1ste Cavaleriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 1ste Cavaleriedivisie | 1CD
1er Division de Cavalerie | 1DC
Type Cavaleriedivisie
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Groepering Keyaerts
Bevelhebber Luitenant-generaal Maurice Keyaerts
Commandant Cavalerie Generaal-majoor Werner Goffinet
Stafchef Kapitein-commandant SBH Willy Baeyens
Comd Transportkorps Kapitein-commandant Jules Lerot
Standplaats Alarmstelling en Voortuitgeschoven Stelling Ardennen
Commandopost te Saint-Hubert
Samenstelling Hoofdkwartier
  1ste Regiment Gidsen    
  2de Regiment Lansiers    
  (3de Regiment Lansiers)   -> Afgedeeld bij VIde Legerkorps
  2de Regiment Jagers te Paard    
  (1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders)   -> Afgedeeld bij Groepering Ninitte
  3de Regiment Karabiniers-Wielrijders    
  17de Regiment Artillerie    
  25ste Bataljon Genie -> Afgedeeld bij Groepering Keyaerts
  28ste Bataljon Transmissietroepen  
  Geneeskundig Korps 1CD Staf (Med Maj A. Lust)
    Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med OLt J. Legros)
    Ambulance Cavaleriedivisie (Med Kapt F. Henry)
  Compagnie Intendance 1CD  
  Transportkorps 1CD Staf
    Autopeloton voor Infanteriemunitie (PAMI) (Lt F. Vandenbosch)
    Autopeloton voor Artilleriemunitie (PAMA) (Lt F. Feyerick)
    Autopeloton voor Ravitaillering (PARa) (Cdt baron Georges Gendebien)
    Autopeloton voor Materieel (PAMat) (Lt P. Dulait)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (ARCA) (Cdt Léon J. Hobe)
  Eskadron Luchtafweermitrailleurs (Cdt jonkheer Charles du Roy de Blicquy / Lt A. de Lannoy)
  Provoost (Cdt Arthur Burton)  

Tijdens de mobilisatie

Een militair van het Autopeloton voor Materieel op een opgeëiste motorfiets.

Staf/1CD
De 1ste Cavaleriedivisie (1CD) werd op oorlogsvoet gebracht vanaf 26 augustus 1939, bij de afkondiging van Fase A van het nationale mobilisatieplan. De kern van het commando omvatte bevelhebber Luitenant-generaal Keyaerts, cavaleriecommandant Generaal-majoor Beernaert en stafchef Luitenant-kolonel SBH Deleuze. In een eerste stadium werden de miliciens van de Klas 38 opgeroepen om het 1G, 2L, 3L, 1Cy en 17A op volle sterkte te brengen. Vanaf 1 september werden het 3Cy, 25Gn, 28TTr, het Eskadron Luchtafweermitrailleurs, het Eskadron T13 Tankjagers, het geneeskundig korps, de intendance en het transportkorps gemobiliseerd.

Op 3 september 1939 werd de divisie de Ardennen ingestuurd om samen met de toen nog enige Divisie Ardeense Jagers de lijn Bauraing-Gruppont-La Roche te bezetten. Deze formatie stond aanvankelijk onder het bevel van het Cavaleriekorps. Het 3de Regiment Lansiers werd hierbij gedetacheerd naar het VIde Legerkorps en zou zijn organieke divisie niet meer vervoegen voor de Duitse inval.

Op 17 september 1939 volgde een eerste reorganisatie. De staf van het Cavaleriekorps vertrok naar Limburg en Luitenant-generaal Keyaerts kwam aan het hoofd te staan van de beide divisies die samen met de benaming Groepering Keyaerts oftewel Groepering K aangeduid werden. Luitenant-generaal Keyaerts bleef tevens bevelhebber van de 1CD, maar de taak werd de facto gedelegeerd aan Generaal-majoor Beernaert.

Beernaert vertrok dan weer op 26 december 1939 om het bevel over de 2CD over te nemen. Hij werd vervangen door Generaal-majoor Goffinet die op 1 januari 1940 als nieuwe stafchef Kapitein-commandant SBH Baeyens kreeg. Verschillende troepenwissels volgden elkaar op. De definitieve missie van de Groepering Keyaerts werd vastgelegd op 12 februari 1940 met de geheime nota 41/34 van het Groot Hoofdkwartier: de nieuwe 1ste Divisie Ardeense Jagers zou aan de oostgrens een vertragend gevecht uitvoeren en op de Hoyoux-Ourthe Stelling opgevangen worden door de 1ste Cavaleriedivisie. Vervolgens zou de ganse formatie de Maas oversteken om op de linkeroever de verbinding te verzekeren tussen het IIIde Legerkorps te Luik en het VIIde Legerkorps te Namen.

Het 1ste Regiment Cyclisten verliet de divisie op 11 maart 1940 om in Limburg toegevoegd de worden aan de verdediging van het Verbindingskanaal Maas-Schelde als onderdeel van de Groepering Ninitte. Op 10 april 1940 tenslotte werd het Eskadron T13 ontbonden. De pantserwagens werden verdeeld onder andere eenheden en de slagkracht van de divisie werd alzo verder herleid.

Net zoals bij alle andere formaties op niveau divisie, werd in de maand april 1940 het PASanit overgeheveld van het Transportkorps naar het Geneeskundig Korps. De vervoerscapaciteit van het Geneeskundig Korps kwam onder Luitenant Hirsch van het PAMat te staan.

Bij het algemeen alarm van 9 april 1940 ten gevolge van de Duitse inval in Noorwegen en Denemarken, werd de Groepering Keyaerts in staat van alarm geplaatst met front naar het zuiden.  Hierbij werd het 1ste Regiment Gidsen langsheen de Lesse ontplooid, en het 2de Regiment Lansiers langsheen de Semois.  Op 13 april werd het alarm afgeblazen en opnieuw een naar het oosten gerichte opstelling aangenomen.  Hierbij werd de Groepering Goffinet opgericht om de verdediging van de Ardennen te verlengen tot Messancy in het uiterste zuiden van het land.  Deze groepering onder leiding van de Cavaleriecommandant van de 1ste Cavaleriedivisie omvat het volledige 1G, de IIde Groep van het 2L, en het “Detachement Arlon” rond de 1Cie en 9Cie van het 1ChA.  De groepering krijgt de uitdrukkelijke opdracht om zich bij een grote vijandelijke aanval doorheen het Groot-Hertogdom Luxemburg terug te trekken zonder strijd te leveren, en is slechts verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vernielingsplan.

Twee dagen later, op 15 april 1940, vervoegen Generaal-majoor Goffinet en zijn staf opnieuw het hoofdkwartier van de 1ste Cavaleriedivisie te Saint-Hubert.  De troepen van de groepering blijven op hun nieuwe posities.

Aan de vooravond van de Duitse inval zijn de troepen van de divisie toegewezen aan twee taken. Het gros van de divisie bevindt zich op de Hoyoux-Ourthe Stelling en staat klaar om de Ardeense Jagers op te vangen bij hun terugtocht uit de Ardennen. Overige detachementen zijn aangehecht bij de 1ste Divisie Ardeense Jagers. De commandopost van de divisie is geïnstalleerd te Saint-Hubert en fungeert eveneens als hoofdkwartier van de Groepering Keyaerts.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het eskadron luchtafweermitrailleurs werd gemobiliseerd op 1 september 1939 met reservisten van de Klas 32 en Klas 33 van het 1ste Gidsen en het 3de Lansiers. Het 25-tal chauffeurs en motorwielrijders heeft zijn dienstplicht volbracht bij andere eenheden. Het eskadron omvat 6 pelotons van telkens 4 Maxim mitrailleurs op luchtafweer-drievoet. Tijdens het transport worden de wapens per twee op de laadbak van een platte vrachtwagen gemonteerd zodat eveneens tijdens het rijden kan gevuurd worden. Net zoals bij talrijke andere eenheden van dit type heeft ook dit eskadron geen lichtspoormunitie. Vuren bij nacht heeft dan ook geen enkele zin, en effectieve vuurcorrecties bij dag zijn bijzonder lastig uit te voeren. Het eskadron wordt samen bevolen door Luitenant de Lannoy en Kapitein-commandant du Roy de Blicquy, die aangeduid is om bij het uitbreken van de oorlog het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Cavalerie te vervoegen.

Het hoofdkwartier blijft samen met de staf van de Groepering Keyaerts. Aan het eind van de dag verlaat het hoofdkwartier het dorp Saint-Hubert om zich in het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum (Centre de Renseignements Avancé oftewel CRA) van Mache-en-Famenne te gaan installeren.

Transportkorps
De staf van het transportkorps staat opgesteld te Neuville-en-Condroz. Het PARa is ingekwartierd te Havelange. Het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark bevindt zich te Burdinnes.

Geneeskundig Korps
Bij ontvangst van het algemeen alarm rondom 03u00 verlaat de staf van het Geneeskundig Korps zijn kantonnement te Nandrain om zijn oorlogsstandplaats te Fallais te vervoegen. De Geneeskundige Versterkingscompagnie en de 1ste sectie van de Ambulance zijn reeds operationeel op deze locatie. De 2de sectie van de Ambulance heeft een medische hulpplaats te Fraineux opgesteld.

Bij aankomst te Fallais start Luitenant Hirsch onmiddellijk met het in orde zetten van het wagenpark. Tijdens de namiddag komen twee gloednieuwe ambulancevoertuigen aan uit het Reservewielvoertuigenpark van Gent.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Wanneer Luitenant de Lannoy om 00u55 de algemene alarmmelding ontvangt, is de slagorde van het eskadron zo goed als compleet. De pelotons worden bevolen door de Luitenanten John Lippens, Pol Verhaert en François Henry de Frahon en de Onderluitenanten Pol Pieraert, John Rombouts en Diego de Villegas. Een handvol manschappen zijn afwezig door landbouwverlof en Wachtmeester Capelle is met spoedverlof naar huis te Marche-en-Famenne vertrokken voor de bevalling van zijn echtgenote.

Bij de aanvang van de veldtocht is het eskadron in drie groeperingen verdeeld om de verdediging van het hoofdkwartier van de Groepering Keyaerts tegen luchtaanvallen te verzekeren:

  • vier pelotons zijn verspreid over het militaire vliegveld van Saint-Hubert
  • één peloton staat opgesteld aan de oostrand van Saint-Hubert nabij de kapel van Saint-Roc
  • het laatste peloton heeft post gevat in het Bois de Failly

Commandant du Roy de Blicquy wil zoals voorzien naar Hamme vertrekken om het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Cavalerie te vervoegen en laat het commando in handen van Luitenant de Lannoy. Om niet nader verklaarde reden gaat de mutatie van du Roy de Blicquy niet door. Hij blijft bij het eskadron en zal de leiding over het peloton buiten gelid en de bagagetros overnemen.

Op het vliegveld van Saint-Hubert is ook een detachement van het 25ste Bataljon Genie aanwezig om de technische wacht te verzekeren bij de voorbereide vernielingen die tijdens de mobilisatie door het 10de Bataljon Genie aangelegd werden. Deze omvatten 21 mijnputten met elk 60 Kg TNT springstof onder de piste, en springladingen aan de beide masten van het radiostation. Het geniedetachement vertrekt echter om 05u15 om op bevel van de Groepering K de telefoon- en telegraafcentrale en het seinhuis van het station te Poix-Saint-Hubert te gaan vernielen. Luitenant de Lannoy heeft een brevet van vuurwerkmaker en krijgt dan ook prompt de leiding over de springinrichtingen. Een uur later beveelt Majoor SBH Baeyens, stafchef van de Groerpering K, om de ladingen aan te zetten. Manschappen en vrachtwagens worden in veiligheid gebracht en om 06u25 wordt de piste herschapen tot een ontoegankelijk maanlandschap. Omstreeks 07u15 gaan ook de zendmasten tegen de vlakte. De pelotons nemen hun schootsstellingen opnieuw in.

Omstreeks 08u00 duikt een eerste doel op: een traag vliegend Fiseler Storch verkenningstoestel overvliegt de piste. De 16 mitrailleurs openen het vuur maar slagen er niet in het vliegtuigje neer te halen. De Duitse verkenners maken twee overvluchten over Saint-Hubert en verdwijnen hierop richting oosten. Omstreeks 08u50 komen een twaalftal Junkers 52 transportvlietuigen aanzetten. Het escadrille maakt echter rechtsomkeer bij het aanschouwen van de landingsbaan. Ook deze toestellen worden zonder resultaat beschoten.

Het eskadron verlaat Saint-Hubert omstreeks 15u15 en installeert zich na een tocht over de Barrière de Champlon rondom het stadje Marche-en-Famenne. Luitenant de Lannoy opent zijn commandopost in de gemeenteschool Hier komen de manschappen een eerste keer in aanraking met de Franse cavalerie die positie inneemt in de Ardennen.

Om 21u30 volgt een bevel voor een nieuwe verplaatsing. Het eskadron vertrekt naar Sonheit-Tinlot, achter een colonne van het 2de Lansiers.

Staf/1CD
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei verplaatsen de samengevoegde staven van de 1CD en de Groepering Keyaerts zich naar Sonheit-Tinlot. Het nieuwe hoofdkwartier wordt ondergebracht in het kasteel van de markies Jean Impériali. Dit hoofdkwartier wordt gesloten tijdens de vooravond. Luitenant-generaal Keyaerts, Generaal-majoor Goffinet en de kern van de staf steken omstreeks 21u15 de Maas over via de wegbrug te Hoei, onder dekking van twee pantserwagens van het 1ste Regiment Gidsen.

De nieuwe standplaats voor het hoofdkwartier zou het dorp Oteppe worden, maar dit plan wordt gewijzigd wanneer Keyaerts het gerucht opvangt dat er parachutisten in de omgeving zouden geland zijn. De generaal stuurt zijn staf richting Namen en duidt Saint-Gérard ten zuidwesten van Namen aan als nieuwe locatie.

Geneeskundig Korps
Te Fallais duikt na de middag een colonne Franse pantserwagens op. De Fransen maken deel uit van de dekkingsmacht van de 1ère Armée en zijn op weg naar de Méhaigne rivier. Enkele uren later komen de Ambulance en de Geneeskundige Versterkingscompagnie aan. Om 18u30 krijgen de medische eenheden het bevel om te vertrekken naar Corroy-le-Grand, ten zuidoosten van Waver. De marsroute zal via Ville-en-Hesbaye, Burdinne, Bierwart, Marchovelette, Rhisnes en Nil-St-Vincent-St-Martin lopen. De 2de Ambulance zal te Fallais blijven tot de rest van de divisie de westelijke oever van de Maas bereikt heeft en veilig op weg is naar Namen.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het eskadron plaatst zijn pelotons rondom het pak van het Chateau Impériali en is vanaf 01u00 klaar tot vuren. Bij het eerste daglicht neemt de activiteit in de lucht toe. Omstreeks 05u00 voert een escadrille van 12 Dornier 215 lichte bommenwerpers een aanval uit op het dorp. De toestellen worden onder vuur genomen en verdwijnen over de horizon.

Om 07u30 wordt de bagagetros van het eskadron doorgestuurd naar Oteppe. De vrachtwagens zullen te Hoei de Maas oversteken. De rest van het eskadron blijft de ganse dag op post en kijkt toe hoe de laatste detachementen van de Ardeense Jagers voorbij trekken.

Tijdens de vooravond worden de 1ste, 3de en 6de pelotons verplaatst naar de linkeroever van de Maas te Hoei om de bruggen over de stroom te dekken. Het 2de peloton wordt aangeduid om luchtdekking te bieden bij de geniebrug te La Neuville. Het 4de peloton wordt doorgestuurd naar de brug te Engis en het 5de peloton naar de brug te Ombret-Rausa. Luitenant de Lannoy vervoegt zijn troepen te Hoei en merkt op hoe op de wegen van Luik naar Namen en van Hoei naar Hannuit de totale chaos heerst. Eenheden van het Franse cavalerie willen koste wat kost naar het noorden oprukken om zich aan de Méhaigne rivier te installeren, terwijl de meest diverse formaties van ons uit Luik gevluchte IIIde Legerkorps zo snel mogelijk Namen willen bereiken. Bovendien zijn er duizenden vluchtende burgers onder de militaire colonnes vermengd geraakt. Bij de doortocht van de staf van de Groepering K rondom 21u15, beveelt Luitenant-generaal Keyaerts om de luchtverdediging van de Maasbruggen op te geven na het vallen van de duisternis en het eskadron over te brengen naar de nieuwe standplaats van de groepering te Oteppe.

Luitenant de Lannoy verzamelt de drie pelotons van Hoei op de steenweg naar Hannuit en slaagt er in om het peloton van Luitenant Lippens aan de brug van La Neuville te verwittigen. De twee overige pelotons hebben geen verbinding met het eskadron en zullen achter blijven. Via Erezée, Cognelée, Rhisnes, Temploux, Moustier-sur-Sambre en Ham-sur-Sambre wordt koes gezet naar de zuidelijke oever van de Maas en het dorpje Saint-Gérard.

Staf/1CD
De installatie te Saint-Gérard gaat niet door. Luitenant-generaal Keyaerts wijzigt zijn plannen. De nieuwe standplaats voor het hoofdkwartier wordt Malonne waar de staf wordt ondergebracht in het Institut Saint-Berthuin, een grote school voor secundair onderwijs.

Transportkorps
Bij de zware Duitse luchtaanval te Suarlée en Temploux vallen vier slachtoffers: de pelotonscommandant van het Autopeloton voor Ravitaillering, Kapitein-commandant baron Georges Gendebien, wordt dodelijk gewond aan de hals door een bomscherf en zal kort na evacuatie naar Franière overlijden. De eveneens zwaar gewonde Korporaal Vignoble wordt naar Namen afgevoerd en sterft later op de dag. Twee overige militairen raken ook gewond maar zullen het incident overleven. Luitenant Geeraerts wordt de nieuwe pelotonscommandant van het PARa.

Geneeskundig Korps
De colonnes bereiken Corroy-le-Grand rondom 05u00 en de eenheden worden ingekwartierd. Het PASanit vindt onderdak te Vieux-Sart. De 2de sectie ambulancewagens is inmiddels rond 03u00 vertrokken uit Fallais en vindt te 09u00 opnieuw aansluiting. Het PARa bevoorraadt alle voertuigen met benzine en smeerolie. Het korps krijgt om 14u00 een nieuw marsbevel: de afstand tussen de medische eenheden en de rest van de divisie is te groot geworden en er moet teruggekeerd worden naar de zone van het VIIde Legerkorps rond Namen. Om 16u15 vertrekken de colonnes via Cortil-Noirmont, Saint Géry, Sombreffe, Mazy en Temploux naar Sart-Saint-Laurent. Net voor het vertrek worden de soldaten Chanoine en Driessens met een ambulance teruggestuurd naar Fallais om er enkele achtergebleven zieken te gaan ophalen, maar dit voertuig zal nooit meer teruggezien worden.

Kort na het vertrek wordt de colonne aangevallen door de Luftwaffe bij het oversteken van de baan Waver-Gembloers. Een vijftal vliegtuigbommen van klein kaliber maken geen schade. De wegen zijn bijzonder druk en bij het binnenlopen van Temploux en Suarlée komt de colonne vast te zitten in een onooglijke verkeersknoop. Duizenden Belgische troepen – in hoofdzaak van de 1ste Divisie Ardeense Jagers – blokkeren alle wegen. Ook het transportkorps en de intendance van de 1CD zijn vast te komen zitten in deze twee dorpen. De Duitse luchtmacht laat de kans niet liggen en voert tussen ongeveer 18u00 en 20u00 een bijzonder zware luchtaanval uit waarbij honderden slachtoffers zullen vallen. De soldaten Detombe en Broeckx komen om. Vier voertuigen worden vernield: een autobus voor het vervoer van personeel, de opgeëiste lichte bestelwagen voor draagberries met nummerplaat R0080 en twee lichte vrachtwagens voor materieel met nummerplaten Z07550 en Z07509. Het Geneeskundig Korps likt zijn wonden te Sart-Saint-Laurent.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De vier pelotons onder leiding van Luitenant de Lannoy bereiken Saint-Gérard omstreeks 06u20 en starten met de inplaatsstelling van de mitrailleurs. Verschillende stafofficieren en steundetachementen van de 1CD en de Groepering Keyaerts zijn reeds aanwezig, maar wachten op de komst van hun bevelhebber. Rond het middaguur vertrekt iedereen naar de nieuwe locatie van het hoofdkwartier te Malonne. De terugrit verloopt relatief vlot en vanaf de vroege namiddag is het eskadron klaar tot de actie.

De manschappen zijn tijdens de vooravond getuige van de zware luchtaanval van de Luftwaffe op Temploux en Suarlée, maar kunnen niet tussenbeide komen. De beide pelotons die op 11 mei aan de Maas achtergelaten werden, lopen binnen.

Staf/1CD
Het hoofdkwartier wordt tijdens de nacht van 12 op 13 mei verplaatst naar Corroy-le-Chateau. Ook hier wordt het verblijf van korte duur. Aan het eind van de dag vervoegt de staf het kasteel van Ways-Ruart te Glabais, ten noordoosten van Genappe.

Transportkorps

Geneeskundig Korps
De staf van de medische diensten is er niet in geslaagd om met het hoofdkwartier van de 1CD in contact te komen en wacht verdere bevelen af te Sart-Saint-Laurent. Om 12u40 besluit men om per telefoon het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie te raadplegen. De medische eenheden worden hierop naar Jemeppe-sur-Sambre bevolen. Dit bevel wordt even later als nog bevestigd door de eigen divisiestaf. Het duurt echter enige uren vooraleer het bevel tot uitvoering gegeven wordt. Tijdens de lange wachttijd worden Wachtmeester Honorez en Soldaat Van Campenhout teruggestuurd naar Floriffoux om twee achtergebleven vrachtwagens te gaan recupereren.

Uiteindelijk laat de staf van de 1CD weten dat het Geneeskundig Korps tussen 00u00 en 01u00 te Fleurus moet zijn en hier toegevoegd zal worden aan een vrachtwagencolonne van het Transportkorps van de divisie. Vervolgens zullen de beide formaties doorgestuurd worden naar Sart-Dames-Avelines. De medische dienst laat zijn voertuigen vanaf 21u00 vertrekken in groepjes van vier tot zes. De schrik voor de Luftwaffe zit er goed in en met gedoofde lichten wordt via Ham-sur-Sambre en Velaine naar Fleurus gereden.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het eskadron verlaat Malonne om middernacht en bereikt Corroy-le-Chateau even na 06u30. Het dorp ligt er volledig verlaten bij. De manschappen begraven twee gesneuvelde Franse militairen die langs de kant van de baan liggen. De rest van de dag verloopt in relatieve rust. De vijand heeft kennelijk geen weet van de nieuwe locatie van het hoofdkwartier.

Om 21u30 verlaat het eskadron Corroy-le-Chateau. Samen met het hoofdkwartier van de 1CD/Groepering Keyaerts wordt in een enkele colonne naar Glabais gereden. De marsroute loopt over Villers-la-Ville en Genappe. Ook deze etappe verloopt zonder indicenten.

Het Chateau de la Hutte.

Staf/1CD
Het divisiehoofdkwartier komt aan te Glabais tijdens de tweede helft van de nacht van 13 op 14 mei. In het dorp bevinden zich enkele voertuigen en twee T13 tankjagers van het 2de Jagers te Paard, samen met de verdwaalde Wachtmeester Poncelet en twee manschappen van het 1ste Lansiers. Het detachement van het 2JP neemt de drie militairen mee en vertrekt tijdens de voormiddag.

De Franse 7ème Groupe de Reconaissance de Division d’Infanterie komt aan in het dorp. Deze verkenningseenheid is slaags geraakt met de vijand nabij Merdorp maar heeft het gevecht op bevel moeten afbreken om zich achter de Franse hoofdweerstandsstelling tussen Waver en Namen terug te trekken. De officieren van de eenheid begrijpen niets van deze in hun ogen voorbarige instructie.

Aan het eind van de dag trekt de staf verder naar Kasteelbrakel.

Transportkorps en Geneeskundig Korps
De colonnes van het nu samengevoegde Transportkorps en Geneeskundig Korps bereiken Sart-Dames-Avelines tussen 07u00 en 08u00. De eenheden worden ingekwartierd op het landgoed Chateau de la Hutte van de familie Dumont de Chassart. Tegen 09u00 zijn de voertuigen uit het zicht van de Luftwaffe geparkeerd en kan gestart worden met smeren en bijtanken.

Twee voertuigen ontbreken bij de 2de Ambulance: een vrachtwagen met medisch materieel en de vrachtwagen van de apotheek staan met panne langs de kant van de baan. Wachtmeester Honorez wordt uitgestuurd om de beide voertuigen te gaan terughalen. Intussen wordt op het kasteel de defecte radiator van de benzinevrachtwagen van de 2de Ambulance vervangen.

Om 23u15 krijgen de eenheden het bevel voor een korte verplaatsing naar Haut-Ittre. Via de dorpjes Bauterlez, Fonteny, Witterzée en Bois-Seigneur-Isaac zal Nijvel vermeden worden.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Bij aankomst rondom 04u30 worden de manschappen ingekwartierd in drie boerderijen nabij de kerk. Er wordt de ganse dag gerust. Om 21u30 ontvangt Luitenant de Lannoy het bevel om zijn eskadron over te brengen naar Essenbeek nabij Kasteel-Brakel.

Staf/1CD
Het hoofdkwartier van de divisie wordt doorgestuurd naar Perk.

Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het Cavaleriekorps, heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. Het volledige Cavaleriekorps verblijft nu rondom de Zenne ten noorden van Brussel.

Als direct gevolg van de zware verliezen geleden tijdens de eerste vijf oorlogsdagen voert het Cavaleriekorps een grondige reorganisatie door. Deze reorganisatie berust op vier pijlers.

  • Ten eerste verdwijnt de Brigade Vervoerde Cavaleristen van de slagorde. De staf wordt ontbonden en de eenheden gaan over naar de divisies. Zo wordt het 2de Regiment Gidsen een onderdeel van de 1ste Cavaleriedivisie, en het 4de Regiment Lansiers een onderdeel van de 2de Cavaleriedivisie.
  • De meeste eenheden van de cavalerie worden een stuk kleiner. Het 1G behoudt zijn beide groepen, maar het 1L, 2L, 3L, 1JP en 2JP worden elk omgevormd tot een regiment bestaande uit één enkele groep cavaleristen van drie eskadrons fuseliers en een eskadron pantserwagens.
  • De overtollige militairen die geen plaats meer hebben binnen de kleinere slagorde worden doorgestuurd naar Vlaanderen en gegroepeerd in een nieuwe formatie onder Generaal-majoor Ninitte voor verdere reorganisatie.
  • De commando’s worden grondig door elkaar geschut:
    • Luitenant-generaal de Neve de Roden verlaat het Cavaleriekorps en neemt het commando van het Iste Legerkorps over.
    • Luitenant-generaal Keyaerts op zijn beurt wordt de nieuwe commandant van het Cavaleriekorps.
    • Generaal-majoor Beernaert gaat van de 2de Cavaleriedivisie naar de 1ste Cavaleriedivisie en krijgt Kolonel SBH Morel de Westgaver als nieuwe adjunct.
    • Kolonel SBH Serlez neemt het bevel van de 2de Cavaleriedivisie over, met als adjunct Kolonel Libbrecht.
    • Het 1ste Regiment Gidsen wordt nu bevolen door Kolonel SBH Deleuze en het 3de Regiment Lansiers door Luitenant-kolonel Dugardin.
    • De staven van het Cavaleriekorps en de 1ste Cavaleriedivisie permuteren zodat Luitenant-generaal Keyaerts zijn medewerkers kan behouden.
    • De staf van de Brigade Vervoerde Cavaleristen gaat over naar de 2de Cavaleriedivisie, met uitzondering van Luitenant SBH Piret die het Cavaleriekorps vervoegt.

De staf van de 1CD brengt de dag door op het kasteel van Kasteel-Brakel. Bij een luchtaanval op het dorp en het kasteelpark kort na de middag wordt Soldaat Alen dodelijk getroffen door een vliegtuigbom. Ook enkele runderen worden neergemaaid in de explosies.

Transportkorps en Geneeskundig Korps
De voertuigen van de beide formaties verlaten Sart-Dames-Avelines vanaf 02u00 en komen zo’n drie uur later aan te Haut-Ittre. Hier worden de voertuigen onder de bomen verdoken opgesteld en kunnen de manschappen opnieuw een dag van relatieve rust genieten. Op 23u00 vertrekken de colonnes naar Hemelveerdegem, een dorpje tussen Geraardsbergen en Zottegem.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De pelotons worden uitgezet rondom het kasteelpark te Kasteel-Brakel. In de vroege avond wordt alarm geslagen wanneer een enkele parachutist in de omgeving zou neergedaald zijn. De bossen van het kasteel worden uitgekamd. Een uit de kolonie van Merksplas ontglipte landloper wordt gearresteerd en overgemaakt aan de Rijkswacht. Het eskadron vertrekt hierop naar Herzele.

Staf/1CD
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde onder dekking van het Cavaleriekorps. Het Belgische plan voorziet dat deze terugtocht in twee nachtelijke etappes zal verlopen die beschermd worden door tijdelijke verdedigingslinies. Tijdens de eerste nachtelijke etappe moeten alle eenheden het Kanaal van Willebroek overschreden hebben. De tijdelijke verdediging van het Kanaal van Willebroek zal op 16 en 17 mei uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie, de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en 2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR). Tijdens een tweede nachtelijke etappe moeten de eenheden van het veldleger de Dender overschreden hebben. De 1ste Divisie Ardeense Jagers (1DivChA) zal instaan voor de tijdelijke verdediging van de Dender op 17 en 18 mei. De Versterkte Positie Antwerpen moet standhouden tot de nacht van 17 op 18 mei.

De 1CD moet zich klaar houden te Wetteren en Beervelde om op bevel de Moervaart van Mendonk tot Lokeren te bezetten. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden. Het hoofdkwartier van de divisie wordt ondergebracht worden op het kasteel van Beervelde eigendom van de familie de Kerchove de Denterghem.

Transportkorps en Geneeskundig Korps
De nachtelijke tocht van Haut-Ittre naar Hemelveerdegem loopt via Ittre, Clabecq, Tubize, Terlinden, Ekkelberg, Waarbeke, Grimminge en Idegem. De eenheden van het Transportkorps rijden voorop, met het ARCA als laatste formatie. Vervolgens volgt het Geneeskundig Korps. Na een korte rustpauze de Hemelveerdegem vertrekt iedereen om 11u45 naar Balegem. Omdat er overdag dient gereden te worden en het gevaar voor luchtaanvallen aanzienlijk is, vertrekken de voertuigen in groepjes van 3, elke 3 minuten. Het duurt dan ook een hele tijd eer de colonnes aankomen te Balegem.

Na een oponthoud van enkele uren, vertrekken de formaties op de zelfde wijze naar Sint-Amandsberg. De voertuigen van de medische dienst worden geïnstalleerd in park van het Kasteel Westveld in deze gemeente. De manschappen worden ingekwartierd in de parochieschool en de gebouwen van het hospice aan de Antwerpsesteenweg.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het eskadron komt aan te Herzele omstreeks 06u00. Het dorp wordt bezet door troepen van het Britse leger. Luitenant de Lannoy zal pas omstreeks 16u00 te weten komen dat zijn hoofdkwartier zich zo’n 10Km verderop te Oosterzele bevindt. De eenheid vertrekt onmiddellijk en bereikt het dorp omstreeks 16u45. De eskadronscommandant stelt zijn commandopost op in het gemeentehuis. Tijdens het avondmaal dat in de beenhouwerij van het dorp genuttigd wordt, verneemt hij de grote reorganisatie van het Cavaleriekorps. Het Esk MiCA van de 1CD wordt aangeduid als de luchtverdedigingseenheid van het CK omdat het eskadron luchtafweermitrailleurs van het Cavaleriekorps tijdelijk onvindbaar is waarop Luitenant-generaal Keyaerts beslist dat de 1ste Cavaleriedivisie het zonder mitrailleurs zal moet stellen.

Staf/1CD
Tijdens de avond krijgt de 1CD het bevel om richting Zeeschelde op te rukken om de Scheldeoever te gaan bewaken tussen Terneuzen in het westen en Doel in het oosten. De Belgen willen vermijden dat de Duitsers een landing vanuit Walcheren uitvoeren. De divisiestaf blijft te Beervelde op het kasteel de Kerchove de Denterghem.

Geneeskundig Korps
Te Sint-Amandsberg wordt het wagenpark opnieuw in orde gezet. De sinds 12 mei verloren gewaande ambulance met nummerplaat 4609 en materieelvrachtwagen met kenteken Z07546 duiken opnieuw op. De chauffeurs Soldaat Chanoine en Soldaat Destin worden warm onthaald. Er wordt in de buurt ook nog een GMC vrachtwagen opgevorderd.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De zes pelotons worden per paar uitgezet aan de bruggen over de Schelde te Melle, Heusden en Wetteren. Luitenant de Lannoy begeeft zich naar Ede en installeert zijn commandopost in de woning van een groot tuinbouwbedrijf aldaar.

Staf/1CD
De laatste Belgische troepen verlaten Antwerpen tussen 04u00 en 05u00 en de beide Scheldetunnels worden vervolgens vernield door onze genie. De Duitsers hijsen reeds om 07u00 de hakenkruisvlag op de toren van de kathedraal. Op de linkeroever werken het 8J en 9J in allerijl aan een tijdelijke verdedigingslinie tussen de forten van Kruibeke en Kallo. Rondom 09u00 wordt het echter duidelijk dat de Duitsers de Schelde reeds met vlotten zijn overgestoken. De 17de Infanteriedivisie vraagt onmiddellijk om hulp. Deze opdracht wordt toegewezen aan de 1CD. De divisiestaf wordt overgeplaatst naar Sint-Gillis-Waas, maar krijgt het bevel te opereren van uit Sint-Jansteen nabij Hulst, net over de Nederlandse grens.

Geneeskundig Korps
De staf van het Geneeskundig Korps bevindt zich nog steeds te Sint-Amandsberg. Een tweede vrachtwagen en een personenwagen van het merk Marmon worden eveneens opgevorderd. Sergeant Vleminckx komt aan uit Charleroi met een Impéria personenauto die hij in de stad met behulp van de Rijkswacht heeft kunnen opeisen.

Om 11u00 worden twee ploegen samengesteld om de operaties van de divisie te gaan ondersteunen met bijkomende medische hulpposten. De eerste ploeg staat onder leiding van Geneesheer Luitenant De Gand en omvat de personenauto van Soldaat Vleminckx, en de ambulances met de Soldaten Huyveneers en Devylder. Deze ploeg stelt zich op te Kruisstraat. De tweede ploeg wordt geleid door Geneesheer Onderluitenant Mannes en vertrekt met een personenwagen bestuurd door Soldaat Saublens, een bestelwagen met de Soldaten Blommaert en Stroobants en twee ambulances met de Soldaten Van Acker en Paterson naar Sint-Gillis-Waas. Deze hulppost zal net over de grens te Kapellebrug nabij Sint-Jansteen geopend worden.

Het vertragend gevecht in het Waasland zal echter echter aflopen op 19 mei en de bevelhebber van het Geneeskundig Korps krijgt dan ook om 23u00 het bevel om de medische hulpplaats van de divsie over te brengen naar de westelijke oever van het Kanaal Gent-Terneuzen. Het triagestation en veldhospitaal moet ‘s anderendaags om 09u00 operationeel zijn te Boekhoute. Nog geen kwartier later wordt dit tijdstip vervroegd naar 05u00 en laat de divisiestaf ook weten dat een tweede medische hulpplaats te Watervliet dient geopend te worden om 12u00.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het Eskadron Luchtafweermitrailleurs van het Cavaleriekorps is teruggevonden en de oude slagorde wordt dan ook hersteld. Het eskadron keert terug naar de 1CD. Het 4de, 5de en 6de onder leiding van Commandant du Roy de Blicquy worden uitgestuurd naar de divisiestaf te Beervelde. De bagagetros en alle niet onmisbare motorvoertuigen worden naar Mariakerke gezonden onder leiding van Kapitein-commandant Hobé van het Transportkorps. Luitenant de Lannoy blijft achter te Ede met het 1ste, 2de en 3de peloton. Deze pelotons worden om 1630 naar Hillare bevolen.

Bij aankomst te Hillare worden de bevelen opnieuw aangepast. Het 5de en 6de peloton blijven aangehecht bij het hoofdkwartier van de divisie. Het 3de en het 4de peloton trekken naar Groenendijk in Zeeuws-Vlaanderen en zullen verdere orders ontvangen van het 1ste Cyclisten. Het 1ste en het 2de peloton en de veldkeuken van het eskadron worden naar Axel gestuurd om zich ter beschikking te stellen van de stafchef van de divisie.

Te Axel volgt een verdere verspreiding van de middelen. Onderluitenant de Villegas vertrekt met zijn 1ste peloton naar Terneuzen ter vesterking van het 3de Cyclisten. Luitenant de Lannoy blijft met zijn overgebleven troepen te Axel en stelt zich ter beschikking van Kolonel Dugardin van het 3de Lansiers. De eskadronscommandant overnacht op de zitbank van zijn personenauto.

Staf/1CD
Het veldleger zal op 19 mei zijn terugtocht voltooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.  Het Cavaleriekorps heeft de opdracht om tot 20u00 zijn dekkingsopdracht in het Scheldeland en het Waasland verder te zetten. Het korps zal vervolgens het Kanaal Gent-Terneuzen oversteken en zich opstellen aan de noordelijke flank van de Belgische legerzone.

Ten gevolge van de gevechten te Zwijdrecht waarbij het 1L, 2L en 4L betrokken raakten, krijgt het Cavaleriekorps rond 18u30 toestemming om zijn dekkingsopdracht voortijdig af te breken en zich terug te trekken op een tussenlinie van Kampen, over Ossenisse, Walsoorden over Hulst, Kappelebrug, de Gentse Vaart, Stekene, de Stekense Vaart en de Moervaart.  Ook op deze linie zal de 1ste Cavaleriedivisie de linker sector innemen, en de 2de Cavaleriedivisie de rechter sector:

  • De legerkorpsstaf verplaatst zich naar Zwartenhoek nabij Axel
  • De 1ste Cavaleriedivisie verplaatst zijn commandopost naar Axel.
    • De cyclisten van het 1Cy blijven in stelling langsheen de zuidelijke oever van de Zeeschelde van Kampen over Ossenisse tot Kluitaart.
    • Het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers vervolgt te linies tot Hulst (exclusief).
    • Het 1G bezet de ondersector tussen Hulst (inclusief) en Tromp (inclusief).
    • Het 2G vervolgt de linies vanaf Tromp (exclusief) over Stekene tot aan de samenloop van de Stekense Vaart en de Moerbeek nabij het gehucht Bosdorp.
    • Het 3Cy behoudt zijn stellingen te Terneuzen.

Deze tussenstelling zal opgeheven worden na de doortocht van het 1L, 2L en 4L.  Het Cavaleriekorps heeft inmiddels ook zijn orders verdeeld voor de inzet van de beide divisies na de oversteek van het Kanaal Gent-Terneuzen.  Deze opdracht zien er voor de 1CavDiv als volgt uit:

  • De divisie trekt zich terug via de marsroutes Grauw-Hengstdijk-Terneuzen en Meerdonk-Hulst-Axel-Sluiskil om vervolgens post te vatten aan het Kanaal Gent-Terneuzen vanaf de Braakmankreek over Terneuzen tot aan de brug van Sluiskil (exclusief).  In eerste instantie moeten het 1G (minus een eskadron), 3L, 1Cy en 3Cy het eerste echelon van deze sector bezetten, terwijl het van het 1G afgedeelde eskadron aan de Axelse Sassing moet halt houden om Stekene, Hulst, Hengstdijk en Ossenisse onder observatie te houden.  Het 2G moet een reeks voorposten inrichten langsheen de Otheensche Kreek en de Spuikreek die het binnenlopen van de rest van de divisie moeten dekken.  Het 2G moet deze voorposten vervolgens ontruimen om het tweede echelon van de divisiesector in te nemen.  De I/19A, III/19A en IV/19A zullen artilleriesteun leveren aan de 1CavDiv.

Aan het eind van de dag verplaatst de staf zich naar Haven nabij Boekhoute.

Geneeskundig Korps
De colonnes verlaten Sint-Amandsberg tijdens de nacht van 18 op 19 mei en rijden via Oostakker, Wippelgem en Ertvelde naar Boekhoute. Te Ertvelde raken de voertuigen vast te zitten in diverse colonnes van andere formaties op weg naar het westen en wordt heel wat tijd verloren. Het duurt tot 05u00 eer Ertvelde kan verlaten worden. De installatie van de hulpplaats te Boekhoute start met vertraging. De installatie van de hulpplaats te Watervliet wordt voorlopig uitgesteld.

Om 13u00 komen Luitenant De Gand en zijn hulpploeg binnen van hun missie te Kruisstraat. Onderluitenant Mannes en de ploeg van Sint-Jansteen zukken zijn eenheid pas om middernacht opnieuw vervoegen. Hij kan daarentegen wel een bijkomend opgeëiste personenauto van het merk Dodge meebrengen.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De pelotons blijven verdeeld in verschillende detachementen. Luitenant de Lannoy en het 2de peloton wordt uitgestuurd naar Zaamslag en is hier om 12u35 klaar tot vuren. Het 5de en 6de peloton verplaatsen zich naar Sint-Jansteen.

Om 18u00 komen nieuwe orders van de divisiestaf toe. Het eskadron krijgt de luchtverdediging van de bruggen te Terneuzen toegewezen. Het 1ste peloton rijdt onderweg echter verloren en zal niet tijdig op de nieuwe locatie aankomen.

Staf/1CD
De 1ste Cavaleriedivisie heeft zijn commandopost verplaatst naar Haven.

De 1CavDiv behoudt een reeks voorposten op de lijn Terneuzen – Axelse Sassing en krijgt eveneens de opdracht om een detachement te plaatsen in het Zeeuwse gehucht Hazelarenhoek nabij Bontekoe om van hieruit verkenningen uit te sturen naar Hulst en naar Stekene.  Dit detachement bestaat uit een eskadron motorwielrijders, aangevuld voor een peloton mitrailleurs en een peloton pantserwagens.

Geneeskundig Korps
Het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers is toegewezen aan de divisie om de voorposten op de oostelijke oever van het Kanaal Gent-Terneuzen te bemannen en heeft dringend medische steun nodig. Een ambulance vertrekt van uit Boekhoute. De opdracht van dit bataljon bij de divisie zal echter aflopen in de vroege namiddag.

Een tweede ambulance wordt uitgestuurd naar het 17de Regiment Artillerie.

Geneesheer Onderluitenant Collard is met een medische ploeg en een sectie ambulancevoetuigen vertrokken naar Watervliet om alsnog de medische hulpplaats te openen. De installatie loopt relatief snel, tot aan de arts gevraagd wordt om 15 manschappen van de Geneeskundige Versterkingscompagnie door te sturen naar de hulpposten van het 1ste Regiment Gidsen te Philippine, het 1ste Regiment Carabiniers-Wielrijders te Hoek en het 3de Regiment Carabiniers-Wielrijders te Boerengat. Deze eenheden hebben contact gemaakt met de vijand aan de oever van het Kanaal Gent-Terneuzen en het duurt dan ook niet lang vooraleer de eerste slachtoffers met schotwonden aangevoerd worden te Watervliet.

Transmissienet van de 1ste Cavaleriedivisie bij de aanvankelijke opstelling langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen.

Transmissienet van de 1ste Cavaleriedivisie bij de aanvankelijke opstelling langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen.

Transportkorps
Het volledige transportkorps van de divisie wordt gegroepeerd te Sint-Laureins, met uitzondering van het Autopeloton voor Infanteriemunitie dat de Sint-Kruis in Zeeland opgesteld wordt.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Tijdens de ochtend start Luitenant de Lannoy met de installatie van zijn pelotons in de loopgraven en steunpunten die in voorbije dagen door het Franse leger aangelegd werden. Wanneer echter drie pelotons luchtafweermitrailleurs van het Cavaleriekorps opdagen met een identiek bevel op zak, ontstaat enige verwarring over wie precies de opdracht te Terneuzen dient uit te voeren. De pelotons van het korps vertrekken enige tijd later.

Het 1ste peloton komt aan binnen de linies en wordt op zo’n 2Km ten westen van het kanaal opgesteld. De schootsstellingen van het eskadron liggen net achter de linies van het 3de Cyclisten.

Om 19u15 krijgt de eenheid het bevel om zijn posities alsnog over te dragen aan het Eskadron Luchtafweermitrailleurs van het Cavaleriekorps. De vrachtwagens verlaten Terneuzen rond 20u30 en komen na een korte rit aan te Philippine. De manschappen worden ondergebracht in enkele boerderijen tussen Philippine en Isabellahaven.

Staf/1CD
Het hoofdkwartier bevindt zich te Haven nabij Boekhoute.  De 1ste Cavaleriedivisie blijft verantwoordelijk voor de sector die loopt vanaf de oostrand van de Braakmankreek, over Terneuzen, tot in Sluiskil (exclusief):

  • Van west naar oost heeft deze divisie het 2L, 3Cy, 1Cy en 1G ontplooid.
  • Het 2G bewaakt het tweede echelon van deze sector, samen met het 4Cy dat overgekomen is van de 2de Cavaleriedivisie.
  • De I/17A, III/19A en IV/19A leveren vuursteun.  De divisie mag ook steun vragen aan de korpsartillerie van het naburige Vde Legerkorps.
  • De staf van de divisie staat opgesteld te Haven.

Geneeskundig Korps
De IIIde groep van het 19de Regiment Artillerie vraagt bijkomende medische steun aan. De ambulance van Soldaat Devylder vertrekt.

On 15u00 wordt de hulpplaats te Boekhoute gesloten. De staf en de nog aanwezige hulpverleners vertrekken naar Watervliet. Een sectie ambulancevoertuigen wordt opgesteld te Maagd-van-Gent. Twee bestelwagens moeten met motorpech achtergelaten worden. Om het materieel niet verloren te laten gaan wordt in alle haasten een oude Renault vrachtwagen bij een boerderij opgevorderd. Hoewel met korps er zo in slaagt om zijn transportcapaciteit min of meer op peil te houden, wordt het onderhoudsprobleem niet eenvoudiger op.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Om 05u00 worden de zes pelotons uitgestuurd naar de Scheldedijk net ten westen van de Braakman. Nu de rest van Zeeland in Duitse handen is, vreest de legerleiding een stormlanding over de Schelde. Het Cavaleriekorps verdedigt de oever van de stroom tussen Terneuzen en de Belgische kust. De mitrailleurs worden in secties van 2 stukken opgesteld om zowel lucht- als landdoelen onder vuur te kunnen nemen.

Omstreeks 19u30 breekt een hevig artillerieduel over de Schelde uit. In de chaos die hierop volgt, wordt Motorwielrijder Soldaat De Jaegher omver gereden door een voorbij stormende vrachtwagen van het 1ste Gidsen. De estafetterijder wordt afgevoerd naar een veldhospitaal.

Staf/1CD
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.

Ter voorbereiding van de aftocht van het veldleger van het Kanaal Gent-Terneuzen moet het Cavaleriekorps te oostgrens van zijn operatiegebied verleggen van Terneuzen naar Zelzate.  Dit moet toelaten aan het Vde Legerkorps om de starten met de terugtocht naar het Afleidingskanaal van de Leie.  Deze aanpassing moet uitgevoerd worden tegen 20u00.  Hierdoor wordt de sector die toegewezen is aan de 1ste Cavaleriedivisie wel erg breed.  Generaal-majoor Beernaert krijgt dan ook de toestemming om zijn operatiezone in twee commando’s te verdelen.  Zijn Commandant Cavalerie, Kolonel SBH Morel de Westgaver wordt verantwoordelijk voor de verdediging van de Zeeschelde vanaf de oostrand van De Braakman tot aan Terneuzen en vervolgens van het Kanaal Gent-Terneuzen tot de Papeschoorpolder ten noordoosten van Sas-van-Gent.  De generaal zal de troepen langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen tot aan Zelzate bevelen.

Het hoofdkwartier bevindt zich te Boekhoute.

Geneeskundig Korps
De medische eenheden zijn verzameld te Watervliet en houden hier de hulpplaats van de divisie draaiende.

Transportkorps 1CD, Intendance 1CD
De staven van het transportkorps en de intendance van de divisie opereren van uit Donk.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De opstelling blijft ongewijzigd. Luitenant de Lannoy en Commandant du Roy lunchen in de officiersmess van het divisiehoofdkwartier te Boekhoute. Bij de terugkeer naar het eskadron verneemt de luitenant dat ook zijn tweede estafetterijder gewond is geraakt in een verkeersongeval. De ongelukkige werd afgevoerd door een ambulancevoertuig van het 1ste Cyclisten. Het eskadron zit nu zonder verbindingsagent. Verder verloopt de dag relatief rustig. Tot een landing over de Schelde zal het niet komen en de eenheid is ook voldoende ver verwijderd van de gevechten aan het Kanaal Gent-Terneuzen.

Provoost 1CD
De provoostdienst heeft een verzamelpunt voor krijgsgevangenen te Muizenhol nabij Watervliet.

Staf/1CD
Kolonel SBH Morel de Westgaver, Cavaleriecommandant van de divisie, wordt aangeduid als bevelhebber van de kuststrook tussen het Zwin en de gemeente Hoofdplaat.  Deze sector bestaat uit twee ondersectoren:

  • Ondersector west wordt tussen de Groese Polders en Breskens verdedigd door het 3L, en tussen de Groese Polders en het Zwin met mobiele patrouilles bewaakt door het Eskadron Motorwielrijders van het 4L, aangevuld met een peloton pantserwagens van het 1L.  Dit alles wordt ondersteund door een batterij van de II/18A.  Morel de Westgaver moet de verdediging van de ondersector uitdiepen met de troepen van het 1G, twee batterijen van het 17A en de IVde Groep van het 13A.
  • Ondersector oost loopt van Breskens tot Hoofdplaat en wordt verdedigd door 2JP, 1JP en 1L onder bevel van commandant 1JP.  Ook deze ondersector beschikt over een batterij van II/18A.

Tijdens de avond van 23 mei verlaat de divisiestaf Boekhoute met als nieuwe bestemming Sint-Margriete.

Geneeskundig Korps
Soldaat Desender is sinds 19 mei afwezig op het appel en wordt geseind bij de provoost als deserteur.

Het 4de Regiment Carabiniers-Wielrijders krijgt de steun van de medische vrachtwagen van Soldaat De Klercq en ambulancevoertuig 3898 van Soldaat Huyveneers. De beide voertuigen vertrekken naar de hulppost van het regiment te Westdorp.

De hulpplaats van Watervliet wordt in de vroege avond gesloten en klaargemaakt voor overbrenging naar Oostburg. Een sectie ambulancevoertuigen zal de achterwacht vormen tot 05u00 op 24 mei. Het gros vertrekt te Watervliet om 23u00 en rijdt via IJzendijke en Waterlandkerkje naar de nieuwe standplaats. De tocht duurt net geen drie uur.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Na een rustige ochtend wordt het dorp Boekhoute tijdens de namiddag aangevallen door Dornier 215 en Messerschmidt 109 toestellen. Er vallen gelukkig geen gewonden.

Het Cavaleriekorps past zijn opstelling aan en verschuift tijdens de namiddag het eskadron naar Mauritsfort. De pelotons worden opnieuw opgesteld richting Scheldeoever, tussen de Braakman in het westen en de Belgische linies te Terneuzen, waar het Eskadron Luchtafweermitrailleurs van het korps overneemt.

Staf/1CD
Tegen de ochtend is de divisiestaf verplaatst naar Sint-Kruis nabij Brugge.

Geneeskundig Korps
De eenheden bereiken Oostburg net voor 02u00. Luchtdekking zoeken in het open Zeeuws-Vlaanderen is geen eenvoudige taak en de voertuigen worden zo goed als mogelijk verdoken opgesteld aan de westrand van het dorp, in de omgeving van het kerkhof.

De medische hulpplaats zal niet lang functioneren te Oostburg. Om 15u45 krijgt Majoor Lust te horen dat zijn eenheden opnieuw de landsgrens moeten oversteken en de hulpplaats te Uitkerke nabij Blankenberge moet opgesteld worden. Oostburg zal open blijven met minimale dienstverlening tot de ochtend van 25 mei. De eerste voertuigen vertrekken omstreeks 16u30 en er wordt opnieuw in groepjes van drie gereden. De marsroute loopt over Draaiburg, Sluis, Westkapelle, Dudzele en Lissewege. De verplaatsing verloopt uiterst vlot en het allerlaatste voertuig rijdt al om 19u00 het gehucht Uitkerke binnen.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De pelotons worden tussen 01u00 en 02u00 weggehaald van de oever van de Schelde. Het 1ste en het 2de peloton worden aangehecht bij het 4de Cyclisten en zullen te Watervliet de nodige bevelen ontvangen van hun bevelhebber Kolonel Jadot. Het 4de en het 6de peloton worden ter beschikking geplaatst van het 1ste Jagers te Paard te Watervliet. De commandopost van het eskadron wordt te Sint-Margriete opgesteld. De pelotons blijven de ganse dag op post en komen meermaals tussenbeide om overvliegende toestellen onder vuur te nemen. Het resultaat blijft echter opnieuw uit.

Staf/1CD
De divisiestaf wordt opgesteld te Evenbroek.

Geneeskundig Korps
De medische hulpplaats van de divisie is operationeel te Uitkerke. In Blankenberge worden twee bestelwagens opgeëist: een Panhard-Levassor en een Chevrolet.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
De vijand heeft contact gemaakt met de Belgische troepen op verschillende punten langsheen het Leopoldkanaal. De schermutselingen worden steeds intenser. De stelling aan het kanaal zal opgegeven worden tijdens de nacht van 25 op 26 mei wanneer het centrale deel van Zeeuws-Vlaanderen definitief zal verlaten worden. Het eskadron ontvangt de nodige marsorders omstreeks 16u00. Om 23u45 dienen de eenheden zich naar Aardenburg te verplaatsen, via Watervliet, Waterland-Oudeman, Sint-Margriete en Sint-Kruis.

Staf/1CD
De 1ste Cavaleriedivisie wordt tijdens de nacht van 25 op 26 mei verplaatst naar de lijn Retranchement-Sluis-Middelburg. De troepen van de divisie worden als volgt opgesteld:

  • Ondersector Retrachement: 1G met het Eskadron Motorwielrijders van 2G, ondersteund door III/19A te Hazegras.
  • Ondersector Sluis: 4Cy, aangevuld met 2G en I/1JP, ondersteund door I/19A en twee batterijen C120 M31 van 13A.
  • Ondersector Heille: 1Cy, ondersteund door I/17A.
  • Ondersector Middelburg: 3Cy, met steun van IV/19A.
  • Algemeen steunelement: IV/13A te Westkapelle.

Naast de IV/13A te Westkapelle beschikt de divisie nog over het 25ste bataljon Genie te Lissewege, het 22ste bataljon TTr te Oostkerke en het Transportkorps te Scheepsdale. Ten zuiden van Middelburg vervolgt de 17de infanteriedivisie de Belgische linies langsheen het Afleidingskanaal van de Leie. De divisiestaf verlaat Sint-Margriete en verhuist naar Oostkerke.

De belangrijkste Duitse aanvallen op het noordelijke deel van de Belgische legerzone vinden plaats te Balgerhoeke en Ronse op het Afleidingskanaal van de Leie. De vijand steekt rond 16u00 de waterweg over op deze twee punten. Rond 19u30 stort het front in bij het 23ste Linieregiment rond Ronse. Ook het 7de Jagers te Voet nabij Balgerhoeke wordt aan het kanaal verdreven. Het Groot Hoofdkwartier heeft geen andere optie dan terug te trekken van het Afleidingskanaal en opnieuw te proberen een verdedigingslijn te organiseren op de as Strobrugge-Maldegem-Oostwinkel. Er wordt een reservemacht samengesteld onder bevel van Kolonel Morel de Westgaver. Deze formatie krijgt de benaming Groepering Morel en bestaat uit:

  • het 1Cy, nog steeds aangevuld met de Compagnie C47 op T13 van de 3de Infanteriedivisie.
  • het 4Cy
  • de Iste groep van 1JP, waarvan nog twee pelotons motorwielrijders en een klein eskadron met drie T13’s en één T15 overblijven
  • de Iste groep van 19A, met drie batterijen, elk met vier kanonnen C75GP (grote dracht van 11 km).

De groepering zal in reserve worden gehouden te Maria-Aalter om zo tussenbeide te kunnen komen in de sector van de 18de infanteriedivisie of van de 12de infanteriedivisie. De rest van de 1ste Cavaleriedivisie wordt teruggetrokken achter het laatste stukje Afleidingkanaal ten zuidoosten van Zeebrugge.

Geneeskundig Korps
De standplaats blijft ongewijzigd. Er worden nog maar een bijkomende voertuigen opgeëist te Blankenberge. Dit keer gaat het om een motorfiets, twee grote personenwagen voor telkens 7 inzittenden van de merken Buick en Chrysler en een kleine Opel personenwagen. De laatste drie voertuigen worden gebruikt ter vervanging van de ter ziele gegane autobus van de staf.

Transportkorps
De eenheden van het transportkorps verblijven langsheen de Brugsebaan tussen Wenduine en Nieuwmunster. Het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark is gedeeltelijk ontplooid nabij kilometerpaal 4 van deze weg. De staf verblijft in een woning nabij kilometerpaal 2,5.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Bij dageraad ontvangt de Lannoy de opdracht om zich ter beschikking te stellen van twee eenheden. Te Westkapelle moet contact gezocht worden met de Iste groep van het 19de Regiment Artillerie om de nabije grondverdediging van de batterijen op te nemen. In het grensdorpje Sint-Anna-ter-Muiden moet een formatie van de luchtdoelartillerie beveiligd worden tegen een grondaanval, Rondom 13u00 vertrekken de pelotons voor de nieuwe opdrachten. Luitenant de Lannoy installeert zijn commandopost in café “Grenshoek” aan de Sluisstraat. Het 5de peloton met Commandant du Roy bevindt zich bij het hoofdkwartier van de divisie Sint-Kruis.

Provoost 1CD
De provoostdient bezet onder meer een Verzamelpunt voor Krijgsgevangenen te Sint-Margriete.

Staf/1CD
Het hoofdkwartier bevindt zich op het kasteel aan de Maalsesteenweg te Sint-Kruis en verhuist tijdens de loop van de voormiddag naar Sint-Pieters aan de westrand van de stad.

Geneeskundig Korps
Majoor Lust wordt om 01u00 uit zijn bed gebeld door de divisiestaf. De medische eenheden moeten zich klaar houden voor een eventuele nieuwe verplaatsing. Voorlopig blijft iedereen echter ter plekke, met uitzondering van Geneesheer Kapitein Henry die met een detachement bestaande uit twee personenwagens en drie ambulances doorgestuurd wordt naar Sint-Kruis nabij Brugge. Henry zal deze bestemming niet bereiken en laat een bijkomende hulppost openen op de baan van Wenduine naar Brugge.

Tijdens de voormiddag dient Soldaat Goethals te verschijnen op het verslag van de korpscommandant. Goethals is de motorwielrijder-estafette van de staf van het Geneeskundig Korps en was bij zijn wachtbeurt de vorige nacht onvindbaar voor het uitoefenen van een dringende verbindingsopdracht. Majoor Lust bedeelt de soldaat met acht dagen cachot en stelt Soldaat Hautrive aan als nieuwe estafette.

Om 19u00 worden de medische eenheden doorgestuurd naar Oudenburg. De marsroute dient over Wenduine, Bredene en Plassendale te lopen. Bij aankomst kan de medische hulpplaats niet ontplooid worden: het dorp zit propvol militairen van de meest diverse eenheden en er geen geschikte locatie meer. Dokter Henry laat een kleine verbandplaats openen. De overige detachementen worden ingekwartierd ten zuiden van de dorpskern van Westkerke.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs
Het 2de, 4de en 6de peloton worden kort na middernacht in alle haasten richting Sint-Kruis gestuurd op bevel van Kolonel Jadot van het 4de Cyclisten. Bij aankomst op het divisiehoofdkwartier aan de Maalsesteenweg wordt het detachement prompt doorgestuurd naar Sint-Pieters om de installatie op de nieuwe locatie voor de staf te starten. Luitenant de Lannoy neemt de vier pelotons on zijn hoede en kiest een woning uit aan de Oostendesteenweg voor zijn commandopost.

Kort na aankomst te Sint-Pieters komt echter Commandant du Roy aandraven met een tegenbevel. Het 2de, 5de en 6de peloton moeten naar Damme om de Iste groep van het 1ste Jagers te Paard te vervoegen. Bij aankomst krijgen de mitrailleurs hun schootsstellingen aangewezen door Majoor Gysels van het 1JP, maar zijn eigen eenheid vertrekt enige tijd later om de tegenaanval van het 4de Cyclisten op Knesselare te vervoegen. Luitenant de Lannoy blijft zonder opdracht achter te Damme.

Geneeskundig Korps
Na de overgave wordt de formatie van de medische dienst doorgestuurd naar Meetkerke om verdere instructies van de bezetter af te wachten.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
StafALENFerdinand, E.SdtMil07.07.1917Heist-op-den-Berg15.05.1940Braine-le-ChateauGedood in luchtaanval. Afgedeeld van 1G.
GenKBROECKXJeanSdtMil4030.12.1920Kasterlee12.05.1940SuarléeGedood in luchtaanval.
GenK/TptKDETOMBEJeanSdtMil2428.08.1904Tournai12.05.1940SuarléeGedood in luchtaanval.
PARa/TpKGENDEBIENGeorges, E.CdtRes11.07.1889Marbaix-la-Tour12.05.1940FranièreVerwond 12/05 in luchtaanval te Suarlée. Afgedeeld van 2L.
PARa/TptKVIGNOBLERené, C.L.KplMil2305.08.1903Tubize12.05.1940NamurVerwond 12/05 in luchtaanval te Suarlée.

Bibliografie en Bronnen