Reglementaire benaming | Wielrijdersgroep der 14de Infanteriedivisie | Wi Gr 14ID Groupe Cycliste de la 14ème Division d’Infanterie | Gr Cy 14DI |
|
Type | Verkenningseenheid van de infanterie | |
Ontdubbeld van | 3de Regiment Lansiers | |
Onderdeel van | Groepering Ninitte | |
Bevelhebber | Majoor baron Marcel de Posch | |
Adjunct | Luitenant J. Vandoorne | |
Standplaats | Alarmstelling Ondersector Maaseik-Kinrooi Commandopost te Maaseik |
|
Samenstelling | 1ste Eskadron Fuseliers (Kapitein-commandant Joseph Doetsch) | 1ste Peloton Fuseliers (OLt baron Fernand de Vinck) 2de Peloton Fuseliers (OLt ridder C. Moretus de Bouchout) 3de Peloton Fuseliers (Lt A. de Cannière) |
2de Eskadron Fuseliers (Kapitein-commandant baron Anselme de Crombrugghe de Schipsdaele) | 4de Peloton Fuseliers (OLt C. Loubele) 5de Peloton Fuseliers (OLt J. De Herdt) 6de Peloton Fuseliers |
|
3de Eskadron Mitrailleurs (Kapitein-commandant Marcel Urbain) | 7de Peloton Mitrailleurs (OLt F. De Dijcker) 8ste Peloton Mitrailleurs (OLt A. Van De Walle) 9de Peloton Mitrailleurs (OLt J. Marien) 10de Peloton Mitrailleurs (OLt H. De Schacht) |
Staf/GpCy 14Div
Op 1 september 1939, bij afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, wordt de Wielrijdersgroep van de 14de Infanteriedivisie (GpCy 14Div) gemobiliseerd te Hoboken met oudere reservisten (klassen 31 en 32) van het 3de Regiment Lansiers (3L). De GpCy 14Div is de organieke groep verkenners van de 14de Infanteriedivisie (14Div), een infanteriedivisie van tweede reserve. In tegenstelling tot de actieve infanteriedivisies en de infanteriedivisies van eerste reserve, die beschikken over een Wielrijderseskadron, worden de infanteriedivisies van tweede reserve versterkt met een Wielrijdersgroep die uit meerdere eskadrons bestaat. Majoor de Posch wordt aangesteld als commandant van de nieuwe eenheid. Lang blijft de wielrijdersgroep niet onder het bevel van de 14Div. Aan het eind van hun eerste maand onder de wapens wordt de eenheid naar Ronse verplaatst om er samen met het 3de Regiment Jagers te Voet (3J), het 3L, en enkele andere eenheden de Belgisch-Franse grens te bewaken. Op 3 oktober volgt een verhuis naar Bossuit en Pecq.

Maasbrug te Maaseik met zicht op het Belgisch bruggenhoofd met aan de voet van de brug twee schildwachten.
Op 2 maart 1940 tenslotte vertrekt de groep naar Bree om enkele dagen later het Detachement Maaseik (bestaande uit de 3de en de 4de Compagnie) van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) af te lossen langsheen de Alarmstelling tussen Kinrooi en Maaseik. Deze laatste zijn naar het Kamp van Beverlo vertrokken om er ver doorgedreven oefeningen uit te voeren. De GpCy 14Div is verantwoordelijk voor het bezetten een reeks waarnemings- en alarmposten (poste d’alerte oftewel PA) langs de Maas en de Belgisch-Nederlandse grens ten noorden van Kinrooi. De eskadrons moeten de grens met Nederland bewaken en het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt alarmeren bij een Duitse inval. Het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt maakt deel uit van een gans netwerk van inlichtingencentra langs onze grenzen opgezet door de “Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen” (Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières) van het Groot Hoofdkwartier (GHK). Ten zuiden van Maaseik worden de alarmposten langs de Maas bemand door elementen van het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP). Ten westen van Kinrooi bewaakt het 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders (1Cy) de Belgisch-Nederlandse grens.

Dispositief van de Groepering Ninitte ten noorden van het Albertkanaal
In geval van een vijandelijke grensoverschrijding moet de groep een reeks vernielingen op de grens (de belangrijkste is hierbij de Maasbrug te Maaseik) uitvoeren om de vijand af te remmen tussen de grens en het Verbindingskanaal Maas-Schelde [1]. Na teruggeplooid te zijn achter het Verbindingskanaal Maas-Schelde zal de groep ingeschakeld worden voor de verdediging van de Vooruitgeschoven Stelling langs dit kanaal [2]. Voor de uitvoering van deze opdrachten staat de GpCy 14Div onder bevel van de Groepering Ninitte [3]. De staf van de groep installeert zich in de kazerne van de grenswielrijders te Maaseik (Kwartier Korporaal Theodoor Kubben).
1Esk/GpCy 14Div
Het 1ste Eskadron (1Esk/GpCy 14Div) is ontplooid rond Maaseik. Het eskadron bezet Bunker 1 en Bunker 2 langs de Maasbrug evenals Bunker 3 in de Monseigneur Koningsstraat ter hoogte van de toegangsweg naar Ophoven. Deze min of meer vijfhoekige betonnen constructie kon de baan naar Ophoven onder schot houden. Op deze weg was een anti-tankhindernis voorbereid waarbij stalen kabels over het wegdek konden worden gespannen [4].
2Esk/GpCy 14Div
Het 2de Eskadron (2Esk/GpCy 14Div) is naar Kinrooi gezonden waar het onder andere de Bunker 4 op het marktplein van Kinrooi [5] bezet evenals Bunker 7 langs de Weertersteenweg (voormalige Molenbeerselse Baan) in Molenbeersel [6] en een bunker langs de Breeërsteenweg (voormalige Kessenichse Baan). Vanuit de bunker in het centrum van Kinrooi kunnen de drie steenwegen die op het dorpsplein toekomen onder vuur genomen worden. Deze bunkers, vermeld als ACI (oftewel Abri Contre Irruption – bunker tegen doorbraak), zijn zwaarder bewapend dan de bunkers op de Vooruitgeschoven Stelling.
3Esk/GpCy 14Div
Zoals gebruikelijk worden de mitrailleurs van het 3de Eskadron verdeeld over de twee eskadrons fuseliers, a ratio van één mitrailleursectie per peloton fuseliers.

Opstelling GpCy 14Div langs de Alarmstelling op 10 mei 1940
Staf/GpCy 14Div
Het algemeen alarm wordt door de Staf ontvangen iets na middernacht. Om 03u00 wordt het bevel gegeven om de geplande vernielingen voor te bereiden en wordt het bagage-echelon richting Albertkanaal gestuurd. De Luftwaffe is bij dageraad komen opdagen en voert rond 04u00 bombardementen uit op de stellingen van de GpCy 14Div. Door het bombardement vallen de telefoonverbinding met de staf van de Groepering Ninitte uit en is de groep afgesneden van alle communicatie. Om 04u30 onderneemt een Duits commando in uniformen van de Nederlandse Marechaussee een poging om de Maasbrug van Maaseik intact te veroveren. OLt de Vinck, commandant van het peloton belast met de bewaking van de brug, brengt Majoor de Posch op de hoogte dat een groep militairen in Nederlands uniform de grens wil oversteken en vraagt de toelating om de brug te laten springen. Majoor de Posch, die een diplomatiek incident met Nederland wil vermijden, springt prompt in zijn stafvoertuig en begeeft zich naar de brug om zich van de toestand te vergewissen. Hij raakt echter gewond wanneer zijn stafvoertuig te Maaseik onder vuur genomen wordt vanaf de brug [7]. Hierop laat OLt de Vinck onverwijld de brug springen. Majoor de Posch slaagt er nog in om zijn CP in de kazerne van Maaseik te bereiken waar hij door Kapitein-commandant Urbain opgevolgd wordt als bevelhebber van de groep. Majoor de Posch wordt afgevoerd naar een hospitaal achter het Albertkanaal maar houdt bij zijn doortocht in Hasselt om 08u30 halt bij het voorwaarts HK van het Cavaleriekorps om bij Kolonel SBH Bastin, stafchef van het CK, verslag uit te brengen over de gevechten te Maaseik [8]. De Staf/GpCy 14Div beseft dat de oorlog is begonnen ook al is die officieel nog niet verklaard. De afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval gebeurt pas om 06u00.

Duitse genie voert herstellingswerken uit aan de vernielde Maasbrug van Maaseik
Om 06u30 krijgen de wielrijders van de GpCy 14Div de toelating om de Alarmstelling te verlaten en zich terug te trekken achter de Zuid-Willemsvaart. De groep wordt opgedeeld in twee marsdetachementen; één detachement zal binnenlopen via de brug van Bree, het tweede detachement zal de Zuid-Willemsvaart oversteken te Neeroeteren. Beide bruggen worden beveiligd door het 2de Regiment Gidsen (2G). De brug van Neeroeteren, bewaakt door het 5de Eskadron van 2G, wordt om 08u00 door de Belgische genie opgeblazen nog voordat het detachement van de GpCy 14Div aangekomen is. Hierdoor moet het detachement een omweg maken via de brug van Heikant. (Voorshoven)

De GpCy 14Div wordt door het 1JP ingezet al reserve om de toegangen tot As te beveiligen
Na een korte reorganisatie in de ondersector van 2G wordt de groep rond 13u00 naar Bocholt gezonden om er de Iste Groep van 2G (I/2G) te gaan versterken. Wanneer blijkt dat de vijandelijke hoofdkrachtinspanning meer naar het zuiden ligt in de ondersector van het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) worden de mannen van Cdt Urbain rond 16u00 ingezet als reserve van het 1JP. De groep ontplooit te As en stelt zich onder het bevel van Kolonel de Jonghe d’Ardoye, commandant van 1JP, die beslist om één eskadron van de groep aan de bosranden ten oosten van As op te stellen. Het andere eskadron kreeg bevel de verbindingsweg tussen As en Genk te bewaken. Om 19u00 wordt de groep als eerste element van het 1JP achter het Albertkanaal teruggetrokken. De GpCy 14Div loopt de bevriende linies binnen via de brug van Diepenbeek die bewaakt wordt door het 15de Linieregiment. De eerste oorlogsdag eindigt rond 22u30 in een hergroeperingszone te Wimmertingen ten zuiden van Hasselt. De GpCy 14Div laat vijf gesneuvelden achter in het grensgebied. Een sectie mitrailleurs en een peloton fuseliers werd gevangen genomen.
1Esk/GpCy 14Div
Rond 04u00 wordt een detachement van ongeveer vijftien Nederlandse Marechaussees tegengehouden door Nederlandse militairen die de brug over het Julianakanaal te Roosteren bewaken. Achterdochtig over de reden van hun aanwezigheid wordt de commandant van de Nederlandse grenswachtcompagnie Kapitein Braun erbij geroepen [9]. Het blijken Nederlands sprekende Duitse militairen te zijn die over hun Duits uniform nep-uniformen van de Nederlandse Marechaussee hadden getrokken [10]. Er ontstaat een kort vuurgevecht waarbij vijf Nederlandse militairen, waaronder de Kapitein Braun, en ook vier Duitsers sneuvelen. De rest van de aanvalsgroep snelt nu naar de brug over de Maas die ze intact in handen moeten zien te krijgen.

Majoor de Posch samen met de officieren van GpCy 14Div tijdens de mobilisatie
Gealarmeerd door het vuurgevecht aan de overkant van de Maas gaat Onderluitenant baron Fernand de Vinck kijken wat er gaande is op de brug. Om 04u30 ziet hij een groepje militairen in Nederlands uniform langs de Maasoever marcheren richting Maasbrug. Bij de brug gekomen zien de Nederlandse schildwachten dat de mannen Duitse wapens dragen en slaan op de vlucht de brug over richting Maaseik echter zonder het Nederlands gedeelte van de brug te laten springen. Bewust van het feit dat ze herkend zijn maakt het Duits commando, dat intussen is ingehaald door de kopelementen van de Aufklärungs-Abteilung 31 [31(DEU) AA], zich klaar om het Belgische wachtdetachement aan de overzijde van de brug te overmeesteren. OLt de Vinck wordt onder vuur genomen en begeeft zich onder een kogelregen naar de bunker vlak bij de brug. Bij het incident komen de Brig Meessen en de Sdt Rogiers, die de cointet-elementen op de brug moesten sluiten, om het leven. OLt de Vinck brengt de groepscommandant Majoor de Posch op de hoogte en vraagt toelating om de brug te laten springen. De majoor laat hem weten geen verdere actie te ondernemen totdat hij bij de brug zal aankomen [7]. Wanneer om 05u45 het toegesnelde stafvoertuig van de majoor onder vuur genomen wordt vanaf de brug neemt OLt de Vinck het initiatief om de brug te laten springen. Hij zet het vernietigingsdispositief, dat zich in het portaal van de bunker bevindt, aan en gaat vervolgens de bunker in om dekking te zoeken. De brug gaat samen met zes Duitse soldaten en één Duitse officier de lucht in [11] [14]. OLt de Vinck wordt gewond wanneer hij bij het binnengaan van de bunker nog geraakt wordt door de uit zijn hengsels gelichte gepantserde deur van de bunker. Terwijl de brug langzaam in het water zakt slagen toch meerdere Duitsers (volgens sommige bronnen een 150-tal wielrijders en één C37 anti-tankkanon) erin om de brug over te steken. OLt de Vinck, zijn peloton en een sectie mitrailleurs van het 3Esk in steun van het peloton, worden krijgsgevangen genomen. Majoor de Posch kan nog net ontsnappen. Niettegenstaande zijn verwondingen weet OLt de Vinck nog te ontkomen aan krijgsgevangenschap en naar de bevriende linies terug te keren tijdens de nacht van 10 op 11 mei. De Duitsers consolideren het bruggenhoofd op de westelijke Maasoever maar kunnen niet verder oprukken gezien hun voertuigen op de andere oever geblokkeerd zijn. Om 06u30 krijgt de rest van het 1Esk/GpCy 14Div het bevel het gevecht af te breken en binnen te lopen in de bevriende linies achter de Zuid-Willemsvaart via de brug van Neeroeteren. Na het vertrek van de Belgen begint de Duitse genie prompt met het aanleggen van een noodbrug.

Toegangsportaal van de bunker van Molenbeersel. Hier nog bezet door Grenswielrijders die voor de GpCy 14Div deze alarmpost bemanden.
2Esk/GpCy 14Div
Op de alarmpost gevestigd in Bunker 7 aan de Weertersteenweg te Molenbeersel gebeurt in de vroege ochtend een tragisch ongeval wanneer de bruggen over de Aabeek en de Lossing tot ontploffing worden gebracht. Bij het aansteken van het ontploffingsdispositief blijft de bemanning in het portaal van de bunker staan in plaats van zoals voorzien dekking te zoeken in de bunker. De Wachtmeesters Callaerts en Geeraerts en de Soldaat De Cleen, behorende tot de mitrailleursectie van het 3Esk, komen om bij de ontploffing. Vermoedelijk raakt ook Sdt Van Der Linden gewond tijdens het incident waarna hij wordt overgebracht naar het veldhospitaal van het CK te Sint-Truiden waar hij overlijdt aan zijn verwondingen (TBC aan de hand van persoonlijk dossier van betrokkene) [12]. Ook het 2Esk/GpCy 14Div krijgt om 06u30 de opdracht om terug te plooien achter de Zuid-Willemsvaart. De drie bunkers worden verlaten zonder dat er contact gemaakt is met de vijand.

Tijdens de nacht van 10 op 11 mei geplande dwarsstelling om de oostflank van het CK veilig te stellen
Staf/GpCy 14Div
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei krijgen de uitgeputte manschappen de kans wat te rusten terwijl de Staf/GpCy 14Div op de hoogte wordt gebracht van de toestand bij het Iste Legerkorps (I/LK). In de sector van de 7de Infanteriedivisie (7Div) steken Duitse pantsertroepen het Albertkanaal over gebruik makend van de door parachutisten intact veroverde bruggen van Vroenhoven en Veldwezelt. Dit stelt een probleem voor het Cavaleriekorps (CK) dat nog altijd achter het Albertkanaal staat opgesteld en dat in de flank bedreigt wordt. Vooral de 1ste Infanteriedivisie (1Div) die staat opgesteld op de rechterflank van het CK zou als eerste in moeilijkheden komen in geval van een Duitse opmars naar het westen.
De GpCy 14Div wordt toegevoegd aan de flankhoede van het CK die de opdracht krijgt om een dwarsstelling haaks op het Albertkanaal in te nemen. De in te nemen defensieve lijn, die de naam Bretel van Kortessem meekrijgt en die tijdens de mobilisatie al werd voorbereid door eenheden van de 1Div, loopt in grote lijnen van Kerniel tot Gors en vervolgens langs de Mombeek van Guigoven via Wintershoven tot Vliermaalroot. Vanaf Vliermaalroot loopt de stelling langs de bossen rond het kasteel Jongenbos tot Krijt en Diepenbeek. Het commando van de eenheden ontplooid op de Bretel van Kortessem berust bij Generaal-majoor De Droog, Commandant Infanterie van de1Div die voor deze opdracht weliswaar onder rechtstreeks bevel staat van Luitenant-generaal de Neve de Roden, commandant van het CK. De dwarsstelling die zal ingenomen worden door de Groepering De Droog (Gpg De Droog) is verdeeld in twee ondersectoren. Majoor Souka, bataljonscommandant van het Iste Bataljon van het 4de Linieregiment (I/4li) zal het bevel voeren over de noordelijke ondersector en het eerste echelon van deze ondersector verdedigen met zijn bataljon, aangevuld door de Compagnie C47 op T13 van de 1Div (Cie C47/T13 1Div) en het Wielrijderseskadron van de 1Div (EskCy 1Div). Het tweede echelon van Ondersector Noord zal worden ingenomen door de Iste Groep van het 2de Regiment Gidsen (I/2G). De Ondersector Zuid zal bezet worden door eenheden die overkomen van de net binnengelopen Gpg Ninitte. Het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) krijgt het bevel over de zuidelijke ondersector en zal stelling nemen in eerste echelon van Kerniel over Gors-Opleeuw en Guigoven tot Wintershoven. De kruispunten van Kortessem en van Wellen zullen in tweede echelon verdedigd worden door de IIde Groep van 2G en de GpCy 14Div. De Gpg De Droog kan rekenen op de artilleriesteun van twee tijdelijk daartoe samengestelde artilleriegroeperingen van het 19de Regiment Artillerie (19A), korpsartillerie van het CK. De flankhoede krijgt de opdracht om de terugtrekkende eenheden van het I//LK op te vangen en weerstand te bieden op de dwarsstelling tot de rest van het CK is geïnstalleerd op de Demer/Gete-Stelling.

Door de snelle opmars van de Duitse voorhoede kan het II/1JP zijn geplande stelling tussen Wintershoven en Guigoven niet innemen (projectie op recente kaart).
De GpCy 14Div verlaat Wimmertingen en vertrekt naar Wellen waar ze om 09u30 stelling nemen. Op dat ogenblik zijn de linies van de 7Div nagenoeg over de ganse lijn doorbroken en begeeft de vijand zich op weg naar Tongeren om de stad in te nemen. In Wellen bevindt zich eveneens de IIde Groep van 1JP die er hergroepeert in een rustkantonnement na de gevechten aan de Zuid-Willemsvaart.
Het I/1JP stelt zich vanaf 11u30 op van Kerniel tot Guigoven ten zuiden van de Tongersesteenweg. Rond de middag komen de eerste elementen van 2G toe waarna de groep versterkt wordt met twee C47mm anti-tankkanonnen van het 2G. Om 13u30 vertrekt II/1JP, die pas om 11u30 op de hoogte gesteld werd van de nieuwe opdracht, vanuit Wellen naar zijn stellingen ten noorden van de Tongersesteenweg. Nauwelijks buiten Wellen wordt de colonne al vertraagd door grote groepen terugtrekkende militairen van de 7Div. Op ongeveer één kilometer voorbij Kortessem wordt de kop van de colonne beschoten door een Duitse pantserwagen. Hierna maken de Jagers rechtsomkeer richting Sint-Truiden en doorkruisen ze de stellingen van de GpCy 14Div. Het gros van II/2G neemt stelling te Kortessem vanaf 14u00 en de nog maar net opgestelde C47mm anti-tankkanonnen worden door de gidsen alweer meegenomen.

Vijandelijke pantservoertuigen infiltreren om 15u00 tussen het 1ste en 2de echelon van de Bretel van Kortessem. De GpCy 14Div die niet over anti-tankwapens beschikt wordt uit Wellen verjaagd (projectie op recente kaart).
De vijand maakt handig gebruik van de bres gelaten door II/1JP om tussen het eerste en het tweede echelon in te passeren en richting Wellen op te rukken. Om 15u00 maakt de GpCy 14Div contact met enkele Duitse tanks die vanuit Kortessem voorzichtig oprukken. De wielrijders zien in dat ze zonder antitankwapens niets kunnen beginnen en trekken zich een half uur later terug naar Alken. In Alken stuurt Generaal-Majoor De Droog hen echter onmiddellijk terug naar Wellen zodat de Lansiers om 18u30 weer op hun oude posities staan. De Duitse tanks zijn nergens meer te bespeuren en hebben Wellen al lang verlaten op weg naar Waals-Brabant [13]. De groep blijft zoals bevolen op post tot 22u30 en krijgt dan het bevel van Generaal De Droog om naar Bekkevoort terug te trekken.
2Esk/GpCy 14Div
Tijdens de schermutseling tussen het eskadron en enkele vijandelijke pantserwagens die om 15u00 te Wellen toekomen, sneuvelt Soldaat Antoon Van De Wiele.
Staf/GpCy 14Div
De groep komt bij het ochtendgloren aan te Bekkevoort om zich te herbevoorraden en uit te rusten. Twee T13 tankjagers van de Cie C47 op T13 van de 1Div komen aan als bijkomende steun. Om 21u30 beveelt de 2de Cavaleriedivisie (2CD) aan de groep om naar Loksbergen te rijden en er het Eskadron Pantserwagens van het 2de Regiment Lansiers (2L) op te zoeken. Zodra de nacht gevallen is, gaan de manschappen op pad.
Staf/GpCy 14Div
De wielrijders arriveren rond 01u30 in Loksbergen en zoeken kantonnementen op aan de noordrand van het dorp. De manschappen worden tussen 10u00 en 11u30 ontplooid langsheen de Velpe en komen onder het bevel van het 1JP te staan. Samen met het Eskadron wielrijders van de 1ste Infanteriedivisie (EskCy 1Div) worden de nieuwe posities tot 22u30 bewaakt. Vervolgens wordt door de nacht via Aarschot, Keerbergen en Mechelen naar Tisselt gereden. Onderweg wordt het 1ste Peloton door enkele Rijkswachters tegengehouden en een andere weg ingestuurd. Dit peloton kan slechts op 18 mei de rest van de groep terugvinden.
Staf/GpCy 14Div
De groep komt aan te Tisselt rond 06u30 en rust de rest van de dag uit, Bij valavond wordt doorgereden naar Relegem.
Staf/GpCy 14Div
Te Relegem worden nieuwe kantonnementen opgezocht. De manschappen worden echter doorgestuurd naar het even verderop gelegen Brussegem. Kapitein-commandant Urbain slaagt er niet in om contact op te nemen met de 14de Infanteriedivisie en besluit de nacht ter plekke door te brengen.
Staf/GpCy 14Div
De GpCy 14Div krijgt opdracht zijn divisie te vervoegen waarop ze Brussegem verlaten en via Asse, Ninove en Ronse naar Russeignies rijden waar de 14Div het laatst gesignaleerd werd.
Staf/GpCy 14Div
Tijdens de vroege ochtend komen de verkenners aan te Russeignies. Niemand kan hen vertellen waar de staf van de 14Div zich die dag bevindt. Niet verwonderlijk want de 14Div vertrok op 15 mei per trein naar de streek van Diksmuide.
Staf/GpCy 14Div
Via Kortrijk wordt de Leie overgestoken en naar Moorsele doorgefietst. Bij de doortocht van Kortrijk verneemt Cdt Urbain dat alle cavaleriedetachementen die van kun eenheid afgezonderd zijn naar Frankrijk moeten uitwijken en via Saint-Omer naar Rouen gezonden worden. Het 1ste Peloton dat op 13 mei alle contact met de groep verloor slaagt er in om de groep terug te vinden en vervoegt opnieuw zijn eenheid. Kapitein-commandant Doetsch raakt echter afgezonderd van de groep en zal niet meer terugkeren.
Staf/GpCy 14Div
Kapitein-commandant Urbain voert zijn manschappen via Ieper naar Poperinge. Bij aankomst rond 19u00 worden kantonnementen opgezocht.
Staf/GpCy 14Div in Frankrijk
De wielrijders trekken Frankrijk binnen en bereiken Saint-Omer. Hier heeft Generaal-majoor Ninitte een tijdelijk hoofdkwartier ingericht om alle Belgische cavalerie-eenheden op te vangen en door te sturen naar Rouen. De groep heeft zich nu in drie colonnes gesplitst: Kapitein-commandant Urbain groepeert alle motorvoertuigen in een eerste colonne. Een tweede colonne omvat het 2de Eskadron. De laatste colonne groepeert alle overgebleven wielrijders. Om 16u30 bereikt de groep Hesdin. Hier worden ze onmiddellijk doorgestuurd naar het zuiden met de opdracht de Somme onverwijld over te steken. Wanneer ze Abbeville bereiken staat de stad in brand en worden de colonnes van de GpCy 14Div doorgestuurd naar Saint-Valery-sur-Somme. Enkel de colonne wielrijders onder bevel van Lt Gevers slaagt er nog in om tijdens de nacht van 20 op 21 mei de brug over de Somme in Saint-Valery te passeren. Lt Gevers ontmoet in Saint-Valery de Majoor de Posch die samen met een groep gewonde militairen uit het hospitaal van Bercq-Plage naar het zuiden geëvacueerd werd.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.
Staf/GpCy 14Div in Frankrijk
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden, waaronder meerdere detachementen van de GpCy 14Div, ingesloten door de Duitsers. Terwijl de colonne per fiets aan de Duitse omsingeling kan ontsnappen, wordt de colonne van het 2de Eskadron onder bevel van Cdt de Crombrugghe de Schipsdaele en de gemotoriseerde colonne onder bevel van Cdt Urbain te Noyelle-sur-mer tussen Abbeville en Saint-Valery gevangen genomen.
OLt Moretus de Bouchoute, OLt De Poortere en Adjt KROLt Herkens van het 1ste Eskadron weigeren om zich over te geven en ontsnappen naar het noorden in een poging om Engeland te bereiken. In Boulogne wordt hun de toegang tot een Brits marineschip geweigerd waarop ze verder trekken naar Calais. Hier geraken ze aan boord van een cargoschip met bestemming Engeland. Onderweg wordt het schip afgeleid naar Brest van waaruit de drie officieren verder trekken naar het zuiden van Frankrijk en uiteindelijk in het Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen (VOC/LT) gelegerd te Lunel nabij Montpellier terecht komen.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Om 02u00 bereikt het detachement Ault aan de Franse kust op zo’n 18 kilometer ten zuiden van de Somme. Van hieruit worden ze verder doorgestuurd naar Dieppe waar ze de nacht doorbrengen. De volgende ochtend worden ze doorgestuurd naar Rouen

Hergroeperingszones Conches en L’Aigle van de 7Div ten zuiden van de Seine.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Lt Gevers en de aan de omsingeling ontsnapte wielrijders bereiken Rouen. Vanuit Rouen, het verzamelpunt in Frankrijk voor alle aan de Duitse omsingeling ontsnapte Belgische eenheden, wordt het detachement doorgestuurd naar Conches-en-Ouche, de hergroeperingszone van de eerder naar Frankrijk gestuurde 7de Infanteriedivisie (7Div).
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Het detachement bereikt Conches en meldt zich aan bij de staf van de 7Div die zich in het gemeentehuis van Conches heeft geïnstalleerd. Op vraag van de Franse militaire overheid, bewust van de geringe draagkracht van de streek, worden de in Conches toestromende eenheden verspreid over 59 kantonnementen. De GpCy 14Div krijgt Nogent-le-Sec als kantonnementsplaats toegewezen.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
De wielrijders komen aan te Nogent-le-Sec ten zuidoosten van Conches en worden er ingekwartierd. Meer en meer geïsoleerden stromen toe te Conches, het aantal Belgen in de streek van Conches – L’Aigle groeit tot 20.000. Het Transportkorps van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen en te verdelen over de verschillende kantonnementen.

Het naar het zuiden van Frankrijk gestuurde detachement van de GpCy 14Div vervoegt het VOC/LT in de streek van Lunel.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Kolonel Duez, commandant a.i. van de 7Div beseft dat ze nog niet buiten schot zijn en dat het maar een kwestie van tijd is vooraleer de Duitsers hun opmars naar het zuiden zullen verder zetten. Hij vraagt om richtlijnen wat er moet gebeuren met de 7Div en met alle andere geïsoleerden die zich in Frankrijk bij de 7Div gevoegd hebben. Voorlopig blijven de Lansiers van de GpCy 14Div kantonneren in Nogent-le-Sec.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Er wordt verder uitgerust in het kantonnement te Nogent-le-Sec.
Detachement wielrijders/GpCy 14Div in Frankrijk
Op 27 mei wordt het detachement op een trein gezet die ze naar Montpellier zal brengen. Eens aangekomen te Montpellier wordt het detachement toegevoegd aan het VOC/LT dat zich in Lunel bevindt. Slechts 10 van de 21 officieren en 150 van de 600 manschappen die de groep telde op 10 mei bereiken uiteindelijk Lunel.
Krijgevangenen/GpCy 14Div
De wielrijders van de GpCy 14Div die niet aan de Duitse omsingeling zijn kunnen ontsnappen worden na hun gevangenname per fiets teruggestuurd naar België. Ze passeren Saint-Omer en het Franse dorp Lederzeele.

Een detachement van de GpCy14 Div te Lederzeele, kort na hun gevangenname door de Duitsers (foto Philip Vermeiren).
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3/Gp Cy | CALLAERTS | Pieter, J. | WM | Mil | 34 | 03.05.1914 | Antwerpen | 10.05.1940 | Molenbeersel | ||
Gp Cy | DE CLEEN | Jozef, R. | Sdt | Mil | 34 | 27.05.1914 | Bazel | 10.05.1940 | Molenbeersel | ||
Gp Cy | DE NIL | Florent | Brig | Mil | 33 | 05.09.1913 | Temse | 17.05.1940 | Kortrijk | ||
ARCA/TptK | DEDECKER | Fernand | Sdt | Mil | 29 | 27.09.1909 | Brussel | 18.05.1940 | Gent | ARCA/CT/14 DI | |
Gp Cy | GEERAERTS | Leopold, V.H. | ![]() | WM | Mil | 35 | 24.04.1913 | Antwerpen | 10.05.1940 | Molenbeersel | |
1/Gp Cy | GILIS | Frans, C. | Sdt | Mil | 34 | 12.10.1913 | Geel | 23.05.1940 | Audinghen (F) | ||
Gp Cy | MEESSEN | Léon, Ch.D. | Brig | Mil | 32 | 19.09.1912 | Verviers | 10.05.1940 | Maaseik | ||
1/Gp Cy | ROGIERS | Lodewijk | Sdt | Mil | 35 | 10.11.1912 | Kieldrecht | 10.05.1940 | Maaseik | ||
Gp Cy | SALDIEN | Jozef, J. | Sdt | Mil | 33 | 18.01.1913 | Antwerpen | 06.06.1940 | Gravelines (F) | ||
2/Gp Cy | VAN DE WIELE | Antoon, P.D. | Sdt | Mil | 33 | 19.12.1913 | Rupelmonde | 11.05.1940 | Wellen | Gedood door tank | |
Gp Cy | VAN DER LINDEN | Corneel, F. | Sdt | Mil | 34 | 08.07.1914 | Kapellen | 10.05.1940 | Sint-Truiden |
-
- De Maasbrug te Maaseik ligt pal op de grens met Nederland die in het midden van de Maas loopt. De brug bestaat uit drie brugsegmenten die steunen op twee pijlers gebouwd in de rivier. Het oostelijk bruggenhoofd bevindt zich op Nederlands grondgebied en werd bewaakt door het Nederlands leger, het westelijk bruggenhoofd bevindt zich op Belgisch grondgebied en werd bewaakt door een detachement van de GpCy 14Div die tijdelijke de opdracht van het Bataljon Grenswielrijders Limburg hadden overgenomen. Zowel de Nederlandse als de Belgische genie had hun gedeelte van de brug ondermijnd, alleen op het middenstuk waren geen springstoffen aangebracht. In het midden van de brug bevonden zich Cointet-elementen waarmee de brug kon worden afgesloten. Vlak naast de brug had het Belgische leger een betonnen bunker gebouwd waar zich het aansteekdispositief van de springstoffen bevond.
- De GpCy 14Div opereert tussen de Maas en de Vooruitgeschoven Stelling. De Vooruitgeschoven Stelling ligt achter het Kanaal Bocholt – Herentals en de Zuid-Willemsvaart. Beide kanalen zijn twee van de zeven Kempische kanalen (ook wel Maas-Schelde kanalen genoemd) die de Maas met de Schelde verbinden. Te Bocholt komen beide kanalen samen. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/zuid_willemsvaart/zuid_willemsvaart [Laatst geraadpleegd 7 februari 2021].
- De Groepering Ninitte, een ad hoc samengestelde formatie bestaande uit elementen van het Cavaleriekorps (CK), werd ontplooid op de Vooruitgeschoven Stelling achter de Zuid-Willemsvaart en het Kanaal Bocholt-Herentals tussen Maasmechelen en De Maat nabij Mol. De formatie moest een dekkingsopdracht uitvoeren ten noorden van de stellingen die het Cavaleriekorps had ingenomen achter het Albertkanaal. De Groepering Ninitte werd genoemd naar zijn bevelhebber Generaal-majoor Ninitte, commandant van de cavalerie van de 2de Cavalerie Divisie. Andere eenheden van de Groepering Ninitte voor de dekkingsopdracht in de kempen zijn: 1JP, 2G, EskCy 1Div, 1Cy, Det Kaulille en Det Maaseik van het Bn CyF Lim, I/19A en III/19A.
- Meer informatie over Bunker 3 is beschikbaar op de website Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Bunker tegen doorbraak 3 Alarmstelling [On Line beschikbaar]: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301322 [Laatst geraadpleegd op .
- Achtergrond bij de bunker 4 in het centrum van Kinrooi. Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, uitgave Nr 3 van de 11de jaargang, 15 september 1992, p89. [On line beschikbaar]: https://www.heemkringkinrooi.be/tijdschriften/ [Laatst geraadpleegd 16 augustus 2022].
- Locatie Bunker 7 in Molenbeersel. Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Bunker 7 [On line beschikbaar], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88675 [Laatst geraadpleegd op .
- Getuigenis Gisele de Posch met betrekking tot het incident aan de Maasbrug te Maaseik waarbij haar vader Majoor de Posch gewond raakte. [On Line beschikbaar]: https://www.bbc.co.uk/history/ww2peopleswar/stories/85/a3942885.shtml [Laatst geraadpleegd op 7 februari 2021].
- Uitgebreid verslag opgesteld in het Frans in 1959 door toenmalig Kapitein SBH Impens, stafofficier van het CK. Het verslag werd opgesteld aan de hand van in krijgsgevangenschap verzamelde getuigenissen van officieren behorende tot de Staf/CK. Het verslag bevindt zich in het dossier van het CK bij Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Relaas over het incident bij de brug over het Julianakanaal in Roosteren. [On Line beschikbaar]: https://sites.google.com/site/oorloginlimburg/home/invasie01/invasie02/roosteren [Laatst geraadpleegd 7 februari 2021].
- De Wilde Maurice, 1985, uitgeverij Peckmans, Kapellen. “België in de Tweede Wereldoorlog, Deel V: De collaboratie p.37. [On line beschikbaar]: http://www.dbnl.org/tekst/wild022belg02_01/wild022belg02_01_0003.php [Laatst geraadpleegd op 7 februari 2021]. De modus operandus van de Duitsers bij de Maasbrug van Maaseik doet vermoeden dat dit het werk is van het Baulehr Bataljon zur besonderen Verwendung 800 (oftewel zbV 800 “Brandenburg”). Naar Duitsland gedeserteerde Nederlandse en Belgische militairen met nazi-sympathieën werden praktisch allen ingedeeld in het Brandenburger Bataljon en kregen te Spandau samen met vrijwilligers uit Sudetenland en Opper-Silezië een speciale genie-opleiding met de allermodernste wapens. Daar werd hun kennis van de Belgische en Nederlandse verdedigingsstellingen door het Duitse leger ten nutte gemaakt. Een gelijkaardige tactiek werd toegepast bij de overigens mislukte aanval op de Maasbruggen te Maastricht, op de rijkswachtkazerne van Sankt-Vith en op de alarmposten aan de spoorwegviaducten van Butgenbach en Weywertz, beiden bemand door elementen van het 4de Regiment Karabiniers-Wielrijders (4Cy). Bij de drie laatstgenoemde raids droegen de Duitsers burgerkledij boven hun uniform.
- Onder de Duitsers die omkwamen tijdens de ontploffing van de brug waren er verkenners van de Aufklärungs-Abteilung 31, een verkenningseenheid behorende tot de 31 (DEU) Infanterie-Division, die het commando van het Brandenburger Baulehr Bataljon volgden. Er bevonden zich toch al een aantal Duitse militairen op de het Nederlands gedeelte van de brug toen het Belgische gedeelte de lucht in ging. Enkele tientallen zijn de brug nog kunnen oversteken toen het ontplofte brugsegment langzaam in de Maas zakte.
- Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, uitgave Nr 1 van januari 1983, p58, artikel “Nogmaals het moordkruis op de Hagendoren te Kinrooi” [On Line beschikbaar]: https://www.heemkringkinrooi.be/tijdschriften/ [Laatst geraadpleegd 16 augustus 2022]. Er is nog sprake van een vierde militair die bij het incident gewond raakte en overleed aan zijn verwondingen. Het zou kunnen gaan om Sdt Van Der Linden vermoedelijk overgebracht naar het veldhospitaal van het Cavaleriekorps te Sint-Truiden. De overlijdens van de gesneuvelde militairen zijn geacteerd in het bevolkingsregister van de voormalige gemeente Molenbeersel.
- De Duitsers maken geen aanstalten om de Belgische eenheden die zich nog in het noorden achter het Albertkanaal bevinden op te rollen omdat ze naar het zuidwesten willen oprukken teneinde zo snel mogelijk contact te maken met het 1 (FRA) Leger. Eens Wellen gepasseerd blijven er geen vijandelijke troepen meer achter in de dorpskern.
- Duitse militaire begraafplaats Lommel. De Duitse gesneuvelden die omkwamen bij de ontploffing van de brug waren de Gefreiter Keller, Brandt, Hirsch en Köhnecke. Zij werden alle vier te Lommel begraven op het Duitse militaire kerkhof. Er vielen ook nog twee zwaar gewonden die later aan hun verwondingen overleden. [On Line beschikbaar]: http://www.maaslinie-mei1940.nl/index.php?page=hirsch-f [Laatst geraadpleegd 7 februari 2021].
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne, p.54 (relaas van OLt de Vinck) en p.158 (relaas van Lt Gevers).
- Stassin, G., jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.