14de Infanteriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 14de Infanteriedivisie | 14ID
14ème Division d’Infanterie | 14DI
Ontdubbeld van n.v.t.  
Onderdeel van Cavaleriekorps  
Bevelhebber Luitenant-generaal Armand Massart
Stafchef Majoor SBH Albert Patris
Commandant Artillerie Majoor F. Fremault
Intendant 1ste Kapitein Louis Janssens
Commandant Transportkorps Kapitein-commandant Jules Carette
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Sector Beringen-Stokrooie
Commandopost te Herk-de-Stad
Samenstelling Hoofdkwartier  
  35ste Linieregiment
  36ste Linieregiment
  38ste Linieregiment
  22ste Regiment Artillerie
  13de Bataljon Genie
  14de Compagnie Transmissietroepen
  (Wielrijdersgroep 14ID)                   -> Afgedeeld bij de Groepering Ninitte
  Lichte Ambulance 14ID (Geneesheer Luitenant G. Schmit)
  Compagnie Intendance 14ID (Luitenant R. Devos)
  Transportkorps 14ID Staf
    Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt J. Pluym)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Lt C. Dessain)
    Autopeloton voor Materieel (Lt A. Schobbens)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Lt G. Lebedoff)
  Provoost 14ID (Luitenant Julien Wagner)
Tijdelijke Eenheden Iste Groep, 1ste Regiment Artillerie
  Compagnie Getrokken C47 1ste Infanteriedivisie

Tijdens de mobilisatie

Staf/14Div
De 14de Infanteriedivisie (14Div) wordt bij de afkondiging van de eerste stap van Fase D van het mobilisatieplan, op 11 september 1939, samen met zijn regimenten en eenheden gemobiliseerd als divisie van Tweede Reserve. De Tweede Reserve was in hoofdzaak samengesteld uit miliciens van de oudere klassen 28, 29, 30 en 31. De divisies van tweede reserve beschikken, in tegenstelling tot de actieve divisies en divisies van eerste reserve, niet over een organieke Cie C47mm op T13 noch over de compagnie getrokken C47mm. Daarenboven ontbreekt in de infanterieregimenten van de Tweede Reserve het vierde bataljon met de zware mitrailleurs en de anti-tankkanonnen C47mm. Hierdoor kan gerust gesteld worden dat de anti-tank capaciteit van de 14Div zeer beperkt is. Om het tekort aan anti-tankmiddelen op te vangen krijgt de 14Div de Cie Getrokken C47mm van de 1Div in versterking. Als divisie van Tweede Reserve kan de 14Div echter wel rekenen op een organieke wielrijdersgroep als verkenningseenheid. De divisie wordt ook gesteun door het 13de Bataljon Genie (13Gn), het organiek geniebataljon van de 14Div en door de 14de Compagnie Transmissietroepen (14Cie TTr).

Drie dagen na zijn mobilisatie wordt de 14Div samen met zijn eenheden overgebracht naar het Kamp van Beverlo voor een tiendaagse training. Na de trainingsperiode wordt de divisie overgeplaatst naar de Versterkte Positie Antwerpen (VPA) waar de divisie tot januari opgesteld wordt op de noordrand van de VPA. In januari wordt het 22ste Regiment Artillerie (22A) opgericht en aangeduid als organiek artillerieregiment van de 14Div. Op 26 januari wordt de divisie in Antwerpen afgelost door de 17de Infanteriedivisie (17Div).

Tussen 26 januari en 1 maart wordt de divisie in reserve gehouden aan de Belgische kust (TBC). Op 1 maart krijgt de 14Div het bevel om zich naar het Albertkanaal te begeven en er de Sector Beringen – Stokrooie van de 13Div over te nemen.  De 14Div komt nu onder het bevel van het Cavaleriekorps (CK) te staan.  De divisie heeft dan een effectief van ongeveer 10,000 militairen die een zone  van 13,3 km moeten bewaken, met daarin de bruggen van Tervant, Beringen, Genenbos, Viversel  en Stokrooie.

Aan de vooravond van de oorlog staat de 14Div nog steeds onder bevel van het CK en bezet nog steeds het Albertkanaal tussen Beringen (inclusief) en Stokrooie. Rechts van de 14Div bevindt zich  de 1ste Infanteriedivisie (1Div) eveneens behorende tot het CK. De 1Div bezet de sector Hasselt tussen Stokrooie en Dorpsheide. Links van de 14Div staat de 6de Infanteriedivisie (6Div) van het IIde Legerkorps (II/LK) opgesteld. De drie infanterieregimenten van de 14Div staan in lijn opgesteld achter het kanaal. Het 35ste Linieregiment (35Li) bezet de linkerondersector en sluit aan op de stellingen van de 6Div, het 38ste Linieregiment (38Li) bezet de middenondersector terwijl het 36ste Linieregiment (36Li) op de rechterflank staat opgesteld en de junctie maakt met de 1Div. Het HK van de divisie is geïnstalleerd in Herk-de-Stad.  Aangezien 22A slechts beschikt over twee groepen wordt het 22A van bij zijn aankomst in de zone van het CK tijdelijk versterkt met de Iste Groep van het 1ste Regiment Artillerie (1A).

De Wielrijdersgroep van de 14Div (GpCy 14Div) staat niet meer onder bevel van de divisie maar is sinds 2 maart afgedeeld bij de Groepering Ninitte. Deze ad hoc samengestelde formatie bestaat hoofdzakelijk uit eenheden van de 2de Cavaleriedivisie (2CD) aangevuld met andere eenheden van het CK. De Groepering Ninitte is verantwoordelijk voor het beveiligen van het gebied tussen de Belgisch-Nederlandse grens en het Albertkanaal. De GpCy 14Div bezet enkele alarmposten ter hoogte van Kinrooi en Maasmechelen. Door het vertrek van de GpCy 14Div kan de divisie niet meer rekenen op zijn organieke verkenningseenheid en dient zij beroep te doen op de pelotons verkenner van de infanterieregimenten om verkennings- en beveiligingsopdrachten uit te voeren ten noorden van het Albertkanaal.

Staf/14Div
Iets na middernacht ontvangt de Staf/14Div het algemeen alarm dat prompt wordt doorgegeven aan de regimenten in lijn. De manschappen worden onmiddellijk uit hun bed gelicht en om 05u00 is de volledige stelling langs het kanaal bemand. De divisie verwittigd het 35Li en het 38Li dat een gedeelte van de 11de Infanteriedivisie (11Div) zal binnenlopen in hun ondersectoren via de bruggen van Tervant en Beringen. De 11Div bevindt zich in het Kamp van Beverlo en moet zich door en onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen achter het Albertkanaal. Hierna verplaatst het hoofdkwartier van de 14Div zich naar zijn gevechtspositie te Zwarte Ring, een gehucht op het kruispunt van de steenwegen Beringen-Diest (Grote Baan) en Lummen-Tessenderlo (Blanklaartstraat-Meldertsebaan).

Bij dageraad worden de eerste overvliegende vijandelijke vliegtuigen gemeld waardoor het duidelijk wordt dat de oorlog is uitgebroken. Dit wordt om 06u00 bevestigd door de afkondiging van de algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) waarna opdracht gegeven wordt aan de eenheden in lijn om de schootsvelden aan de overkant van het Albertkanaal te ruimen.

Rond 11u00 passeren de laatste colonnes van de 11Div over de kanaalbruggen van Tervant en Beringen. Enkele logisitieke detachementen van de Groepering Ninitte alsook eenheden die de Alarmstelling bemanden trekken zich terug via deze bruggen. De Groepering Ninitte is rond de middag over de ganse lengte van de Vooruitgeschoven Stelling in contact met de vijand en moet deze minimaal 24 uur vertragen.

In de vooravond worden in de ondersector van het 38Li de bruggen van Viversel en Genenbos over het Albertkanaal tot ontploffing gebracht. De brug van Viversel valt slechts gedeeltelijk in het water en bijkomende pogingen om het kunstwerk volledig te vernielen mislukken. Bij het 35Li wordt de brug van Tervant omstreeks 17u00 opgeblazen door de Belgische genie, de brug van Beringen moet open blijven.  Met uitzondering van de brug te Stokrooie worden alle vaste bruggen over het kanaal in de ondersector van 36Li rond 20u00 opgeblazen.

Geneeskundig Korps 14Div
De medische hulpplaats van de 14Div staat opgesteld te Rummen.

Staf/14Div
De laatste troepen van de Vooruitgeschoven stelling trekken zich terug over het Albertkanaal en maken daarbij nog steeds gebruik van de brug van Beringen. De brug wordt vervolgens rond 04u00 door de genie vernietigd.

Op het Groot Hoofdkwartier (GHK) is het intussen duidelijk geworden dat de vijand, na de intacte verovering van de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven in de sector van de 7de Infanteriedivisie op 10 mei, het Belgische front aan het Albertkanaal heeft weten te breken.  Vijandelijke tankformaties rukken op richting Tongeren en dreigen Luik te omsingelen. De algehele terugtocht van het oostelijke deel van het Albertkanaal wordt bevolen en het veldleger zal post vatten achter de K.W. Stelling tussen Antwerpen en Leuven.

Ook de rechterflank van het CK is bedreigd waarop de commandant van het CK eenheden van de inmiddels binnengelopen Groepering Ninitte en van de 1Div een dwarstelling laat innemen van Diepenbeek tot Borgloon (ook gekend als bretel van Kortessem).  Deze eenheden moeten de stelling gedurende 24 uur verdedigen teneinde de rest van de 1Div toe te laten het Albertkanaal in goede orde te verlaten en zich achter de K.W. Stelling terug te trekken. De rest van het CK zal de Demer/Gete stelling bemannen. Deze dwarsstelling loopt nog voor een stuk langs het Albertkanaal van Beringen tot Lummen, vervolgens langs de Winterbeek van Lummen over Diest en Geetbets tot Tienen [1]. Alle beschikbare cavalerie-eenheden zullen zo snel mogelijk naar die linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen tijdens de terugtocht van het veldleger naar de K.W. Stelling. De 14Div die nog steeds achter het Albertkanaal staat moet het 35Li in stelling achter het kanaal houden terwijl 36Li en 38Li moeten pivoteren om zich achter de Winterbeek op te stellen. De verplaatsing naar de Demer/Gete stelling moet in de nacht van 11 op 12 mei uitgevoerd worden.

Tegen de avond worden de eerste vijandelijke contacten gemeld bij het 35Li wanneer aan de noordelijke kanaaloever kleine groepjes Duitse verkenners voor hun stellingen opduiken. Het ten noorden van 35Li gelegen 1ste Regiment Grenadiers (1Gr) meldt even na 22u00 dat de vijand met rubberbootjes tracht over te steken naar bunker A31. De oversteek blijft beperkt, maar er wordt toch de ganse nacht over een weer geschoten. 36Li en 38Li kunnen tijdens de nacht van 11 op 12 mei op een geordende manier terugplooien op de Demer/Gete-stelling.

Staf/14Div
Op 12 mei krijgt het Cavaleriekorps het bevel over de Demer/Gete-stelling. Van noord naar zuid staan nu opgesteld; de 14Div, de 2CD en de 1CD. Ten westen van de sector van de 14Div gaat het echter goed fout. Door een misverstand in de communicatie verlaat het ganse IIde Legerkorps (II/LK) zijn stellingen aan het Albertkanaal. De 6Div laat enkel drie pelotons mitrailleurs (één peloton per regiment) en zijn wielrijderseskadron (EskCy 6Div) achter om het kanaal te beveiligen. Wanneer de commandant van het Cavaleriekorps hiervan op de hoogte wordt gesteld stuurt hij de Groepering Ninitte naar de sector Kwaadmechelen om de toestand recht te trekken. De Groepering Ninitte kan voor deze opdracht beschikken over het 2de Regiment Gidsen (2G), het 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders en het 1ste Regiment Karabiniers (1C) van de 6Div. Het 1C bevindt zich echter al te Westerlo samen met de rest van de 6Div. Het 1C wordt door het IIde Legerkorps (II/LK) teruggestuurd naar het Albertkanaal om onder bevel van de Groepering Ninitte de volledige voormalige sector van de 6Div (van Eindhout tot Hulst) te bezetten.

Het 2G dat zich bij het aanbreken van de dag nog te Bekkevoort bevindt moet zich zo snel als mogelijk naar het Albertkanaal begeven om er het EskCy 6Div onder bevel te nemen in afwachting van de aankomst van 1C. Tijdens de nacht van 12 op 13 mei verplaatsen de bataljons van 1C zich opnieuw naar het kanaal. Intussen richt 2G een steunpunt in ter hoogte van de brug van Kwaadmechelen.

Omstreeks 19u00 meldt Luitenant-generaal Massart bij de staf van het Cavaleriekorps dat de vijand richting Lummen vordert, en hij besloten heeft om zijn artillerie terug te plooien.

Om 21u35 stuurt Massart een bericht aan het Groot Hoofdkwartier waarin hij bevestigt dat zijn divisie overrompeld dreigt te worden en elke verdere weerstand nutteloos is.  De generaal laat weten dat hij zijn sector laat ontruimen en zijn commandopost zal overplaatsen naar Aarschot.  Hierop besluit het Groot Hoofdkwartier om onderstafchef Generaal-majoor Jules Derousseaux uit te sturen naar de commandopost van de divisie.  Ook wordt Kapitein SBH Guilmot, verbindindsofficier tussen het GHK en het II/LK, teruggestuurd naar het hoofdkwartier van dit korps te Aarschot.

Rond hetzelfde tijdstip vertrekt Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het Cavaleriekorps, op onderzoek naar de sector van de 14Div en stelt er de algehele chaos vast.  Hij keert terug via de commandopost van de Groepering Ninitte te Okselaar.  Zowel de Neve de Roden als ook Ninitte weten op dat ogenblik niet dat Massart en zijn staf onderweg zijn naar Aarschot.  De Groepering Ninitte krijgt de opdracht om het 1Cy in plaats te stellen tussen de stad Diest in het zuiden en de Winterbeek in het noorden om een Duitse doorbraak te helpen blokkeren.  De ontplooiing van het 1Cy zal in de tweede helft van de nacht van 12 op 13 mei plaats vinden.

Provoostdienst/14Div
De bevelhebber van de provoostdienst, Luitenant Wagner, komt aan bij de divisie.  De Rijkswachtofficier van het District Hoboken had twee dagen nodig om zijn nieuwe standplaats te vervoegen.

Staf/14Div
Het gros van het 1C bereikt tijdens de ochtend het Albertkanaal. Vanaf 11u00 wordt contact gemaakt met de vijand te Kwaadmechelen.

De aanval op de 14Div wordt hervat.  Omstreeks 20u00 verneemt het Groot Hoofdkwartier dat de vijand de divisie te Lummen heeft weggedrukt, ondanks de weerstand geleverd door het 38Li.  Lummen is in handen van de Duitsers die inmiddels ook de stad Diest bereikt hebben.  De legerleiding kan alleen maar vaststellen dat de 14Div niet meer inzetbaar is, en besluit om de restanten van het front weg te halen en te hergroeperen op de linkeroever van het Kanaal van Willebroek.  

Staf/14Div
Het Groot Hoofdkwartier bepaalt dat het IIIde Legerkorps de verdediging van het Kanaal van Willebroek dient te organiseren met de divisies die in de diepte opgesteld worden achter de K.W. Stelling.  In eerste instantie worden de 1Div, 4Div en 14Div toegewezen aan deze opdracht.  Het Groot Hoofdkwartier is zich echter onvoldoende bewust van de situatie bij de 4Div en 14Div en realiseert zich dan nog niet dat deze beide formaties niet strijdvaardig meer zijn.

In de namiddag van 14 mei worden de drie divisiecommandanten ontboden op de commandopost van het III/LK te Vilvoorde.  De bevelhebbers van de 4Div en de 14Div zullen echter niet komen opdagen aangezien de staf van het III/LK op dag ogenblik niet precies weet waar deze beide staven zich bevinden.

Staf/14Div
Omstreeks 14u00 laat het GHK weten dat de 4Div en de 14Div weggehaald worden het commando van het IIIde Legerkorps.  De 4Div vertrekt naar het Bruggenhoofd Gent.  De 14Div moet zich in eerste instantie verplaatsen naar de westelijke oever van de Dender en wordt uiteindelijk doorgestuurd naar de kust.  Het hoofdkwartier van de 14Div dient zich naar Oudegem te verplaatsen.

Staf/14Div
In de namiddag van 17 mei beveelt het GHK dat de 14Div in de ochtend van 18 mei de omgeving van Dendermonde dient te verlaten om zich naar Wetteren te begeven.  Vanaf Wetteren zullen de troepen per trein overgebracht worden naar Diksmuide.  De divisieartillerie wordt echter doorgestuurd naar het Bruggenhoofd Gent en zal overgaan naar de 16Div.

Staf/14Div
Na inspectie door de 3de Afdeling van het Groot Hoofdkwartier wordt bevestigd dat de toestand bij de 14Div als volgt is:

  • 35Li: 45 officieren, 1.900 manschappen, 1.000 geweren, 39 lichte machinegeweren en 10 mitrailleurs
  • 36Li: 50 officieren, 1.700 manschappen, 800 geweren, 22 lichte machinegeweren en 5 mitrailleurs
  • 38Li: 27 officieren, 750 manschappen, 250 geweren, 1 lichte machinegeweer en geen mitrailleurs
  • 22A: voltallig, met uitzondering van een caisson
  • overige eenheden: geen verliezen van betekenis

Staf/14Div
Luitenant-generaal Armand Massart wordt aangeduid als bevelhebber van de Territoriale Zone Veurne.  Er wordt geen nieuwe opperofficier aangesteld voor de 14Div.  De stafchef Majoor SBH Patris zal vanaf dan alle orders ondertekenen in naam van Kolonel Hatry van het 35Li.  Dit is de kolonel met de meeste anciënniteit binnen de divisie.

Staf 14Div
Luitenant-generaal Armand Massart gaat over van de 14Div naar de 3Div.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
PAMA/TptKBUYLEAlfred, PetrusSdt07.04.1900Waregem24.05.1940RuiseledeOf +Harelbeke 23/05
TptKCARETTEJules, AugusteCdtAct31.05.1891Laken01.07.1940GentOverleden aan verwondingen in hospitaal.
ARCA/TptKDEDECKERFernandSdtMil2927.09.1909Brussel18.05.1940Gent

Bibliografie en Bronnen

  1. De Demer/Gete-stelling was een geplande dwarsstelling. Van zodra geweten was dat het geallieerde oppercommando de vijand zou proberen te stoppen op de lijn Antwerpen-Leuven-Namen (waarvan de Belgen het stuk van Antwerpen tot Leuven voor hun rekening nemen) moest de mogelijkheid voorzien worden om de Belgische troepen opgesteld langs de Dekkingsstelling op een veilige manier te laten terugtrekken tot achter de K.W. Stelling. Hiertoe werd de Demer/Gete-stelling ingericht. Deze stelling zou worden verdedigd door het CK dat hiervoor de 2CD al had gepositioneerd achter de Gete van bij de aanvang van het conflict.