Reglementaire benaming | 4de Versterkings- en Opleidingscentrum | 4VOC 4ème Centre de Renforcement et d’Instruction | 4CRI |
Type | Versterkings- en Opleidingsdivisie |
Ontdubbeld van | 7de Linieregiment 11de Linieregiment 14de Linieregiment |
Onderdeel van | Versterkings- en Opleidingstroepen |
Bevelhebber | Generaal-majoor Emmanuel Colinet |
Standplaats | Mechelen |
Samenstelling | Staf (Kapitein-commandant Gaston Fontaine) |
57ste Linieregiment | |
61ste Linieregiment | |
64ste Linieregiment | |
Compagnie Instructie C47 Anti-tankkanonnen (Luitenant J. Van Herck) | |
Compagnie Instructie M81 Stokes-Brandt Mortieren (Luitenant J. Rummens) | |
Schoolcompagnie (Kapitein-commandant Jean Nuyts) |
Staf/4VOC
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee gedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar ontvingen hun oproepingsbrief (oftewel oproepingsbevel) in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen geboren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. De in februari 1939 opgeroepen dienstplichtigen kan de klas ’39 zijn praktische volledig opgeleid en vertrekken samen met hun regiment naar de gevechtsstellingen.
Voor de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisie. Elk actief infanterieregiment van de divisie moest vervolgens kaderleden leveren voor de oprichting een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 zullen worden in samengebracht. Gezien de mobilisatie bleef duren moest een meer gestructureerde oplossing gevonden worden voor de opleiding van de eerste helft van de dienstplichtigen van de lichting ’40 die in februari 40 zullen worden opgeroepen.
In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer [1]. Zo wordt het 4de Versterkings- en Opleidingscentrum (4VOC), voorheen gekend als AOD/4ID, in maart 1940 opgericht als een eenheid van niveau divisie die het bevel voert over drie versterkings- en opleidingsregimenten. Het 4VOC, onder bevel van Generaal-majoor Colinet, omvat het:
- 57ste Linieregiment (57Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert die zullen dienen als aanvullingen voor het 7de Linieregiment (7Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 15de Linieregiment (15Li) en het 37ste Linieregiment (37Li),
- 61ste Linieregiment (61Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert van het 11de Linieregiment (11Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 20ste Linieregiment (20Li) en het 41ste Linieregiment (41Li),
- 64ste Linieregiment (64Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert van het 14de Linieregiment (14Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 29ste Linieregiment (29Li) en het 44ste Linieregiment (44Li).
Het 4VOC kan beschouwd worden als het Versterkings- en Opleidingscentrum van de vooroorlogse 4de Infanteriedivisie waartoe 7Li, 11Li en 14Li behoorden voor de mobilisatie. Het 4VOC omvat naast drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie ook enkele onafhankelijke compagnies waaronder een Compagnie Instructie C47mm anti-tankkanonnen, een Compagnie Instructie M76 mortieren en een Schoolcompagnie. De Schoolcompagnie werd samengesteld uit de Schoolcompagnies van 7Li, 11Li en 14Li en stond in voor de opleiding van kandidaat reserveofficieren en kandidaat reserveonderofficieren van de lichting ’40.
Het 4VOC staat onder het bevel van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) dat zich tot aan het uitbreken van de oorlog bevond in de Etterbeekse kazerne de Witte de Haelen. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie beschikten op het ogenblik van de oprichting van het 4VOC elk over een Staf en een Bataljon Instructie met hierin de pas opgeroepen rekruten van de klas ’40. Het Bataljon Versterking bestaat op dat ogenblik enkel uit kaderleden tot aan de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden wanneer ook de tot dan toe vrijgestelde reservisten opgeroepen worden. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens geroepen oudere reservisten.
In vredestijd waren de regimenten van de 4Div in Hasselt, Luik en Mechelen gekazerneerd maar omdat Hasselt en Luik zich op de Dekkingsstelling bevonden wordt het 4VOC samen met zijn Versterkings- en Opleidingsregimenten meer landinwaarts gestationeerd. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 4VOC bevonden zich tijdens de mobilisatie in volgende kantonnementen:
- Staf 4VOC te Mechelen
- 57Li te Mechelen (Stassartstraat) en Kontich (Lintse steenweg 19)
- 61Li te Kontich (Lintse steenweg 19)
- 64Li te Tienen (Minderbroederstraat)

Oorlogskantonnementen van 4VOC ten zuidwesten van Brugge
Staf/4VOC
De 10de mei omstreeks 00u45 krijgt de Staf van het 4VOC, die zich in Mechelen bevond, van de EM/TRI het bevel om vanaf dageraad de vredesvoet kazernes te ontruimen en zich naar de alarmkantonnementen te begeven uit voorzorg tegen Duitse luchtaanvallen tegen de reguliere kwartieren. Deze vooraf verkende alarmkantonnementen bevonden zich aan de rand van de agglomeraties van de grote garnizoenssteden of in kleineren steden rond de bestaande kazerne. Omstreeks 06u00 geeft het EM/TRI het bevel de oorlogskantonnementen in Oost- en West-Vlaanderen in te nemen. Onmiddellijk wordt begonnen met de evacuatie van de Regimentsstaven en de Bataljons Instructie naar de oorlogskantonnementen. De Bataljons Versterking moeten echter achterblijven op de alarmkantonnementen om de binnenkomende reservisten op te vangen. Zij zullen de Versterkings- en Opleidingsregimenten later vervoegen. De eenheden van het 4VOC worden naar volgende locaties doorgestuurd:
- Staf 4VOC: Sint-Andries Brugge
- 57Li: Sint-Andries Brugge
- 61Li: Sint-Michiels Brugge
- 64Li: Oostkamp
SchoolCie/4VOC
De Schoolcompagnie (SchoolCie/4VOC) wordt aangevuld met leerlingen van de cadettenschool van Saffraanberg wanneer deze op 10 mei 1940 wordt ontbonden. De SchoolCie verplaatst zich samen met de andere onafhankelijke compagnies van 4VOC naar zijn oorlogskantonnement.
Staf/4VOC
Bij valavond is het volledige 4VOC, dat voorheen verspreid was over kazernes in Mechelen, Kontich en Tienen nu gegroepeerd ten zuidwesten van Brugge. De Staf bevindt zich in Sint-Andries Brugge.
Staf/4VOC
De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van het EM/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, konden ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de Achttiendaagse veldtocht terug aan te vullen.
De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse Leger van generaal Giraud [1] naar Zeeland hadden gebracht. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Het 4VOC installeert zich rond L’Isle-Jourdain ten westen van Toulouse.
Staf/4VOC in Frankrijk
Het commando van het 4VOC heeft zich inmiddels te L’Isle-Jourdain geïnstalleerd en ook de regimenten, het 57Li, het 61Li en het 64Li, kantonneren in de buurt. De eerste opdracht van de eenheden bestaat er in om zo snel mogelijk na installatie de opleiding van de militairen te hervatten. Het ganse 4VOC is er in geslaagd om zo’n 7.200 militairen te evacueren, waarvan ongeveer 3.200 jonge rekruten van de klas 40. Zo goed als alle militairen die op 15 mei op het appel aanwezig waren, zijn veilig overgebracht naar Frankrijk wat het 4VOC een der meest volledige groeperingen binnen de versterkings- en opleidingscentra maakt. Het inwonertal van L’Isle-Jourdain bedroeg toen een 4.000 tal inwoners. Het effect van de Belgische inwijking in deze dunbevolkte streek is niet gering.

Kantonnementen van het 4VOC ten zuidwesten van L’Isle Jourdain.
Staf/4VOC
De eenheden van het 4VOC worden naar volgende locaties doorgestuurd:
- Staf 4VOC en onafhankelijke compagnies: L’Isle-Jourdain
- 57Li: L’Isle-Jourdain
- 61Li: Marestain, Endoufielle, Castillon-Savès, Cazeaux-Savès en Labastide-Savès
- 64Li: Samatan, Lombez, Cazeaux-Savès en Labastide-Savès
Staf/4VOC in Frankrijk
Bij het 3VOC hebben enkel de Staf/3VOC en het 51Li nagenoeg intact het zuiden van Frankrijk kunnen bereiken, de rest werd onderweg gevangen genomen. Van de 9.150 manschappen van het 3VOC hebben slechts 3.150, waarvan 1.375 rekruten, het zuiden van Frankrijk kunnen bereiken. Luitenant-generaal Wibier commandant van de EM/TRI besluit dan ook een reorganisatie door te voeren waarbij hij het 3VOC en het 4VOC laat onderbrengen in één groepering onder bevel van Generaal-majoor Colinet commandant van het 4VOC.
Op 27 mei bevinden de eenheden van 3VOC zich ten noorden van het 4VOC in volgende kantonnementen:
- Staf 3VOC: Grenade
- 51Li en Cie Instr M76: Levignac, Montaigu-sur-Save, Laserre en Pardère-les-Bouguets
- Det 62Li: St-Lys en Grenade
- Det 63Li: St-Lys

L’Isle-Jourdain – Place de la République.
Staf/4VOC
Tegen het middaguur verneemt het 4VOC dat ons veldleger in Vlaanderen de strijd gestaakt heeft en dat het ganse land bezet zal worden. Te L’Isle-Jourdain spreekt Generaal-Majoor Colinet, de bevelhebber van het 4VOC het plaatselijke Belgische detachement toe en licht hen in over de plannen van de regering om met de geëvacueerde troepen een nieuw leger uit te bouwen. Het enthousiasme voor het verderzetten van de strijd is echter ver te zoeken onder de Belgen. Het nieuws van de Belgische overgave valt ook niet in goede aarde bij de plaatselijke bevolking en de Belgen worden met grote minachting behandeld. Frankrijk voelt zich duidelijk in de steek gelaten.
Vooral de burgemeester van L’Isle-Jourdain neemt een uiterst negatieve houding aan ten overstaan van de Belgen. De commandant van het 4VOC ziet zich dan ook genoodzaakt om zich tot de lokale notabelen en Franse officieren te richten met de boodschap dat de Belgische militairen in Frankrijk (L’armée Belge de France) de strijd zij aan zij met de Fransen zullen voortzetten
Generaal-majoor Colinet moet ook tussenbeide komen bij een opstootje in het 64Li. Bij het vernemen van het nieuws van de capitulatie slagen enkele agitatoren erin de oudere dienstplichtigen van het IIde Bataljon Versterking te overhalen om te manifesteren in de straten van Lombez. Generaal-majoor Colinet laat het II/64Li overbrengen naar het berucht Frans interneringskamp van Le Vernet waar de agitatoren geïdentificeerd werden en voor de krijgsraad gebracht. Vijf onder hen werden veroordeeld. Vervolgens wordt het bataljon verder in afzondering gehouden te Mazère om de rebellie niet te laten overslaan naar andere eenheden van het 4VOC.
Staf/4VOC in Frankrijk
De Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI), onder bevel van Luitenant-Generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om maar liefst 31.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. Aan het 3VOC en het 4VOC, beiden onder bevel van Generaal-majoor Colinet, worden initieel twee Versterkingsbataljons met elk vier compagnies van 250 militairen gevraagd. Op 6 juni worden nog eens drie Instructiebataljons met elk vier compagnies van 200 man door de Fransen opgevorderd. Bij de samenstelling van de eerste lichting bataljons mocht geen kader gebruikt worden dat nodig was voor de instructie van de rekruten van de lichting ’40 zodat na terugkeer van de werkbataljons de instructie opnieuw kon worden aangevat. Generaal Colinet gaf als bijkomende richtlijn dat voldoende kader moest achterblijven van elk regiment, bataljon en compagnie om nadien terug op te starten. Deze orders werden herroepen wanneer ook de Bataljons Instructie werden aangeduid als werkbataljon.
Volgende eenheden van het 4VOC worden uiteindelijk ter beschikking gesteld van de Fransen
- I/57Li onder bevel van Cdt Kortleven
- I/61Li onder bevel van Cdt Cogels
- II/61Li onder bevel van Cdt Hubert
- I/64Li onder bevel van Cdt Desmadryl versterkt met één Cie van II/57Li onder bevel van Lt Capelle
- II/64Li met drie Cie onder bevel van Cdt Buysschaert
- twee compagnies van II/61Li onder bevel van Lt Van Grunderbeek in versterking van II/51Li (3VOC)
I/61Li en I/64Li vertrekken samen per trein naar Vaugirard waar ze de 11 juni toekomen. De Fransen zijn niet op de hoogte van hun komst en hebben geen opdracht voor beide bataljons. De beide bataljons worden doorgestuurd naar Bièvres ten zuiden van Parijs waar ze kantoneren in afwachting van een opdracht. Cdt Desmadryl brengt het 4VOC hiervan op de hoogte. Op 13 juni worden ze vanuit Bièvres te voet richting Versailles gestuurd. Wanneer ze toekomen in Saint-Cyr-L’Ecole hebben de Fransen de stad reeds verlaten omdat de Duitser de Seine op meerdere plaatsen al overgestoken zijn. Beide bataljons krijgen tegen het eind van de dag het bevel terug te keren. Zonder ook maar iets van veldwerken uitgevoerd te hebben keren beide bataljons onverrichter zake terug naar Samantan.
I/57Li en I/51Li van 3VOC worden met een enkele trein naar het noorden vervoerd. De detachementen komen om 18u45 aan in Saint-Germain-en-Laye ten westen van Parijs. De manschappen worden in de plaatselijke scholen ondergebracht.
II/64Li vertrekt vanuit het station van Saverdun nabij het kamp van Mazères naar Vitry-la-Ville nabij Châlons-sur-Marne. Tegelijkertijd vertrekt het II/61Li vanuit L’Isle-Joudain naar dezelfde bestemming.
Staf/4VOC in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven werd op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons van het 4VOC naar Isle-Jourdain verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug.
Staf/4VOC in Frankrijk
Het avontuur met de werkbataljons heeft het 4VOC ten minste 2.500 verliezen gekost aan achterblijvers en krijgsgevangenen. Bij de verschillende bataljons zijn tevens een tiental dodelijke slachtoffers gevallen. Het 4VOC is nog aan het bekomen van de geleden verliezen wanneer op 22 juni de Franse overgave bevestigd wordt.

Gemeentehuis van L’Isle-Jourdain waar Generaal-majoor Colinet zijn intrek had genomen.
Staf/4VOC in Frankrijk
Het EM/TRI beslist de verschillende VOC’s te reorganiseren. Bij het 4VOC wordt het 64Li ontbonden waarbij de restanten van dit regiment worden aangehecht bij het 57Li en het 61Li. De bevoorrading verloopt steeds moeilijker. Bij de eenheden van het 4VOC is er een tekort aan aardappelen. De plaatselijke oogst is immers nog niet rijp en de aanvoer uit Bretagne en Normandië is gestopt omdat deze regio’s nu in het door de Duitsers bezette gebied liggen. Het 4VOC beveelt aan alle huishoudingen van de verschillende bataljons om te stoppen met het zelfstandig aankopen van verse groenten. Het commando te L’Isle-Jourdain zal deze vanaf nu collectief aankopen op de vroegmarkt van Toulouse. Ook de vleesbevoorrading loopt mank.
Staf/4VOC in Frankrijk
Op de nationale feestdag wordt een Te Deum gezongen in de kerk van L’Isle-Jourdain bijgewoond door Generaal-majoor Colinet. De generaal wordt beschermd door een lijfwacht om nieuwe relletjes te vermijden. Bij wijze van protest laten de klaroenblazers het afweten tot grote ergernis van de generaal. De gemoederen blijven heetgebakerd.
Staf/4VOC in Frankrijk
Om 21u00 komen de manschappen van meerdere compagnies weer op straat en betogen voor het gemeentehuis van L’Isle-Jourdain waar de generaal zich bevindt. De manschappen scanderen “Naar huis, naar huis” en sluiten af met het zingen van de Vlaamse Leeuw. Ditmaal treden de Franse gendarmes niet op en laten de Belgische soldaten betijen. Uiteindelijk worden de soldaten van de twee resterende regimenten (57Li en 61Li) vanaf 01Aug in kleine groepjes naar huis gestuurd.
Geen gesneuvelden bekend.
- Van 1 september 1939 tot 9 maart 1940 werden de opleidingsregimenten van een bepaald AOD doorlopend genummerd van 1 tot 3. Zo bestond het AOD/4ID uit het 1ste, 2de en 3de Opleidingsregiment (oftewel Régiment d’instruction – RI). Na 9 maart 1940 komt de nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 57Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 7Li.
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger , dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de SNCF bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- Dagboek Soldaat Leopold Elegeest, kanonnier C47mm bij de 9/II/57Li, 1940
- Hoofdstuk 4VOC van het synthesedossier TRI, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994