Reglementaire benaming | 3de Regiment Lansiers | 3ème Régiment de Lanciers | 3L | |
Type | Cavalerieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Nederlands sinds 1929 | |
Onderdeel van | VIde Legerkorps | |
Bevelhebber | Kolonel Lambert Renard tot 14 mei 1940 Luitenant-kolonel Adhémar Dugardin vanaf 16 mei 1940 |
|
Ajudant-Majoor | Kapitein-commandant Frans Dethy | |
Standplaats | Regio Bergen-Binche Commandopost te Bergen |
|
Samenstelling | I Groep (Majoor jonkheer Gérald Ysebrant de Lendonck) |
1ste Eskadron Fuseliers met drie pelotons FM en één sectie DBT (Cdt Omer Dorgéo) 2de Eskadron Fuseliers met drie pelotons FM en één sectie DBT (Cdt A. Bogaert) 3de Eskadron Tuigen met twee pelotons Mi en één peloton C47 (Cdt SBH graaf Philippe de Lannoy) |
II Groep (Majoor Philippe Houyoux) |
4de Eskadron Fuseliers met drie pelotons FM en één sectie DBT (Kapt G. Deceuninck) 5de Eskadron Fuseliers met drie pelotons FM en één sectie DBT (Cdt Jean Breuls de Tiecken) 6de Eskadron Tuigen met twee pelotons Mi en één peloton C47 (Lt Louis Somville) |
|
7de Eskadron Pantservoertuigen met drie pelotons van twee T15 en één T13/C47 (Kapitein-commandant Roger Moermans d’ Emans) Stafeskadron |

Kazerne Brasschaat-Polygoon te Maria-ter-Heide (naoorlogse foto).
Staf/3L
Het 3de Regiment Lansiers (3L), een actief cavalerieregiment, was in vredestijd gestationeerd in de kazerne Brasschaat-Polygoon gelegen in de wijk Maria-ter-Heide ten noorden van Brasschaat. Het regiment werd eind 1937 volledig gemotoriseerd en telt voor de start van de mobilisatie al een 500-tal voertuigen. De fuseliers verplaatsen zich met motorfietsen, de anti-tankkanonnen worden getrokken door Marmon-Herrington gepantserde vrachtwagens en het 7de Eskadron (ook wel Eskadron Pantserwagens genoemd) beschikt over een aantal T13 tankjagers en T15 pantservoertuigen. 3L wordt op 26 augustus 1939, bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan, gemobiliseerd in zijn kazerne te Brasschaat. Tijdens deze fase wordt de militieklas ‘38 terug opgeroepen om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. Er kon enkel beroep gedaan worden op de klas ’38 omdat het de enige reservisten waren die hun legerdienst bij de gemotoriseerde cavalerie hadden volbracht. Na aanvulling met de dienstplichtigen van de klas ’38 bedraagt de getalsterkte van 3L een 1.460-tal militairen. Op 1 september, bij afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, staat het 3L in voor de paraatstelling van het Eskadron Wielrijders van de 2Div (EskCy 2Div), het Eskadron Wielrijders van de 9Div (EskCy 9Div) en de Groep Wielrijders van de 14Div (GpCy 14Div). Deze nieuw gevormde eenheden worden samengesteld met oudere reservisten van 3L die hun legerdienst nog deden bij de cavalerie te paard. Telkens wordt ook een aantal officieren en onderofficieren van het actieve kader overgeheveld naar de nieuw opgerichte eenheden [1]. Zij worden vervangen door opgeroepen reservekaders.

Foto van het wrak van de Messerschmitt Bf 108 genomen op 10 januari 40 door Lt Van Hecke, inlichtingenofficier (S2) van het 3de Regiment Lansiers.
De eerste mobilisatiemaanden worden doorgebracht in Henegouwen waar het regiment, onder bevel van de 2de Cavaleriedivisie (2CD), een waakscherm inricht langs de Belgisch-Franse grens met front richting Frankrijk [2]. Hiervoor levert 3L een aantal zogenaamde Officiersverkenningen (oftewel Reconnaissances d’officiers – RO) die op regelmatige basis worden uitgestuurd naar belangrijke punten langsheen de grens. Bij dergelijke verkenningen worden pelotonscommandanten, vergezeld van vier tot zes motorrijders, uitgestuurd om inlichtingen in te winnen. De rest van het peloton wordt dan verder bevolen door de pelotonsadjunct. Vervolgens wordt het regiment met een gelijkaardige opdracht te Kortrijk gestationeerd om begin oktober naar Oost-Limburg te verhuizen. Vanaf oktober 39 tot medio maart 40 bezet 3L de Vooruitgeschoven Stelling tussen Vucht nabij Maasmechelen en Neeroeteren. Op 10 januari 1940 maakt een Duits verbindingsvliegtuig van het type Messerschmitt Bf 108 een noodlanding aan de Zuid-Willemsvaart te Maasmechelen. Aan boord bevinden zich twee Duitse majoors, Reinberger en Hönmanns. Hoewel het vliegtuig crasht op de limiet van de ondersector van 3L gaat Luitenant Van Hecke, inlichtingenofficier (S2) van 3L, per moto poolshoogte nemen. Hij is getuige van de gevangename van de twee Duitse officieren door een patrouille van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim). Lt Van Hecke die steeds een fototoestel bij had legt de gebeurtenis vast op foto [3]. Op 13 maart 1940 wordt het 3L in Limburg afgelost door het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) waarna het regiment zich verplaatst naar Nijvel. Op 10 april keren de troepen terug naar Henegouwen waar het regiment zijn commandopost (oftewel CP) te Bergen installeert. In de streek rond Bergen en Binche voert het regiment grenspatrouilles uit onder rechtstreeks bevel van de staf van het VIde Legerkorps (VI/LK). Het VI/LK is verantwoordelijke voor de bewaking van de Frans-Belgische grens tussen Doornik en Charleroi. Het 3L bevindt zich nog steeds in de streek rond Bergen en Binche wanneer op 9 mei de verloven heropend worden en talrijke miliciens op permissie naar huis vertrekken.
II/3L
De IIde Groep van 3L (II/3L) staat onder bevel van Majoor Philippe Houyoux, veteraan van de Eerste Wereldoorlog die tijdens deze oorlog wist op te klimmen van soldaat-milicien cavalerist tot de rang van luitenant bij het 1ste Regiment Lansiers (1L).
Staf/3L
De Staf/3L wordt omstreeks 02u00 in zijn CP te Bergen door de staf van het VI/LK op de hoogte gebracht van de afkondiging van het algemeen alarm. Omstreeks 05u00 lopen de eerste meldingen binnen dat Duitse parachutisten in het grensgebied geland zijn. Patrouilles worden uitgestuurd naar Chièvres, Binche, Nijvel en Perwez om de vijandelijke parachutisten op te sporen en te neutraliseren maar de vijand wordt nergens gevonden. Omstreeks 07u00 krijgt 3L de opdracht van het VI/LK om zich naar Wavre te verplaatsen en dit strategisch belangrijke knooppunt te bezetten. Enerzijds dient het regiment de zuidflank van het VI/LK en de 10de Infanteriedivisie (10Div), die zich in Leuven heeft opgesteld, te beveiligen. Anderzijds dient Wavre bezet te worden tot de komst van de geallieerde troepen die het dispositief van het Belgische leger op de K.W. Stelling zullen verlengen richting zuiden. Het betreft de British Expeditionary Force (BEF) die na de start van de Duitse aanval het bevel krijgt om zich naar Leuven te verplaatsen en, zoals overeengekomen tijdens de mobilisatie, de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven (exclusief) tot Waver [4]. Vanaf Wavre zal het 1ste Franse Leger [1(FRA)Leger] de verdedigingslijn verlengen tot Namen.
De verschillende detachementen van het regiment verzamelen in de kazerne van Bergen om zich daar te hergroeperen. Na de hergroepering wordt vertrokken richting K.W. Stelling waar het regiment rond 11u00 aankomt. De Iste Groep wordt in reserve gehouden te Ottenburg en plaatst bewakingsdetachementen bij drie bruggen over de Dijle ten zuiden van Leuven. Deze bruggen zijn belangrijk voor de inplaatsstelling van de Britten langs de K.W. Stelling. De IIde Groep wordt verantwoordelijk voor de bewaking van de stad Wavre en zet detachementen uit te Bierges, Wavre en Basse-Wavre. De commandopost van het 3L wordt opgesteld te Stadt, een gehucht van Basse-Wavre. Het regiment patrouilleert de ganse dag in de omgeving tot wanneer de Britten en de Fransen aankomen om de stellingen van 3L zullen over te nemen.
In de loop van de dag wordt het beeld van de Duitse aanval duidelijker. De vijand heeft de 7de Infanteriedivisie bij verrassing overrompeld en de bruggen over het Albertkanaal te Vroenhoven en te Veldwezelt intact veroverd. Van daar uit wordt snel gevorderd naar Tongeren en het Groot Hoofdkwartier (GHK) vreest dat de infanteriedivisies die opgesteld staan achter het noordelijk gedeelte van het Albertkanaal zullen omsingeld worden. Om dit te vermijden beveelt het GHK de cavalerie om de Demer/Gete-Stelling naar het zuidoosten toe te verlengen door snel een dwarsstelling uit te bouwen in Haspengouw [5]. De 2de Cavaleriedivisie (2CD) zal hiervoor worden ingezet. Nadat ze nabij Wavre zijn afgelost door Franse eenheden verplaatsen de lansiers zich s’ avonds naar de streek ten oosten van Hannuit om er defensieve stellingen in te nemen. Het regiment komt terug onder bevel van de 2CD te staan en wordt ten zuiden van het 2de Jagers te Paard (2JP) opgesteld.
I/3L
Bij de ontketening van het alarm, omstreeks 05u00, staat de Iste Groep (I/3L) opgesteld rond Binche en bewaakt er de toegangswegen vanuit Frankrijk. Deze symbolische opdracht, die de Belgische neutraliteit moest aantonen, wordt na de Duitse inval onmiddellijk stopgezet. Om 07u00 verlaat de groep Biche om zich naar Bergen te begeven. Van daar uit gaat het eerst naar Ottenburg nabij Wavre om van hieruit de bruggen over de Dijle te Gastuche (Laurensart), Florival [6] en Sint-Joris-Weert te beveiligen. Deze overgangspunten zullen bewaakt worden tot de aankomst van de eerste troepen van de British Expeditionary Force. Het duurt tot de late namiddag vooraleer de eerste Britse eenheid opduikt. Het betreft een eskadron van het Britse 12th Royal Lancers [12(UK)RL], het organiek verkenningsregiment van de BEF. Tegen 18u00 bezet het 12(UK)RL de lijn Leuven – Wavre waarna I/3L zijn opdracht langs de Dijle stopzet en doorrijdt naar Hannuit om er ‘s avonds opnieuw te ontplooien.
II/3L
De IIde Groep (II/3L) kantonneert samen met het 7de Eskadron te Jurbise. Om 04u30 wordt OLt Marcel Van Damme pelotonscommandant van een van de pelotons van het 4de Eskadron op officiersverkenning gestuurd naar Chièvres omdat er een Duitse Heinkel 111 was neergestort [7]. De rest van de groep trekt naar Bergen waar ze om 07u00 toekomen. Om 07u30 krijgen ze bevel de verplaatsing naar Wavre voor te bereiden en om 09u00 wordt de beweging ingezet. In Bergen worden vrachtwagens opgeëist. De eskadrons worden voorop gestuurd richting Wavre langs secundaire wegen, de rest van de groep volgt maar neemt de weg over Nijvel om de eskadrons sneller te kunnen vervoegen. Wanneer ze het vliegveld van Nijvel passeren wordt het vliegveld aangevallen door de Duitse luchtmacht. De colonne van II/3L wordt ook aangevallen echter zonder verliezen te lijden. Alleen raken enkele van de pas opgeëiste vrachtwagens danig beschadigd dat ze moeten worden achtergelaten.
De IIde Groep komt rond 11u00 toe te Wavre en wordt verantwoordelijk gesteld voor de bewaking van de stad. II/3L zet detachementen uit te Bierges, Wavre en Basse-Wavre. Gedurende de ganse namiddag wordt gepatrouilleerd in de omgeving van Wavre langs de K.W. Stelling. Rond de middag duiken de eerste Franse verkenners op in Wavre. Het betreft het verkenningseskadron (oftewel Détachement de Découverte – DD) van de Franse Capitaine Renoult dat behoort tot het Franse 12e Régiment Cuirassiers [12(FRA)RC] [8]. Het 12(FRA)RC, organiek verkenningsregiment van de Franse 3e Division Légère Mécanique [3(FRA)DLM], is belast met het beveiligen van de marsroutes die zullen gebruikt worden tijdens de inplaatstelling van de 3(FRA)DLM die vordert op de linkerflank van het 1(FRA)Leger. Hiervoor worden twee Détachements de Découverte (DD), elk ter sterkte van een eskadron, naar voor gestuurd. Het verkenningseskadron Renoult houdt halt te Wavre tot de rest van het regiment, versterkt met drie eskadrons moto van het Franse 11e Régiment Dragons Portés en het organiek anti-tankeskadron van de 3(FRA)DLM, stelling neemt tussen Wavre en Gembloers als voorhoede (oftewel Sûreté Eloignée – SE) van de 3(FRA)DLM. Na aankomst van de voorste elementen van de SE te Wavre verlaat het DD van Capitaine Renoult Wavre omstreeks 15u00 richting Chaumont-Gistoux om zich vervolgens via Incourt naar Jodoigne te begeven. Te Jodoigne zwermen de vier pelotons van het DD uit richting Albertkanaal tussen Hasselt en Eigenbilzen. Om 16u00 komt het gros van 12(FRA)RC aan op de lijn Wavre – Gembloers en wordt begonnen met de overname van de stellingen van II/3L hetgeen zal duren tot 18u00. Een uur later, tegen 19u00 wordt de geplande verplaatsing naar Hannuit uitgevoerd waar stelling wordt genomen dwars op de weg Namen-Hannuit. De stellingen van II/3L zijn gereed bij intrede van de duisternis. De eskadrons beleven een weliswaar gespannen maar rustige eerste oorlogsnacht.

Een veldkeuken van het 3L gefotografeerd te Mopertingen tijdens de mobilisatie.
Staf/3L
Tijdens de voormiddag bewaakt het 3L het verkeersknooppunt Hannuit. Het regiment staat er in verbinding met het Iste Legerkorps (I/LK) en stuurt eveneens een patrouille richting Borgworm (Waremme) om er de Duitse posities te verkennen. In het dorp Hannuit worden een reeks steunpunten ingericht langsheen de invalswegen. Enkele pelotons motorwielrijders worden achter de hand gehouden om eventuele parachutisten op te sporen. Het vliegveld van Goetsenhoven wordt enkele keren door de vijand overvlogen. Intussen is ook de Sûreté Eloignée van het 12(FRA)RC verder opgerukt naar het oosten tot de lijn Tienen – Crehen (ten zuiden van Hannuit) waar de aansluiting gemaakt wordt met de stellingen van 3L. Nu dat de Belgisch flank ten zuiden van Tienen beveiligd is door de Fransen krijgt de 2CD omstreeks 12u15 bevel zich uit Haspengouw terug te trekken en stelling te nemen aan de Gete tussen Tienen en Diest om de Duitse opmars te vertragen teneinde de rest van het veldleger de kans te geven zich veilig terug te plooien achter de K.W. Stelling. Vanaf 14u00 worden de stellingen van 3L overgegeven aan het 12(FRA)RC waarna het 3L eskadron per eskadron vertrekt richting Tienen.
Wanneer het Regiment enkele uren later Tienen doorkruist komt de colonne bij toeval terecht in het luchtbombardement van het vliegveld van Goetsenhoven. Enkele voertuigen worden getroffen en hierbij worden verliezen geleden. 3L neemt vanaf 17u00 nieuwe posities in aan de Grote Gete ten noordoosten van Tienen tussen Drieslinter en de stad zelf. Het 3L bevindt zich nu in het dispositief van de 2CD tussen het 4de Regiment Lansiers (4L) in het zuiden en het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy) in het noorden. Kolonel Renard ontplooit zijn commandopost te Oplinter terwijl drie versterkte eskadrons steunpunten inrichten respectievelijk in Oplinter, Neerlinter en Drieslinter. Het 5de en het 7de Esk komen onder bevel van 4L en worden initieel in reserve gehouden te Vissenaken. Terwijl de lansiers en de genisten zo snel mogelijk de benodigde bijkomende veldwerken uitvoeren, blijven vluchtende burgers en militairen tot laat in de nacht over de bruggen over de Gete stromen. De veldtelefoonlijnen worden regelmatig beschadigd door het drukke verkeer en dit maakt de communicatie binnen het regiment bijzonder moeilijk.
I/3L
Het bataljon heeft tijdens de nacht stelling genomen op de invalswegen naar Hannuit en is klaar om de stad af te grendelen. Vanuit Hannuit worden officiersverkenningen uitgevoerd om uit te vinden waar de vijand zich bevindt. Luitenant Ralet, commandant van het derde peloton van het 1ste Eskadron (1Esk), wordt zo uitgestuurd naar Waremme (Borgworm) en houdt halt te Bléret op 3 Km voorbij Waremme. Tijdens zijn verkenning ontmoet hij grote aantallen vluchtende militairen die hij staande houdt en ondervraagt over de toestand aan het Albertkanaal. Om 15u00 krijgt hij het bevel door te rijden naar Tongeren om na te gaan of de Duitsers deze stad reeds in de handen hadden. Blijkbaar wist men nog niet dat Tongeren reeds om 12u00 door de vijand bereikt was. Halfweg de route naar Tongeren botst hij op een Frans eskadron tanks. De Fransen zijn blijkbaar in hun enthousiasme de K.W. Stelling voorbijgestoken op zoek naar de vijand.

Tactisch herkenningsteken op de voertuigen van 3L in 1940.
Wanneer het eskadron omstreeks 16u00 contact maakt met de vijand wordt het gevecht zeer snel afgebroken en wordt er teruggekeerd naar de K.W. Stelling. Luitenant Ralet laat zich inlopen door de vijand en brengt verslag uit over de vijandelijke verplaatsingen van achter de vijandelijke linies. Tijdens de nacht probeert hij de bevriende lijnen terug te bereiken en loopt om 22u00 binnen bij de Fransen. In tussentijd heeft I/3L bevel gekregen de stelling Hannuit op te breken en zich te verplaatsen naar de Gete. De verplaatsing wordt aangevat vanaf 14u00 en de nieuwe stelling wordt bereikt tegen 17u00. De CP van I/3L bevindt zich nu in Oplinter in de buurt van de Staf van het regiment en beveelt van hieruit het 1Esk opgesteld in Oplinter en het 2Esk opgesteld in Neerlinter. Het 3Esk Tuigen versterkt de twee eskadrons in lijn.
II/3L
In de vroege morgen dient ook het 4Esk een officiersverkenning uit te voeren. OLt Van Damme wordt naar Tongeren gestuurd om contact op te nemen met het HK van het I/LK dat zich in het justitiepaleis van Tongeren had geïnstalleerd. Hij slaagt erin de stad te bereiken en in verbinding te komen met het I/LK, hij licht vervolgens het commando van 3L in over de toestand.
De grendelstelling in Hannuit wordt nog de ganse morgen bezet. Om 09u00 neemt het 5Esk een Duits vliegtuig onder vuur. Het toestel moet hoogte nemen waarop het door de luchtdoelartillerie wordt neergehaald. Op de middag wordt een waarschuwingsbevel gegeven dat om 14u00 de stelling Hannuit zal worden opgegeven en dat een nieuwe stelling zal moeten ingenomen worden te Drieslinter. De verplaatsing naar Drieslinter moet meerdere malen onderbroken worden door de activiteiten van de Duitse luchtmacht die de baan naar Tienen ononderbroken overvliegen. Wanneer II/3L het vliegveld van Goetsenhoven voorbijrijdt is het vliegveld reeds danig verwoest. Ook de stad Tienen is lelijk geteisterd.

De vrachtwagen van Brigadier Meeusen van het 3de Eskadron nabij Attenrode-Wever.
Eenmaal aangekomen te Drieslinter installeert de bataljonsstaf zich in het dorp en wordt het 4Esk dwars opgesteld op de baan Zoutleeuw – Drieslinter ter hoogte van de brug over de Grote Gete. De stelling wordt grondig voorbereid en de brug blijft nog de ganse nacht intact. Links van het 4Esk vanaf Geetbets staat het 2Cy opgesteld. Grote drommen terugtrekkende soldaten passeren de brug, de meesten zonder wapen nog bagage. Zij behoren tot het 7de Linieregiment (7Li) en het 11de Linieregiment (11Li) en komen uit de buurt van Hasselt. De ingewonnen inlichtingen worden doorgestuurd naar de CP van 3L.

Station van Drieslinter waar de twee spoorwegkanonnen van II/5LA kwamen vast te zitten
Tijdens het uitvoeren van de veldwerken wordt II/3L enkele keren belaagd door de Duitse luchtmacht. Dit was deels te wijten aan de aanwezigheid van twee spoorwegkanonnen in het station van Drieslinter. De 280mm Kruppkanonnen van de 7de en de 9de Batterij van het 5de Regiment Legerartillerie (5LA) staan danig in de weg en belemmeren de schootssectoren van het 4Esk. De twee sectiecommandanten Lt Res Debrul en OLt Res Van de Vloed beschikken over geen verdere orders en worden door Kapitein Deceuninck, eskadronscommandant van het 4Esk, aangemaand te vertrekken. Pas wanneer om 20u00 Majoor Magis, groepscommandant van II/5LA, toekomt vertrekken beide kanonnen uit het bataljonsvak van II/3L. Beide kanonnen komen iets verder te Grimde vast te zitten in de ondersector van 4L.
Er doen zich geen incidenten voor tijdens de nacht van 11 op 12 mei voor de stelling van het 4Esk. Het 5Esk staat niet langer onder bevel van II/3L terwijl het 6Esk Tuigen zowel het 4de als het 5de Eskadron versterkt.
5Esk en 7Esk
Na de opheffing van de grendelstelling in Hannuit komt het 5Esk, versterkt met enkele pantserwagens van het 7Esk, tezamen met het 7Esk onder bevel van 4L. Beide eskadrons worden initieel gehergroepeerd in Vissenaken maar worden door 4L al snel opgesteld te Orsmaal-Gussenhoven achter de Kleine Gete teneinde de zuidflank van de Demer/Gete-stelling te beschermen. Ze moeten de vijand de doorgang beletten langs de baan Sint-Truiden/Tienen.
Staf/3L
Op 12 mei krijgt het Cavaleriekorps het bevel over de Demer/Gete-stelling, een geïmproviseerde dwarsstelling die loopt langs het Albertkanaal van Beringen tot Lummen, vervolgens langs de Winterbeek van Lummen over Diest en Geetbets tot Tienen. Alle beschikbare cavalerie-eenheden zullen zo snel mogelijk naar die linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen tijdens de terugtocht van het veldleger naar de K.W. Stelling. Van noord naar zuid staan nu opgesteld op de Demer/Gete-stelling; de 14Div, de 2CD en de 1CD. Na de middag wordt het 3de Linieregiment (3Li) toegevoegd aan de Demer/Gete-stelling om ten westen van Tienen een tweede echelon te vormen. De stelling die loopt door de dorpen van Oplinter, Neerlinter en Drieslinter wordt ingericht tijdens de nacht van 12 op 13 mei. Ook het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP) komt aan in de buurt van Tienen en wordt tussen deze stad en Hoegaarden opgesteld om de zuidflank van de Demer/Gete-Stelling te dekken.

Kaart uit dagboek Brigadier Frans De Clercq (4/II/3L).
I/3L
Het eerste bataljon heeft zijn twee steunpunten achter de Grote Gete te Oplinter en Neerlinter stevig ingericht en wacht de komst van de vijand af. In de morgen wordt een officiersverkenning geleid door OLt Van de Abeele, een pelotonscommandant van het 2Esk, uitgestuurd via Helen Bos naar Sint-Truiden om poolshoogte te nemen van de Duitse posities. Om 13u45 valt de patrouille in een hinderlaag ten zuiden van Zoutleeuw. OLt Van den Abeele weet te ontsnappen en slaagt erin het bataljon terug te vervoegen. Ondertussen waren de bruggen te Oplinter en Neerlinter reeds vernield door de genie.
II/3L(-)
Bij het 4Esk loopt om 08u00 het bericht binnen dat de Duitsers Zoutleeuw bereikt hebben. OLt Van Damme en twee solisten (moto’s zonder zijspan) worden op officiersverkenning gestuurd om uit te vinden waar de vijand zich bevindt. De schootsvelden worden geruimd (hagen en bomen worden verwijderd). Om 12u50 wordt het bevel gegeven de wegbrug over de Grote Gete in Drieslinter te laten springen maar de verkenningspatrouille is nog niet terug en de vernieling van de brug wordt uitgesteld. Rond 13u00 loopt OLt Van Damme uiteindelijk terug binnen en kort daarop wordt het bevel gegeven de brug te laten springen en een bres in de dijk aan de overzijde van de rivier te maken zodat het lager gelegen land met ruim één meter diepte kan overstromen. De mannen trekken zich een driehonderdtal meter terug om van zodra de vernielingen zijn uitgevoerd terug stelling te nemen. De dijk springt, de brug niet. Het vernielingsdetachement van de het peloton Evrard van het 26ste Bataljon Genie (26Gn) heeft een tweede poging nodig om ook de brug te vernielen. Om 14u22 verschijnt een peloton Duitse wielrijders gevolgd door een aantal voertuigen voor de brug. Met zeer gericht mitrailleurvuur en enkele voltreffers met de C47mm wordt de eerste aanval van de Duitsers op de as Zoutleeuw-Drieslinter gestopt door het peloton van OLt Acke. Onmiddellijk wordt een patrouille uitgestuurd om inlichtingen in te winnen en de Duitse verliezen te evalueren. De patrouille komt terug met velddagboeken, gemarkeerde kaarten en persoonlijke documenten van de gesneuvelde Duitse militairen. Na de mislukte aanval langs de baan Zoutleeuw-Drieslinter wagen de Duitsers om 19u30 een tweede poging langs de spoorwegbrug op de limiet van 3L en 2Cy. De brug zelf was eerder op de dag reeds vernield door een vernielingsdetachement van het peloton Rathé van het 26Gn. Het peloton van OLt Van Damme weet ook deze aanval af te weren. De opmars van de Duitsers is nu gestuit en zij zullen even moeten reorganiseren om tot een methodische aanval te kunnen overgaan.
5Esk en 7Esk
Beide eskadrons staan onder het bevel van Kapitein-commandant De Meulemeester van het 4L en moeten een Duitse opmars richting Goetsenhoven verhinderen. Het 5de en 7de eskadron worden reeds om 07u30 naar Ezemaal bij Tienen gestuurd om er het 7/4L te gaan versterken. Dit eskadron dekt er de zuidflank van de Belgische linies af en tracht in contact te blijven met de nabije Franse troepen. De drie eskadrons stellen zich op achter de Kleine Gete van Ezemaal via Hakendover, Gussenhoven en Orsmaal tot Helen Bos, dwars op de spoorlijn Brussel-Luik en de baan Sint Truiden-Tienen.

Opstelling van het 3Li in tweede echelon van de Ondersector Zuid achter de Gete
Staf/3L
Het 3L en het 4L bemannen de eerste linie van de Ondersector Zuid langsheen de Gete. Het tweede echelon van de ondersector wordt bezet door het 3Li. De flankhoede ten zuidwesten van Tienen wordt geleverd door het 2JP. De commandopost van het regiment staat nog steeds opgesteld te Oplinter. Het Regiment houdt de lijn langs de oever van de Grote Gete, met II/3L(-) in het noorden, I/3L in het centrum en het 5 en 7Esk in het zuiden ter versterking van het 7Esk van 4L. Hierbij vormt het 7Esk pantserwagens van 3L een mobiele reserve te Bunsbeek. Te Drieslinter bevinden zich ook enkele pantservoertuigen van het B squadron van het 12(UK)RL. Ten noorden van II/3L sluit het 2Cy aan. In het zuiden verlengt het 4L de Demer/Gete-stelling tot aan Ezemaal waar een detachement van het Franse 12e Régiment Cuirassiers [12(FRA)RC] actief is. Het 3L heeft zijn Ondersector aan de Gete nog steeds stevig in handen en blijft de ganse dag lang in contact met de vijand.

Pantservoertuig Morris CS9 waarmee het 12(UK)RL was uitgerust en die op 13 mei verschenen in de ondersector van 3L.
I/3L
I/3L beleeft een kalme nacht en ook in de loop van de dag blijft alles rustig. Na de middag valt het 1Esk onder vuur te Oplinter maar een georganiseerde aanval vindt niet plaats. Om 20u00 verlenen drie Belgische vliegtuigen luchtsteun en vallen doelen aan voor het 1Esk ten oosten van Oplinter. Hierbij wordt één vliegtuig neergehaald door de Duitse luchtafweer. Na de luchtaanval neemt de artillerie over en bestookt de Duitse stellingen tot 2300 Hr.
II/3L(-)
Na een rustige nacht tijdens dewelke de aanvoer van Duitse versterkingen wordt waargenomen breken in de vroege morgen de gevechten weer los, ditmaal in de buurt van Geetbets, op de grens tussen 3L en 2Cy. De stelling van het 4Esk wordt versterkt met elementen van het 1ste Regiment Gidsen (1G). Een pantservoertuig van het type Morris CS9 behorende tot het 12(UK)RL meldt zich aan te en Drieslinter en neemt stelling nabij de brug. De vijand dringt niet aan en het 4Esk stuurt in de namiddag patrouilles uit om uit te vinden wat de vijandelijke intenties zijn. Eén van die patrouilles wordt geleid door Wachtmeester (WM) Léon Van Acker, stukscommandant van een C47mm van het 1G, die in versterking van II/3L werd gestuurd. Onderweg wordt de patrouille onder vuur genomen en de WM blijft zwaar gewond achter. Het 4Esk stuurt nu een gevechtspatrouille uit om de gewonde onderofficier terug te halen en slaagt in zijn opzet. WM Van Acker wordt afgevoerd naar het ziekenhuis van Lubbeek maar overlijdt er aan zijn verwondingen. Rond 20u00 komt de rijdende artillerie in volle actie, de Duitse aanvallers krijgen gewoon geen kans om de stelling ook maar te naderen. Pas wanneer het artillerievuur is uitgeraasd hervatten de Duitsers omstreeks 22u00 hun offensief en wordt de stelling weer aangeklampt.

Een door de Belgische genie uitgevoerde vernieling aan de oostrand van Tienen.
5Esk en 7Esk
Het 5Esk stuurt officierspatrouilles uit en de patrouille van Lt Flammang neemt om 11u15 een gemotoriseerde colonne en artillerie te paard waar ter hoogte van Orsmaal – Gussenhoven. De locatie wordt doorgegeven aan de rijdende artillerie die onmiddellijk het vuur opent en de colonne ernstige schade toebrengt. De verdere voorbereiding van de Duitse aanval wordt hevig verstoord door de Belgische artillerie. Vooral te Goetsenhoven en Wommersom wordt hard gevochten. Het 2de Peloton van het 5Esk bevolen door OLt Dirix met als pelotonsadjunct OLt Groeninckx heeft een steunpunt ingericht nabij Hakendover. Het peloton is de ganse dag in contact met Duitse patrouilles die de pelotonsstelling proberen te infiltreren. Het peloton wordt constant door de Luftwaffe belaagd. Bij een actie aan het spoorwegtalud van de lijn Brussel-Luik heeft een gevechtsgroep van het 2de Peloton postgevat achter een stapel spoorbiels om een vijandelijke infiltratie vanuit Hakendover richting Goetsenhoven te blokkeren. De Brigadier Poppe en Soldaat Van Mol blijven hier als laatsten achter en steken hun motorfiets in brand om het voertuig niet in handen van de Duitsers te laten vallen. Gedurende enige tijd slagen de beide militairen er in om de invaller de toegang tot Hakendover te ontzeggen, maar zowel Poppe als Van Mol sneuvelen in het vuurgevecht. Iets verder sneuvelen Karel Weyns en Gerard Dumortier. De overige lansiers van het 2Pl, waaronder ook OLt Groeninckx, worden bij de aftocht gevangen genomen. De Duitsers slagen er omstreeks 22u00 in het kasteel van Wommersom in te nemen maar dringen verder niet aan en verleggen het zwaartepunt van hun opmars naar Waals-Brabant. De vijandelijke pantsertroepen willen nu rond Gembloers een doorbraak forceren en laten de Gete-stelling links liggen.

Velddagboek van het Britse 12th Royal Lancers betreffende de gevechten aan de Demer/Gete-Stelling.
Staf/3L
In de vroege ochtend komt het bevel tot de terugtocht wanneer blijkt dat de Fransen hun stellingen opgebroken hebben en de Zuidflank van de Demer/Gete-stelling onbeschermd achterlaten. Het Cavaleriekorps (CK) zal zich na het verlaten van de Demer/Gete-Stelling in de ruime streek rond de Zenne ten noorden van Brussel gaan reorganiseren en wordt in reserve geplaatst. Het 3L zal de achterhoede van de 2CD vormen tijdens de terugmars. De lansiers verlaten vanaf 01u00 stapsgewijs hun stellingen aan de Grote Gete en tegen de 04u00 is iedereen op de baan. Tijdens de ochtend wordt het riviertje de Velpe overgestoken en zet het regiment koers richting Leuven. Onderweg worden de lansiers regelmatig beschoten vanuit de lucht. Nadat ze te Leuven de Dijle overgestoken zijn, nemen de Staf en de Iste Groep positie in te Erps-Kwerps. Naast een paar dodelijke slachtoffers telt het 3L heel wat gewonden in zijn rangen en heeft het onderweg een belangrijk aantal achterblijvers verloren. Het regiment wordt herschikt tot slechts een staf en één groep, waarbij de manschappen van de IIde Groep gebruikt worden om de tekorten in de Iste Groep aan te vullen. 3L komt tijdelijk onder het bevel van majoor jonkheer G. Ysebrant de Lendonck, commandant van I/3L, te staan. Kolonel Renard wordt in alle stilte afgelost.
I/3L
Om 00u15 krijgt I/3L het bevel binnen dat om 01u00 de stelling wordt opgegeven. Om 01u00 vertrekken de manschappen naar hun moto’s die voldoende ver staan om niet gehoord te worden bij het starten van de motoren. De eskadrons verlaten Oplinter en komen via Leuven in Erps-Kwerps terecht tegen zonsopgang. In het nieuwe kantonnement worden de orders gegeven voor de volgende opdracht. I/3L wordt de mobiele reserve achter de KW linie en moet zich klaar houden om waar ook de vijand doorbreekt een tegenactie te voeren. Dit is één van de opdrachten die op het lijf geschreven is van de lichte cavalerie. I/3L moet die dag nergens meer tussenkomen en brengt een rustige nacht door in Erps-Kwerps.
II/3L(-)
Om 01u00 wordt het bevel gegeven om het gevecht af te breken en de stelling te verlaten. Het 4Esk wordt echter aangeduid als achterhoede en zal als laatste de stelling verlaten. Uiteindelijk blijft het eskadron nog ter plaatse tot 03u30. Door regelmatig salvo’s te vuren met de FM dienen ze de indruk te wekken dat de stelling nog steeds bezet is. Wanneer ze uiteindelijk de stelling goed en wel verlaten hebben wordt de stelling door de Belgische artillerie nog eens goed onder vuur genomen. Bij het afbreken van het gevecht wordt de Ploeg van Wachtmeester Tegenbosch van het 4Esk niet verwittigd en verlaten zij de stelling pas om 07u00. Ter hoogte van Bunsbeek botsen zij op de vijand en worden beschoten. Soldaat Frans Chauvaux en Brigadier Frans Slagmuylders, die samen een sidecar bemannen, worden geraakt. Frans Chauvaux sterft ter plaatse, Brig Slagmuylders raakt gewond en wordt afgevoerd naar Tienen waar hij twee dagen later aan zijn verwondingen bezwijkt. De IIde Groep steekt eveneens de Dijle over en hergroepeert te Nederokkerzeel. Al gauw blijkt dat er in de IIde Groep belangrijke tekorten zijn aan uitrusting en manschappen, velen zullen pas de volgende dag Nederokkerzeel vervoegen. Bij de reorganisatie wordt het duidelijk dat II/3L de strijd niet kan verderzetten zonder diepgaande reorganisatie, de beslissing wordt genomen deze groep te gebruiken om de Staf/3L en I/3L te vervolledigen.
5Esk en 7Esk
Het 5de en het 7de Eskadron trekken zich afzonderlijk terug en bereiken aan het eind van de dag opnieuw hun regiment. Het 5de Eskadron is driekwart van zijn materiaal kwijt en heeft ook heel wat verliezen geleden in de buurt van Goetsenhoven. Het 5Esk vervoegt de IIde Groep.

Na de gevechten op de Gete-stelling verzamelen de Duitsers Belgische krijgsgevangenen in de kazerne van Tienen.
Staf/3L
Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het Cavaleriekorps, heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. Het volledige CK verblijft nu rondom de Zenne ten noorden van Brussel. Het is overduidelijk dat de eenheden aan een dringende reorganisatie toe zijn door de talrijke verliezen tijdens de eerste vijf oorlogsdagen. Met uitzondering van het 1G worden alle cavalerieregimenten herleid tot één enkele groep, aangevuld met elementen uit de overige eskadrons. Alle manschappen die na deze herschikking overblijven zullen onder leiding van Generaal-majoor Ninitte naar Frankrijk gestuurd worden voor verdere reorganisatie en versterking. De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt opgeheven.
Kolonel Renard verlaat het 3L en wordt adjunct van Generaal-majoor Ninitte. Luitenant-kolonel Dugardin wordt de nieuwe bevelhebber van het 3L. Het regiment blijft de ganse dag in Erps-Kwerps. De 1CD wordt vervolgens het Waasland in gestuurd om de terugtocht van ons leger van de K.W. Stelling tot aan de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde te beveiligen. De staf en de Iste Groep begeven zich ten noordoosten van Gent.
I/3L
De groep blijft als mobiele reserve in Erps-Kwerps en moet enkele malen uitrukken op zoek naar vermeende parachutisten, telkens was het vals alarm. Om 1730Hr worden ze verwittigd van de nieuwe opdracht in het Waasland, om 21u00 vertrekt de colonne maar keert 15 minuten later terug naar Erps-Kwerps waar overnacht wordt.
II/3L
Nog steeds komen volledige pelotons en groepen militairen van het 4e en 5e Esk toe te Nederokkerzeel. Tijdens een korte reorganisatieperiode worden manschappen en materieel aangeduid om de Staf van het regiment en I/3L aan te vullen teneinde de strijd verder zetten bij het Cavaleriekorps. De restanten van II/3L onder bevel van Majoor Houyoux, nu afgedeeld bij de groepering Ninitte, maken zich klaar om verder te trekken naar Oordegem ten oosten van Gent om er nieuw materieel op te halen.
Staf/3L
Het veldleger zal zich in drie etappes terugtrekken van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het Cavaleriekorps wordt aangeduid als onderdeel van de troepenmacht die de nieuwe aftocht moet beveiligen. De 2CD moet de Scheldeovergangen tussen Dendermonde en Hoboken bewaken. De 1CD moet zich klaar houden rond Wetteren en Beervelde om de Moervaart en Lokeren te dekken. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden. De staf en de Iste groep verlaten om 11u30 Erps-Kwerps en rijden via Vilvoorde en Aalst naar Zaffelare. De commandopost wordt ter plekke ontplooid. De eskadrons worden naar de Moervaart gestuurd en stellen zich op tussen Terneuzen en Moerbeke-Waas. Het 1G sluit aan vanaf Moerbeke.
Omdat het duidelijk werd dat de Fransen zich zouden terugtrekken uit Zeeland en dat de Belgen de Franse sector zullen moeten overnemen, wordt een officiersverkenning uitgestuurd naar Terneuzen. De patrouille wordt geleid door OLt Poncelet, pelotonscommandant van het derde peloton van 2/I/3L. Hij dient contact op te nemen met de Fransen teneinde te weten wat hun plannen zijn. Bij die contactname loopt het fout toen een Franse Kapitein die zijn zelfbeheersing verliest, zijn revolver trekt en iedereen onder vuur neemt die in zijn buurt komt. Tijdens dit incident sneuvelt OLt Poncelet en komen nog andere Franse militairen om.
I/3L
Uiteindelijk wordt toch vertrokken uit Erps-Kwerps en in de namiddag komt I/3L aan te Zaffelare. Het 1Esk neemt om 13u00 stelling achter de Moervaart te Wachtebeke. De ganse namiddag passeren Franse eenheden de stelling. Het valt op dat heel wat troepen vervoerd worden in GMC’s die werden opgeëist in de fabriek te Antwerpen. Deze Franse eenheden komen uit Breda en trekken via Antwerpen terug achter de Schelde. I/3L brengt de nacht door achter de Moervaart.
II/3L
Uitgedund en zonder hun collectieve bewapening vertrekt de Groep Houyou om 03u00 van Nederokkerzeel naar Erondegem in de buurt van Gent. Ze rijden over Diegem, Laken en Aalst. Eens toegekomen in Erondegem krijgen ze bevel door te rijden naar Ardooie. De groep komt om 1400Hr aan te Ardooie om er te hergroeperen.

Lansiers bij hun FN sidecar (foto Ben De Staercke).
Staf/3L
Overdag patrouilleert het regiment langsheen de Moervaart. Tijdens de avond krijgt de 1CD het bevel om richting Zeeschelde op te rukken om de Scheldeoever te gaan bewaken tussen Terneuzen in het westen en Doel in het oosten. De Belgen willen vermijden dat de Duitsers een landing vanuit Walcheren uitvoeren. Het 3L krijgt om 19u00 te horen dat het naar Axel zal gestuurd worden, maar even later wordt het marsbevel ingetrokken en moeten de manschappen langsheen de Durme de overgebleven binnenvaartuigen tot zinken brengen.
I/3L
De groep blijft nog de ganse dag achter de Moervaart maar om 2300Hr wordt colonne gevormd te Wachtebeke De colonne blijft vertrekkensklaar staan maar het bevel om door te rijden wordt niet gegeven. De manschappen slapen op hun motorfietsen of op de grond. Uiteindelijk vertrekt I/3L tegen 0800Hr de volgende morgen.
II/3L
Bij de IIde groep wordt een tachtigtal chauffeurs naar het Reservewielvoetuigenpark te Gent gestuurd om er nieuwe motorfietsen en uitrusting af te halen ter vervanging van verloren en afgestaan materieel. De moto’s die in Gent worden opgehaald zijn voor een groot deel Tri-cars van het merk Saroléa, in de ogen van de manschappen minder degelijk dan de FN moto’s waarmee ze vertrouwd zijn. De IIde Groep, nog steeds te Ardooie en enkel nog bestaande uit de restanten van het 4de en 5de Eskadron, zal opnieuw uitgerust worden met het materieel uit Gent. Er komen ook versterkingen van de overtollige manschappen van het 1G.
Staf/3L
De laatste Belgische troepen verlaten Antwerpen tussen 04u00 en 05u00 en de beide Scheldetunnels worden vervolgens vernield door onze genie. De Duitsers hijsen reeds om 07u00 de hakenkruisvlag op de toren van de kathedraal. Op de linkeroever werken het 8J en 9J in allerijl aan een tijdelijke verdedigingslinie tussen de forten van Kruibeke en Kallo. Rondom 09u00 wordt het echter duidelijk dat de Duitsers de Schelde reeds met vlotten zijn overgestoken. De 17de infanteriedivisie vraagt onmiddellijk om hulp. De 1CD wordt toegewezen aan de opdracht. 3L wordt aan de Durme afgelost door het I/2G en vertrekt om 08u00 naar Axel om er een anti-tankstelling in te richten. Ook Sluiskil wordt door de Lansiers bezet. Vanaf Ossenisse komt het 1G positie innemen.
I/3L
De verplaatsing naar Axel in Nederland wordt zonder probleem uitgevoerd. Er wordt stelling genomen ten noorden van Axel, om 1600Hr is de stelling gereed. Voor het 1Esk is dit reeds de 7de stelling die wordt ingericht sedert het begin van de oorlog. Helaas wordt ook deze stelling omgeruild voor een nieuwe positie aan de Schelde. De groep vertrekt ‘s nachts nog naar Zaamslag om stelling te nemen langs de Schelde tussen Terneuzen en Doel. De rest van de nacht verlopen zonder problemen, de groep blijft kantonneren ten noorden van Zaamslag.
II/3L
Vlak na de middag wordt Ardooie verlaten en doorgereden naar Haringe vlak bij de Franse grens, ze passeren Ieper, Poperinge en Roesbrugge. Vanuit Haringe worden de restanten van het 6Esk naar Westouter bij Poperinge gestuurd waar ze zullen blijven tot 28 mei.

Een motorwielrijder van de Cavalerie op een Saroléa motorfiets.
Staf/3L
3L bevindt zich nog steeds langsheen de zuidelijke oever van de Schelde en vordert in de algemene richting van de Scheldemonding. Axel wordt verlaten en de Lansiers rijden verder naar Zaamslag en Reuzenhoek.
I/3L
In Zaamslag voert de groep het nodige onderhoud aan voertuigen en bewapening uit. Om 20u30 wordt opnieuw verzameld en de groep vertrekt naar het grensdorp Koewacht waarbij ze Zaamslag en Axel passeren. Tegen 23u30 is de stelling nabij Koewacht ingenomen en wordt er gewacht op verdere orders. Om middernacht komt het bevel binnen om terug te keren naar Terneuzen, ditmaal naar de westelijke kanaaloever.
7Esk
Te Zaamslag vindt het 7de eskadron opnieuw aansluiting bij het regiment. Het 7Esk wordt even voor de middag alweer gedetacheerd en verplaatst zich naar Tereken bij Sint-Niklaas. Daar wordt het eskadron in stand-by geplaatst voor een mogelijke tegenaanval naar Temse waar de Duitsers een noodbrug over de Schelde bouwen. De raid gaat echter niet door. De tanks worden nog richting Zwijndrecht gestuurd en rijden vervolgens door de nacht naar Lembeke.
II/3L in Frankrijk
Het detachement dat de moto’s in Gent is gaan ophalen komt tegen de middag toe in Ardooie maar valt er zonder benzine. Vanuit Haringe worden ze bevoorraadt maar wanneer ze rond 17u00 in Haringe toekomen is de rest van de IIde Groep reeds doorgereisd. Majoor Houyoux vertrok tegen 16u00 met zijn groep naar Frankrijk om aan een mogelijke Duitse omsingeling te ontsnappen aangezien de Duitsers na hun doorbraak in Sedan snel naar de Franse kust oprukken. Naar analogie met de Eerste Wereldoorlog hoopt de legerleiding het Belgische leger met de hulp van onze zuiderburen herop te bouwen. De Groepering Ninitte is belast met deze opdracht wat de cavalerie betreft. De colonne gaat van Haringe over Herzele en Wormhout naar Blendecques, net ten zuiden van Saint Omer, waar ze rond 21u00 toekomen. Er wacht hen geen uitbundige ontvangst, ze zijn vreemden en door de Fransen beschouwd als overwonnenen. Het detachement met de nieuwe moto’s vervoegt een uur later de IIde Groep in Saint-Omer. De restanten van het 5e Eskadron worden ondergebracht in een grote boerderij nabij het vliegveld van Saint-Omer, de staf van de IIe Groep en het 4e Eskadron in een vervallen kasteel op de baan naar Thérouanne.

Duitse opmars van 16 tot 21 mei waarop Abbeville aan de Somme bereikt wordt.
Staf/3L
Het hoofdkwartier van het Cavaleriekorps is intussen naar Stekene verhuisd en deelt de orders uit voor de komende dag: de 1CD moet zich opstellen vanaf de sector van de 17de infanteriedivisie aan het Kanaal Gent-Terneuzen over Terneuzen tot in Braakman; de 2CD zal achter de 1ste komen te liggen. Tijdens de avond ontvangt het Cavaleriekorps het bevel zijn hoofdkwartier naar Sint-Laurentius te verplaatsen en alle beschikbare eskadrons pantserwagens te Zwevezele te hergroeperen om er aan de reserve van het Groot Hoofdkwartier te worden toegevoegd.
I/3L
De manschappen van I/3L komen tijdens de middag aan te Boerengat, een gehucht langs het kanaal Gent-Terneuzen tussen Hoek en Terneuzen. Zij ontplooien zich langs de zuidelijke oever van de Westerschelde over een strook van 3 Km lengte ten westen van Terneuzen. Het 1Esk staat opgesteld daar waar het kanaal in de Schelde uitmondt. Op de oever ligt het wrak van de HMS VALENTINE L69 een Britse V-class destroyer [9] die samen met de HMS WHITLEY de Westerschelde opvoer om de ferry van Borsele naar Terneuzen te beschermen die de Fransen gebruikten tijdens hun aftocht uit Zeeland. Het schip werd op 15 Mei tot zinken gebracht door twee Duitse Ju-88. 31 Britse matrozen verloren hierbij het leven. Enkele Lansiers zijn het wrak binnengedrongen om er een waarnemingspost in te nemen. Het 3L blijft die dag langs de oever van de Scheldemonding tussen de Braakmankreek en de monding van het Kanaal Gent-Terneuzen.
7Esk/3L
Op 20 mei komen de tanks van het 7Esk om 02u30 aan te Lembeke. De pantservoertuigen worden van daaruit doorgestuurd naar Boerengat en komen tijdens de voormiddag opnieuw aan bij het regiment. Aan het eind van de dag wordt het 7Esk naar het 2G gestuurd aan het kanaal. De voertuigen rijden naar het gehucht Hazelarenhoek te Bassevelde om er hun bevelen in ontvangst te nemen voor het uitvoeren van patrouilles op de oostelijke oever. De bruggen te Humbeek-Sas van Gent en Zelzate zijn op dat ogenblik niet overschrijdbaar in oostelijke richting zodat de missie niet door kan gaan.
II/3L in Frankrijk
De ganse groep wordt op 20 mei uitgestuurd met een bewakingsopdracht omdat Duitse patrouilles in de buurt van Saint-Omer werden opgemerkt. Er wordt samen met de Fransen stelling genomen om mogelijke infiltraties vanuit het zuiden te verhinderen. Er komen berichten binnen dat de Duitse voorhoede Abbeville, zo’n 85 km meer zuidwaarts, al bereikt heeft. Inderdaad, in de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat eenheden van het Belgisch leger ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtocht naar Zuid-Frankrijk afgesneden. Ook voor II/3L zal dit gevolgen hebben.

Lt Somville voert een officiersverkenning uit van Thérouanne naar Saint-Pol-sur-Ternoise en Montreuil.
Staf/3L en I/3L
Het 3L bevindt zich nog steeds ten oosten van de Braakman en bewaakt de ondersector tot aan het Kanaal Gent-Terneuzen. Om 1830 Hr, wanneer de bruggen over het kanaal tot springen worden gebracht, zadelt het regiment op en vertrekt naar Mollekot. Na een korte wachttijd ter plekke worden de Lansiers doorgezonden naar Schoondijke ten zuiden van Breskens waar ze kort na middernacht toekomen. Het 3L wordt aangevuld met het Eskadron Motorwielrijders van 4L om de bewaking van de Westerschelde over te nemen rond Breskens. De pantserwagens van 3L blijven voorlopig nabij de Braakman zeearm om hier te patrouilleren. De Duitsers bezetten die dag Vlissingen aan de overkant van de rivier.
II/3L in Frankrijk
Op 21 mei worden de bruggen over de Somme in Abbeville opgeblazen, Arras en Amiens vallen in Duitse handen. Het bericht loopt binnen dat de Duitsers vanuit Abbeville naar het noorden oprukken en reeds in Hesdin zijn. Boulogne-sur-Mer is hun volgend objectief. Daarop wordt Luitenant Somville op verkenning gestuurd. Hij komt ‘s nachts terug met de vaststelling dat Saint-Pol-sur-Ternoise en Montreuil, ten Zuiden van Saint-Omer en op ongeveer 13 Km van de kust, reeds bezet zijn door Duitse pantsereenheden. Het plan om naar Zuid-Frankrijk te trekken om er te reorganiseren kan niet meer doorgaan en wordt opgegeven. Om niet door de Duitsers ingelopen te worden vertrekt de Groep om 16u00 naar het noordwesten en overnacht te Rodelinghem en Landrethun-le-nord ten zuiden van Calais. Kort na hun vertrek werd het vliegveld van Saint-Omer hevig gebombardeerd. In tegenstelling tot de Groepering Doyen van 31A wordt II/3L niet door de Franse plaatscommandant van Saint-Omer opgevorderd om de terugtocht van de Fransen te dekken.
Staf/3L
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen.
Het Cavaleriekorps meldt dat de Duitse activiteit te Vlissingen toeneemt en vreest een nakende landing over de Schelde. De troepen van de 2CD moeten zich daarom concentreren op de verdediging van de Scheldemonding.
Het 3L en moet een stukje naar het westen opschuiven en bewaakt nu het gebied tussen Zwarte Polder en Breskens (inclusief). Vanaf Breskens neemt het 1JP de bewaking over tot Hoofdplaat met van west naar oost het 2JP, 1JP en 1L. Vanaf Hoofdplaat tot de Braakman zeearm loop de ondersector van het 4L.
I/3L
Rond 18u00 verlaat de Iste Groep Schoondijk en rijdt naar Breskens om er de Fransen af te lossen. De Belgen worden maar lauw onthaald door de Fransen die niet snel genoeg kunnen vertrekken. De stad Breskens geeft een desolate indruk, alle huizen zijn geplunderd en bovendien valt de stad regelmatig onder Duits artillerievuur vanuit Vlissingen. Om 02u00 is de aflossing voltooid en is de laatste Fransman vertrokken. Waakschermen worden ingericht in de duinen achter de dijk en de eskadrons graven zich in langs de Scheldemonding.
II/3L in Frankrijk
II/3L beslist verder noordwaarts te trekken en naar België terug te keren. Om 09u00 verlaat de colonne Rodelinghem richting België en staat die middag om 14u00 terug in ons land te Houtem bij Veurne. De IIde groep verblijft de rest van de dag te Houtem, waar ze tevergeefs aan manschappen en materiaal tracht te raken. De groep is voorlopig niet inzetbaar, maar werkt wel aan het voltallig maken van het 5de Eskadron onder leiding van Commandant jonkheer Breuls de Tiecken die er op aandringt om de rest van het regiment aan het front te vervoegen. Het 5Esk wordt aangevuld met de resterende pelotons van het 4Esk.

C47 Anti-tankkanon in stelling.
Staf/3L
De Lansiers bewaken Breskens. Rond 10u00 krijgt men het bevel de haveninstallaties te vernielen. Het 3L kan deze taak niet naar behoren uitvoeren door een gebrek aan manschappen en materiaal. Bovendien bombardeert de Luftwaffe even voor 13u00 de stad. Rond de middag krijgt het 3L een waarschuwingsbevel om die avond Breskens te verlaten en samen met het 1G te Biervliet te verzamelen teneinde er een gevechtsgroep te vormen. De bestemming wordt nog gewijzigd naar Schoondijk, maar die avond verlaten de Lansiers de Scheldemonding nog niet.
I/3L
Tegen 08u00 is de stelling volledig ingericht. Het blijft rustig tot 12u00 wanneer zij worden beschoten door de Duitse artillerie vanuit Vlissingen. Vooral het 2e eskadron wordt geviseerd. Bij deze artilleriebeschieting komt Soldaat Corneel Willemsen om het leven en worden vier ander Lansiers gewond. De artilleriebeschieting houdt aan tot 13u30 en in de namiddag worden de vuren op de dijk hervat. De Duitse artillerievuren blijven voortduren tot de IIe Groep van 18A stelling neemt dichter bij de Schelde en met een gericht tegenbatterijvuur de Duitse batterij het zwijgen oplegt. De rest van de dag observeert de Groep de bewegingen van de Duitsers op de tegenoverliggende Scheldeoever.
5/II/3L
Het 5e Eskadron bereid zich voor om de rest van het regiment opnieuw te vervoegen en vertrekt om 19u00 naar Knesselare via Diksmuide en Torhout. Ter hoogte van Torhout zien ze hoe Oostende gebombardeerd wordt, ze komen een eind na middernacht toe in Knesselare. De restanten van de IIe Groep, die de facto ophoudt te bestaan, blijven in Houtem onder bevel van Majoor Houyoux tot aan de capitulatie.
Staf/3L
3L blijft gedurende de dag op zijn stelling tussen Breskens en de Belgische grens. Luitenant-kolonel Dugardin inspecteert de eskadronsstellingen. Uit de gedane observaties leidt hij af dat er geen nakende aanval op til is gezien elk spoor van voorbereiding om de Schelde over te steken ontbreekt. Om 18u30 krijgt hij een nieuw waarschuwingsbevel ditmaal om het 3L naar het gehucht Elle in de buurt van de Kortemark te verplaatsen en er de 2CD te vervoegen. Dit betekent het einde van de opdracht bij de 1CD. Het regiment 3L wordt van nu af aan omgedoopt in de Groepering Dugardin. De Groepering Dugardin vertrekt om 22u00 voor een lange nachtelijke verplaatsing.

De licht gepantserde Ford Marmon-Herrington werd bij de cavalerie gebruikt om het C47 anti-tankkanon te trekken.
I/3L
De Ie Groep brengt een rustige nacht door op de zuidelijke Scheldeoever. De soldaten gaan op zoek naar proviand in de door de Fransen geplunderde huizen maar vinden niet veel meer. In de late ochtend proberen enkele burgers langs de dijk hun verlaten woningen te bereiken. Ze worden met waarschuwingsschoten tegengehouden. De Duitse artillerie heeft niets meer van zich laten horen sinds het tegenbatterijvuur van gisteren en de Lansiers zijn wat meer gerustgesteld op hun stelling. Om 18u30 komt het bevel zich klaar te maken voor een verplaatsing. De bewegingsorders worden gegeven tussen 19u30 en 21u30. 1G komt 3L aflossen en de colonnes worden samengesteld. Wanneer ze om 22u00 klaar staan om te vertrekken worden ze door de Groepscommandant Majoor Ysebrant de Lendonck gebriefd over het feit dat de Duitsers Abbeville reeds bereikt hebben. Het 1Esk vertrekt enkele ogenblikken later. Tijdens de lange verplaatsing ‘s nachts valt het de manschappen op dat heel wat eenheden zich naar de Leie begeven.
5/II/3L
Om 10u30 vertrekt het 5de Eskadron vanuit Knesselare naar Sint-Kruis Brugge waar ze halt houden in afwachting van verdere orders. Ze krijgen opdracht om door te rijden naar Schoondijk (NL) en om 14u00 vertrekt de colonne. Wanneer het eskadron door Aardenburg rijdt zijn ze getuige van een luchtaanval op een colonne van het 2de Regiment Gidsen. Bij deze luchtaanval kwamen 13 motorrijders van de Gidsen om het leven. Op hun doortocht naar Schoondijk botsen ze plots op een Duitse patrouille. Het eskadron opent het vuur en slaagt erin het gevecht af te breken. Vermoedelijk zijn ze te ver doorgereden en op de Duitse voorposten gebotst. Uiteindelijk vervoegt het 5Esk de rest van het Regiment ergens in de buurt van Schoondijk. Pas aangekomen krijgt het eskadron bevel terug te keren richting België om een afwachtingsstelling in te nemen nabij het gehucht Hazegras, vlakbij het Nederlandse deel van het Zwin, waar ze onder bevel komen van 4L. Het eskadron krijgt opdracht om de volgende morgen stelling te nemen langs het afleidingskanaal van de Leie, verkenningen worden uitgevoerd om 17u30. Lang blijven ze echter niet in Hazegras want ze krijgen iets voor middernacht bevel hun regiment te vervoegen in Palingstee net ten zuiden van Knokke.

Kaart uit dagboek Brig Mil De Clercq met opstelling 5/I/3L.
Groepering Dugardin
Na de Duitse doorbraak aan de Leie zowel ten zuiden als ten noorden van Kortrijk, wil de vijand snel doorstoten in de richting van Roeselare en Ieper. Terwijl de 10de Infanteriedivisie de opmars naar Roeselare tracht af te stoppen, bouwen de Belgen ook een nieuwe verdedigingslinie uit op de lijn Dadizele – Geluwe – Wervik. Het Groot Hoofdkwartier plaatst hier een in der haast samengestelde formatie met de restanten van de 2de Cavaleriedivisie. Kolonel BEM Libbrecht, commandant a.i. van deze divisie, verdeelt zijn eenheden over twee ondersectoren:
- De Ondersector Noord tussen Dadizele en Panemolen (inclusief) zal bezet worden door 2L en 2JP op het eerste echelon, II/2Cy op het tweede echelon en zal vuursteun ontvangen van I/18A. Deze groepering komt onder bevel van commandant 2L
- De Ondersector Zuid tussen Panemolen (inclusief) en Geluwe zal bezet worden door I/3L, II/1L op het eerste echelon, I/2Cy op het tweede echelon en wordt gesteund door de artillerie van II/18A. Deze groepering komt onder bevel van commandant 3L, Luitenant-kolonel Dugardin.
- Kolonel Libbrecht bevestigt dat bij een aftocht de divisie zal terugplooien op de spoorlijn Roeselare-Ieper waar het leger gestart is met het aanleggen van een anti-tankbarrière die uit goederenwagons zal bestaan.
De lansiers van het 3de regiment hebben maar 4 pantserwagens meer. Vanaf 19u00 wordt de Ondersector Zuid nog eens versterkt met de Wielrijdersgroep van de 17Div onder bevel van Majoor Derton. De Wielrijdersgroep wordt opgesteld tussen Geluwe en Wervik om de zuidflank te beveiligen.
Rond middernacht is de ganse Groepering Dugardin in beweging, het 5de Eskadron wordt onderweg opgepikt te Palingstee en opnieuw aangehecht bij het 3L. Tijdens de nachtelijke verplaatsing breekt de colonne in twee. Een gedeelte van het Regiment rijdt langs Brugge en Torhout naar Elle, een tweede colonne bereikt Elle via Lichtervelde. Omstreeks 06u00 komen beide colonnes tegelijkertijd toe te Elle waar het regiment onder bevel komt van de 2CD. Vanuit Elle vertrekt de Groepering Dugardin vervolgens naar Geluwe iets ten noorden van Wervik om aan te sluiten bij de andere eenheden van de 2CD. De voorhoede van de Groepering Dugardin komt rond 09u00 toe in Geluwe. De staf van het regiment installeert zich in Ter Hand.
I/3L
De sector die het I/3L moet verdedigen strekt zich uit van de zuidrand van het gehucht Panemolen in het noorden tot de noordrand van Geluwe in het zuiden, achter de Britten die er in eerste linie liggen. Ten zuiden van I/3L bezet II/1L het dorp Geluwe, ten noorden van I/3L wordt de stelling verlengd door 2JP dat staat opgesteld van Panemolen tot Vijfwegen. De Cyclisten nemen posities in ongeveer 800m achter de cavaleristen. De motorfietsen bevinden zich op meer dan 1 Km achter de stellingen.
De drie resterende eskadrons van I/3L worden in lijn opgesteld achter een buurtspoorweg. Het 1ste Eskadron wordt opgesteld ten noorden van Geluwe, in het midden het 2de Eskadron, in het noorden tot aan de zuidrand van het gehucht Panemolen het 5de Eskadron. De commandopost van de Iste Groep wordt geïnstalleerd in Molenhoek. Wanneer het 1ste Eskadron toekomt in Geluwe om 09u00 worden de motorfietsen langs hagen gezet en krijgen de manschappen de kans om wat slaap in te halen. Om 11u30 wordt iedereen gewekt en de kans geboden de laatste voorbereidingen voor het gevecht te treffen. Om 13u00 worden de pelotons op stelling gebracht en de steunpunten worden uitgebouwd vanaf 15u00. Tijdens de veldwerken wordt zonder omzichtigheid gewerkt om sneller vooruit te gaan en met de zekerheid dat er nog twee Britse verdedigingslijnen voor hen lagen. Wanneer om 16u30 de eerste bewegingen voor de stelling worden waargenomen is men aanvankelijk van mening dat het Britten zijn die hun stelling verlaten maar al gauw komen ze erachter dat het de voorste elementen van de Duitsers zijn. Rond 17u00 vallen de Duitsers het dorp Geluwe en omliggende velden onverwachts aan nadat de Britten zich zonder waarschuwing uit Kortrijk hebben teruggetrokken. De schutterskuilen en loopgrachten van de lansiers zijn nog niet volledig afgewerkt en de lansiers beschikken slechts over een onvolledige dekking. De pelotons van het 1ste en het 2e Eskadron wachten tot de vijand op 300 meter genaderd is en openen dan gezamenlijk het vuur. De vijand wordt gestopt en gedwongen zich in te graven. Vanaf 19u45 worden de stellingen van het 1ste Eskadron permanent onder vuur gehouden en de Duitse artillerie slaat onverbiddelijk toe in Geluwe. 1L krijgt de volle laag te incasseren. Vanaf 21u00 mengt de Belgische Artillerie zich volop in de gevechten en beschiet de vijandelijke linies zonder ophouden. De vijand slaagt er niet meer in nog te vorderen en dat blijft zo het eerste gedeelte van de nacht.
Het 5e Eskadron dat als laatste in de colonne reed verlaat Elle pas in de late ochtend en komt ruim na de middag toe in Geluwe. Ze moeten de moto’s achterlaten op het erf van de hoeve Scheirlynck, een grote boerderij in het gehucht Ter Hand waar ook de Staf van de Groepering Dugardin staat opgesteld. Het eskadron trekt te voet verder naar zijn stelling waar de drie pelotons in lijn worden opgesteld, in het noorden het peloton Lt Somville, in het midden het peloton OLt Vrints en in het zuiden het peloton OLt Acke. Aangekomen op stelling beginnen de pelotons zich onmiddellijk in te graven en de steunpunten te organiseren. De veldwerken zijn nog maar half voltooid of de stelling van het 5e Eskadron wordt reeds onder vuur genomen vanuit naburige boerderijen. De vijandelijk mitrailleurs worden één na één gedetecteerd en met het C47mm uitgeschakeld. Hierbij loopt het fout bij het zuidelijk peloton, het eerste schot wordt afgevuurd in een haag enkele meters voor het kanon en ontploft midden in de stelling. Soldaat Louis De Moyer komt hierbij om het leven. Na het uitschakelen van de vijandelijke mitrailleursnesten blijft het de rest van de avond betrekkelijk rustig en wordt de lijn gehouden.
Groepering Dugardin
Tijdens de nacht van 25 op 26 mei slagen de Duitsers er in te infiltreren tussen de Belgische eerste en tweede linies en bij dageraad wordt de baan Geluwe-Wervik overgestoken ten zuiden van Geluwe. De 2de Cavaleriedivisie beveelt om 06u35 de onmiddellijke aftocht. Het I/3L wordt teruggetrokken naar Frezenberg en de Cyclisten naar Passendale. De Groepering Dugardin vangt de restanten van 1L en 2JP op en komt nu onder bevel van de 1ste Infanteriedivisie. De niet inzetbare elementen van het 1L worden doorgestuurd naar het gehucht Stampkot nabij Staden. Alleen het 7de eskadron wordt behouden te Sint-Juliaan waar Luitenant-kolonel Dugardin ook zijn commandopost ontplooit.
De groep krijgt om 10u15 opdracht om een stelling langs de spoorlijn Ieper-Roeselaere te verdedigen. Op de spoorlijn vormt een reeks wagons die buffer aan buffer geparkeerd zijn een kunstmatige anti-tank hindernis. Na een terugtocht van 10 Km graaft de groepering Dugardin zich tijdens de nacht van 26 op 27 mei in op zijn nieuwe stelling achter de spoorlijn Roeselare-Ieper waar ze op een strook van vijf kilometer vier steunpunten moeten bezetten. Het betreft vier doorgangen in de hindernis, namelijk de spoorwegovergang op de weg Geluwe-Ieper, een spoorwegovergang aan de Oude Bellewaardestraat 1 kilometer meer naar het noorden, de overgang aan de Ieperstraat te Frezenberg en de overgang op de weg Zonnebeke-Ieper. De vijf gevechtsklare pantserwagens van het 7/1L worden verdeeld onder de eerste drie overgangen.
De Groepering Dugardin vormt nu de meest zuidelijke flank van het Belgische leger. Rechts van de Groep bevinden zich de Fransen, links het 31Li. Er blijven van het 1L, 3L en 2JP nog slechts vier eskadrons over met één T13 en vier T15 pantserwagens, samen met maar één anti-tankkanon C47 en een tiental lichte en zware mitrailleurs.
I/3L
Bij het 1ste Eskadron wordt van de relatief kalme nacht geprofiteerd om wat te slapen maar bij dageraad komt aan die rust een abrupt einde, om 03u45 zetten de Duitsers opnieuw de aanval in en het onophoudelijk schieten herbegint. De mitrailleurploegen leveren goed werk en de vijand vordert niet. Hierin komt verandering wanneer de vijandelijke luchtmacht de stelling van het eskadron begint te bombarderen, blijkbaar werd door de Duitse infanterie luchtsteun aangevraagd om de doorbraak te forceren. Het II/2Cy meldt om 05u20 dat de vijand is geïnfiltreerd tussen hun stelling en de eskadrons in lijn van I/3L. II/1L wordt zwaar gebombardeerd en leidt zware verliezen. Om 05u50 meldt de Wielrijdersgroep 17Div dat de Duitsers de weg Wervik – Geluwe hebben overgestoken en dat Geluwe dreigt omsingeld te worden. Om 06u35 krijgt het 1ste Eskadron de opdracht het gevecht af te breken en terug te plooien op Ter Hand. Dit uiterst gevaarlijk manoeuvre wordt ingezet en er worden zware verliezen geleden temeer daar de Duitsers in de rug van het steunpunt opduiken. Wachtmeester Albert De Bock wordt neergeschoten terwijl hij naar een gewonde lansier toesluipt om hem te evacueren. Ook Wachtmeester Joseph Joos, de Brigadier Petrus Van Dijck en de Soldaten Leo Burms, François De Kaey, Joseph Oris, Jean Cleirbaut en Karel Vloeberghs sneuvelen tijdens dit gevecht. Soldaat Lodewijk Antonissen wordt levensgevaarlijk gewond en overlijdt later aan zijn verwondingen. De rest van het eskadron wordt ingesloten en gevangen genomen. Het 1ste Eskadron houdt op te bestaan in de vroege ochtend van 26 mei 40. Het 2e Eskadron kan gedeeltelijk uit de omsingeling ontsnappen maar tijdens dit manoeuvre sneuvelt OLt Wouter Corten.
Tijdens de nacht was het eveneens rustig voor de stelling van het 5e Eskadron maar vanaf de eerste klaarte wordt de stelling onder hevig mitrailleurvuur genomen. De Duitsers zetten voor het 5Esk de aanval in om 05u55 en maken gebruik van het mitrailleurvuur om de stelling te naderen. In de vroege ochtend wordt de hoeve De Jonckheere, waarin het eskadron een waarnemingspost had, bestormd. De Duitsers moeten halt houden op enkele meters van de stelling. Op dat ogenblik wordt opdracht gegeven de stelling te ontruimen omdat het eskadron dreigt omsingeld te worden, het 1ste en het 2e Eskadron waren reeds in de tang genomen. Het 5e Eskadron slaagt erin het gevecht af te breken maar bij het passerenen van de stelling van de Cyclisten wordt OLt Acke neergemaaid door vijandelijk mitrailleurvuur. Hij wordt levensgevaarlijk gewond en sterft later in het ziekenhuis van Kortemark. Het 5e Eskadron bereikt Ter Hand waar de moto’s staan, vormt colonne en vertrekt. Tot overmaat van ramp valt de colonne onder hevig artillerievuur bij het buitenrijden van het gehucht. Brigadier Emiel Van Neer en Soldaat Joannes Van Staay komen om het leven en verschillende andere Lansiers raken gewond tijdens deze beschieting. Een groot aantal moto’s wordt vernield. Diegenen die wegkomen rijden naar de spoorlijn Ieper-Passendale-Roeselare waar spoorwegwagons buffer aan buffer staan opgesteld en dienst moeten doen als een soort anti-tank hindernis. Deze stelling wordt ingericht tijdens de nacht van 26 op 27 mei.
Groepering Dugardin
De stelling is slechts dun bezet en de munitie raakt uitgeput. Aan de Frezenberg, gelegen tussen Zonnebeke en Ieper, ziet de groepering Dugardin Duitse verkenners te paard naderen. Om 07u00 wordt door aanstormende infanteristen de hindernis van de spoorwagons op de lijn Ieper-Roeselare doorbroken. Vanaf 08u30 is de verbinding met leper afgesneden. Ondertussen beschiet de Belgische artillerie Het Hoge te Zillebeke. Rond de Frezenberg spannen de Lansiers zich tot het uiterste in om er hun positie te behouden. De hindernis wordt er verdedigd door zo’n 300 overgebleven militairen. Ze beschikken maar over een klein aantal automatische wapens en kunnen hiermee uiteraard de Duitse infiltraties niet onderdrukken. Tijdens de gevechten nabij Frezenberg sneuvelt Wachtmeester Jan Leppens. Commandant Breuls de Tiecken raakt gewond op de commandopost van zijn eskadron.
De vijand vordert naar Frezenberg en bereikt de omgeving van de boerderij waar Majoor Ysenbrandt de Lendonck van I/3L zijn commandopost heeft. De T15’s van Wachtmeesters Decerf en Mersch van 1L hebben zich teruggeplooid op deze hoeve en staan klaar voor de nabije verdediging. De T15 van Wachtmeester Schnorrenberg van 1L eveneens is aangekomen op deze locatie van uit Sint-Juliaan. De Belgen ontdekken echter dat de vijand reeds verder naar het westen is doorgestoten en de commandopost dreigen te omsingelen. Decerf krijgt het bevel onmiddellijk naar Sint-Juliaan te rijden en om versterking te vragen maar wordt nog geen 300m meter verder getroffen door een Duits anti-tankkanon. De onderofficier en zijn chauffeur Soldaat Linden kunnen ontglippen naar de hoeve van Majoor Ysenbrandt.
De situatie wordt erg link wanneer de commandopost van I/3L gebombardeerd wordt door de Duitse artillerie. Kapitein-commandant Deprez die hier inmiddels is aangekomen, raakt aan het rechterbeen gewond. Onderluitenant Modera kan ontsnappen samen met Wachtmeester Kreusch van 2JP en Wachtmeester Van Hoorenbeke van 3L, maar wordt neergeschoten en gevat. Hij belandt enige dagen nadien in het Brugman ziekenhuis te Brussel.
De T15’s van Wachtmeesters Mersch en Schnorrenberg gaan eveneens verloren wanneer de chauffeurs Soldaten Verbois en Lacquemant besluiten te voet te vluchten bij de evacuatie van de commandopost. Mersch en Schnorrenberg kunnen hun voertuigen niet besturen en dienen het voorbeeld van hun chauffeurs te volgen. Majoor Ysenbrandt, zijn adjunct Luitenant Cornez, de rest van de stafgroep en de bemanningen van de pantserwagens vluchten nu door de velden in de hoop Sint-Juliaan te bereiken. Het groepje valt echter ten prooi aan de Duitse artillerie. Soldaat Verbois wordt gewond aan de knie. Majoor Ysenbrandt is echter dodelijk geraakt en overlijdt enkele minuten later.
Groepering Dugardin
Het 3L geeft zich over nadat ze het nieuws van de capitulatie vernomen heeft. Ook te Houtem wordt de groep rond Majoor Houyoux ontwapend. De standaard van 3L wordt naar het kasteel van Wijnendale gebracht waar het hoofdkwartier van het leger zich bevond. Samen met nog 37 andere standaarden wordt de standaard van 3L ingemetseld in een crypte van de abdij van Zevenkerken. De Duitsers hebben deze standaarden nooit kunnen vinden.
Tijdens de campagne heeft het 3de Regiment Lansiers 89 doden te betreuren: 5 officieren, 9 onderofficieren en 75 brigadiers en soldaten.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
4/II | ACKE | Karel, V. | ![]() | OLt | Res | 35 | 21.03.1913 | Kortrijk | 31.05.1940 | Kortemark | Verwond 26/5 te Geluwe |
1/I | ANTHONISSEN | Lodewijk, C. | Sdt | Mil | 22.08.1919 | Antwerpen | 28.05.1940 | Menen | Verwond 26/5 te Geluwe | ||
1/I | BURMS | Leonard | ![]() | Sdt | Mil | 05.06.1919 | Heusden | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | |
4/II | CHAUVAUX | Frans, L. | Sdt | Mil | 26.01.1917 | Lier | 14.05.1940 | Bunsbeek | |||
1/I | CLEIRBAUT | Jean | Sdt | Mil | 04.03.1916 | Antwerpen | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | ||
2/I | CORTEN | Wouter, H.J. | OLt | Act | 23.02.1918 | Antwerpen | 26.05.1940 | Geluwe | |||
1/I | DE BOCK | Albert, P. | Wm | Mil | 37 | 25.05.1917 | Assenede | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | |
1/I | DE KAEY | François, C. | Sdt | Mil | 25.05.1915 | Ecclesall (GB) | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | ||
3/I | DE MAEYER | Walther, H.A. | Sdt | Mil | 05.09.1912 | Niel | 28.05.1940 | Kortemark | Mitrailleurschutter | ||
5/II | DE MOYER | Ludovic | Sdt | Mil | 12.03.1911 | Beveren(-Waas) | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door bevriend C47mm vuur | ||
2/I | DEFRENNE | Léon, H.G. | Brig | Mil | 39 | 06.03.1920 | Latour | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | |
5/II | DUMORTIER | Gérard, V.L. | Sdt | BV | 37 | 14.11.1918 | Amfreville-les-Champs (F) | 13.05.1940 | Ezemaal | FM30 schutter | |
3/I | HOUTTEKIET | Albert | Sdt | Mil | 18.02.1916 | Bellegem | 26.05.1940 | Geluwe | Chauffeur | ||
1/I | JOOS | Joseph, F.A. | ![]() | Wm | BV | 29.07.1918 | Leuven | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | |
Onbekend | LEFEBURE | Arthur, E. | Brig | Mil | 23 | 06.11.1903 | Olen | 24.05.1940 | Poperinge | ||
2/I | LEPPENS | Jan, J. | Wm | BV | 37 | 25.02.1917 | Oud-Turnhout | 27.05.1940 | Zonnebeke | Gedood door geweervuur | |
2/I | LESAGE | August, J. | 1Wm | BV | 01.10.1905 | Antwerpen | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door inslag obus | ||
Onbekend | MAES | Dominique, F. | Sdt | Mil | 27.05.1913 | Schaarbeek | 27.05.1940 | Passendale | Verwond 26/5 Geluwe | ||
2/I | OP DE BEECK | Johannes, B.A. | Sdt | Mil | 02.07.1912 | Hoboken | 25.05.1940 | Geluwe | Gedood door inslag obus | ||
1/I | ORIS | Joseph, A.P. | Sdt | Mil | 15.04.1917 | Rijkevorsel | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | ||
5/II | PAPEIANS DE MORCHENHOVEN (VAN DER STREPEN) | Christian | ![]() | Adjt | 28.06.1915 | Brugge | 26.05.1940 | Dentergem | |||
4/II | PAUWELS | Charles, L. | Sdt | Mil | 09.02.1915 | Haarlem (NL) | 13.05.1940 | (Ergens in Frankrijk) | |||
Onbekend | PEETERS | Jaak, C.M. | Sdt | Mil | 37 | 26.07.1917 | Antwerpen | 16.05.1940 | Boom | ||
2/I | PONCELET | Henri, M.J. | ![]() | OLt | Res | 16.09.1912 | Forrières | 17.05.1940 | Zaffelare | Gedood door Franse officier | |
5/II | POPPE | Albert, P. | ![]() | Brig | Mil | 37 | 02.06.1918 | Sinaai | 13.05.1940 | Hakendover | Gedood door geweervuur |
2/I | REYSKENS | Henri, J. | Sdt | Mil | 10.06.1919 | Genk | 28.05.1940 | Hooglede | Gedood in auto-ongeval | ||
3/I | SAENEN | Felix | Sdt | Mil | 05.08.1912 | Tessenderlo | 27.05.1940 | Langemark | |||
2/I | SMET | August, H. | Sdt | Mil | 19.10.1912 | Herentals | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | ||
4/II | SLAGMUYLDERS | Frans, C. | Brig | Mil | 38 | 18.06.1918 | Rumst | 16.05.1940 | Tienen | Gewond 14/05 te Bunsbeek | |
1/I | VAN DIJCK | Petrus, L.F. | Brig | Mil | 39 | 29.03.1920 | Deurne | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | |
2/I | VAN HEYBEECK | Victor, L. | ![]() | Sdt | Mil | 23.05.1915 | Antwerpen | 27.05.1940 | Ouwegem | ||
2/I | VAN HULLE | Raymond, G. | ![]() | Sdt | Mil | 07.04.1920 | Knesselare | 26.05.1940 | Geluwe | ||
5/II | VAN MOL | Frans, A. | Sdt | Mil | 09.06.1916 | Doel | 13.05.1940 | Hakendover | |||
5/II | VAN NEER | Emiel | Brig | Mil | 12.09.1912 | Neuf-Mesnil (F) | 26.05.1940 | Geluwe | Overgekomen van 4de Eskadron | ||
5/II | VAN STAAY | Joannes | ![]() | Sdt | Mil | 04.10.1918 | Sint-Lenaarts | 27.05.1940 | Zarren | Verwond 26/5 te Geluwe | |
3/I | VERDAET | Hubert, E. | Brig | WDieN | 24 | 05.06.1904 | Lier | 26.05.1940 | Beselare | Verwond 26/5 te Geluwe. Mechanieker | |
2/I | VERSTRAETEN | Lodewijk | Brig | WDieN | 31 | 22.08.1913 | Berchem | 26.05.1940 | Geluwe | ||
1/I | VLOEBERGHS | Karel, Ph. | Sdt | Mil | 21.04.1920 | Berchem | 26.05.1940 | Geluwe | Gedood door geweervuur | ||
5/II | WEYNS | Karel | Sdt | Mil | 17.12.1918 | Brasschaat | 13.05.1940 | Goetsenhoven | Of + 14/5 Halle-Booienhoven | ||
Onbekend | WILLEMSEN | Corneel, N.F. | Sdt | Mil | 21.05.1917 | Merksem | 23.05.1940 | Schoondijke (NL) | |||
Staf/I | YSEBRANT DE LENDONCK | Gérald, A.A. | Maj | Act | 29.07.1892 | Gent | 27.05.1940 | Klerken | Inslag bom. Of + Frezenberg |
- Cdt e.r. Stassin, Guy, jaartal onbekend, Documentatiecentrum Tank Museum, Brussel, “Historique de la Cavalerie Motorisée Belge – Volume 1 – Motorisation et Mobilisation (1935-1939)”, p. 14.
- De officiersverkenningen hebben als doel overgangspunten op de grens waar te nemen en te melden wanneer buitenlandse militairen de grens oversteken. De officiersverkenningen aan de Belgisch-Franse grens zijn eerder pro forma en kaderen in de context van de Belgische neutraliteit. Dergelijke officiersverkenningen worden ook uitgevoerd langs de Belgisch-Nederlandse en de Belgisch-Duitse grens. “Le Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières (SSRF) de l’entre-deux-guerres à la campagne des 18 jours”, Pascal Pirot, mémoire de fin d’études défendu en janvier 2010 à l’Université de Liège en vue de l’obtention du grade de Master en Histoire. “En effet, un projet théorique de remise sur pied du S.S.R.F. reprend vigueur dans les années 1930. Relativement mieux préparé et organisé dès le temps de paix (retrait des douaniers du service, meilleure coordination avec le réseau de surveillance de l’armée), il fonctionne plusieurs mois à partir de la mobilisation de l’armée belge en septembre 1939. Dans le contexte de la « neutralité choisie », le périmètre sur lequel le S.S.R.F. est effectivement en place est considérablement étendu : frontière française, allemande, luxembourgeoise, moins rigoureusement la frontière des Pays-Bas, sont concernées.
- Bij nader onderzoek bleken de documenten de Duitse bevelen voor de Luftflotte 2, de plannen voor de 7(DEU)Flieger-Division voor het overvallen van de bruggen over de Maas ten zuiden van Namen en een informatieblad met gegevens over de Belgische troepen, vernielingen en versperringen te bevatten. Achtergrondinformatie bij de noodlanding van een Duits vliegtuig te Vucht op 10 januari 1940 [On Line beschikbaar]: https://www.tracesofwar.nl/articles/5562/Incident-bij-de-plaats-Vucht-10-januari-1940.htm [laatst geraadpleegd 30 juni 2023] en in de publicatie “eerste Duitse adelaar viel te Vucht” door Flor Vanloffeld, uitgegeven door de heemkundige kringen Vochte-Vucht en Eisden in 1986. [On Line beschikbaar]: https://burgelijkongehoorzaam.files.wordpress.com/2015/07/de-eerste-duitse-adelaar-viel-te-vucht-beveiligde-versie-1.pdf [laatst geraadpleegd 30 juni 2023].
- De British Expeditionary Force (BEF) bevond zich vanaf september 1939 in Noord-Frankrijk en stond klaar om bij een Duitse aanval op het westen de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven tot Waver. Vanaf het ogenblik dat duidelijkheid ontstaat omtrent de Duitse intenties starten de Britten met hun inplaatsstelling richting Leuven en passeren de grens tussen Doornik en Bergen.
- De Demer/Gete-Stelling is een vooraf geplande defensieve stelling die dwars op het Albertkanaal staat en die de eenheden, die opgesteld staan achter dit kanaal ten oosten van Kwaadmechelen, moet toelaten het gevecht af te breken en terug te plooien achter de K.W. Stelling eens de Dekkingsstelling wordt opgeheven. Het was immers niet de bedoeling het beslissend gevecht te voeren op de Dekkingsstelling maar wel op de K.W. Stelling, en dit samen met de Britten en de Fransen.
- Brug van Florival waar het I/3L heeft postgevat op 10 mei in afwachting van de aankomst van de Britten. [On Line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@50.7597014,4.6473037,3a,75y,287.43h,69.86t/data=!3m6!1e1!3m4!1sZEaDHIb67t46MXROV9-GUQ!2e0!7i16384!8i8192?entry=ttu [Laatst geraadpleegd 5 juli 2023].
- Het betreft hier met grote waarschijnlijkheid een HE 111P van het KG27. Het vliegtuig werd beschadigd tijdens een luchtgevecht met Britse vliegtuigen boven Ingelmunster en maakte een noodlanding nabij Bergen (Chièvre). Bij de crash kwam de telegrafist Manfred Kisker om het leven, de piloot Uffz Otto Wehmeier kwam ongedeerd uit de crash, Uffz Arthur Voigt en Uffz Miklitz raakten gewond. De drie overlevenden werden krijgsgevangen genomen. [On Line beschikbaar]: http://forum.12oclockhigh.net/archive/index.php?t-4905.html [laatst geraadpleegd 29 juni 2023]. Manfred Kisker is begraven te Lommel (graf 191 rij 61).
- Achtergrondinformatie bij het 12(FRA)RC [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 28 juni 2023]. Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. In een naslagwerk bundelde hij vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Achtergrondinformatie bij HMS Valentine [On Line beschikbaar]: http://k5e.nl/hms-valentine/ [Laatst geraadpleegd 30 juni 2023] en Wrecksite. 2002. HMS Valentine [+1940]. [On Line beschikbaar]: http://www.wrecksite.eu/wreck.aspx?175630 [Laatst geraadpleegd 30 juni 2023].
- Dagboek Frans De Clercq, Brigadier MG schutter bij 4/II/3L, gepubliceerd in het halfjaarlijks tijdschrift van de Koninklijke verbroedering van het 3e Regiment Lansiers.
- Dagboek Alfred Ralet, Luitenant pelotonscommandant bij 1/I/3L, gepubliceerd in het halfjaarlijks tijdschrift van de Koninklijke verbroedering van het 3e Regiment Lansiers.
- Dagboek Jozef Meeusen, Brigadier bevoorrader bij 3/I/3L, SOMA AB2554, Brussel. [On Line beschikbaar]: http://www.cegesoma.be/docs/Invent/AB_2554_Oorlogsdagboek.pdf [Laatst geraadpleegd 30 juni 2023].
- Dagboek Karel Acke, Onderluitenant pelotonscommandant bij 4/II/3L.
- Dirk Decuypere, Dorp zonder grenzen, 1940-1945 epicentrum Geluwe.
- Dagboek Frans Dethy, Kapitein-commandant, Adjudant-majoor van Staf/3L, gepubliceerd in het halfjaarlijks tijdschrift van de Koninklijke verbroedering van het 3e Regiment Lansiers Ed 2013.
- Website Majoor Phillipe Houyoux. [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Philippe_Houyoux [Laatst geraadpleegd 30 juni 2023].
- Cdt e.r. Stassin, Guy, jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.
- Pied, R., 1990, L’enfer de la Dyle: tome II – mai 1940, Wavre: eigen beheer.
- Velddagboek 12th Royal Lancers, The National Archives, Kew (Londen). Het 3L komt tweemaal in contact met 12(UK)RL. Een eerste keer op 10 mei wanneer ze afgelost worden langs de Dijle door het 12(UK)RL die de opdracht heeft de inplaatsstelling van de BEF te beveiligen, een tweede keer wanneer op 13 mei het B Squadron van 12(UK)RL achter de Gete verschijnt om van daar af tussen Tienen en Diest de vijand in het voorgebied van de BEF te jalonneren.