2de Regiment Grenadiers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 2de Regiment Grenadiers | 2ème Régiment de Grenadiers | 2Gr
Type Infanterieregiment van de eerste reserve
Ontdubbeld van 1ste Regiment Grenadiers
Onderdeel van 7de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH Joseph Herbiet
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Maurice Pottiez
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Kanne-Ternaaien
Commandopost te Zussen
Samenstelling I Bataljon (Majoor Hector Notterman) 1ste Compagnie Fuseliers (Lt E. Monmart)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Arthur D’Hoogh)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Lejeune)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Honoré Genachte)
Kwartier Zussen
  II Bataljon (Majoor Maurice Levaque) 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Gregoire)
6de Compagnie Fuseliers (Lt Albert Génicot)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt graaf Christian de Robiano)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt Etienne Braibant)
Kwartier Kanne
  III Bataljon (Majoor Raoul Monteyne) 9de Compagnie Fuseliers (Lt F. Depré)
10de Compagnie Fuseliers (Lt J. Weets)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt Raymond Van de Wiele)
12de Compagnie Mitrailleurs (Lt Jean Remi Robert Pierard)
Kwartier Ternaaien
  IV Bataljon (Majoor Hector Lecomte) 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt baron Gilbert Thibaut de Maisières)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt L. Colson)
15de Compagnie Mortieren M76 (Lt Van den Abeele)
Kwartier Eben
  Stafcompagnie (Luitenant V. Rémy)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein F. Geuens)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Maurice Minet)
 

Tijdens de mobilisatie

Prins Albertkazerne (oftewel Grenadierskazerne) in de Karmelietenstraat te Brussel.

Staf/2Gr
Het 2de Regiment Grenadiers (2Gr) werd op 1 september 1939 gemobiliseerd in de Prins Albertkazerne (ook wel Grenadierskazerne genoemd) in de Karmelietenstraat te Brussel als ontdubbelingsregiment van het 1ste Regiment Grenadiers (1Gr). Het 2Gr, een regiment van eerste reserve, maakt een turbulente mobilisatie door. Op 18 september wordt het regiment samen met het 2de Regiment Karabiniers (2C) en het 18de Linieregiment (18Li) onder bevel geplaatst van de 7de Infanteriedivisie (7Div) en vertrekt aansluitend naar de K.W. Stelling waar ze de Ondersector Leuven bezetten. De stellingen worden voorbereid maar lang kan het 2Gr niet van het werk genieten want in oktober 1939 worden ze verplaatst naar het Albertkanaal waar ze de Ondersector Kwaadmechelen moeten inrichten. Tot overmaat van ramp moeten ze de verplaatsing te voet uitvoeren bij gebrek aan transportmiddelen. Gedurende de strenge winter van 1939 wordt ook deze stelling ingericht. De eenheden moeten noodgedwongen hun eigen barakken bouwen, zo niet zouden de paarden en het materieel de vrieskou niet overleven.

Eind maart verneemt het regiment dat de goed voorbereide stellingen zullen worden overgenomen door het 1Gr van de 6de Infanteriedivisie (6Div) die van de Ondersector Diepenbeek aan het Albertkanaal komen. Als beloning voor het harde werk zou het regiment in reserve worden gehouden aan de kust hetgeen een goed vooruitzicht was voor de vele manschappen die uit Oost- en West-Vlaanderen kwamen. Groot is de ontgoocheling toen het niet de kust maar Waterloo wordt, waar ze worden opgesteld als reserve van het leger. De aflossing aan het Albertkanaal te Kwaadmechelen start op 10 April bij heerlijk weer en in kleine groepen trekken de bataljons naar Diest van waar zij per spoor naar de streek van Halle en Waterloo worden gebracht. Voor de derde keer wordt aangevat met de voorbereiding van een regimentsstelling.

Opstelling van 2Gr op de zuidflank van de sector van de 7de Infanteriedivisie.

Opstelling van 2Gr op de zuidflank van de sector van de 7de Infanteriedivisie.

Nog geen drie weken later en amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog komt het alweer tot een nieuwe opdracht. Op 28 april 1940 verplaatst het regiment zich naar Riemst om de Ondersector Kanne-Ternaaien van Vroenhoven (exclusief) tot Lixhe (exclusief) over te nemen van het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) van de 5de Infanteriedivisie (5Div). Na een eerste verkenning zijn de bataljonscommandanten niet onder de indruk van de stellingen die ze moeten overnemen. “Eenparig verbaasd en teleurgesteld waren de kaders en de troep toen ze in de Ondersector aankwamen. Zo het regiment in de Ondersector van Kwaadmechelen een moeizaam en stevig ingerichte stelling had verlaten, vindt het in zijn nieuwe Ondersector slechts onbeklede grondwerken, geen enkele schietstelling is beschermd tegen de waarneming en aanvallen van de lichte wapens van het vliegwezen, geen verbindingsloopgraven. De ganse waarde van de stelling bestaat in de hindernis welke door het kanaal is gevormd.”

Het 2Gr ligt op de zuidflank van de 7Div aan het Albertkanaal en verlengt de stellingen van 2C en het 18Li. Gezien de uitgestrektheid van de ongeveer 9Km brede Ondersector moet Kolonel SBH Herbiet de tactische samenstelling van het regiment wijzigen. Daar 2Gr slechts over drie fuseliersbataljons en één steunbataljon beschikt, wordt het regiment tijdelijk omgevormd tot vier gelijkwaardige gevechtsgroeperingen waarbij de zware wapens van IV/2Gr verdeeld worden over de verschillende posities van het regiment en waarbij IV/2Gr versterkt wordt met een compagnie fuseliers van I/2Gr en met het Wielrijderseskadron van de 7de Infanteriedivisie (EskCy 7Div). Hierdoor verkrijgt Majoor Lecomte, commandant van het VIde Bataljon, ook een eigen tactisch commando. Deze herschikking laat toe om twee bataljons in lijn en twee bataljons in diepte op te stellen hetgeen eerder ongebruikelijk was voor een infanterieregiment. De stelling wordt in twee gedeeld door de positie van het Fort van Eben-Emael. Ten zuiden sluiten de stellingen van 2Gr nabij Lixhe aan bij de stellingen van het 2de Regiment Grenswielrijders (2CyF) dat deel uitmaakt van de ad Hoc samengestelde Groepering Gits van het IIIde Legerkorps (III/LK).

Het valt op te merken dat door de bezetting van vier bataljonsstellingen 2Gr over geen enkele reserve meer beschikt om eventuele tegenaanvallen uit te voeren daar waar het nodig mocht zijn. Net zoals andere eenheden is het 2Gr aan de vooravond van de oorlog niet op volle sterkte door het grote aantal verloven en vergunningen die werden verleend naar aanleiding van Pinksteren. Op de gevechtsstellingen is, conform de orders, per compagnie slechts een derde van het effectief aanwezig. De overige manschappen verblijven in diverse rustkantonnementen op enkele kilometers achter de voorste linies. Voor de stellingname van het volledige regiment bij alarm is een maximum tijdsbestek van drie uur voorzien. De bruggen over het Albertkanaal te Kanne en Ternaaien worden geflankeerd door 6 bunkers en zijn voorzien van versperringen en springladingen. De springladingen zijn aangebracht door het 21ste Bataljon Genie (21Gn), organiek geniebataljon van het Iste Legerkorps (I/LK). De bewaking van de springladingen bij de bruggen van Kanne en Ternaaien is in handen van vernielingsdetachementen van het het Fort van Eben-Emael. Het bevel tot het laten springen van deze bruggen dient gegeven te worden door Majoor Jottrand, commandant van het fort die hiertoe gemachtigd was. De brug van Klein-Ternaaien kon telefonisch niet bereikt worden vanuit het fort en moest door het wachtdetachement van Ternaaien per estafette verwittigd worden. De posten van Ternaaien en Kanne daarentegen stonden permanent in contact met de commandopost van Majoor Jottrand.

De brug van Kanne in het onderkwartier van de 5Cie (vooroorlogse foto van net voor de start van WOII).

II/2Gr
Het IIde Bataljon (II/2Gr) bezet het noordelijk bataljonsvak in eerste lijn dat aansluit bij de stellingen van het I/18Li. Dit bataljon dient de verdediging van het Albertkanaal vanaf de kipberg van Montenaken ten zuiden van Vroenhoven tot aan het Fort van Eben-Emael voor zijn rekening te nemen. De bewaking van de brug van Kanne behoort tot de verantwoordelijkheid van II/2Gr. Het bataljon heeft voor de verdediging van zijn bataljonsvak vier gevechtsgroepen ter sterkte van een compagnie in lijn opgesteld (II/2Gr gebruikt de benaming gevechtsgroep om de compagnies aan te duiden, de pelotonsteunpunten van II/2Gr worden aangeduid met hoofdletters). De Iste Gevechtsgroep bestaat uit elementen van de 6Cie en heeft vijf steunpunten ingericht langs de baan van de brug van Kanne naar Emael. De IIde Gevechtsgroep bestaande uit de 5Cie ligt op de hoofdkrachtinspanning van II/2Gr. De brug van Kanne, geflankeerd door de bunkers O, E en F, ligt in het onderkwartier van de 5Cie. De bunker O wordt niet bemand door militairen van II/2Gr maar wordt bezet door een ploeg van het Fort van Eben-Emael. In bunker O bevindt zich het aanzetmechanisme om de brug van Kanne te laten springen van zodra Majoor Jottrand hiertoe het bevel geeft. De IIIde Gevechtsgroep is samengesteld uit elementen van de 8Cie en richt twee steunpunten in waarvan één langs het kanaal en één in diepte. De commandopost (oftewel CP) van het bataljon bevindt zich in het onderkwartier van de 8Cie. De IVde Gevechtsgroep bestaande uit de 7Cie bezet het meest noordelijk onderkwartier van het regiment en sluit aan bij de stellingen van I/18Li. Door alle compagnies in lijn op te stellen beschikt het bataljon over geen enkele reserve om offensief op te treden indien de linies doorbroken worden. De gedetailleerde opstelling van II/2Gr ziet er aan de vooravond van de inval als volgt uit:

  • Noordelijk kwartier in lijn:
    • Gevechtsgroep I: 6de Compagnie bevolen door Luitenant Génicot
      • Steunpunt B:
      • Steunpunt A
      • Steunpunt H:
      • Steunpunt G:
      • Steunpunt I: 
    • Gevechtsgroep II: 5de Compagnie bevolen door Kapitein-commandant Gregoire
      • Steunpunt C:
      • Steunpunt D: Luitenant Boutemy, met Bunkers O, E en F aan de brug van Kanne
      • Steunpunt J:
    • Gevechtsgroep III: 8ste Compagnie bevolen door Luitenant Braibant
      • Steunpunt E: Luitenant Berlaimont met één peloton fuseliers, één peloton mitrailleurs en een C47 antitankkanon
      • Steunpunt K: Onderluitenant Gillieaux met twee fuseliersecties, twee secties DBT granaatwerpers en een sectie mitrailleurs
    • Gevechtsgroep IV: 7de Compagnie bevolen door Kapitein-commandant de Robiano
      • Steunpunt F: Onderluitenant Holvoet
      • Steunpunt L: Luitenant Olivier
Sluis van Ternaaien (Lanaye) op de noordflank van het bataljonsvak van III/2Gr (vooroorlogse foto uit 1938).

Sluis van Ternaaien (Lanaye) op de noordflank van het onderkwartier van 11/III/2Gr (foto uit 1938).

III/2Gr
Het zuidelijk bataljonsvak van het eerste echelon wordt ingenomen door het IIIde Bataljon (III/2Gr). Dit bataljon is verantwoordelijk voor de verdediging van het Albertkanaal vanaf het Fort van Eben-Emael tot Lixhe, de brug van Ternaaien (Lanaye) inbegrepen. Het III/2Gr staat opgesteld met drie compagnies in lijn, van noord naar zuid de 11Cie, de 9Cie en de 10Cie. De bunkers L, L1 en L2 liggen in het onderkwartier van de 11Cie en flankeren de brug van Ternaaien, de bunker L1 bevindt zich in de brugpijler. De pelotons mitrailleurs van de 12Cie worden verdeeld over de drie compagnies in lijn. De gedetailleerde opstelling van III/2Gr ziet er aan de vooravond van de inval als volgt uit:

  • Zuidelijk kwartier in lijn:

    • Onderkwartier noord: 11de Compagnie bevolen door Cdt Raymond Van de Wiele
      • Steunpunt 1: Onderluitenant John Kervyn de Meerendré met één peloton plus één sectie mitrailleurs, aangevuld met 4 mitrailleurs van Bunker L1 in de pijler van de brug van Ternaaien en een C47 antitankkanon van Bunker L2, 
      • Steunpunt 2: Onderluitenant Ralet met één peloton minus twee fuseliersecties,
      • Steunpunt 3: Luitenant Willy Decoutere met één peloton minus twee fuseliersecties,
      • Steunpunt 4: Luitenant Jean Pellegrin met twee fuseliersecties van het peloton Decoutere plus één sectie mitrailleurs,
      • Steunpunt 5: Sergeant Licop met enkele manschappen van het peloton Ralet,
      • Sluis van Ternaaien: een versterkte schildwacht,
      • Kerk van Ternaaien: een versterkte schildwacht.
    • Onderkwartier centrum: 9de Compagnie

      • Steunpunt noord: Onderluitenant de Limette met één peloton minus twee fuseliersecties, aangevuld met twee mitrailleurs van Bunker I op de kanaaloever,
      • Steunpunt centrum: Onderluitenant Decock met zijn volledig peloton,
      • Steunpunt zuid: Onderluitenant Lacroix met één peloton minus twee fuseliersecties,
      • Steunpunt commandopost compagnie: Luitenant Depré met twee fuseliersecties,
      • Bunker I op de kanaaloever met één fuseliersecties en één sectie mitrailleurs
    • Onderkwartier zuid: 10de Compagnie
      • Steunpunt 1: Onderluitenant Wéry met drie fuseliersecties, een sectie DBT granaatwerpers en twee C47 antitankkanonnen
      • Steunpunt 2: <onbezet>
      • Steunpunt 3: Onderluitenant Vueghs met twee fuseliersecties verspreid over Bunker PL10, PL10bis en PL10ter, aangevuld met een C47 antitankkanon in deze laatste
      • Steunpunt 4: Onderluitenant Dony met twee fuseliersecties
      • Steunpunt 5: een fuseliersectie en een sectie DBT granaatwerpers
      • Steunpunt 6: twee fuseliersecties (met in de nabijheid de commandopost compagnie)
      • Steunpunt 7: Onderluitenant Lapère met zijn peloton, minus twee fuseliersecties
      • Boerderij Sint-Lambertus: een versterkte schildwacht

Opstelling van de vier bataljons in de Ondersector van 2Gr.

I/2Gr
Het Iste Bataljon (I/2Gr) staat achter II/2Gr in diepte opgesteld waar het twee weerstandscentra organiseert, één rond het dorp Heukelom waar de 3Cie twee pelotonssteunpunten heeft ingericht en één rond Zussen waar de 2Cie drie pelotonssteunpunten heeft georganiseerd. De 1Cie werd afgestaan aan IV/2Gr. Zowel de CP van 2Gr als de CP van I/2Gr staan in het weerstandscentrum van Zussen opgesteld. Vlak achter het weerstandscentrum van Zussen staat de IVde Groep van het 20ste Regiment Artillerie (20A) opgesteld. De gedetailleerde opstelling van I/2Gr ziet er aan de vooravond van de inval als volgt uit:

  • Noordelijk kwartier in diepte:
    • Weerstandscentrum Heukelom: 3de Compagnie
      • Steunpunt P:
      • Steunpunt Q:
    • Weerstandscentrum Zussen: 2de Compagnie
      • Steunpunt O:
      • Steunpunt N:
      • Steunpunt M: Luitenant Helsen
    • Onafhankelijk Steunpunt R1: Luitenant Emmerechts
    • Onafhankelijk Steunpunt R2: Onderluitenant Martin

IV/2Gr
Het IVde Bataljon (IV/2Gr) wordt versterkt met de 1Cie van I/2Gr en het EskCy 7Div waardoor het steunbataljon enkele steunpunten in diepte kan uitbouwen achter de linies van III/2Gr. De gedetailleerde opstelling van IV/2Gr ziet er aan de vooravond van de inval als volgt uit:

  • Zuidelijk kwartier in diepte:
    • Onderkwartier noord: 14de Compagnie
      • Steunpunt a: Luitenant Van Dycke met zijn peloton, minus twee fuseliersecties, aangevuld met een C47 antitankkanon en een sectie mitrailleurs
      • Steunpunt b: Luitenant Neirinckx met twee fuseliersecties en een mitrailleur
      • Steunpunt c: Onderluitenant Fallay met zijn peloton, minus twee fuseliersecties, aangevuld met een C47 antitankkanon en een mitrailleur
    • Onderkwartier centrum: 1ste Compagnie overgekomen van I/2Gr
      • Steunpunt d: Sergeant Wittamer met twee fuseliersecties en een sectie mitrailleurs
      • Steunpunt e: Luitenant Wagemans met zijn volledig peloton
      • Steunpunt f: Onderluitenant Lancksweert met het 3de Peloton van EskCy 7Div, aangevuld met een sectie mitrailleurs van deze eenheid
    • Onderkwartier zuid: drie pelotons van EskCy 7Div
      • Steunpunt g: peloton van EskCy 7Div
      • Steunpunt h: peloton van EskCy 7Div
      • Steunpunt i: peloton van EskCy 7Div

Brug van Klein-Ternaaien (Petit-Lanaye) met op de achtergrond het kasteel van Caestert

Brug van Klein-Ternaaien (Petit-Lanaye) met op de achtergrond het kasteel van Caestert

Staf/2Gr
De Staf/2Gr wordt via de CP van II/2Gr om 01u00 op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Het alarm wordt door de regimentsstaf doorgegeven aan de rest van de ondereenheden. De manschappen van de verschillende bataljons worden uit hun bed gelicht waarna de stellingen bij de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein-Ternaaien worden bemand. Omdat er voor die vrijdag een oefening gepland was denken velen dat het gaat om een oefenalarm en dat de dreiging onbestaande is. Desondanks melden de verschillende steunpunten tussen 03u00 en 03u45 dat ze klaar zijn voor actie. Door een technisch probleem met de ontstekers van de artilleriemunitie worden de voorziene twintig waarschuwingsschoten (enkel de lading zonder projectiel) die het Fort van Eben-Emael moest afvuren in geval van werkelijk alarm niet afgevuurd. Hierdoor wordt het idee dat het slechts om een oefenalarm ging nog versterkt. Pas rond 03u00, nadat het merendeel van de troepen zich al op stelling bevond, weerklinken de twintig kanonschoten die het werkelijk alarm hadden moeten afkondigen.

Superstructuur van het fort van Eben-Emael na de landing van de zweefvliegtuigen

Superstructuur van het fort van Eben-Emael na de landing van de zweefvliegtuigen

Het Belgisch luchtruim wordt vanaf 03u30 geschonden door honderden gemotoriseerde vliegtuigen. Om 03u50 vliegen een twintigtal Duitse zweefvliegtuigen over de stellingen van 2Gr. Gealarmeerd door de overvliegende vliegtuigen geeft Majoor Jottrand, bevelhebber van het Fort van Eben-Emael, de opdracht om de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein Ternaaien te laten springen. Om 04u15 gaat de brug van Kanne de lucht in. Om 04u40 meldt II/2Gr dat er zweefvliegtuigen geland zijn op hun stelling en dat er ook parachutisten zijn geland op het dak van Eben-Emael. Gevechten breken uit in nagenoeg het volledige bataljonsvak van II/2Gr. De eerste fase van de aanval op 2Gr is ingezet. Ook bij de brug van Vroenhoven in de ondersector van 18Li zijn zweefvliegtuigen geland.

Opgeschrikt door de luchtlandingsoperaties op de bruggen en het Fort van Eben-Emael wordt het EskCy 7Div om 07u00 teruggeroepen naar Genoelselderen om er de nabije verdediging van het hoofdkwartier van de 7Div te verzekeren. Hierdoor verliest IV/2Gr een groot deel van zijn effectief. Om 08u00 meldt de observatiepost van 20A die zich te Loen bevindt dat de Duitse genie gestart is met het bouwen van een pontonbrug over de Maas ten noordoosten van Ternaaien. De Duitse voorhoede, die bij de start van de luchtlandingsoperaties de Duits-Nederlandse grens overstak, heeft de Maas bereikt. de Duitsers maken zich klaar om de tweede fase van de aanval op 2Gr in te zetten, een aanval vanuit de opmars. Kolonel SBH Herbiet geeft de artillerie onmiddellijk opdracht om de pontonbrug onder vuur te nemen. Om 08u30 start het artilleriebombardement initieel met één batterij, later met drie batterijen van IV/20A. Niet alleen de pontonbrug wordt vernield maar ook de rubberboten die zich op de oostelijke Maasoever bevonden. Hierdoor moeten de Duitse genisten de werkzaamheden voor de rest van de voormiddag staken.

Om 08u30 komt op de CP van 2Gr een bericht binnen van de 7Div dat I/2Gr oplegt een tegenaanval uit te voeren om het fort van Eben-Emael te ontzetten. I/2Gr zal voor de uitvoering van deze tegenaanval versterkt worden met een compagnie van het 11de Linieregiment (11Li), een compagnie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (BnCyF Lim) en een peloton van het EskCy 7Div. Het geheel van de troepen die de tegenaanval moet uitvoeren zal kunnen rekenen op de vuursteun van 20A en 14A. I/20A, IV/20 en V/14A worden hiervoor aangeduid en de officier Adjunct van IV/20A, Luitenant Moreau, wordt uitgestuurd naar de CP van I/2Gr om de vuursteun te organiseren. Kolonel Herbiet neemt de coördinatie van de tegenaanval op zich en belast het peloton van Lt Wagemans van de 1Cie van I/2Gr met deze opdracht. De 1Cie bevindt zich op dat ogenblik in de buurt van Loen onder bevel van de IV/2Gr.  De uitvoering van de tegenaanval loopt echter fout af omdat het Peloton Wagemans door een gebrekkige coördinatie tussen het commando van I/2Gr en het commando van IV/2Gr alleen in de aanval wordt gestuurd zonder te wachten op de toegezegde versterkingen en zonder artilleriesteun. 

Het Nederlandse Eysden vertoont sporen van de artilleriebeschieting op de Duitse pontonbrug

Het Nederlandse Eijsden vertoont sporen van de artilleriebeschieting op de Duitse pontonbrug

Om 13u10 ondernemen de Duitsers een nieuwe poging om de Maas over te steken, ditmaal ten zuiden van Ternaaien. Opnieuw worden ze onder vuur genomen door drie batterijen van IV/20A en twee van V/14A. De Duitsers schorten de bouw van de brug op tot 16u00 wanneer ze een derde poging wagen. Dit lokt een nieuw artillerievuur uit die de in aanbouw zijnde brug uiteindelijk vernietigd rond 18u15. Intussen hebben zich een massa Duitse eenheden verzameld in het Nederlandse dorp Eijsden op de oostelijke Maasoever in afwachting van de bouw van een brug over de Maas. Om 20u30 worden Duitse troepenbewegingen waargenomen in Sint-Geertruid nabij Eijsden. Om 20u50 wordt het kruispunt op de Sint-Geertruiderweg waar de troepen werden gesignaleerd onder vuur genomen door V/14A, IV/20A maar ook door de forten van Pontisse, Barchon en de kazemat Visé2 van het fort van Eben-Emael. Bij toeval wordt ook de commandopost van Generaal-majoor Ernst Hell, bevelhebber vande 269ste Duitse Infanteriedivisie [269(DEU)ID] geraakt. De verliezen onder de Duitsers die samentroepen in het dorp Eijsden lopen hoog op, zij tellen 35 gesneuvelden en niet minder dan 140 gewonden. Door de vernietiging van de pontonbrug en door de geleden verliezen wordt op 10 mei geen nieuwe poging meer ondernomen om de Maas nabij Ternaaien te overschrijden [1].

De vernielde brug van Kanne met op de voorgrond bunker F in het kwartier van II/2Gr.

II/2Gr
Het fort van Eben-Emael ontvangt de afkondiging van het werkelijk alarm om 00u30 van het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum (oftewel Centre de Renseignements Avancé – CRA) Hasselt [2]. Het fort alarmeert onmiddellijk per telefoon zijn observatiepost in bunker O bij de brug van Kanne. Om 00u56 wordt de CP van II/2Gr door de postcommandant van Bunker O op de hoogte gebracht van het alarm.  De CP van II/2Gr verwittigd vervolgens de regimentsstaf die nog niet via de normale commandoketen op de hoogte werd gebracht van de afkondiging van het alarm.

Om 03u50 vliegen een twintigtal Duitse zweefvliegtuigen over de stellingen van II/2Gr. De zweefvliegtuigen passeren eerst de stelling, maken een omschrijvende bocht en wachten tot het eerste daglicht om vanuit het westen op hun objectief neer te strijken. Gealarmeerd door de overvliegende vliegtuigen geeft Majoor Jottrand de opdracht om de brug van Kanne te laten springen. Om 04u15 brengt Wachtmeester Pirenne, postcommandant van observatiebunker O van het fort, de brug dan ook tot ontploffing. Rond 04u25 landen de tien zweefvliegtuigen met Duitse parachutisten van Sturmgruppe Eisen op het plateau ten noordwesten van het fort van Eben-Emael. Het merendeel van de zweefvliegtuigen landt achter (dus ten  westen van) de stellingen van II/2Gr. Aanvankelijk heerste er verwarring over de intentie van de gelande vliegtuigen aangezien die niet voorzien waren van kentekens maar al gauw barsten de gevechten in alle hevigheid uit. De Duitse parachutisten vorderen snel naar de oostelijke rand van het plateau richting de brug van Kanne en maken zich klaar om de steunpunten in eerste echelon van II/2Gr in de rug aan te vallen. Eén zweefvliegtuig landt op de commandopost van het II/2 Gr en een verwarrend gevecht breekt uit. De 5Cie krijgt onmiddellijk rake klappen toegediend en 55 manschappen, waaronder ook de compagniecommandant Kapitein-commandant Gregoire, sneuvelen in de eerste uren van de aanval. Ondertussen zijn ook de veertien zweefvliegtuigen van Sturmgruppe Granit op het dak van het fort geland. De kazematten gericht naar de bruggen over het Albertkanaal (Maastricht 1 en Maastricht 2) worden in de eerste minuten uitgeschakeld en kunnen daardoor het II/2Gr niet ondersteunen. De 7Cie wordt aanvankelijk teruggedrongen maar kan dan zijn twee steunpunten op de heuvel te Opkanne opnieuw innemen. De Duitsers laten de tegenactie echter niet zomaar gebeuren en blijven de 7Cie de ganse dag lang vanuit de lucht aanvallen. Ook andere gevechtsgroepen van het tweede bataljon raken slaags met de Duitsers. De Belgische weerstand is door de verrassing aanvankelijk zwak en ongecoördineerd en de parachutisten worden ondanks hun relatief klein aantal niet verdreven. Dit was deels ook te wijten aan grote communicatieproblemen omdat vele telefoonlijnen beschadigd raakten door de niet aflatende luchtbombardementen. 

Omstreeks 08u00 komen de eerste Duitse grondtroepen vanuit Maastricht aan op de rechter kanaaloever ter hoogte van de brug van Kanne. Een eerste poging om via de brokstukken van de brug van Kanne aan de overkant te geraken wordt omstreek 11u00 afgestraft door de bemanning van steunpunt E. De Duitse voorhoede wil onmiddellijk het kanaal oversteken, maar krijgt hiertoe geen toelating. Het Duitse commando wil in eerste instantie de aanval steunen te Vroenhoven en Veldwezelt waar de bruggen wel intact veroverd zijn.  De Luftwaffe blijft echter continu de stellingen van het II/2Gr bombarderen en vanaf 13u00 komt ook de vijandelijke artillerie in actie. De grenadiers moeten bij de aanhoudende beschietingen aanzienlijke verliezen aan manschappen en materieel incasseren. Talrijke steunpunten in de eerste linie rond Kanne moeten tijdens de namiddag opgegeven worden onder druk van het vijandelijk vuur. Bunker O bij de brug van Kanne biedt weerstand tot het middaguur maar wanneer ze zonder munitie vallen geven zij zich over door met een witte vlag naar buiten komen. Bij valavond zijn er van de 12 oorspronkelijke steunpunten in en rond Kanne nog 4 in handen van het II/2Gr, namelijk de steunpunten F, K, L, en I. De schermutselingen duren nu al de ganse dag. Omstreeks 22u30, gebruik makend van de duisternis, steken de eerste Duitse infanteristen dan toch het kanaal over. Dit zijn eenheden van het 2de Bataljon van het 151ste Duitse Infanterieregiment [151(DEU)IR] en het 51ste Duitse Pionnierbataljon [51(DEU)PiBtl]. Zij maken de junctie met de parachutisten waar nog slechts 66 van de 115 man in staat zijn te vechten.

I/2Gr
De manschappen van de weerstandscentra van I/2Gr zien omstreeks 04u30 ongeveer twintig zweefvliegtuigen landen tussen hun stelling en die van II/2Gr maar worden niet direct door de parachutisten aangevallen. Vanaf 04u45 worden beide weerstandscentra van I/2Gr hevig gebombardeerd door Stuka’s. Hierbij sneuvelt OLt Brille, pelotonscommandant bij de 4Cie. Het dorp van Zussen wordt ernstig getroffen en meerdere burgers komen om. Verschrikt zoeken de inwoners een schuilplaats in één van de vele mergelgrotten. Om 08u00 vertrekt Majoor Notterman, commandant van I/2Gr, met een peloton van zijn 2Cie richting de CP van II/2Gr om zich van de toestand te vergewissen en om de omsingeling door Duitse parachutisten te doorbreken. Hij wordt echter door zijn Officier Adjunct, de OLt Hachez, met dringendheid naar zijn CP teruggeroepen wanneer om 08u20 een bericht van de 7Div binnenkomt dat I/2Gr een tegenaanval moet uitvoeren om het fort van Eben-Emael te ontzetten. Majoor Notterman, die de aanval moet leiden, krijgt hiervoor het peloton van Lt Wagemans van zijn 1ste Compagnie toegewezen. Voor de tegenaanval zou de majoor ook nog versterking krijgen van de 1ste Compagnie van het I/11Li, de 1ste Compagnie van het BnCyF Lim en het 2de Peloton van het EskCy 7Div. Deze eenheden werden allen geconvoceerd aan kilometerpaal (oftewel borne) 14 van de weg van Riemst naar Eben, tevens de T-splitsing met de baan van de brug van Kanne naar Eben. Majoor Notterman kan echter niet verhinderen dat het peloton van Lt Wagemans, dat samen met de rest van de 1Cie in versterking gegeven was van IV/2Gr, door de staf van IV/2Gr rechtstreeks naar het fort wordt gestuurd en vertrekt voordat de beloofde versterkingen toekomen. Luitenant Moreau van 20A wordt door zijn regiment naar borne 14 gestuurd om de vuursteun voor de tegenaanval te coördineren. De aangekondigde versterkingen voor de tegenaanval komen maar met mondjesmaat toe. De Duitse luchtmacht voert namelijk hevige luchtaanvallen uit op elke eenheid die zich naar het oosten verplaatst. De 1Cie van I/11Li wordt in twee navettes per vrachtwagen naar Riemst gebracht. De compagniestaf en twee pelotons worden afgezet in het centrum van Riemst en moeten de rest van het traject te voet afleggen, het derde peloton van Lt Govaerts wordt met de tweede navette rechtstreeks naar het RV met I/2Gr gebracht. Het peloton Govaerts (ongeveer 30 man) komt toe om 13u15 aan borne 14. De rest van de compagnie die te voet van Riemst naar borne 14 marcheert, wordt voortdurend door de Luftwaffe aangevallen en moet op zijn stappen terugkeren. Slechts een half peloton (ongeveer 15 man) bereikt om 13u45 het RV. Het 2Pl/EskCy 7Div onder leiding van Lt de Selys komt op het RV aan om 14u15. Er wordt tevergeefs gewacht op de 1Cie van de Limburgse Grenswielrijders die pas om 16u00 de opdracht kreeg om zich naar de 7Div te begeven en zich op dat ogenblik nog in Tongeren bevond. Rond 16u45 krijgt de Staf/2Gr het volgende bericht van het HK van de 7Div: “Daar het Iste Bataljon van het 2de Regiment Grenadiers het fort Eben-Emael heringenomen heeft, wordt de tegenaanval geannuleerd.” Maj Notterman neemt enigszins verbaasd nota van de melding en kan er alleen maar uit afleiden dat Lt Wagemans de tegenaanval succesvol uitvoerde. Door een tweede misverstand, ditmaal in de communicaties tussen de Staf/7Div en het Fort van Eben-Emael, heeft de Staf/7Div verkeerdelijk begrepen dat het peloton Wagemans met behulp van het garnizoen, de superstructuur van het fort al gezuiverd heeft. Hierdoor blijven verdere tegenaanvallen uit en wordt het Peloton van Lt Wagemans niet meer versterkt. De manschappen van Lt de Selys keren om 17u00 terug naar Genoelselderen. Om 18u30 wordt Lt Govaerts door Maj Notterman ontheven van zijn opdracht en keert hij met zijn peloton te voet terug naar Riemst waar hij het bevel van de 1Cie van 11Li overneemt omdat zijn compagniecommandant tijdens een luchtbombardement ernstig gewond raakte. Om 20u15 ontvangt Lt Govaerts het bevel om zich met de rest van zijn compagnie opnieuw naar de ondersector van 2Gr te begeven, ditmaal gedekt door de duisternis. Om 22u00 meldt Lt Govaerts zich met 140 manschappen aan bij de CP van 2Gr in het dorp Zussen. Hier krijgt hij opdracht om zich onder bevel te stellen van II/2Gr teneinde de verloren gegane steunpunten in het bataljonsvak van II/2Gr op de vijand te heroveren. Een afgevaardigde van II/2Gr brengt de 1Cie van het 11Li tot bij de CP van II/2Gr.

  • Elementaire schets van de verschillende kazematten en blokken van het fort.

    Elementaire schets van de verschillende kazematten en blokken van het fort.

    Peloton Lt Wagemans/1/I/2Gr

    Het 2Gr ontvangt om 08u20 van de 7Div het bevel om versterkingen naar het fort te sturen teneinde het dak van het fort te zuiveren van vijandelijke parachutisten. Voor de aanval zal 2Gr versterkt worden door  enkele eenheden van de 7Div maar ook van de 4Div. De CP van 2Gr wijst ook het peloton van Luitenant Frans Wagemans [3] van de 1ste Compagnie aan voor deze opdracht. Wagemans en zijn mannen stonden op dat ogenblik onder bevel van IV/2Gr en bezetten er het steunpunt “e” op de heuvels van Loen in de onmiddellijke nabijheid van het fort. Het peloton wordt door de Staf van het IVde Bataljon op de hoogte gebracht van zijn nieuwe opdracht maar door een communicatiefout wordt Lt Wagemans niet verwittigd van het feit dat hij moet wachten op de versterkingen om samen met hen de aanval in te zetten. Het peloton begeeft zich alleen en als eerste in dubbele colonne naar het fort waar ze omstreeks 09u30 toekomen. Bij het naderen van de toegangsbunker wordt Soldaat Jan De Vuyst doodgeschoten door een Duitse scherpschutter die heeft postgevat op het dak van de toegangsbunker. Lt Wagemans laat een mortier in stelling brengen om het dak van de toegangsbunker te bestoken waardoor de schutter verplicht is zich terug te trekken. De luitenant meldt zich aan bij de toegangsbunker van het fort en brengt Majoor Jottrand op de hoogte van zijn opdracht. De majoor duidt OLt Verstraeten en OLt Dense aan om het peloton van Lt Wagemans te gidsen naar de superstructuur van het fort. De chaos op en rond het fort is compleet, de Belgische artillerie bevuurt de superstructuur van het fort, het fort zelf schiet nog richting Visé en de Duitse luchtmacht bombardeert iedereen die zich naar het fort begeeft. Na een korte reorganisatie valt het peloton Wagemans om 10u30 aan tussen de toegangsbunker (Blok 1) en Blok 2 door de helling naar het dak van het fort op te klauteren. Een gedeelte van het peloton onder leiding van OLt Verstraeten wordt ingezet om een afleidingsmanoeuvre uit te voeren richting kazemat Visé 2. De rest van de manschappen van het peloton Wagemans kruipen van krater naar krater naar boven maar worden ter hoogte van bunker Maastricht 1 vastgepind door de Duitse parachutisten die de hulp hebben ingeroepen van enkele Stuka’s van de Luftwaffe. Hierop graaft het peloton zich in op de westelijke helling. OLt Dense brengt een gewonde grenadier via de infanterietoegang van Blok 2 naar de infirmerie van het fort. De manschappen van Wagemans blijven de ganse dag door betrokken bij vuurgevechten maar kunnen niets veranderen aan het lot van het fort. Ze zijn namelijk niet vertrouwd met de omgeving en krijgen slechts beperkte ondersteuning van het fort zelf.  Om 17u45 onderneemt het fort een schuchtere poging om de grenadiers ter hulp te komen. Uit de manschappen van het reservegarnizoen die in late middag tot in het fort geraakt zijn wordt een detachement gevormd om het peloton van Lt Wagemans te versterken. Het detachement geleid door OLt Levaque klimt de helling op tot bij de mannen van Lt Wagemans maar weinigen begeven zich tot de voorste linie. Wanneer een zevental artilleristen zich richting bunker Maastricht 1 begeven botsen ze op hevig mitrailleurvuur. Ze riposteren maar moeten zich omstreeks 18u30 terugtrekken onder druk van hevige luchtbombardementen. Het peloton van de grenadiers staat er weer alleen voor. Tegen 19u30 bevindt Lt Wagemans zich in een kritieke situatie: de munitie is op aangezien ze de hele dag geen aanvoer van munitie en levensmiddelen hebben gehad. Wanneer ze via de toegangsbunker munitiebevoorrading vragen aan het fort wordt dit geweigerd. Lt Wagemans die zelf gewond is besluit de aanval af te blazen en onder dekking van de FN mitrailleur van Sdt Theo Ponet verlaat het peloton de westelijke flank van het fort. Er wordt opnieuw aangeklopt bij de toegangsbunker met de vraag binnengelaten te worden. De toegang wordt geweigerd uit vrees dat de grenadiers waren gevangen genomen en door de vijand gebruikt werden als levend schild om het fort binnen te geraken. Alleen de gewonden zullen worden binnengelaten in het fort. Lt Wagemans schrijft een schriftelijk terugtrekkingsbevel voor de rest van zijn peloton en blijft met de andere gewonden achter in de infirmerie van het fort.  De rest van het peloton trekt zich terug op Loen. De actie van het peloton Wagemans heeft de vijand op het dak van het fort verplicht een groot gedeelte van zijn munitie te verbruiken. Noodgedwongen trekken zij zich terug naar de noordelijke punt van het fort hopend op een snelle junctie met de rest van de Wehrmacht. 

Brug van Ternaaien, zicht op vijandelijke oever vanaf het kwartier van III/2Gr.

III/2Gr
De stelling van III/2Gr komt in de vroege ochtend van 10 mei niet onder druk te staan. De troepen kunnen tijdig hun stelling bezetten en om 04u15 wordt de brug van Ternaaien door de genie tot ontploffing gebracht. Er ontstaat pas commotie omstreeks 08u00 wanneer de voorhoede van de 269 (DEU)ID de Maas bereikt ter hoogte van Ternaaien. Deze divisie die zonder problemen oprukte van de Duits-Nederlandse grens tot het Nederlandse dorp Eijsden op de rechter Maasoever, vat het plan op om vanuit de opmars met twee infanterieregimenten tegelijk de Maas over te steken. Het 490 (DEU) Jäger Regiment moet een poging wagen vanuit Breust en ten noorden van Ternaaien de Maas oversteken, het 489 (DEU) Jäger Regiment moet een gelijkaardige poging ondernemen vanuit Eijsden en aanvallen ten zuiden van Ternaaien. De bouw van de pontonbruggen over de Maas wordt echter opgemerkt door Belgische artilleriewaarnemers waarna eerst in de voormiddag de poging van het 490(DEU)JR door een artilleriebarrage gestopt wordt en vervolgens in de namiddag de poging van het 489(DEU)JR door de artillerie in de kiem gesmoord wordt. Omdat de Duitsers er op 10 mei niet in slagen pontonbruggen te slaan over de Maas vinden er slechts kleinere infiltraties door genietroepen plaats tussen de Maas en het Albertkanaal. Deze Duitse genietroepen komen rond 16u30 aan voor de stellingen van het III/2Gr om de stormaanval over het Albertkanaal voor te bereiden. Tot tweemaal toe wordt een schuchtere poging om het kanaal over te steken afgeweerd. De Belgen laten de vijand niet begaan en ontzeggen de Duitse genie de kanaaloever met een dicht mitrailleurvuur vanuit hun steunpunten. In de zone Ternaaien – Lixhe kan het III/2 Gr de vijand de hele dag in bedwang houden waardoor deze nu genoodzaakt is zich in te graven en over te gaan tot een methodische aanval. De voorbereiding voor die aanval gebeurt in de nacht van 10 op 11 mei volgens orders die tegen middernacht verspreid worden.

IV/2Gr
Ook in het bataljonsvak van IV/2Gr blijft het aanvankelijk rustig. Om 07u00 worden de vier steunpunten die bezet worden door de vier pelotons van het EskCy 7Div ontruimd. Het Wielrijderseskadron wordt ingezet te Genoelselderen om het HK van de 7Div te verdedigen tegen parachutisten. De staf van de divisie meldt dat een luchtlanding heeft plaatsgevonden in de buurt, maar het blijkt om een Duits afleidingsmanoeuvre met aangeklede poppen te gaan. De beveiligingopdracht van het EskCy 7Div bij het hoofdkwartier wordt echter al snel stopgezet maar de vier pelotons keren niet terug naar IV/2Gr. Na het vertrek van het EskCy 7Div wordt ook nog eens een peloton fuseliers weggenomen. Het peloton van Lt Wagemans wordt om 08u30 aangeduid om deel te nemen aan een tegenaanval op het Fort van Eben-Emael. Door het wegsturen van deze vijf pelotons is het dispositief van IV/2Gr danig aangetast maar door het feit dat III/2Gr goed stand houdt levert dit geen problemen op.

Pl Vkr/2Gr
Het Peloton Verkenners (Pl Vkr/2Gr), onder bevel van Onderluitenant Minet, beveiligt de commandopost van het regiment dat staat opgesteld op de zuidelijke toegangsweg naar Zussen. 

Middag 10 mei; de eerste gevangen grenadiers worden weggeleid van de kanaalzone, richting Maastricht.

Krijgsgevangenen/2Gr
Militairen van 2Gr die de strijd staken en zich overgeven worden naar een verzamelplaats voor krijgsgevangenen op de Tiendeberg in Kanne gebracht. In dit geïmproviseerd kamp bevinden zich in de late namiddag een 84 tal militairen van verschillende eenheden. Ondanks de nodige markeringen aangebracht door de Duitse bewakers worden de Belgische krijgsgevangenen gebombardeerd door een Duits vliegtuig (TBC, weinig waarschijnlijk – meer waarschijnlijk dat het om een geallieerd of zelfs Belgisch vliegtuig gaat). Hierbij laten 24 Belgen en 3 Duitsers het leven. Bij de gesneuvelden bevindt zich een groot aantal militairen van 2Gr, maar met zekerheid ook vier van het 21Gn. De slachtoffers worden onmiddellijk ter plaatse begraven op een geïmproviseerd oorlogskerkhof aan de voet van de Tiendeberg [4].

Staf/2Gr
De Grenadiers worden tijdens de nacht niet versterkt of bevoorraad. Bij het ochtendgloren verschijnen de vliegtuigen van de Luftwaffe opnieuw boven de Belgische linies en worden de bombardementen hervat. De toestand ziet er niet bepaald rooskleurig uit. Ten noorden van de ondersector van 2Gr is de vijand erin geslaagd de brug van Vroenhoven intact te veroveren en een bruggenhoofd uit te bouwen in de ondersector van het 18Li. Het IIde Bataljon is over zijn ganse lengte aangeklampt en heeft alle moeite om de vier resterende steunpunten te behouden. De grenadiers zijn die ochtend getuige van de rampzalige poging die de Belgische militaire luchtvaart onderneemt tegen de brug van Vroenhoven over het Albertkanaal en kunnen waarnemen hoe de aanval op niets uitdraait en talrijke toestellen neergehaald worden. Iets voor 06u00 zet het 51(DEU)PiBtl samen met het 151(DEU)IR een methodische aanval in om het Albertkanaal nabij Kanne te overschrijden. Eens het kanaal over wordt het door de parachutisten bezet bruggenhoofd snel uitgebreid.

Om 08u00 worden patrouilles uitgezonden in de richting van de achterhoede maar deze slagen er niet in contact te leggen met de rest van de 7Div. Overal stoot men op Duitse eenheden; Vlijtingen, Rosmeer en het kruispunt van Riemst zijn reeds door de vijand ingenomen. De Vde Groep van 14A wordt om 09u00 te Herderen overmeesterd terwijl de Iste Groep van 20A om 09u20 te Riemst wordt overrompeld. Het Fort van Eben-Emael geeft zich rond het middaguur over terwijl op hetzelfde ogenblik ten westen van de ondersector van 2Gr Duitse pantservoertuigen Tongeren bereiken. Kolonel Herbiet die niet op de hoogte is van de snelle opmars van de vijand stuurt om 16u00 een moto-estafette naar de laatst gekende positie van het HK van de 7Div om hen op de hoogte te brengen van de situatie in zijn ondersector. Kolonel Herbiet heeft sinds de vorige nacht 22u45 geen contact meer gehad met het hoofdkwartier. Net voor het binnenrijden van Riemst wordt de moto onder vuur genomen de estafette blijft gewond achter. Om 16u30 komt Maj Lecomte aan op de CP van 2Gr om de regimentscommandant op de hoogte te brengen van de toestand in zijn bataljonsvak. Naar aanleiding van de nieuwe informatie wordt een tweede motoestafette, dit keer via Wonck, naar het HK van de 7Div gestuurd. De estafette komt niet meer terug en kon in zijn opdracht niet slagen omdat het HK onder vijandelijk druk Genoelselderen al om 08u00 verlaten had. Het wordt overduidelijk dat het 2Gr volledig omsingeld is.

Begraafplaats op de Tiendeberg te Kanne (hedendaagse foto) [4].

Rond 17u45 wordt de de CP van 2Gr te Zussen bedreigd. De Duitsers zijn tot op 50 meter van de commandopost doorgedrongen. Herbiet trekt zijn staf noodgedwongen terug naar een ondergrondse mergelgroeve. Hij zend zijn laatste bericht per postduif: “Ik ben volledig omsingeld en ben op zoek naar een uitweg om terug te trekken.”

Rond 21u30 ondernemen Kol Herbiet, de Majoors Lecomte, Notterman en Carron (van het IV/20A), samen met de bemanning en wacht van de commandopost een uitbraakpoging. In kleine groepjes proberen ze aan de Duitsers te ontsnappen. Door de hoge concentratie Duitse troepen in het gebied slagen hier maar weinig Grenadiers in. Het 2Gr laat in totaal 216 doden achter.

II/2Gr
Om 02u20 komt de 1Cie van het 11Li, nog steeds onder leiding van Lt Govaerts, toe op bij de CP van II/2Gr. Deze compagnie krijgt opdracht om de steunpunten “K” en “J” in het bataljonsvak van II/Gr te heroveren en te bezetten.  De compagnie zet zijn aanval in om 03u00 maar door de gebrekkige leiding worden de steunpunten “K” en “J” nooit bereikt [5]. De compagnie wordt teruggeslagen en zoekt uiteindelijk dekking in de loopgraven van steunpunt “L” en van de CP van II/Gr. Rond 08u30 herneemt het Duitse artilleriebombardement op de posities van de IIIde Gevechtsgroep rond de CP van het IIde Bataljon. Uit de richting van Vroenhoven neemt de vijandelijke druk alsmaar toe. De overblijvende steunpunten van het II/2Gr zijn geïsoleerd en worden aangevallen door het 151(DEU)IR. Even later melden ze dat hun stellingen onhoudbaar geworden zijn. De steunpunten worden ontruimd of overrompeld en de resterende manschappen worden teruggetrokken. Majoor Levaque wordt tijdens het organiseren van de verdediging rond de CP van het IIde Bataljon rond het middaguur gedood. Het IIde Bataljon houdt min of meer op te bestaan. 

Stellingen van de 11Cie van III/2Gr nabij de brug van Ternaaien.

III/2Gr
De methodische aanval van de 269(DEU)ID op de Maas en het Albertkanaal ter hoogte van Ternaaien wordt ingezet om 04u20 bij het aanbreken van de dag. De aanval wordt voorafgegaan door een intense vuurvoorbereiding waar vijf Duitse artilleriebataljons aan deelnemen. Bij de vuurvoorbereiding wordt ook het Fort van Eben-Emael bestookt en een rookgordijn aangelegd op de westelijke kanaaloever om het zicht op de overgang van de Maas door de genie te maskeren. Na de vuurvoorbereiding worden de stellingen van III/2Gr voortdurend bestookt door de Luftwaffe. Vooral de 11Cie bij de brug krijgt het hard te verduren. Ditmaal legt de Duitse genie geen pontonbrug meer aan over de Maas maar gebruikt veerboten om de infanterie over te zetten. Deze worden door Belgische artilleriewaarnemers opgemerkt en door de artillerie beschoten (vermoedelijk door IV/20A en de forten Pontisse en Barchon). De Duitse genie lijdt weerom grote verliezen en slaagt er slechts in een beperkt aantal troepen de Maas over te zetten. Het 489(DEU)JR en het 490(DEU)JR beschikken over te weinig troepen en te weinig steuneenheden om de aanval op het Albertkanaal in te zetten. Er wordt gewacht op versterkingen en het duurt tot 09u00 vooraleer de kopbataljons van de twee Duitse infanterieregimenten de Maas zijn kunnen oversteken. Om 09u00 wordt opnieuw een vuurvoorbereiding gestart, ditmaal veel heviger dan de beschieting van de ochtend. Een half uur later valt de Duitse infanterie aan ten noorden van de brug van Ternaaien maar de 11Cie kan de aanval afslaan door gericht vuur vanuit de kanaalbunkers. Vooral de bunker L1 in de westelijke brugpijler van de brug van Ternaaien zaait dood en vernieling. Een tweede poging wordt opgezet tegen het middaguur met een nieuwe artilleriebeschieting, ditmaal enkel op de 11Cie. De Duitse infanterie valt echter niet aan, er wordt gewacht op anti-tankkanonnen die de bunkers bezet door III/2Gr moeten neutraliseren. Deze anti-tankkanonnen geraken niet op tijd over de Maas waardoor de aanval niet vertrekt na het beëindigen van de artillerievoorbereiding. De Duitse genie bereidt een nieuwe methodische kanaaloverschrijding voor ten zuiden van de vernielde brug maar voor die van start gaat steken enkele infanteristen op eigen initiatief het kanaal over gebruik makend van de brokstukken van de brug en vallen de bunker L1 in de brugpijler aan. Deze wordt om 13u00 ingenomen. Bunker L2, bemand door Sergeant De Doncker, volgt snel nadat het C47mm kanon door een voltreffer naar achter werd geslagen en een groot gat in de bunkermuur achterlaat. Enkel de steunpunten meer naar het zuiden blijven stand houden. Het gerucht dat de vijand bij Ternaaien het kanaal is overgestoken verspreidt zich snel in de rangen van III/2Gr. Eens het kanaal overgestoken rukt de vijand snel op richting de heuvelrug van Hallembaye. In de loop van de dag worden ook de diverse steunpunten van de 9Cie en de 10Cie opgegeven en trekken de troepen zich terug richting Loen en vervolgens richting Luik. OLt Kervyn de Meerendré raakt gewond maar kan ontkomen. Soldaat Petrus Van Der Cruys van de 12Cie heeft minder geluk en wordt samen met een 150-tal andere militairen van III/2Gr krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Stalag XIB in Fallingbostel. De Duitse aanvallers zijn verbaasd dat ze slechts 150 man hebben kunnen gevangen nemen. Zij realiseerden zich niet dat een versterkte compagnie in samenwerking met de artillerie de 269(DEU)ID gedurende anderhalve dag vertraagd heeft ter hoogte van Ternaaien.

Toegang Fort van Eben-Emael na de gevechten met op achtergrond Blok VI

Toegang Fort van Eben-Emael na de gevechten met op achtergrond Blok VI

I/2Gr
De grenadiers van het Iste Bataljon ondernemen een poging om vijandelijke infiltraties in het gebied tussen Heukelom en Zussen af te stoppen, maar moeten dulden dat de Duitsers steeds talrijker worden op het tweede echelon van de Belgische linies. Riemst en Heukelom gaan verloren na aanvallen door Duitse tanks. Om 17u45 heeft de vijand ook het weerstandcentrum Zussen bereikt. In de dorpskern van Zussen breken man-tegen-mangevechten uit en het I/2Gr bezwijkt voor de Duitse overmacht. Alleen Majoor Notterman en een beperkt aantal manschappen van I/2Gr slagen erin om zich samen met de regimentsstaf te verstoppen in de mergelgrotten van Zussen. Wanneer de duisternis invalt probeert Majoor Notterman met een klein groepje te ontsnappen. Ze worden ontdekt en er ontstaat een schermutseling met een Duitse patrouille. Hierbij raakt de bataljonscommandant levensgevaarlijk gewond. Hij wordt naar een Duits veldlazaret in Maastricht overgebracht waar hij later aan zijn verwondingen zal bezwijken [6].

IV/2Gr
De stellingen van IV/2Gr ontsnappen niet aan de Duitse vuurvoorbereiding voor de methodische aanval die wordt uitgevoerd om 04u20. De stellingen worden vooral bestookt met rookgranaten waardoor eerst gevreesd werd dat het om een gasaanval ging. De Jekervallei wordt in een dikke mist gehuld. Het artilleriebombardement wordt verlengd door luchtbombardementen om de steunpunten van IV/2Gr te onderdrukken en te  verhinderen dat zij zich in de strijd zullen mengen. Om 09u00 worden de stellingen van IV/2Gr opnieuw door de Duitse artillerie bestookt, ditmaal ten gevolge van de vuurvoorbereiding die de oversteek van het Albertkanaal moet voorbereiden. Het steunpunt “a” nabij het kruispunt in Eben, dat wordt bezet door het peloton van Lt Van Dycke van de 1Cie, ondergaat een ware vuurdoop. Om 15u30 begeeft Maj Lecomte zich naar de CP van 2Gr om de regimentscommandant op de hoogte te brengen van de toestand in zijn bataljons vak. De genie heeft het dispositief bij de vernielingen op het kruispunt van Eben verlaten en de bataljonscommandant vraagt aan Kolonel Herbiet versterkingen ter grootte van een compagnie. Majoor Lecomte blijft op het CP regiment te Zussen terwijl de vijand op het punt staat de linies van IV/2Gr aan te vallen. Overal trachten restanten van het 2Gr zich in veiligheid te brengen. 

2Gr
Alvorens gevangen genomen te worden tijdens de nacht van 11 op 12 mei kan Kolonel Herbiet het vaandel van het 2Gr nog verbergen in de grot waar zijn detachement zich schuilhield. Na zijn terugkeer uit gevangenschap tijdens de bezetting, recupereert hij het vaandel. Uit veiligheidsoverwegingen wordt het vaandel voor de verdere duur van de bezetting verstopt in het Koninklijk Legermuseum te Brussel.

De overblijvers trekken via Luik naar de K.W. Stelling.

2Gr
De restanten van het 2Gr trachten nog steeds in diverse detachementen te ontkomen naar de K.W. Stelling.

2Gr
Het regiment wordt verder gestuurd richting Brussel en tracht zich vervolgens te Diegem, Vilvoorde en uiteindelijk op de Heizel terug te voorzien van middelen en manschappen. Achterblijvers van het Albertkanaal komen toe en worden in kleine groepjes naar andere eenheden gestuurd.

Eens aangekomen op de Heizel wijst de divisie de eenheden toe aan hun kantonnementen:

  • HK 7div, provoostschap en EskCy 7Div: Heizel
  • 2de Regiment Karabiniers: het gemeentehuis te Neder-over-Heembeek
  • 18de Linieregiment: zaal Familia aan de Leopold I straat te Laken
  • 2de Regiment Grenadiers: het Sint-Pieterscollege aan de Léon Théodorestraat te Jette
  • Transportkorps en Intendance: Wemmel
  • 20ste Regiment Artillerie: Gehucht Bos te Grimbergen
  • 6de Bataljon Genie en overige geniedetachementen: Mutsaardlaan 71 te Grimbergen
  • Atelier voor Herstelling van het Wagenpark : Asse
  • Transmissietroepen, Compagnies C47 anti-tankkanonnen: de gemeenteschool van Strombeek-Bever

2Gr
Generaal-majoor Van Trooyen, commandant van de 7de Infanteriedivisie, verlaat de divisie voor een nieuw commando. Die zelfde dag nog wordt Kolonel Duez, commandant van het 18Li, aangesteld als bevelhebber ad interim van wat overblijft van de 7Div. De divisie zal Brussel verlaten en nieuwe kantonnementen opzoeken in de buurt van Aalst op de westelijke oever van de Dender. Alle eenheden met uitzondering van de infanterie worden op transport gezet. Het 2Gr verlaat samen met de overblijvers van het 2C en het 18Li onze hoofdstad en vertrekt te voet naar de Dender. De colonne zet zich rond 20u00 op weg.

2Gr
Via Asse, Aalst en Lede komt het regiment aan in Smetlede. Op dat ogenblik telt het 2Gr nog ongeveer 600 manschappen. Op de slagorde stonden 3695 militairen, waarvan er ongeveer 2700 ook daadwerkelijk aanwezig waren bij het regiment op 10 mei 1940. Kolonel Duez heeft inmiddels te Sint-Andries nabij Brugge het bevel ontvangen om zijn divisie richting Torhout te sturen. De manschappen zullen de rest van de verplaatsing per trein maken.

2Gr
De trein met de overgebleven infanteristen van het 2Gr rijdt tijdens de vroege ochtend het station Torhout binnen.

2Gr
De divisie moet worden verplaatst naar Poperinge met het oog op evacuatie naar Frankrijk. De infanteristen worden verzameld in een enkele colonne die om 17u00 afmarcheert richting westhoek.

2Gr
Het regiment komt tijdens de nacht van 18 op 19 mei aan te Poperinge. Bij gebrek aan spoortransport besluit het Groot Hoofdkwartier om de divisie te voet de grens over te sturen. De Grenadiers vertrekken nog die zelfde ochtend.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

2Gr in Frankrijk
Het regiment komt aan te Boulogne. Van daaruit gaat het naar Nouvion, Saint-Valery en Rouen. De eenheden van de 7Div kennen bijzonder veel geluk en kunnen nog maar net voor de Duitse inname van de Atlantische kust rond Abbeville en Boulogne naar het zuiden verder trekken. Achter hen klapt de Duitse val dicht en worden de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel afgesneden en omsingeld.

2Gr in Frankrijk
Het 2Gr gaat nu richting Rouen waar de Seine wordt overgestoken. Er is geen contact meer met het Belgische opperbevel en de terugtocht verloopt in chaos. Verschillende detachementen van het reeds sterk uitgedunde regiment raken onderweg verloren en proberen zo goed en zo kwaad mogelijk verder naar het zuiden te reizen. De nog georganiseerde elementen van de 7Div worden op weg gezet naar Evreux. De 7Div is door het oog van de naald gekropen en profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine om te hergroeperen in de regio tussen Conches-en-Ouche en L’Aigle. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt waarbij ze zullen proberen te beletten dat de Britse troepen die ingezet zijn op het vaste land terugkeren naar Engeland.

2Gr in Frankrijk
Het 2Gr verplaatst zich verder richting Evreux.

Hergroeperingszone van 2Gr in La Vieille-Lyre ten zuidwesten van Conches-en-Ouche

2Gr in Frankrijk
Het 2Gr zoekt kantonnementen op in La Vieille-Lyre ten zuidwesten van de Franse stad Conches-en-Ouche. Kolonel Duez verduidelijkt dat de troepen van de 7Div tot nader order in de streek tussen Conches en L’Aigle zullen verblijven om op een later vast te stellen datum per trein naar een nieuwe bestemming gestuurd worden. Het is de bedoeling om de divisie opnieuw op te bouwen. 


2Gr in Frankrijk
Het Transportkorps van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen om de verzamelde eenheden in de regio van Conches en L’Aigle te bevoorraden. De Franse militaire overheid bewust van de geringe draagkracht van de streek verspreidt de toestromende manschappen over 59 kantonnementen. Een speciale organisatie wordt opgezet om de bevoorrading te verzekeren. Naast de Transportcompagnie van de 7Div wordt een netwerk met dertien verdelingscentra opgezet om de kantonnementen te ravitailleren.

2Gr in Frankrijk
De Franse autoriteiten willen de druk op de regio Conches-L’Aigle verlichten door aan de Belgen de vragen om alle overtollige troepen door te sturen naar het zuiden van Frankrijk.

2Gr in Frankrijk
Het 2Gr blijft nog een laatste dag kantonneren in La Vieille-Lyre .

Het 2Gr wordt gekantonneerd te Roc-Saint-André tussen Ploermel en Malestroit

Het 2Gr wordt gekantonneerd te Roc-Saint-André tussen Ploermel en Malestroit

2Gr in Frankrijk
Kolonel Duez heeft een nieuwe bestemming toegewezen gekregen voor zijn divisie. Tijdens de nacht van 27 op 28 mei zal de ganse divisie naar het departement Morbihan aan de Bretoense kust vervoerd worden. De divisie beschikt over zo’n 330 voertuigen en 60 motorfietsen die ‘s anderendaags over de weg zullen vertrekken. De ongeveer 550 fietsen en de manschappen zullen per trein verder reizen.

De Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) die zich intussen in het zuiden van Frankrijk hebben geïnstalleerd, vernemen eveneens het nieuws van de nieuwe bestemming van de 7Div en vaardigen terstond bevelen uit om alle militairen van de 7Div die samen met de VOC’s de Midi hebben bereikt opnieuw noordwaarts te sturen en de divisie te vervoegen in Bretagne. Vooral het 6de Versterkings- en Opleidingscentrum (6VOC) waartoe het 4de Regiment Grenadiers (4Gr) behoort bereid zich voor op het sturen van versterking naar Bretagne.

2Gr in Frankrijk
De eerste eenheden van de 7Div komen aan in Bretagne en vestigen zich rond Malestroit. Gezien de dorpen in het Franse departement Morbihan relatief klein zijn worden de eenheden van de 7Div verspreid over een gebied van 300m². Sommige eenheden zien zich nog genoodzaakt een gedeelte van hun manschappen in tenten onder te brengen. 2Gr krijgt Roc-Saint-André tussen Ploermel en Malestroit toegewezen als kantonnement. Tijdens de ochtend vernemen de troepen het droevige bericht van de capitulatie van het leger in Vlaanderen.

2Gr in Frankrijk
Kol SBH Duez wordt op de hoogte gebracht dat de regering de ambitie heeft de 7Div terug op te richten. Hij brengt de ondereenheden hiervan op de hoogte en beslist dat er geen personeel meer in steun wordt geleverd van de Franse boeren maar dat de training moet worden hervat. De naar het zuiden van Frankrijk geëvacueerde Versterkings- en Opleidingscentra van ons leger ontvangen het bevel om 140 officieren en 4.500 manschappen aan de duiden voor de 7de Infanteriedivisie. Deze manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas 40. Luitenant-kolonel Mary, regimentscommandant van het 62Li, wordt aangeduid om het commando van het 2Gr over te nemen. Hij vertrekt nog dezelfde dag naar Malestroit.

Staf/2Gr in Frankrijk
LtKol Mary komt toe in Malestroit en wordt aangesteld als regimentscommandant van 2Gr.

2 juni

2Gr in Frankrijk
De eerste treinen met versterkingen voor de 7Div verlaten het departement van de Gard en zetten koers naar het station van Ploermel aan de Bretoense kust. Het 4de Regiment Grenadiers, een instructieregiment met de rekruten van de klas 40 en de versterkingen bestemd voor 1Gr, 2Gr en 3Gr, wordt opdracht gegeven om een detachement van 16 officieren en 561 manschappen samen te stellen om het 2Gr te vervolledigen. Het 4Gr werd rond 14 mei geëvacueerd naar Frankrijk om daar de opleiding voort te zetten en bevindt zich in het departement van de Aude. Het detachement van 4Gr met de versterkingen voor 2Gr verlaat het station van Capendu (Aude) om 23u00 onder leiding van Majoor Currinckx, commandant van II/4Gr.

4 juni 1940

Staf/2Gr in Frankrijk
Kolonel Duez wordt afgelost door Generaal-Majoor Van Daele die op 10 mei commandant van de Koninklijke Militaire School was en keert terug naar het 18Li. Van Daele’s eerste taak is het opnieuw samenstellen van de divisiestaf met de weinige officieren die hem nog resten. Vervolgens gaat Van Daele samen met het Belgisch oppercommando op zoek naar de nodige manschappen om de divisie opnieuw op volle sterkte te brengen. Er werd met de Franse legerstaf overeengekomen dat zij zouden instaan voor de herbewapening van de divisie.

6 juni 1940.

2Gr in Frankrijk
Het detachement van II/4Gr komt toe in Ploermel en wordt toegevoegd aan het 2Gr.

13 juni 1940

Staf/2Gr in Frankrijk
De integratie van de versterkingen in de 7Div verloopt moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om de drie regimenten van de 7Div behoorlijk te reorganiseren. Daarenboven had generaal Van Daele zijn twijfels over de motivatie van de oudere militairen van de Versterkingsbataljons en hadden de Fransen ook al laten verstaan dat zij niet in staat waren om meer dan twee infanterieregimenten uit te rusten. Op 13 juni wordt het Dagelijks Order Nr 14 van de 7Div uitgevaardigd waarmee generaal Van Daele kenbaar maakt dat het 2Gr niet meer zal heropgericht worden [7] en dat de divisie zal reorganiseren naar het model van de Franse lichte divisies. De volgende reorganisatie vindt plaats:

  • De 7Div zal slechts twee infanterieregimenten meer bevatten het 18Li en het 2C;
  • De militairen die behoorden tot het oorspronkelijke 2Gr en die vanuit België met de divisie mee naar Frankrijk zijn getrokken worden gegroepeerd in één bataljon en aangehecht aan het 2C maar mogen hun kentekens behouden en zullen in 2C verder blijven bestaan als het Bataljon Grenadiers (II/2C);
  • Het Wielrijderseskadron van de 7Div gaat over naar het 18Li;

LtKol Mary wordt na twaalf dagen het bevel over 2Gr gevoerd te hebben van zijn commando ontheven en teruggestuurd naar het 3VOC. Gezien het gebrek aan vertrouwen in de Versterkingsbataljons moet het II/4Gr de 7Div alweer verlaten. Onder bevel van Majoor Currinckx wordt een groot detachement bestaande uit II/4Gr (561 man), II/4C (1.000 man), II/59Li (50 man) en een handvol zieke en ongeschikte militairen van het 7ChA op de trein gezet en teruggestuurd naar Toulouse. De trein doet er vijf dagen over om Toulouse te bereiken en wordt maar éénmaal bevoorraadt onderweg, namelijk op 20 juni in Bordeaux. Bij aankomst in Toulouse worden de mannen doorgestuurd naar Grenade waar ze opgevangen worden door het 3VOC. Van hieruit worden ze teruggestuurd naar hun respectievelijke regimenten.

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Tijdens een bezoek aan Luitenant-generaal Denis, minister van Landsverdediging, te Poitiers verneemt Generaal-majoor Van Daele dat er plannen gemaakt worden om de 7de Infanteriedivisie zonder zijn wapens en materieel naar het Verenigd Koninkrijk te evacueren. Van Daele keert onmiddellijk terug naar Bretagne en plaatst alle eenheden in stand-by voor de mogelijke inscheping.

17 juni 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 kondigt Maréchal Pétain in een radiotoespraak aan de Franse bevolking de nakende capitulatie van Frankrijk aan. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet meer ver af. De Fransen zijn niet meer geneigd om de Belgische inspanningen om de strijd verder te zetten nog te steunen.

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Terwijl de laatste geallieerde troepen het Bretoense schiereiland verlaten met de Duitse pantserdivisies in hun kielzog, blijft Generaal-majoor Van Daele op verdere instructies aandringen voor het transport van zijn divisie naar het Verenigd Koninkrijk. In de loop van de namiddag wordt het echter duidelijk dat de politici dit plan niet zullen realiseren. De divisie zal nu ten zuiden van de Loire in veiligheid worden gebracht. De detachementen van het Iste en IIde Bataljon van het 2C kunnen met vrachtwagens vervoerd worden. Het IIIde bataljon zal helaas te voet moeten verder marcheren bij gebrek aan transportmiddelen.

Streek van Saint-Nazaire waar de resterende grenadiers worden ingehaald door de vijand

Streek van Saint-Nazaire waar de resterende grenadiers worden ingehaald door de vijand

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Het 2C volgt de reisweg van het 18Li naar het zuiden. Terwijl dit laatste regiment op georganiseerde wijze de verdere terugtocht volbrengt en via Malestroit, Péaule, La Roche Bernard, Herbignac en Saint-Nazaire de Loire oversteekt, verliest het 2C al snel aan cohesie wanneer verteld wordt dat de Franse genie een wegbrug te La Roche Bernard vernield heeft. De colonnes van het 2C vallen uit elkaar in de aanloop naar La Roche Bernard en de Belgen – die niet weten dat de brug in dit dorp wel degelijk nog steeds intact is – trachten in kleine individuele detachementen de Loire te bereiken. De Duitse troepen veroveren die dag Nantes en steken de detachementen van het 2C op meerdere plaatsen voorbij. De Belgen trachten het contact met de vijand te vermijden en kantonneren die avond in afgelegen dorpen en bossen om niet gegrepen te worden. Generaal-majoor Van Daele en de stafgroep zijn intussen reeds naar het stadje Pons gevlucht.

20 juni 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Belangrijke detachementen van het 2C geven zich over wanneer het duidelijk wordt dat de wegen naar Saint-Nazaire intussen vol Duitse troepen zitten en er geen doorkomen meer aan is. Bij het IIde Bataljon slagen een deel van de manschappen er toch in om de Loire over te steken en hun tocht naar het zuiden verder te zetten. Een detachement van een honderdtal achtergebleven manschappen van het ‘Bataljon Grenadiers’ van 2C wijkt uit naar Assérac . Op 21 juni komt het III/18Li eveneens toe te Assérac. De manschappen van het II/2C en het III/18Li besluiten samen te blijven onder bevel van Majoor Vanderghinste, bataljonscommandant van III/18Li. Helaas voor het detachement zijn ze afgesneden van de rest van de 7Div en zullen ze zelf hun weg terug naar België moeten zoeken.

22 juni 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
De Franse capitulatie vindt plaats. Het gedeelte van II/2C dat er in geslaagd de Loire over te steken vindt kantonnementen ten zuiden van Bordeaux in het niet bezette deel van Frankrijk. Er bevinden zich Grenadiers in Sauboires, Cravencères en Manciet. Er lopen geruchten dat de Belgische troepen naar huis zullen mogen, maar dit blijkt aanvankelijk nog niet te kunnen. Onder hen OLt John Kervyn  de Meerendré.

24 juni 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Het in Assérac achtergebleven gedeelte van II/2C en III/18Li proberen contact op te nemen met de Duitse bezetter. Majoor Vanderghinste begeeft zich naar de Kommandantur te La Baule en krijgt er aanvankelijk te horen dat zijn bataljon te voet moet terugkeren naar Vannes in Bretagne. De verplaatsing naar Vannes wordt voorbereid.

11 juli 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
Het te Vannes verblijvende detachement bestaande uit II/2C en  III/18Li wordt op 12 juli door de bezetter klaargemaakt voor de gevangenname. De manschappen moeten opnieuw naar Assérac marcheren.

19 juli 1940

Collège Saint-Louis in de Boulevard Albert 1er te Saint-Nazaire waar de manschappen van II/2C, III/18Li en II/56Li werden opgesloten nadat ze werden krijgsgevangen genomen (foto van 1935).

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
De manschappen van het II/2C worden nu definitief krijgsgevangen genomen en geïnterneerd in het Collège Saint-Louis van Saint-Nazaire [8] waar zich ook het eerder gevangen genomen II/56Li bevindt.

6 augustus 1940

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
De Duitse militaire overheid heeft besloten dat de in Saint-Nazaire opgesloten krijgsgevangenen behorende tot het III/18Li, het II/2C en het II/56Li naar ons land mogen terugkeren. De militairen worden op 10 augustus te Saint-Nazaire op een trein gezet richting Brussel-Zuid. De manschappen zullen hier ‘s anderendaags aankomen en worden vrijgelaten.

Bataljon Grenadiers (II/2C) in Frankrijk
De Grenadiers die zich in het niet bezette deel van Frankrijk bevinden mogen nu ook Frankrijk verlaten en komen aan per trein in Brussel. De Grenadiers worden niet geïnterneerd en mogen naar huis.

Na de capitulatie

Krijgsgevangenen 2Gr
Soldaat Milicien Maurice Pollet is omgekomen bij een treinramp waarbij nog 96 andere Belgische militairen het leven verloren. Op 21 januari 1941 verlaten twee treinen, met elke 1.000 Belgische krijgsgevangenen aan boord, de Stalag I A te Stablack, een dorp op ongeveer 8,5 km van Preußisch Eylau (tegenwoordig Bagrationovsk in de Oblast Kaliningrad van de Russische Federatie). De gevangenen, hoofdzakelijk Vlamingen, waren net vrijgelaten en onderweg naar Antwerpen. Voor de eerste trein verliep de treinreis normaal maar voor de tweede trein werd de rit noodlottig. Op 22 januari rond 08u20 ‘s morgens verlaat de trein het station van Gifhorn te Isenbüttel nabij Hannover. Het is nog donker, er hangt een dikke mistlaag en het sneeuwt. De trein was nog op snelheid aan het komen toen hij langs achter aangereden werd door een goederentrein. Bij de botsing wordt Sdt Pollet samen met 71 andere militairen op slag gedood. Een honderdtal krijgsgevangenen raakt gewond waarvan er later nog eens 26 overlijden in het hospitaal van Braunschweig. De meeste slachtoffers, waaronder Sdt Pollet, werden begraven op de begraafplaats van Stalag IX A te Fallingbostel, enkelen op het kerkhof van Braunschweig [9].

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
5/IIBEAUDOTConstant, J.G.AdjtBV10.01.1902Archennes10.05.1940Kanne
OnbekendBECKERSJoseph, F.A.SdtMil3512.10.1915Maasmechelen10.05.1940Kanne
Staf/IVBECKERSRené, A.T.LtRes18.07.1908Elsene19.05.1940Maastricht (NL)Officier Adjunct IV/2Gr. Verwond op 10.05. Overleden in Duits lazaret.
11/IIIBEEUWSAERTGustaaf, J.SdtMil10.01.1916Meulebeke16.06.1940Aachen (D)Overleden in Duits militair hospitaal
8/IIBERNIERArsène, P.J.SdtMil30.08.1912Waterloo10.05.1940Kanne
7/IIBERTONEdgard, G.Kpl12.06.1914Anderlecht10.05.1940Bassenge
13/IVBIESEMANSHenri, F.SdtMil15.12.1913Wolvertem14.05.1940BorgloonVerwond 10/05 in Eben-Emael, overleden in veldlazaret I/CA
6/IIBILLIETRobert, L.SdtMil18.09.1913Sint-Joost-ten-Node10.05.1940Kanne
StafBLOCKLouis, J.M.SdtMil03.01.1915Lochristi10.05.1940Kanne
5/IIBOESLambertSdtMil18.04.1912Ukkel10.05.1940Kanne
5/IIBOEYJoseph, M.SdtMil18.02.1913Brussel10.05.1940Kanne
14/IVBOGHMANSFrançoisSdtMil31.03.1916Sint-Jans-Molenbeek10.05.1940Eben-Emael
8/IIBOMALJosephSdtMil03.04.1916Newcastle (GB)10.05.1940Kanne
8/IIBOMHALSRobert, P.M.Sgt06.10.1910Schaarbeek10.05.1940Kanne
11/IIIBRAECKMANOdo, C.G.SdtMil20.08.1913Sint-Amandsberg11.05.1940Ternaaien
8/IIBRAIBANTEtienne, L.J.Lt26.12.1910Andenne10.05.1940KanneCompagniecommandant
5/IIBREDAELRaymondSdtMil04.12.1913Paris (F)10.05.1940Kanne
6/IIBRICARTLucien, J.H.SdtMil16.01.1913Grez-Doiceau10.05.1940Eben-Emael
4/IBRILLEOmer, P.OLt24.01.1916Sint-Lambrechts-Woluwe10.05.1940Eben-EmaelPelotonscommandant
OnbekendBULTIAUWTheofielSdtMil18.08.1913Gent11.05.1940Ternaaien
OnbekendBURMHendrik, L.SgtMil3424.09.1912Temse10.05.1940Kanne
15/IVBUTTENAEREAndré, G.SdtMil06.10.1913Menen10.05.1940Zichen-Zussen-Bolder
14/IVCALLEBAUTAlbert, B.SdtMil07.02.1915Aalst10.05.1940Kanne
10/IIICAPHAERTGeorges, J.SdtMil15.02.1912Gent20.05.1940Amiens (F)
10/IIICARDOENMarcelSdtMil02.05.1914Meerbeek11.05.1940Zichen-Zussen-Bolder
6/IICASTELEYNHector, E.SdtMil10.05.1914Laken10.05.1940Eben-Emael
6/IICAUDERLIERVictor, F.SdtMil21.08.1915Wihéries10.05.1940Kanne
6/IICHRISPEELSEtienne, L.SdtMil06.10.1913Vorst10.05.1940Kanne
8/IICLOSSETEtienne, M.SdtMil04.03.1914Brussel10.05.1940Kanne
6/IIDAVENESGeorges, A.KplMil3521.06.1915Bolton (GB)08.06.1940Maastricht (NL)Verwond 10/05 in Kanne, overleden in Duits veldlazaret
2/IDE BEAUFFORTEmmanuel, P.SgtMil18.03.1912Brussel10.05.1940Kanne
9/IIIDE BLEECKEREJozef, P.L.1SgtMil13.08.1909Nederzwalm-Hermelgem18.05.1940Aachen (D)Overleden in Duits militaire hospitaal
OnbekendDE BRABANTERAlfonsSdtMil22.12.1913Liedekerke10.05.1940Kanne
5/IIDE CLERCQRaymond, F.SdtMil28.09.1913Etterbeek10.05.1940Kanne
11/IIIDE COUTEREWilly, C.J.LtRes12.01.1911Gullegem11.05.1940TernaaienPelotonscommandant. Gedood door geweervuur omstreeks 16u45
5/IIDE DECKERLucien, G.SdtMil03.11.1913Elsene10.05.1940Kanne
14/IVDE DONDERGustaafSgt14.12.1912Beigem31.05.1940Aachen (D)Overleden in Duits militair hospitaal
14/IVDE DRYVERAugust, R.SdtMil02.02.1912Sint-Jans-Molenbeek10.05.1940Kanne
13/IVDE ROECKAmatus, A.J.SdtMil25.09.1914Steenhuize-Wijnhuize20.05.1940BorgloonOverleden aan verwondingen in veldlazaret I/CA
13/IVDE SCHAMPHELEERRobertKplMil3525.02.1915Schendelbeke14.05.1940SluizenVerwond 10/05
5/IIDE THEUX DE MEYLANDT ET MONTJARDINXavier, L.C.M.G.E.AdjtKROLt04.07.1910Chênée10.05.1940KannePelotonscommandant
3/IDE WEVERJosephSdtMil13.03.1915Pamel10.05.1940Vroenhoven
5/IIDE WOELMONTArnold, G.E.Sgt08.03.1913Wien (O)10.05.1940Kanne
5/IIDE WOLFLouis, A.C.SdtMil26.06.1912Oostende10.05.1940Kanne
1/IDEBBAUTClement, B.L.SdtMil04.05.1907Wondelgem10.05.1940Eben-Emael
5/IIDEBLIQUYJules, A.SdtMil29.01.1915Ollignies10.05.1940Kanne
5/IIDEBUYSTFelix, H.SdtMil28.10.1907Wilsele06.06.1940Maastricht (NL)Verwond 10/05 in Kanne, overleden in Duits veldlazaret
11/IIIDEDECKERHerman, A.Sgt08.06.1912Laken11.05.1940Ternaaien
14/IVDEFAYSAlbert, K.M.Sgt28.08.1916Jette10.05.1940Eben-Emael
5/IIDEFOSSEZRaymond, E.A.SdtMil15.07.1911Baudour10.05.1940Kanne
4/IDESCHAUMESLouis, O.A.Sgt31.10.1914Saint-Gilles (F)10.05.1940Zichen-Zussen-Bolder
5/IIDETREAugustSdtMil07.11.1912Sint-Pieters-Leeuw10.05.1940Kanne
1/IDEVUYSTJan, J.SdtMil12.03.1913Herdersem10.05.1940Eben-Emael
13/IVDUMONRenaat, O.SdtMil29.01.1915Brugge10.05.1940Kanne
5/IIDUPONTErnest, R.D.SdtMil08.07.1907Tubize10.05.1940Kanne
3/IEMMERECHTSLodewijk, M.Lt13.10.1912Strombeek-Bever11.05.1940Eben-EmaelPelotonscommandant
5/IIEVRARDJean, F.SdtMil25.02.1915Treignes10.05.1940Kanne
13/IVFOCKEDEYAlbrecht, F.J.Kpl19.05.1915Brugge10.05.1940Kanne
6/IIGENICOTAlbert, M.H.OLt07.11.1908Nivelles18.05.1940LuikCompagniecommandant, op 13 mei gewond te Bierset, overleden aan zijn verwondingen te Luik
13/IVGEVAERTPhilogène, A.SdtMil12.12.1919Torhout10.05.1940Kanne
5/IIGHENNEJules, R.A.Kpl16.06.1913Brussel10.05.1940Kanne
6/IIGHIGNYArthur, E.H.SdtMil17.12.1912Flobecq10.05.1940Kanne
OnbekendGILMANTAlexandreSdtMil3410.01.1914Givry10.05.1940Kanne
OnbekendGILOTRaymond, P.J.SdtMil2302.03.1903Gouy-le-Piéton19.05.1940Douai (F)
OnbekendGODARTMauriceSdtMil21.08.1915Quaregnon10.05.1940Kanne
5/IIGOREZFernand, A.SdtMil10.10.1915Ollignies10.05.1940Kanne
5/IIGOSSETDésiré, A.G.SdtMil14.12.1913Frasnes10.05.1940Kanne
5/IIGREGOIREMaurice, A.Cdt17.07.1901Liège10.05.1940KanneCompagniecommandant
10/IIIGRINBERGMichelSgt21.10.1916Petrograd (RUS)21.05.1940Saint-Etienne-au-Mont (F)
5/IIGUYOTLéon, A.SdtMil26.07.1907Leval-Trahegnies10.05.1940Kanne
6/IIHALONAuguste, J.SdtMil08.04.1912Marche-lez-Ecaussinnes10.05.1940Eben-Emael
OnbekendHENRARDJulien, J.L.SdtMil07.09.1914Angleur10.05.1940Kanne
3/IHERTSCHAPAlbert, H.Sgt21.05.1915Kalken18.05.1940Maastricht (NL)Verwond 11/05 in Heukelom, overleden in Duits veldlazaret
3/IHOLLBRECHTAlfonsSdtMil08.09.1907Lebbeke10.05.1940Eben-Emael
5/IIHOUDARTLouisKpl14.07.1907Pâturages10.05.1940Kanne
13/IVHUBAINRoger, A.Sgt08.02.1920Elsene10.05.1940Kanne
6/IIJANSSENSRobert, H.SdtMil03.02.1914Sint-Jans-Molenbeek10.05.1940Eben-Emael
6/IIJONARDMaurice, G.SdtMil30.06.1912Schaarbeek10.05.1940Kanne
6/IIKEMPERCharles, P.SdtMil05.03.1914Antwerpen10.05.1940Eben-Emael
6/IIKETELRANTRobert, J.Y.SdtMil04.04.1914Vorst10.05.1940Eben-Emael
7/IILACROIXEdouard, F.G.SdtMil17.12.1915Braine-l'Alleud10.05.1940Kanne
14/IVLARDAUXTheofielSdtMil03.08.1913Leuven10.05.1940Kanne
5/IILECLERCQMarcel, E.SdtMil06.06.1914Ukkel10.05.1940Kanne
13/IVLEGRANDOscar, J.SdtMil21.08.1913Gent10.05.1940Kanne
7/IILELEUXAuguste, E.C.SdtMil20.11.1914Braine-le-Château10.05.1940Kanne
Staf/IILEVAQUEMaurice, D.P.Maj8/04/1895Barchon11.05.1940KanneBataljonscommandant
Staf/IILIMAGEFernand, M.G.Kpl01.01.1912Namur10.05.1940Kanne
3/ILISSENSJan, B.SdtMil20.02.1913Halle10.05.1940Vroenhoven
8/IILONNEVILLELeopold, A.C.SdtMil10.01.1915Sint-Lambrechts-Woluwe10.05.1940Kanne
7/IILOWARDEdmond, E.L.SdtMil18.01.1913Thimister10.05.1940Eben-Emael
5/IILUYCKXJulien, J.SdtMil30.09.1914Antwerpen10.05.1940Kanne
8/IIMAECKAndré, A.P.SdtMil04.06.1915Elsene10.05.1940Kanne
7/IIMAESHenri, C.Kpl06.07.1915Sint-Joost-ten-Node10.05.1940Kanne
5/IIMARTENSProsper, K.Kpl13.02.1912Zwijnaarde10.05.1940Kanne
5/IIMARTINMarcel, A.J.SdtMil10.05.1906Couillet10.05.1940Kanne
5/IIMASUREGaston, A.SdtMil05.11.1913Brussel10.05.1940Kanne
StafMAYEURLéonSdtMil11.06.1914Macon10.05.1940Kanne
5/IIMEESFrançois, C.A.Kpl08.12.1914Rosières-Saint-André10.05.1940Kanne
5/IIMEUNIERRoger, O.C.SdtMil04.09.1914Godarville10.05.1940Kanne
5/IIMICHIELSJosephSdtMil28.06.1914Etterbeek10.05.1940Kanne
2/IMOERMANMariën, M.SdtMil19.01.1915Aalter11.05.1940BorgloonOverleden aan verwondingen in veldlazaret I/CA
14/IVMOORTGATGustaaf, M.SdtMil15.09.1910Dendermonde10.05.1940Eben-Emael
6/IIMUNSTERCharles, T.Sgt10.10.1914Vorst10.05.1940Eben-Emael
13/IVNEUCKERMANSFrans, J.SdtMil06.11.1916Essene10.05.1940Kanne
Staf/INOTTERMANHector, E.Maj2/03/1895Wingene13.05.1940Maastricht (NL)Bataljonscommandant. Overleden aan zijn verwondingen in Duits veldlazaret
8/IIORYAlbert, M.Kpl22.04.1912Flémalle10.05.1940Kanne
8/IIPLISSARTAndré, M.G.Sgt17.03.1913Etterbeek10.05.1940Kanne
OnbekendPOELMANSEmiel, J.SdtMil24.06.1910Kermt27.05.1940Tielt
OnbekendPOLLETMaurice, JosephSdtMil3210.02.1912Bovekerke22.01.1941Isenbüttel (D)Als krijgsgevangene omgekomen bij een treinramp
5/IIPONCELETFrançoisSdtMil28.06.1912Brussel10.05.1940Kanne
6/IIPOPLEMONTGustave, A.Kpl25.02.1914Anderlecht10.05.1940Eben-Emael
5/IIPORREKENSJulienSdtMil20.08.1912Sint-Joost-ten-Node10.05.1940Kanne
12/IIIQUINTELIERFransSdtMil03.02.1915Hamme12.05.1940Zichen-Zussen-BolderVerwond 10/05
6/IIRENAERGermain, MarcelSdtMil14.06.1914Sint-Genesius-Rode10.05.1940Kanne
6/IIROMNEEFranz, G.A.SdtMil15.04.1906Franière10.05.1940Kanne
6/IIRUELLEGilbert, G.E.SdtMil2711.03.1907Wihéries10.05.1940Eben-Emael
6/IISACREZRené, J.SdtMil16.06.1907Spy10.05.1940Eben-Emael
8/IISATINLéopold, J.SdtMil3512.03.1915Brussel14.10.1940Maastricht (NL)Overleden aan zijn verwondingen
6/IISCHAMPELAEREJosephSdtMil20.03.1914Coudekerque-Branche (F)10.05.1940Kanne
8/IISCHEERSAlfred, L.SdtMil21.11.1915Montreal (CN)10.05.1940Kanne
6/IISPITAELSJosephSdtMil02.07.1913Hofstade10.05.1940Kanne
OnbekendSPRINGAELJulesSdtMil27.11.1914Sint-Genesius-Rode10.05.1940Vroenhoven
Staf/ISTACHEFirmin, L.V.OLt Med05.01.1910Monceau-sur-Sambre15.05.1940Aachen (D)Geneesheer. Overleden in Duits militair hospitaal
1/ISTAESHenri, M.SgtBV25.10.1913Leuven10.05.1940Val-Meer
14/IVSTERCKXLouis, F.Kpl28.08.1914Holsbeek10.05.1940Kanne
15/IVSURMONTJoseph, M.SdtMil10.09.1914Emelgem10.05.1940Kanne
7/IITILLMANNSAndré, H.C.SdtMil27.01.1913Vorst10.05.1940Kanne
OnbekendTYBERGINJean, C.L.SdtMil17.06.1912Elsene20.05.1940Frévent (F)
Staf/IITYLLEMANGustave, Ch.SdtMil17.10.1914Koekelberg10.05.1940Eben-Emael
Staf/IIUYTDENHOVENRené, F.SdtMil22.01.1914Soignies10.05.1940Kanne
5/IIVAN AERSCHOTJoseph, F.SdtMil3415.05.1914Sint-Gillis12.05.1940VroenhovenVerwond 10.05 of 11.05 in Kanne
8/IIVAN CUTSEMJoseph, A.SdtMil05.01.1917Wezembeek-Oppem10.05.1940Eben-Emael
8/IIVAN DAMMEJosephKpl02.06.1921Brussel10.05.1940Kanne
11/IIIVAN DE WIELERaymond, H.Cdt19/03/1898Schaarbeek11.05.1940TernaaienCompagniecommandant, gedood door geweervuur
11/IIIVAN DEN BAEREGerard, J.Kpl11.04.1912Dikkelvenne11.05.1940Ternaaien
11/IIIVAN DEN BAEREGerardusSdtMil04.04.1912Dikkevenne11.05.1940Ternaaien
10/IIIVAN DEN BRANDEFelixSdtMil15.08.1913Liedekerke25.05.1940Saint-Amand-les-Eaux (F)
13/IVVAN DER BURGHTPetrus, G.Kpl15.10.1914Erembodegem11.05.1940Ternaaien
7/IIVAN DER PERREGustave, G.SdtMil24.12.1914Sint-Jans-Molenbeek12.05.1940Maastricht (NL)Overleden in Duits veldlazaret
14/IVVAN DRIESSCHEOscar, P.SdtMil07.07.1913Zele10.05.1940Kanne
OnbekendVAN GODTSENHOVENRolandSdtMil27.12.1908Paris (FR)10.05.1940Eben-Emael
5/IIVAN HERKENJean, B.L.SdtMil26.06.1913Anderlecht10.05.1940Kanne
OnbekendVAN KERKHOVEGastonSdtMil04.05.1912Etterbeek10.05.1940Eben-Emael
8/IIVAN KLEMPUTMarcel, E.E.Sgt27.11.1914Elsene10.05.1940Kanne
Staf/IVAN PARIJSJoris, R.H.SdtMil22.12.1914Nazareth11.05.1940Zichen-Zussen-Bolder
8/IIVAN POPPELJean-BaptisteSdtMil04.09.1914Brussel24.05.1940Maastricht (NL)Verwond 10/05 in Kanne, overleden in Duits veldlazaret
12/IIIVAN WINCKELRobert, B.SdtMil08.12.1912Zele11.05.1940Ternaaien
6/IIVANDEN STOCKWalter, L.M.Kpl29.04.1913Dilbeek10.05.1940Eben-Emael
12/IIIVANDERSTEENENEmielSdtMil15.10.1913Huizingen11.05.1940Lauw
11/IIIVANDERVEKENJoannes, L.SdtMil08.06.1907Wemmel26.05.1940Montreuil-sur-Mer (F)Verwond 24/05 in Calais (F)
1/IVANDEWIELEAlbrecht, J.J.SdtMil05.08.1915Kortrijk10.05.1940Eben-Emael
5/IIVANDRIESAntoine, J.G.SdtMil10.08.1919Elsene10.05.1940Kanne
5/IIVANDROMMELucien, H.M.SdtMil10.07.1913Oudergem10.05.1940Kanne
5/IIVERMELENEdouard, A.A.Kpl06.02.1913Haine-Saint-Paul10.05.1940Kanne
OnbekendVLAEMYNCKAlbertSdtMil25.09.1914Oostende11.05.1940Ternaaien
Staf/IIVOLKAERTSFrançois, M.SdtMil01.07.1914Schaarbeek10.05.1940Kanne
2/IVRIJDERSLudovic, A.SdtMil26.04.1915Brussegem21.05.1940Noyelles-sur-Mer (FR)
5/IIWACHTELAlphonse, H.SdtMil15.02.1914Vorst10.05.1940Kanne
14/IVWAERZEGGERSMatheüsSdtMil17.01.1910Messelbroek10.05.1940Eben-Emael
StafWILLEMSRené, Ch.SdtMil14.01.1914Vilvoorde10.05.1940Kanne
8/IIWUYTSPetrus, L.SdtMil26.07.1912Neerpelt10.05.1940Eben-Emael
4/IWYNENDAELEValère, A.SdtMil05.09.1913Borsbeke11.05.1940Heers

Bibliografie en Bronnen

  1. Gedetailleerd getypt verslag opgesteld  in het Duits door Oberleutnant Müller Vollbehr cartograaf van het 269ste Duitse Artillerieregiment [269(DEU)AR]. In zijn velddagboek beschrijft hij de periode van 10 mei tot 4 augustus 1940. Vooral de moeilijkheden die de 269(DEU)ID had om op 10, 11 en 12 mei 1940 de Maas en het Albertkanaal te overschrijden ter hoogte van Ternaaien (dus tegenover het 2Gr) worden opvallend eerlijk weergegeven. De velddagboeken van de 269(DEU)ID en zijn ondereenheden bleven fragmentarisch bewaard in het Russisch-Duits project voor de digitalisering van Duitse documenten in de archieven van de Russische Federatie. Het verslag van Oberleutnant Müller Vollbehr is 
    [On Line Beschikbaar]: https://wwii.germandocsinrussia.org/de/nodes/14889-akte-346-unterlagen-der-ia-abteilung-des-artillerieregiments-269-ktb-des-artillerieregiments-269-zum-westfeldzug-9-5-4-8-1940#page/2/mode/inspect/zoom/8 [Laatst geraadpleegd 05 januari 2023]
  2. Het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt (CRA Hasselt) maakt deel uit van een gans netwerk van inlichtingencentra langs onze grenzen opgezet door de “Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen” (Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières) van het Groot Hoofdkwartier (GHK). Het CRA Hasselt staat in verbinding met de alarmposten opgesteld langs de Belgisch-Nederlandse grens alsook met de vernielingsposten bij de bruggen over de Kempische kanalen in Noord-Limburg en het Fort van Eben-Emael. “Le Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières (SSRF) de l’entre-deux-guerres à la campagne des 18 jours”, Pascal Pirot, mémoire de fin d’études défendu en janvier 2010 à l’Université de Liège en vue de l’obtention du grade de Master en Histoire. “En effet, un projet théorique de remise sur pied du S.S.R.F. reprend vigueur dans les années 1930. Relativement mieux préparé et organisé dès le temps de paix (retrait des douaniers du service, meilleure coordination avec le réseau de surveillance de l’armée), il fonctionne plusieurs mois à partir de la mobilisation de l’armée belge en septembre 1939. Dans le contexte de la « neutralité choisie », le périmètre sur lequel le S.S.R.F. est effectivement en place est considérablement étendu : frontière française, allemande, luxembourgeoise, moins rigoureusement la frontière des Pays-Bas, sont concernées.
  3. Getuigenverslag van de aanval van het Peloton Wagemans [On Line Beschikbaar]  https://ablhistoryforum.be/viewtopic.php?f=21&t=834 [Laatst geraadpleegd 27 maart 2022]. Van het Peloton Wagemans zijn volgende militairen geïdentificeerd: de Sergeanten Roggemans, De Clercq, Verheyden en Anseew, alsook de Soldaten Janssens Philemon., Beckaert Marcel, Bost Valère, Spekaert Charles, De Wolf Frans en De Vuyst Jan.
  4. Herdenkingsmonument oorlogsbegraafplaats Kanne aan de voet van de Tiendeberg. Het monument herdenkt met een individueel kruis de militairen die op die plek een oorlogsgraf kregen in mei 1940. Later werden de lichamen gerepatrieerd en herbegraven. Brigadier Emile Walbrecq en de soldaten Gobert, Arnould en Stasse van het 21Gn werden op 10 mei op deze oorlogsbegraafplaats begraven. Zij zijn dus effectief om het leven gekomen in krijgsgevangenschap, vermoedelijk bij de luchtaanval zoals beschreven in het artikel: “De eerste dag van de Tweede Wereldoorlog in Kanne” gepubliceerd op 28 Apr 2015 door de heemkundige kring Kanne. [On line beschikbaar]:  http://heemkundekanne.be/vers-van-de-pers/de-eerste-dag-van-de-tweede-wereldoorlog-in-kanne-2/  [Laatst geraadpleegd 27 maart 2022]. 
  5. Lt Govaerts van 11Li is een reserveofficier die deelnam aan de Eerste Wereldoorlog en die nog maar vijf dagen in de compagnie aanwezig is. Hij heeft sinds WOI aan geen enkele werderoproeping deelgenomen en is bijgevolg niet op de hoogte van de inzet van de nieuwe bewapening waarmee de compagnie is uitgerust noch van de laatste evolutie van de infanterietaktiek.
  6. Door de grote toevloed aan Belgische gewonden zagen de Duitsers zich verplicht om een Haupt-Kriegsgefangenlazarett in het Jezuïtenklooster aan de Tongersestraat in te richten. Hier werden vanaf 13 mei tot duizend gewonde Belgische en geallieerde krijgsgevangenen verzorgd. Majoor Notterman, Luitenant Beckers, Sergeant Hertschap, Korporaal Davenes en Soldaten De Buyst, Satin, Van Poppel en Van Der Perre overleden in dit Duits veldhospitaal aan hun verwondingen. Lijst met in het veldlazeret van Maastricht overleden Belgische militairen [On Line beschikbaar]: http://www.maastrichtsegevelstenen.nl [Laatst geraadpleegd 27 maart 2022].
  7. Het feit dat het 2Gr na 13 juni 1940 niet heropgericht wordt is niet te wijten aan de reputatie van het 2Gr. Elk regiment heeft een bepaalde rangorde, eerst de linieregimenten, dan de regimenten Karabiniers en dan de regimenten Grenadiers. Binnen gelijkaardige regimenten komen de regimenten met het laagste nummer eerst. Het 2Gr is dus steeds het derde regiment van de 7Div en bij een reorganisatie wordt volgens deze militaire logica, eerst het 18Li aangevuld, vervolgens het 2C en indien er nog genoeg versterkingen overblijven het 2Gr.
  8. Het Collège Saint-Louis gelegen aan de Boulevard Albert 1er Nr 10 te Saint-Nazaire werd in 1939 ter beschikking gesteld voor de opvang van Britse militairen van de RAF die in de regio ontscheepten tijdens de Schemeroorlog en de gebouwen gebruiken als kazerne. [On Line Beschikbaar]: http://www.lelancastria.com/index.php/fr/temoins-francais/100-m-barbin [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Op 17 juni 1940 verlieten de Britten Saint-Nazaire. Het college werd overgenomen door de Duitsers die er krijgsgevangenen in onderbrachten. De exodus van de Britten kadert in de “Operation Aeriel” vergelijkbaar met de “Operation Dynamo” in Duinkerke. In Saint-Nazaire loopt het desastreus af. De HMS Lancastria met meer dan 7.000 personen aan boord wordt gebombardeerd en zinkt. Er zijn slechts 2.700 overlevenden [On Line Beschikbaar]:
    https://www.cnrs-scrn.org/northern_mariner/vol20/tnm_20_407-418.pdf [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Huidige locatie van het college te zien via Google Streetview [On Line beschikbaar]:https://www.google.com/maps/@47.2678027,-2.2193801,3a,75y,268.95h,81.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1swqRdqX9OSGO_ghzoNx-EjQ!2e0!7i16384!8i8192  [Laatst geraadpleegd 26 augustus 2022]. 
  9. Achtergrondinformatie bij de treinramp van Isenbüttel in het Frans met onder meer een volledige naamlijst van de slachtoffers  [On Line beschikbaar]: http://www.maisondusouvenir.be/isenbuttel_stalag1a.php  en een bron in het Duits https://de.wikipedia.org/wiki/Eisenbahnunfall_von_Gifhorn_(1941) [Laatst geraadpleegd 3 januari 2023].
  10. GARDINER, B., 2009, “Het 2de regiment Grenadiers en de strijd om de brug over het Albertkanaal in Kanne – Riemst, België op 10-11 mei 1940”. Riemster Monumenten en Landschappen (gemeentebestuur Riemst), uitgave 5
  11. Amicale des Anciens Combattants du Fort d’Eben-Emael, 1992, Ceux du Fort d’Eben-Emael, Eben-Emael: Amicale des Anciens Combattants du Fort d’Eben-Emael.
  12. Si le 20ème Régiment d’Artillerie m’était conté, door J. Thonus, April 2008, Printhouse Défense.
  13. BIKAR, A., 1976, 12 mai 1940 : un détachement de la 269e division d’infanterie allemande occupe la Citadelle de Liège**. Revue belge d’Histoire militaire, vol. XXI-5 pp. 504-544, vol. XXI-6 pp. 640-673, vol. XXI-7 pp.759-801.
  14. BERNARD, Henri, Brussel 1977, Totale Oorlog en Revolutionaire Oorlog, deel II, “Tussen de twee oorlogen – De expansieperiode van de Nieuwe Orde”.
  15. LtKol DERAEYMAEKER, G., 1991, Le 2e Grenadiers au canal Albert, 10/11 mai 40 (deel 1 van 5). Bulletin d’information du CLHAM, IV(1).
  16. LtKol DERAEYMAEKER, G., september 1991, Le 2e Grenadiers au canal Albert, 10/11 mai 40 (deel 2 van 5). Bulletin d’information du CLHAM, Tome 4, Fascicule 11.  [On Line Beschikbaar]:  http://www.clham.be/T4-11.html#Grenadiers [Laatst geraadpleegd 05 januari 2023].
  17. LtKol DERAEYMAEKER, G., 1991, Le 2e Grenadiers au canal Albert, 10/11 mai 40 (deel 3 van 5). Bulletin d’information du CLHAM, IV(3).
  18. LtKol DERAEYMAEKER, G., april 1992, Le 2e Grenadiers au canal Albert (deel 4 van 5), 10/11 mai 40. Bulletin d’information du CLHAM, Tome 5, Fascicule 1. [On Line Beschikbaar]: http://www.clham.be/T5-01.html#Grenadiers [Laatst geraadpleegd 05 januari 2023].
  19. LtKol DERAEYMAEKER, G., juli 1992, Le 2e Grenadiers au canal Albert, 10/11 mai 40 (deel 5 van 5). Bulletin d’information du CLHAM, Tome 5, Fascicule 2. [On Line Beschikbaar]: http://www.clham.be/T5-02.html#Grenadiers [Laatst geraadpleegd 05 januari 2023].
  20. Slagorde officieren 2de Regiment Grenadiers bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  21. België in de Tweede Wereldoorlog, deel 10 blz 55, Prof Dr Luc De Vos [on line beschikbaar]: http://www.dbnl.org/tekst/vos_066belg01_01/vos_066belg01_01_0005.php  [Laatst geraadpleegd 3 februari 2023].