van de Versterkings- en Opleidingstroepen, wordt op 30 mei via de Franse Legerstaf en de Commandant van de “16ème région militaire” op de hoogte gebracht van de versterkingen die hij moet leveren aan de 7Div. Dezelfde dag nog duidt hij de Kolonel SBH Van den Heede (regimentscommandant 61Li), en de Luitenant-kolonels Rustin (regimentscommandant 51Li) en Mary (regimentscommandant 62Li) aan om respectievelijk de functies van stafchef divisie en regimentscommandant van 2C en 2Gr uit te oefenen. Zij vertrekken nog dezelfde dag naar Bretagne. Hij bepaalt ook de prioriteiten waar de manschappen vandaan moeten komen. In eerste instantie moeten de manschappen worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen, in tweede instantie onder de ervaren, maar meestal ook oudere, reservisten van de versterkingsbataljons van de Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s). Deze laatsten werden al die tijdens de beginfase van de oorlog naar het zuiden van Frankrijk doorgestuurd. Het is de bedoeling dat de instructiebataljons van de VOC’s, met de rekruten van de lichting 40, hun opleiding kunnen verderzetten. De VOC’s waarvan de versterkingsbataljons ten noorden van de Somme werden omsingeld en krijgsgevangen genomen, hebben geen andere keuze dan detachementen samen te stellen met jonge rekruten. Als bijkomende maatregel schrijft LtGen Wibier voor dat troepen omkaderd moeten zijn in verhouding met de geleverde effectieven en dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen actieve en reserveofficieren.
Staf/7Div in Frankrijk
Er wordt snel gereageerd op de oproep van de 7Div om versterkingen naar Bretagne te sturen. De eerste treinen met versterkingen voor de 7Div verlaten op 2 juni al het zuiden van Frankrijk en zetten koers naar het station van Ploërmel in Bretagne. Volgende detachementen vertrekken vanuit de verschillende VOC’s:
- op 2 juni vertrekt het detachement van het 6VOC onder bevel van Majoor Currinckx vanuit Capendu. Het detachement bestaat uit II/59Li (13 officieren en 550 onderofficieren en soldaten), II/4C (16 Offr en 1.000 OOffr en Sdt) en II/4Gr (14 Offr en 561 OOffr en Sdt).
- op 2 juni vertrekt het detachement van het VOC ChA onder bevel van Cdt Lemercier vanuit Pont-Saint-Esprit. Het detachement wordt volledig geleverd door II/7ChA een gemengd versterkings- en instructiebataljon (18 officieren en 600 OOffr en Sdt).
- op 2 juni vertrekt een klein detachement van het 5VOC onder bevel van Majoor De Vleeschouwer. Het detachement bestaat uit 26 Offr van het 11J.
- op 3 juni vertrekt het detachement van het 1VOC onder bevel van Majoor Vanderghinste vanuit Montpaon. Het detachement bestaat uit I/54Li (20 Offr en 961 OOffr en Sdt) en I/53Li (10 Offr en 800 OOffr en Sdt).
- op 3 juni vertrekt het detachement van het 2VOC onder bevel van Majoor Verschueren uit Gigean bestaande uit het II/56Li (5 Offr en 409 OOffr en Sdt)
- op 3 juni vertrekt een detachement van het VOC Aie uit Limoux bestaande uit 17 Offr en 370 OOffr en Sdt van 2/III/31A, getraind in het gebruik van 75mm kanonnen.
Al deze detachementen komen vanaf 4 juni druppelsgewijs toe te Ploërmel. In totaal hebben de Versterkings- en Opleidingstroepen (TRI) 4 majoors, 140 officieren en 5.200 onderofficieren en manschappen in versterking gestuurd. Dit aantal wordt nog aangevuld door van hun eenheid geïsoleerde militairen die op eigen initiatief in Zuid-Frankrijk zijn terechtgekomen.
Cie MiAA/7Div in Frankrijk
Op 2 juni doet zich in Saint-Laurent een ongeval voor waarbij Korporaal Emiel Van Kerckhove van de Cie Luchtafweer verdrinkt in het kanaal Brest-Nantes tijdens het zwemmen.

Generaal-majoor Victor Van Daele, Commandant 7Div vanaf 4 juni (vooroorlogse foto).
Staf/7Div in Frankrijk
Op 4 juni 1940 wordt Kolonel SBH Duez als commandant a.i. van de 7Div vervangen door Generaal-majoor Victor Van Daele, voormalig commandant van de Koninklijk Militaire School en sinds de algemene mobilisatie hoofd van het Bureau Wetenschappelijk Onderzoek ten dienste van de Nationale Verdediging bij het Ministerie van Landsverdediging. Kolonel SBH Van den Heede wordt de nieuwe stafchef, Kolonel SBH Duez neemt het bevel van het 18Li terug over. Eveneens op 04 juni worden een 400-tal Belgisch militairen, die aan het eind van de veldtocht Engeland hadden kunnen bereiken, afgezet in de haven van Brest in Bretagne. Het detachement verliet in de morgen van 03 juni Tenby en scheepte in op het Nederlands schip de Hr.Ms. Batavier II. Vanuit Brest wordt het detachement doorgestuurd naar Malestroit waar ze op 6 juni aankomen. Een aantal onder hen wordt geïntegreerd in de 7Div.
TptK/7Div in Frankrijk
De luitenants van der Bruggen en Robin ontmoeten in Malestroit Kolonel SBH Bastin die vanuit Engeland mee naar Brest reisde. Kol SBH Bastin keerde later naar België terug om commandant van het “Belgisch Legioen”, voorloper van het “Geheim Leger”, te worden.
Staf/7Div in Frankrijk
De integratie van de versterkingen verloopt moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om in de schoot van de 7Div de drie regimenten behoorlijk te reorganiseren. Generaal-majoor Van Daele, geeft te kennen dat hij niet opgezet is met de gestuurde versterkingen. Hij gaat niet akkoord met de beslissing die LtGen Wibier op 30 mei heeft genomen om in eerste prioriteit beroep te doen op de bataljons versterking van de VOC’s. Hij heeft zijn twijfels over de motivatie van de oudere militairen van de Versterkingsbataljons en weigert de ongeveer 2.400 militairen van de bataljons versterking II/7ChA, II/4C, II/4Gr, II/56Li en II/59Li in zijn rangen op te nemen. Hij vraagt aan de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (HK/TRI) van LtGen Wibier om de afgewezen militairen te vervangen door jonge rekruten van de Instructiebataljons. Hieraan kan door het HK/TRI echter geen gevolg meer worden gegeven omdat ondertussen de bataljons instructie werden aangeduid voor het leveren van extra werkbataljons ten behoeve van het Franse leger en naar de regio rond Parijs werden gestuurd [9]. Daarenboven laten de Fransen ook verstaan dat zij niet in staat zijn om meer dan twee infanterieregimenten uit te rusten.
De Staf/7Div beslist dat met de overtollige militairen van de versterkingsbataljons vier werkbataljons zullen worden samengesteld om tegemoet te komen aan de vraag van de Franse legerstaf. De groep wordt in twee gesplitst Eén detachement, onder bevel van Cdt Joris en bestaande uit II/59Li en II/56Li, wordt naar het station van Le Roc-Saint-André gestuurd waar ze op een trein stappen die hen via Auray naar Saint-Nazaire zal brengen. Te Auray verlaat II/59Li onder bevel van Lt Leroy, de trein om tewerkgesteld te worden te Brech, II/56Li wordt doorgestuurd naar Saint-Nazaire om er als werkbataljon ingezet te worden. Het tweede detachement, onder bevel van Majoor Currinckx, bestaat uit II/4Gr (550 man), II/4C (1.000 man), II/59Li (50 man) en II/7ChA (150 man). Dit detachement wordt op 16 juni per spoor via Bordeaux naar Toulouse gestuurd. Te Toulouse wordt het detachement op 21 juni door de verkeersregelingscommissie afgeleid naar het dorpje Saint-Lys, ten westen van Toulouse. Ze komen onder bevel van het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC) te staan dat kantonnementen dient te voorzien en dat moet instaan voor de bevoorrading van het detachement. Het detachement zal niet meer ingezet worden als werkbataljon. In het vlakbij gelegen Thil bevindt zich ook nog een detachement van 550 manschappen van het 7de Gemotoriseerd Regiment (7Mo). Dit detachement, de restanten van een werkbataljon onder leiding van Majoor van Malcote de Kessel, werd de dag voordien al afgeleid naar de sector van 3VOC. Majoor van Kessel wordt op 4 juli door de EM/TRI belast met de organisatie van het terugsturen van alle detachementen die vast kwamen te zitten in de sector van 3VOC naar hun organieke regimenten waar ze rond 8 juli zullen toekomen.
GenK/7Div in Frankrijk
Om de 7Div opnieuw een eigen medisch steunelement te geven, wordt besloten om de eveneens naar Frankrijk gevluchte Ambulance Ardeense Jagers te gebruiken.
TptK/7Div in Frankrijk
In het kader van het terug operationeel maken van de 7Div krijgt Lt van der Bruggen opdracht van Majoor Jamin om paarden en karren te zoeken om een nieuw PMI samen te stellen. Gezien de slechte ervaring met het gebruik van door paarden getrokken munitiecaissons (uiteindelijk werd tijdens de twee eerste dagen van de oorlog alle munitie geleverd met in steun gekregen vrachtwagens) is Lt van der Bruggen niet gehaast om deze opdracht uit te voeren.
Staf/7Div in Frankrijk
Op 13 juni wordt het Dagelijks Order Nr 14 van de 7Div uitgevaardigd waarmee generaal Van Daele kenbaar maakt dat het 2Gr niet heropgericht zal worden en dat de divisie zal reorganiseren naar het model van de Franse lichte divisies a ratio van twee infanterieregimenten. De volgende reorganisatie vindt plaats:
- De 7Div zal slechts twee infanterieregimenten meer bevatten het 18Li en het 2C;
- De militairen die behoorden tot het oorspronkelijke 2Gr en die vanuit België met de divisie mee naar Frankrijk zijn getrokken worden gegroepeerd in één bataljon en aangehecht aan het 2C maar mogen hun kentekens behouden en zullen in 2C verder blijven bestaan als het Bataljon Grenadiers (II/2C);
- Het Wielrijderseskadron van de 7Div gaat over naar het 18Li;
In volle reorganisatie krijgt de divisie de opdracht van Franse Brigade-generaal De Gaulle om twee werkbataljons te leveren voor het uitvoeren van veldwerken te Rennes. Generaal De Gaulle werd verantwoordelijk gesteld voor de verdediging van het “réduit Bretagne” en wil de ongewapende 7Div hiervoor inzetten. De vraag van de Fransen kan worden afgewimpeld.
Staf/7Div in Frankrijk
De nieuw samengestelde 7Div ziet er op 14 juni als volgt uit:
- Het 18Li onder bevel van Kol SBH Duez bestaande uit I/18Li (Majoor Verschueren), II/18Li en III/18Li (Majoor Vanderghinste) gevormd met de versterkingen van I/54Li. Het EskCy komt onder bevel te staan van 18Li.
- Het 2C onder bevel van LtKol Rustin bestaande uit I/2C (Majoor Moedts) gevormd uit de restanten van het oude 2C aangevuld met enkele versterkingen van 4C, II/2C (Majoor Lorent) gevormd uit de restanten van 2Gr en III/2C (Majoor De Vleeschouwer) gevormd uit versterkingen van I/53Li, II/7ChA en 11J. De twee compagnies ATk komen onder bevel van 2C te staan.
- Het 20A onder bevel van Kol SBH Goethals bestaande uit I/20A en II/20A.
Staf/7Div in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 richt Maréchal Pétain zich in een radiotoespraak tot de Franse bevolking om de nakende capitulatie van Frankrijk aan te kondigen. De Belgen kunnen de verdere heruitrusting van de 7Div met Frans materieel nu wel vergeten. De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis gooit het nu over een andere boeg, hij vat het plan op om de 7Div zonder bewapening noch materieel naar Engeland over te brengen en verzoekt de Fransen om steun.
Staf/7Div in Frankrijk
Terwijl de laatste Franse troepen het Bretoense schiereiland verlaten met de Duitse pantserdivisies in hun kielzog, blijft Generaal-Majoor Van Daele op verdere instructies aandringen voor het transport van zijn divisie naar het Verenigd Koninkrijk [10]. Hij kan het Ministerie van Landsverdediging echter niet meer bereiken omdat die zich aan het verplaatsen zijn. In de loop van de namiddag wordt het duidelijk dat de uitvoering van het plan van de Minister van Landsverdediging niet gerealiseerd zal worden omdat de Fransen het vertrek naar Engeland formeel verbieden. De 7Div is op zichzelf aangewezen en moet op eigen initiatief proberen om nog in Engeland terecht te komen. Nu het er ook voor de Fransen bijzonder slecht begint uit te zien en het land dreigt te capituleren onder de snelle vooruitgang van de Duitse Wehrmacht, geeft generaal Van Daele opdracht aan de divisie om zich naar Saint-Nazaire te verplaatsen met het oog op een mogelijke inscheping naar Engeland. De Britten zijn immers al sedert 15 juni bezig met de evacuatie van hun troepen vanuit Saint Nazaire [11]. De divisie zoekt een veilig onderkomen ten zuiden van de Loire en wordt voor de verplaatsing opgedeeld in een gemotoriseerde colonne en een colonne te voet. De gemotoriseerde colonne van onder meer 20A, het 6Gn, het 7TTr en het TptK krijgen de marsroute Malestroit, Rédon, Pontchâteau, Nantes en Montaigue opgelegd. De colonne te voet moet de kust volgen en zal via Malestroit, Péaule, La Roche Bernard en Herbignac proberen Saint-Nazaire te bereiken om er met een veerboot de Loire over te steken. De regimenten worden klaargemaakt voor de verplaatsing. Het 18Li vertrekt als eerste, maar raakt al snel verstrikt in de chaos van de algehele uittocht van het Franse leger uit het Bretoense schiereiland. Het 2C wordt als tweede doorgestuurd naar het zuiden. Terwijl het 18Li op een min of meer georganiseerde wijze de verdere terugtocht volbrengt en via Malestroit, Péaule, La Roche Bernard bereikt, verliest het 2C al snel aan cohesie.
Staf/7Div in Frankrijk
De regimentscommandanten bevelen de nog niet ingehaalde compagnies om zo snel mogelijk de Loire over te steken en in La Rochelle te verzamelen. De Duitsers zullen die dag nog om 12u30 de Franse grootstad Nantes bereiken. Enkel een klein detachement van 200 man van 18Li zal er uiteindelijk in slagen om de Loire te Saint-Nazaire over te steken. De gemotoriseerde colonne komt nagenoeg intact ten zuiden van de Loire aan. De manschappen die ingesloten raken, zoals het III/18Li dat zich nog in La Roche Bernard bevindt wanneer de Duitsers Nantes bereiken, beseffen dat ze ingesloten zijn en marcheren door naar Assérac waar ze zich verschuilen in de bossen.
Uiteindelijk bereiken nog 3.250 manschappen van de 7Div Legé ten zuiden van Nantes. Onder hen slechts een 200-tal infanteristen. Het restant van de divisie trekt verder terug richting La Rochelle om uiteindelijk halt te houden in Pons waar Generaal-majoor Van Daele en de stafgroep van de divisie al zijn aangekomen. Hier kan de Staf/7Div de verbinding met het MLV herstellen en verneemt via Cdt SBH Bernard dat het de 7Div verboden wordt om nog naar Engeland in te schepen.
Staf/7Div in Frankrijk
Het aan de Duitsers ontsnapte gedeelte van de 7Div hergroepeert in het niet door de Duitsers bezette gedeelte van Frankrijk net ten oosten van de demarcatielijn. Een kantonnement wordt ingericht in de omgeving van Nogaro (TptK 7Div), Sauboires (2Gr en 20A) en Cazaubon (18Li) ten oosten van Mont-de-Marsan en ten noorden van Pau. Langzaam maar zeker wordt het duidelijk waarom een evacuatie naar Engeland niet meer mogelijk is wanneer de voorwaarden van de wapenstilstand die Frankrijk op 22 juni met Duitsland zal ondertekenen bekend raken [12].
III/18Li en II/2C in Frankrijk
Te Assérac ontmoet het III/18Li een detachement van een honderdtal achtergebleven manschappen van II/2C. Het betreft het bataljon samengesteld uit de restanten van het 2Gr en dat werd toegevoegd aan het 2C. De manschappen van het II/2C en het III/18Li besluiten samen te blijven. Het zal uiteindelijk nog tot 29 juli duren vooraleer ze krijgsgevangen genomen worden.
Staf/7Div in Frankrijk
Frankrijk capituleert en in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekent staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbind de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen nog naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een dergelijke uitlevering zullen nog een tijdje op zich laten wachten.

Hergroeperingszone van de 7Div in Zuid-Frankrijk na de Franse capitulatie
Staf/7Div in Frankrijk
Inmiddels neemt te Bordeaux het Ministerie van Landsverdediging een eerste keer contact op met de Duitse bezetter om over de mogelijke terugkeer van de Belgische militairen te onderhandelen. Het komt niet tot een akkoord. In Frankrijk wordt op 25 juni een dag van nationale rouw afgekondigd om de slachtoffers van de Duitse inval te herdenken.
Staf/7Div in Frankrijk
De naar Londen uitgeweken Belgische regering laat bij monde van eerste minister Hubert Pierlot weten dat “de kwestie van de naar Frankrijk uitgeweken burgers en militairen ook in Frankrijk dient geregeld te worden”. Hiermee verbreekt de Belgische regering definitief de verbinding met het in Frankrijk verblijvende deel van ons leger en lijkt de enige uitweg uit een terugkeer naar ons land of krijgsgevangenschap te bestaan.
TptK/7Div in Frankrijk
De manschappen van het TptK/7Div hebben in hun kantonnement niets om handen en maken van de gelegenheid gebruik om de streek te verkennen. De oorlog is plotseling ver weg en het lange wachten op de terugkeer naar België begint. Het transportkorps zal in Bretagne d’ Armagnac verblijven tot 28 juli om uiteindelijk tot eind augustus in de school van Ayzieu ondergebracht te worden.
Staf/7Div in Frankrijk
Het Ministerie van Landsverdediging stuurt een militaire missie naar ons land om de terugkeer van de Belgische militairen naar België te regelen. De hoofdrolspelers van deze missie zijn Generaal-majoor Van Daele, commandant van de 7de Infanteriedivisie, en Kolonel SBH Goethals, commandant van 20A. Zij worden vergezeld door Cdt SBH Henri Bernard en Kapt SBH baron Franz Tilmans. De officieren verlaten Villeneuve-sur-Lot om 07u45, passeren de demarcatielijn en reizen via Bordeaux door naar Pithivier waar ze de nacht van 20 op 21 juli doorbrengen. De volgende dag komt het gezelschap om 19u00 toe in Brussel.
Staf/7Div in Frankrijk
Te Brussel ontmoet Generaal-majoor Van Daele de koning Leopold III en zijn persoonlijke raadgever Generaal-majoor Van Overstraeten. Die zelfde dag vindt een vergadering plaats tussen Kolonel SBH Goethals en de Duitse militaire bevelhebber voor ons land, Generaal von Falkenhausen. Er wordt bepaald dat de terugkeer naar ons land eerst zal geschieden voor de 7de Infanteriedivisie, vervolgens voor de Rekruteringsreserve en tenslotte voor de Versterkings-en Opleidingscentra. De Duitsers zullen de Belgische troepen de nodige steun verlenen voor de terugkeer en zullen garanderen dat de demarcatielijn die het bezette deel van Frankrijk afscheidt van het vrije zuiden van het land zonder problemen kan overgestoken worden [13].
TptK/7Div in Frankrijk
Er komt geen vooruitgang in de repatriëring van de manschappen van de 7Div naar België. Lt van der Bruggen die nog steeds over zijn eigen wagen beschikt stelt zich kandidaat voor een verbindingsopdracht naar België. Majoor Jamin stemt er mee in en op 18 augustus begeeft hij zich rechtstreeks naar Parijs vergezeld door zijn ordonnans en Lt Henri de Potter D’Indoye, burgemeester van Melle en officier bij het 52ste Linieregiment (52Li). Hij kan de demarcatielijn te Ayzieu zonder problemen passeren en meld zich aan op het Duits HK te Fontainebleau. Hij wordt er bevoorraad en zet zijn weg verder naar België waar hij Lt de Potter afzet in Melle. Lt van der Bruggen verlaat in alle stilte de rangen en wordt opnieuw burger.
7Div in Frankrijk
Voor het gedeelte van de 7Div dat nog steeds kantonneert te Nogaro, is de oorlog nu ook definitief voorbij. De manschappen werden al op 20 augustus gedemobiliseerd en kunnen op 23 augustus in het station van Manciet vlakbij Nogaro de trein nemen richting België. Majoor Renson van 20A wordt aangeduid als treincommandant. Na een lange treinreis van drie dagen komen de laatste manschappen op 26 augustus aan te Brussel, waarna iedereen huiswaarts keert
TptK/7Div
De luitenanten van der Bruggen en Robin worden na hun terugkeer in België lid van het Geheim Leger. Lt van der Bruggen overleefde de oorlog en kreeg in 1948 een onderscheiding voor zijn inzet bij het Geheim Leger, Lt Robin kwam om in het concentratiekamp Mathausen-Gusen.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cie C47/T13 | ARIJS | Theofiel | Sdt | Mil | 33 | 08.02.1913 | Aalst | 10.05.1940 | Veldwezelt | ||
Cie C47/T13 | BAERT | Alfred, A.L. | Sdt | Mil | 33 | 19.01.1913 | Meldert | 10.05.1940 | Veldwezelt | ||
Cie C47/T13 | BALLIEU | Felix, V. | Lt | Res | 22.06.1913 | Sint-Jans-Molenbeek | 11.05.1940 | Maastricht (NL) | Overleden aan zijn verwondingen opgelopen op 10 mei | ||
Cie Int | BRUYNINCKX | Albert, E. | Sdt | Mil | 35 | 08.12.1915 | Rillaar | 26.05.1940 | Brugge | ||
Cie C47 | DEMEY | Gustaaf, A.J. | Sgt | BV | 05.07.1916 | Brugge | 10.05.1940 | Veldwezelt | |||
Cie C47/T13 | GILIS | Emiel | Sdt | Mil | 33 | 14.06.1913 | Huldenberg | 10.05.1940 | Veldwezelt | ||
GenK | LORENT | Léon, V.L. | Sdt | Mil | 21 | 11.03.1901 | Mettet | 10.05.1940 | Tongeren | ||
Cie C47/T13 | SERBRUYNS | Leo | Sgt | Mil | 32 | 16.08.1912 | Erembodegem | 20.05.1940 | Abbeville (F) | ||
PARa/Tpt | STEENBEEK | Georges, E. | ![]() | Sdt | Mil | 38 | 05.03.1919 | Huldenberg | 10.05.1940 | Bitsingen (Bassenge) | |
Cie C47 | STEFFENS | Léon | Sgt | Mil | 29 | 19.12.1909 | Moresnet | 10.05.1940 | Kanne | ||
Cie C47 | SUYS | Arthur, E. | ![]() | Sdt | Mil | 32 | 17.11.1911 | Heestert | 11.05.1940 | Herderen | Gedood tijdens luchtbombardement van Herderen |
Cie Int | THIELS | Louis | Sdt | Mil | 28 | 11.04.1908 | Houdeng-Gœgnies | 14.05.1940 | Gembloux | ||
Cie Int | VAN BOXEM | August, J.B. | Kpl | Mil | 24 | 30.09.1904 | Laken | 10.05.1940 | Tongeren | ||
Cie C47 | VANDERSTEDE | Joseph, L. | ![]() | Sdt | Mil | 33 | 29.01.1913 | Waregem | 10.05.1940 | Mopertingen | |
Cie Mi LuV | VAN KERCKHOVE | Emiel | Kpl | Mil | 32 | 12.12.1912 | Overmere | 02.06.1940 | Saint-Laurent-sur-Oust (F) | Verdronken in het kanaal Brest-Nantes tijdens het zwemmen. |
- Achtergrondinformatie bij kasteel Inkendael [On Line Beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/40677 [Laatst geraadpleegd 13 juni 2020].
- Een verklaring voor het aflossen van eenheden aan het Albertkanaal kan gevonden worden in het feit dat de Fransen in 1939 lieten weten dat ze niet zouden oprukken tot aan het Albertkanaal en de Maas maar dat ze de Belgische K.W. Stelling zouden verlengen vanaf Waver. Hierdoor werd het Albertkanaal niet langer beschouwd als de Weerstandstelling waar de vijand moest gestopt worden maar als een Dekkingstelling om de vijand te vertragen en te kanaliseren naar de K.W. Stelling. Dit kan de reden geweest zijn voor de vervanging van actieve divisies door divisies van Eerste reserve.
- In de sector van de 7Div valt de Alarmstelling, de Vooruitgeschoven stelling en de Dekkingsstelling samen. Dit leidt tot ietwat verwarrende commandostructuren meer in het bijzonder wat het vernielen van de bruggen over het Albertkanaal te Veldwezelt, Vroenhoven, Kanne, Klein-Ternaaien en Ternaaien betreft. De bewakingsposten van het Bn CyF Lim die de bunkers aan de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven bemannen en van het Fort van Eben-Emael die de bunkers nabij de bruggen van Kanne, Klein-Ternaaien en Ternaaien bemannen zijn feitelijk Alarmposten die behoren tot de Alarmstelling. De alarmposten moeten de oostelijke kanaaloever in het oog houden en het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt alarmeren bij een Duitse inval. Het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt maakt deel uit van een gans netwerk van inlichtingencentra langs onze grenzen opgezet door de “Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen” (Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières) van het Groot Hoofdkwartier (GHK). De verschillende alarmposten in de bunkers aan de bruggen staan in verbinding met het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt via de telefooncentrale van de kazerne van de grenswielrijders te Lanaken. Delegatie om de bruggen te laten springen lag in eerste instantie bij het GHK, in tweede instantie bij Cdt Giddelo in de kazerne van Lanaken, in derde instantie bij de alarmposten bij de brug en pas in laatste instantie bij de infanterieregimenten in lijn.
- Memoires van Lt baron Jacques van der Bruggen, commandant van het Peloton Munitie Infanterie van het Transportkorps 7Div. Document “Souvenirs de la Guerre 1940 – Baron van der Bruggen” beschikbaar in de bibliotheek van de heemkundige kring Ons Wingene (met dank aan Lieven Lams en Jo Patteeuw).
- Deutsche Luftlandungen am 10 Mai 1940 – Fort Eben-Emael und die Brücken am Albert-Kanal, door Jens Oebser. [Gedeeltelijke On Line beschikbaar].
- Graf Lt Bailleux op het Belgisch militair ereperk van de stedelijke begraafplaats Maastricht.[On line beschkbaar] http://www.maastrichtsegevelstenen.nl [Laatst geraadpleegd 23 september 2019].
- Achtergrondinformatie bij overlijden Soldaat Jules De Jaeger van het PMI/Transportkorps 7Div in de krant ‘t Getrouwe Maldeghem van 20 oktober 1940. [On Line beschikbaar]: http://mail.maldegem.be/websitemaldegem/getrmaldegem/1940_10_20.pdf [Laatst geraadpleegd 02 oktober 2019]. Graf Soldaat Jules De Jaeger op militair ereperk van de gemeentelijke begraafplaats te Zomergem [On Line beschikbaar]: https://www.online-begraafplaatsen.nl/zerken.asp?command=showgraf&bgp=2719&grafid=736647&view=Zerkenlijst&page=3 [Laatst geraadpleegd 24 mei 2020].
- Na afloop van de gevechten op 10 mei worden de Duitsers geconfronteerd met de verzorging van een groot aantal gewonde geallieerde krijgsgevangenen waaronder vele Belgen. Initieel werden die naar hospitalen in Maastricht gebracht maar die raakten algauw overrompeld. Om aan de situatie het hoofd te kunnen bieden richten de Duitsers een Haupt-Kriegsgefangenlazarett op in het Jezuïetenklooster aan de Tongersestraat te Maastricht. Achtergrondinformatie over het Kriegsgefangenenlazarett van Maastricht [On Line Beschikbaar] https://www.bevrijdingsalbum.nl/item/belgisch-kriegsgefangenenlazarett/ [Laatst geraadpleegd 1 augustus 2020].
- De Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen onder bevel van Luitenant-generaal Wibier is op 4 juni deels ingegaan op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Wanneer op 6 juni de Fransen vragen om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren ziet het HK/TRI zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten en de opleiding van de jonge rekruten stil te leggen.
- Er bevonden zich nog heel wat Britse troepen (vooral RAF) in Bretagne die via Brest, Saint-Nazaire en Nantes terug naar Engeland verscheept moesten worden. De evacuatie van Britten vanuit Saint-Nazaire en Nantes kreeg de codenaam “Operation Aeriel” (zoals de evacuatie van Britten vanuit Duinkerke gekend is als “Operation Dynamo”) en vond plaats van 15 tot 25 juni. Allicht hoopte GenMaj Van Daele gebruik te kunnen maken van de schepen die de Britse troepen terug naar Engeland moesten brengen. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar] https://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Aerial [Laatst geraadpleegd 16 september 2022].
- In Saint-Nazaire loopt de evacuatie trouwens desastreus af. De HMS Lancastria met meer dan 7.000 personen aan boord wordt gebombardeerd en zinkt. Er zijn slechts 2.700 overlevenden [On Line Beschikbaar]:
https://www.cnrs-scrn.org/northern_mariner/vol20/tnm_20_407-418.pdf [Laatst geraadpleegd op 30 september 2019]. - Achtergrondinformatie over de ondertekening van de wapenstilstand tussen Duitsland en Frankrijk [On Line beschikbaar] https://nl.wikipedia.org/wiki/Wapenstilstand_van_22_juni_1940 [Laatst geraadpleegd 8 oktober 2019].
- Een handgeschreven verslag van de missie van GenMaj Van Daele te Brussel, opgesteld in het Frans door Kapt SBH baron Franz Tilmans, bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Kapitein Geneesheer SBH W. Broekaert, 1963, “De Gezondheidsdienst tijdens de veldtocht der achttien dagen”, Acta Belgica de Arte Medicinale et Pharmaceuticae Militari, pp 468-535.
- België in de Tweede Wereldoorlog, Prof Dr Luc De Vos [on line] http://www.dbnl.org/tekst/vos_066belg01_01/vos_066belg01_01_0005.php
- “Het bombardement op Herderen 10 en 11 mei 1940”, door Willy Brône, GOGRI Riemst, 2002.
- Foto Eugène Van Trooyen, fotogalerij Korpscommandanten 14A, patrimonium 14A.
- Slagorde der officieren van mei 1940, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Defensiestaf.
- “Van de uitwegen van Maastricht tot de voet van de Pyreneeën”, Kolonel b.d. Duez, 1975, tijdschrift verbroedering 18Li.
- Stassin, G., jaartal onbekend, “Cavalerie Motorisée”, Brussel: Tank Museum.
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.
- Hoofdstuk 7Div in het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.