5de Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Regiment Artillerie | 5ème Régiment d’Artillerie | 5A
Type Regiment veldartillerie van de eerste reserve
Ontdubbeld van 3de Regiment Artillerie
Onderdeel van Staf, Iste Groep, IIde Groep, IIIde Groep: 8ste Infanteriedivisie
IVde Groep: 2de Divisie Ardeense Jagers
Bevelhebber Kolonel M. Delvaux
Adjudant-majoor Luitenant René Van Ooteghem
Standplaats Dekkingsstelling – Versterkte Positie Namen
Commandopost te Beez
Samenstelling I Groep (Kapitein-commandant graaf François d’Oultremont) 1ste Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Cdt Maurice Dieu)
2de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt M. Vrancken)
3de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt Hector Sonet)
  II Groep (Majoor Louis Lambin) 4de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Maurice Haugy)
5de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt P. Cardinal)
6de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (OLt P. Lodewick)
  III Groep (Majoor Joseph Neuville) 7de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt A. Pierrot)
8ste Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Albert Lonhienne)
9de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt Marchand)
  IV Groep (Kapitein-commandant François Antoine) 10de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Cdt Lucien Ducastel)
11de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Cdt L. Simonet)
12de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt J. Lamoureux)
  Stafbatterij (Luitenant Delaude)

Tijdens de mobilisatie

Staf/5A
Als artillerieregiment van de eerste reserve werd het 5A op 28 augustus 1939 gevormd door ontdubbeling van het 3A. Aanvankelijk bestond het regiment uit vijf groepen en een staf, waarvan alleen de IIIde Groep zich niet binnen de Versterkte Positie Namen (VPN) maar wel te Drongen bevond. Deze groep zou op diverse locaties ingezet worden en vervoegde het regiment op 1 december van dat zelfde jaar. Merkwaardig is dat de IIIde Groep een bijzonder groot aantal reservisten had uit de Duitstalige kantons van Eupen en Sankt-Vith. Het vrijwel uitsluitend Franstalige kader werd dan ook geplaagd met een aanzienlijk communicatieprobleem. Bovendien was de officier-vertaler van het regiment alleen het Frans en Nederlands machtig. Familiebezoek aan de kantonnementsplaatsen van de groep veroorzaakte vaak de grootse onrust onder de plaatselijke bevolking en resulteerde meer dan eens in vals spionnenalarm bij de plaatselijke Rijkswacht. Deze situatie werd tijdens de mobilisatie ten dele rechtgezet na het uitkammen van alle eenheden van de artillerie op zoek naar de weinige officieren die zowel Frans als Duits spraken.

Organisatie van de Versterkte Positie Namen (VPN) in mei 1940. Aan de vooravond van de Duitse aanval waren de eenheden als volgt opgesteld:

  • Staf: Beez.
  • Iste Groep: Ville-en-Waret/Vezin
  • IIde Groep: Jambes/Erpent
  • IIIde Groep: Jambes
  • IVde Groep: Tramaka

Limieten van sectoren en ondersectoren van de Versterkte Positie Namen.

De artilleriemiddelen zijn als volgt verdeeld onder de verschillende elementen van de 8ste Infanteriedivisie:

  • Het I/13Li is opgesteld in de sector Entre Sambre et Meuse van de VPN en kan op vuursteun rekenen van de Ob75 houwitsers van de forten van Malonne en Saint-Héribert, eventueel aangevuld met het Ob75 geschut fort van Dave. Er zijn geen elementen van het 5A aanwezig in dit deel van de VPN,
  • Op de rechteroever van de Maas, in de sector Meuse-Meuse bevinden zich twee groepen van het regiment:
    • In de ondersector II (Meuse Amont – Fort d’Andoy) bevinden zich het II/13Li en III/13Li, ondersteund door de II/5A:
      • Majoor Lambin vormt met zijn eigen geschut, de Ob75 howitsers van het fort van Dave en eventueel de Ob75 van het fort van Andoy het rechtstreeks vuursteunelement van het 13de Linieregiment (13Li).
      • De commandopost van het 13Li en de II/5A staan opgesteld in Château Goemaere te Erpent.
      • De groep is ingekwartierd te Jambes en heeft zijn schootsstellingen te Erpent Val.
      • Het ravitailleringsechelon van de groep staat opgesteld tussen Boninne en Vedrin.
    • In de ondersector I (Meuse Aval – Fort d’Andoy) liggen het I/21Li en het II/21Li, ondersteund door de III/5A:
      • De commandopost van het 21ste Linieregiment (21Li) en de III/5A staan opgesteld in het Château de Loyers.
      • De groep is ingekwartierd in de oude glasfabriek van Jambes.
      • De batterijen hebben hun schootsstellingen langsheen de zuidrand van het bos van Limoy. De 7de en de 8ste Batterij bevinden zich op vooruitgeschoven posities aan de zuidrand van Loyers om het actiebereik te vergroten.
      • Majoor Neuville vormt het rechtstreeks steunelement van deze formatie met zijn eigen geschut, het Ob75 geschut van het fort van Andoy, en eventueel het Ob75 geschut van het fort van Maizeret.
      • Het ravitailleringsechelon van de groep staat opgesteld te Champion.
  • In de sector Meuse Aval, tussen Maizeret en Seilles, staat het 19de Linieregiment (19Li) opgesteld langsheen de Maas, buiten de grenzen van de Versterkte Positie Namen, en ondersteund door de I/5A:
    • De commandopost van het 19Li staat opgesteld te Hingeon.
    • De I/5A wordt bevolen van uit Ville-en-Waret, omdat Hingeon te ver van de stellingen ligt.
    • De batterijen hebben hun hoofdstelling aan de noordrand van Houssoye. De 1ste en 2de Batterij staan op een vooruitgeschoven stelling op ongeveer 1Km ten westen van Vezin.
    • Commandant d’Oultremont vormt het rechtstreeks steunelement van het 19Li met zijn geschut, aangevuld met de Ob75 houwitsers van het fort van Maizeret.
    • Het ravitailleringsechelon van de groep staat opgesteld te Hingeon.
    • De commandopost staat te Tramaka.
    • De hoofdstelling van de groep ligt op ongeveer 3Km ten NNO van Andenne. De 10de en de 11de Batterij bevinden zicht op een stelling the Chavée. De 12de Batterij is gesplitst in twee secties van twee kanonnen, één te Pont-du-Roux en één te Surlemez.
    • Het ravitailleringsechelon van de groep staat opgesteld te Velaine.
  • De regimentsstaf bevindt zich te Beez. De divisiestaf heeft zijn hoofdkwartier op de citadel van Namen.

De hierboven vermelde infanterieregimenten worden daarnaast enerzijds gesteund door de mortieren, anti-tankkanonnen en zware mitrailleurs van hun eigen eenheden en van de divisietroepen en anderzijds door de troepen van het VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden dat de intervalbunkers van de VPN bemant. Elk van deze groepen heeft telkens drie posities verkend voor hun geschut. Deze omvatten een hoofdstelling en twee wisselstellingen. Op 9 mei is telkens een wisselstelling in gebruik. De hoofdstellingen dienen bezet te worden bij algemeen alarm en onderscheiden zich van de wisselstellingen door de afwezigheid van veldwerken en andere installaties die ontdekking door vijandelijke vliegtuigen makkelijker zou maken. De stukken bevinden zich op hun stellingen, onder zeil en met een beperkt bewakingsdetachement. De voortreinen, de paardenwagens en de rest van de manschappen zijn ingekwartierd in houten legerbarakken of burgergebouwen.

De commandoposten tot op niveau groep zijn allen aangesloten op het onderaardse telefoonnet van de VPN. Elke groep beschikt over een E.R.T.P zender-ontvanger voor korte afstand voor verbinding met de infanteriebataljons en een R.P. ontvanger om te kunnen luisteren op het radionet van de divisie. De I/5A heeft tevens een E.R.P. zender-ontvanger om toe te treden tot het radionet van de legerkorpsartillerie.

De verdediging van de VPN werd tijdens de mobilisatie zorgvuldig op punt gesteld en elke groep beschikt dan ook over een dik dossier met een hele reeks vooraf uitgewerkte vuuropdrachten. Voor de doelsaanduiding beschikt het 5A over drie eigen middelen. Vooreerst zijn bij elk infanteriebataljon een aantal verbindingsagenten gedetacheerd die op de waarnemingsmiddelen van de infanterie beroep kunnen doen. Op het eerste echelon van de linies rond de VPN heeft het 5A ook zijn eigen voorwaartse waarnemers. Tenslotte zijn in de sector Meuse-Meuse een reeks ploegen met voorwaartse waarnemers van het VIIde Legerkorps (VII/LK) actief die in de diepte werken en onder dekking van het Wielrijderseskadron van de 8ste Infanteriedivisie hun taken uitvoeren.

IV/5A
De IVde Groep is sinds eind april 1940 aangehecht bij de 2de Divisie Ardeense Jagers en vormt het vuursteunelement van het 4de Regiment Ardeense Jagers (4ChA). Deze groep is als volgt opgesteld:

  • De staf van de groep bevindt zich te Tramaka
  • Het ravitailleringsechelon staat opgesteld te Velaine.
  • De 10de en de 11de Batterij hebben hun schootsstellingen te Chavée.
  • De 12de batterij is gesplitst in twee secties van telkens twee vuurmonden. Een sectie staat te Pont-du-Roux. De andere sectie is opgesteld op de Etoile de Surlemez.

V/5A wordt II/25A
Deze Groep werd op 31 augustus 1939 gemobiliseerd als V/5A te Jambes nabij Namen. De eenheid bracht de eerste mobilisatiemaanden door te Ville-en-Wartet. V/5A wordt op 15 januari teruggetrokken uit Namen en gaat vervolgens over naar het 25ste Artillerieregiment (25A). Dit regiment werd eind januari 1940 opgericht door de overheveling van Vde groepen van het 3A en het 5A. Met deze reorganisatie wil de legerleiding de infanteriedivisies van tweede reserve van een eigen artillerieregiment voorzien. V/5A vervoegde op 26 januari 1940 de 17de Infanteriedivisie in Antwerpen als II/25A.

Staf/5A
Het regiment wordt om 01u15 in staat van alarm geplaatst en verspreidt het bericht naar de Iste, IIde en IIIde Groep tussen 01u20 en 02u00. Kolonel Delvaux vertrekt tijdens de vroege voormiddag naar het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie op de citadel van Namen om zijn functie als Commandant Artillerie van de Divisie (CADI) op te nemen. Hij wordt vergezeld van Kapitein-commandant Deroisy, zijn adjudant-majoor,  en Luitenant Lebrun, zijn officier bevoorrading. De drie officieren worden bijgestaan door een ploeg van drie telefonist-seingevers onder leiding van Wachtmeester Quintart en één estafetterijder op motorfiets voor elk van de drie groepen in steun van de VPN. De regimentscommandant zal met deze groep militairen opereren vanuit de citadel, terwijl de rest van de staf en de Stafbatterij te Beez zal verblijven onder bevel van de adjunct van de kolonel, Luitenant René Van Ooteghem. De staf van het regiment wordt hiermee gesplitst over twee echelons.

I/5A
De 1ste Batterij is klaar tot vuren om 03u35, gevolgd door de 3de Batterij om 04u05 en de 2de Batterij om 04u15. De groep vraagt omstreeks 13u30 de toestemming om zijn ravitalleringsechelon weg te halen uit Hingeon maar dit wordt geweigerd.

II/5A
De IIde Groep ontvangt de alarmmelding om 01u25 en zal om 04u45 melden dat alle batterijen klaar tot vuren zijn. De groep zet naast het verbindingsdetachement bij het 13Li ook 8 observatieposten uit:

  • Twee posten In het voorgebied van de VPN: ten oosten van Nanines en ten oosten van Wierde.
  • Drie posten op het eerste echelon van het 13Li: nabij Bois Brulé, op het fort van Andoy en op het kruispunt van de Rue Grande en de Rue Aibye.
  • Drie posten op het tweede echelon van het 13Li: in een villa te Sart Hulet, op het dak van het Collège Notre-Dame de la Paix Erpent en te Erpent.

De groep meldt om 03u25 dat deze voorwaartse waarnemers allen op post zijn. Tegen 05u00 bevestigt Majoor Lambin dat alle stukken klaar tot vuren zijn en de staf van de groep de oorlogscommandopost ingenomen heeft. Op de eerste oorlogsdag wordt slechts een feit gemeld. Rond het middaguur scheert een Duits vliegtuig in moeilijkheden over de posities van het ravitailleringsechelon. Een vrachtwagen van het luchtafweerdetachement rijdt het toestel in volle vaart achterna en kan de bemanning arresteren na een succesvolle noodlanding nabij het tramstation van Saint-Servais. De vier militairen van de Luftwaffe worden overgedragen aan de Rijkswacht die tevens het nog bijna intacte vliegtuig zal bewaken.

III/5A
De 7de en 8ste Batterijen zijn klaar tot vuren om 03u10. De 9de Batterij volgt een goed half uur later. De bemanningen wachten de rest van de dag af op verdere bevelen.

IV/5A
De groep brengt zijn batterijen in actie na ontvangst van het alarm en plaatst vier ploegen voorwaartse waarnemers op het terrein. Drie ploegen bevinden zich binnen de linies van het 4ChA; de laatste ploeg is een vooruitgeschoven ploeg en bevindt zich op de oostelijke oever van de rivier te Andenne. Elk van de twee bataljons waarover het 4ChA langsheen de Maas beschikt, krijgt tevens een verbindingsdetachement. Zoals gebruikelijk worden al deze ploegen aangesloten op het veldtelefoonnet van de IV/5A. Er wordt vervolgens de ganse dag gewacht.

Staf/5A
Het artilleriecommando van het VIIde Legerkorps beveelt om 17u00 dat met uitzondering van één sectie van de II/5A alle overige batterijen die op dat ogenblik ontplooid zijn op een vooruitgeschoven positie zich dienen te verplaatsen naar hun hoofdstellingen. Het VIIde Legerkorps krijgt in de loop van de avond de opdracht om tijdens de nacht van 11 op 12 mei zijn vooruitgeschoven formaties langsheen de Maas terug te trekken tot binnen de Versterkte Positie Namen.

I/5A
De steunpunten van het 19Li in de sector Meuse Aval worden versterkt met diverse detachementen van de dekkingstroepen van het Franse 1ste Leger, die eveneens hun eigen artilleriesteun ontplooien. Cdt d’Oultremont ontmoet zijn Franse tegenhanger te Wezin en treft de nodige maatregelen om een minimum aan coördinatie te kunnen verzekeren. Omstreeks 22u00 krijgt de I/5A het bevel om de terugtocht naar de VPN te starten. Bij gebrek aan een nieuwe bestemming dient de groep via Gelbressée terug te trekken om vervolgens een wachtstelling in te nemen nabij het kruispunt van de baan Namen-Hannuit en de baan Champion-Beez. De munitie die niet in de caissons kan vervoerd worden, dient op de stellingen te worden achtergelaten. De batterijen zijn bijzonder snel met het opbreken van hun schootsstellingen en kunnen reeds om 22u30 starten met het vormen van de marscolonne.

II/5A
Om 22u00 worden de vooruitgeschoven secties van de 4de en de 6de Batterijen teruggeroepen. De sectie van de 4de Batterij vervoegt de hoofdstelling. De sectie van de 6de Batterij neemt een nieuwe vooruitgeschoven positie in nabij kilometerpaal 4,5 van de baan naar Marche.

III/5A
Het 21Li trekt zijn voorposten terug tot binnen de linies van het VPN. De voorwaartse waarnemers melden de aanwezigheid van Franse troepen in het voorgebied van ondersector I. Ook de IIIde Groep krijgt aan het eind van de dag de opdracht om de vooruitgeschoven stellingen op te geven. Al het geschut wordt samengebracht op de hoofdstelling waar de 9de Batterij zich reeds bevindt.

IV/5A
De 2de Divisie Ardeense Jagers vraagt in de voormiddag om het ravitailleringsechelon van de groep over te brengen naar Tramaka. Omstreeks 19u00 beveelt het 4ChA aan de groep om  binnen de twee uur de afmars naar de VPN aan te vatten. De stellingen worden opgebroken en de voorwaartse waarnemers, met uitzondering van de ploeg op de oostelijke oever van de Maas, keren terug. Dit laatste detachement kan de groep niet meer vervoegen en zal pas tijdens de ochtend van 15 mei zijn eenheid terugvinden. Onder tijdsdruk krijgen de overige detachementen de opdracht om de telefoonkabel van het veldtelefoonnet ter plekke achter te laten.

De groep krijgt een marsroute opgelegd die van Tramaka via Landenne, Sclayn, Vezin, Houssoye, Ville-en-Waret en, Gelbressée naar Boninne leidt. Hier dient contact opgenomen te worden met het artilleriecommando van het VIIde Legerkorps voor verdere orders. De marscolonne zal onderweg enige vertraging oplopen wanneer de 11de Batterij verloren rijdt.

Staf/5A
De groepen maken steeds vaker meldingen van luchtaanvallen waarbij de stellingen met mitrailleurs of vliegtuigbommen van klein kaliber bestookt worden. De luchtafweermitrailleurs van 5A zijn, net zoals elders bij de artillerie, niet in staat om behoorlijk weerwerk te bieden. Er is geen lichtspoormunitie voor de lichte Maxim mitrailleurs en het bereik en de slagkracht van de wapens is onvoldoende. Ten gevolge van de talrijke luchtacties zal het 5A enige materiële schade oplopen en enkele tientallen gewonden incasseren.

I/5A
De groep bereikt de Hannuitsesteenweg tussen Gelbressée en Boninne en krijgt om 01u30 zijn nieuwe posities aangewezen. Aanvankelijk wordt een stelling nabij Champion aangeduid. Het ravitailleringsechelon wordt opgesteld te Coquelet ten ten westen van Bouge. De staf moet de commandopost van het 19Li te Boninne vervoegen. De batterijen zijn tegen het eerste daglicht klaar tot vuren ten voordele van het 19Li dat in de ondersector VIbis aangekomen is. Om 05u45 beveelt Kolonel Boulouffe, artilleriecommandant van de VPN om de stukken dichter bij het eerste echelon te laten opstellen. De batterijen zullen in stelling gaan langsheen de noordrand van Boninne nabij het Bois-de-la-Haut. Tegen 14u00 zijn de nieuwe posities verkend en kan de positiewissel starten. Om zo veel mogelijk aan de aandacht van de Luftwaffe te ontsnappen, verplaatsen de batterijen zich in kleine colonnes per sectie. De I/5A en de IV/5A vormen nu samen het vuursteunelement van het 19Li

II/5A
De groep meldt om 02u35 dat de batterijen klaar tot vuren zijn op hun nieuwe posities. De kanonniers blijven de ganse dag afwachten. Buiten enkele beperkte luchtaanvallen zonder verdere schade gebeurt er niets noemenswaardig. Wel wordt het ravitailleringsechelon te Vedrin ontdekt door de Luftwaffe en meermaals bestookt met vliegtuigbommen van klein kaliber. Om 21u30 wordt het ravitailleringsechelon doorgestuurd naar de kasteelhoeve van het Château de Marlagne te Basse-Marlagne. Tijdens de eerste helft van de nacht worden eveneens de beide voorwaartse waarnemers buiten de VPN teruggeroepen binnen de positie.

III/5A
De 7de en de 8ste Batterij zijn omstreeks 02u00 klaar tot vuren op zijn nieuwe positie. Na een luchtaanval zoekt de commandopost een veiliger oord op en vertrekt naar de Villa Jonchim te Lives-sur-Meuse met akkoord van de bevelhebber van het 21Li. Aan het eind van de dag vertrekt het ravitailleringsechelon eveneens naar de gronden van het Château de Marlagne te Basse-Marlagne.

IV/5A
De groep bereikt Boninne en krijgt een wachtstelling net ten oosten van het dorp aangewezen. Om 07u00 is de nieuwe schootsstelling aan de oostrand van het Bois des Roches verkend en kan de ontplooiing starten. Op weg naar de nieuwe stellingen wordt de colonne gespot door de Luftwaffe. In de korte luchtaanval raken twee caissons en een Ob105 vuurmond vast te zitten nabij Gelbressée in een diepe berm naar de weg. Het materieel kan met grote moeite geborgen worden.

Het ravitailleringsechelon wordt doorgestuurd naar een stuk bosland ten zuidoosten van het Château de Boninne. De groep zet bij gebrek aan telefoonkabel slechts twee observatieposten uit, op het Château d’Arenberg te Wartet en in het Bois de Haume. Uiteindelijk zijn de stukken klaar tot vuren rondom 13u00. I/5A en IV/5A vormen nu samen het vuursteunelement van het 19Li, onder bevel van Cdt Antoine.

Om 19u45 wordt het ravitailleringsechelon van de groep doorgestuurd naar Les Communes nabij Vedrin.

Staf/5A
Terwijl Kolonel Delvaux en zijn delegatie verder werken op het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie, blijft de regimentsstaf ingekwartierd te Beez. De eerste Duitse troepen duiken op ten noordoosten van de VPN en worden gespot door de voorwaartse waarnemers in ondersectoren I en VI bis. De ganse dag door melden de observatieposten parachutelandingen op diverse locaties binnen de VPN. Af en toe gaat het om een vliegtuig dat in moeilijkheden is geraakt of neergehaald werd; meestal blijkt het om valse alarmberichten te gaan.

De staf van het VIIde Legerkorps laat alle eenheden weten dat de aanval op de VPN nabij is. Het legerkorps wordt onder het bevel geplaatst van het Franse 5ème Corps d’Armée.

I/5A
De batterijen blijven op hun stellingen aan de noordrand van Boninne. De groep slaagt er in om enkele vrachtwagens uit te sturen naar Ville-en-Waret om alle op 11 mei achtergelaten artilleriemunitie te recupereren.

II/5A
Tijdens de nacht van 13 op 14 mei wordt de vooruitgeschoven sectie van de 6de Batterij teruggeroepen naar de hoofdstelling. De sectie zal om 02u25 op 14 mei aankomen.

III/5A
Om 12u15 signaleert een verontruste Majoor Neuville dat gevluchte burgers de aanwezigheid van 500 tot 1.000 Duitse militairen melden in het dorp Gesves. Het bericht kan niet gecontroleerd worden maar de divisiestaf besluit geen risico’s te nemen. Het fort van Andoy gaat over tot de beschieting van het dorp. Na deze vuuropdracht blijft het gerucht van een vijandelijke aanwezigheid circuleren. Er zou alweer een luchtlanding aan de gang zijn. Er worden meermaals patrouilles uitgestuurd, maar die zullen telkens niets terugvinden.

IV/5A
De observatiepost te Maizeret meldt kort na de middag de aanwezigheid van vijandelijke gemotoriseerde verkenners buiten de VPN. Het verontrustende bericht wordt onmiddellijk overgemaakt aan de divisiestaf.

Staf/5A
Kolonel Delvaux bevindt zich op het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie. De rest van de staf verblijft te Beez. De kolonel wordt omstreeks 16u00 door het VIIde Legerkorps op de hoogte gebracht van de Duitse doorbraak over de Maas tussen Namen en Dinant en onderneemt twee stappen. Vooreerst verwittigt hij in alle stilte Luitenant Van Ooteghem on de nodige voorbereidingen te treffen op een eventuele evacuatie van de VPN. Delvaux wil echter geen onrust onder de manschappen opwekken en vraagt Van Ooteghem on de uiterste discretie. Dit bericht wordt dan ook niet verspreid onder de groepen.

Daarnaast gaat hij in op een verzoek van het legerkorps om de verdediging van de sector ESM (Entre Sambre et Meuse) te versterken. In deze sector worden op dag ogenblik slechts de intervalbunkers van de VPN bemand door de 34ste Compagnie van het VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden. De ravitailleringsechelons van de vier groepen van 5A bevinden zich echter in deze sector. De luchtafweermitrailleurs die deze formaties beveiligen worden opgesteld tegen mogelijke gronddoelen op de wegen naar Wépion, Res-de-Flandre, Gros-Buisson en Basse-Sambre. De artilleristen helpen eveneens met het afsluiten van deze wegen door middel van de aanwezige Cointet anti-tankhekkens.

I/5A
Omstreeks 16u00 start de groep met zijn eerste vuuropdracht. De kanonnen worden ingeschoten op de watertoren van Ville-en-Waret. Een half uur later vertrekken een tiental salvo’s in de hoop het potentiële uitkijkpunt te vernielen.

II/5A
De waarnemers melden om 06u55  dat de vijand het station van Sart-Bernard en de brug van Ausse nadert. Het fort van Dave opent even later het vuur en verjaagt de Duitse troepen met een beschieting die een goed half uur aanhoudt. Om 09u15 openen de forten van Dave en Andoy opnieuw het vuur op een colonne die nadert over de baan van Marche. Goed twee uur later, net voor 11u00, wordt een vijandelijke observatiepost ontdekt in een woonhuis ten westen van het kruispunt van Kenaux. Het fort van Andoy komt opnieuw tussenbeide en vernielt het gebouw.

De Luftwaffe ontdekt na de middag echter de schootsstelling van de 4de Batterij. In een kort bombardement vallen enkele gewonden.

Ondertussen komen nieuwe vuuraanvragen toe op de groepsstaf. Majoor Lambin laat het fort van Dave om 13u00 het vuur openen op vier pantserwagens op de baan van Marche. Kolonel Delvaux vraagt echter om voortaan de legerkorpsartillerie tussenbeide te laten komen om de munitievoorraad van de forten te sparen.

Tenslotte worden nog drie Duitse batterijen gespot die in stelling gegaan zijn net achter de berm van de spoorlijn Namen-Luxemburg nabij de baan naar Marche. Het doel wordt doorgegeven aan de divisiestaf die het commando van de legerkorpsartillerie verzoekt om tussenbeide te komen.

III/5A
De staf van de 8ste Infanteriedivisie maakt zich ongerust over de Duitstalige militairen van de groep en vraagt Majoor Neuville om alle niet betrouwbare elementen te verwijderen. Neuville blijkt een lijst te hebben van een 40-tal militairen uit de Oostkantons die verdacht worden van sympathieën voor de vijandelijke zaak. Deze artilleristen worden onder begeleiding van de provoostdienst verwijderd en vervangen door Waalse militairen van het Vestingsregiment van Namen. De nieuwe manschappen worden samengebracht in de 7de Batterij en zullen een spoedopleiding krijgen in het hanteren van de C75mm van batterijcommandant Luitenant Pierrot.

Ook in ondersector I wordt de aankomende vijand gemeld. De groep opent kort na 15u00 een eerste keer het vuur op aangeven van de waarnemers van het 21Li die twee vijandelijke pantserwagens gemeld hebben nabij het Château Orban. Ook de forten van Andoy en Maizeret beschieten dit doel.

IV/5A
De groep wacht de ganse dag af. Er zal geen enkele vuuropdracht uitgevoerd worden.

Staf/5A
Om 07u00 beveelt het Groot Hoofdkwartier, bij monde van adviseur van de koning Generaal-majoor Van Overstraeten, aan het VIIde Legerkorps om de VPN op te geven en het veldleger in Vlaanderen te vervoegen. De formaties van de 8ste Infanteriedivisie die zich ten noorden van Namen bevinden krijgen de opdracht om de Samber over te steken te Floriffoux. De eindbestemmingen voor de eerste etappe worden aangeduid in het gebied tussen Auvelais, Falisolle en Aiseau-Presles. De divisiestaf, met ook de commandant 5A, vertrekt eerst naar Floreffe en zal tijdens de namiddag doorreizen naar Auvelais. Het 5A dient zich op Aiseau-Presles te richten. De ravitailleringsechelons worden rechtstreeks naar deze bestemming gedirigeerd en zullen onafhankelijk van hun groepen vorderen.

De staf van het regiment verlaat Beez om 10u00 in twee colonnes: een eerste colonne met de autovoertuigen en een tweede colonne met de wielrijders en de paardenwagens. De autocolonne onder leiding van Luitenant Delaude legt de etappe bijzonder snel af en bereikt Aiseau tegen 12u30. Het personeel wordt ingekwartierd. De paardencolonne onder leiding van Luitenant Lambert volgt op enkele uren afstand. Even voor het middaguur wordt een bevel van het VIIde Legerkorps verspreid om alle formaties van de 8ste Infanteriedivisie dan toch door te sturen naar de noordelijke oever van de Samber. De 8ste Infanteriedivisie legt  aan het 5A op om zijn Staf, IIde en IIIde Groep op Jemeppe-sur-Sambre te richten en zijn Iste en IVde Groep naar Jodion door te sturen. Het commando van 5A zal zich te Velaine-sur-Sambre installeren.

De autocolonne van de stafgroep zet om 14u00 koers zet naar Jemeppe. Luitenant Van Ooteghem besluit echter nog enige tijd ter plekke te blijven om de nog ontbrekende elementen van de staf op de hoogte te brengen van het nieuwe marsbevel. Samen met zijn ordonnans, Soldaat Brouwers, de standaarddrager, Luitenant Boussart, en motorwielrijder Soldaat Digneffe wordt een goed half uur gewacht. De standaard van het regiment bevindt zich in de personenauto van de beide officieren. Van Ooteghem laat dan doorrijden en om 14u00 komt het viertal voor de brug van Auvelais te staan. Duizenden Franse troepen trekken er naar het zuiden en alle verkeer richting noorden wordt geblokkeerd. Het gezelschap besluit rechtsomkeer te maken en belandt zo enkele uren later te Charleroi. Nadat zowel de politie, de Rijkswacht als de Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen de officieren geen inlichtingen wisten te verschaffen over de juiste bestemming voor de 8ste Infanteriedivisie, rijdt het groepje door naar Bergen.

Luitenant Delaude en Adjudant Crabbe kunnen elk met fractie van het wagenpark van de staf zonder veel problemen Jemeppe-sur-Sambre bereiken. Om 18u00 rijden de voertuigen door naar het commando van het regiment te Velaine.

Om 21u00 komt van divisiestaf een nieuw bevel van het VIIde Legerkorps toe om nog tijdens de nacht van 15 op 16 mei de mars naar het westen te hervatten. Het Franse 1ste Leger blijkt immers strijd te willen gaan leveren langsheen de loop van de Orneau en het front dreigt te dichtbij te komen. Het ganse regiment wordt naar Gosselies bevolen via Spy, Onoz, Velaine, Fleurus en Wangenies. De Iste en de IIIde Groepen zullen dit bevel niet onmiddellijk ontvangen. De divisiestaf, en ook de regimentscommandant van 5A, verlaten het dorp Velaine om 22u30 en zullen zich tegen middernacht te Thiméon vestigen. De rest van de staf rijdt naar Gosselies.

I/5A
Cdt d’Oultremont verneemt het nieuws van de aftocht om 09u00 en krijgt de opdracht om samen met het laatste bataljon van het 19Li op post de blijven tot 11u00 als onderdeel van de achterhoede. Vervolgens mag hij via Boninne, Bouge, Flawinne, Floriffoux, Floreffe en Arsimont naar Aiseau-Presles vertrekken. De groepscommandant stuurt onmiddellijk een estafetterijder naar zijn ravitailleringsechelon te Coquelet. Het echelon dient de tocht naar Aiseau afzonderlijk af te leggen. De rest van de groep vertrekt volgens schema en laat met bijzonder grote tussenafstand tussen de voertuigen naar Namen rijden om het risico op verliezen bij luchtaanvallen te minimaliseren. De colonne van de groep wordt gevolgd door het 19Li. Het I/5A en het 19Li zijn echter bijlange niet de enige formaties die naar Namen terugtrekken. Gebrekkige marstucht maakt dat binnen de kortste keren allerlei eenheden zich in één continue sliert voortbewegen.

De colonne bereikt Floriffoux tijdens de namiddag maar mag van de Franse genie de Samber niet meer oversteken. De Fransen maken aanstalten om na de doortocht van hun laatste eenheden de brug over de rivier op te blazen. De I/5A wordt afgeleid via de linkeroever van de Samber om te Soye nabij Jodion verdere orders in ontvangst te nemen van de regimentsstaf. Bij aankomst blijkt er echter niemand van het regiment aanwezig te zijn. Cdt d’Oultremont merkt dat een Frans artilleriebataljon met 155mm Schneider houwitsers te Jodion in stelling gegaan is en besluit aan de hand van de dracht van dit geschut dat de vijand niet verder dan aan 15-tal kilometer kan zijn. Om 19u00 laat hij dan ook verder rijden naar Jemeppe-sur-Sambre zonder te weten waar hij vervolgens naar toe moet. d’Oultremont laat zijn colonne hier halt houden omstreeks 21u00 en verneemt dat de III/5A hier reeds aangekomen is. Wanneer de IIIde Groep tijdens de eerste helft van de nacht Jemeppe buiten rijdt en een nieuwe halteplaats opzoek op zo’n 5-tal Km ten westen van de gemeente, besluit ook de Iste Groep te vertrekken zonder op de hoogte te zijn van het bevel om naar Gosselies te rijden.

II/5A
De groep ontvangt het bevel tot de evacuatie van de VPN on 09u20. Majoor Lambin moet zijn formatie via Jambes, Salzinnes, Floreffe, Ham-sur-Sambre en Falisolle naar Aiseau-Presles overbrengen en dient de colonne van de III/5A te volgen. De batterijen steken de Maas over via de brug van Jambes tussen 10u20 en 11u30 en groeperen zich in een enkele marscolonne aan de overzijde van de rivier. Bij de doortocht van Floreffe dirigeert een stafofficier van de 8ste Infanteriedivisie de groep naar de linkeroever van de Samber te Jemeppe-sur-Sambre. De groep rijdt deze gemeente binnen rond 14u30. Na een rustpauze bereikt bereikt de II/5A Velaine-sur-Sambre om 18u30. Hier wordt halt gehouden tot wanneer om 23u15 het bevel toekomt om de mars te hervatten. Majoor Lambin en zijn militairen worden vervolgens doorgestuurd naar Gosselies via Baulet, Fleurus en Ransart.

III/5A
Ook de IIIde Groep krijgt het bevel om via Jambes Salzinnes, Floreffe, Ham-sur-Sambre en Falisolle naar Aiseau-Presles te vertrekken. De groep zal op deze route gevolgd worden door de II/5A. Bij de doortocht te Auvelais omstreeks 16u30 wordt de groep eveneens afgeleid naar Jemeppe-sur-Sambre waar halt gehouden wordt. Een officier van de Ardeense Jagers meldt de komst van de vijand en raadt met grote aandrang aan om onmiddellijk verder te rijden. Majoor Neuville vertrouwt het zaakje niet en besluit navraag te doen bij Kolonel Delvaux die zich op dat moment te Auvelais bevindt. De kolonel bevestigt dat het om paniek gaat en stuurt Majoor Neuville terug. De motor van de auto van Neuville is echter oververhit geraakt zodat de groepscommandant en zijn chauffeur te voet moeten terugkeren naar Jemeppe. Bij aankomst blijkt de ganse groep verdwenen. Majoor Neuville die zonder eigen vervoermiddel zit, kan niet anders dan aansluiten bij een detachement van het 21Li dat op het punt staat uit het stadje te vertrekken.

Zonder zijn groepscommandant is de III/5A inmiddels op eigen initiatief vertrokken naar een nieuwe locatie op een 5-tal Km ten westen van Jemeppe-sur-Sambre. Hier wordt kort halt gehouden en vervolgens besluit de staf van de groep om doorheen de nacht naar Charleroi verder te trekken.

IV/5A
De IVde Groep ontvangt het marsbevel via de staf van het 12de Regiment Artillerie (12A) en dient om 09u00 de mars aan te vatten via de route Boninne, Bouge, Flawinne, Floriffoux en Floreffe die ook de I/5A en het 19Li zullen volgen. De staf van 5A zal tegen 12u00 een estafetterijder bij de kerk van Flawinne laten plaats nemen om de laatste orders over te maken bij de passages van de beide groepen. De colonne van IV/5A houdt enige tijd halt te Flawinne en trekt vervolgens verder naar Floriffoux om van hier uit afgeleid te worden naar het kasteel van Soye, tussen het gelijknamige dorp en Jodion. Cdt Antoine en zijn manschappen komen hier rond 18u00 aan. Omstreeks 22u00 komt de motorrijder van de regimentsstaf toe met het bevel om de mars te hervatten. De groep vertrekt naar Gosselies via de correcte marsroute die over Spy, Onoz en Velaine loopt.

Staf/5A
De divisiestaf, evenals Kolonel Delvaux, bereiken Thiméon om middernacht. De staf van het regiment komt aan te Gosselies om 02u30 en wacht de komst van zijn groepen af. De staf zal vervoegd worden door de IIde en de IVde Groep. De Iste en de IIIde Groep zijn spoorloos.

De 8ste Infanteriedivisie wordt om 11u0 op de hoogte gebracht van het bevel om de linkeroever van het Kanaal van Brussel-Charleroi te vervoegen en krijgt een nieuw marsgebied toegewezen om deze verplaatsing te realiseren. Het marsgebied is echter bijzonder smal en bovendien is met het Franse leger overeengekomen om alle hoofdwegen aan onze geallieerden over te laten. De divisiestaf krijgt Masi ten noorden van Soignies aangeduid als nieuwe standplaats. Het 5A moet zich op Silly richten. Kolonel Delvaux stuurt alle eenheden die nog onder zijn controle zijn naar de brug van Seneffe.

De kolonel brengt zelf zijn regimentsstaf en de IVde Groep op de hoogte en verblijft tussen 11u30 en 13u00 te Gosselies. Vervolgens vervoegt hij de divisiestaf opnieuw te Masi. Hij besluit echter niet via Seneffe te rijden maar maakt een omweg over Nijvel om aan de colonnes van het Franse leger te ontkomen. Zo komt hij niet te weten dat de Franse genie de brug te Seneffe zal vernielen en laat hij zijn eenheden tegen beter weten in naar het vernielde kunstwerk vorderen.

De autocolonne van de staf, nog steeds onder leiding van Luitenant Delaude en Adjudant Crabbe, komen reeds voor de vernielde brug te staan om 15u15 en maakt rechtsomkeer om een ander overgangspunt te zoeken. De colonne wordt van op de linkeroever onder vuur genomen door Franse troepen. Luitenant Delaude beveelt de manschappen om uit te stijgen en te voet het kanaal over te steken via de keersluis ten noorden van Seneffe. De motorvoertuigen worden zonder bewaking achtergaten. Enkele uren later bereikt het detachement het stadje Soignies.

Luitenant Lambert, transmissieofficier, leidt een kleine colonne wielrijders waaronder de voorwaartse waarnemers en de telefonist-seingevers eveneens over de sluis van Seneffe en rijdt met dit groepje doorheen de nacht naar Naast.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A)
De Luitenanten Van Ooteghem en Boussart overnachten samen met de Soldaten Brouwers en Digneffe te Bergen en ondernemen tijdens de ochtend een nieuwe poging om orders in ontvangst te krijgen bij de staf van het provinciecommando. Op de grote markt stuiten ze op Luitenant Couquelet van de I/5A. Van Ooteghem en Boussart vernemen dat de I/5A doelloos voorbij Binche gepasseerd is en besluiten Couquelet alleen te laten terugkeren naar zijn groep. Het provinciecommando raadt de beide officieren aan om zich naar Brugge of Gent te begeven. Het groepje belandt eerst in Doornik en vervolgens in Kortrijk waar het plaatscommando hen laat weten dat alle geïsoleerde militairen in Lichtervelde, Zarren en en Kortemark dienen te verzamelen om van hier uit naar hun eenheden teruggestuurd te worden. Aan het eind van de dag overnachten de militairen te Heule.

I/5A
De groep houdt halt tussen 21u00 en 01u00 te Jemeppe-sur-Sambre en rijdt vervolgens verder naar Charleroi, zonder enig spoor van het 5A. Ondertussen wordt Luitenant Couquelet voorop gestuurd naar Bergen in de hoop hier meer te weten te komen over de precieze bestemming voor de groep. Om 07u00 passeert de colonne te Fontaine-l’-Evêque op weg naar Binche. De artilleristen zijn lang niet meer alleen en bevinden zich in een hele lange colonne met duizenden vluchtelingen en enkele geïsoleerde detachementen van het 4de Regiment Legerartillerie. Net voor Binche wordt de stoet aangevallen door vijandelijke vliegtuigen. De 1ste en de 3de Batterij die aan de staart van deze colonne rijden, verlaten de hoofdweg en zetten koers naar het zuiden om aan nieuwe aanvallen te ontkomen. Alleen de staf van de groep en de 2de Batterij bereiken Binche.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A en 2/I/5A)
Bij het buiten rijden van Binche stoot het detachement op Luitenant Van Ootheghem, adjudant-majoor op de staf. De officier is op de terugweg van Bergen waar hij bij provinciecommandant Luitenant-generaal Donnay de Casteau om nieuwe instructies is gaan vragen. Op het provinciecommando weten ze echter geen raad met de aankomende troepen en kunnen ze niet vertellen waar de 8ste Infanteriedivisie naartoe moet. Cdt d’Oultremont besluit toch verder te rijden naar Bergen maar wordt door het Franse leger van de steenweg weggestuurd. De Fransen blokkeren alle verkeer op deze verkeersweg om hun terugtocht in noord-zuid richting naar Maubeuge zo snel mogelijk te laten verlopen. De colonne van d’Oultremont slaat de Chaussée Brunehault in en houdt rond het middaguur halt te Estinne-au-Mont. Er is nog steeds geen spoor van de 1ste en de 3de Batterij, maar de ontdekking van een detachement van het Vestingsregiment van Namen in het volgende dorp doet de groepscommandant besluiten dat hij in de juiste richting vordert.

Na een lange rustpauze vertrekt het detachement opnieuw. De colonne wil alsnog naar Bergen en besluit om te rijden via het grensdorpje Bois-Bourdon in de hoop alzo aan het Franse militaire verkeer te kunnen ontkomen. Helaas worden d’Oultremont en zijn militairen nabij de grens een tweede keer onderschept door de Fransen en naar Maubeuge gestuurd. De commandant ontvangt een plannetje dat een kantonnementsgebied aanduidt voor de eenheden van de 8ste Infanteriedivisie ten zuidwesten van Maubeuge. Volgens de schets zou het 5A zou te Petit-Bavay nabij het bos van Mormal gehergroepeerd moeten worden.

II/5A
De groep bereikt Gosselies om 07u30. Majoor Lambin krijgt Silly nabij Soignies aangeduid als volgende bestemming. Hij moet een route naar eigen goeddunken uitstippelen in het gebied afgebakend door de lijnen Gosselies-Obaix en Seneffe-Familleureux en krijgt als enige richtlijn dat zijn colonne de brug over het Kanaal Brussel-Charleroi te Seneffe moet gebruiken. Hij laat zijn groep om 14u00 vertrekken.

Om 18u00 bereiken de artilleristen de brug van Seneffe die reeds vernield werd door de Franse genie. De paardengespannen worden samen met het III/5A ondegebracht in het bos van het Château de Seneffe. Cdt Haugy van de 4de Batterij vertrekt op onderzoek en kan van de Franse troepen die het Kanaal Brussel-Charleroi verdedigen de toestemming bekomen om te 20u00 bij de scheepvaarttunnel te Godarville over te steken. De steile helling van het landschap hier levert de paardengespannen echter de grootste moeilijkheden op en het duurt een goed uur eer de ganse formatie het kanaal over is. De 4de en de 6de Batterij moeten samen drie vuurmonden achterlaten. Luitenant Lodewyck zal bij de stukken blijven in de hoop deze alsnog over het kanaal te krijgen. De rest van de groep kan verder trekken via Manage en Familleureux en houdt uiteindelijk halt voor een korte nachtrust tussen Ecaussines-lez-Carrières en Naast.

III/5A
Nog steeds zonder Majoor Neuville trekt de IIIde Groep voorbij Velaine, Lambusart en Gilly naar Charleroi. De colonne wordt hier onderschept door Franse troepen en doorgestuurd naar Maubeuge. Na passage te Fontaine-l’-Evêque rijden de paardengespannen Binche binnen rond het middaguur. Een stafofficier van het Groot Hoofdkwartier stuurt de groep door naar Silly waar naar verluidt alle artillerieformaties van het VIIde Legerkorps gezonden worden. De IIIde Groep kan zo een nutteloze tocht naar Frankrijk vermijden, maar weet nog steeds niet waar de rest van het 5A is. Luitenant Marchand die nog steeds de colonne leidt, laat overnachten te Houdeng-Gougnies. Cdt Zwijns van de 9de Batterij wordt gewond afgevoerd naar een veldhospitaal in het Franse Maubeuge.

IV/5A
De IVde Groep vordert tijdens de nacht van 15 op 16 mei naar Gosselies, te midden van honderden motorvoertuigen van het terugtrekkende Franse leger. De trage paardengespannen worden voortdurend en niet zonder gevaar voorbij gestoken door gehaaste Franse troepen. Bij dageraad wordt de colonne gemitrailleerd door een vijandelijk vliegtuig. Er valt een lichtgewonde en er moeten twee paarden afgemaakt worden. De groep bereikt Gosselies tussen 08u00 en 09u00 en kan eindelijk uitrusten. In de buurt worden enkele fietsen opgeëist om tekorten aan te vullen.

Om 11u30 komt Kolonel Delvaux toe met de nieuwe marsorders. Een half uur later vertrekt de colonne via Vieuxville, Luttre en Orbaix om te 16u00 bij de vernielde brug van Seneffe aan te komen. De paardengespannen worden ondergebracht in het kasteelpark van het Château de Seneffe. De IIde Groep en de staf van het regiment zijn eveneens onderweg naar hier en marcheren op zo’n twee uur afstand van de groep.

Cdt Antoine gaat in eigen persoon op zoek naar een nog intact overgangspunt om toch maar op de linker oever van het kanaal te raken. Tijdens zijn afwezigheid komt de stafchef van de 2de Divisie Ardeense Jagers, Luitenant-kolonel SBH Delcour, aan in het bos van Seneffe. Decour verklaart dat alle bruggen over het kanaal reeds vernield zijn en beveelt om de vuurmonden te saboteren, de voortreinen, caissons en overige voertuigen in brand te steken en alle rij- en trekpaarden weg te jagen. De bagagevrachtwagen van de groep en de paardenwagen met technisch materieel staan al in lichterlaaie wanneer een woedende Cdt Antoine terugkeert en de nog intacte staat van de tunnelovergang te Godarville bevestigt. In alle haasten worden zoveel mogelijk loslopende dieren opnieuw in het gareel gezet.

Een deel van het personeel steekt via de loopbrug van de sluis van Seneffe het kanaal over en trekt per fiets of te voet naar Naast. De geredde paardengespannen richten zich samen met de overgebleven wielrijders van de groep naar de kanaaltunnel van Godarville. Cdt Antoine laat de manschappen die nog over een fiets beschikken, waaronder de voorwaartse waarnemers en telefonist-seingevers, vooruit reizen. De Wachtmeesters Charles, Crutzen, Pirotte, Timmermans, Van Steenkiste, Maniette, Meunier en Huby, de Brigadier Lorent en de Soldaten Nera, Loutermans, Weber, Desir, Delhave Lousberg, Slock, Gregoire en Jongen vertrekken met de opdracht om in Silly rendez-vous te geven. Het detachement wordt nooit meer teruggezien en de groep verliest zo dit essentiële personeel.

De paardencolonne rijdt via Manage, Familleureux, Ecaussines en Naast naar Soignies.

Staf/5A
Kolonel Delvaux verlaat Masi samen met de staf van de 8ste Infanteriedivisie omstreeks 06u00. Het hoofdkwartier begeeft zich in een ruk naar Wannegem-Lede en komt hier om 10u00 aan.

Bij de staf van 5A onderneemt Luitenant Delaude een poging om met een ploeg chauffeurs de achtergelaten motorvoertuigen te recupereren, maar de Franse troepen ontzeggen hem de toegang tot de kanaalzone. De vrachtwagens worden opgegeven en zo gaat de administratie van het regiment, het keukenmaterieel, de persoonlijke bagage van de manschappen en de officieren van de staf, en alle stafkaarten en observatiematerieel verloren.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
Luitenant Lambert komt rond 04u00 aan te Naast samen met het lager personeel dat over een fiets beschikt. Na een rustpauze van een tweetal uur passeert een detachement van het 21Li dat na het opvangen van een incorrect bericht van een Duitse doorbraak ten noorden van het marsgebied besloten heeft om naar Frankrijk te marcheren. Luitenant Lambert laat zijn detachement rechtsomkeer maken naar Le Roeulx en waagt vervolgens een poging om naar Bergen te rijden. Bij aankomst rond het middaguur gaat hij om inlichtingen op het plaatscommando, maar dit gebouw ligt er dan na het vertrek van de militairen geheel verlaten bij. De stad werd gebombardeerd en de straten lijken leeg. De Rijkswachtbrigade van Frameries weet dan wel te vertellen dat alle verloren gelopen soldaten van de artillerie te Ieper moeten verzamelen. Lambert en zijn militairen komen om 22u00 aan in een door de Britten bezette stad Doornik. Ook hier is het Belgische plaatscommando leeg. Het Britse leger laat de Belgen ter plekke overnachten.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A)
Van Ooteghem en Boussart komen aan in het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) te Zarren dat onder bevel staat van Majoor Brenez van de provinciestaf van Luik. Tijdens de ochtend komt hier ook een groepje militairen toe van de divisiestaf, geleid door gasbeschermingsofficier (“Officier Z”) Kapitein Pirson en pelotonscommandant van het Peloton Beveiliging van het hoofdkwartier, Luitenant Héro.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A en 2/I/5A)
Cdt d’Oultremont en de staf van de groep rijdt Petit-Bavay nabij Pont-sur-Sambre binnen rond 07u00 en vindt hier het ravitailleringsechelon van de groep terug twee dagen voordien bij de passage te Aiseau doorgestuurd werd naar hier. De bevelhebber van het echelon verhaalt hoe op 16 mei bij de doortocht te Châtelet de Soldaat Bertinchamp doodgeschoten werd door een kogel van onbekende herkomst. Bovendien moesten bij de doortocht van Maubeuge de caissons achtergelaten worden bij de voortijdige vernieling van een wegbrug door de Franse genie. De manschappen kunnen enige uren uitrusten en ontvangen voedsel, haver voor de paarden en benzine van de Franse intendance. De 2de Batterij heeft halt moeten houden in het naburige Vieux-Mesnil omdat de paarden zo uitgeput zijn dat ze geen meter vooruit willen.

Rond het middaguur loopt het bericht binnen dat de vijand nabij Avesnes de Helpe, een bijriviertje van de Samber, is overgestoken. Cdt d’Oultremont wil onmiddellijk zijn 2de Batterij verwittigen, maar die blijkt spoorloos verdwenen. Hij besluit dan maar om er zo snel mogelijk van door te gaan en laat een deel van de lading van de paardenwagens van de staf overbrengen in de zes vrachtwagens en de ambulance waarover de groep beschikt. De uitgeputte trekdieren en hun voertuigen worden achtergelaten. Ook de manschappen worden onder de camions verdeeld en het detachement vertrekt vervolgens door het woud van Mormal naar Le Quesnoy. De militairen overnachten in de buurt van dit stadje.

Detachement Cdt Dieu (1/I/5A)
De 1ste Batterij trekt tijdens de nacht van 17 op 18 mei naar Pâturages.

II/5A
De staf van de 8ste Infanteriedivisie laat weten dat de groep de zelfde dag nog naar Ooike moet. Majoor Lambin laat dan ook om 04u30 vertrekken. Hij stuurt zijn motorvoertuigen voorop. De paardencolonne volgt. De marsroute loopt via Lessen en Geraardsbergen. De groep zal te Lessen halt houden voor een lange rustpauze tussen 13u20 en 18u00. De paardencolonne zal Ooike bereiken tijdens de ochtend van 18 mei.

Detachement Luitenant Lodewyck (6/II/5A)
Luitenant Lodewyck is het kanaal van Brussel-Charleroi alsnog kunnen kruisen en krijgt onderweg het bevel om met de drie vuurmonden naar Bois de Silly door te rijden en hier opnieuw aansluiting te zoeken bij de rest van de groep. Het detachement wordt echter door het Franse leger naar het zuiden gestuurd en zal de grens oversteken. Luitenant Lodewyck zal pas op 25 mei terugkeren naar het 5A.

III/5A
Na overnachting te Houdeng-Gougnies vertrekt de colonne over Le Roeulx naar Soignies. Onderweg kan een stafofficier van de 8ste Infanteriedivisie de groep op weg zetten naar Oudenaarde. Majoor Neuville slaagt er in zijn groep terug te vinden en neemt het bevel opnieuw op. Na Ellezelles en Maarkedal wordt bij de doortocht te Leupegem de eindbestemming te Ooike bevestigd. De compleet uitgeputte manschappen en paarden komen aan bij valavond.

IV/5A
Ook de IVde Groep komt aan te Naast tijdens de tweede helft van de nacht van 16 op 17 mei en vertrekt naar Soignies om 04u00. De groep passeert hier omstreeks 06u00 en rijdt eveneens over Ghislenghien en Lessen en houdt halt te Ogy voor een lange rustpauze. Tijdens de nacht van 17 op 18 mei trekt de groep verder naar Geraardsbergen naar Ooike.

Staf/5A
Kolonel Delvaux bevindt zich op het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie te Wannegem-Lede. De stafgroep van het regiment is door de vele achterblijvers en verloren gelopen detachementen uitgedund tot een minimum. Bovendien is heel wat essentieel materieel verloren gegaan. Delvaux wordt samen met de overige regimentscommandanten ontboden op de staf van het VIIde Legerkorps om een stand van zaken op te maken na de terugtocht uit de VPN. Bij zijn terugkeer te Wannegem-Lede verneemt hij dat het 5A aangehecht wordt als tweede artillerieregiment bij de 10de Infanteriedivisie voor de komende verdediging van de Bovenschelde. De rest van de divisie zal in reserve geplaatst worden op de linkeroever van de Leie. Het Belgische veldleger zal vanaf 19 mei een nieuwe verdedigingslinie van Terneuzen over het Bruggenhoofd Gent tot Oudenaarde bezetten.

Het kasteel van Wannegem-Lede zal als hoofdkwartier overgenomen worden door de staven van de 10de Infanteriedivisie en zijn organiek artillerieregiment het 10de Regiment Artillerie (10A). De nog beschikbare elementen van het 5A zullen reeds tijdens de nacht van 18 op 19 mei uitgestuurd worden voor hun nieuwe opdracht. Kolonel Delvaux maakt zich terecht de grootste zorgen over de strijdvaardigheid van zijn regiment en pleit bij de commandant van de 10de Infanteriedivisie om de hem beloofde rustperiode tot 21 mei alsnog te gunnen. Er wordt afgesproken om de groepen één nacht rust te geven, de verkenningen van de nieuwe posities uit te laten voeren in de namiddag van 19 mei en tot de stellingname over te gaan tijdens de nacht van 19 op 20 mei. De artilleriemiddelen zullen hierbij als volgt verdeeld worden:   III/5A, IV/5A en IV/10A zullen het algemeen steunelement van de divisie vormen.

De groepscommandanten van de nog drie beschikbare groepen bespreken vanaf 17u00 de komende missie met Kolonel Delvaux en maken een stand van zaken op:

  • De Iste groep ontbreekt.
  • De 6de Batterij van de IIde Groep is eveneens achterwege.
  • De IVde Groep heeft zijn wagens met technisch materieel in brand gestoken.
  • Er is bijna geen telefoonkabel meer.
  • De verliezen aan manschappen en paarden zijn beperkt.

De staf zal in de bijgebouwen van het kasteel van Wannegem-Lede verblijven. De nog beschikbare motorvoertuigen komen hier in de avond aan.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
De wielrijdersgroep rond Luitenant Lambert brengt de nacht door te Doornik en rijdt naar Kortrijk om hier rond het middaguur aan te komen. De plaatscommandant van Kortrijk meent te weten dat het VIIde Legerkorps zich tussen Lichtervelde en Brugge ophoudt en stuurt het detachement naar Brugge. Luitenant Lambert en zijn manschappen bereiken deze stad omstreeks 18u00. Hier laat het plaatscommando weten dat het 5A zeer zeker te Zeveren nabij Deinze kantonneert. De militairen van Lambert overnachten te Brugge.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A)
Het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) te Zarren wordt gesloten en de aanwezige militairen worden doorgestuurd naar Poperinge. Alvorens de vertrekken onder leiding van Kapitein Pirson, trachten de vier militairen van 5A opnieuw de locatie van hun regiment na te gaan. Zonder resultaat vertrekken ze aan het eind van de dag naar Poperinge.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A) in Frankrijk
Kaptein-commandant d’Oultremont en zijn detachement kantonneren nabij Le Quesnoy. Een van de officieren wordt uitgestuurd naar ons land om te Gent of te Brugge nieuwe instructies trachten te bekomen. d’Oultremont zelf kamt de streek tussen Maubeuge en Valanciennes uit in de hoop zijn 2de Batterij terug te kunnen vinden. Tijdens de vooravond vindt hij geheel toevallig twee militairen van deze batterij terug die weten te vertellen dat een van de secties door het Franse leger werd ingezet als anti-tankgeschut aan de oostrand van het woud van Mormal en de tweede sectie door de Fransen weggestuurd werd naar Cambrai. De groepscommandant tracht nog door te rijden naar deze stad maar keert na het vallen van de duisternis terug naar Le Quesnoy. Inmiddels weet het detachement dat de 8ste Infanteriedivisie zich in de streek van Zulte en Olsene bevindt. Er wordt een plan gemaakt om ‘s anderendaags naar ons land terug te keren.

Detachement Cdt Dieu (1/I/5A)
Commandant Dieu en zijn 1ste Batterij zijn op weg naar Doornik in de hoop zo snel mogelijk het 5A te kunnen terugvinden. Het detachement zal net ten westen van de stadskern overnachten.

II/5A
Tijdens de nacht van 17 op 18 mei gaat de tocht verder via Ellezelles, Maarkedal, Etikhove en Oudenaarde. De uitgeputte manschappen en paarden bereiken Ooike om 07u00. Er kan uitgerust worden tot 16u30.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/5A
De nog steeds sterk uitgedunde regimentsstaf verlaat het kasteel van Wannegem-Lede omstreeks 08u00 en installeert de commandopost in een hoeve die aangeduid werd door Kolonel SBH Van Saceghem, bevelhebber van 10A en artilleriecommandant van de 10de Infanteriedivisie. Kolonel Delvaux zal het algemeen steunelement van de divisie bevelen en laat in eerste instantie een veldtelefoonnet aanleggen tussen zijn commandopost, de III/5A, IV/5A en IV/10A. Omdat het regiment nog steeds over onvoldoende middelen beschikt, wordt voor de installatie en uitbating worden materieel en personeel van 10A gebruikt.

Tijdens de namiddag wordt het vuurplan voor de divisie besproken en vertrekken de topografen naar de nieuwe schootsstellingen om de komst van het geschut voor te bereiden. De ontplooiing vindt plaats in de eerste helft van de nacht. Elke groep behoudt zijn ravitailleringsechelon op een 1000-tal meter van de stellingen.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
Luitenant Lambert voert het bevel uit om Zeveren te vervoegen met zijn detachement wielrijders. Onderweg komt hij een groepje militairen tegen die van hun eenheid afgezonderd zijn en ten stelligste beweren dat Gent reeds in Duitse handen is. Lambert aarzelt en laat rechtsomkeer maken naar Brugge. Het plaatscommando van de stad blijkt echter inmiddels vertrokken te zijn naar Pervijze. Het detachement fietst hen dan maar achterna en bereikt dit dorpje in de Westhoek omstreeks 11u00. Pervijze blijkt tevens de locatie te zijn van het hoofdkwartier van de Commandant Infanterie van de 16de Infanteriedivisie, Generaal-majoor Clement. Deze laatste stuurt de artilleristen door naar Saint-Omer. Luitenant Lambert en zijn militairen passeren te Poperinge omstreeks 16u00 en worden hier onderschept en doorgestuurd naar het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) van Poperinge dat zich even buiten het stadje in Sint-Jan-ter-Biezen bevindt. Het detachement, dat inmiddels kriskras door Vlaanderen is gefietst, brengt er de nacht door.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
Luitenant Boussart wordt uitgestuurd naar Hazebrouck maar kan ook in Frankrijk geen nuttige inlichtingen bekomen omtrent het 5A. Hij keert terug naar Poperinge. Om 16u00 vertrekken de militairen van de 8ste Infanteriedivisie onder leiding van Kaptein Pirson naar Malo-les-Bains.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A) in Frankrijk
Het detachement verlaat Arras om 07u00 en zet koers naar Hazebrouck. Ondertussen reist Cdt d’Oultremont voorop naar de staf van de 8ste Infanteriedivisie om de laatste instructies. Hij verneemt dat zijn detachement het kantonnement te Olsene dient te vervoegen en dat hij nog steeds verantwoordelijk geacht wordt voor het terugvinden van zijn 1ste en 3de Batterij. Uiteindelijk komt het detachement aan te Olsene in de vroege avond, nog steeds zonder de twee ontbrekende eenheden.

Detachement Cdt Dieu (1/I/5A)
De 1ste Batterij vertrekt tijdens de avond van 19 mei richting Kortrijk.

II/5A
De IIde Groep beschikt nog slechts over vijf van zijn twaalf kanonnen. De volledige 6de Batterij is achterwege. De 4de Batterij is nog wel aanwezig, maar beschikt nog slechts over één kanon. De overige zeven vuurmonden zijn verloren geraakt bij de oversteek van het Kanaal Brussel-Charleroi. De groep kantonneert overdag te Ooike en start met de installatie op zijn nieuwe schootsstellingen tussen Huise en Voorde om 22u30. Hierbij worden de vijf kanonnen gegroepeerd in een enkele schootsbatterij. De aankomende colonne wordt kort beschoten door nerveuze Britse troepen die de kanonniers voor vijandelijke troepen houden. Twee militairen raken gewond in het incident.

III/5A
De IIIde Groep kantonneert te Ooike tot 21u00 en vertrekt dan naar zijn nieuwe stellingen te Huise. De ontplooiing start om 23u00.

IV/5A
De groep rust de ganse dag uit te Ooike. Tijdens de vroege namiddag vertrekt het stafpersoneel naar de nieuwe schootsstelling. De voor de groep aangeduide positie bevindt zich op drassig terrein en is weinig geschikt voor de vuurmonden. Cdt Antoine laat om 15u00 zijn personeel optrommelen uit Ooike om het terrein toch enigszins te versterken met kaphout. Alleen de voerders van de caissons en vuurmonden blijven te Ooike tot 17u45. De stellingname start uiteindelijk te 19u45. De commandopost van de groep wordt in het gehucht Goedleven ontplooid.

Staf/5A
Kort na middernacht wordt Kolonel Delvaux verwittigd door de staf van de 10de Infanteriedivisie dat een Duitse aanval nog voor dageraad verwacht wordt. Gelukkig blijkt dit bericht voorbarig. De vijand zal pas in de loop van de vooravond van 20 mei een eerste aanvalspoging wagen en slaagt er daarbij in om de rivierbocht te Zingem over te steken en een stuk terrein op de Belgen te veroveren.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
Het groepje wielrijders van de staf rond Luitenant Lambert verblijft in het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) van Poperinge.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
Kapitein Pirson en de militairen van de 8ste Infanteriedivisie krijgen het bevel om Rouen te vervoegen. Aan het eind van de dag overnacht het detachement in Fruges.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A)
Cdt d’Oultremont en zijn manschappen kantonneren in Olsene. De groepscommandant onderneemt een nieuwe poging om zijn 1ste en 3de Batterij terug te vinden. Alle beschikbare motorvoertuigen vertrekken om de streek tussen Kortrijk, Doornik en de Franse grens uit te kammen. d’Oultremont weet dat vele Belgische detachementen die over de grens gesukkeld zijn door het Franse leger naar Rouen doorgestuurd worden en vermoedt dat zijn batterijen wel eens in de buurt van Amiens zouden kunnen zijn. Hij vertrekt in zijn personenauto en belandt in de streek tussen Abbeville en Amiens wanneer hij verneemt dat het Duitse leger zonet de Atlantische kust bereikt heeft. Geheel toevallig komt hij een verdwaald militair van de 2de Batterij tegen die hem bevestigt dat de kanonnen ingezet werden als geïmproviseerd anti-tankgeschut ten voordele van het Franse leger bij de verdediging van de oostrand van het Foret de Mormal. De batterij werd er overrompeld door de vijandelijke pantsercolonnes.

Detachement Cdt Dieu (1/I/5A)
De 1ste Batterij komt in de vroege ochtend aan te Wevelgem en kan in contract treden met de 8ste Infanteriedivisie. De eenheid wordt doorgestuurd naar het 5A en zal hier ‘s anderendaags aankomen.

II/5A
De stukken worden rondom 15u00 ingeschoten aan de hand van een vuurmond. Vervolgens wordt afgewacht tot 18u30 wanneer een eerste salvo vertrekt op de vijandelijke aanval op de Scheldebocht te Zingem. De enkele batterij met de vijf overgebleven vuurmonden komt verschillende keren tussenbeide. Omstreeks 22u30 volgt een eerste vuuropdracht de oostelijke toegang tot de brug van Zingem ter ondersteuning van de geplande tegenaanval van het 3de Jagers te Voet die de Scheldebocht moet zuiveren van de vijandelijke aanwezigheid.

III/5A
De vuurmonden van de 8ste Batterij worden om 13u30 ingeschoten op de kerktoren van Meilegem. Vervolgens gaat de groep stand-by tot 18u54 wanneer de 7de Batterij de eerste vuuropdracht ontvangt. Wachtmeester Collin bevindt zich in het kasteel van Zingem als voorwaartse waarnemer en meldt dat zijn observatiepost beschoten wordt, maar blijft toch verder werken. De batterijen zullen in de loop van de avond nog verscheidene vuren uitvoeren. Er zullen in totaal 800 artilleriegranaten verschoten worden.

IV/5A
Om 11u30 loopt een eerste vuuropdracht binnen. Tijdens de uitvoering zakken enkele kanonnen van de 11de Batterij zo diep in het drassige veld weg dat een nieuwe stelling dient opgezocht te worden. Ook deze groep komt vanaf de vooravond in actie en zal talrijke vuren uitvoeren doorheen de ganse nacht. Hierbij raken in totaal drie vuurmonden onklaar, telkens door onherroepelijke blokkering van het horizontale richtsysteem. De defecte stukken blijven op de stelling.

Staf/5A
Kolonel Delvaux blijft bevelhebber van het algemeen steunelement van de 10de Infanteriedivisie, maar moet zowel de IIIde Groep als de IVde Groep van zijn eigen regiment afstaan aan de 8ste Infanteriedivisie die de dwarsstelling Kruishoutem-Nokere zal bezetten.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
Het groepje wielrijders van de staf rond Luitenant Lambert verblijft in het Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen van het Leger (CRIA) van Poperinge.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
Het detachement rond Kapitein Pirson verneemt dat de Duitsers Abbeville aan de Atlantische kust hebben ingenomen. De doortocht naar het zuiden wordt onmogelijk geacht. De militairen besluiten om te Boulogne of Etaples een poging te wagen om aan boord van een schip te ontkomen en belanden zo in Pont-de-Briques. De luitenant Van Ooteghem en Boussart zijn zeer bezorgd over het lot van de standaard die nog in hun bezit is. Van Ooteghem rijdt per motorfiets naar Boulogne in de hoop hier een schip te kunnen vinden, maar wordt teruggestuurd door de Fransen.

Detachement Cdt Dieu (1/I/5A)
De batterij komt eindelijk aan bij het 5A en wordt toegevoegd aan de Iste Groep te Olsene.

II/5A
De vuuropdracht op de brug van Zingem wordt om 02u30 herhaald, maar de groep heeft geen verder zicht op het verloop van de vermeende Belgische tegenactie. Gedurende een kwartier wordt met hoge cadans geschoten: om de 30 seconden vertrekt een salvo naar het doel. De batterij blijf vervolgens stand-by tot 14u25 wanneer een vuuropdracht bevolen wordt op de Paulatemstraat tussen Paulatem en Beerdegem. Goed anderhalf uur later wordt dan weer de omgeving van Sint-Maria-Latem onder vuur genomen.

III/5A
De groep meldt de aanwezigheid van Duitse genietroepen nabij de kerk van Nederzwalm, maar krijgt dan de opdracht om de stellingen op te breken en zich klaar te maken voor een verplaatsing naar Kruishoutem. De 8ste Infanteriedivisie werd tijdens de nacht van 20 op 21 mei naar een nieuwe dwarsstelling tussen Kruishoutem en Nokere bevolen om de zuidflank van de Belgische legerzone te helpen dekken. De IIIde Groep zal het 19Li ondersteunen en krijgt een positie aangeduid noordnoordwest van Kruishoutem.

IV/5A
Bij dageraad worden de batterijen uit stelling gehaald en naar Kruishoutem doorgestuurd. Hier neemt de groep een wachtstelling aan. Na een bijzonder lange pauze wordt toch overgegaan tot een ontplooiing ten noorden van deze gemeente.

Staf/5A
Het 5A wordt kort na middernacht ontlast van zijn opdracht bij de 10de Infanteriedivisie en kan in zijn geheel terugkeren naar de 8ste Infanteriedivisie. Kolonel Delvaux laat dan ook de overgebleven IIde Groep vertrekken. Hij stuurt tevens de motorvoertuigen van de staf naar Markegem en vervoegt vervolgens het divisiehoofdkwartier te Zulte om de ontplooiing van zijn regiment vast te leggen. De 8ste Infanteriedivisie wordt ontplooid aan het Leiefront tussen Oeselgem en Wielsbeke, met het 19Li in de noordelijke ondersector en het 13Li in de zuidelijke ondersector. De kanonnen van het 5A dienen in stelling te gaan langsheen de Mandelbeek, op een lijn tussen Oostrozebeke en Dentergem. Deze stelling bevindt zich op iets minder dan 5 Km van de rivieroever. De beschikbare middelen worden als volgt verdeeld:

  • Tegenover de ondersector van het 13Li bevindt zich het dorp Sint-Eloois-Vijve. Het regiment ontvangt dan ook de zwaardere Ob105GP van de IVde groep als rechtstreeks vuursteunelement.
  • De III/5A is nog volledig en wordt daarom toegevoegd bij het 19Li als rechtstreeks vuursteunelement.
  • De II/5A zal het algemeen vuursteunelement van de divisie vormen en zal tot negen vuurmonden uitgebouwd worden met behulp van de pas aangekomen 1ste Batterij.

Om 13u00 wordt het hoofdkwartier van de divisie definitief geïnstalleerd in een hoeve ten westen van Ginste. Kolonel Delvaux vestigt zich in de naastgelegen woning. De motorvoertuigen van de staf worden zo’n 800m westwaarts opgesteld.

De commandopost van 5A krijgt een veldtelefoonlijn naar de commandopost van Majoor Pinchart die met de Groep Artillerie VIIde Legerkorps deel uitmaakt van de zuidelijke groepering van de Legerkorpsartillerie. In de loop van de avond wordt bevestigd dat tijdens de nacht van 22 op 23 mei het 10A van de 10de Infanteriedivisie zal toekomen. Deze divisie vormt de reservemacht van het IVde Legerkorps maar zal zijn artilleriemiddelen toevoegen aan de 8ste Infanteriedivisie. De nieuwe structuur zou er dan als volgt uit zien:

  • Het algemeen steunelement van de divisie zal gevormd worden door II/5A, II/10A en IV/10A.
  • Het 19Li wordt gesteund door de III/5A en III/10A.
  • Het 13Li wordt gesteund door de IV/5A en I/10A.

Dit bericht zal in de vroege ochtend van 23 mei bijgesteld worden wanneer bevestigd wordt dat alleen de IV/10A in steun zal gegeven worden.

Detachement Luitenant Lambert (Staf/5A)
Luitenant Lambert en zijn manschappen worden doorgestuurd naar hun regiment en komen in de loop van de namiddag aan op de commandopost van Kolonel Delvaux ten westen van Ginste. De telefonist-seingevers worden onmiddellijk ingezet bij het aanleggen van het veldtelefoonnet. Het 8ste Bataljon Transmissietroepen levert het nodige materieel.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
Kaptein Pirson stuurt de beide officieren van 5A naar Boulogne met de uitdrukkelijke opdracht zich door het Britse leger te laten inschepen en de standaard naar het Verenigd Koninkrijk over te brengen. Ook dit zal niet lukken. De stad is inmiddels ingesloten door de Duitse troepen. Aan de zuidrand van Boulogne breken hevige gevechten uit. Luitenant Boussart wikkelt het doek van de standaard onder zijn uniformhemd rondom zijn lichaam. De Belgen brengen de nacht door te Outreau.

Detachement Cdt d’Oultremont (Staf/I/5A)
De restanten van de Iste Groep kantonneren nog steeds te Olsene. De 1ste Batterij wordt doorgestuurd naar de IIde Groep. De 2de Batterij is in Frankrijk gevangen genomen. In de vroege ochtend komt een wachtmeester van de nog steeds afwezige 3de Batterij toe. De onderofficier meldt dat zijn batterij te Saint-Maur ten zuiden van Doornik eindelijk de Schelde is overgestoken en zo snel mogelijk naar de groep wil terugkeren. Hij wordt teruggestuurd met het bevel om de batterij naar Olsene te laten rijden, maar kan zijn eenheid niet meer terugvinden. Cdt d’Oultremont en zijn detachement worden ondertussen doorgestuurd naar het gehucht Vijfeiken ten zuiden van Ginste.

II/5A
Majoor Lambin ontvangt het bevel tot vertrek om 02u15 en krijgt een marsroute opgelegd die naar de brug van Oeselgem leidt. Bij aankomst wordt de groep toegevoegd aan het algemeen vuursteunelement van de divisie en gedirigeerd naar een schootsstelling te op 1Km ten zuidoosten van Ginste. De groep ontvangt vervolgens de 1ste Batterij die uit Olsene is aangekomen en beschikt zo opnieuw over negen vuurmonden. Het ravitailleringsechelon van de groep wordt op de noordelijke oever van de Mandel opgesteld, op enige afstand van het dorp Ginste. De batterijen komen aan omstreeks 09u00 en zijn tegen de middag klaar tot vuren.

De groep zet drie observatieposten uit. Te Sint-Baafs-Vijve en te Oeselgem wordt telkens een ploeg voorwaartse waarnemers binnen het eerste echelon van de infanterie geplaatst. Een derde ploeg klimt in de kerktoren van Wakken.

III/5A
Ook de IIIde Groep wordt tijdens de nacht van 21 op 22 mei naar de omgeving van Markegem doorgestuurd. De batterijen worden vanaf 03u00 uit stelling gehaald en komen tussen 09u00 en 10u00 aan op de nieuwe posities. Aanvankelijk wil Majoor Neuville zoals gebruikelijk zich installeren op de commandopost van het 19Li, het regiment dat hij dient te ondersteunen, maar dit kan door plaatgebrek niet uitgevoerd worden. Neuville kiest een woning uit in de buurt van de schootsstellingen van zijn batterijen. Het ravitailleringsechelon wordt in het gehucht Katteknok ondergebracht.

IV/5A
De IVde Groep ontvangt om 02u00 tijdens de tweede helft van de nacht van 21 op 22 mei het bevel om naar de Leie terug te trekken. De groep passeert te Oeselgem omstreeks 06u00 en krijgt een positie tussen Haantjeshoek en Ginste aangeduid als eindbestemming. De kanonnen komen toe omstreeks 10u30. De drie defecte houwitsers werden gerecupereerd en worden doorgestuurd naar Haantjeshoek in de hoop de later nog te kunnen herstellen. De batterijen worden herschikt tot elk drie in plaats van vier vuurmonden. De groepscommandant vervoegt de commandopost van het 13Li nabij Wakken. Het ravitailleringsechelon rijdt door naar Haantjeshoek.

Kort na de start van ontplooiing komen nabij de nieuwe stelling de twee batterijen houwitsers 6″ toe van de Groep Artillerie VIIde Legerkorps. Deze ad-hoc samengestelde formatie omvat naast het uit de VPN geëvacueerde zware veldgeschut ook een achtergebleven batterij van het naar Frankrijk geëvacueerde 20ste Regiment Artillerie (20A).  IV/5A ruimt baan en vertrekt naar een nieuwe positie op enige afstand van dit geschut.

Staf/5A
De dag start relatief rustig. Omstreeks 11u00 wordt melding gemaakt van vijandelijke verkenners langsheen de Waregemstraat tussen Zulte en Waregem. De II/5A en IV/10A dienen een eventuele vuuropdracht voor te bereiden, maar zullen niet in actie komen. De artilleriesteun aan de 8ste Infanteriedivisie wordt na de middag verder versterkt. Naast IV/10A worden nu ook I/4A en III/4A aan het regiment toegevoegd. Het geschut wordt als volgt verdeeld:

  • Het algemeen steunelement van de divisie zal gevormd worden door II/5A en IV/10A.
  • Het 19Li wordt gesteund door de III/5A en III/4A.
  • Het 13Li wordt gesteund door de IV/5A en I/4A.

Het eerste vuur vertrekt tussen 17u00 en 18u00. Tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen nog meerdere missies volgen.

Aan het eind van de dag kan de 8ste Infanteriedivisie eindelijk een tweede echelon organiseren met behulp van het IIde, IIIde en IVde Bataljon van het 6de Jagers te Voet en het eindelijk uit Frankrijk teruggekeerde Iste en IVde Bataljon van het 21ste Linieregiment. De installatie van deze troepen vindt plaats tijdens de nacht.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
De officieren vinden aansluiting bij de overblijfselen van het 63ste Linieregiment (63Li). Dit regiment heeft de dag voordien nog getracht om tussen Outreau, een buitenwijk van Boulogne en het dorp Pont-de-Briques een verdedigingslinie aan te leggen maar werd zonder veel moeilijkheden door de vijand overmeesterd en ontwapend. Wanneer de Duitsers hun opmars richting Boulogne hervatten, wordt het ganse detachement al snel krijgsgevangen gemaakt.

I/5A
Cdt d’Oultremont en zijn overgebleven militairen kantonneren ten zuiden van Ginste. Aan het eind van de dag vindt d’Oultremont bij een nieuwe zoektocht naar zijn 3de Batterij eindelijk deze eenheid terug te Proven nabij Poperinge. De batterij krijgt de opdracht om op 24 mei naar Hulsveld ten zuiden van Meulebeke te rijden om er een wachtstelling in te nemen.

II/5A
Om 17u00 komt de groep een eerste keer in actie om samen met de IV/10A een storingvuur uit te voeren op Sint-Eloois-Vijve. De voorwaartse waarnemer van de IIIde Groep tegenover dit dorp zorgt voor de doelsaanduiding. De opdracht wordt herhaald om 20u30 wanneer het 19Li meent dat de Duitsers gestart zijn met de bouw van loopbruggen en een aanval op til is. Ook de IVde Groep neemt opnieuw deel aan deze vuuropdracht.

III/5A
De groep wacht de ganse dag af. Omstreeks 18u30 mitrailleren Duitse vliegtuigen de commandopost van Majoor Neuville. Er vallen geen gewonden.

IV/5A
Om 17u00 en 20u30 komt de groep twee keer in actie samen met het algemeen steunelement van de divisie om storingsvuren op Sint-Eloois-Vijve uit te voeren. Daarna wordt om 23u00 nog een vuuropdracht afgewerkt op aangeven van het 13Li. Het nachtelijke schieten leidt tot een makkelijke ontdekking van de batterijen door de Duitse spotters en de groep krijgt dan ook tegenbatterijvuur te verwerken. Gelukkig is er geen noemenswaardige schade.

Staf/5A
Na de aankomst van de vijand tegenover de sector van de 8ste Infanteriedivisie de dag voordien, zullen op 24 mei zware gevechten uitbreken. De Duitsers hebben nu ook hun artillerie in stelling gebracht en zullen de Belgische linies vanaf het midden van de voormiddag onder dicht artillerievuur leggen. De zwaartepunten van de aanval op de Leie zullen echter zowel ten noorden als ten zuiden van de divisie komen te liggen. Bij de noordelijk gelegen 2de Divisie Ardeense Jagers zal een hevige aanval op Ponthoek ontwikkeld worden. In het zuiden wordt de Leie overgestoken in de ondersector van het 1ste Linieregiment van de 3de Infanteriedivisie. Bij de eigen divisie zal de zwaarste druk op het 19de Linieregiment komen te liggen.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
De nu krijgsgevangen officieren worden deels te voet en per vrachtwagen overgebracht naar het stadje Albert.

Algemeen Steunelement 8Div (II/5A en IV/10A)
Zolang er geen infanterieaanval over de rivier plaats vindt in de ondersectoren van het 13Li en het 19Li, laat de divisie volgens de voorschriften vrijwel alle vuuropdrachten uitvoeren door het algemeen steunelement van de divisie. Dit moet vermijden van de posities van III/5A, IV/5A, I/4A en III/4A voortijdig ontdekt zouden worden. De groeperingen voor directe artilleriesteun zullen pas in de late namiddag in actie treden. De doelsaanduiding wordt wel verzorgd door de voorwaartse waarnemers van deze groepen.

Kort na het middaguur wordt ook gevraagd om tussenbeide te komen ten voordeel van de 2de Divisie Ardeense Jagers. De groepering bestookt onder meer het gehucht Ham, de steenweg van Gent naar Kortrijk en de Leiebocht tussen Olsene en Machelen. De ganse middag door zal de ene vuuropdracht na de andere binnenlopen.

Vanaf ongeveer 16u30 worden de eerste missies ten voordele van het 19Li uitgevoerd. Nog wat later wordt ook stevig gevuurd in de zone tegenover de ondersector van het 13Li. Zo valt Sint-Eloois-Vijve weer onder de Belgische projectielen.

Tijdens de eerste helft van de nacht worden alle schootsbatterijen opnieuw bevoorraad met munitie. Bij de IVde Groep gebeurt dit door de caissons van het raviltailleringsechelon die nadien bijgevuld worden. De overige batterijen ontvangen hun munitie van het transportkorps van de divisie dat zijn vrachtwagens tot op de stellingen stuurt.

I/5A
De 3de Batterij komt eindelijk aan in de loop van de late avond. De batterij terug wordt doorgestuurd naar een stelling ongeveer 1.500m ten zuiden van Ginste. De groep zal deel uitmaken van het algemeen steunelement van de divisie. De commandopost van Cdt d’Oultremont wordt geïnstalleerd net ten westen van Ginste. Op de flanken van de schootsstellingen wordt telkens een sectie luchtafweermitrailleurs geplaatst.

III/5A
Tussen 11u00 en 12u00 komt een kort artilleriebombardement neer in de buurt van de schootsstellingen. Het vuren houdt op en de groep vermoedt dat het slechts om een storingsvuur gaat en de vijand de posities van het geschut niet kent. De groep komt in de late namiddag in actie wanneer het 19Li de beschieting van de oever van de Leie nabij Neerhoek verzoekt. Enkele vijandelijke elementen zijn er al zwemmend over de Leie geraakt. Het regiment vreest een nakende oversteekpoging en wil de vijand van de rivier weghouden.

Om 22u30 vraagt het 19Li om een woning met een bijzonder vervelend vijandelijk mitrailleursnest te vernielen door vlakbaanvuur met een enkel C75TR kanon. Luitenant Tesch wordt vooropgestuurd met de vuurmond van Wachtmeester Fransolet, met als stuksbemanning de Soldaten Tourpe, Lamy, Arnould, Boussy en Hereot en de voerders Soldaten Feyten en Leonardy. Onder sporadisch mitrailleurvuur slaagt de ploeg er in het stuk op zo’n 200m tegenover de woning in stelling te brengen. Met 21 goed geplaatste schoten wordt het gebouw geheel vernield.

IV/5A
Omstreeks 16u30 stort een Duits vliegtuig neer nabij de stelling van de 11de Batterij. De vierkoppige bemanning wordt ingerekend en afgevoerd.

Staf/5A
Kolonel Delvaux krijgt net voor 03u00 het bevel om het vuur van het algemeen steunelement en de IVde Groep te concentreren tegenover Oeselgem waar de divisiecommandant een oversteekpoging vreest in de ondersector van het 19Li. De 8ste Infanteriedivisie krijgt de opdracht om koste wat kost aan de Leie aan te klampen. Omstreeks 05u00 krijgt het 5A dan ook het uitdrukkelijke bevel om onder geen enkel beding de huidige posities op te geven. Deze inflexibiliteit zal het regiment uiteindelijk heel wat verliezen kosten.

Ten gevolge van de succesvolle aanvallen op zowel de 3de Infanteriedivisie als de 2de Divisie Ardeense Jagers zullen de Duitsers op 25 mei twee belangrijke bruggenhoofden over de Leie uitbouwen net ten zuiden als ten noorden van de 8ste Infanteriedivisie. Het Groot Hoofdkwartier beveelt een stellingname langsheen het Kanaal van Roeselare naar de Leie om een Duitse doorbraak vanuit het zuidelijke bruggenhoofd richting noorden tegen te gaan. Ook in het noorden, bij de 2de Divisie Ardeense Jagers, zal de situatie steeds meer verontrustend worden. Vanaf het midden van de voormiddag zullen dan ook verschillende vuuropdrachten volgen op doelen in de naburige sectoren.

Wanneer het bericht volgt dat Brug 1 op het Kanaal van Roeselare naar de Leie in vijandelijke handen is gevallen en er tussen Brug 1 en Brug 2 maar met de grootse moeite een ontplooiing naar de kanaaloever kan op touw gezet worden, wordt duidelijk dat het meest directe gevaar voor een infiltratie in de sector van de 8st Infanteriedivisie uit het zuiden komt. De divisiecommandant laat diverse vuuropdrachten uitvoeren op de zone tussen Desselgem en Ooigem. Deze zone zal kort nadien verlengd worden tot Oostrozebeke. Hiervoor is een frontwissel nodig bij de batterijen.

Detachement Luitenant Van Ooteghem (Staf/5A) in Frankrijk
De krijgsgevangenen komen aan in Catillon-sur-Sambre. De beide luitenanten slagen er in om de standaard op te vouwen en in een gamel te verbergen in de sacristie van de kerk waar de gevangenen enige tijd mogen uitrusten. De standaard zal hier veilig verborgen blijven en wordt in augustus 1940 opgehaald door de vrijgelaten Luitenant Joseph Materne die het kostbare symbool in bewaring geeft aan de echtgenote van Luitenant Marcel Boussart.

Algemeen Steunelement 8Div (I/5A, II/5A en IV/10A)
De Iste Groep is klaar tot vuren vanaf 00u10 en omvat nu de 1ste en de 3de Batterij. Deze herschikking herleidt de IIde Groep opnieuw tot vijf vuurmonden. Om 01u45 gaat  IV/10A over naar de 9de Infanteriedivisie en wordt verplaatst naar het gehucht Kruipendaarde op de baan Roeselare-Izegem. De zone waarbinnen van het algemeen steunelement opgesteld staat, wordt de ganse nacht door regelmatig bestookt door Duits 150mm geschut. Er vallen gelukkig geen slachtoffers en de materiële schade blijft beperkt.

Na dageraad komt ook de verloren gewaande 6de Batterij opnieuw aan bij het regiment. De IIde Groep ontplooit het vier kanonnen onmiddellijk en reorganiseert zich tot drie batterijen van telkens drie vuurmonden. Bij de opstelling wordt de 6de Batterij echter gespot door enkele Duitse vliegtuigen. Er volgt onmiddellijk een luchtaanval die deze batterij drie slachtoffers kost. Het algemeen steunelement is nu herschikt tot de I/5A en II/5A die samen over 17 van de 24 voorziene vuurmonden beschikken.

Doorheen de dag voeren de 1ste Groep en de 5de Batterij verschillende barrages uit op de zone afgebakend door de baan van Machelen naar het gehucht D’Hoye in het zuiden en de baan van Gramme naar Oeselgem in het noorden. Deze vuuropdrachten worden uitgevoerd in de hoop de aanval op de 2de Divisie Ardeense Jagers te helpen afstoppen.

In de loop van de avond wordt van front gewisseld. Alleen de 6de Batterij blijft naar het noordoosten gericht. Het overige geschut kiest front naar het gebied tussen Desselgem en Ooigem.

III/5A
De groep komt opnieuw in actie vanaf 09u45 wanneer een vijandelijke artillerieformatie gespot wordt nabij de Leihoek.

IV/5A
Ook de IVde Groep zal tussen 04u00 en 09u00 aanhoudend vuren op de zone tegenover Oeselgem. Doorheen de rest van de dag zal het geschut regelmatig in actie komen. De vijand kent inmiddels de exacte posities van de batterijen die regelmatig beschoten worden door overvliegende toestellen of door hun artillerie.

Staf/5A
Wanneer de vijand na de oversteek van het Kanaal van Roeselare naar de Leie in snel tempo naar Oostrozebeke vordert, raakt de 8ste Infanteriedivisie in moeilijkheden. Het 13Li heeft een deel van zijn troepen toegewezen aan een dwarsstelling langsheen de baan van Sint-Eloois-Vijve naar Oostrozebeke, maar de Duitsers stoten door net ten westen van deze linie ten koste van de in de bres geworpen troepen van het 16Li. De divisiestaf drukt er nog een keer op dat alle eenheden ter plekke dienen te blijven en in geen geval mogen terugtrekken. In de vroege avond komt omstreeks 19u00 dan toch het bevel om het Leiefront te verlaten. Het regiment dient zich te verzamelen te Pittem nabij Tielt. De regimentsstaf bevestigt dat alleen de marsroute via de stad Tielt nog veilig is en vertrekt vervolgens in twee fracties. De motorvoertuigen en de wielrijders zullen elk afzonderlijk terugtrekken. Kolonel Delvaux zoekt na aankomst het divisiehoofdkwartier op dat zich bij kilometerpaal 27 van de baan van Ingelmunster naar Brugge zou moeten bevinden en stuurt de rest van zijn regimentsstaf naar Egem.

De staf van de 8ste Infanteriedivisie blijkt echter spoorloos. Delvaux verneemt dat het hoofdkwartier van het VIIde Legerkorps zich op het kasteel van Zwevezele geïnstalleerd heeft en gaat om nieuwe orders. Luitenant-generaal Deffontaine deelt mee dat het 5A vanaf de ochtend van 27 mei ter beschikking zal staan van de 16de Infanteriedivisie die de verdediging van de stad Tielt op zich gekregen heeft. Even voor middernacht bereikt hij het hoofdkwartier van deze divisie en verneemt dat een nieuwe verdedigingslinie in de maak is langsheen de spoorlijn Deinze-Tielt-Ingelmunster tussen kilometerpalen 7 en 10.

Algemeen Steunelement 8Div (I/5A en II/5A)
Doorheen de nacht worden verschillende vuren uitgevoerd op de zone tussen Desselgem en Ooigem om de aanval langsheen de zuidflank van de divisie te hinderen. De vuurkadans ligt bijzonder hoog. Tussen middernacht en 07u00 noteert de Iste Groep een munitieverbruik van 1.500 artilleriegranaten. De batterijen worden rechtstreeks bevoorraad door het transportkorps van de divisie dat zijn vrachtwagens tot op de stellingen laat rijden.

De vijand kan echter steeds meer troepen over het Kanaal van Roeselare naar de Leie sturen. Het algemeen steunelement opent vanaf 09u30 met de Iste Groep het vuur op de vijand die in de richting van Oostrozebeke vordert. Het geschut bestrijkt de zone rondom het station. In snel tempo volgen binnen het uur vier beschietingen van dit doel. Net voor de middag wisselt ook de 6de Batterij van front en vuurt al het geschut van deze groepering in de nieuwe richting. De twee overige batterijen van de groep worden na de middag op Wakken gericht.

De Iste Groep meldt om 16u45 dat de vijandelijke infanterie de commandopost nadert en de batterijen zich klaarmaken voor de nabije verdediging van de posities. Cdt d’Oultremont loopt de feiten achterna, want zijn twee meest zuidelijk geplaatste batterijen, de 1Bij en 3Bij, zijn dan al enige tijd in rechtstreekse gevechten met de vijandelijke infanterie verwikkeld. De beide batterijen vuren al sinds 16u00 met schrapnelgranaten op de aankomende Duitsers. Het personeel dat over een karabijn beschikt, tracht mee de bestorming van de stellingen te beletten. De kanonniers zijn echter kansloos en omstreeks 17u30 wordt de 3de Batterij als eerste overrompeld. De vuurmonden worden nog net op tijd door de bemanningen gesaboteerd. De 1ste Batterij gaat verloren omstreeks 19u00. Ook hier worden de kanonnen onklaar gemaakt, maar tijdens deze operatie wordt Luitenant Pasquasy, sectiecommandant van de 1ste Sectie, neergemaaid door de Duitsers.

Het gros van het personeel van deze batterijen ontsnapt en verzamelt aan hoeve In den Gunst op het gehucht Vijf Eiken. De vrachtwagens van de groep kunnen hier de manschappen van de staf en de 3de Batterij oppikken. De voortreinen van de kanonnen en het personeel van de 1ste Batterij vertrekken te voet via de Wakkensteenweg naar Tielt, met de belofte dat deze laatste zo snel mogelijk alsnog opgehaald zullen worden door de voertuigen. Dit gebeurt echter niet en wanneer de colonne omstreeks 21u30 de zuidoostrand van Tielt bereikt, is de vijand reeds geïnfiltreerd in dit stadsdeel.  Het detachement wordt overvallen door enkele pantserwagens en stuift uit elkaar. De meeste manschappen, waaronder ook Cdt Dieu, worden gevangen genomen. De voortreinen vallen allen in Duitse handen. Alleen Onderluitenant Favresse ontkomt op georganiseerde wijze met enkele militairen van de 2de Sectie en zal uiteindelijk Brugge bereiken.

De Iste Groep verdwijnt zo van de slagorde. Te Pittem kan Cdt d’Oultremont nog een 150-tal militairen van zijn groep bij elkaar brengen, samen met de drie vrachtwagens van de luchtafweermitrailleurs, een veldkeuken, een ambulancevoertuig en een bagagevrachtwagen. De restanten worden doorgestuurd naar Egem.

De 4de Batterij van de IIde Groep ondergaat een gelijkaardig lot en wordt tussen 18u30 en 19u00 onder de voet gelopen. Ook hier worden de kanonnen nog tijdig gesaboteerd en kunnen een groot aantal manschappen ontsnappen. Majoor Lambin ontvangt om 19u15 de toestemming om de terugtocht te starten en zich terug te trekken over Tielt naar Pittem. De 5de en de 6de Batterij starten de afmars om 20u15, gevolgd door de geredde voortreinen van de 4de Batterij en de Groepsstaf. De colonne passeert te Tielt net voor de komt van de vijand. De bagagevrachtwagen wordt er wel gemitrailleerd door een Duits vliegtuig. Hierbij komen de Wachtmeester Gaspar en de Soldaat Barré om. De groep bereikt de Egemstraat te Pittem omstreeks 22u30.

III/5A
Het grootste gevaar voor de in het noorden van de sector opgestelde IIIde Groep betreft de Duitse doorbraak in de sector van de 2de Divisie Ardeense Jagers. De voorwaartse waarnemer te Dentergem meldt om 12u45 dat het dorp bedreigd wordt en krijgt de toestemming om zich terug te trekken naar de commandopost van de groep. De batterijen maken een frontwissel naar het noorden en richten het geschut op het dorp wanneer dit op punt staat om ingenomen te worden. Wanneer de vijand in de late namiddag ook van uit Oeselgem richting Wakken doorstoot en een opening forceert tussen het II/19Li in het noordelijk kwartier en de I/19Li in het zuidelijk kwartier van dit regiment, komt het front heel snel dichterbij. Het contact met de commandopost van II/19Li valt weg en kort nadien wordt de inname van Wakken gemeld. De 6de en 8ste Batterij behouden front naar het noorden, de 7de Batterij wordt op Wakken gericht en bestookt het dorp met ondersteuning van de I/4A en de 4de en 5de Batterij van de II/5A.

Om 19u30 krijgt Majoor Neuville het bevel tot de terugtocht. Het gros van de de groep kan de negen vuurmonden zonder al te veel problemen uit stelling halen, maar de 8ste Batterij ligt dan al onder geweervuur en heeft bijzonder veel tijd nodig om zich aan het contact te onttrekken. De colonne met de groepsstaf, 7de en 9de Batterij rijdt weg van het front in het kielzog van de IIde Groep. Bij de passage van Tielt wordt de batterijcommandant van de 7de Batterij, Luitenant Pierrot, gedood bij een granaatinslag.

De 8ste Batterij volgt goed anderhalf uur later en kan Tielt slechts even voor middernacht bereiken. Ook deze batterij wordt bij de doortocht van de stad verrast door de reeds aanwezige Duitse troepen.  Bij de passage van de Hoogstraat valt de colonne omstreeks 23u15 onder vijandelijk vuur. De trekpaarden van het 1ste stuk worden allen gedood of gewond. Het kanon wordt opgegeven en de bemanning vlucht weg. Kapitein-commandant Lonhienne laat twee mitrailleurs opstellen om de vijandelijke aanval af te slaan.  Onderluitenant Servais en Wachtmeester Carabin verkennen een vluchtroute uit de stad.  Tegen 01u00 zijn de overgebleven paardengespannen gekeerd.  De drie overgebleven vuurmonden van de batterij kunnen zich uit te voeten maken en slagen er in om via de noordrand van de stad om te rijden.

IV/5A
Na een frontwissel vuurt de groep vanaf 09u30 samen met I/4A eveneens op Oostrozebeke. De batterijen bestoken de dorpskern en gebruiken de kerktoren als referentiepunt. Er wordt bijzonder veel munitie verschoten. De drie batterijen blijven de ganse dag in actie. In tegenstelling tot de drie groepen uitgerust met de C75TR of C75GP kanonnen, ontvangt de IVde Groep geen bevoorrading meer voor zijn Ob105. De aangeduide doelen bevinden zich allen op slechts 1Km tot 3Km voor de posities en tegen het middaguur worden de laatste ladingen voor korte afstand verschoten. De batterijen kunnen dan ook niet langer effectief tussenbeide komen. Bovendien worden de stellingen aanhoudend beschoten door de Duitse artillerie. Er vallen talrijke gewonden en de veldtelefoonverbindingen raken regelmatig onderbroken.

Kort na de middag beveelt Cdt Antoine om alle nog beschikbare ladingen voor grote afstand en de overblijvende obussen op goed geluk te verschieten. De batterijen richten hun geschut in de richting van Harelbeke en werken zich doorheen de laatste munitie. Wanneer de stellingen dan ook onder geweervuur vallen en Antoine beseft dat er geen kans meer bestaat om de vuurmonden te evacueren, laat hij tussen 14u30 en 15u00 al het geschut vernielen. De Ob105 worden onklaar gemaakt en de stuksbemanningen vertrekken naar Haantjeshoek om hier rendez-vous te geven met de voortreinen en het ravitailleringsechelon. Kort na de aanvang van de aftocht wordt Cdt Simonet, batterijcommandant van de 11de Batterij, gedood door mitrailleurvuur. De groep vertrekt via Tielt en wordt vervolgens gedirigeerd naar de baan van Ingelmunster naar Brugge te Hille.

Staf/5A
Kolonel Delvaux brengt omstreeks 04u00 de IIde en IIIde Groep op de hoogte van de nieuwe missie ten voordele van de 16de Infanteriedivisie. Deze divisie heeft geen eigen artillerie meer en zal II/5A, III/5A en IV/10A toegewezen krijgen. Alleen de 5de, 6de, 7de, 8ste en 9de Batterij beschikken nog over hun geschut. Samen blijven er nog 17 C75TR kanonnen over van de 48 vuurmonden waarmee het regiment de veldtocht startte. De IIde Groep zal het rechtstreeks vuurelement vormen van het 41ste Linieregiment (41Li).

I/5A
De Iste Groep wordt in de vroege ochtend teruggestuurd naar Egem met de intentie het personeel te gebruiken voor het aanvullen van de verliezen van de IIde en IIIde Groep. Dit zal echter niet gerealiseerd worden.

II/5A
De IIde Groep vertrekt tijdens de nacht naar Hooithoek net ten zuiden van Ratte en neemt hier een wachtstelling aan. Omstreeks 05u00 wordt een nieuwe schootsstelling aangeduid tussen Hooithoek en Tielt, langsheen de Wingensesteenweg. De batterijen zijn hier klaar tot vuren vanaf 10u50. Luitenant Borsu, verbindings- en observatieofficier, vertrekt terstond naar de commandopost van het 41Li die zich in het Sint-Jozefscollege te Tielt zou bevinden. De toegang tot de stad wordt hem echter ontzegt door een Belgische patrouille die aan de noordrand circuleert. Majoor Lambin wacht af tot 13u15 en laat dan de batterijen op eigen goeddunken het vuur openen volgens het rudimentaire vuurplan dat hij ontvangen heeft. De groep is op geen enkel veldtelefoonnet aangesloten en heeft alleen contact met de staf van Kolonel Delvaux. Borsu blijft ondertussen in de omtrek verder zoeken naar de staf van de 16de Infanteriedivisie.

Te 16u00 beveelt de regimentscommandant om een nieuwe schootsstelling te verkennen net ten zuiden van Wingene. Majoor Lambin vertrekt met zijn topograaf en laat een voorlopig tijdsschema voor de verplaatsing achter. De beide batterijen moeten zich sectie per sectie op weg zetten tussen 16u45 en 17u45. Zolang zal echter niet gewacht worden want tijdens Lambins afwezigheid worden de posities bedreigd door de Duitse troepen die van uit Tielt naar het noorden willen doorstoten. De batterijen brengen onder steeds dreigender wordend mitrailleurvuur de voortreinen tot op de stellingen en trachten het geschut aan te haken. Bij de 5de Batterij raken hierbij talrijke trekdieren gewond en dienen twee stukken opgegeven te worden. De 6de Batterij kan nog wel al het geschut uit stelling halen. Voor de caissons is de afloop nog nadeliger. Slechts drie van de acht munitiewagens ontkomen aan de beschieting.

De aangeslagen colonne bereikt omstreeks 18u00 Wingene en start met de ontplooiing. Majoor Lambin laat alleen de 6de Batterij in stelling brengen. Hij slaagt er echter niet meer in om het contact met Kolonel Delvaux te herstellen en weet ook nog steeds niet waar de staf van de 16de Infanteriedivisie zich zou bevinden. Om het totale verlies van zijn groep te vermijden, besluit de majoor de stellingname af te breken en naar het westen weg te vluchten. De colonne vertrekt naar Torhout en zal uiteindelijk te Maagdeveld halt houden.

III/5A
De IIIde Groep vertrekt tijdens de nacht naar een wachtstelling nabij Egemkapel en tracht in verbinding te komen met de staf van de 16de Infanteriedivisie, wat ook voor deze groep zal falen. Het geschut wordt tijdens de dag op drie verschillende schootsstellingen ontplooid, op zoek naar gepaste doelen. Er zullen slechts enkele salvo’s vertrekken op direct bevel van Majoor Neuville. Wanneer de groep zich omstreeks 22u30 op een schootsstelling op ongeveer 2Km ten noorden van het dorp Egem bevindt, trekt een detachement van een honderdtal militairen van het 25Li voorbij.

IV/5A
De groep brengt de nacht door te Hille. Tijdens de ochtend vertrekt Cdt Antoine op aangeven van Kolonel Delvaux naar Koksijde in de hoop hier uiteindelijk de IVde Groep opnieuw samen te stellen. Het commando over de restanten van de groep komt in handen van Kapitein-commandant Ducastel van de 10de Batterij. Ducastel moet de groep klaarmaken voor een verplaatsing naar Brugge. Net voor het vertrek arriveert Luitenant Camu van de staf van het VIIde Legerkorps met een dringend bevel om alle nog inzetbare manschappen onmiddellijk te bewapenen en door te sturen naar de spoorlijn Deinze-De Panne te Pittem. De infanterie die hier in de strijd geworpen is, heeft dringend versterking nodig.

Kolonel Delvaux stelt vast dat er nog een 30-tal karabijnen met iets minder dan 500 patronen overblijven. Hij verzamelt evenveel kanonniers die hij verdeelt in drie gevechtsgroepen en samen met Lamoureux, Onderluitenant César en Adjudant KROLt Florquin organiseert in drie bescheiden gevechtsgroepen. Er worden ook nog twee FM30 lichte mitrailleurs meegenomen, als ook één van de vrachtwagens van het peloton luchtafweermitrailleurs. Te Egem-Kapel stuit het detachement op de voorhoede van een Duitse infanteriecompagnie. Delvaux weet dat de rest van de groep nog niet vertrokken is naar Brugge en vreest de totale overrompeling. Hij laat zijn militairen dan ook ter plekke ontplooien. In de daarop volgende schermutseling vallen enkele gewonden waaronder ook de adjudant.

De kanonniers merken daarop een Belgische militaire personenwagen op die met een witte vlag uit het passagiersraam richting Duitse linies rijdt. Enkele manschappen menen dat het om overlopers gaat en openen prompt het vuur. Delvaux beveelt het onmiddellijk staakt-het-vuren. Later zal blijken dat het om de wagen met onderstafchef Generaal-majoor Deroussaux gaat die door het Groot Hoofdkwartier werd uitgezonden om de onderhandelingen over de Belgische capitulatie te openen. Kolonel Delvaux merkt nog op dat de Duitsers geen aanstalten maken om een frontale aanval uit te voeren, waarop het detachement prompt gevangen gemaakt wordt door een 20-tal infanteristen die de positie langs achteren binnenstormen. Luitenant Penelle kan er met de overige manschappen nog wel van door raken en zal Steenbrugge nabij Brugge bereiken.

Staf/5A
Tijdens de nacht van 27 op 28 mei dient Kolonel Delvaux de fractie van zijn regiment waarmee hij nog in contact staat, over te brengen naar Oostkamp. Hier wordt omstreeks 07u30 het bericht van de overgave bevestigd.

I/5A
Het weinige overgebleven personeel van de Iste Groep trekt tijdens de nacht van 27 op 28 mei richting Oostkamp waar ze enkele dagen zullen verblijven vooraleer verplaatst te worden naar Beernem.

II/5A
Majoor Lambin vertrekt bij dageraad om de staf van het 5A terug te vinden. Hij passeert te Wijnendale en verneemt hier van de staf van het VIIde Legerkorps dat de veldtocht voorbij is.

IV/5A
Het personeel dat Steenbrugge heeft weten te bereiken, vervoegt Cdt Antoine te Koksijde.

Na de capitulatie

I/5A
Na de capitulatie verblijft het overgebleven detachement van I/5A een tijdje in Beernem. Op 9 juni wordt Cdt d’Oultremont als enige beroepsofficier doorgestuurd naar het verzamelkamp voor krijgsgevangenen in Brasschaat. De rest van de militairen wordt nog doorgestuurd naar Sleidinge waar ze op 10 juni gedemobiliseerd worden.

IV/5A
Vanuit Koksijde  worden op 1 juni de overgebleven militairen van IV/5A  afgevoerd naar Gent. De beroepsofficieren vertrekken hier in krijgsgevangenschap. De overigen worden nog doorgestuurd naar Lokeren waar ze op 10 juni hun Entlassungsschein bekomen en naar huis worden gestuurd .

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
4/IIANCIAPol, L.F.SdtMil3401.05.1914Binche25.05.1940Tielt
Staf/IIBARREJean, B.J.SdtMil3019.10.1910Sint-Gillis27.05.1940TieltGedood door mitrailleurvuur bij luchtaanval.
3/IBERTINCHAMPSFrédéric, L.M.SdtMil3218.05.1912Châtelineau16.05.1940ChâteletGedood door geweervuur.
1/IDANDOYJacquesSdtMil3125.07.1911Ukkel26.05.1940OostrozebekeGedood door geweervuur bij overrompeling batterij.
2/IDE BECKERMarcel, J.SdtMil3004.02.1910Laken13.05.1940Boninne
11/IVDE BELJulien, P.SdtMil2722.09.1907Sint-Gillis22.05.1940Roeselare
4/IIDEMESMAECKERJulien, G.A.WMMil3418.05.1914Elsene26.05.1940Tielt
12/IVDEWELJean, J.SdtMil3312.10.1913Angleur27.05.1940Brugge
4/IIDOSOGNECyrille, A.SdtMil3424.12.1913Strée-lez-Huy25.05.1940Tielt
Staf/IVERNSTAntoine, L.L.BrigMil3120.08.1911Clermont-sur-Berwinne27.05.1940Brugge
Staf/IIGASPAREmile, F.WMWDieN2721.03.1907Elsene27.05.1940TieltGedood door mitrailleurvuur bij luchtaanval.
1/IHENNEBERTPierre, F.SdtMil3425.02.1914Mons22.05.1940Saint-Martin-Boulogne (F)
OnbekendHOUBENJozef, M.L.WMMil3619.07.1916Antwerpen19.05.1940GentOverleden Hulphospitaal 30 te Sint-Amandsberg
1/IJEHAESJoannesSdtMil2722.03.1907Hasselt27.05.1940Tielt
10/IVJONCKHEERJulienSdtMil3407.12.1913Brussel16.05.1940Heppignies
1/IJOSEGuillaume, F.E.SdtMil3407.03.1914Verviers27.05.1940OostrozebekeDodelijk gewond door geweervuur bij overrompeling batterij.
Bie Adm/IJURDANAugustin, J.SdtMil3116.01.1911Aywaille17.05.1940Gouzeaucourt (F)
12/IVLIGNONHenri, N.J.SdtMil3320.05.1913Liège29.05.1940Brugge
2/ILORENTFrançois, J.A.BrigMil3222.09.1912Petit-Fays17.05.1940NieuwpoortOf + 16/5 Oostduinkerke
OnbekendLOUSBERGHenri, H.A.SdtMil3026.09.1910Gemmenich21.05.1940Bouquemaison (F)
12/IVMACAUTEdouard, E.D.SdtMil3319.09.1913Comblain-au-Pont28.05.1940Brugge
1/IMARIENBenoîtSdtMil3404.05.1914Dampremy26.05.1940OostrozebekeGedood door geweervuur bij overrompeling batterij.
3/IMARTENSHendrikSdtMil2723.09.1907Molenbeersel27.05.1940Tielt
11/IVMASSINAlbert, J.R.SdtMil3220.07.1912Aywaille28.05.1940Leke
3/IMELCHIORRaymond, M.J.WMMil3029.11.1910Seraing21.05.1940Hesdin (F)
3/IORBANRogerSdtMil3310.03.1913Lyon (F)27.05.1940Brugge
1/IPASQUASYFrançois, L.J.LtRes29.10.1906Chaineux26.05.1940OostrozebekeGedood door geweervuur bij overrompeling batterij.
7/IIIPIERROTArnold, B.M.LtAct16.11.1912Rosario (ARG)26.05.1940TieltBatterijcommandant. Gedoor door artillerievuur.
2/IPIROTTEMarcel, N.J.SdtMil2715.12.1907Hollogne-aux-Pierres24.05.1940Veurne
Staf/IIROLANDRobert, Jean JosephSdtMil3112.06.1911Bressoux05.09.1940ChâteletOverleden aan verwondingen
11/IVSIMONETLéon, J.R.CdtAct02.04.1900Huy26.05.1940Meulebeke
9/IIITROCHPaul, C.SdtMil3324.01.1908Wieze27.05.1940Tielt
1/IVASTENAECKENJosephSdtMil3417.07.1914Brussel27.05.1940Tielt
Staf/IVWYNSHenriSdtMil2717.03.1907Brussel28.05.1940Oostkamp

Bibliografie en Bronnen

  1. Dossier 5A, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.