Reglementaire benaming | 3de Regiment Jagers te Voet | 3J 3ème Régiment de Chasseurs à Pied | 3Ch |
|
Type | Infanterieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | 10de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel Avertin Sthouse | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Jean Barbaix | |
Standplaats | K.W. Stelling Sector Leuven Commandopost te Buken |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor L. Lefebvre) | 1ste Compagnie Fuseliers (Lt M. Claus) 2de Compagnie Fuseliers (Cdt P. Leduc) 3de Compagnie Fuseliers (OLt P. Bouquelle) 4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Louis Sevrin) |
II Bataljon (Kapitein-Commandant Pierre Verreth) | 5de Compagnie Fuseliers (Lt P. Wielemans) 6de Compagnie Fuseliers (Lt P. Arnould) 7de Compagnie Fuseliers (Cdt Georges Delplace) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt H. Verhaegen) |
|
III Bataljon (Majoor Joseph Collin) | 9de Compagnie Fuseliers (Kapt SBH Pierre Pauly) 10de Compagnie Fuseliers (Lt Eugène Moraine) 11de Compagnie Fuseliers (OLt C. Pierard) 12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Alfred Pollet) |
|
IV Bataljon (Majoor Jean Daulie) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt H. Carbonelle) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Edmond Delvigne) 15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt F. Dufour) |
|
Stafcompagnie (Kapitein-commandant M. Laurent) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein R. Fievez) Peloton Verkenners (Luitenant Eugène Dujardin) |
Staf/3J
In volle vredestijd stond het 3de Regiment Jagers te Voet (3J), een actief infanterieregiment dat in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik gestationeerd was, onder bevel van de 5de Infanteriedivisie (5Div). Deze actieve divisie had eveneens het commando over het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) dat gestationeerd was in de Kazerne Majoor Sabbe te Bergen en het 2de Regiment Jagers te Voet (2J) dat zich in de Kazerne Korporaal Trésignie te Charleroi bevond. Op 25 augustus 1939 wordt Fase A van het mobilisatieplan afgekondigd waarbij de militieklassen ‘36, ’37 en ‘38 opgeroepen werden om de klas ’39 te versterken. Gezien het 3J een op vredesvoet bestaande eenheid is, wordt het regiment tijdens deze fase van de mobilisatie samen met de rest van de 5Div op oorlogsvoet gebracht. Op 1 september staat het 3J in voor de paraatstelling van het 6de Regiment Jagers te Voet (6J), een infanterieregiment van Eerste Reserve. Van zodra het 4de Regiment Jagers te Voet (4J), een ontdubbelingsregiment van 1J, onder de wapens wordt geroepen, lost dit regiment het 3J af bij de 5Div, waarna het 3J overgaat naar de 10de Infanteriedivisie (10Div), een divisie van Eerste Reserve.

Gedeeltelijke opstellingsschets van de 10Div te Leuven op 10 mei met aanduiding van de ondersectoren van 5J en 6J. 3J staat meer naar het noorden opgesteld (bron: CHD).
Na te zijn vervolledigd stelt de 10Div zich onder het bevel van het Iste Legerkorps (I/LK) en vertrekt naar het westelijke uiteinde van de stelling Halle-Ninove. Op 11 november 1939 komt de 10Div onder direct bevel van de Generale Staf van het Leger (EMGA) te staan als algemene reserve van het leger. 3J wordt samen met de 10Div een eerste keer naar de Sector Leuven van de K.W. Stelling gestuurd. De K.W. Stelling (oftewel Weerstandsstelling) bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers en waar mogelijk werden kanalen en spoorwegbermen geïntegreerd in de stelling. Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers, in open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd. Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd.
Op 27 november wordt 3J en de rest van de 10Div naar de Sector Westerlo van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal gestuurd. 3J brengt de winter door achter het Albertkanaal. Op 12 april keert de divisie terug naar de Sector Leuven van de K.W. Stelling. Aan de vooravond van de oorlog bewaakt de 10Div nog steeds als enige Belgische divisie permanent een gedeelte van de K.W. Stelling. De drie infanterieregimenten van de 10Div; het 3de Regiment Jagers te Voet (3J), het 6de Regiment Jagers te Voet (6J) en het 5de Regiment Jagers te Voet (5J) staan opgesteld op een enkele lijn van noord naar zuid tussen Tildonk (inclusief) en Leuven (inclusief). De rest van de K.W. Stelling is op 9 mei niet bemand door gevechtseenheden.

Militairen van de 5de Compagnie van het 3J in 1938 in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik.
Staf/3J
Na ontvangst van het alarm even na middernacht worden de stellingen onmiddellijk bemand. De bunkers en steunpunten worden ingenomen en de manschappen blijven de ganse dag op post. Het 3J bezet de noordflank van de divisiesector en is ontplooid langsheen het Kanaal Leuven-Dijle vanaf de sluis van Tildonk in het noorden tot aan de zuidelijke rand van Wijgmaal. Het IIde Bataljon van 3J ligt in eerste echelon op de noordelijke flank van de ondersector. Het IIIde Bataljon bezet de zuidelijke flank van het eerste echelon. Het Iste Bataljon bemant het tweede echelon.
III/3J
Op het middaguur worden de Remy fabrieken te Wijgmaal een eerste keer aangevallen door de Luftwaffe. De toren van de fabriek wordt geviseerd als vermoedelijke waarnemingspost van de Belgische artillerie. Tussen 19u00 en 19u30 wordt de streek tussen Herent en Leuven gebombardeerd waarbij de brug over het Kanaal Leuven – Dijle te Keierveld tussen Wijgmaal en Herent beschadigd wordt. Hierdoor kunnen een aantal binnenvaartschepen die zich op het kanaal bevinden en die het zicht en de schootsectoren belemmeren niet meer geëvacueerd worden.
Pl Vknr/3J
Het Peloton Verkenners (Pl Vknr/3J) van Luitenant Dujardin is afgedeeld bij de divisiestaf te Kortenberg en vormt er samen met het Wielrijderseskadron van de 10Div, de Compagnie C47 op T13 tankjagers van de 10Div en de Pelotons Verkenners van 5J en 6J een mobiele reserve om mogelijke landingen door Duitse parachutisten te neutraliseren.

De imposante toren van de Remy fabriek te Wijgmaal vormde het doelwit van Duitse vliegtuigbommen.
Staf/3J
Lang blijft het regiment niet op deze stelling want tijdens de nacht van 10 op 11 mei worden ze afgelost door het 4de Regiment Jagers te Voet van de 5Div die uit de omgeving van Brussel toegekomen is. De 5de Infanteriedivisie die zich ten noorden van Leuven installeert neemt onder meer de ondersector van het 3J over waardoor het front van de 10Div ingekort wordt.
Het 3J wordt nu naar het zuiden verplaatst en opgesteld in tweede echelon achter het 5J en 6J. De Jagers blijven op hun stellingen rond Leuven. Gedurende de ganse dag trekken vluchtende burgers voorbij, op weg naar het veilige westen. Ook de eerste Belgische troepen die terugkeren van het Albertkanaal komen aan te Leuven.
De aflossing door de 5Div wordt om 19u00 voltooid. Het 3J staat nu opgesteld tussen het gehucht Doren in het noorden, de noordoostrand van Herent in het centrum en kilometerpaal 20,2 op de Brusselsesteenweg in het zuiden. Het Iste Bataljon bezet het noordelijke kwartier en het IIIde Bataljon het zuidelijke kwartier. De commandopost van Kolonel Sthouse wordt te Veltem ondergebracht.
II/3J
Om 16u00 krijgt de 10Div het bevel om een infanteriebataljon naar het vliegveld van Evere te sturen om er de beveiliging van het vliegveld te verzekeren. De legerleiding vreest immers nog steeds een luchtlanding op onze hoofdstad en vermoed dat het vliegveld van Evere het objectief zou kunnen worden van een luchtlandingsaanval. De divisiecommandant duidt het 3J aan om het bataljon te leveren nadat de aflossing door het 4J voltooid is. Kolonel Sthouse duidt op zijn beurt het IIde Bataljon aan voor de opdracht. Het bataljon vertrekt om 18u45 en stelt zich bij aankomst onder het bevel van de 1ste Militaire Circonscriptie.
Pl Vknr/3J
Het Peloton Verkenners is nog steeds op anti-parachutistenopdracht in het achtergebied.

Opstelling van 10Div op 11 mei 1940 na aflossing van 3J door de 5Div (bron: CDH).
Staf/3J
De 10Div bemant bij het aanbreken van de dag op 12 mei nog steeds de Sector Leuven aan de K.W.-Stelling. Het 3J werkt verder aan de installatie van zijn troepen op hun nieuwe posities.
De British Expeditionary Force bevond zich vanaf september 1939 in Frankrijk klaar om bij de start van de Duitse aanval de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven (exclusief) verder zuidwaarts tot Waver. Het Britse leger is op 12 mei bij het aanbreken van de dag volledig ontplooid op de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven zoals overeengekomen, maar de Sector Leuven blijft een twistpunt. De 12 mei in de namiddag komt dan toch de 3rd (UK) Infantry Division, bevolen door Generaal-majoor Montgommery, toe in de divisiesector van de 10Div.
Bij de 3rd (UK) Infantry Division worden de 7th Guards Brigade en 9th Infantry Brigade op het eerste echelon van de Sector Leuven ontplooid in de ondersectoren van het 5J en het 6J. De 8th Infantry Brigade bezet het tweede echelon in de sondersector van 3J. Aanvankelijk is er bitter weinig overleg tussen de beide divisies over de consequenties van de superpositie van de beide formaties. Op het terrein starten de Britten met de installatie van hun eigen eenheden, zonder zich al te veel te bekommeren over de verbinding en communicatie met de Belgen.De onduidelijkheid over de limiet tussen het Belgische en het Britse leger leidt uiteindelijk tot het feit dat twee divisies, één Belgische en één Britse zich klaar maken om de Sector Leuven te verdedigen.
II/3J
Het IIde Bataljon bereikt Evere omstreeks 02u30 en wordt verspreid over het militaire vliegveld. Het bataljon ontvangt de steun van maar liefst acht C47 anti-tankkanonnen, geleverd door de divisie, en zeven batterijen veldgeschut geleverd door het 31ste Regiment Artillerie (31A) een regiment van het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC Aie). Bij aankomst ontdekken enkele manschappen al snel de drankvoorraad in de verlaten mess officieren. De dronkaards worden stevig aangepakt en de mess wordt afgesloten. Het bataljon zal tot de avond van 15 mei te Evere blijven.
Staf/3J
In de Belgisch-Britse kwestie over de verdediging van de Sector Leuven is de kogel door de kerk: de Britten zullen Leuven verdedigen en de ganse stad evenals de zone ten zuiden van de Brusselsesteenweg wordt toegewezen aan de British Expeditionary Force. Tijdens de avond van 13 mei ontvangt ook het 3J het bevel Leuven te verlaten en de sector over te dragen aan de Britten. De aftocht verloopt vlot en de Jagers verlaten het kanaal. De Belgen blijven wel opgesteld tot aan de Remi-fabrieken te Wijgmaal, waar de Britten aansluiten richting Leuven. De 10de divisie moet zich op de omgeving van Peutie richten en zal in reserve gaan bij het VIde legerkorps. Het 3J krijgt de opdracht om naar Hofstade en Weerde te marcheren en hier een nieuw kantonnement op te zoeken.
Pl Vknr/3J
Tijdens de ochtend worden het eskadron wielrijders en de compagnie T13 van de divisietroepen vooruit gestuurd aar de Demer/Gete-stelling om er versterking te leveren aan het cavaleriekorps. Het peloton verkenners blijft alleen achter om de bewaking van het achtergebied van het regiment te verzekeren.
II/3J
Het IIde Bataljon bewaakt nog steeds het vliegveld van Evere.
Staf/3J
Het 3J marcheert door de nacht naar Zaventem en buigt hier af naar het noorden. De tocht verloopt relatief snel en de troepen bereiken hun nieuwe kantonnement te Weerde en Hofstade nog voor het goed dag wordt. Het 3J maakt nu deel uit van de reserve en rust die dag uit.
Het hoofdkwartier van de 10de infanteriedivisie blijft op post te Kortenberg zolang het 6J zich nog te Leuven bevindt. De divisiestaf verkent een mogelijke dwarsstelling tussen het Silsombos, Winksele-Delle en de ondersector van het 4J aan de Leuvense vaart. Deze positie zou ingenomen moeten worden door het 3J en 5J bij een eventuele aftocht van de Britten, maar er komt geen bevel tot een stellingname.
II/3J
Het IIde Bataljon bewaakt nog steeds het vliegveld van Evere.
Staf/3J
De 10de infanteriedivisie vormt de reserve van het VIde legerkorps. Terwijl het 5J alsnog gedeeltelijk ontplooid wordt op de bovenvermelde dwarsstelling, en het 6J op weg is van de Sector Leuven naar het kantonnementsgebied van de divisie, blijft het 3J in zijn nieuw kantonnement te Weerde en Hofstade. Het VIde Legerkorps krijgt de opdracht om de divisie over te brengen naar de linkeroever van het Kanaal van Willebroek. Het 3J dient zich naar Elewijt te begeven, met uitzondering van een peloton C47 anti-tankkanonnen dat teruggestuurd wordt naar het Kanaal Leuven-Mechelen om de beveiliging van de sluis van Boortmeerbeek te versterken.
II/3J
Het IIde Bataljon wordt om 19u00 door de 1ste Militaire Circonscriptie van zijn bewakingsopdracht nabij het vliegveld van Evere ontlast, en op bevel van het Groot Hoofdkwartier toegewezen aan het IIIde Legerkorps.
Dit legerkorps heeft na de terugtocht uit de Versterkte Positie Luik zijn hoofdkwartier opgesteld te Vilvoorde en is belast met de verdediging in de diepte van de K.W. Stelling langsheen de Rupel en het Kanaal van Willebroek. Luitenant-generaal de Krahe, bevelhebber van dit korps, heeft hiervoor de beschikking gekregen over de 1ste Infanteriedivisie en de Brigade Grenswielrijders aangevuld met het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden, detachementen van de beide Lichte Regimenten en het 4de Regiment Karabiniers-Wielrijders.
Het Groot Hoofdkwartier voegt aan deze formatie zowel het IIde Bataljon van het 3de Regiment Jagers te Voet toe, als ook de 9de Compagnie van het 4de Regiment Jagers te Voet. Het II/3J zal ingezet worden om te Vilvoorde een bruggenhoofd te bezetten op het Kanaal van Willebroek. De 9/III/4J krijgt dezelfde opdracht voor de kanaalbrug te Verbrande Brug.

Manschappen van de Schoolcompagnie van het 3J eind jaren ’30.
Staf/3J
In samenspraak met het geallieerde opperbevel besluit het Belgisch leger om tijdens de nacht van 16 op 17 mei de K.W. Stelling te verlaten. Het veldleger zal zich, conform het plan dat tijdens de nacht werd uitgewerkt, in drie nachtelijke etappes terugtrekken tot op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Ten zuiden van Oudenaarde zal het Britse leger nieuwe posities bemannen. De nieuwe bestemming van de 10de Infanteriedivisie wordt de Bovenschelde waar de troepen de sector aan de zuidrand van de Belgische legerzone moeten innemen. De motorvoertuigen en de paardenwagens zullen de tocht afzonderlijk ondernemen, terwijl het voetvolk van de infanterieregimenten met vrachtwagens en autobussen van de Legerautogroepering zal vervoerd worden. De instappunten voor dit transport zullen op de autosnelweg van Brussel naar Antwerpen komen te liggen. Het 3J krijgt het bevel om aan het eind van de dag het dorp Elewijt te verlaten en via Weerde naar ‘t Sas in Vilvoorde te marcheren waar ze om 21u00 het Kanaal van Willebroek oversteken. Het regiment moet zich dan naar Nieuwenrode en Londerzeel begeven, waar rendez-vous moet gemaakt worden met de Legerautogroepering.
II/3J
Het IIde Bataljon komt de 16 mei om 01u00 toe te Vilvoorde en neemt stelling in op de oostelijke kanaaloever waarbij de compagnies worden uitgezet om de aanlooproute naar het belangrijke overgangspunt te beveiligen. De rest van de dag blijven ze op stelling in en om Vilvoorde. Op de zuidflank van de nieuwe positie start de Britse legerzone maakt het bataljon de aansluiting met troepen van de British Expeditionary Force. De Belgische soldaten zijn erg onder de indruk van de uitrusting van de bevriende troepen. In de loop van de dag breekt ook even paniek uit wanneer een nabijgelegen gashouder geraakt wordt door een vliegtuigbom. Dit incident is echter snel weer onder controle.
Staf/3J
Het transport naar de Bovenschelde loopt vertraging op. Enerzijds komt door diverse luchtaanvallen de colonne van de Legerautogroepering niet op het afgesproken uur aan op de instappunten. Anderzijds is de drukte op de wegen naar de bruggen te Vilvoorde, Verbrande Brug en ‘t Sas zo groot dat alle detachementen van de 10de Infanteriedivisie eveneens vertraging oplopen. Zo kan het 3J pas om 06u30 Londerzeel binnen marcheren. De bataljons worden opgepikt en rijden bij klaarlichte dag via Opwijk, Aalst, Melle, Deinze naar Eine en Heurne. De troepen kunnen hier vanaf 16u00 uitstijgen.
II/3J
Het bataljon wordt om 04u00 afgelost door het 2de Regiment Grenswielrijders (2GrWi) in het bruggenhoofd te Vilvoorde. De compagnies begeven zich naar kilometerpaal 2 op de baan van Vilvoorde naar Merchtem en worden hier opnieuw ontplooid om de instappunten van de 10de Infanteriedivisie op de autosnelweg van Brussel naar Antwerpen af te schermen tot dat de laatste eenheden vertrokken zijn. Commandant SBH Buisseret van de divisiestaf laat om 11u00 weten dat het bataljon zijn regiment kan vervoegen. Het slechte nieuws is echter dat er geen voertuigen van de Legerautogroepering meer beschikbaar zijn. Het bataljon moet dan maar te voet richting Bovenschelde. Luitenant Verhaeghe van de 8ste Compagnie verzamelt het wagenpark en vormt een afzonderlijke colonne die zo snel mogelijk naar Eine vertrekt. De manschappen te voet worden op weg gezet naar de linkeroever van de Dender. Deze colonne bereikt Erpe tijdens de vooravond. Hier kunnen de manschappen als nog opgepikt worden door de voertuigen van het regiment die af-en-aan zullen rijden tussen Eine en het bataljon. De laatste detachementen van het bataljon zullen het regiment opnieuw vervoegen tijdens de nacht van 17 op 18 mei.
Staf/3J
Het 3J gaat met de rest van zijn divisie in stelling aan het zuidelijke eind van de Belgische legerzone. De divisie wordt opgesteld tussen Asper en de noordrand van Oudenaarde, met het 3J op de linkerflank, het 5J op rechts en het 6J op het tweede echelon. Ten noorden is de 9de Infanteriedivisie post komen vatten, terwijl in het zuiden de Britse 44th Infantry Division komt aansluiten. De divisiestaf merkt terecht op dat de bocht in de Schelde ter hoogte van Zingem een zwak punt in de Belgische linie vormt. Het 3J krijgt de opdracht om een peloton fuseliers en een C47 anti-tankkanon op de oostelijke oever van de brug van Zingem te plaatsen tot wanneer het kunstwerk zal vernield worden. Het terrein van de rivierbocht dient verdedigd te worden door tien vooruitgeschoven steunpunten die met Maxim mitrailleurs en FM30 lichte-machinegeweren dienen versterkt te worden.
De hoofdweerstandslinie zal de rivierbocht afsnijden. Hier worden van noord naar zuid het Iste en het IIIde bataljon opgesteld. De stelling wordt in de diepte gedekt door het IIde bataljon dat het tweede echelon zal vormen. De commandopost van het regiment wordt opgesteld in een woonhuis aan de Lange Aststraat tussen Huise en Beke. Het 3J zal directe vuursteun ontvangen van de III/10A en twee groepen van het 5A die onder Majoor De Schaepdrijver van III/10A zullen opereren.
II/3J
Het IIde Bataljon steekt de Schelde over te Oudenaarde en is tegen het middaguur weer zo goed als compleet in het dorp Mullem. Er ontbreken 144 militairen op het appel. De meesten hiervan zullen in de loop van de dag nog aankomen. Om het bataljon enigszins te laten recupereren van zijn opdracht, wordt het ontplooid op het tweede echelon van de nieuwe ondersector van het 3J. Dit echelon volgt de berm van spoorlijn 86 De Pinte – Ronse. Recupereren wordt echter een relatief begrip want er wordt vrijwel onmiddellijk gestart met het uitvoeren van de nodige veldwerken.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.
Staf/3J
Het nieuwe Belgische front over het Kanaal van Terneuzen, het Bruggenhoofd van Gent en de Bovenschelde tot Oudenaarde is nu min of meer compleet. Ook de Britten zijn nu aangekomen en klaar voor de actie. De 10de infanteriedivisie wordt aangehecht bij het VIIde legerkorps. Het regiment krijgt na de middag van de divisiestaf te horen dat de Duitse aanval voor de ochtend van 20 mei mag verwacht worden. De voorpost van Zingem wordt hierop teruggetrokken binnen de linies.
Staf/3J
Omstreeks 09u00 ontdekt een Belgische patrouille de eerste Duitse eenheden op de andere oever van de Schelde. Het is de voorhoede van de 30. Infanterie-Division die tegen de avond wil aanvallen. De vijand wil met ten noorden van Oudenaarde met het 6. Infanterieregiment de rivier oversteken en ten zuiden van de stad met het 46. Infanterieregiment. om alzo twee bruggenhoofden te vormen voor het vervolg van de opmars.
Rond 17u00 breekt een hevig bombardement los op de posities van het I/3J en het III/3J, waarbij grote verliezen geleden worden. Het peloton van Onderluitenant Burton aan de brug van Zingem wordt uitgeschakeld. Dan volgt een aanval van 2 bataljons van het Duitse 6. Infanterie-Regiment onder de dekking van een rookgordijn. Het III/3J gaat in de tegenaanval waarbij hun bevelhebber Majoor Collin omkomt.
Tegen 21u45 zijn de verliezen bij de 2de compagnie van Commandant Leduc zo groot dat zijn eenheid het lijkt te begeven. De Belgische artillerie opent een geconcentreerd vuur binnen de veiligheidsperimeter van de eigen troepen. Majoor Lefebvre van het Iste bataljon stuurt een peloton van de 1ste naar de 2de compagnie en slaagt er in de Duitse opmars te stuiten. Omdat het nu reeds donker is, dringen de Duitsers niet verder aan. De Jagers kunnen het contact verbreken en trekken zich terug tot op veilige posities.
Ten gevolge van de aanval moet Majoor Collin van het IIIde Bataljon worden vervangen door Kapitein-commandant Delplace van de 7de Compagnie. Deze wordt op zijn beurt vervangen door Luitenant Eugene Van Breedam.
De Belgische artillerie start rond 03u00 een nieuw bombardement op de Duitse troepen die in de buurt van Oudenaarde reeds de Schelde zijn overgestoken. De 6de compagnie van het 6J zuivert hierop de reeds door de vijand veroverde rivierbocht te Zingem. De Duitse troepen nemen opnieuw defensieve stellingen in aan de oostkant van de Schelde. De invaller beslist daarop zijn 26. Infanterie-Regiment naar het zuiden van Oudenaarde te richten, waar door het 46. Infanterie-Regiment reeds een beperkt bruggenhoofd is geslagen te Petegem.
De divisie blijft voorlopig ter plekke, maar bouwt wel in alle haasten een dwarsstelling uit ter hoogte van Heurne om een omsingeling te vermijden. Het eskadron wielrijders van de divisie neemt Wannegem-Lede in om de wegen rondom Kruishoutem veilig te stellen.
De dag verloopt rustig, al is dat laatste wel relatief. De 10de infanteriedivisie is nog steeds betrokken bij schermutselingen om de Duitsers, die nu ten zuiden van Oudenaarde aan de Belgische oever van de Bovenschelde staan, te beletten naar het noorden door te dringen.
Rond 19u00 volgt het bevel tot de aftocht naar een nieuwe sector langsheen het Kanaal Roeselare-Leie tussen Roeselare en Izegem. Vanaf 21u00 verlaten de Belgen de Schelde.
Het 3J wordt gedirigeerd naar het gehucht Het Veld ten westen van Meulebeke. De 10de infanteriedivisie gaat aanvankelijk in reserve, maar moet drie van de vier bataljons van het 6J afstaan aan de 8ste Infanteriedivisie om aldaar het 21Li te versterken. Het divisiehoofdkwartier wordt geopend te Pittem.
De rest van 10de infanteriedivisie wordt vervolgens verantwoordelijk voor de verdediging van het Kanaal van Roeselare naar de Leie tussen Roeselare en Izegem, met het 5J te Roeselare, het 3J te Izegem en het I/6J in de zone tussen de beide gemeentes. Hierbij zal front gemaakt worden naar het zuiden. Dit betekent dat de divisie nu een onderdeel vormt van het IVde Legerkorps dat met de 3de Infanteriedivisie en de 1ste Infanteriedivisie de Leie verdedigt tussen Menen en het Kanaal van Roeselare naar de Leie. Het 3J verlaat Het Veld in de vroege namiddag en bezet zijn nieuwe ondersector te Izegem.
Tijdens de voormiddag blijft het 3J op zijn nieuwe stellingen rond Izegem.
Het IVde legerkorps heeft de 1ste en 3de infanteriedivisie opgesteld langsheen de Leie. Deze divisies worden de ganse dag gebombardeerd in de voorbereidende fase van de vijandelijke aanval over de rivier. De Duitsers steken in de namiddag ten zuiden van Kortrijk de Leie over en forceren een doorbraak te Bissegem die leidt tot een snelle opmars in de richting van het vliegveld van Wevelgem. Er wordt een gevaarlijke bres geslagen in het Belgische Leiefront van zo’n 4 Km breed en 3 Km diep.
Het Belgische opperbevel stuurt daarom de 10de Infanteriedivisie zo snel mogelijk naar de meest bedreigde sector rond Sint-Katharina en Heule. De verplaatsing gebeurt met vrachtwagens van het Groot Hoofdkwartier. De divisie gaat direct in stelling langs de lijn Lendelede, Rollegem-Kapelle en Ledegem. De Belgen willen er op die manier de opening tussen de 1ste en de 3de infanteriedivisies dichten.
Het 3J gaat in stelling van Sint-Eloois-Winkel tot Lendelede. Nog voor middernacht bevindt het regiment zich op zijn nieuwe stellingen.
Tijdens de voormiddag blijft het relatief rustig, maar vanaf 15u00 maken de eerste vijandelijke troepen contact met de nieuwe Belgische linies. Zowel bij het 3J als bij het 5J komt het tot gevechten.
Beide regimenten raken slaags met de oprukkende vijand op de lijn Izegem – Sint-Eloois-Winkel – Ledegem. De Jagers te Voet trachten zo lang mogelijk stand te houden op elke nieuwe positie om de Duitse opmars naar Roeselare te blokkeren. De rechterflank van de divisie wordt gedekt door het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers. Op links wordt dekking geleverd door het I/6J en het eskadron wielrijders van de divisie, aangevuld met de restanten van de compagnie T13 van de divisie en de manschappen van het 8ste Bataljon Genie.
Aan het eind van de middag wordt Lendelede opgegeven en trekt het 3J zich volledig terug achter de baan van Sint-Eloois-Winkel naar Izegem.
De 10de infanteriedivisie voeren nog steeds verwoede achterhoedegevechten om de terugtocht van de Leie af te remmen.
Het 5J bevindt zich nog steeds op de rechterflank van de sector van de10Div met alle bataljons in lijn van net ten zuiden van Sint-Eloois-Winkel tot over de spoorlijn Roeselare-Menen nabij Dadizele. Het 5J wordt gedekt door een tweede echelon gevormd door het I/6J.
Aan de linkerflank van het 5J bezet het 3J nog steeds het front tussen Izegem en Sint-Eloois-Winkel. De 10Div is nu versterkt door het 9Li dat op 25 mei overgebracht werd van het noordelijke front aan het Afleidingskanaal van de Leie en zich nu te Izegem ontplooid heeft.
Het IV/LK ontvangt eveneens versterking van het 1Gr en van de staf van de 6Div. Deze formatie komt aan ten zuiden van Roeselare en werkt er aan een opvangstelling voor de Jagers.
Rond 15u00 dreigt Dadizele te vallen. Via Dadizele en Geluwe proberen de Duitse troepen op te rukken richting Ieper. Nog geen uur later worden verschillende infiltraties gemeld op de steunpunten tussen Sint-Eloois-Winkel en Ledegem. Ook ten noorden van het Kanaal Roeselare-Leie komt het Belgische front onder grote druk te staan. Hier rukt de vijand op in de richting van Oostrozebeke, Meulebeke en Ingelmunster. Het wordt duidelijk dat de 10Div terrein zal moeten prijsgeven.
Rond 20u00 geeft de divisiestaf het bevel tot de terugtocht naar Roeselare. Vanaf 22u00 moeten het 5J, 3J en het 9Li terugtrekken naar Roeselare. Hierbij zal het 5J bij het 1Gr gevoegd worden en onder het bevel blijven van de 10Div. Het 3J en het 9Li zullen overgaan naar de 6Div.
Tegen 01u00 zijn de Jagers te Voet in volle aftocht naar Roeselare. De Grenadiers bezetten bij de terugtocht van de 10Div reeds een stelling langsheen de zuidrand van Roeselare. Bij de aankomst van de Jagers te Voet worden de linies ten zuiden van Roeselare herschikt. De Grenadiers graven zich in nabij het Kasteel van Rumbeke en het Sterrebos, met hun Iste en IIIde bataljon in eerste lijn. Op hun linkerflank bevindt zich het gros van het 3J, terwijl het 5J rechts aansluit langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper. Het II/3J is doorgestuurd naar het 5J om hier samen met het I/6J het tweede echelon van dit regiment te vormen.
De rest van het 3J wordt nu samen met het 9Li bevolen door de staf van de 6Div. Tegen 08u30 zijn de troepen klaar tot de actie op hun nieuwe posities. De rechterflank van het eerste echelon van de divisiesector loopt even ten noorden van de lijn Cayphas-Oekene en volgt ten dele de loop van de Babilliebeek. Deze zone wordt verdedigd door het III/3J met de 11Cie op rechts, de 10Cie op links en de 9Cie in tweede lijn. Op de linkerflank van het eerste echelon ligt het 9Li. Het tweede echelon van deze nieuwe positie wordt bezet door het I/3J dat zijn drie compagnies in lijn heeft opgesteld tussen de spoorlijn Roeselare-Izegem en het Kanaal Roeselare-Leie. Van west naar oost gaat het hier om de 3Cie, 1Cie en 2Cie. Samen dekken deze compagnies Brug 10 (Schaapsbrug) en Brug 11 (Bruanebrug) op het kanaal.
Kort na de middag maakt het 3J melding van hevige artillerievuren op het eerste echelon. Ten westen van de posities van het 3J breken in de late namiddag hevige gevechten breken uit aan het Kasteel van Rumbeke. Vanaf 18u00 wordt ook het eerste echelon van het 3de Jagers te Voet door de vijandelijke infanterie aangevallen. Het IIIde Bataljon verdedigt zich hardnekkig en slagen er in om de opmars van de troepen van het Duitse 59. Infanterieregiment gedurende enige tijd tegen te houden. Op de grens tussen het 1Gr en het 3J kan de vijand enige vooruitgang realiseren. Bij de 11Cie gaan enkele militairen op de vlucht richting Roeselare.
Even later wordt ook de linkerflank van het eerste echelon van de 6Div aangevallen. De Duitsers kunnen hier het terrein veroveren tussen Armoede en Stroomken en steken de Babilliebeek over. Hierbij worden een honderdtal Belgische militairen krijgsgevangen gemaakt. In de loop van de avond kunnen de aanvallers vanuit deze richting de oostrand van Rumbeke bereiken. De posities van het III/3J dreigen hierdoor omsingeld te worden.
Vooreerst moeten de 9Cie en de 10Cie moeten elk een detachement uitsturen om de linies te van de 11Cie versterken en de bezetting van het gehucht Maillardslinde aan te sterken. Ten westen van deze actie wordt ook door het 1Gr een heel beperkte tegenaanval uitgevoerd. Het resultaat is een heel tijdelijke stabilisatie van het front.
Later op de avond krijgt het ganse IVde legerkorps de toestemming zich indien nodig terug te trekken op de lijn Roeselare-Ardooie-Koolskamp. Op de rechterflank van de zone van het IV/LK blijft het 5J voorlopig op post aan de spoorlijn Roeselare-Ieper. Tussen 21u00 en 21u30 verspreid de staf van de 6Div het bevel om het eerste echelon te verlaten en naar het tweede echelon terug te trekken.
Het III/3J krijgt het bevel om via Brug 10 (Schaapsbrug) en Brug 11 (Bruanebrug) het Kanaal Roeselare-Leie over te steken en vervolgens naar Wijnendale terug te trekken. De laatste achterhoedetroepen steken kort voor 23u00 deze bruggen over. De beide kunstwerken worden vervolgens opgeblazen.
Het 3J staakt de strijd aan de zuidoost rand van Roeselare. Net zoals bij de overige Franstalige eenheden, zal ook een relatief groot deel van het personeel van het 3J voor langere tijd in Duitse krijgsgevangenkampen belanden.
Kapitein SBH Pierre Pauly zal in augustus 1940 uit de krijgsgevangenschap terugkeren en stapt in de collaboratie. In december 1941 wordt hij de tweede bevelhebber van het Rexistische Waals Legioen.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onbekend | AMAND | Emile, L. | Kpl | Mil | 37 | 29.05.1917 | Elouges | 20.05.1940 | Zingem | ||
11/III | ANDRE | Roger, A. | Sgt | Mil | 37 | 13.01.1918 | Ogy | 21.05.1940 | Zingem | ||
Onbekend | BARBIEUX | Victor, L.J. | Sdt | Mil | 24.02.1919 | Croix (F) | 26.05.1940 | Aalst | Verwond op 20.05 te Zingem | ||
Onbekend | BASCOUR | Armand, L.H. | Sdt | Mil | 18.08.1918 | Papignies | 28.05.1940 | Bavikhove | Verwond op 20.05 te Zingem | ||
11/III | BASTIEN | Maurice | Kpl | Mil | 39 | 20.11.1919 | Lesdain | 22.05.1940 | Zingem | ||
11/III | BEUDIN | Jean, G. | Sdt | Mil | 15.06.1920 | Wiers | 22.05.1940 | Olsene | |||
7/II | BILLEMONT | Albert, G.G. | Sdt | Mil | 10.12.1918 | Antoing | 19.05.1940 | Aalst | Overleden in Stedelijk Ziekenhuis Sint-Elizabeth. | ||
11/III | BLEU | Florimond, V. | Sdt | Mil | 38 | 29.11.1918 | Basècles | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | BODIN | Fernand, C. | Sdt | Mil | 36 | 03.08.1916 | Rumes | 11.11.1940 | Brugge | Overleden aan verwondingen | |
11/III | BOUCHEZ | Alphonse | Sdt | Mil | 37 | 22.08.1917 | Gaurain-Ramecroix | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | BOUCQUEY | Victor | Sdt | Mil | 19.05.1920 | Tournai | 24.05.1940 | Roeselare | |||
7/II | BRISMEE | Jules, A.F. | Sdt | Mil | 38 | 18.01.1919 | Willaupuis | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | ||
6/II | BROUCKE | Florent, A. | Sdt | Mil | 25.10.1912 | Anseroeul | 26.05.1940 | Zarren | |||
11/III | BURTON | Omer, R. | OLt | Res | 21.01.1911 | Elsene | 21.05.1940 | Oudenaarde | |||
Onbekend | CABY | Edmond, F. | Sdt | Mil | 22.12.1918 | Froidmont | 20.05.1940 | Zingem | |||
7/II | CARLIER | Albert, E.A. | ![]() | Sdt | Mil | 36 | 24.02.1916 | Meslin-l'Evêque | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | |
10/III | CAROUBEL | Marcel, O. | Kpl | Mil | 37 | 03.10.1917 | Le Mesnil-Esnard (F) | 20.05.1940 | Zingem | ||
12/III | CARPREAU | Louis, H. | Sdt | Mil | 36 | 31.05.1915 | Lille (F) | 28.05.1940 | Bavikhove | ||
12/III | COCU | René, L. | Sdt | Mil | 04.02.1920 | Péruwelz | 27.05.1940 | Rumbeke | |||
Staf/III | COLIN | Joseph | Maj | Act | 04.08.1891 | Saint-Géry | 20.05.1940 | Zingem | Gedood door mitrailleurvuur | ||
7/II | COULON | Raoul, A. | Sdt | Mil | 29.09.1916 | Hornu | 10.05.1940 | Leopoldsburg | Gedood bij bombardement kamp van Beverlo (Tuchtcompagnie) | ||
11/III | DECUBBER | Gilbert, M.F. | Sdt | Mil | 07.03.1920 | Ellezelles | 21.05.1940 | Zingem | |||
4/I | DELFOSSE | Roger, F. | Sdt | Mil | 33 | 14.12.1913 | Arc-Ainières | 07.06.1940 | Sint-Amandsberg | Verwond 27.05 | |
7/II | DELHAYE | Louis, J.O. | ![]() | Sgt | Mil | 36 | 18.01.1917 | Meslin-l'Evêque | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | |
Onbekend | DEMEIRE | Alphonse, E. | Sdt | Mil | 26.05.1919 | Moeskroen | 22.05.1940 | Zingem | |||
7/II | DENEUBOURG | Adolphe, F. | Sdt | Mil | 38 | 08.02.1919 | Ellignies-Sainte-Anne | 29.05.1940 | Zarren | ||
Onbekend | DENEUBOURG | Hidulphe, G.A. | Sdt | Mil | 38 | 28.04.1919 | Ostiches | 29.05.1940 | Zarren | ||
12/III | DEPLACE | Georges, F.A. | ![]() | Sgt | Mil | 39 | 13.08.1919 | Maffle | 21.05.1940 | Zingem | |
11/III | DETOURNAY | Paul, L. | Sgt | Mil | 37 | 08.12.1917 | Gaurain-Ramecroix | 20.05.1940 | Zingem | ||
2/I | DEVILLEZ | Louis, J.L. | Sgt | Mil | 37 | 12.06.1917 | Trazegnies | 20.05.1940 | Zingem | ||
13/IV | DEVOET | Félicien | Sdt | Mil | 16.05.1918 | Ronse | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | |||
2/I | DOBECHIES | Florent, E. | Sdt | Mil | 27.12.1917 | Ath | 20.05.1940 | Zingem | |||
9/III | DROUILLON | Marcel | Sdt | Mil | 39 | 06.04.1920 | Laplaigne | 12.06.1940 | Laplaigne | Gewond op 27.05 te Rumbeke | |
2/I | DUBART | Walter | Kpl | Mil | 36 | 22.05.1914 | Tournai | 24.05.1940 | Roeselare | ||
9/III | DUMORTIER | Maurice, A. | Sdt | Mil | 38 | 26.06.1919 | Wasmes | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | DUPONT | Raymond, A. | Sdt | Mil | 19.11.1915 | Kain | 27.05.1940 | Zarren | |||
12/III | ELOY | Max, E.F. | ![]() | Kpl | Mil | 37 | 03.05.1917 | Saint-Ghislain | 20.05.1940 | Zingem | |
14/IV | FLEURQUIN | Léon, P.G. | Sdt | Mil | 39 | 01.10.1919 | Beclers | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
11/III | FOUCART | Jean | Sdt | Mil | 03.01.1920 | Beloeil | 21.05.1940 | Zingem | |||
11/III | FOURET | Maurice, M. | Sdt | Mil | 39 | 12.12.1919 | Buissenal | 21.05.1940 | Zingem | ||
Onbekend | FRANCOIS | Gustave, N. | Sgt | Mil | 37 | 23.03.1921 | Vellereille-les-Brayeux | 01.06.1940 | Roeselare | ||
1/I | GALLEZ | Jules, R. | Kpl | Mil | 38 | 28.11.1918 | Wasmes | 21.05.1940 | Zingem | ||
5/II | GIFFROID | Jules, J. | Sdt | Mil | 02.08.1919 | Baudour | 24.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | |||
Onbekend | GLINEUR | Louis | Sdt | Mil | 03.07.1919 | Tertre | 20.05.1940 | Zingem | |||
11/III | HARNETIAUX | Robert | Sgt | Mil | 39 | 21.04.1919 | Wiers | 20.05.1940 | Zingem | ||
Onbekend | HENNEBERT | Leopold, Gh.J. | Sdt | Mil | 22.07.1911 | Vorst | 11.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||
Onbekend | HOS | Odilon, P. | Sdt | Mil | 01.08.1919 | Lessines | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | |||
Onbekend | HOST | Alexandre | Sdt | Mil | 18.07.1918 | Tournai | 10.05.1940 | Tienen | |||
Onbekend | HOTTON | Georges, L.E. | Sdt | Mil | 03.01.1909 | Popuelles | 13.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||
14/IV | ISEUX | Henri, G. | Sdt | Mil | 08.10.1919 | Calonne | 22.05.1940 | Zingem | |||
14/IV | LECLERCQ | Roger, A. | Sdt | Mil | 39 | 22.08.1920 | Clichy (F) | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
2/I | LECOCQ | Gaston, A. | Sdt | Mil | 19.08.1919 | La Bouverie | 21.05.1940 | Zingem | |||
11/III | LELEUX | Gustave, P.G. | Sdt | Mil | 38 | 29.01.1918 | Lesdain | 28.05.1940 | Oekene | ||
Onbekend | LELEUX | Albert, E.L. | Sdt | Mil | 01.05.1917 | Lessines | 20.05.1940 | Zingem | |||
11/III | LENGLEZ | Joseph | Sdt | Mil | 05.10.1919 | Tournai | 21.05.1940 | Zingem | |||
1/I | LIENARD | Emile | Sdt | Mil | 15.09.1918 | La Bouverie | 21.05.1940 | Zingem | |||
10/III | LIENARD | Albert | Sdt | Mil | 38 | 22.10.1918 | Chelsea (GB) | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | LIMAUGE | Marcel, J. | Sdt | Mil | 10.01.1919 | Bon-Secours | 20.05.1940 | Zingem | |||
11/III | LIZON | Ernest, M. | Sdt | Mil | 12.12.1919 | Lanquesaint | 26.05.1940 | Zarren | |||
Onbekend | LOSFELD | Paul, A.G. | Kpl | Mil | 39 | 15.12.1920 | Tournai | 26.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | ||
9/III | MALFAIRE | Armand | Sdt | Mil | 36 | 16.09.1916 | Rèves | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | MALYSTER | Camille | Sdt | Mil | 10.01.1914 | Couillet | 15.05.1940 | Liberchies | |||
11/III | MASQUELIER | Joseph | Sdt | Mil | 13.04.1920 | Laplaigne | 20.05.1940 | Zingem | |||
2/I | MELSENS | Auguste, H. | Sdt | Mil | 27.02.1920 | Louvil (F) | 22.05.1940 | Nederzwalm | |||
9/III | MEYFROOT | Medard, G. | Sgt | Mil | 37 | 30.09.1916 | Tiegem | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
3/I | MONIN | Jacques, H.A. | Adjt | BV | 10.01.1915 | Tournai | 02.08.1940 | Bagnols-sur-Cèze (F) | Overleden door ongeval | ||
11/III | MORLEGHEM | Marcel, E. | Sdt | Mil | 12.08.1917 | Thieulain | 21.05.1940 | Zingem | |||
1/I | NIEN | Georges, Florent | OLt | Res | 35 | 26.12.1913 | Chièvres | 21.05.1940 | Zingem | ||
1/I | NOTTEBAERT | Marcel, T. | Sdt | Mil | 12.01.1920 | Pecq | 21.05.1940 | Zingem | |||
12/III | PANNECOUCKE | Alphonse, N.F. | Sdt | Mil | 07.06.1918 | Frasnes-lez-Buissenal | 21.05.1940 | Zingem | |||
1/I | PARAS | Willy, A. | Kpl | Mil | 37 | 28.02.1915 | Boussu | 22.05.1940 | Zingem | ||
10/III | PINGAUT | Albert, E.J. | Sgt | Mil | 35 | 21.02.1919 | Philippeville | 03.06.1940 | Veurne | ||
12/III | POLLET | Alfred, C.D. | Cdt | Act | 5.07.1897 | Antoing | 21.05.1940 | Izegem | |||
Onbekend | POTIER | Georges, R.G. | Sgt | Mil | 38 | 04.03.1918 | Gilly | 16.05.1940 | Elewijt | ||
4/I | QUAIRIAUX | Georges, G. | Sgt | Mil | 37 | 27.12.1918 | Bois-d'Haine | 25.05.1940 | Sint-Eloois-Winkel | ||
11/III | RENSON | Robert, W.E. | Sgt | Mil | 39 | 21.07.1918 | Elsene | 22.05.1940 | Zingem | ||
10/III | RIQUET | Jules, F. | Sdt | Mil | 36 | 19.09.1916 | Tournai | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
1/I | ROBERT | Florian, P.E. | OLt | Res | 05.12.1916 | Blaton | 22.05.1940 | Zingem | |||
Onbekend | ROEGIERS | Albert, T.J. | ![]() | Sgt | Mil | 39 | 25.10.1917 | Sint-Denijs-Westrem | 23.05.1940 | Roeselare | |
10/III | ROUSSEAU | Léon, E.G. | Sdt | Mil | 39 | 18.01.1920 | Leuze | 27.05.1940 | Rumbeke | ||
Onbekend | RUELLE | Antoine, J.B. | Sdt | Mil | 18.02.1920 | Dour | 21.05.1940 | Zingem | |||
Onbekend | SIMON | Robert | Sdt | Mil | 07.04.1919 | Wasmes | 20.05.1940 | Zingem | |||
11/III | SOUDAN | Joseph, E.G. | Sdt | Mil | 05.11.1919 | Bois-de-Lessines | 21.05.1940 | Zingem | |||
11/III | SPINOIT | Maurice, E.F. | ![]() | Sdt | Mil | 38 | 16.10.1918 | Gibecq | 27.05.1940 | Rumbeke | |
10/III | TELLIER | Emile | Sdt | Mil | 28.05.1917 | Wihéries | 27.05.1940 | Rumbeke | |||
11/III | THIRY | Marcel, V.M. | Sdt | Mil | 04.12.1919 | Pipaix | 21.05.1940 | Zingem | |||
11/III | TOURTOIS | Georges, E. | Sdt | Mil | 21.03.1920 | Hellebecq | 24.05.1940 | Zarren | |||
Onbekend | URBAIN | Arthur | Sdt | Mil | 30.08.1917 | Wasmes | 20.05.1940 | Zingem | |||
Onbekend | VANDAMME | Maurice, J. | Adjt | BV | 10.12.1899 | Nieuwkerke | 02.08.1940 | Quimper (F) | Overleden aan ziekte | ||
11/III | VANNESTE | Marcel, A.N. | Sdt | Mil | 21.12.1919 | Moeskroen | 21.05.1940 | Zingem | |||
Onbekend | VANOVERBERG | Arthur, P.G. | Sdt | Mil | 39 | 02.09.1919 | Pecq | 20.05.1940 | Zingem | ||
Onbekend | VARLET | Gilbert, L. | Sdt | Mil | 21.09.1919 | Tournai | 31.05.1940 | Aalst | |||
Staf | VERTRIEST | Raymond, G. | Kpl | BV | 26.09.1905 | Gent | 25.05.1940 | Cormont (F) | |||
11/III | VRANCX | Georges | Sdt | Mil | 25.05.1920 | Bever | 21.05.1940 | Zingem | |||
3/I | WAGNAIR | Julien | Sdt | Mil | 10.08.1918 | Maffle | 19.05.1940 | Gaurain-Ramecroix | |||
2/I | WATTEAU | Gaston, L.P. | Kpl | Mil | 39 | 06.12.1919 | Kain | 22.05.1940 | Nederzwalm |
- Angillis, J., 2022, Rumbeke 27 mei 1940, Roeselare: eigen beheer.
- Capelle, G., 2001, Zingem. Les 18 jours 10 mai au 28 mai 1940, Beuvrages: eigen beheer.
- Bouckaert, A., 1994, Avec le 3e chasseurs en mai 1940, Mémoires de la société d’histoire de Mouscron et de la région , 16 (1994), pp.139-168.