Reglementaire benaming | Legergenieregiment | LGnR| Régiment de Génie de l’Armée | RGnA |
||
Type | Genieregiment | ||
Ontdubbeld van | 2de Regiment Genie voor het 31Gn 3de Regiment Genie voor het 32Gn 4de Regiment Genie voor het 33Gn |
||
Onderdeel van | Legergenie | ||
Bevelhebber | Kolonel Pierre Van Deuren | ||
Standplaats | Diverse Commandopost langs de Tervurenlaan in Sint-Pieters-Woluwe (Drie Kleuren) |
||
Samenstelling | Staf | ||
31ste Bataljon Genie | 1ste Compagnie (Cdt René De Taeye) | Jambes | |
(Luitenant-kolonel Jules Maroye) | 2de Compagnie (Cdt Louis Haegeman) | Seneffe | |
3de Compagnie (Cdt Théodore Harms) | Halen | ||
4de Compagnie (TBC) | Diest/Hasselt | ||
32ste Bataljon Genie | 1ste Compagnie (Lt G. Cogneau) | Montegnée | |
(Majoor M. De Schepper) | 2de Compagnie (Cdt Rudolphe Verwee) | Montegnée | |
3de Compagnie (Kapt R. Bidlot) | Montegnée | ||
4de Compagnie (Kapt F. Desoer) | Montegnée | ||
33ste Bataljon Genie | 1ste Compagnie (Cdt Joseph Chantraine) | Durbuy | |
(Majoor Théodore Schneider) | 2de Compagnie (Lt C. Rondelle) | Werbomont | |
3de Compagnie (Cdt Charles Desoer) | Namen | ||
4de Compagnie (Cdt G. Van Hulst) | Amay | ||
Compagnie Houtvesters (Kapitein-commandant Louis Lagage) |
Thuin | ||
Compagnie Mechanische Uitgravingen (Kapitein-commandant Gaston Patoux) |
Leuven | ||
Technische Burelen |

Staf/RGnA
Het Legergenieregiment (RGnA) is samengesteld uit drie geniebataljons, één Compagnie Houtvesters, één Compagnie Mechanische Uitgravingen (graafmachines) en een aantal Technische Burelen (studiediensten). De geniebataljons werden allen op 25 augustus 1939 gemobiliseerd. De Compagnie Houtvesters, de Compagnie Mechanische Uitgravingen en Technische Burelen werden pas begin 1940 toegevoegd aan het regiment, hoofdzakelijk om administratieve redenen. Door het feit dat het Legergenieregiment de algemene geniereserve vormt van het leger, worden de bataljons van het RGnA steeds in versterking gegeven van de geniebataljons van legerkorpsen of groeperingen waar de werklast het grootst is. Dit zijn de legerkorpsen op de hoofdkrachtinspanning van het veldleger en de grote eenheden van tweede reserve of groeperingen die niet over voldoende geniesteun beschikken. Hierdoor zullen de bataljons betrokken zijn bij verschillende gevechten tijdens de achttiendaagse veldtocht, maar het regiment zelf is als dusdanig niet zichtbaar. Het Legergenierregiment wordt sinds 1 oktober 1939 bevolen door Kolonel Pierre Van Deuren en ontvangt zijn orders van Generaal-majoor Badoux, hoofd van de Generale Staf der Legergenie (GS/LGn).
Tijdens de mobilisatie werd het RGnA ook ingezet om veldwerken uit te voeren langs de verschillende defensieve stellingen van het verdedigingsplan en werkte in opdracht van de respectievelijke geniecommandanten verantwoordelijk voor de realisatie van deze defensieve stellingen. Voor elke defensieve lijn van het verdedigingsplan werd een genieofficier aangeduid die verantwoordelijk was voor de realisatie van de noodzakelijke werken. Zo was bijvoorbeeld GenMaj Deguent verantwoordelijk voor de werken langs de K.W. Stelling en GenMaj Van Daele verantwoordelijk voor de Dekkingsstelling langs het Albertkanaal. Deze defensieve lijnen waren op hun beurt ingedeeld in sectoren. Voor elke sector was een Technisch Bureel verantwoordelijk voor de coördinatie van de werken. De werken zelf werden enerzijds uitgevoerd door militairen en anderzijds door aannemers. Het opstellen van lastenboeken, verzamelen van offertes en contracteren van aannemers gebeurde per provincie door de verschillende “Directies van de Genie en de Versterkingen“. Geniewerken in de sectoren bezet door een legerkorps werden uitgevoerd door de genie-eenheden van dit legerkorps versterkt met eenheden van de 1ste Groepering Hulptroepen (HuT). De werken in sectoren die niet bezet worden door een legerkorps werden deels uitgevoerd door eenheden van het Legergenieregiment al dan niet samen met eenheden van de 2de Groepering Hulptroepen van het Leger (2HuTL).
Staf/RGnA
De regimentsstaf bevindt zich op 10 mei 1940 langs de Tervurenlaan in de wijk Drie Kleuren van Sint-Pieters-Woluwe (Brussel). De drie bataljons zijn verspreid over het ganse land: het 31ste Bataljon heeft zijn CP opgesteld te Sint-Gillis (Brussel) en werkt ten behoeve van het VIde Legerkorps (VI/LK); het 32ste Bataljon heeft zijn commandopost te Montegnée en werkt nog steeds ten voordele van het IIIde Legerkorps (III/LK). Het 33ste Bataljon (-) is afgedeeld bij de Groepering Keyaerts (Gpg K) en is werkzaam in de Ardennen vanuit Marche. De Compagnie Houtvesters heeft zijn standplaats te Thuin. De Compagnie Mechanische Uitgravingen bevindt zich te Leuven.
Staf/RGnA
Ten gevolge van de plotse doorbraak in de sector van de 7de Infanteriedivisie (7Div), waar Duitse pantsertroepen het Albertkanaal overstaken gebruik makend van de door parachutisten intact veroverde bruggen van Vroenhoven en Veldwezelt, moet de Dekkingsstelling vroeger opgeheven worden dan verwacht. Het Iste Legerkorps (I/LK) verlaat zijn stellingen om 12u00 maar ook het III/LK en het Cavaleriekorps (CK) maken zich klaar om de Dekkingsstelling te ontruimen. Het 32Gn zal zich terugtrekken tesamen met het III/LK terwijl het 33Gn zich zal herontplooien tesamen met de Gpg K. Het 31Gn blijft min of meer op zijn huidig posities zijn opdrachten verderzetten.
Staf/RGnA
De Staf/RGnA verlaat Sint-Pieters-Woluwe om een nieuwe opstelplaats in te nemen te Aalst. Hier vervoegen de meeste Technische Burelen de Staf. Vanuit Aalst verplaatst de Staf/RGnA zich eerst naar Ingelmunster en vervolgens naar Klerken, Woumen en De Moeren (FRA) om zich richting Duinkerke te begeven. Op het laatste ogenblik worden ze teruggestuurd naar Diksmuide.
Staf/RGnA
De staf van het Legergenieregiment bevindt zich te Klerken.
Staf/RGnA
De staf van het regiment verplaatst zich naar Woumen nabij Diksmuide.
Staf/RGnA
De regimentsstaf wordt verplaatst naar Moere, een dorpje ten zuiden van Gistel.
Staf/RGnA
De Staf/RGnA verneemt de capitulatie in Diksmuide. Kolonel Van Deuren verzamelt zijn officieren, onderofficieren en soldaten in een veld en brengt hen op de hoogte van de beslissing van de koning om de wapens neer te leggen.
Staf/RGnA
Kolonel Van Deuren poogt vergeefs om nog orders te krijgen van de GS/LGn en neemt dan uiteindelijk zelf de beslissing om met de in Diksmuide aanwezige militairen van zijn regiment terug te keren naar Brussel waar hij en zijn staf worden krijgsgevangen genomen.
- Summier getypt verslag in het Frans opgesteld op 15 februari 1946 door GenMaj Res Van Deuren regimentscommandant RGnA tijdens de veldtocht. Het verslag bevindt zich in het dossier van het RGnA bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
- Dossier Legergenieregiment, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
Staf/31Gn
Het 31ste Bataljon Genie (31Gn) werd opgericht als ontdubbelingsbataljon van het vooroorlogse 2de Regiment Genie dat was gekazerneerd in de Kazerne 8 – 9 te Berchem. Het 31Gn wordt bevolen door Luitenant-kolonel Maroye. Tijdens de mobilisatie zijn de compagnies van het 31Gn over het ganse grondgebied verspreid en onder bevel geplaatst van verschillende legerkorpsen. Aangezien de Staf/31Gn niet direct een opdracht had, wordt de staf aangehecht bij het HK van het VIde Legerkorps (VI/LK) dat zich te Sint-Gillis (Brussel) bevindt. LtKol Maroye wordt aangesteld als Commandant Genie van het VI/LK (CGn VI/LK). Het VI/LK, een legerkorps van tweede reserve, beschikt echter niet over een organiek geniebataljon. Begin april wordt de 2de Infanteriedivisie (2Div) in reserve van het leger geplaatst in het kamp van Beverlo om er een ver doorgedreven infanterietraining uit te voeren. Het 12de Bataljon Genie (12Gn), organiek geniebataljon van de 2Div, wordt hierbij niet nodig geacht en op 4 april naar Nijvel gestuurd in algemene steun van het VI/LK. Gezien geniebataljons in steun van een legerkorps normaal over drie compagnies beschikken wordt 12Gn voor deze opdracht versterkt met de 2Cie van het 31Gn. 12Gn(+) vervult vanaf nu de rol van organiek bataljon genie van het VI/LK en staat onder bevel van LtKol Maroye, de CGn VI/LK.

Brug van Yvoir bewaakt door het vernielingsdetachement van Sgt Vanderoost van 1/31Gn
1/31Gn
De 1Cie wordt in versterking gegeven van het VIIde Legerkorps (VII/LK) en staat onder bevel van Luitenant-kolonel Flippen, de CGn van het VII/LK. De compagnie, bevolen door Kapitein-commandant van de reserve De Taeye, levert de technische wacht bij de springladingen aan bruggen over de Maas zowel ten noorden als ten zuiden van Namen. Volgende bruggen, vanaf de Franse grens tot Hoei werden ondermijnd en bewaakt door de 1Cie:
- Luitenant Vande Velde: bruggen van Heer-Agimont (Korporaal Renard en 6 manschappen), Hastière (Korporaal De Wachter en 8 manschappen) en Anseremme (Korporaal Eeckhout en 11 manschappen). De CP van Lt Vande Velde bevindt zich bij de spoorwegbrug van Anseremme
- Luitenant Saive: bruggen van Dinant (Korporaal Selis en 9 manschappen) en Bouvignies (Sergeant De Pessemier en 8 manschappen). De CP van Lt Saive bevindt zich bij de brug van Dinant.
Adjudant Vrancken: de spoorbrug van Houx (Sergeant Bosmans en 9 manschappen) - Luitenant De Wispelaere: bruggen van Yvoir (Sergeant Vanderoost en 8 manschappen), Godinne (Korporaal Luyckant en 8 manschappen) en Lustin (Sergeant Anthonissen en 7 manschappen). De CP van Lt De Wispelaere bevindt zich bij de brug van Yvoir.
- Adjudant Prion: brug van Jambes (Sergeant De Bruyne en 7 manschappen) en de spoorwegbrug naar Luxemburg (Korporaal Cloots en 8 manschappen)
- Luitenant Van Winghen: bruggen te Namèche (Sergeant De Saegher en 8 manschappen), Sclayn (Sergeant Vander Aa en 9 manschappen) en Andenne (Sergeant De Baerts en 8 manschappen)
- Onderluitenant Bastin: spoorbrug te Hoei (Sergeant De Grijse en 7 manschappen), wegbruggen te Hoei (Sergeant Corres en 8 manschappen), te Ombret (Korporaal Janssens en 5 manschappen) en Hermalle-sous-Huy (Korporaal De Loore en 10 manschappen).
De bruggen ten zuiden van Namen liggen in het toekomstig operatiegebied van het 9de Franse Leger [9(FRA)Leger] en worden bijgevolg niet bewaakt door Belgische genie-eenheden van het echelon korps of divisie waardoor de taak wordt doorgeschoven naar een genie-eenheid van het echelon leger, in dit geval 1/31Gn. De Franse genie kan zich pas op Belgisch grondgebied begeven na de start van de vijandelijkheden (oftewel bij de afkondiging van de algemene mobilisatie – Fase E van het mobilisatieplan).
2/31Gn
De 2Cie(-) van het 31Gn staat onder bevel van het 12de Bataljon Genie (12Gn) en werkt ten voordele van de 5de Infanteriedivisie (5Div) op de linie Halle-Ninove ten zuiden van Brussel. De compagnie staat in verbinding met het CP van 12Gn dat zich in Nijvel bevindt. Eén peloton van de 2Cie, het Peloton Tassoul, kantonneert te Kuringen nabij Hasselt. Het peloton van Luitenant Tassoul levert hier de technische (of tactische – TBC) wachten voor vier bruggen over het Albertkanaal tussen Kuringen en Stokrooie in de sector van het Cavaleriekorps (CK). De twee organieke compagnies van 12Gn leveren de vernielingsdispositieven bij de bruggen over het Kanaal Brussel-Charleroi die in het toekomstig operatiegebied van het 1ste Franse Leger [1(FRA)Leger] liggen. Ook hier moet de permanentie verzekerd blijven tot de Franse genie de vernielingsdispositieven kan overnemen.
3/31Gn
De 3Cie(-) bevindt zich sinds 22 april 1940 te Halen en voert geniewerken uit langs de Demer/Gete Stelling [1] in opdracht van het Cavaleriekorps (CK). Alhoewel de compagnie zich in de sector van de 2de Cavaleriedivisie (2CD) bevindt bestaat er geen eenduidige commandoverhouding tussen 3/31Gn en de 2CD, er is zelfs geen communicatielijn tussen beide eenheden. De compagnie wordt niet echt aangestuurd door het CK en voert in afwachting geniewerken uit in opdracht van de 4Cie van het Bataljon Pontonniers (4/BnPont). Eén peloton van de 3Cie kantonneert te Hasselt, de rest van de compagnie kantonneert in Halen.
4/31Gn
De 4Cie, die slechts over twee pelotons beschikt, wordt op 22 april onder bevel geplaatst van Majoor Lempereur, de CGn van het CK. De compagnie moet er de opdracht van de 1Cie van het 26ste Bataljon Genie (26Gn) overnemen, die op 26 april verplaatst wordt naar de Demer/Gete-Stelling tussen Diest en Tienen. De opdracht van de 4/31Gn bestaat erin het waterniveau van de Demer op peil te houden tussen Diest stroomafwaarts en Rooie (Stokrooie-Hasselt of Rooierheide-Diepenbeek – TBC) stroomopwaarts. De compagnie kantonneert hiervoor één peloton te Diest en een tweede peloton te Hasselt. Op 1 mei wordt het peloton dat zich te Diest bevindt onder bevel geplaatst van de 4de Compagnie van het Bataljon Pontonniers (4/Bn Pont) waardoor 4/31Gn nog slechts over één peloton beschikt maar wel kan nog rekenen op de geniesteun van het peloton van 3/31Gn dat zich in Hasselt bevindt.
Staf/31Gn
De Staf van het 31ste Bataljon Genie bevindt zich te Sint-Gillis (Brussel) nabij het HK van het VIde Legerkorps (VI/LK) en plant er de geniewerken ten behoeve van het VI/LK.

De brug van Sclayn werd in 1915 door de Duitsers gebouwd ter vervanging van een door de Belgische genie in 1914 vernielde brug. De brug wordt bewaakt door het vernielingsdetachement van Sgt Vander Aa
1/31Gn
De compagnie wordt gealarmeerd om 02u10 en krijgt om 04u15 het bevel om bij elke brug naast het bestaande pyrotechnisch compassement ook de elektrische ontstekers te plaatsen. Deze werden tijdens de mobilisatie veilig opgeborgen om ongelukken te vermijden. Om 10u00 krijgt de 1Cie opdracht van de Staf/31Gn om de Generale Staf der Legergenie (GS/LGn) te versterken met een detachement. De officieren, onderofficieren en soldaten voor dit detachement worden uit de rangen gehaald en om 12u15 doorgestuurd naar Antwerpen. Het 9(FRA)Leger start op 10 mei zijn ontplooiing langsheen de Maas ten zuiden van Namen en neemt om 14u20 stelling tussen Dinant en Heer-Agimont. De Belgische vernielingsploegen bij de bruggen tussen Dinant en Heer-Agimont blijven nog wel ter plekke maar zullen de bruggen enkel laten springen op bevel van de commandant van de Franse eenheid die bij de brug staat opgesteld. De rest van de 1Cie bevindt zich samen met het bagage-echelon en de materieelvoertuigen te Namen. De commandopost van de 1Cie staat opgesteld aan de Luxemburglaan te Namen in de Kazerne Majoor Deltenre.
2/31Gn
De compagnie wordt om 04u00 door de Staf/12Gn vanuit Nijvel op de hoogte gebracht van de afkondiging van het algemeen alarm. De eerste oorlogsdag verloopt volgens plan: de bijkomende uitrusting wordt verdeeld onder de manschappen die vervolgens naar hun alarmposities vertrekken. Het peloton van Luitenant Tassoul bevindt zich op de eerste dag van de oorlog nog steeds te Kuringen.
3/31Gn
In de loop van de ochtend wordt de 3Cie/31Gn door het CK op de hoogte gebracht van het algemeen alarm maar verdere orders blijven uit. Om 09u20 moeten op bevel van de Staf/2CD de geplande vernielingen met nummers 18 tot en met 35 voorzien worden van explosieve ladingen. Het 26ste Bataljon Genie (26Gn), het organiek geniebataljon van de 2CD die ter hoogte van de Demer/Gete-Stelling slechts over één compagnie beschikt, levert de technische wachten voor de vernielingen 26 tot 35. Het gaat hier om bruggen over de Gete tussen Tienen en Jodoigne. Kolonel Lambert, StafChef van de 2CD, maakt zich zorgen over wie de ladingen zal plaatsen voor de geplande vernielingen 18 tot en met 25bis. Dit zijn de bruggen over de Gete tussen Halen en Tienen. Na rondvraag welke genie-eenheden aanwezig zijn de de sector van de 2CD komt de Stafchef/2CD bij de 3Cie/31Gn terecht die nog geen orders ontvangen heeft van het CK [2]. Cdt Harms wordt om 13u45 geconvoceerd op de CP van het 26Gn om de voorbereiding van de vernieling van de bruggen 18 tot 25bis te coördineren met 26Gn. Cdt Harms krijgt de vernielingsdossiers van de te vernietigen bruggen overhandigd en het bevel om onmiddellijk te starten met de voorbereiding van de vernielingen. Wanneer de Cdt Mermuys, Comd 26Gn en tevens CGn van de 2CD, onderweg van Waanrode naar Zoutleeuw om 17u15 vaststelt dat er geen geniewerken uitgevoerd worden op de brug van Drieslinter interpelleert hij Cdt Harms en vraagt waarom er nog niet gestart is met het laden van de explosieven. Hierop antwoordt Cdt Harms dat hij nog niet beschikt over explosieven en dat hij de bevoorrading in springstof deze nacht verwacht. In afwachting kunnen alleen verkenningen uitgevoerd worden. Om 22u00 wordt, met goedkeuring van GenMaj Beernaert, 3/31Gn onder bevel geplaatst van het 26Gn aangezien de compagnie gedurende de dag geen enkel order kreeg van het CK bij wie ze initieel in steun werden gegeven.
4/31Gn
Na het afkondigen van het alarm vertrekken de ploegen van de compagnie naar de sluizen en duikers om de waterhuishouding van de Demer op het gewenste peil te houden. Dit gebeurt door het verhogen van rivierdijken, het afsluiten van duikers en het opvullen van waterreservoirs. Om 19u45 wordt de compagnie versterkt met de 8Cie van het 9de Regiment Hulptroepen van het Leger (9HuTL) die een kantonnement opzoekt in Oplinter.

De brug van Sclayn wordt de 11de mei om 21u21 opgeblazen door Sergeant Vander Aa in aanwezigheid van Lt Van Winghen [3].
In de loop van de dag maakt Cdt De Taeye een inspectieronde langs de verschillende bruggen waar de compagnie de technische wacht verzekert. Op bevel van de CGn van het VII/LK laat Luitenant Van Winghen de bruggen te Andenne, Sclayn [3] en Namèche opblazen tussen 21u21 en 21u30. De vernieling van de bruggen verloopt zoals gepland waarna Lt Van Winghen zich met zijn peloton naar de Kazerne Majoor Deltenre begeeft om verslag uit te brengen bij zijn compagniecommandant.
2/31Gn
De 2Cie krijgt om 09u30 het bevel om de taken van de 2/12Gn over te nemen. Het 12Gn moet zo snel mogelijk de 2de Infanteriedivisie (2Div) vervoegen om er zijn opdracht als organiek geniebataljon van 2Div terug opnemen. Aangezien de vernielingsdispositieven van de bruggen over het Kanaal Brussel-Charleroi niet onbewaakt kunnen worden achtergelaten dringt zich een reorganisatie op. De Staf/12Gn beslist dat 1/12Gn zijn bewakingsopdracht bij de bruggen moet verderzetten, dat de bewakingsopdracht van 2/12Gn zal worden overgenomen door 2/31Gn en dat na de overname van de bruggen door 2/31Gn de Staf/12Gn, 2/12Gn en het Peloton Park/12Gn naar de K.W. Stelling zullen vertrekken.
Na ontvangst van de nieuwe opdracht vertrekt Cdt Haegeman naar Luttre en Gosselies voor de coördinatie van de overgave-overname van de opdrachten met Luitenant Pillaerts, compagniecommandant van 2/12Gn. Cdt Haegeman verdeelt zijn manschappen over de verschillende posities als volgt:
- bruggen 9 tot en met 15 van het Kanaal van Charleroi naar Brussel, en de vernielingen op het vliegveld van Gosselies worden overgenomen door het peloton van Luitenant Wille
- Onderluitenant Beyers en zijn peloton zullen de technische wacht van bruggen 16 tot en met 20 overnemen
- 1ste Sergeant Heymans leidt de detachementen voor de bruggen 21 tot en met 24
De manschappen vertrekken vanaf 16u00. De commandopost van de compagnie blijft voorlopig te Seneffe en maakt plannen om naar het kasteel van Trazegnies te verhuizen na de aankomst van Luitenant Tassoul. Na het vertrek van de Staf/12Gn zal de compagnie evenals 1/12Gn onder rechtstreeks bevel van de CGn van het VI/LK komen te staan.
3/31Gn
Om 09u05 neemt Cdt Harms contact op met de Staf/26Gn om verslag uit te brengen over de uitgevoerde werken tijdens de nacht van 10 op 11 mei. Hij weet te zeggen dat de springstoffen om de vernielingen te laden pas om 05u00 zijn toegekomen en dat heel veel ontstekingsmateriaal (lonten allerhande) en springstof ontbreekt. Hij vraagt dringend om vier vrachtwagens in steun te krijgen om springstoffen af te halen bij het Park van de Genie van het Leger (PGnA) in Beveren-Waas en om zijn manschappen te vervoeren. Om 12u55 brengt Cdt Harms de Staf/26Gn op de hoogte dat de vier vrachtwagens van het Peloton Auto Materieel (PAMat) van het Transportkorps van de 2CD bij hem zijn toegekomen en dat twee ervan onmiddellijk naar het PGnA in Beveren gestuurd worden om de ontbrekende explosieven af te halen. Cdt Mermuys maakt van de gelegenheid gebruik om zijn prioriteiten door te geven van wat met de beschikbare munitie dient uitgevoerd te worden. Hij wenst dat bij elke brug in eerste instantie het bruggenhoofd op de vijandelijke oever ondermijnd wordt. Hierop drukt Cdt Harms zijn twijfels uit of dit wel haalbaar is en vraagt om zijn compagnie te mogen verhuizen van Halen naar Kortenaken, hetgeen om 16u00 door de Staf/2CD toegestaan wordt. Om 20u00 verneemt Comd 26Gn op het HK van de 2CD de orders voor de verdediging van de Gete in de sector van de 2CD. Bij zijn terugkeer om 21u30 brieft hij Cdt Harms en de Comd 1Cie/26Gn. Tijdens de briefing laat Cdt Harms weten dat hij erin geslaagd is voor alle geplande vernielingen de bruggenhoofden op de vijandelijke oever te ondermijnen. De ondermijning van de bruggenhoofden op de bevriende oever zal gebeuren van zodra de vrachtwagens met munitie terugkeren uit Beveren.
4/31Gn
Om 16u35 krijgt 4/31Gn de opdracht van de CGn/CK om in de Demervallei alle kunstwerken zo in te stellen dat het hoogst mogelijke waterpeil bereikt kan worden. Na het beëindigen van deze opdracht dient het peloton van Hasselt zich terug te trekken naar Halen.
1/31Gn
De meeste bruggen over de Maas worden op de derde oorlogsdag door de 1Cie vernield. Korporaal De Loore laat om 01u00 als eerste de brug te Hermalle-sous-Huy de lucht invliegen. Ombret volgt om 02u30. De wegbrug te Hoei wordt opgeblazen om 03u35 en de spoorbrug te Hoei om 04u15.
Luitenant Vande Velde laat de de drie bruggen in zijn zone vernielen rond 13u30 op bevel van het 9(FRA)Leger. De springlading onder de brug te Dinant wordt aangezet om 16u30, alweer op aangeven van de troepen van het 9(FRA)Leger. Een half uur later gaat ook de brug van Bouvignes er aan. Wat eerder zijn de beide bruggen te Houx vernield.

Brug van Yvoir op 12 mei 1940 vernield door Lt De Wispelaere
De brug van Yvoir [4] werd initieel niet vernietigd om de Franse troepen die zich nog oost van de Maas bevonden de kans te geven zich over de Maas terug te trekken. Onmiddellijk nadat het laatste Franse voertuig in de late namiddag gepasseerd is wordt het bevel gegeven om de brug te vernielen. De eerste poging, met het elektrisch ontstekingsmechanisme mislukt. Intussen bereikt de voorhoede (oftewel VorausAbteilung) van de 5e Duitse Panzerdivision, als eerste Duitse pantsereenheid die door de Ardennen trok, de Maas stroomopwaarts van Namen. Wanneer de verkenningseenheid ziet dat de brug over de Maas te Yvoir nog intact is willen ze de rivier onmiddellijk oversteken. Het eerste voertuig wordt op de brug tot staan gebracht door een C47mm van het 5de Regiment Ardeense Jagers (5ChA). Luitenant Renaat De Wispelaere [5] die zich bij het vernielingsdispositief bevindt ziet het gevaar en snelt onder vijandelijk vuur naar de brug om de pyrotechnische ontsteking aan te zetten. Hij slaagt erin om de brug over de rivier op te blazen terwijl twee Duitse gepantserde infanterievoertuigen zich reeds midden op de brug bevinden. De brug te Yvoir wordt opgeblazen om 16u30 maar Lt De Wispelaere wordt hierbij gedood.
De bruggen te Lustin en Godinne worden als laatste tussen 18u30 en 19u30 vernield. Na de middag verplaatst Cdt De Taeye zijn commandopost naar Saint-Servais ten gevolge van een luchtaanval op de Kazerne Majoor Deltenre.
2/31Gn
Na het vertrekt van de Staf/12Gn probeert de 2Cie vanuit zijn CP te Seneffe gedurende de ganse voormiddag vruchteloos telefonisch contact op te nemen met het HK van het VI/LK onder wiens bevel de compagnie nu staat. De 2Cie is niet op de hoogte van de verhuis van het HK van Sint-Gillis naar Kortenberg. Luitenant Tassoul keert om 12u30 met zijn manschappen terug uit Kuringen na zijn opdracht daar vervuld te hebben. De compagniestaf vertrekt om 15u30 naar Trazegnies en is er operationeel vanaf 17u00. Na een inspectieronde langsheen het Kanaal Brussel-Charleroi uit Cdt Haegeman zijn ongenoegen over het bereikte stadium van de voorbereiding van de geplande vernielingen. De springstoffen liggen per groep vernielingen nog gecentraliseerd opgeslagen op enige afstand van de bruggen. De overname van de vernielingen van de 2/12Gn duurt tot laat in de nacht voort. Ook vanuit Trazegnie kan geen verbinding met het HK van het VI/LK gerealiseerd worden, waarop Cdt Haegemans op eigen initiatief beslist de springstoffen en ontstekers naar de bruggen te laten brengen.

De door de 3/31Gn vernielde brug nr 20 over de Gete te Halen (Duitse foto genomen enkele dagen na de explosie).
3/31Gn
Om 09u45 geeft de Comd 2CD het bevel om alle bruggen over de Gete tussen Halen en Tienen die zich niet op een binnenlooproute bevinden te vernielen. Iets later komt een moto-estafette van 26Gn toe op de CP van 3/31Gn met de opdracht om de bruggen 19, 22, 23, 25 en 25bis te laten springen. Na de uitvoering van de vernielingen mag het gros van de compagnie Lubbeek vervoegen om terug onder bevel van de CGn/CK te komen. De compagnie moet wel een vernielingsdetachement achterlaten bij de bruggen 18, 20, 21 en 24. Om 10u15 wordt dit order echter herroepen door de Staf/2CD omdat er nog teveel troepen langs secondaire wegen aan het binnenlopen zijn. Comd 26Gn stuurt Lt Derclaye, één van zijn adjuncten, onmiddellijk per moto naar het CP van 3/31Gn in Kortenaken om de eerder gegeven orders te herroepen. Lt Derclaye komt net op tijd toe om de moto-estafetten van 3/31Gn, die klaar stonden om de opdracht tot vernieling van de bruggen door te geven aan de vernielingsdetachementen, tegen te houden. In de verwarring die ontstaat door de vele bevelen en tegenbevelen ontstaat bij het peloton van Lt Dechentinne van 3/31Gn een misverstand. De brug langs de N2 over de Gete in Halen (vernieling nr 20) wordt om 10u15 tot ontploffing gebracht. Het vernielingsdetachement bij de brug van Halen kreeg het bevel om de brug te laten springen van Kolonel Franckx, commandant van het 24ste Linieregiment (24Li). Het infanterieregiment had zich net over de Gete teruggetrokken en moest zich in de ondersector van het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy) opstellen in tweede echelon.
Het 24Li waande zich achtervolgd door de vijand hetgeen paniek veroorzaakte en leidde tot het bevel om de brug op te blazen, tegen alle gangbare orders in. Volgens de van kracht zijnde consignes mocht de brug enkel tot ontploffing gebracht worden op bevel van de commandant van de 2CD of indien de brug werd aangevallen door de vijand. Dit was hier niet het geval. Daarenboven is er teveel springstof gebruikt om de brug op te blazen. Lt Dechentinne die verantwoordelijk was voor de technische wacht bij de brug rapporteert aan zijn compagniecommandant dat de munitie die werd aangeleverd door het PGnA om de brug te laten springen niet conform de standaardnorm was. De explosie was veel krachtiger dan berekend (foute berekening of foute vermelding van de kracht van de springstof – TBC). Bovendien was de evacuatiezone rond de vernieling veel te klein waardoor er onder de Belgische militairen een dode en verschillende gewonden vallen. Het incident is nog niet afgelopen of de Staf/2CD geeft om 10u55 het bevel om de bruggen 18 en 19 over de Demer te laten springen. Het bevel wordt per moto-estafette vanuit de Staf/26Gn doorgegeven aan de 3Cie.

De schade in de onmiddellijke omgeving van de brug over de Gete te Halen veroorzaakt door het tot ontploffing brengen van de brug is enorm groot
Om 12u50 wordt de Staf van de 3Cie door 26Gn per moto-estafette op de hoogte gebracht dat alle bruggen over de Gete tot en met Tienen vernield moeten worden. Cdt Harms krijgt tevens per telegram de schriftelijke bevestiging van het eerder gegeven bevel om de bruggen 21, 22, 23, 24, 25 en 25bis te laten springen (de bruggen 18, 19 en 20 zijn reeds tot ontploffing gebracht). Om 14u00 komt Cdt Harms op het CP van 26Gn bevestigen dat alle vernielingsdetachementen van 3/31Gn het bevel gekregen hebben de bruggen te laten springen. Na het tot ontploffing brengen van de bruggen wordt de compagnie om 21u35 terug onder bevel geplaatst van de CGn/CK. De compagnie begeeft zich tijdens de nacht van 12 op 13 mei naar Lubbeek.
4/31Gn
De compagnie blijft de ganse dag met één peloton in Diest en een tweede peloton in Halen. In de loop van de middag wordt de 4Cie naar de omgeving van Stokkel en Wezembeek gestuurd waar ze in de vooravond aankomen en een kantonnement opzoeken. Het peloton dat gekantonneerd is in Diest en dat werkt ten voordele van 4/Bn Pont blijft bij deze compagnie.
1/31Gn
Op de vierde oorlogsdag krijgt de 1Cie de technische wacht bij de noodbrug van het leger te Amberloup toegewezen (TBC).
2/31Gn
Bij gebrek aan orders start de 2Cie op eigen initiatief vanaf de eerste klaarte met het aanbrengen van de explosieven onder de bruggen over het Kanaal Brussel-Charleroi. Lt Tassoul ontvangt om 19u30 vanuit Brussel het bericht dat de Franse genie de bruggen zal overnemen en dat de compagnie na aflossing naar Aalst dient te vertrekken. Het Kanaal Brussel-Charleroi ligt in het achtergebied van de operatiezone van het 1ste Franse Leger en het is dan ook voor de hand liggend dat de voorbereide vernielingen door de Franse genie worden overgenomen. De Franse geniesoldaten komen echter niet opdagen en de compagnie blijft ter plekke.
4/31Gn
De compagnie krijgt op 13 mei de taak om de twee bruggen over het Kanaal Leuven – Dijle (oftewel Leuvense Vaart [6]) tussen Tildonk en de spoorwegbrug van Mechelen te Hofstade te ondermijnen. Daarnaast dient het sas van Tildonk versterkt te worden door het aanleggen van een muur bestaande uit een dubbele rij zandzakken tegen elk van de beide sluisdeuren. De compagnie zal tijdens de uitvoering van deze opdracht te Buken kantonneren. Het peloton dat in steun werd gegeven aan de 4/Bn Pont bevindt zich nog steeds bij deze compagnie en is gekantonneerd in Vroente. Wanneer bij het vallen van de duisternis 4/Bn Pont Vroente verlaat om zich naar Vilvoorde te begeven trekt dit peloton zich terug tezamen met de 4Cie Pontonniers.
Staf/31Gn
De staf van het bataljon verlaat Sint-Gillis in de hoofdstad en zet koers naar Aalst waar zich reeds de staf van het regiment bevindt. De commandopost wordt geïnstalleerd in een villa aan de Capucienenlaan.
1/31Gn
Het VIIde Legerkorps vraagt aan de 1Cie om een aantal vernielingen uit te voeren in de sector van het fort van Cognelée. Het aquaduct, de watertoren te Champion en enkele pylonen worden met explosieven aangepakt door drie ploegen onder leiding van de Luitenanten Pitesch, Bastin en Saive.
2/31Gn
Om 08u45 wordt vanuit Brussel nogmaals bevestigd dat Fransen de voorbereide vernielingen zullen overnemen, alleen is niet geweten wanneer de Fransen zullen toekomen bij de bruggen. Om 13u00 krijgt de 2Cie een bericht van de Staf/RGnA vanuit Aalst met de vraag of de compagnie al is afgelost. De Staf/RGnA geeft de 2Cie het bevel om toch naar Aalst te vertrekken, ook als de aflossing nog niet is voltooid. Het gros van de compagnie moet maar vertrekken mits achterlaten van de vernielingsdetachementen. De vernielingsdetachementen bij de bruggen moeten zo nodig maar in afzonderlijke detachementen de aftocht naar Aalst aanvatten. Cdt Haegeman laat de Staf/RGnA om 14u00 weten dat hij onmogelijk Aalst kan vervoegen voor de Fransen de bruggen hebben overgenomen. Om 20u30 komt de Franse Capitaine Sanglier van de Staf van de genie van het 1ste Franse Leger toe op de CP te Trazegnies met de boodschap dat de compagnie zal afgelost worden door elementen van drie verschillende Franse geniebataljons. Het betreft de geniebataljons van de Franse 32ste en 43ste Infanteriedivisies en door het Franse 151ste Bataljon Legergenie. Deze bataljons zijn langs de baan onderweg vanuit Valencienne. Capitaine Sanglier drukt de wens uit dat de Belgische genie ter plekke blijft tot ze wordt afgelost. Cdt Haegeman benadrukt dat de aflossing binnen de kortste termijnen dient te gebeuren gezien zijn compagnie reeds bevel heeft gekregen Aalst te vervoegen.
4/31Gn
Om 19u00 neemt Kapitein Hubin het commando over. De 4Cie verplaatst zich van Buken naar het nabije gehucht Relst.
1/31Gn
De Belgische en Franse legers verlaten de Versterkte Positie Namen. De 1ste compagnie wordt om 14u00 op weg gestuurd naar Boignée. De laatste wegvernielingen worden uitgevoerd rondom de stad en de manschappen vertrekken. De detachementen bij de bruggen in de stad zullen de compagnie achterna reizen zodra ook deze kunstwerken vernield zijn. De eenheid komt rond 18u00 aan te Boignée, rust hier enkele uren uit en wordt om 21u00 doorgestuurd naar Viesville nabij Charleroi. De laatste brug van Namen wordt om 18u05 vernield door Adjudant Prion.
2/31Gn
Om 08u30 laat 1/12Gn, weten dat zij van het GHK bevel kreeg de ontstekingen te plaatsen in vernielingsdispositieven. De aflossing door het Franse leger van de 2de Compagnie laat nog steeds op zich wachten. De eerste Franse geniedetachementen komen aan tijdens de voormiddag echter niet om de bruggen over te nemen maar om een mijnenveld aan te leggen boven de tunnel van Godarville. Brug 39 en brug 40 van het kanaal worden om 14u10 vernield door de Franse genie. Luitenant Savoir wordt uitgestuurd om de brug te Montigny sur Sambre te gaan ondermijnen, maar moet na het nodige rekenwerk vaststellen dat hij de benodigde 200Kg springstof niet in voorraad heeft.
4/31Gn
De twee bruggen over het Kanaal van Leuven – Dijle zijn door gebrek aan explosieven nog niet ondermijnd. Ook de versteviging van de sasdeuren te Tildonk met zandzakken is nog niet voltooid. Wanneer de compagnie verneemt dat de eerste Duitse troepen de K.W. Stelling bereikt hebben ten oosten van de sluis, worden de werken afgebroken en trekken de manschappen van het Peloton Van Honacker zich terug. De commandant van het 31Gn wordt op de hoogte gebracht en die beveelt een verkenning uit te voeren om zich van de situatie te vergewissen. Luitenant Van Honacker wordt uitgestuurd en het blijkt om een voorbarige postverlating te gaan van de infanteristen die de bunkers bemannen op de westelijke kanaaloever. Enige uren later hervat het Peloton Van Honacker zijn taken en werkt de ganse nacht door. Een muur met zandzakken wordt gebouwd op de vijandelijke oever om de werkende geniesoldaten aan het zicht van de vijand te onttrekken.
Staf/31Gn
Op 16 mei deelt de GS/LGn de onverwachte beslissing van het geallieerd opperbevel mee om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd moet de stelling op bevel van de Franse Generaal Bilotte worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger, dat riskeert langs beide flanken overvleugeld te worden, zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde onder dekking van het Cavaleriekorps. Het Belgische plan voorziet dat deze terugtocht in twee nachtelijke etappes zal verlopen die beschermd worden door tijdelijke verdedigingslinies. Tijdens de eerste nachtelijke etappe moeten alle eenheden het Kanaal van Willebroek overschreden hebben. De tijdelijke verdediging van het Kanaal van Willebroek zal op 16 en 17 mei uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie, de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en 2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR). Tijdens een tweede nachtelijke etappe moeten de eenheden van het veldleger de Dender overschreden hebben. De 1ste Divisie Ardeense Jagers (1DivChA) zal instaan voor de tijdelijke verdediging van de Dender op 17 en 18 mei. De Versterkte Positie Antwerpen moet standhouden tot de nacht van 17 op 18 mei.
1/31Gn
De 1ste Compagnie kan Viesville slechts rond 06u00 bereiken. De mars is bijzonder langzaam verlopen door de chaos op de wegen veroorzaakt door de algehele terugtocht van het Franse leger. De eenheid vertrekt om 11u00 richting Oudenaarde, maar komt rond 14u00 vast te zitten in het luchtbombardement op Soignies.
2/31Gn
De 2de compagnie had al lang moeten weg zijn uit Trazegnies maar is nog steeds ter plekke. Cdt Haegeman ontdekt bij een verkenningstocht naar brug 25 dat de vijand nabij is. Hij laat de compagnie onmiddellijk vertrekken naar Saint-Ghislain en verwittigt de ploegen aan bruggen 10 tot en met 22. De ploegen dienen op Frans bevel of eigen initiatief bij het opdagen van de vijand hun brug te vernielen om zich daarna eveneens naar Saint-Ghislain of desnoods Doornik terug te plooien. De rest van de compagnie zal zo lang mogelijk wachten te Saint-Ghislain.
4/31Gn
De compagnie blijft nog de ganse dag aan het werk. Het peloton bij de bruggen wordt tijdens de nacht bevoorraadt met springstof en start onmiddellijk met het ondermijnen van de twee bruggen over het Kanaal Leuven – Dijle. Wanneer de werken daar klaar zijn blijft de pelotonscommandant achter bij de technische wachten terwijl de pelotonsadjunct met de rest van de manschappen naar de sluis van Tildonk wordt gestuurd om te helpen bij het aanbrengen van de zandzakken. Intussen heeft het Peloton Van Honacker de ganse nacht doorgewerkt bij de sluis en na een korte rustpauze de werken in de voormiddag hervat. De werken vorderen langzaam maar tegen de namiddag komen de eerste zandzakken van de barrage die tegen de sluisdeur werd aangebracht eindelijk boven het waterpeil uit. Om 15u30 krijgt de compagnie het bevel om zich naar het westen terug te trekken en zich naar Perk begeven. De colonne vertrekt uit Relst om 18u00 en krijgt onderweg een nieuwe bestemming, Meusegem dat bereikt wordt rond 23u00. De vernielingsdetachementen die achterbleven bij de bruggen over het Kanaal Leuven-Dijle werden op tijd afgelost en komen nog voor middernacht toe te Meusegem.
1/31Gn
De 1ste Compagnie bereikt uiteindelijk Eine nabij Oudenaarde. Om 14u00 worden de manschappen verder gestuurd naar Lotenhulle. Onderweg wordt de bestemming gewijzigd naar Zeveren. De colonne komt aan rond 19u00 en de compagnie houdt halt voor de komende nacht.
2/31Gn
De 2de Compagnie is nu grotendeels op weg naar het westen. Luitenant Wille voert de vernieling van brug 12 uit om 07u15 en trekt zich daarna als allerlaatste terug. Om 13u00 zet de compagnie zich op weg naar Dentergem. De tocht verloopt vlot en de colonne komt aan rond 13u00. Er blijken nog slechts 4 officieren en 130 manschappen aanwezig op het appel. De eenheid wordt om 22u00 naar Gent bevolen. Cdt Haegeman moet zich melden bij de Antwerpse Poort om in samenwerking met de 2Cie van het 21ste Bataljon Genie (2/21Gn) een reeks nieuwe taken te ontvangen. Er dient eveneens een detachement via het geniedepot van Zwijnaarde gestuurd te worden om nieuw materieel te gaan ophalen.
4/31Gn
De compagnie verblijft in zijn kantonnementen te Meusegem tot het bevel gegeven wordt om zich naar Spruithoek bij Aalst te verplaatsen. De 4Cie komt hier om 17u00 aan maar na een korte rustpauze krijgt de eenheid om 20u00 het bevel om door te trekken tot Bavegem. In de verkeerschaos richting Bavegem komt een tractor met aanhangwagen in de gracht terecht waarbij belangrijk geniematerieel verloren gaat.
1/31Gn
De 1ste Compagnie legt twee loopbruggen aan over de Leie te Machelen (Onderluitenant Bastin) en Grammene (Luitenant Saive). Er wordt gebruikt gemaakt van opgevorderde roeiboten en constructiehout om de beide vlotbruggen te bouwen. De werken worden bij valavond voltooid.
2/31Gn
De 2Cie staat om 08u00 bij de Antwerpse Poort en vertrekt samen met de 2Cie van het 21Gn naar de Gentse voorhaven en het Kanaal Gent-Terneuzen om hier de eerste zeven bruggen te gaan ondermijnen. Deze bruggen dragen de nummers 1 tot en met 7 op het hindernissenplan:
- brug 1: Voorhavenbrug
- brug 2: Muidebrug
- brug 3: Dampoortbrug
- brug 4: Spoorwerbrug Schoolkaai
- brug 5: Kasteelbrug
- brug 6: Slachthuisbrug
- brug 7: Lousbergbrug
De compagnie zal onder het bevel van het VIde Legerkorps komen te staan en ontvangt zijn laatste instructies van Luitenant-kolonel Maroye.
4/31Gn
Wanneer in de vroege ochtend het verlies van de tractor met materieel gemeld wordt stuurt de compagniecommandant Adjudant Galler op verkenning om de locatie van het materieel ten westen van Aalst op te sporen. De adjudant slaagt er echter niet meer in om de Dender over te steken aangezien alle bruggen reeds door de genie van de 1ste Divisie Ardeense Jagers vernield werden. Om 17u30 krijgt de 4Cie het bevel om zich naar Zwijnaarde te begeven. De colonne verlaat Bavegem om 18u30 en komt om 20u30 toe te Zwijnaarde waar een kantonnement wordt ingenomen. De compagnie wordt rust gegund tijdens de nacht van 19 op 20 mei.
1/31Gn
De 1ste Compagnie wordt teruggestuurd naar de Schelde om wegversperringen aan te leggen op de toegangswegen tot de bruggen van Zingem en Gavere. Stroomafwaarts van Zingem dient ook een loopbrug heraangelegd worden voor de infanterie nadat de Britten het eerste Belgische bruggetje opgeblazen hebben.
2/31Gn
Kolonel Vandezande, CGn van het I/LK, neemt contact op met de compagnie en laat alle overtollige manschappen en materieel doorsturen naar het gehucht Baarle nabij Wilde. Om de vernielingsploegen in de Gentse voorhaven en aan het Kanaal Gent-Terneuzen toe te laten om zo lang mogelijk ter plekke te blijven, worden bijkomende motorvoertuigen en fietsen opgevorderd. Alle manschappen krijgen zo ofwel een zitje op een vrachtwagen of een eigen fiets toebedeeld. Tijdens de namiddag bezoekt ook Luitenant-generaal de Neve de Roden, commandant van het I/LK, de werven van de compagnie en laat weten dat de eenheid zich in verbinding dient te stellen met de 1ste Infanteriedivisie die aan de verdediging van Gent toegewezen werd.
4/31Gn
Vanuit Zwijnaarde worden de pelotonscommandanten om 08u10 op verkenning gestuurd naar kruispunten te Melle, Lembergen en Lindenhoek die ondermijnd moeten worden. Om 10u00 volgt een tegenbevel, de kruispunten dienen niet langer voorbereid te worden maar de compagnie moet nu in eerste prioriteit de toegangswegen aanleggen voor de EAP-brug die 3/31Gn zal aanleggen. Om 22u00 zijn de toegangen naar de brug aangelegd waarop 3/31Gn aanvangt met de bouw van de brug.
1/31Gn
De 1ste Compagnie keert terug naar Zeveren en neemt na de middag zijn oude kantonnement opnieuw in. Om 19u00 krijgt de eenheid de technische wacht bij de compassementen van 7 bruggen over de Leie toegewezen. Deze installaties worden overgenomen van het 23Gn. Terwijl gewerkt wordt op het Afleidingskanaal onderhoudt de rest van het bataljon zijn materieel te Reibroek. De vernielingsdetachementen keren terug na hun dispositieven te hebben geïnstalleerd. Deze springladingen zullen worden overgedragen aan de 12de infanteriedivisie.
2/31Gn
De commandopost wordt geopend aan de Baarlestraat nabij Wilde. Alle manschappen die niet langer in de Gentse voorhaven en aan het Kanaal Gent-Terneuzen nodig zijn, kantonneren nu in de omgeving. De CGn van het Iste Legerkorps laat weten dat de compagnie zich bij een eventuele verdere terugtocht naar Pittem dient te begeven.
4/31Gn
Na het beëindigen van de werken aan de EAP brug dient de 4Cie de volgende ochtend de eerder gegeven opdrachten in Melle, Lembergen en Lindenhoek uit te voeren. Te Melle dienen twee kruispunten ondermijnd te worden op de weg Aalst – Gent. De werken te Lembergen en Lindenhoek zijn klaar tegen 15u00. De werken te Melle zullen nog de ganse nacht voortduren temeer omdat er niet genoeg springstoffen voorhanden zijn om het werk af te maken. De munitiedepots van Eeklo en Hansbeke zijn niet meer in staat de nodige springstoffen te leveren.
1/31Gn
Bij de 1ste Compagnie vindt de aflossing van de technische wacht aan de Leiebruggen plaats. De brug van Deinze en Grammene komen onder Onderluitenant Bastin te staan. Luitenant Saive beveelt de ploegen aan de bruggen van Olsene en in de streek van Oeselgem. De rest van de compagnie installeert zich te Grammene.
2/31Gn
De 1ste Infanteriedivisie wordt teruggetrokken uit Gent en doorgestuurd naar sector Kortrijk aan het Leie-front. De staf van het Iste Legerkorps laat weten dat de compagnie nu instructies zal ontvangen van de te Gent aangekomen 18de Infanteriedivisie. Cdt Haegeman inspecteert de verschillende werven van zijn compagnie.
4/31Gn
Eén peloton blijft nog verder werken te Melle en krijgt munitie aangeleverd vanuit Brugge. Tijdens de werken valt het peloton onder vijandelijk artillerievuur en valt er een gewonde. De werken in Melle zijn klaar tegen 16u00. De twee andere pelotons krijgen opdracht om drie loopbruggen voor onze infanterie aan te leggen over de Schelde te Zevergem. De werken zijn klaar tegen het vallen van de nacht. Tijdens de avond krijgt de compagnie een nieuwe opdracht; een brug bouwen met gelegenheidsmateriaal om de EAP-brug gemaakt door de 3Cie te vervangen. Gedurende de nacht maken de officieren de berekeningen voor de te bouwen brug.
1/31Gn
De 1ste Compagnie verzekert de technische wacht aan de Leiebruggen te Deinze, Grammene, Olsene en Oeselgem. Om 20u00 vertrekt de compagnie naar Pittem.
2/31Gn
De compagnie kantonneert nog steeds in de Baarlestraat nabij Wilde. De installatie van de springinrichtingen onder bruggen 1 tot 7 op het Kanaal Gent-Terneuzen is nu voltooid. De technische wacht is ter plekke.
4/31Gn
Op 22 mei wordt de compagnie als volgt ingezet: één peloton levert de technische wachten bij de voorbereide vernielingen te Melle en Lembergen. Een tweede peloton gaat op zoek naar het nodige materiaal voor de constructie van de brug in het geniedepot van Zwijnaarde terwijl het derde peloton start met de voorbereidende werken voor de gelegenheidsbrug. Volgens plan zou de brug tegen het vallen van de avond klaar moeten zijn. Om 16u00 komt plots een tegenbevel, de werken aan de brug moeten onmiddellijk gestaakt worden. De brug wordt langs de oever gelegd en later vernield door het 4Gn. De boot waarover het brugdek zou gebouwd worden wordt naar de bevriende oever gebracht en de 4Cie wordt doorgestuurd naar Poesele waar ze om 21u00 toekomen.
1/31Gn
De loopbruggen te Machelen en Grammene worden om 10u00 en 11u30 met explosieven vernield. De achtergebleven geniesoldaten vervoegen de compagnie. Om 11u30 vraagt het VIIde Legerkorps om op 7 punten de wegen rond Deinze te ondermijnen. Het duurt de ganse middag om de springladingen in te graven en klaar te maken.
2/31Gn
Op het Kanaal Gent-Terneuzen worden de bruggen 1, 2, 4, 5 en 6 om 03u00 met explosieven vernield. Brug 3 gaat de lucht in om 03u45. De Luitenanten Beyers, Savoir en Wille verzamelen vervolgens hun detachementen en vervoegen de rest van de compagnie te Baarle. De ganse compagnie vertrekt om 19u00 naar Nevele om vervolgens Ruiselede te vervoegen. Commandant Haegeman belt de staf van het VIde Legerkorps op om zijn terugtocht te bevestigen.
4/31Gn
Te Poesele krijgt de compagnie zijn nieuwe orders. Eén sectie van het Peloton Dewit wordt naar de brug bij Hansbekeveer gestuurd om er de technische wacht van over te nemen. Het Peloton Van Honacker wordt naar Baarle-aan-de-Leie gestuurd om mee te helpen met de demontage van een FCM-brug. Het peloton vertrekt om 20u00 en wordt er om 21u00 onder bevel van Lt Vandevelde van de 3Cie/Bn Pont geplaatst.
1/31Gn
De terugtocht van het Belgische leger naar de Leie is voltooid. De brug van Ponthoek wordt op bevel van Luitenant Noël van de 2de Divisie Ardeense Jagers om 14u30 opgeblazen met het pyrotechnische compassement. De overige bruggen bewaakt door de 1ste compagnie ondergaan binnen het uur het zelfde lot. De pyrotechnische aanzetting laat de geniesoldaten toe om de elektrische bekabeling te recupereren voor later gebruik.
2/31Gn
Commandant Haegeman stuurt een motorwielrijder-estafette naar de staf van het VIde Legerkorps om nieuwe bevelen in ontvangst te kunnen nemen. De compagnie wordt per paarengespan bevoorraad van uit Pittem. Omstreeks 18u00 verlaat de eenheid het dorp Ruiselede om zich te Klaphulle te installeren. De korte verplaatsing duurt een goed uur.
4/31Gn
Gedurende de dag is de compagnie als volgt ingezet: Luitenant Dewit bevindt zich met één sectie van zijn peloton bij de brug van Hansbekeveer, Luitenant Van Honacker bevindt zich bij de FCM-brug te Baarle-aan-de-Leie en één sectie van Adjudant Galler levert de technische wacht bij de voorbereide vernielingen te Melle. De sectie wordt er in de loop van de voormiddag afgelost en vervoegt Poesele tegen de middag. Om 13u30 vertrekt de compagnie naar Klaphulle waar ze om 16u00 toekomen. De verschillende detachementen die nog elders tewerkgesteld waren komen te Klaphulle toe tegen 17u30.
3/31Gn
De 3Cie verhuist aan het eind van de dag naar de dorpskern te Egem.
4/31Gn
De 4Cie verblijft overdag te Klaphulle en vertrekt rond 18u00 naar Egem. Twee uur later zoekt de eenheid nieuwe kantonnementen op in het gehucht Rateling nabij het dorp Egem.
2/31Gn en 3/31Gn
De 2Cie en 3Cie verblijven te Egem. De beide compagniecommandanten zoeken bij valavond de staf van het VIde Legerkorps op te Schuifferskapelle en krijgen alleen te horen dat hun eenheden nu naar het gehucht Perstallehoekbos ten noorden van Wingene dienen verplaatst te worden. De compagnies vertrekken rondom 21u00.
4/31Gn
De compagnie verblijft de ganse dag te Rateling
2/31Gn en 3/31Gn
De 2Cie en 3Cie komen na een bijzonder langzame verplaatsing rondom 06u00 aan te Perstallehoekbos. De staf van het VIde Legerkorps heeft zich inmiddels in Kasteel Wildenburg te Wingene geïnstalleerd. De geniesoldaten blijven de ganse dag zonder opdracht te Perstallehoekbos en worden rondom 21u00 doorgestuurd naar Veldegem.
4/31Gn
Om 11u00 krijgt de compagnie opdracht om zich te verplaatsen naar Nachtegaal. De colonne vertrekt om 13u00 uit Eegem en komt om 16u00 toe te Nachtegaal op zo’n 2,5 km ten noordoosten van Waardamme. Vanuit Nachtegaal wordt de compagnie drie uur later door de Staf/31Gn doorgestuurd wordt naar het gehucht Hellebeerd in Veldegem. De compagnie vertrekt om 21u00 naar zijn nieuwe opstelplaats.
2/31Gn en 3/31Gn
Ook de tocht naar Veldegem duurt door de complete chaos op de wegen tot 06u00. De beide compagnies worden op de hoogte gebracht van de capitulatie rondom 08u30.
4/31Gn
De 4Cie komt om 07u00 toe te Hellebeerde (Veldegem) en verneemt er de capitulatie.
Staf/31Gn
Kolonel Van Deuren poogt vergeefs om nog orders te krijgen van de GS/LGn en neemt dan uiteindelijk zelf de beslissing om met de in Diksmuide aanwezige militairen van zijn regiment terug te keren naar Brussel waar hij en zijn staf worden krijgsgevangen genomen.
Staf/31Gn
Het 31Gn blijft nog op 28, 29 en 30 mei te Veldegem. Op 1 juni wordt naar Gent gemarcheerd in drie etappes. Vanuit Gent wordt het bataljon doorgestuurd naar Destelbergen. Op 5 juni nemen de 2Cie (Crabbenburg), de 3Cie en de 4Cie (Vissershoek) van 31Gn kantonnementen in te Destelbergen. De compagnies zijn ondergebracht in drie boerderijen. Het bataljon beschikt nog over 11 officieren, 31 onderofficieren en 450 manschappen.
- Het CK heeft tijdens de mobilisatie al de opdracht gekregen om de terugtocht van de Dekkingsstelling naar de K.W. Stelling te beveiligen en moet dit doen door het innemen van de Demer-Gete Stelling. De Demer-Gete stelling is een dwarsstelling haaks op de Dekkingsstelling langs het Albertkanaal die moet toelaten de eenheden die het gevecht afbreken op de Dekkingsstelling op een veilige manier te laten binnenlopen binnen de eigen linies en stelling te nemen achter de K.W. Stelling. Volgens het Belgische verdedigingsplan is het de bedoeling dat de Dekkingsstelling wordt opgeheven nadat de Britten en de Fransen hebben postgevat in het verlengde van de K.W. Stelling, van Waver over Gembloers tot Namen. Een gedeelte van de 2de Cavaleriedivisie heeft preventief postgevat achter de Demer-Gete Stelling.
- De velddagboeken van de 2CD vermelden zowel de aanwezigheid van de 3/31Gn als van de 4Cie van het Bataljon Pontonniers (4Cie Pont) in de vallei van de Demer en de Gete. De 3Cie, bevolen door Cdt Harms, voert geniewerken uit in opdracht van de CGn van het CK. De 4Cie Pont, onder bevel van Cdt Pallemaerts, is verantwoordelijk voor overstromingen op de Demer/Gete-stelling in opdracht van het Groot Hoofdkwartier.
- Ironisch genoeg blaast de Belgische genie op 11 mei 1940 een brug op die in 1915 door de Duitse genie werd gebouwd ter vervanging van een brug die in 1914 door de Belgische genie werd opgeblazen. Het duurde tot 1950 voor er een nieuwe brug kwam in Sclayn. Achtergrondinformatie bij de brug van Sclayn [On Line beschikbaar]: https://www.les-ponts-metalliques-historiques-belges.com/uploads/5/3/4/4/53444301/p021p_sclayn__andenne__v01_mb_13.03.2020.pdf [Laatst geraadpleegd 17 januari 2022].
- Achtergrondinformatie bij de brug van Yvoir [On Line beschikbaar]: https://www.yvoir.be/fr/loisirs/culture/metamorph-pontsyvoirhoux.pdf [Laatst geraadpleegd 17 januari 2022].
- Na de oorlog werd de kazerne van de Genieschool te Jambes genoemd naar Luitenant De Wispelaere.
- Het Kanaal Leuven – Dijle fungeert als lateraal kanaal van de Dijle. Het kanaal vertrekt aan de Vaartkom in Leuven en eindigt in de samenvloeiing Zenne-Dijle (bij het Zennegat). Tijdens de achttiendaagse veldtocht werd deze waterweg nog Leuvense Vaart genoemd. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Leuven-Dijle [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanaal_Leuven-Dijle [Laatst geraadpleegd 17 januari 2022].
- 1/32Gn krijgt op 30 augustus 1950 een vermelding op het dagorder van het Franse Leger voor zijn actie bij de Maasbruggen op 12 mei 1940 en krijgt van de Franse minister van defensie het “Croix de Guerre avec Palme” toegekend.
- Gedetailleerd getypt verslag in het Frans, opgesteld door Cdt Res De Taye, compagniecommandant van de 1Cie/31A. Het verslag bevindt zich in het dossier van het RGnA bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
- Getypt verslag in het Frans met het relaas van de 2Cie/31Gn. Het verslag bevindt zich in het dossier van het RGnA bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven velddagboek bijgehouden door de permanentie van de CP van 26Gn tijdens de veldtocht. Het velddagboek bevindt zich in het dossier van 26Gn bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
- Getypt niet ondertekend verslag opgesteld in het Frans van 23 februari 1941 met het relaas van de veldtocht van de 4Cie/31Gn. Het verslag bevindt zich in het dossier van het RGnA bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
Staf/32Gn
Het 32ste Bataljon Genie (32Gn) werd opgericht als ontdubbelingsbataljon van het vooroorlogse 3de Regiment Genie dat was gekazerneerd in de Chartreusekazerne te Luik. Het bataljon dat werd aangevuld met reservisten van de klassen 25 tot 32 bleef doorheen de mobilisatieperiode aangehecht bij het IIIde Legerkorps (III/LK) waar ze het 23ste Bataljon Genie (23Gn) versterken.
Staf/32Gn
Bij het uitbreken van de oorlog bewaken de compagnies een uitgebreide reeks vernielingen binnen de zone van de Versterkte Positie Luik (oftewel Position Fortifiée de Liege – PFL). Het 32Gn staat in voor de vernielingen van de reeksen K tot en met N (dubbele vernielingen van verkeersassen rond Luik), de reeksen O tot en met R (vernielingen langsheen de Ourthe) en de bruggen over het Albertkanaal te Vivegnis en Haccourt. Reeds vanaf het binnenlopen van de algemene alarmmelding rond 03u00 worden de diverse technische wachten op de hoogte gebracht van de uit te voeren plannen.
3/32Gn
De 3Cie is aangeduid voor het bewaken van de vernielingen op de Ourthe vanaf Luik tot aan de grens van de zone van het IIIde Legerkorps.
4/32Gn
De 4Cie is werkzaam in de vallei van de Jeker ten noorden van Luik en meldt rond 06u00 dat er verschillende slachtoffers gevallen zijn bij luchtaanvallen nabij Bassenge. Voor de uitvoering van de geniewerken in de Jekervalei wordt het peloton van Lt Bouffioux, behorende tot de 2Cie van het 23Gn, aangehecht bij 4/32Gn. Dit peloton zal gedurende de rest van de achttiendaagse veldtocht bij 4/32Gn blijven.
Staf/32Gn
Na de aftocht van de dekkingstroepen worden de springladingen op de door het leger gebruikte verkeerswegen aangezet. Ook deze detachementen vervoegen vervolgens het bataljon dat nog steeds te Montegnée kantonneert. De brug van Vivegnis wordt vernield door artillerievuur van het fort van Pontisse. Inmiddels is ook het nieuws van de evacuatie van het III/LK bevestigd en maakt het 32Gn zich klaar voor de aftocht uit Luik. Rond 20u00 vertrekt het bataljon richting Hannêche. Het 32Gn zal samen met het gros van het III/LK richting Namen terugtrekken. Alle paardenwagens worden achtergelaten. Zoveel mogelijk materieel wordt uit de vrachtwagens geladen om plaats te maken voor de manschappen.
3/32Gn
Een gedeelte van de 3Cie zal echter voorlopig nog op de oostelijke oever van de Maas blijven tot de laatste vernielingen langsheen de Ourthe uitgevoerd kunnen worden.
4/32Gn
Tijdens de voormiddag worden alle springladingen aangezet op de wegen die niet op de terugtochtroutes van het leger liggen. Deze ploegen trekken zich daarop terug naar de hergroeperingszone van 4/32Gn te Feche-Slins waar zich de commandopost van Kapt Desoer bevindt. Om 21u00 krijgt de compagnie bevel zich naar de streek Alleur-Montegnée te verplaatsen waar de rest van het 32Gn zich bevindt.
Staf/32Gn
Even na middernacht vernielt de te Luik achtergebleven ploeg van Luitenant Dalleur de wegbrug van Haccourt na de doortocht van de laatste Grenswielrijders. De Duitsers zijn dan reeds tot op minder dan 500m genaderd. Langsheen de Ourthe is nog steeds het 2Pl van de 3Cie van Luitenant Robeyns actief. Dit detachement voert vernielingen O2, O3, O4 en O5 uit rondom 02u00 en zet vervolgens koers naar Plainevaux. Lt Robeyns wil via de brug van Engis de westelijke oever van de Maas vervoegen en stelt vast dat dit kunstwerk reeds vernield is. De kleine colonne rijdt zuidwaarts in de hoop de bruggen te Hoei en Andenne nog intact te vinden maar dient uiteindelijk helemaal tot in Namen door te rijden om de stroom te kunnen oversteken.
Tijdens de vroege ochtend kruist het gros van het bataljon de eerste Franse pantsertroepen nabij Huccorgne. Rond 06u00 komt de colonne toe te Hannêche. Het IIIde Legerkorps stuurt het 32Gn vervolgens naar Hemptinne. Het bataljon wordt er ingekwartierd. In de voormiddag komen de laatste detachementen die afzonderlijk uit Luik gevlucht zijn toe bij de eenheid. Majoor De Schepper is inmiddels naar de staf van het III/LK vertrokken voor verdere orders. Zijn bataljon is echter nerveus achtergebleven en besluit nog voor de middag Hemptinne te verlaten en naar Namen door te rijden. Bij deze tocht raakt de 1ste compagnie de weg kwijt en sukkelt het dorp Saint-Denis-Bovesse binnen waar de manschappen verstrikt raken in het Franse militaire verkeer. De 2de en 3de Compagnie vallen ten prooi aan een luchtaanval bij het binnenrijden van de Naamse deelgemeente Bouge. Er vallen enkele slachtoffers waaronder de Soldaten Distave, Leveque, Magain, Pieters en Humblet. Het bataljon overnacht te Buzet.
4/32Gn
Wanneer de 4de Compagnie in de vroege ochtend toekomt in de hergroeperingszone van het 32Gn te Montegnée is de rest van het bataljon reeds vertrokken naar Namen. Kapt Desoer stuurt de Luitenant Bouffioux samen met de rest van zijn peloton naar de citadel van Luik waar zich het HK van het III/LK bevindt. Hij moet er om verdere orders vragen maar wanneer hij in de citadel toekomt is deze reeds verlaten. Aangezien hij wist dat de 4Cie van 32Gn naar Namen zou vertrekken besluit de pelotonscommandant om 16u00 zich met zijn twee voertuigen eveneens naar Namen te begeven in de hoop daar de compagnie terug te vinden. Om 22u00 komt het tot een aanrijding tussen zijn twee voertuigen te Sombreffe waardoor het peloton genoodzaakt is de voertuigen achter te laten. Ze blijven overnachten in Sombreffe.
In afwachting van de terugkeer van Lt Bouffioux blijft 4/32Gn kantonneren in Alleur. De compagnie bevindt zich om 17u00 nog steeds in de omgeving van Alleur-Montegnée wanneer gemeld wordt dat de Duitsers steeds dichterbij komen. Ze zijn al gesignaleerd in Liers en Odeur op de weg Luik – Sint Truiden. Er bevindt zich geen enkele andere eenheid meer in de buurt waarop Kapt Desoer bevel geeft naar Namen te vertrekken. De Luitenant Listray en een 20 tal soldaten verlaten als eerste Montegnée om 17u00 gevolgd door de rest van de Cie. Wanneer hij met zijn camion de citadel van Luik passeert melden enkele burgers hem dat de vijand er al gepasseerd is. De Luitenant zet zijn weg verder via Jemeppe naar Namen waar hij om 24u00 toekomt. Op de weg naar Namen valt de colonne in verschillende delen uiteen, grote delen van de Cie worden gevangen genomen.
Staf/32Gn
Te Buset krijgt het 32Gn nieuwe marsorders van de aanwezige Franse troepen. Het bataljon wordt gevraagd om in het bos van Gougnies te gaan kantonneren. De bataljonscommandant laat naar het Groot Hoofdkwartier telegraferen om verdere instructies. De 1ste Compagnie is nog steeds zoek.
4/32Gn
Lt Listray wordt vanuit Namen doorgestuurd naar Nijvel waar zijn voertuig en de chauffeur opgeëist worden door de Fransen. Het detachement Listray overnacht te Nijvel. Wanneer het peloton Bouffioux de volgende dag in Genappe toekomt geeft de lokale rijkswacht de raad om verder door te trekken naar Brussel. De luitenant eist een vrachtwagen op en zet zijn tocht verder richting Brussel en overnacht te Overijse.
Staf/32Gn
Het tot twee compagnies herleide bataljon bereikt de stad Bergen na een nachtelijke tocht. De stad wordt op dat ogenblik aangevallen door de Luftwaffe. Na het verdwijnen van de vliegtuigen zet de colonne van het 32Gn koers naar Aalst om aansluiting te vinden bij de Staf/RGnA. De marsroute loopt over Binche, La Louvière, Roeulx, Soignies, Edingen en Ninove.
Detachement Listray
Het detachement Listray krijgt van de Rijkswacht van Nijvel het bevel door te trekken naar Ohain om er aan te sluiten met een groep van 90 militairen van het 32Gn. Hij vertrekt initieel te voet maar weet later beslag te leggen op een kleine vrachtwagen voor het transporteren van de bagage. Wanneer hij Ohain toekomt is er geen spoor meer van de groep militairen van het 32Gn die zich in het stadje zouden bevinden, ze zijn reeds vertrokken richting Bergen. Wanneer zijn chauffeur het detachement terug vervoegt stuurt hij de twee vrachtwagens met de bagage voorop naar Limal, met de rest van de mannen zal hij te voet verder trekken. Ver komt hij niet want hij wordt tegengehouden door het Franse 11de Regiment Zoeaven die alle geïsoleerde Belgische detachementen staande houden en inschakelen in hun dispositief. Het detachement Listray krijgt een waarnemingsopdracht.
Detachement Bouffioux
Het detachement Bouffioux daarentegen wordt door de Britten vanuit Overijse doorgestuurd naar Bergen waar hij per toeval een restant van 4/32Gn terugvindt. Het detachement bestaat slechts nog uit één onderofficier en 70 manschappen waaronder drie van zijn oorspronkelijk peloton. Ze beschikken wel nog over enkele voertuigen waaronder een vrachtwagen uitgerust met een keuken. Lt Bouffioux neemt nu de leiding over de twee detachementen en neemt contact op met de Provinciecommandant in een poging het 32Gn of tenminste de rest van de 4Cie terug te vinden.
Staf/32Gn
Het bataljon bereikt Aalst in de vroege ochtend en kan er de staf van het Legergenieregiment terugvinden. Bij aankomst in de stad wordt de colonne tijdelijk geparkeerd langsheen de Ninoofsesteenweg terwijl Kapitein Bidlot en Luitenant Deprez de nieuwe kantonnementen te Hofstade gaan verkennen. Het 32Gn moet ‘s anderendaags met zijn 2de Compagnie de Scheldebruggen tussen Melle en Dendermonde inspecteren en ondermijnen. De 3de Compagnie voorziet de bruggen over de Dender tussen Dendermonde en Aalst van de nodige springladingen.
Detachement Bouffioux
De zoektocht naar de rest van 4/32Gn brengt het detachement Bouffioux van Bergen via Halle en Doornik naar Brugge waar de luitenant zich aanmeldt bij het provinciecommando de 16de mei om 22u00.
Detachement Listray
Het detachement Listray wordt doorgestuurd naar Limelette waar zij het vernielingsdispositief van één van de bruggen moeten aanpassen in opdracht van het 11 (FRA) Regt Zoeaven. Om 16u00 krijgen ze opdracht om terug te plooien maar dit manoeuver verloopt zo chaotisch dat de Lt contact verliest met zijn manschappen. Hij doet verwoede pogingen om de 4/32Gn terug te vinden en bereikt uiteindelijk Kortrijk via Brain-le-Comte, Ath en Doornik.
Staf/32Gn
De vernielingsploegen vertrekken richting Schelde en Dender. Luitenant Rodeyns trekt met zijn 2Pl van de 3Cie naar de vier bruggen te Aalst en de beide bruggen te Erembodegem. Deze bruggen wordt op dat ogenblik bewaakt door detachementen van de Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen. Rodeyns voert de nodige verkenningen uit en laat manschappen ‘s avonds terugkeren naar Hofstade.
4/32Gn
Kapitein Desoer bereikt met enkele verdwaalde militairen van de 4de Compagnie de kantonnementen van het bataljon te Hofstade.
Staf/32Gn
Luitenant Cogneau kan met zijn 1Cie uiteindelijk ook Hofstade bereiken. Het sterk uitgedunde bataljon is dringend aan een reorganisatie toe. Kapitein Desoer wordt tweede commandant van het bataljon. De 4de Compagnie wordt bij gebrek aan manschappen ontbonden. De vernielingsploegen trekken opnieuw het terrein op voor de installatie van de springladingen onder de aangeduide bruggen. De explosieven komen echter pas rond het middaguur aan zodat heel wat tijd verloren gaat met wachten.
De beide bruggen van Erembodegem liggen in de zone van het Britse leger. Wanneer de Britten vernemen dat de bruggen ondermijnd werden, wordt hun luchtafweergeschut verplaatst naar de westelijke oever van de Dender. De bruggen worden in de loop van de avond overgedragen aan de Britse genie. Tussen Aalst en Dendermonde ontplooit de 1ste Divisie Ardeense Jagers zich met het oog op de komende afstoppingsactie aan de Dender.
Detachement Bouffioux
Het detachement Bouffioux dat nu 80 man sterk is wordt vanuit Brugge doorgestuurd naar de Panne via Nieuwpoort. Hier laat de luitenant zijn detachement achter en begeeft zich naar het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) in Poperinge. Men geeft hem hier het bevel om zich naar Frankrijk te begeven zoals tal van andere eenheden die moeten worden heruitgerust. Het was de bedoeling om deze eenheden opnieuw van materieel te voorzien in het zuiden van Frankrijk zodat de strijd in Frankrijk kon worden voortgezet.
Staf/32Gn
Met uitzondering van de technische wachten aan de ondermijnde bruggen op de Dender en de Schelde maakt het bataljon zich klaar voor een vertrek naar Oosterzele. De bruggen op de Dender werden opgeblazen na de doortocht van de laatste Belgische troepen. De ploeg van Sergeant Kleutghens vernielt de spoorwegbrug in twee pogingen, telkens met een bijzonder zware lading. In de door de explosies uitslaande brand vat ook de parallelle ophaalbrug vuur. Het detachement van Korporaal Charles dat deze brug bewaakt, gaat er hals over kop van door en kan nog net ontkomen vooraleer de springlading spontaan ontploft.
Rondom de Zeebergbrug te Aalst ontstaat een hevige ruzie tussen Britse en Belgische stafofficieren. De Belgen willen de brug openhouden zolang er nog bevriende detachementen op de oostelijke oever van de Dender zijn, terwijl de Britten willen dat het kunstwerk stante pede de lucht in gaat. De Britse genie gaat over tot het plaatsen van een eigen springlading. De brug wordt uiteindelijk rond 13u00 vernield.
Inmiddels heeft de rest van het 32Gn Oosterzele bereikt. Rond 15u00 wordt het bataljon doorgezonden naar Hansbeke. De manschappen bereiken er een drietal uur later het gehucht Reibroek.
Detachement Listray
Lt Listray die zijn weg alleen voortzette botst in Lichtervelde op een groepje van 37 militairen van 32Gn. Ze beschikken ook over twee vrachtwagens. Hij neemt de leiding over het groepje en trekt verder naar Brugge waar hij contact opneemt met de Provinciecommandant in een poging te weten te komen waar de rest van 32Gn zich bevindt. Hij bekomt er geen nieuwe informatie maar wordt met zijn manschappen op zijn beurt doorgestuurd naar het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) in Poperinge. Hij krijgt er te horen dat hij de volgende dag naar Frankrijk moet doorrijden.
Staf/32Gn
Het bataljon blijft te Reibroek. Er wordt even gewag gemaakt van een mogelijke inzet te Gent, maar die opdracht gaat niet door. Het bataljon gaat over naar het Commando van de Genie van het Groot Hoofdkwartier. Kolonel SBH Oudenne, is overgekomen van de 5de Directie van de Genie en de Versterkingen om een opdracht te leiden tot de ondermijning van de bruggen over de Schelde ten zuiden van Gent, de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Oudenne zal hiervoor vier bataljons mogen aansturen: het 18Gn, 22Gn, 26Gn en 32Gn.
Detachement Bouffioux in Frankrijk
Na zijn terugkeer in De Panne geeft Lt Bouffioux de nodige orders om naar Frankrijk te vertrekken en de colonne zet zijn terugtocht in om 00u10 de 19de mei. Via Saint-Omer bereikt hij Abbeville zonder problemen tegen 20u00. Het detachement brengt de nacht door in de Franse Dupré kazerne in de Rue Saint-Gilles te Abbeville.
Detachement Listray in Frankrijk
Zowat een halve dag na Lt Bouffioux vertrekt het detachement van Lt Listray eveneens naar Saint-Omer en Abbeville waar hij de Somme oversteekt. Eens de Somme over trekt hij verder naar Dieppe van waar hij wordt doorgestuurd naar Conche waar hij op 22 mei toekomt.
Staf/32Gn
Het 32Gn wordt aan het werk gezet op het Afleidingskanaal van de Leie en het Kanaal Gent-Brugge. Ook hier weer moeten bruggen en sluizen voorbereid worden voor een eventuele vernieling. Luitenant Leonard neemt de brug van Zomergem voor zijn rekening. Luitenant Dalleur vertrekt met een ploeg naar het sluizencomplex en brug van Lovendegem. Luitenant Sandront ondermijnt de spoorbrug van Landegem. Het bataljon staat nu onder het bevel van de geniecommandant van het Iste Legerkorps.
Detachement Bouffioux in Frankrijk
Het detachement steekt de 20ste mei in de ochtend de Somme over en bereikt uiteindelijk Rouen. Hier wordt hij doorgestuurd naar Evreux en krijgt uiteindelijk een kantonnementsplaats toegewezen in Le Fresne (Eure) vlakbij Conches-en-Ouche.
Staf/32Gn
In de namiddag vertrekt het bataljon naar Koolskamp na de ondermijnde bruggen op het Afleidingskanaal en het Kanaal Gent-Brugge te hebben overgedragen aan de 21Gn en 24Gn. De marsroute loopt via Aalter, Ruiselede, Tielt en Pittem. De manschappen installeren zich te Koolskamp tijdens de avond.
Detachementen Bouffioux en Listray in Frankrijk
In Le Fresne komt op 21 mei het detachement van Lt Listray toe. Hij neemt vanaf nu het bevel over de twee detachementen. Het nieuw samengesteld detachement van 4/32Gn wordt onder bevel geplaatst van de 7de Infanteriedivisie (7Div). Het detachement profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine om te hergroeperen. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt waarbij ze zullen proberen te beletten dat de Britse troepen die ingezet zijn op het vaste land terugkeren naar Engeland.
Staf/32Gn
Het 32Gn reorganiseert zijn compagnies voor een tweede keer. De pelotons en secties worden heringedeeld en het wagenpark herschikt. Majoor De Schepper moet door uitputtingsverschijnselen geëvacueerd worden naar het hospitaal van Veurne. Cdt Verwee neemt het bevel over. Bij valavond vertrekt het bataljon naar Hondschote in Frankrijk.
Detachement Listray in Frankrijk
De 7Div blijft in de streek van Conches – L’Aigle kantonneren om terug op krachten te komen. Kolonel SBH Duez, commandant van de 7Div, krijgt opdracht om alle geïsoleerde militairen die samentroepen tussen Conche en L’Aigle, alles tezamen zo’n 15.500 manschappen, te bevoorraden. Hij beseft dat ze nog niet buiten schot zijn en dat het maar een kwestie van tijd is vooraleer de Duitsers hun opmars naar het zuiden zullen verder zetten. Hij vraagt om richtlijnen wat er moet gebeuren met de 7Div, de geïsoleerden die zijn aangehecht aan de 7Div en met alle andere geïsoleerden die zich in Frankrijk bij de 7Div gevoegd hebben.
Staf/32Gn
De 1Cie en de 2Cie trachten Hondschoote te bereiken, maar de Franse grens is afgesloten. De colonnes keren terug. De 3de Compagnie is inmiddels verloren gereden. Het bataljon vindt de staf van het Legergenieregiment terug te Leisele. Dit dorp zit zodanig vol met vluchtelingen dat het ganse bataljon doorgestuurd wordt naar Houtem en Bulskamp. In het dorp Bulskamp wemelt het van Britse militairen die zich ingraven langsheen het Kanaal Veurne – Bergues. Het bataljon krijgt te horen dat ‘s anderendaags zal ingezet worden voor het ondermijnen van diverse bruggen in de Westhoek.
Detachement Listray in Frankrijk
Op 23 mei komt een nieuw geniedetachement toe in Le Fresne. Het betreft het detachement van Luitenant Josse van het 10Gn dat wordt aangehecht aan het detachement van Lt Listray.
Staf/32Gn
Het bataljon zet zich aan het werk:
- De 1Cie onder Luitenant Lamalle brengt explosieven aan op het Lokanaal onder de bruggen te Oeren, Fortem, Lo, Pollinkhove, Uilenbrug en Fintele
- De 2Cie doet het zelfde te Stavele, Roesbrugge, Eikhoek en Poperinge
- De 3Cie wordt uitgestuurd naar de bruggen van Nieuwpoort, Veurne en Wulpen
- De manschappen en vrachtwagens die niet nodig zijn worden naar Jabbeke gezonden om er het nodige materieel op te halen en dit naar Diksmuide te transporteren
Alle springladingen worden aangebracht op de noordelijke en oostelijke oevers van de waterlopen. De bruggen worden immers ondermijnd om een Duitse opmars van uit Calais en Duinkerke tegen te houden. De werken verlopen echter bijzonder langzaam. De oude bruggen in de Westhoek hebben geen mijnkamers en er dienen eerst de nodige openingen in het metselwerk gemaakt te worden om de ladingen te kunnen aanbrengen.
Staf/32Gn
De werkzaamheden in de Westhoek worden afgerond en na de middag vertrekt het bataljon naar Merkem. Alleen de technische wachten blijven ter plekke.
Staf/32Gn
Het bataljon kantonneert te Merkem. Het 32Gn krijgt het bevel om bij alle door hun ondermijnde bruggen in de Westhoek nu de aanzettingsmechanismen naar de westelijke en zuidelijke oevers te verplaatsen. De legerleiding speelt immers met de idee van een ultieme terugtocht over de Ijzer en bijhorende kanalen. In de avond verhuist het bataljon naar Keiem nabij Diksmuide.
Staf/32Gn
Het 32Gn komt even na middernacht aan te Keiem. Het bataljon krijgt de opdracht om nabij Diksmuide een door de Hulptroepen verlaten werf te herstarten waar met behulp van rondhout een geïmproviseerde weg aangelegd wordt doorheen de velden om bij een eventuele verdere Belgische terugtocht de troepen van een bijkomende route te voorzien. Langsheen de waterwegen doorheen de Westhoek trekken duizenden Britse troepen richting Duinkerke. Her en der werpen de Britten hun materieel in de kanalen en worden achtergelaten vrachtwagens in brand gestoken.
Detachement Listray in Frankrijk
Op 27 mei wordt het Detachement Listray vanuit Le Fresne doorgestuurd naar Angers waar ze zullen blijven kantonneren in Bouchemaine (Maine-et-Loire). Het detachement is ondergebracht in de tuin van een kasteel in Bouchemaine (vermoedelijk in de Rue Chevrière Nr 47).
Staf/32Gn
Het bataljon bevindt zich bij de capitulatie nog steeds te Keiem.
Detachement Listray in Frankrijk
Een groter geniedetachement, samengesteld uit met fragmenten van het 1/12Gn en 1/24Gn, komt toe in Bouchemaine. Het detachement van Lt Listray wordt opgeslokt door het pas toegekomen detachement. Het geheel komt onder bevel van Cdt Vanuxem compagniecommandant van 1/12Gn te staan. Het nieuw samengesteld detachement genisten, bestaande uit 12 officieren (met onder meer Cdt Vanuxem, Lt Michaux, Lt Listray, Lt Bouffioux, Lt Josse, Lt Marot en OLt Léonard) en een 500 tal manschappen, is een samenraapsel van naar Frankrijk doorgestuurde militairen van 2/10Gn, 1/12Gn, 1/24Gn en 4/32Gn, allen behorende tot het veldleger.
Te Angers verneemt het detachement de capitulatie van het Belgische leger in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Deze beslissing bereikt het detachement Vanuxem niet onmiddellijk waardoor Cdt Vanuxem beslist in afwachting van nieuwe orders in Bouchemaine te blijven.
Detachement Listray in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemt de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7Div terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden.
Detachement Listray in Frankrijk
Er is enige onduidelijkheid over de bestemming van het Detachement Vanuxem. Als detachement samengesteld uit eenheden van het veldleger is het de bedoeling dat zij conform de beslissing van de Belgische regering in ballingschap, de strijd aan de zijde van de Fransen moeten verder zetten. Daartoe zouden ze moeten terugkeren naar de verzamelzone van de 7Div alleen blijkt in de chaos na de Belgische capitulatie niemand te weten waar het detachement zich bevind en omgekeerd heeft Cdt Vanuxem ook alle verbinding met de rest van het veldleger verloren waardoor hij niet op de hoogte is van de beslissing die de regering genomen heeft.
Detachement Listay in Frankrijk
Op 6 juni wordt het kantonnement te Bouchemaine opgeschrikt door een parachutistenalarm. Er worden in allerijl patrouilles uitgestuurd maar er wordt niets abnormaal ontdekt. Intussen rukt de vijand steeds verder op naar het zuiden
Detachement Listray in Frankrijk
De Compagnie Mechanische Uitgravingen van het Legergenieregiment komt per trein toe te Bouchemaine. Hier worden de vier wagons met zwaar materieel en de tuigen uitgeladen. Het detachement Vanuxem wordt onder bevel geplaatst van Cdt Patoux, compagniecommandant van de Compagnie Mechanische Uitgravingen. Tezamen maken ze een verplaatsing mee naar Juigne-sur-Loire.
Detachement Listray in Frankrijk
Op 12 juni verplaatst het groot detachement genie zich onder bevel van Cdt Patoux naar Juigné-sur-Loire ten zuiden van Angers waar ze tot 16 juni blijven kantonneren.
Detachement Listray in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 richt Maréchal Pétain zich in een radiotoespraak tot de Franse bevolking om de nakende capitulatie van Frankrijk aan te kondigen. Nu de Fransen de strijd staken kunnen de Belgen niet langer op Franse steun rekenen om de strijd voort te zetten. De resterende eenheden van het veldleger zullen dan maar opgenomen worden in de getalsterkte van de Versterkings- en Opleidingstroepen. Het detachement van Cdt Vanuxem wordt bijgevolg van het Detachement Patoux afgesplitst en krijgt de opdracht om vanuit Angers langs de weg het Versterkings- en Opleidingscentrum Genie (VOC/Gn) te Castries te vervoegen. Het Detachement Vanuxem zal er worden opgenomen in de getalsterkte van het 40ste Regiment Genie (40Gn). De Compagnie Mechanische Uitgravingen van Cdt Patoux wordt een andere richting uitgestuurd.
Detachement Listray in Frankrijk
Het detachement verlaat samen met de rest van het detachement Vanuxem Juigné-sur-Loire en legt een eerste etappe van 200 kilometer af richting Castries. Er wordt halt gehouden te Poitiers waar kantonnementen worden opgezocht voor de nacht.
Detachement Listray in Frankrijk
Het detachement verlaat Poitiers en begeeft zich naar Toulouse. Na een nieuwe etappe van 200 kilometer worden kantonnementen voor de nacht opgezocht te Saint-Jory op een tweetal kilometer ten noorden van Toulouse. Hier wordt de nacht van 19 op 20 juni doorgebracht
Detachement Listray in Frankrijk
Wanneer de colonne van het Detachement Vanuxem zijn kantonnement te Sint-Jory wil verlaten worden ze om nog ongekende redenen door de Verkeersregelingscommissie van Toulouse tegengehouden en naar Fonsorbes gestuurd een 20 tal kilometer ten zuidwesten van Toulouse. Fonsorbe ligt in de sector van het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC). Het detachement krijgt er kantonnementen toegewezen en wordt aangehecht bij het 62ste Linieregiment (62Li) . Naast het Detachement Vanuxem worden nog tal van andere detachementen die Toulouse op 20 en 21 juni passeren op weg naar hun verschillende thuiskantonnementen in Zuid-Frankrijk, door de verkeersregelingscommissie doorgestuurd naar het 3VOC. Het betreft onder meer detachementen van het 7de Gemotoriseerd Regiment (7Mo), het 4de Regiment Grenadiers (4Gr), het 4de Regiment Karabiniers (4C), het 12de Regiment Jagers te Voet (12J) en het 59ste Linieregiment (59Li), alles bijeen een 2.000 tal manschappen.
Detachement Listray in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een verdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekende staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbind de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 180.000 Belgische militairen die zich in Zuid-Frankrijk bevinden nog naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten.
Detachement Listray in Frankrijk
Het detachement Vanuxem installeert zich zo goed als mogelijk in zijn kantonnement te Fonsorbes en wacht er nieuwe orders af. Deze orders blijven echter uit en de komende dagen ontstaat er wrevel tussen het VOC/Gn die het detachement Vanuxem had verwacht in Castries maar niet ziet toekomen en het 3VOC die het detachement om onduidelijke redenen heeft omgeleid.
Detachement Listray in Frankrijk
Eindelijk wordt een regeling gevonden om de vele eenheden die in de sector van 3VOC vast kwamen te zitten terug te sturen naar hun respectievelijke regimenten. Majoor van Malcote van het 7Mo wordt op 4 juli door de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI) belast met de organisatie van het terugsturen van al deze detachementen vanuit kantonnementen te Thil, Fonsorbes, Saint-Lys en Mérenvielle naar hun organieke regimenten [10]. Het detachement Vanuxem krijgt te horen dat ze zullen doorreizen naar Castries.
Sector van het Versterkings- en Opleidingscentrum van de Genie in Zuid-Frankrijk
Detachement Listray in Frankrijk
Op 09 juli komt het detachement genisten van Cdt Vanuxem, dat enkele dagen eerder per spoor uit Fonsorbes vertrok, toe in Castries. Cdt Vanuxem meldt zich aan bij de Staf VOC/Gn. De manschappen van het detachement worden verdeeld over de zes compagnies van het Bataljon Genie dat nog overbleef na de inzet van meerdere werkbataljons door, het inmiddels opgedoekte, 40Gn in het noorden van Frankrijk.
Detachement Listray in Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, geeft op 3 juli de EM/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerder gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk. Voor wie moet blijven begint de verveling toe te slaan. De soldaten doden de tijd met voetbal en turnoefeningen, met zoektochten naar voedsel en nieuws van hun familie via het Rode Kruis of het Belgisch consulaat en ze verkenden de Franse dorpen.
- “L’armée belge de France en 1940″, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.

Kazerne Majoor Deltenre aan de Luxemburglaan te Namen, thuisbasis van het vooroorlogse 4de Regiment Genie waaruit het 33Gn/RGnA werd ontdubbeld.
Staf/33Gn
Het 33ste Bataljon Genie (33Gn) werd opgericht als ontdubbelingsbataljon van het vooroorlogse 4de Regiment Genie uit Namen, dat na het beëindigen van de mobilisatie van de genie werd ontbonden. Op 17 september 1939 werden de 1ste Cavaleriedivisie en de toen nog enige Divisie Ardeense Jagers samengebracht in een tijdelijke groepering die de zuidelijke Ardennen dient te verdedigen bij een vijandelijke inval. Deze ad hoc gevormde formatie, de Groepering Keyaerts (Gpg K) genoemd naar de naam van de bevelhebber, beschikt niet over een organieke genie-eenheid en wordt daarom versterkt met het 33Gn(-) ter sterkte van drie compagnies. De resterende compagnie wordt in steun gegeven van het VIIde Legerkorps (VII/LK) in de Versterkte Positie Namen (VPN). Het gros van het 33Gn is op 9 mei 1940 opgesteld in de Ardennen en werkt ten behoeve van de Gpg K.
Staf/33Gn
Het gedeelte van het 33Gn dat geniesteun levert aan de Gpg K staat op 10 mei 1940 als volgt opgesteld:
- de Staf/33Gn bevindt zich te Marche-en-Famenne
- de 1Cie (-3Pl) en het 3Pl van de 4Cie hebben verschillende ploegen op het terrein in het gebied tussen Ville-du-Bois, Rogery, Bovigny, Beho en Renglez en werkt hier aan de zogenaamde “ondoordringbare zone B” (zone étanche B) in de sector van de 1ste Divisie Ardeense Jagers
- het 3Pl, 1Cie bevindt zich aan de spoorbrug over de Maas te Hoei
- de 2Cie werkt van uit Werbomont en legt vernielingen aan op de lijn Werbomont-Manhay
- de 4Cie (-3Pl) is actief in de omgeving van Hoei en Ombret-Rosa en bewaakt de vernielingen van de reeksen Om en Hu van het hindernissenplan
De staf, 1Cie en 2Cie worden even na 21u00 teruggetrokken naar Ellemelle.
1/33Gn
Bij het algemeen alarm net na middernacht ontvangt de 1Cie het bevel om zich onmiddellijk terug te plooien naar zijn oude kantonnementen te Durbuy via Salm-Château en Durbuy. De compagnie beschikt over heel wat extra materieel voor het bouwen van bunkers en hindernissen. Bij gebrek aan vrachtwagens moeten drie grote cementmixers achtergelaten worden. De manschappen kunnen nog wel de beide zware compressoren meenemen. De eenheid bereikt Durbuy rond 03u00 en krijgt de voorbereide vernielingen van de reeksen R en S van het hindernissenplan van de Ourthe-stelling toewezen.
2/33Gn
De 2Cie vervoegt eveneens de westelijke oever van de Ourthe en gaat rond 06u00 over tot het bewaken van de vernielingen van de reeksen U en V. Rond 08u00 beveelt de Groepering Keyaerts om eveneens de bewaking van de vernielingen van de reeksen B, T, A en C over te nemen. De reeksen B(arvaux) en T omvatten belangrijke doorgangspunten tussen Erezée en Barvaux en gaan naar de 2Cie. De reeksen A en C bevinden zich tussen de Ourthe en Lienne langsheen de vallei van het riviertje de Aisne.
Tegen 13u00 zijn de laatste detachementen ter plaatse en kan het bataljon melden dat de ongeveer 40 voorbereide vernielingen op de Ourthe-stelling overgenomen zijn. Onder deze vernielingen bevinden zich eveneens de belangrijke spoorwegbrug over te Ourthe en de wegbrug op de baan Marche-Luik te Terwagne. De compagnie gaat over tot het aanzetten van de springladingen tussen 19u00 en 21u00. Met uitzondering van een al snel vervangen defecte lont aan de wegbrug over de spoorlijn te Barvaux (vernieling B2), velopen alle vernielingen perfect.
3/33Gn
De 3Cie werkt ten voordele van het VIIde Legerkorps dat de Versterkte Positie Namen verdedigt.
Staf/33Gn, 1/33Gn en 2/33Gn
De staf, 1Cie en 2Cie worden te Ellemelle gehergroepeerd. Langsheen de oever van Ourthe blijven alleen de detachementen ter plekke die de vernielingen op de terugtochtswegen van de 1ste Divisie Ardeense Jagers bewaken. Deze ladingen worden aangezet na de doortocht van de laatste Belgen. De brug over de Ourthe te Durbuy blijft onder bewaking van Luitenant Maliseux van de 2Cie als allerlaatste open en wordt na de doortocht van de achterhoede van het Bataljon Motorwielrijders van de Ardeense Jagers om 12u00 opgeblazen. Omstreeks 15u00 verlaat het bataljon Ellemelle om via de brug van Ombret de Maas over te steken en te Warnant-Drée nieuwe kantonnementen in te nemen. Als enige militairen van het 33Gn zijn één korporaal en vier soldaten achter gebleven bij de nog niet vernielde wegbrug van Terwange. Dit detachement zal het bataljon slechts op 15 mei te Clabecq kunnen bereiken na een lange en eenzame tocht per fiets. Van uit Warnant-Drée wordt de Staf Bn, de 1Cie en 2Cie omstreeks 23u00 doorgestuurd naar Temploux.
4/33Gn
De 4Cie wordt aan de Maas te Hoei en Ombret-Rosa afgelost door de 1Cie van het 31Gn en vertrekt aan het eind van de dag naar Saint-Marc bij Namen.
Staf/33Gn
De staf, 1Cie en 2Cie bereiken Temploux rondom 08u00. De 4Cie komt aan te Saint-Marc. Temploux zit op dat ogenblik propvol Belgische en Franse militairen en op en om de Nijvelsesteenweg bevinden zich duizenden soldaten, in hoofdzaak van de 1ste Divisie Ardeense Jagers. Rondom 11u00 ontketent de Luftwaffe een eerste bijzonder zware luchtaanval op de troepen. Aanvankelijk ontsnapt het 33Gn aan de bombardementen, maar in de aanhoudende aanvallen vallen dan toch slachtoffers. Soldaat Pirotton wordt gedood. Korporaal Durieux en de Soldaten Burton, Guidez, Laventurier, Maes, Servais, Smal, Van den Bempt en Willème worden allen gewond.
Majoor Scheider bevindt zich op dat ogenblik op de staf van de Groepering K te Malonne. Bij zijn terugkeer moet hij niet alleen het dramatische nieuws vernemen, maar stelt hij ook vast dat zijn bataljon uit elkaar geslagen is. Een deel van de 1Cie is met Luitenant Migeal richting Nijvel teruggetrokken. Een tweede groep onder Adjudant KROLt Bara is door het Franse leger door gestuurd naar Trazegnies.
1/33Gn
De 1ste Compagnie heeft zijn commandopost in de Middenschool aan de Arsenaalstraat te Nieupoort. Een ploeg onder leiding van Onderluitenant Huchon is belast met het ondermijnen van de bruggen over de Veurnevaart die uitgeeft op de Ganzepoot. Omsreeks 08u30 wordt deze brug aangevallen door enkele Duitse bommenwerpers. De ondermijningsopdracht is op dat ogeblik bijna afgerond. Het personeel gaat in dekking en bij de tweede passage van de vijandelijke toestellen vallen enkele bommen neer die een brand doen ontstaan. De lont van de springlading vat vuur op zo’n halve meter van de explosieven. Onderluitenant Huchon snelt naar voren en dooft de lont vooraleer de brug de lucht invliegt.
Staf/33Gn
Heel wat militairen van het 33Gn hebben zich gehergroepeerd in Nieuwpoort. Tijdens het luchtbombardement van Nieuwpoort op 27 mei sneuvelen de Soldaten Badie, Bayens, Dekesel, Delcourt, Depamelaere, Gerwe, Hambrouck, Jacquet René, Jacquet L, Leroy, Peeters, Staes en Vanthoest.
Cie Houtvesters/RGnA
De compagnie houtvesters kantonneert te Thuin en is aan het werk in het ruime gebied ten zuidwesten van Charleroi met het ontginnen van constructiehout ten behoeve van het leger. Het exacte verloop van de veldtocht van de compagnie is niet gekend, maar de eenheid zou tezamen met het 9(FRA)Leger teruggeplooid zijn naar Frankrijk. Via Doornik en Béthune (Pas-de-Calais) wordt doorgereisd naar Saligny-la-Trappe (Orne) waar de compagnie een tijdje ter beschikking stond van het Franse “Centre Militaire des Bois de Guerre n° 15” van Alençon [1]. Van hier uit wordt later verder getrokken naar de streek van Nantes (Loire-Inférieure) waar Kapitein-commandant Lagage gewond afgevoerd wordt naar een hospitaal in Sables-d’Olonne (Vendée). De compagnie wordt overgenomen door Lt Bradfer die de eenheid verder naar het zuiden zal leiden. Uiteindelijk wordt de compagnie ondergebracht in Le Béas (Barbaste) in het Franse departement Lot-et-Garonne. Hier blijven ze ter beschikking van de Dienst Genie van het MLV [2].
Cie Houtvesters/RGnA
De Compagnie Houtvesters wordt te Houthulst gemeld en is daar vermoedelijk al enige tijd aanwezig.
Een deel van de compagnie is naar Frankrijk weten te ontsnappen. Op 7 augustus bestaat de compagnie nog uit 5 officieren, 1 onderofficier, 2 korporaals en 2 soldaten. De compagnie is vermoedelijk ingekwartierd te Sainte Foy de Pech Bardat.
- Achtergrond informatie bij de “Centres Militaire des Bois de Guerre” [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Corps_des_sapeurs-forestiers [Laatst geraadpleegd 13 april 2020].
- “L’armée belge de France en 1940″, p. 161, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen
Deze compagnie wordt opgericht op 8 april 1940 in de Geniekazerne te Berchem. Dit kwartier is een onderdeel van de omwalling om Antwerpen. Als bevelhebber van de eenheid wordt Kapitein-commandant Gaston Patoux aangeduid. De 41-jarige officier van het actieve kader heeft dan een carrière van 21 jaar achter de rug bij onder meer de pontonniers, spoorwegtroepen en de dienst der militaire bouwwerken. Patoux wordt naar Berchem gestuurd met twee onderofficieren en tien manschappen om de mobilisatie van de compagnie op te starten. In eerste instantie moeten een motorfiets, een bestelwagen en twee vrachtwagens opgeëist worden.
Vervolgens wordt de compagnie doorgestuurd naar Leuven voor het uitvoeren van grondwerken langsheen de K.W. Stelling. Hiervoor zullen een aantal stoomgraafmachines opgeëist worden bij civiele aannemers. De compagnie zal beschikken over drie pelotons respectievelijk bevolen door Lt Res Ronse, OLt Res Druant en OLt Res Valckeneers.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen
De eenheid start de veldtocht te Leuven en wordt op 18 mei te Adinkerke gemeld waar de compagnie vermoedelijk al enige tijd aanwezig was.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen
De eenheid wordt na 18 mei vermoedelijk per spoor vanuit Adinkerke naar Frankrijk geëvacueerd. Over de tocht door Frankrijk zijn voorlopig geen gegevens gekend. De compagnie duikt op in de streek van Angers op 10 juni.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen in Frankrijk
Onderweg verneemt het detachement de capitulatie van het Belgische leger in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Deze beslissing bereikt niet onmiddellijk de Staf van de Cie Mechanische Uitgravingen.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemde de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7Div terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden. De Cie Mechanische Uitgravingen die deel uitmaakt van het veldleger zal in principe eveneens opnieuw ingezet worden maar in de chaos die volgt op de Belgische capitulatie ontvangt de compagniestaf geen nieuwe orders.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen in Frankrijk
De Cie komt per spoor aan in Bouchemaine (Maine-et-Loire) ten zuiden van Angers waar de vier wagons met materieel en manschappen worden uitgeladen. Hier bevindt zich reeds een groot geniedetachement bestaande uit 12 officieren en 500 manschappen. Het detachement is een samenraapsel van naar Frankrijk geëvacueerde detachementen van 2/10Gn, 1/12Gn, 1/24Gn en 4/32Gn ondergebracht in de tuin van een kasteel in Bouchemaine (vermoedelijk in de Rue Chevrière Nr 47). Het detachement staat onder bevel van Kapitein-commandant Vanuxem, compagniecommandant van 1/12Gn. Na aankomst van de Cie Mechanische Uitgravingen wordt het detachement van Cdt Vanuxem onder bevel geplaatst van Cdt Patoux.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen/RGnA in Frankrijk
Op 12 juni verplaatst het nieuw samengesteld detachement genie onder bevel van Cdt Patoux zich naar Juigne-sur-Loire ten zuiden van Angers waar ze tot 16 juni blijven kantonneren.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen/RGnA in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 richt Maréchal Pétain zich in een radiotoespraak tot de Franse bevolking om de nakende capitulatie van Frankrijk aan te kondigen. Nu de Fransen de strijd staken kunnen de Belgen niet langer op Franse steun rekenen om de strijd voort te zetten. De resterende eenheden van het veldleger worden dan maar opgenomen in de getalsterkte van de Versterkings- en Opleidingstroepen. Het detachement van Cdt Vanuxem wordt bijgevolg van het Detachement Patoux afgesplitst en krijgt de opdracht om vanuit Angers langs de weg het Versterkings- en Opleidingscentrum Genie (VOC/Gn) te Castries te vervoegen. Het Detachement Vanuxem zal er worden opgenomen in de getalsterkte van het 40ste Regiment Genie (40Gn). De compagnie van Cdt Patoux wordt vermoedelijk doorgestuurd naar één of ander Frans militair depot (vermoedelijk de Franse caserne Eblé te Angers – TBC).
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen/RGnA in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier, bevelhebber van de Versterkings- en Opleidingstroepen onderneemt een poging om de Cie Mechanische Uitgravingen te laten overplaatsen naar het VOC/Gn. Hij schrijft hiertoe een nota aan de Minister van Landsverdediging met de vraag de compagnie onder zijn bevel te stellen [1]. De verdere omzwervingen van de compagnie zijn niet gedocumenteerd.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen/RGnA in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een verdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekende staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbind de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 180.000 Belgische militairen die zich in Zuid-Frankrijk bevinden nog naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten.
Staf/Compagnie Mechanische Uitgravingen/RGnA in Frankrijk
De compagnie wordt volgens Kapitein-commandant Patoux gedemobiliseerd in Zuid-Frankrijk in de tweede helft van de maand augustus. De compagniecommandant kan probleemloos terugkeren naar ons land en zal zich zoals opgelegd in zijn marsbevel op 9 september 1940 aanbieden bij de Rijkswacht van Antwerpen. Door toedoen van de Dienst belast met de Werkzaamheden van het Gedemobiliseerde Leger krijgt hij in november van dat jaar een baan bij het Bestuur der Bruggen en Wegen, en kan zo aan opsluiting in een Duits krijgsgevangenenkamp ontkomen.
- Nota Nr 214/2/32/468 opgesteld door de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel EM/TRI) van 19 juni 1940 waarmee LtGen Wibier aan de MVL vraagt de Cie Mechanische Uitgravingen onder bevel van de Versterkings- en Opleidingstroepen te stellen en naar het 40Gn over te hevelen. Uit de nota blijkt dat de EM/TRI niet echt weet waar de compagnie zich bevindt. De nota verwijst naar een kantonnement te Bouchavesne nabij Angers. Hier wordt vermoedelijk Bouchemaine bedoeld die de Cie al verlaten had op 12 juni. De nota verwijst naar een Frans legerdepot waar het materieel zou zijn ondergebracht. In Angers bevond zich wel een grote geniekazerne namelijk caserne Eblé de la Fayette (huidige Franse genieschool). De nota bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Persoonlijk dossier Cdt Patoux, Koninklijk Legermuseum.
- “L’armée belge de France en 1940″, p. 161, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.
BTA4/RGnA
Het Technisch Bureel van het Leger nr 4 (Bureau Technique de l’Armée n°4 – BTA4) bevindt zich tijdens de mobilisatie te Veltem waar ze geniewerken plannen voor de sector Boortmeerbeek van de K.W. Stelling. Op 08 mei is de opdracht van het BTA4 op de K.W. Stelling afgelopen waarna het Technisch Bureel zijn intrek neemt bij de CP van de 4Cie van het Bataljon Telegrafisten van het Regiment Transmissietroepen van het Leger (Bn Tf/RTTrL) te Boortmeerbeek.
BTA4/RGnA
Het BTA4 onder bevel van Kapitein Bernaybès bevindt zich nog steeds te Boortmeerbeek bij de 4Cie van het BnTf/RTTrL.
BTA4/RGnA
Tegen de avond verlaten Kapitein Denaybès, Lt Res Staquet en de rest van het BTA4 Boortmeerbeek om zich bij de Staf/RGnA in Sint-Pieters-Woluwe te voegen.
- Summier getypt verslag in het Frans opgesteld door Lt Res Staquet, officier van het BTA4. Het verslag bevindt zich in het dossier van het RGnA bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1/33Gn | BADIE | Omer, P. | Sdt | Mil | 30 | 14.05.1910 | Chapelle-lez-Herlaimont | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
4/33Gn | BAEYENS | Petrus, F. | Sdt | Mil | 26 | 20.12.1906 | Gent | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
4/33Gn | BERTOUILLE | Hendrik | Kpl | Mil | 25 | 25.07.1903 | Haren | 06.06.1940 | Klemskerke | Verwond in luchtbombardement op Nieuwpoort van 27 mei | |
3/33Gn | BONAVENTURE | Marcel | Sgt | Mil | 27 | 14.11.1906 | Seraing | 22.05.1940 | Zingem | ||
2/32Gn | CHAPUT | Jean, A.M. | ![]() | Sdt | Mil | 31 | 01.10.1911 | Strépy-Bracquegnies | 28.05.1940 | Veurne | |
1/31Gn | DE WISPELAERE | Renaat | ![]() | Lt | Res | 16.02.1903 | Gent | 12.05.1940 | Warnant | Gedood bij explosie aan de brug | |
4/33Gn | DEKESEL | Louis, A. | Sdt | Mil | 26 | 22.06.1906 | Sint-Amandsberg | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
4/33Gn | DELCOURT | Joseph, M.E. | Sdt | Mil | 24 | 18.05.1904 | Ivoz-Ramet | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
4/33Gn | DEPAMELAERE | Marcel, J. | ![]() | Sdt | Mil | 25 | 13.03.1905 | Zwevegem | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement |
32Gn | DICKBURT | Jean | Sdt | Mil | 26 | 24.03.1906 | Sint-Gillis | 14.05.1940 | Liège | ||
32Gn | DIESBECQ | Robert, T. | Sdt | Mil | 30 | 07.12.1910 | Seraing | 27.05.1940 | Keiem | ||
32Gn | DISTAVE | Lucien, J.D. | Sdt | Mil | 29 | 26.10.1909 | Huy | 12.05.1940 | Bouge | ||
1/33Gn | GERWE | Henri | Sdt | Mil | 25 | 17.11.1905 | Liège | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
1/33Gn | HAMBROUCK | Prosper, J. | Sdt | Mil | 30 | 21.01.1910 | Tamines | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
32Gn | HOEVELINCK | Camiel, L. | Kpl | Mil | 27 | 03.09.1907 | Aalst | 11.05.1940 | Liège | ||
1/32Gn | HUMBLET | Jules, F.L. | Sdt | Mil | 36 | 05.08.1915 | Seraing | 12.05.1940 | Bouge | ||
1/33Gn | JACQUET | René, G.M. | Sdt | Mil | 24 | 28.04.1904 | Goé | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
31Gn | LAGAYE | Marcel | Sdt | Mil | 19 | 07.07.1901 | Antwerpen | 25.05.1940 | Poeke | ||
1/33Gn | LEROY | Raymond, J.G. | Sdt | Mil | 32 | 07.03.1912 | Thon | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
32Gn | LEVEQUE | Dieudonné | Sdt | Mil | 26 | 27.07.1906 | Liège | 20.05.1940 | Bouge | Verwond 12/5 | |
2/32Gn | LONEUX | André, P.E. | Kpl | Mil | 32 | 13.12.1912 | Hodimont | 25.05.1940 | Stavele | ||
32Gn | MAGAIN | Alfred, J. | Sdt | Mil | 32 | 16.06.1912 | Froidchapelle | 12.05.1940 | Bouge | ||
32Gn | MAINSART | Zenon, J. | Sdt | Mil | 28 | 13.02.1908 | Biez | 11.05.1940 | Liège | ||
32Gn | MOËS | Léon, A.E. | Sdt | Mil | 32 | 20.07.1912 | Bleret | 25.05.1940 | Stavele | ||
1/32Gn | NULENS | Louis, J.J. | Sdt | Mil | 31 | 02.06.1913 | Hasselt | 27.05.1940 | Poperinge | ||
1/33Gn | PEETERS | Paulus, M. | Sdt | Mil | 30 | 12.01.1910 | Linkebeek | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
32Gn | PIETERS | Gaston, A.J. | Sdt | Mil | 31 | 24.06.1913 | Sart-Saint-Laurent | 14.05.1940 | Bouge | Verwond 12/5 | |
2/33Gn | PIROTTON | Lucien, A.H. | Sdt | Mil | 26 | 16.12.1906 | Comblain-Fairon | 12.05.1940 | Temploux | Gedood in luchtbombardement | |
4/33Gn | STAES | Frans, A. | Sdt | Mil | 35 | 07.09.1915 | Arendonk | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement | |
4/31Gn | VAN EECKHOORN | Joannes, B. | Sdt | Mil | 29 | 25.06.1909 | Sint-Niklaas | 19.05.1940 | Wimille (F) | ||
4/33Gn | VANTHOEST | Oscar, E. | Sdt | Mil | 33 | 09.11.1907 | Gentbrugge | 27.05.1940 | Nieuwpoort | Gedood in luchtbombardement |