Wielrijderseskadron der 12ID

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Wielrijderseskadron der 12de Infanteriedivisie | Wi Esk 12ID
Escadron Cycliste de la 12ème Division d’Infanterie | Esc Cy 12DI
Type Verkenningseenheid van de infanterie
Ontdubbeld van 2de Regiment Lansiers
Onderdeel van 12de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kapitein Jean ‘t Serstevens
Standplaats Versterkte Positie Antwerpen (Wommelgem)
Samenstelling 1ste Peloton (Onderluitenant M. Vanlievendael)
  2de Peloton (Onderluitenant J. Houart)
  3de Peloton (Onderluitenant A. Demain)
  4de Peloton (Luitenant Georges Osselaer)

Tijdens de mobilisatie

LansiersStaf/EskCy 12Div
Het Wielrijderseskadron van de 12de Infanteriedivisie (Esk Cy 12Div) werd op 1 september 1939 te Gent gemobiliseerd als ontdubbelingseenheid van het 2de Regiment Lansiers (2L). De oudere reservisten (lichtingen 31 tot 34) van de cavalerie worden gebruikt voor de aanvulling van de verkenningseenheden van de infanteriedivisies. Het eskadron wordt bevolen door Kapitein Jacques ‘t Serstevens en wordt aangehecht bij de 12de Infanteriedivisie (12Div) als organieke verkenningseenheid van deze divisie.

Opstelling van de 12Div aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart)

Opstelling van de 12Div aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart)

Na een korte periode op het bruggenhoofd van Semmerzake verhuist de eenheid op 4 oktober maar Viersel aan het Albertkanaal. Eind november worden de manschappen dan weer overgeplaatst naar Sint-Kwintens-Lennik wanneer de rest van de divisie naar Bergen gestuurd wordt. Op 4 januari 1940 verhuist de ganse divisie opnieuw naar het Albertkanaal, dit maal naar de meest westelijke sector aan de rand van de Versterkte Positie Antwerpen (VPA). Aan de vooravond van de oorlog kantonneert het eskadron te Wommelgem en moet bij alarm zijn stellingen aan de noordelijke oever van het Albertkanaal te Schilde en Oelegem innemen.

Staf/EskCy 12Div
De manschappen van de eenheid worden rond 01u40 uit hun bed gelicht en vertrekken naar het kanaal. Vanaf de voormiddag voeren de manschappen regelmatig patrouilles uit ten behoeve van de 12Div in de Voorkempen. Na de middag trekken de eerste colonnes van het 7de Franse Leger [7(FRA)Leger] door de sector van de divisie, op weg om zuidwest Nederland te gaan bezetten.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron blijft zijn verkenningsopdrachten in het voorgebied van de 12Div verder uitvoeren. Op de wegen heerst de grootste drukte: terwijl de Fransen verder optrekken richting Nederland, vluchten talrijke Belgische inwoners weg uit het grensgebied.

Staf/EskCy 12Div
Om 19u00 ontvangt Kapitein ‘t Serstevens het bericht dat de eenheden van de 18de Infanteriedivisie (18Div) die het westelijk deel van de vooruitgeschoven positie aan het Verbindingskanaal Maas-Schelde bemannen zich zullen terugtrekken doorheen de sector van de 12Div. Het eskadron wordt verwittigd dat het eenheden van het IIIde Bataljon van het 3de Regiment Grenadiers (III/3Gr), de Groep Wielrijders van de 15Div (GpCy 15DIv), de Groep Wielrijders van de 18Div (GpCy 18Div) en de Staf van de 15de Compagnie Genie mag verwachten.

Staf/EskCy 12Div
Tijdens de voormiddag wordt het peloton dat langsheen de Turnhoutse baan patrouilleert, beschoten vanuit de lucht. Even later valt bij het eskadron een eerste gewonde. Bij de terugkeer naar de eigen linies wordt een patrouille van het EskCy 12Div beschoten door de schildwachten van het 23ste Linieregiment (23Li). Brig Boyen raakt hierbij zwaar gewond en wordt overgebracht naar de medische hulpplaats van de divisie die zich te Wommelgem bevindt. Hij overlijdt nog dezelfde dag aan zijn verwondingen. Rond het middaguur wordt gemeld dat de vijand Sint-Lenaarts bereikt heeft en richting Antwerpen vordert. Rond 23u00 blaast de genie het tramspoor langs het Kanaal naar Turnhout op.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron is nog steeds op post rond Schilde en Oelegem wanneer nu ook het 7(FRA)Leger weer door het gebied trekt, ditmaal op weg naar het zuiden. De laatste eenheden van de 18Div verplaatsen zich eveneens zuidwaarts. Er worden die dag verschillende patrouilles uitgestuurd op zoek naar Duitse parachutisten.

Miliciens van de Klas 1934 van 2L. Onder meer uit deze militieklasse werd het eskadron samengesteld.

Staf/EskCy 12Div
De vijand wordt nu elk ogenblik verwacht in de Kempen en de Belgen hebben zich volledig teruggetrokken van de Vooruitgeschoven Positie. Enkele Belgische achterblijvers van de 18de Infanteriedivisie trachten nog zo snel mogelijk naar het zuiden te ontkomen. De genie vernielt vervolgens bruggen en kruispunten in het gebied. Te Oostmalle komen enkele elementen van de Franse 4ème Dragons Portées vast te zitten achter de Belgische wegvernielingen en klauteren dan maar te voet doorheen de kraters in het wegdek.

Staf/EskCy 12Div
De verkenners blijven nu samen met de vernielingsdetachementen alleen achter te Schilde en Oelegem. Vanaf 16u30 gaan de genisten over tot het opblazen van de kruispunten op de weg tussen de beide gemeenten.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron blijft anti-parachutistenpatrouilles uitvoeren ten behoeve van de divisie. Het 1ste Peloton is hiervoor toegewezen aan het 22ste Linieregiment (22Li), het 2de Peloton aan het 23Li en het 3de Peloton aan het 2de Linieregiment (2Li). Het 4de Peloton mitrailleurs is opgesteld aan de brug van Wijnegem over het Albertkanaal.

Na de aftocht van de drie infanterieregimenten van de divisie, blijft het eskadron op post als onderdeel van de achterwacht. Onder het bevel van de infanteriecommandant van de 11de divisie is een tijdelijke formatie gevormd die ook nog bestaat uit twee batterijen van het 7A en de verkenners van de 15de divisie.

Het eskadron moet ook een detachement leveren voor de wacht aan de noodbrug van de genie te Hemiksem.

Rond 17u00 krijgt het eskadron het bevel te verzamelen om onmiddellijk de Duitse aanval aan de Nete te Duffel te helpen afstoppen. De Duitsers hebben er een plaatselijke doorbraak gerealiseerd ten koste van het detachement van Majoor Losseau van het 42ste Linieregiment (42Li) en bedreigen de veilige aftocht van de 12de en 15de divisies. Twee uur later komen de wielrijders aan en stellen zich onder het bevel van de 15de divisie. Deze houdt het 3de peloton en drie T13 tankjagers in reserve en stuurt de rest van het eskadron naar Duffel. Het 42Li trekt zich aldaar terug van de frontlinie aan de Nete na een Duitse aanval en Kapt ‘t Serstevens krijgt de opdracht om de infanteristen te laten terugtrekken en vervolgens de Duitse opmars te blokkeren. Rond half negen slaagt zijn eskadron in die missie. Aan de rand van Duffel kunnen de verkenners de vijand lang genoeg tegenhouden om de infanterie de kans te geven te ontglippen.

Staf/EskCy 12Div
De invaller blijft de druk op Duffel opvoeren en rond 01u00 moet het eskadron zich tot achter de spoorlijn en de baan naar Kontich terugplooien. Het 3de Peloton vervoegt samen met de drie T13 voertuigen opnieuw het eskadron. Ook ontvangt de eenheid steun van drie secties zware mitrailleurs van de 15Div.

Rond 04u30 vertrekken de batterijen van het 7de Regiment Artillerie (7A). Het eskadron blijft nog een uur ter plekke en trekt vervolgens terug naar het zuidwesten van Kontich.

Omstreeks 07u00 steken de manschappen de brug van Hemiksem over en zetten vervolgens koers naar Sint-Niklaas. Tijdens de nacht verneemt ‘t Serstevens dat de 12Div in de regio van Zomergem en Hansbeke in reserve zal gaan.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron slaagt er in om in het legerdepot van Sint-Denijs-Westrem een T13 tankjager te recupereren en gaat vervolgens in reserve te Bellem.

Staf/EskCy 12Div
Kapt ‘t Serstevens verzamelt alle manschappen van zijn eskadron in het kantonnement te Bellem en leest hen de eervolle vermelding voor die de commandant van het II/LK hem heeft overgemaakt naar aanleiding van de houding van het eskadron tijdens de gevechten in Duffel. Hij voegt er zijn felicitaties aan toe.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron verblijft nog steeds te Bellem samen met het 2de Bataljon Genie.

Kapt ‘t Serstevens (links) en Lt Osselaer (rechts).

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron bevindt zich nog steeds binnen de zone van ons IIde Legerkorps (II/LK) dat verantwoordelijk wordt voor de verdediging van het gedeelte van het Afleidingskanaal van de Leie dat zich uitstrekt van de omgeving van Langestraat in het noorden tot het Kanaal Gent-Brugge in het zuiden. Deze zone is verdeeld in twee sectoren: de 12de infanteriedivisie verdedigt de noordelijke sector en de 11de infanteriedivisie de zuidelijke sector.

Om 02u30 worden de manschappen te Belem gewekt en stand-by geplaatst voor een nieuwe verplaatsing. De divisie gaat stelling innemen langsheen het Afleidingskanaal van de Leie en zal zijn commandopost te Ursel ontplooien. Het eskadron wordt aangeduid om de divisiestaf te bewaken. De wielrijders gaan tussen 05u00 en 06u00 de baan op. De rest van de dag wordt te Ursel doorgebracht.

De Duitsers bereiken die dag al snel het Afleidingskanaal. Reeds vanaf de late namiddag probeert de vijand bij de brug van Balgerhoeke het kanaal over te steken.  Ook nabij Stoktevijver volgt een oversteekpoging in de ondersector van het 2Li.  De 9de Compagnie van het Duitse 309. Infanterieregiment kan hier al snel het grootste deel van het I/2Li gevangen nemen en maakt zich meester vrijwel het ganse bataljonsvak. 

Tussen 18u45 en 19u00 brengt de staf van het 2Li het commando van de 12de Infanteriedivisie op de hoogte van het slechte nieuws.  Het 2Li maakt hierbij de vergissing om de foutieve melding van Majoor Lardinois van het I/2Li door te geven dat er slechts een 30 tot 40 Duitsers op de linkeroever zouden zijn. Dit maakt dat Generaal-Majoor De Wulf besluit om slechts een kleine fractie van het Wielrijderseskadron der 12de Infanteriedivisie in te zetten.  Dit wordt een detachement bestaande uit Kapitein ‘t Serstevens, een peloton fuseliers en een sectie mitrailleuses onder leiding van Luitenant Osselaer en de T13 pantserwagen van Wachtmeester Albert Vanhove.  Bij aankomst op de commandopost van het I/2Li vraagt Majoor Lardinois aan het detachement om het baantje tussen Leischoot en Ronselestraat te dekken.

Bij de openingsfase van de Duitse aanval omstreeks 17u00 is ook het naburige III/23Li aangeklampt.  De 11Cie van dit bataljon sluit aan bij de linies van het 2Li en raakt in paniek van zodra de vijand opgemerkt wordt binnen de linies van de 2Cie van het 2Li.  De manschappen kijken ontsteld toe hoe de militairen van het 2Li met witte doeken beginnen zwaaien en naar de loopbrug rennen om naar de Duitse oever over te steken.  Binnen de eigen compagnie begint het gerucht te circuleren dat de Duitsers de posities omsingeld hebben.  Wanneer de vijand ook daadwerkelijk de meest zuidelijke steunpunten van de compagnie benadert, geven ook hier heel wat manschappen zich over. 

Divisiecommandant Generaal-majoor Van Parijs bezoekt tussen 21u30 en 22u00 de commandopost van het 23Li.  Van hieruit laat hij Kolonel SBH Devloo weten dat het Iste Bataljon van het 22Li het bevel gekregen heeft om een tegenactie uit te voeren in het kwartier van het I/2Li en dat deze aanval moet gecoordineerd worden met de restanten van dit bataljon en met het naburige III/23Li.  Van Parijs heeft de intentie om de volledige linkeroever te herroveren.  De Infanteriecommandant van de divisie, Generaal-majoor De Wulf, wordt verantwoordelijk voor deze operatie.

De divisiecommandant laat ook Kapitein t’Serstevens roepen naar de commandopost van 23Li om hier verslag uit te brengen.  t’Serstevens schat in dat de vijand een bruggenhoofd bezet over een breedte van zo’n 600 meter tussen kilometerpaal 20,0 en 19,4 langs de kanaaloever en in de diepte gevorderd is tot nabij de commandopost van I/2Li.  Hij meent dat de Duitsers niet meer dan twee pelotons op Belgische oever hebben.  De kapitein wordt vervolgens doorgestuurd naar het I/2Li om dit bataljon te vervoegen bij de geplande tegenaanval in de ochtend van 25 mei.

Detachement Kapitein t’Serstevens/EskCy 12Div

Even voor middernacht tijdens de nacht van 24 op 25 mei legt Generaal-Majoor De Wulf de laatste hand aan zijn plannen voor de tegenaanval.  Vooreerst vraagt hij aan Kolonel SBH Devloo om ter hoogte van het Kasteel van Ronsele zo veel mogelijk terrein te winnen om bij de uitvoering van de tegenaanval toe te laten dat de loopbrug zo snel mogelijk vernield wordt.  Vervolgens besluit hij om met het Iste Bataljon van het 22li een frontale tegenaanval uit te voeren.  Het bataljon is ondertussen onderweg naar de door De Wulf aangeduide startpositie.  Deze strekt zich uit over een breedte van 650m waarvan de eerste 400 langsheen de kasseiweg tussen Leischoot en Ronselestraat lopen, en de laatste 250m langsheen de aardenweg tussen Ronselestraat en Ronsele.  Kolonel SBH Devloo zal het bevel voeren over het I/22Li van zodra de actie zal starten.  Het aanvangsuur van de operatie wordt bepaald op 04u30.

Het I/22Li komt aan op zijn startpositie om 03u50.  De drie compagnies van het bataljon worden op een enkele lijn ontplooid over de aangeduide afstand van 650m.  Het fuselierspeloton en de T13 pantserwagen van het Wielrijderseskadron der 12de Infanteridivisie staan opgesteld langsheen de kasseiweg die door Ronselestraat naar de Kanaaloever leidt.  De IIde Groep van het 7A heeft intussen het bevel gekregen om op orders van het I/22Li te handelen.  Er is snel een vuurplan opgesteld dat zich concentreert op het Duitse bruggenhoofd op de bevriende oever.  Majoor Baekelandt vraagt om de kanonnen te mogen inschieten om de kans op friendly fire incidenten te verkleinden, maar dit wordt niet toegestaan.  De verrassing moet zo groot mogelijk zijn.  De beschieting start om 04u10 a rato van een salvo per batterij om toch maar een korte opportuniteit te bieden om het vuur te corrigeren.  De eerste twintig minuten wordt aan hoog tempo gevuurd.  Wanneer om 04u30 het startsein weerklinkt, worden de vuren stapsgewijs naar de kanaaloever verlegd.

De vorderende militairen stuiten al heel snel op de vijand die zich ondanks de relatieve rust van de afgelopen nacht op sommige locaties slechts 75 tot 100m voor de Belgische linies bevindt.  De Duitsers hebben ook post gevat in enkele woningen aan de noordrand van Ronselestraat.  Desondanks is verloopt de opmars volgens plan.  Langsheen de Hoekstraat doorheen Ronselestraat vordert de T13 pantserwagen van het wielrijderseskadron, geflankeerd door FM30 schutter Soldaat Verhasselt, bevoorrader Soldaat Dirckx, Wachtmeester Mahieu, Brigadier Bergiers, Luitenant Osselaer en Kapitein t’Serstevens met zijn ordonnans Soldaat Struyven.  De pantserwagen vuurt op alle zichbare doelen met explosieve granaten.  De Duitse troepen zijn erg onder de indruk van het voertuig, temeer daar er nog geen PAK36 anti-tankkanon op de Belgische oever is.  De 1Cie van het 22Li rukt op langs dezelfde as.  Na 45 minuten hebben de troepen de helft van de afstand tot de kanaaloever afgelegd.

Links van de 1Cie vordert de 3Cie.  Deze stuit op sterkere weerstand en het is ondertussen wel duidelijk geworden dat de Duitsers over een belangrijke troepenmacht beschikken.  Kapitein-commandant Baeten van de 1Cie neemt de slabbakende opmars waar en laat een sectie Mi Maxim opstellen om de Duitsers in de flank te beschieten.  Baeten vreest ook dat hij te snel vordert en verkrijgt toestemming van Majoor Feyerick om alleen zijn rechter peloton tot aan de kanaaloever te laten doorduwen en de rest van zijn troepen naar het centrum van het Duitse bruggenhoofd te laten pivoteren.  Alzo wordt omstreeks 05u15 op de zuidflank van de Belgische tegenaanval de kanaaloever bereikt.  Kapitein-commandant Baeten wordt wel in de dij geraakt en is buiten strijd.

Ook de T13 van het Wielrijderseskadron nadert de oever, maar wordt op zo’n 50m afstand van het doel gegrepen door meedere Duitse mitrailleuses.  Drie bemanningsleden raken gewond.  Dit zijn stukscommandant Wachtmeester Albert Vanhove en torenbemanningsleden Soldaten Vaesen en Bruylandt gewond.  In de buurt van de T13 wordt Soldaat Struyven dodelijk getroffen.

Luitenant Osselaer bevindt zich op dat ogenblik even ten zuiden van Ronselestraat en besluit de pantserwagen te gaan zoeken.  Hij vindt het verhakkelde voertuig en springt aan boord om met het C47 kanon nog enkele granaten af te vuren.  De vijand gaat in dekking terwijl Chauffeur Soldaat Vanderstichel kan wegrijden om de rest van het peloton wielrijders te vervoegen.  De T13 wordt deels achter een boom geparkeerd en Osselaer en Vanderstichel openen opnieuw het vuur op elk Duits mitrailleusenest dat waargenomen wordt.  Wanneer de beide militairen er in slagen om na de derde poging een voltreffer te plaatsen op een groepje van een achttal vijanden, verschijen er plots tientallen Duitsers met de handen in de lucht.  Het peloton neemt 97 vijandelijke militairen gevangen en stuurt deze in de richting van de commandopost van het I/2Li.

De volgende taak wordt het vernielen van de 200m verderopg gelegen loopbrug.  Het peloton van Luitenant De Jonghe van de 1Cie van het 22Li herneemt de opmars en volgt de kanaaloever, gedekt door de T13 pantserwagen.  Onder dekking van de kanaaldijk wordt het doel al snel bereikt.  De T13 vernielt het oversteekpunt met enkele schoten, terwijl De Jonghe en zijn troepen de laatste Duitsers inrekenen die zich nog tussen de oever en het front van de 2Cie en de 3Cie schuil houden.  Luitenant Osselaer rijdt verder tot aan de commandopost van het I/2Li en meldt het goede nieuws.  Vervolgens wordt het voertuig achtergelaten nabij kilometerpaal 20,4 als statisch anti-tankgeschut.  De motor is meermaals geraakt en de pantserwagen wordt onherstelbaar geacht.

Om 09u15 is de divisiestaf op de hoogte van de afloop van de actie.  Generaal-majoor Van Parijs beveelt onmiddellijk de aflossing van het I/22Li door het I/2Li en stuurt het bataljon van Majoor Lardinois terug naar zijn oude posities.  Of hij hierbij niet op de hoogte is van de grote verliezen van dit bataljon, of deze gewoon uit misprijzen negeert, is niet geweten.  Lardinois en de restanten van de 2Cie bereiken rond 09u45 het eerste echelon van hun oude positie.  Het detachement van Kapitein t’Serstevens krijgt de toestemming om terug te keren naar zijn kantonnement.

Staf/EskCy 12Div
Na een relatief rustige nacht neemt het voltallige eskadron opnieuw positie in langs de rand van Ursel ter beveiliging van het HK/12Div en valt hierbij voortdurend onder Duits artillerievuur. Bij een van de artilleriebombardementen op de eskadronsstelling komt Soldaat Temmerman om het leven en vallen er meerdere gewonden.

Het eskadron wordt opnieuw aangevuld met een T13 tankjager.

Tijdens de late namiddag breekt de vijand door aan het Afleidingskanaal van de Leie in de ondersector van het 23Li. De Duitsers bereiken al snel de achterste linies en bedreigen de artillerieposities van de divisie. Het eskadron moet zijn T13 afstaan aan het 22Li.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron blijft verantwoordelijk voor de nabije verdediging van het HK/12Div te Ursel. Rond 10u00 vaardigt het II/LK nieuwe bevelen uit voor de terugtocht. De 12Div zal naar het gebied rond Den Hoorn ten westen van Knesselare gestuurd worden. De divisie zal voorlopig nier meer ingezet worden.

De manschappen van Kapitein ‘t Serstevens trekken door het brandende dorp Knesselare waar ze worden aangevallen door twee groepen laag vliegende Duitse vliegtuigen. De straten zijn bezaaid met puin. De T13 pantserwagen wordt uitgeschakeld.

De kapitein kan geen contact meer opnemen met de Staf/12Div en besluit dan maar om in Ruddervoorde te gaan kantonneren.

Staf/EskCy 12Div
Het eskadron is onderweg naar Oostende en wordt te Zandvoorde tegengehouden en op de hoogte gebracht van de Belgische overgave.

Na de capitulatie

Staf/EskCy 12Div
Na de capitulatie zal Georges Osselaer in Duitse krijgsgevangenschap verblijven tot 29 maart 1941 wanneer hij om medische redenen teruggestuurd wordt naar ons land. Vanaf december van dat jaar wordt hij door de bezetter gezocht en dient hij onder te duiken. De ontsnappingslijn Comète verleent assistentie en op 6 februari 1942 verlaat hij ons land samen met Kapitein Paul Henry de la Lindi van het 1ste Luchtvaartregiment (1Lu). De beide militairen bereiken het Verenigd Koninkrijk op 9 maart na een tocht via Frankrijk, Spanje en Portugal. Bij de bevrijding dient Osselaer enige tijd in de Royal Navy te Oostende om in 1949 terug te keren naar het 2de Regiment Lansiers.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
Esk CyLEROYJanSdtMil3501.05.1915Dworp18.05.1940Antwerpen
Esk CyQUITTELIERErnest, Ch.L.WMMil3522.12.1914Schaarbeek15.06.1940Duffel
Esk CyREMORIETheofiel, J.SdtMil3522.04.1915Gent18.05.1940Antwerpen
Esk CyROYENMaurice, J.P.BrigMil3530.04.1915Anderlecht13.05.1940Wommelgem
Esk CySTRUYVENUrbain, C.S.SdtMil2724.11.1907Sint-Joost-ten-Node25.05.1940Ronsele
Esk CyTEMMERMANAlexander, M.SdtMil3329.01.1913Aalst26.05.1940UrselOmgekomen bij een artilleriebeschieting

Bibliografie en Bronnen

  1. Handgeschreven relaas van de veldtocht van het EskCy 12Div opgesteld in het Frans door Kapt ‘t Serstevens.
  2. Stassin, G., jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.
  3. Verbruggen, J.F., 1966, Ronsele (24 et 25 mai 1940): le surprise allemande du 24 mai et la contre-attaque belge du 25 mai, Publications de l’Université Officielle du Congo Lumbumbashi, vol. XII.