Reglementaire benaming | 3de Linieregiment | 3ème Régiment de Ligne | 3Li | |
Type | Infanterieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Nederlandstalig | |
Onderdeel van | 1ste Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel SBH René Willems | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Victor Defonseca | |
Standplaats | Dekkingsstelling Albertkanaal Ondersector Hasselt – Godsheide Commandopost te Hasselt |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Jérôme Versele) | 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Antoine Peeters) 2de Compagnie Fuseliers (OLt Res Jules Mahieu) 3de Compagnie Fuseliers (Cdt Res Jean Simon) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Res Antoon Verboven) |
II Bataljon (Majoor Léon Heinen) | 5de Compagnie Fuseliers (Lt Maurice Bossuyt) 6de Compagnie Fuseliers (Lt Res Max Timmerman) 7de Compagnie Fuseliers (OLt Gaston Millecam) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Albert Burke) |
|
III Bataljon (Majoor Frans Van Gysel) | 9de Compagnie Fuseliers (Lt Eugène Heeren) 10de Compagnie Fuseliers (Cdt Fernand Minet) 11de Compagnie Fuseliers (Lt Res Camille De Lombaerde) 12de Compagnie Mitrailleurs (Lt Res Gérard De Meester) |
|
IV Bataljon (Majoor Frans Goosdeel) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt Gaspard Driessens) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Urbain Vernimmen) 15de Compagnie Mortieren M76 (Lt Achille Diegenant) |
|
Stafcompagnie (Kapitein-commandant Marcel Elias) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer 1ste Kapitein Gérard Cuigniez) Peloton Verkenners (Luitenant Res Georges Coucke) |
Staf/3Li
Het 3de Linieregiment (3Li), een actief infanterieregiment behorende tot de 1ste Infanteriedivisie (1Div), was in vredestijd gekazerneerd in de Kazerne Luitenant-generaal Mahieu op het Hazengras te Oostende. Het 3Li wordt op 26 augustus 1939 gemobiliseerd bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan. Tijdens deze fase worden de militieklassen ‘36,’37 en ‘38 opgeroepen om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. De 1Div waartoe het 3Li behoort is een actieve infanteriedivisie wiens hoofdkwartier (HK) in vredestijd te Gent gestationeerd was en die vanaf 1 september ’39 ook het commando voert over het 4de Linieregiment (4Li) en het 24ste Linieregiment (24Li). Tijdens de eerste mobilisatiemaand wordt het regiment ingezet voor de bewaking van de Westkust en de Franse Grens en verbleef het te Nieuwpoort, Diksmuide en Ieper. Het regiment neemt er stelling langs het kanaal van de IJzer ten noorden van Ieper maar ditmaal op de oostelijke oever richting Frankrijk. Vreemd genoeg graven de infanteristen zich in daar waar de Duitse stellingen lagen tijdens de vorige oorlog, recht tegenover de toenmalige stellingen van het 3Li.

Kazerne Luitenant-generaal Mahieu te Oostende, na de oorlog omgedoopt tot Bootsman Jonsen kazerne.
Op 21 september ’39 verhuist het regiment tezamen met de rest van de 1Div naar Antwerpen om ten zuiden van de stad een ondersector te bezetten achter de anti-tankgracht tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Albertkanaal. De maanden oktober en november worden doorgebracht te Oelegem en Ranst. Na een korte oefenperiode in het Kamp van Lombardsijde tussen 11 en 14 januari 1940, wordt het regiment met uitzondering van het IIIde Bataljon (III/3Li) in de Sector Leuven van de K.W. Stelling ontplooid [1]. Het IIIde Bataljon blijft achter te Oostende. Op 14 februari verlaat de Staf/3Li samen met I/3Li, II/3Li en IV/3Li de stad Leuven om zich naar Limburg te begeven. Het gros van het regiment komt op 16 februari 1940 aan te Hasselt. Later In februari vervoegt het IIIde Bataljon de rest van het regiment te Hasselt. Het nu volledige regiment neemt een ondersector in van de Sector Hasselt van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal.
Kolonel Willems komt op 1 april 1940 over van de staf van de 18de Infanteriedivisie als de nieuwe korpscommandant van het 3de Linieregiment. Nauwelijks aangekomen in Hasselt blijkt er onrust te heersen in enkele eenheden van de 1ste Infanteriedivisie. Zowel bij het 4Li als bij het Iste en het IIIde Bataljon van het 3Li weigeren heel wat militairen de dagelijkse dienst uit te voeren om hun eis voor een soepeler verlofregeling kracht bij te zetten. Willems meent een communistisch complot te hebben ontdekt en wil de vermeende muiterij zo hard mogelijk aanpakken. De kolonel eist toegang tot de gevangenis van Hasselt om de weerspannige militairen te laten opsluiten, maar dit wordt door zowel de Staf/1Div als de Staf van het Cavaleriekorps (CK) geweigerd. Ook de provinciecommandant wil niet tussenbeide komen in de zaak. Willems oefent druk uit op de krijgsauditeur om een nieuw verzoek in te dienen bij het Ministerie van Landsverdediging om de gevangenis te mogen gebruiken, maar ook dit wordt geblokkeerd. De onrust waait gelukkig over nadat op nationaal niveau een consensus werd bereikt over de verhoging van de soldij en de karige militievergoeding voor echtgenoten, de verbetering van het logement en de uitbreiding van de beperkte verloven.
Op 09 mei 1940 staan in de Sector Hasselt de drie infanterieregimenten van de 1Div in lijn opgesteld. De vier bataljons van het 3Li bemannen de centrale ondersector van de 1Div ten noordoosten van Hasselt. Het regiment heeft een gevechtsopstelling op twee echelons gepland, waarbij het eerste echelon eerder ongebruikelijke niet in twee maar in drie bataljonsvakken is verdeeld. In tweede echelon wordt één bataljon opgesteld . Het regiment kan tevens beroep doen op IVde Groep van het 1ste Regiment Artillerie (IV/1A) als rechtstreeks vuursteunelement. Links van 3Li bezet het 24Li de linker ondersector van de 1Div achter het Albertkanaal en rechts wordt de junctie gemaakt met het 4Li dat de rechter ondersector bezet. Voor de linies van het 3Li bevindt zich de Groepering Ninitte (Gpg Ninitte) eveneens behorende tot het CK. De Gpg Ninitte moet de vijand gedurende minstens 24 uur vertragen op de Vooruitgeschoven Stelling zodat de eenheden achter het Albertkanaal de tijd krijgen hun stellingen in te nemen en te organiseren.

Opstelling van het 3Li ten noordoosten van Hasselt (originele schets van 10 mei 1940)
IV/3Li (+)
Het IVde Bataljon (IV/3Li) van Majoor Goosdeel bezet het westelijk bataljonsvak van het eerste echelon rond Sluis Nr 3 te Godsheide, ook nog gekend als de sluis van Hasselt. Daar waar de middelen van het steunbataljon normaal verdeeld worden over de bataljons fuseliers krijgt het IV/3Li uitzonderlijk een bataljonsvak toegewezen. Het bataljon wordt voor de verdediging van dit bataljonsvak versterkt met de 3de en 4de Compagnie van het Iste Bataljon. Links van IV/3Li staat III/24Li opgesteld achter het Albertkanaal.
- Op de noordelijke oever van het kanaal is een bruggenhoofd geïnstalleerd met de troepen van de 4de Compagnie Mitrailleurs, aangevuld met het 3de Peloton van de 11de Compagnie en een peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie. Dit bruggenhoofd is uitgebouwd met vier bunkers (H1 tot en met H4), een anti-tankgracht en Cointet anti-tankhekkens. Het bruggenhoofd omschrijft een naar het noorden gerichte parallellogram die de beide uiteinden van de sluis verbindt. Bunker H4 wordt aangeduid als commandopost voor Luitenant Verboven, commandant van de 4Cie.
- Het bruggenhoofd wordt gedekt door de 3Cie van Kapitein-commandant Simon die op de zuidelijke oever van de sluis zal postvatten.
- Het kwartier kan rekenen op de steun van het peloton C47 anti-tankkanonnen van Onderluitenant Plan, het peloton M76 mortieren van Onderluitenant Dobbelaere en de door het Vestingregiment van Namen (RFN) gedetacheerde 4de Batterij MVD-58L mortieren onder bevel van Kapitein-commandant Georges. Deze batterij beschikt over 12 loopgraafmortieren.
- De samengevoegde commandopost van Majoor Goosdeel en Cdt Simon zal geplaatst worden in de kelders van het huis van de sluiswachter.

Algemeen beeld van de korpszone van het Cavaleriekorps aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart).
I/3Li (-)
Majoor Versele van het Iste Bataljon (I/3Li) verdedigt het centrale bataljonsvak van het eerste echelon tussen de sluis (exclusief) en de brug van Godsheide (inclusief):
- De 2de Compagnie heeft zijn stellingen tussen de sluis en de brug van Godsheide.
- De 1ste Compagnie van Cdt Peeters verdedigt het onderkwartier rond de brug van Godsheide. Deze compagnie heeft eveneens een steunpunt geïnstalleerd op de noordelijke oever van de brug, bestaande uit een gevechtsgroep en een sectie mitrailleurs van de 13de Compagnie.
II/3Li
Het IIde Bataljon (II/3Li) van Majoor Heinen bezet het oostelijk bataljonsvak van het eerste echelon, tussen het punt op 100m oost van de brug van Godsheide en het punt 250m oost van de loopbrug van Diepenbeek. Rechts van II/3Li staat het IIIde Bataljon van 4Li opgesteld
- Van west naar oost zijn de 7de Compagnie, 6de Compagnie en 5de Compagnie opgesteld.
- Elke compagnie plaatst twee pelotons aan de kanaaloever, en één peloton in steun achter de voorpelotons.
- Op de bevriende kanaaloever bevinden zich vier bunkers die samen acht Maxim mitrailleurs bevatten.
- Het bataljon wordt versterkt door één peloton M76 mortieren, één sectie mitrailleurs van de 13de Compagnie en vier C47 anti-tankkanonnen
III/3Li
Het IIIde Bataljon (III/3Li), bevolen door Majoor Van Gysel, heeft stelling genomen op het tweede echelon van de ondersector en sluit links aan op de stellingen van I/24Li en rechts op de stellingen van II/4Li. III/3Li heeft zijn drie compagnies in lijn opgesteld.
- Onderkwartier West omvat de stellingen van de 11de Compagnie, zonder zijn 3de Peloton, maar versterkt met één sectie mitrailleurs.
- In Onderkwartier Centrum bevinden zich de posities van de 9de Compagnie, aangevuld met een C47 kanon.
- De 10de Compagnie bezet het Onderkwartier Oost, opnieuw aangevuld met één sectie mitrailleurs.

Kolonel Dussartkazerne te Hasselt waar de Staf van 3Li zijn intrek had genomen.
Staf/3Li
Tijdens de nacht van 9 op 10 mei verblijven de regimentsstaf en de staven van het Iste en het IVde Bataljon in de Kolonel Dussartkazerne te Hasselt. Met uitzondering van het wachtpersoneel zijn de officieren ingekwartierd bij burgers in de stad. Het regiment wordt om 01u15 in staat van alarm gebracht door de divisiestaf. De eenheden maken zich onmiddellijk klaar voor de korte mars naar het kanaal en kunnen rond 03u00 starten met de installatie van de troepen op het eerste echelon. De initiële inplaatsstelling verloopt vlot en binnen het uur zijn de posities bemand.
Het communicatienet dient echter nog opgestart te worden. Het zal tot 05u00 duren eer de veldtelefoonlijnen gelegd zijn en de diverse commandoposten met elkaar in verbinding staan. Tegen die tijd is ook het radionet tussen de regimentsstaf en de commandoposten van de bataljons operationeel. Er dienen echter nog heel wat veldversterkingen aangelegd worden, vooral dan aan de kanaaloever zelf. Hier is een burgerfirma aan het werk met het het verstevigen van de oever. De bouwvakkers die op de werf overnachtten, zijn aanvankelijk bijzonder boos dat de militairen zich zomaar beginnen ingraven. Wanneer echter de eerste vijandelijke vliegtuigen hoog over het Albertkanaal passeren, houdt het protest snel op. Luitenant-generaal Coppens, bevelhebber van de 1Div, bezoekt tijdens de voormiddag de stellingen. Het 3Li blijft op de eerste oorlogsdag op zijn voorziene stellingen. Het regiment wordt bij valavond bevoorraad met munitie en levensmiddelen door de logistieke eenheden van de divisie.
IV/3Li (+)
Het bruggenhoofd aan de sluis van Hasselt wordt door IV/3Li in staat van paraatheid gebracht. De enkele landbouwer die nog een woning betrekt binnen de perimeter, wordt gevraagd om te vertrekken. Het gezin krijgt een uur de tijd om hun woning te ontruimen. De houten brug die door de militairen over de anti-tankgracht geslagen is, wordt overgoten met benzine en in brand gestoken. Het stevige kunstwerk wil echter niet van invallen weten en wordt dan maar met veel inspanning in spaanders gehakt. De voorwaartse waarnemers van de IV/1A komen aan en installeren zich op de zolder van het huis van de sasmeester. Rond 09u00 komt het tot een eerste vijandelijke luchtaanval op het bruggenhoofd: een drietal bommen valt neer op de stellingen. Een Cointet anti-tankhek tegenover bunker H2 wordt vernield, maar verspert gelukkig nog steeds in voldoende mate de doorgang. Ten noorden van de sluis van Hasselt loopt de belangrijke Genkersteenweg. Omstreeks 10u00 wordt hier een vernieling aangezet ter hoogte van het bruggetje over de Kloosterbeek.
I/3Li (-)
De brug over het Albertkanaal te Godsheide vliegt om 16u00 de lucht in. Bij de 1Cie aan de brug te Godsheide komt rond 17u30 een gemotoriseerde patrouille van het Franse 12e Régiment de Cuirassiers [12(FRA)RC] toe. Cdt Peeters meldt de aankomst van het peloton onmiddellijk aan zijn bataljonsstaf. Dit Frans verkennerspeloton, bestaande uit drie pantservoertuigen en enkele moto’s met zijspan heeft rond 10u00 de Frans-Belgische grens overgestoken te Péruwelz en is in aller ijl tot aan het Albertkanaal opgerukt [2]. Het peloton, bevolen door de Franse Lieutenant Sabatier, heeft als opdracht de brug te helpen verdedigen en vervolgens de vijand te jalonneren vanaf het Albertkanaal tot voorste linies van het 1ste Franse Leger. Gezien de brug al vernield werd voor de aankomst van het Frans peloton besluit de pelotonscommandant om een rustkantonnement op te zoeken voor de nacht te Wolske, een gehucht ten zuidwesten van Goedsheide.

Militairen van het 3Li tijdens de mobilisatie.
Staf/3Li
Ten noorden van de ondersector van het 3Li bevindt de vijand zich bij het aanbreken van de dag nog ter hoogte van de Zuid-Willemsvaart [3] waar ze bij het invallen van de duisternis op 10 mei gestopt werden door de Gpg Ninitte. Pas in de vroege ochtend rukt de vijandelijke voorhoede verder op richting Albertkanaal waardoor het tijdens de ochtend nog rustig blijft voor de stellingen van 3Li. De vijand verschijnt een eerste keer voor de stellingen van 3Li om 10u00 wanneer waarnemers van de 4Cie enkele Duitse wielrijders opmerken op de Genkersteenweg ten noorden van het bruggenhoofd. Het regiment komt kort in actie maar dan wordt het weer stil voor de stellingen. De vijandelijke voorhoede begint pas rond 17u00 met het aftasten van het dispositief van 3Li waarbij sporadische vuurgevechten losbarsten. Om 18u00 krijgt de 1Div de toelating van het CK om zijn troepen vanaf 22u00 terug te trekken naar het westen. Het regiment ontvangt zijn marsorders van de Staf/1Div in de loop van de vooravond waarop Kolonel Willems om 20u00 zijn bataljonscommandanten bijeen roept om de evacuatie van het kanaal te bespreken. Het 3Li moet zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei in veiligheid brengen achter de Demer/Gete-Stelling en krijgt het dorp Geetbets als eerste bestemming. De marsroute zal over Steevoort, Wijer en Rummen lopen. Om de aftocht te dekken, zal elk bataljon van het eerste echelon één fuselierscompagnie aanduiden als vaste achterhoede die tot 02u30 ter plekke moet blijven. Bij het verlaten van de ondersector marcheren de Staf en echelons voorop, gevolgd door het IVde, IIIde en Iste Bataljon. II/3Li sluit de regimentscolonne af als achterhoede.
IV/3Li (-)
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei leidt de nervositeit onder de militairen van het 3Li tot enkele schietincidenten. Een van de gevechtsgroepen op het bruggenhoofd van de sluis van Hasselt ontketent een wilde schietpartij naar de Genkersteenweg terwijl er helemaal niets te zien is. De sectie mitrailleurs van het bruggenhoofd aan de brug van Godsheide neemt sluisbunker H2 onder vuur en verwondt hierbij een schildwacht. De officieren moeten telkens tussenbeide komen om de orde te herstellen. Rond 07u00 komt een allerlaatste detachement van het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) aan bij de sluis van Hasselt. De cavaleristen hebben zich teruggetrokken van de Vooruitgeschoven Stelling aan de Zuid-Willemsvaart en steken via de brug van de sluis het Albertkanaal over. Wanneer de 4Cie rondom 10u00 enkele Duitse wielrijders waarneemt op de Genkersteenweg, komt het regiment in actie. De mitrailleurs van het IIIde Bataljon leggen van op het tweede echelon een indirect vuur neer op de omgeving waar de vijandelijke verkenners waargenomen werden. Ook sluisbunkers H2 en H3 vuren enkele buien af. Majoor Goosdeel verplaatst zijn commandopost van het huis van de sluiswachter naar de korte tunnel onder zuidelijke kanaaldijk nabij de sluis.
Omstreeks 15u00 vernielt de genie de brug over de sluis van Hasselt. De vijandelijke verkenners worden nog een keer gesignaleerd rondom 16u00, maar dan wordt het even stil in voor de stellingen van IV/3Li. Vanaf 17u00 duikt de vijand echter opnieuw op in het voorgebied van de sluis. De Belgische mitrailleurs komen opnieuw in actie, samen met het C47 geschut en de DBT granaatwerpers. IV/3Li ontvangt om 20u00 het bevel van de regimentscommandant om het bruggenhoofd aan de sluis van Hasselt tegen 22u00 te ontruimen. De C47 anti-tankkanonnen op vaste affuit in de bunkers dienen gedemonteerd en meegenomen te worden. Het tactisch commando van IV/3Li wordt opgeheven en alle elementen worden teruggestuurd naar hun respectievelijke bataljons. De Batterij MVD van Kapitein-commandant Georges krijgt het slechte nieuws dat de mortieren ter plekke achtergelaten moeten worden. De Batterij MVD van het RFN beschikken niet over eigen transportmiddelen en het 3Li heeft niet de opdracht gekregen om vervoer te leveren. De manschappen van de batterij worden opgenomen in de colonne van het IVde Bataljon.
Kort voor de ontruiming van het bruggenhoofd aan de sluis slaagt een vijandelijke patrouille er in om het westelijke uiteinde van de stellingen van de 4Cie te bereiken. Bunker H1 wordt overrompeld en detachementscommandant Adjudant Vermeire en zijn manschappen worden gevangen genomen. De mitrailleurs van bunkers H2 en H4 willen de Duitsers onder vuur nemen, maar de aanvallers zijn al samen met hun gevangenen al verdwenen.
II/3Li
Het IIde Bataljon zal een compagnie versterkt met een peloton C47mm leveren voor de achterhoede van 3Li. Deze mobiele achterhoede zal door Majoor Heinen zelf bevolen worden.
Staf/3Li
Het Cavaleriekorps heeft de opdracht gekregen om de aftocht van het veldleger naar de K.W. Stelling te dekken. Hiervoor zal het korps gedurende 12 en 13 mei post vatten langsheen de Demer/Gete-Stelling in het zuiden, de Winterbeek in het centrum en het Albertkanaal nabij Lummen en Beringen in het noorden. Alle beschikbare eenheden van het korps zullen zo snel mogelijk naar deze linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen. De 1Div zal toegevoegd worden aan het tweede echelon van de Demer/Gete-Stelling. Het gros van het 3Li bereikt zijn nieuw kantonnement te Geetbets rondom 08u00, gevolgd door de achterhoede tussen 10u00 en 11u00. De 5de Compagnie zet enkele voorposten uit op de Gete om de beveiliging van het kantonnement te verzekeren. Het 3Li en 24Li worden in de loop van de dag respectievelijk toegewezen aan de Ondersector Zuid en de Ondersector Noord van het tweede echelon langsheen de Gete tussen Halen en Tienen. De commandopost (CP) van Kolonel SBH Willems bevindt zich in het gehucht Heide, op de baan van Geetbets naar Kortenaken. De bataljonscommandanten worden om 17u00 ontboden op de Staf/3Li voor het bijwonen van een ordergroep waar de toekomstige opstelling wordt meegedeeld. Het regiment zal zijn drie gevechtsbataljons ontplooien in lijn, de middelen van IV/3Li worden verdeeld over de gevechtsbataljons. Ten oosten van 3Li staat het 3de Regiment Lansiers (3L) in eerste echelon opgesteld, links van 3Li zal het 24Li eveneens in tweede echelon opgesteld worden. Kolonel SBH Willems verplaatst zijn CP naar de hoeve Gasthuiswinning ten noordoosten van de dorpskern van Oplinter. De ontplooiing van 3Li start in de loop van de avond en wordt tijdens de eerste helft van de nacht voltooid. 3Li en 24Li komen nu onder bevel van de 2de Cavaleriedivisie (2CD) te staan, de rest van de 1Div krijgt het bevel om een kantonnementszone ten westen van de K.W. Stelling op te zoeken.

Opstelling van het 3Li de 13de mei in tweede echelon van de Demer/Gete-stelling tussen Drieslinter en Tienen (originele schets van mei 1940).
I/3Li
Het Iste Bataljon bezet het noordelijk bataljonsvak tussen Drieslinter (inclusief) en Oplinteren (inclusief). Het bataljon wordt versterkt met het Peloton Mitrailleurs van Onderluitenant Lauwaert, de Staf van de 15de Compagnie, de pelotons mortieren van Luitenant Diengenant en Onderluitenant Dobbelaere en het Peloton C47mm van Onderluitenant Plas. De 1Cie neemt Drieslinter in, de 2Cie Neerlinter en de 3Cie Oplinter.
III/3Li
Het IIIde Bataljon krijgt het middelste bataljonsvak toegewezen te Sint-Margriete-Houtem. Het bataljon ontvangt tevens de Staf van de 13de Compagnie, het Peloton Mitrailleurs van Adjudant Viane en het Peloton C47mm van Onderluitenant Masureel in steun. Van noord naar zuid worden de 10de, 11de en 9de Compagnie ontplooid.
II/3Li
Het IIde Bataljon tenslotte zal zuidelijk bataljonsvak te Tienen bezetten. Dit bataljon wordt aangevuld met de Staf van de 14de Compagnie, het Peloton Mitrailleurs van Onderluitenant Geskiere, het Peloton Mortieren van Onderluitenant Casneuf en het Peloton C47mm van Onderluitenant Schubert. Van noord naar zuid worden de 7de, 6de en 5de Compagnie in een compacte opstelling geplaatst aan de noordwest rand van de stad.
Staf/3Li
De 1Div krijgt kantonnementen toegewezen ten westen van de K.W. Stelling te Berg, Kampenhout en Elewijt met de bedoeling om later een sector in te nemen achter de K.W. Stelling. Het 3Li blijft onder bevel van de 2CD voor de verdediging van de Demer/Gete-Stelling en bemant bij het aanbreken van de dag nog steeds het tweede echelon van de Ondersector Zuid. Het 3L en 4L bemannen er het eerste echelon. Het 2JP bevindt zich net ten zuiden van de stellingen van 3Li en verzekert de flankwacht van de Belgische linies.
De ganse dag door wordt op diverse punten langsheen de Demer/Gete-stelling gevochten. Te Halen en Tienen worden hevige gevechten geleverd met de vijand. In de vroege ochtend onderneemt de vijand een aanvalspoging ten zuiden van Geetbets op de grens van de Ondersector Noord en de Ondersector Zuid maar de aanval wordt door 3L en 2Cy afgeslagen. Het eenheden op het eerste echelon blijven hun linies houden zodat het 3Li niet bij de strijd betrokken wordt. Het regiment blijft het tweede echelon bewaken en houdt zich klaar om bij een eventuele doorbraak tussenbeide te komen. Wanneer tijdens de vooravond het Cavaleriekorps het bevel ontvangt om de Demer/Gete-stelling te verlaten, wordt bepaald dat het 3Li op wegtransport dient geplaatst worden om tijdig het actiegebied te kunnen verlaten. Het regiment zal overgebracht worden naar Kapelle-op-den-Bos. Het voetvolk van het regiment dient tegen 23u30 verzameld te worden in Sint-Joris-Winge om hier opgepikt te worden door vrachtwagens en autobussen van een detachement van het Iste Bataljon van de Legerautogroepering (LAuGpg). Het doel is om het regiment op transport te plaatsen net voor de aftocht van de gemotoriseerde troepen van de 2de Cavaleriedivisie.
Het plan loopt echter in het honderd. Vooreerst worden de bevelen voor de verplaatsing naar Sint-Joris-Winge te laat verspreid onder de bataljons en kunnen de colonnes onmogelijk op tijd de opstapplaats bereiken. Bovendien loopt de coördinatie mank met de de rest van het cavaleriekorps zodat hun colonnes reeds onderweg zijn naar de K.W. Stelling terwijl het regiment nog niet vertrokken is. Gelukkig maken de Duitsers geen aanstalten om bij nacht naar Leuven op te rukken zodat het regiment niet ingehaald zal worden door de vijand.
De bataljonscommandanten worden pas tussen 21u00 en 21u30 op de hoogte gebracht van de plaats en tijdstip van de opstap. De stellingen worden hals over kop verlaten en de bataljons haasten zich naar Sint-Joris-Winge. De eenheden kunnen de 10 tot 12 Km tussen hun huidige posities en het vertrekpunt onmogelijk op tijd overbruggen. Er wordt voorgesteld om de voertuigen van de LAuGpg tot aan de noordoostrand van Tienen te laten komen, maar dit plan wordt te gevaarlijk bevonden. Als compromis zullen de vrachtwagens en autobussen op 2Km ten zuiden van de dorpskern van Sint-Joris-Winge wachten tot uiterlijk 01u00 in de nacht van 13 op 14 mei.
Het regiment wordt opgesplitst in drie fracties; de colonne te voet die naar Sint-Joris-Winge zal marcheren om er door de LAuGpg opgepikt te worden, een colonne motorvoertuigen die rechtstreeks naar Kapelle-op-de-Bos zal rijden en een colonne paardenwagens en wielrijders die het dorp Binkom als verzamelpunt krijgen.

Militairen van het 3Li poseren voor een souvenirfoto na een tactische oefening in de duinen.
Staf/3Li
De Staf/3Li verplaatst zich tijdens de nacht van 13 op 14 mei met de colonne motorvoertuigen naar Kapelle-op-den-Bos waar ze de rest van het regiment opwachten. In de vroege ochtend van 14 mei kan alleen het IIde Bataljon van 3Li het opstappunt ten zuiden van Sint-Joris-Winge tijdig bereiken en bekomt transport voor al zijn compagnies tot in Kapelle-op-den-Bos. Kolonel Willems die de colonne staat op te wachten reageert woest wanneer hij hoort dat de colonne bussen van de LAuGpg niet wil doorrijden tot de dorpskern van Kapelle-op-den-Bos maar twee kilometer eerder halt houdt. Hij slaagt er niet in om de colonnecommandant op andere gedachten te brengen. Hij kan wel bekomen dat een groep autobussen rechtsomkeer zal maken naar Herent om de colonne te voet tegemoet te rijden en alsnog op te halen. De bussen rijden opnieuw richting Leuven, de lege vrachtwagens worden doorgestuurd naar Mechelen.
I/3Li, III/3Li en IV/3Li
De colonnes te voet van het Iste, IIIde en IVde Bataljon komen te laat aan te Sint-Joris-Winge en missen hun transport. Deze manschappen zullen noodgedwongen te voet naar Kapelle-op-den-Bos moeten marcheren. De toestand van deze fractie van het 3Li is erg precair zolang de troepen zich nog ten oosten van de K.W. Stelling bevinden. De infanteristen worden immers niet langer in de rug gedekt en het risico bestaat dat de colonne te voet door de snel oprukkende vijand ingehaald wordt. Een deel van de colonne te voet wordt te Herent opgepikt door de teruggestuurde autobussen van de LAuGpg. De achteropkomende elementen van het 3Li zullen pas in de loop van de avond het kantonnement te Kapelle-op-den-Bos bereiken.
II/3Li
II/3Li komt om 01u00 toe op het RV en kan instijgen aan boord van de wachtende autobussen en vrachtwagens van de LAuGpg. De colonne vrachtwagens en autobussen van de LAuGpg, met aan boord het II/3Li, verlaat Sint-Joris-Winge om 02u00 en rijdt via de Diestsesteenweg rechtstreeks naar Leuven. De colonne bereikt de stad rond 03u00. De doortocht te Leuven verloopt bijzonder traag door het erg drukke militaire verkeer en de wegbarricades van de Britse en Belgische troepen. Eens Leuven voorbij kan vlot doorgereden worden. Het konvooi komt aan te Kapelle-op-den-Bos omstreeks 08u30, maar stopt op zo’n 2 Km van de dorpskern. De colonnecommandant heeft het gerucht opgevangen dat op de linkeroever van het Kanaal van Willebroek een luchtlanding zou uitgevoerd zijn en wil onder geen beding verder rijden. De manschappen stijgen uit en leggen de laatste twee kilometer te voet af.
Detachement paardenwagens en wielrijders/3Li
Op de Steenweg van Tienen naar Leuven rijdt ondertussen een haast ononderbroken sliert voertuigen van de cavalerie voorbij. Daarbij kijken de gehaaste cavaleristen helemaal niet om naar de infanteristen. De 15de Compagnie verliest een voortrein en caisson van zijn mortieren die de gracht ingesukkeld is nadat de trekpaarden opgeschrikt werden door de zware vrachtwagens. Het geneeskundig peloton van het IIde Bataljon kijkt toe hoe hun materieelwagen op dezelfde manier van de weg raakt. De dieren moeten afgemaakt worden en de lastwagens gaan verloren.

Hergroeperingszone van de 1Div achter het Kanaal van Willebroek als onderdeel van de strategische reserve van het veldleger (projectie op recente kaart).
Staf/3Li
Met het oog op de komende strijd aan de K.W. Stelling wil het Groot Hoofdkwartier de verdediging in de diepte verzekeren door onder meer drie divisies (14Div, 1Div en 4Div) achter het Kanaal van Willebroek in reserve te houden. Het plan zal echter niet lang stand houden want zowel de 4Div als de 14Div zullen omwille van hun beperkte inzetbaarheid doorgestuurd worden naar het achtergebied. Ondertussen rusten de militairen van 3Li uit en wordt overdag de nodige tijd besteed aan de inspectie en onderhoud van het materieel. Tijdens de late namiddag krijgt de 1Div een nieuwe sector toegewezen aan het noordelijke uiteinde van het Kanaal van Willebroek. De divisie zal het gebied bezetten tussen de monding van de Rupel tot en met Sluis Nr 2 op het Kanaal van Willebroek net buiten de gelijknamige gemeente. Het divisiehoofdkwartier zal te Puurs ontplooid worden. Het 4Li neemt het noordelijke deel van de linies voor zijn rekening en komt tussen Rupelmonde en Ruisbroek te liggen. Het 24Li zal de centrale ondersector rond Ruisbroek en Klein Willebroek bezetten. Het 3Li tenslotte wordt in de zuidelijke ondersector opgesteld rondom Willebroek. Het regiment ontvangt zijn marsorders omstreeks 16u00. Vier uur later worden de colonnes verzameld in de dorpskern van Kapelle-op-den-Bos. Het 3Li volgt de linkeroever van het kanaal naar zijn nieuwe ondersector, met het Iste Bataljon op kop, gevolgd door het IIde, IIIde en IVde Bataljon. Ter hoogte van de brug van Tisselt gaan de colonnes te voet rechtdoor, terwijl de paardenwagens linksaf afslaan en Willebroek binnenrijden via de Jozef de Blockstraat. De colonnes komen aan tussen 22u30 en 23u30 waarna het regiment wordt ingekwartierd voor de nacht van 15 op 16 mei.
IV/3Li
Tijdens het onderhoud van het materieel stelt het IVde Bataljon vast dat naast de verloren gegane voortrein en caisson van de 15de Compagnie er tevens een C47mm anti-tankkanon ontbreekt bij de 14de Compagnie. Het stuk is tussen Tienen en Leuven achtergelaten met een gebroken as. In de namiddag wordt de bataljonstaf op de hoogte gebracht van de nieuwe bestemming van 3Li te Willebroek. Het bataljon verzamelt om 20u00 in de dorpskern van Kapelle-op-den-Bos en vertrekt als laatste element van 3Li naar Willebroek waar ze tegen 23u30 toekomen. Er worden kantonnementen in en rond Willebroek opgezocht. Het IV/3Li staat in voor de beveiliging van de kantonnementsplaats. Vier C47mm anti-tankkanonnen worden uitgestuurd naar elk van de vier uithoeken van het dorp om respectievelijk de wegen naar Dendermonde, Boom, Blaasveld en Tisselt onder vuur te houden. De 13de Compagnie dient de luchtafweer te verzekeren en moet twee batterijen van vier Maxim mitrailleurs opstellen aan de westrand van Willebroek.
Staf/3Li
Tijdens de voormiddag verblijven de eenheden in hun kantonnementen. Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd oppercommando (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling en de Versterkte Positie Antwerpen (VPA) ten volle verdedigd werden moeten deze stellingen worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Voor het Belgische leger betekent dit dat tijdens de nacht van 16 op 17 mei de K.W. Stelling verlaten zal worden en het zuidelijke deel van ons veldleger zich in drie nachtelijke etappes zal terugplooien tot de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De Versterkte Positie Antwerpen zal geëvacueerd worden tijdens de nacht van 17 op 18 mei. De 1Div wordt nu verantwoordelijk voor het beveiligen van de aftocht van het IVde legerkorps (IV/LK) en het Vde legerkorps (V/LK). Hiervoor moet de divisie zich ontplooien langsheen de Rupel en het noordelijke deel van het Kanaal van Willebroek, tot aan de zuidrand van Willebroek. Het regiment maakt voor zijn telefoonverbinding met de divisiestaf gebruik van het civiele telefoonnet. Een ploeg operatoren van het detachement telefonist-seingevers wordt in de telefooncentrale van Willebroek geplaatst. De stellingname zal aanvatten bij het vallen van de duisternis.

De nieuwe spoorwegbrug over het Kanaal van Willebroek te Willebroek wordt beveiligd door de 7Cie van II/3Li.
II/3Li
Het IIde Bataljon zal het kwartier noord vanaf de brug van Boom (exclusief) tot aan de spoorwegbrug van Willebroek (inclusief) bezetten. Het front van dit kwartier is ongeveer 2500m breed. Het II/3Li sluit aan op de stellingen van het 24Li.
-
- De 5de, 6de en 7de Compagnie worden van noord naar zuid opgesteld en verdelen hun pelotons over een dubbele linie.
- Het bataljon wordt versterkt met de compagniestaf en één peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie, één sectie M76 mortieren en drie C47 anti-tankkanonnen.
- De spoorwegbrug over het kanaal is ondermijnd door de genietroepen van het 7de Franse Leger [7(FRA)Leger] [4] en krijgt een bruggenhoofd bemand door een peloton van de 7de Compagnie, een sectie mitrailleurs van de 8ste Compagnie en één van de drie C47mm kanonnen die II/3Li in steun kreeg.
III/3Li
Het IIIde Bataljon zal het kwartier zuid te Willebroek bezetten. Links van het III/3Li staat het II/3Li opgesteld, rechts van III/3Li zal het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden (VII/SVE) een ondersector innemen van Tisselt (inclusief) tot Humbeek-Sas (inclusief). Dit bataljon bevindt zich op 16 mei nog in Gijzegem.
-
- De 11de en de 10de Compagnie nemen de kanaaloever in.
- De 9de Compagnie gaat in steun achter deze beide compagnies langsheen de nu verdwenen spoorlijn 61 Kontich-Aalst.
- Het 2de Peloton M76 mortieren van de 15de Compagnie wordt toegevoegd aan dit bataljon, samen met één peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie en de staf van de 14de Compagnie met vijf C47mm kanonnen.
I/3Li
Het Iste Bataljon zal stelling nemen op het tweede echelon ten westen van de autoweg Brussel-Antwerpen.
-
- De bataljonsstaf bevindt zich in een woning op de baan van Willebroek naar Sauvegarde.
- De 1ste, 2de en 3de Compagnie worden van noord naar zuid opgesteld.
- Een peloton van de 3de Compagnie wordt gedetacheerd bij het bewakingsdetachement van het fort van Breendonk, standplaats van het Groot Hoofdkwartier.
- De compagniestaf van de 15de Compagnie en de overige M76 mortieren worden in steun van het tweede echelon gegeven, aangevuld met het laatste peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie.
Staf/3Li
Het 3Li ontplooit zich op zijn nieuwe posities tijdens de nacht van 16 op 17 mei. Om 01u00 verwittigt de divisiecommandant alle gevechtseenheden en vraagt hen om vanaf 04u00 klaar te zijn voor de actie. De eenheden verhogen het werktempo en ronden de stellingname in goede orde af. Het 9de Linieregiment (9Li) komt tijdens de ochtend aan te Willebroek, steekt het kanaal over en houdt halt in het dorp. Het regiment start met het inkwartieren van zijn manschappen, wat helemaal niet naar de zin is van Kolonel Willems. Hij vindt de onaangekondigde komst van het 9Li terecht een overlast voor de verdediging van zijn ondersector. Het 9Li zal slechts rond 21u00 zijn aftocht verder zetten. De Duitsers vorderen langzaam en het blijft dan ook rustig in het ganse gebied tussen Puurs en Willebroek. Na de middag middag krijgt het 3Li te horen dat de 1Div op post moet blijven tot wanneer de 15de Infanteriedivisie (15Div) zich tijdens de nacht van 17 op 18 mei uit de Versterkte Positie Antwerpen zal terugtrekken en de Scheldebrug te Temse kan oversteken. De 1Div zal vervolgens eveneens te Temse de Schelde oversteken. De vijand heeft eerder die namiddag rondom Kapelle-op-den-Bos, Sas, Verbrande Brug en Vilvoorde onze Grenswielrijders rake klappen toegebracht en is er in geslaagd het Kanaal van Willebroek over te steken. Het 4de Linieregiment wordt daarom onmiddellijk verplaatst om de zuidflank van de 1Div te dekken door een stellingname tussen Breendonk en Sint-Amands. Het 4Li zal worden versterkt door het eskadron wielrijders van de divisietroepen en ontvangt vuursteun van de II/1A en IV/1A. Bij het Iste Bataljon wordt een bijkomend peloton uitgestuurd naar het nu verlaten fort van Breendonk. Het peloton vat post op het glacis van het bolwerk.
II/3Li
De nieuwe spoorbrug te Willebroek wordt bewaakt door een detachement van de 7Cie van het 3Li. De ganse nacht en ochtend trekken duizenden Belgische militairen door de sector van de divisie. De colonnes zijn op weg van de K.W. Stelling naar het westen. Om 11u00 krijgt het detachement dat het kleine bruggenhoofd bij de spoorwegbrug bewaakt de opdracht om zich binnen de linies terug te plooien. De Franse genie vernielt de brug met explosieven omstreeks 13u30.
III/3Li
Vanaf 20u00 krijgt het 3Li rond Willebroek contact met de eerste elementen van de vijandelijke 56ste Infanteriedivision. Het IIde Bataljon van het Duitse 243. Infanterieregiment nadert de sluis van Willebroek en kan na enig aandringen rond 23u00 de linkeroever van het kanaal bereiken. De vijand bouwt een beperkt bruggenhoofd uit net ten zuiden van de sluis. Het nabijgelegen peloton van de 10de compagnie verlaat zijn posities en trekt zich terug van het kanaal. Majoor Van Gysel wil de westelijke oever koste wat kost terug in handen krijgen en laat een tegenaanval plannen. Kapitein-commandant Fernand Minet, compagniecommandant van de 10de compagnie, wantrouwt de situatie en besluit om zijn commandopost te verlaten. Hij gaat er van door met zijn pelotonscommandanten Onderluitenanten Pol Isebaert en Lucien Aneca en een deel van het stafdetachement. De meeste militairen zullen enige dagen later aan de Leie opnieuw aansluiten bij het regiment, maar Cdt Minet zal pas op 27 mei te Staden gelokaliseerd worden.

De Duitse aanval op 18 mei kwam er ter hoogte van de tijdens het Interbellum vernieuwde sluis.
De 9de compagnie van Luitenant Heeren wordt aangeduid om de tegenaanval op de sluis van Willebroek uit te voeren. Rondom 01u00 start de III/1A met een korte voorbereidende beschieting van zo’n 10 minuten. Zodra het laatste schot valt, gaat de infanterie tot de tegenactie over. De manschappen van Luitenant Heeren kunnen de aanvallers terugdrijven. Bij deze actie sneuvelen ten minste zeven Belgen.
De commandopost van het regiment is tijdens de nacht in verplaatsing naar de wijk Sauvegarde te Ruisbroek. Bij de installatie op deze nieuwe locatie blijkt dat de telefoonaansluiting defect is. Kolonel Willems besluit de commandopost van het 24ste Linieregiment te Ruisbroek te vervoegen.
De Duitse 56ste infanteriedivisie blijft druk uitoefenen op de Belgen aan het kanaal. Te Tisselt kunnen de aanvallers nabij de vernielde brug de westelijke oever bereiken.
De 1ste Infanteriedivisie heeft ondertussen de opdracht gekregen om de aftocht van het Kanaal van Willebroek uit te stellen tot na de doortocht van de 15de Infanteriedivisie en vernieling van de bruggen over de Rupel en het kanaal te Boom. Dit bevel wordt doorgegeven aan Kolonel Willems die zijn troepenmacht herschikt:
- Het IIIde bataljon krijgt de taak om de vaste achterhoede te leveren en op post te blijven tot de afmars van de rest van het regiment die zal starten zodra bevestigd wordt dat de bruggen te Boom vernield zijn. Het bataljon moet zich dan als mobiele achterhoede via Willebroek, Sauvegarde, Wintam, Wingene en Bornem naar Temse terugtrekken.
- Het IIde bataljon mag vertrekken zodra de bruggen te Boom vernield worden. Het bataljon moet van Willebroek over Ruisbroek naar Wintam, Wingene en Bornem naar Temse terugplooien.
- Het Iste bataljon moet het IIde bataljon volgen over dezelfde marsroute.
De bevelen worden doorgebeld van op de commandopost van het 24Li naar het Iste en IIde bataljon. Van hieruit vertrekt Soldaat Adolf Wijngaert met een schriftelijke instructie naar het IIIde bataljon. Dit bataljon zal het bericht echter nooit ontvangen en de estafette wordt als vermist opgegeven. Later zal blijken dat Adolf Wijngaert door de vijand werd neergeschoten.
Binnen het IIIde bataljon heerst ondertussen de grootste chaos. De situatie bij de 9de compagnie is onduidelijk en Majoor Van Gysel weet niet of Luitenant Heeren en zijn manschappen een succesvolle aanval uitgevoerd hebben. De Duitsers blijken zich nog steeds op de westelijke oever te bevinden en hebben de bij de Belgische tegenaanval verlaten stellingen van de 9de compagnie gedeeltelijk ingenomen. De 10de compagnie is nog voor het grootste deel ter plekke, maar de meeste officieren zijn gevlucht. Majoor Van Gysel stelt een ad-hoc formatie samen met twee pelotons van de 12de compagnie en de telefonist-seingevers van het bataljon om de zuidflank aan te dikken en de orde te herstellen.
Ook in het bataljonsvak van het IIde bataljon aan de noordrand van Willebroek komt het tot schermutselingen. Wanneer Majoor Heinen op de hoogte gebracht wordt van de situatie van het IIIde bataljon, besluit hij een deel van zijn 7de compagnie te pivoteren om front te maken naar het zuiden achter de spoorlijn Mechelen-Sint-Niklaas. De beschikbare manschappen van het stafpeloton van het IVde bataljon worden toegevoegd aan deze dwarssstelling.
Onderluitenant Faignaert, de adjunct van Majoor Van Gysel, kan rond het middaguur de commandopost van het regiment bereiken en krijgt hier de bevestiging dat de 15de Infanteriedivisie Boom gepasseerd is en de brug over de Rupel om 10u50 de lucht in gevlogen is. Het IIIde bataljon mag zich terugtrekken. De eenheden hebben enige moeite om het contact af te breken. Een gedeelte van de 9de compagnie en de medische hulppost van het bataljon worden achtergelaten. Deze militairen worden gevangen genomen.
Het 3Li verlaat het Kanaal van Willebroek als laatste regiment van de 1ste Infanteriedivisie. De mobiele achterhoede tijdens de aftocht wordt geleverd door de 3de compagnie. Het Wielrijderseskadron van de 1ste Infanteriedivisie wordt naar de snelweg Antwerpen-Brussel gestuurd om de aftocht van het 3Li te dekken. Omstreeks 14u00 is de achterhoedeactie afgelopen. De wielrijders trekken zich terug wanneer het gros van het 3Li reeds te Bornem gepasseerd is.
Het 3Li begeeft zich naar de westelijke oever van de Schelde via de brug van Temse en neemt een nieuw kantonnement in te Tielrode.
Enkele detachementen bereiken Sint-Niklaas en worden van hier uit in de loop van de avond teruggestuurd naar Tielrode, met uitzondering van een 150-tal manschappen van de 2de, 3de en 4de compagnies die rond 18u15 aan boord van een trein richting Oostende geplaatst worden. Deze manschappen zullen op 19 en 20 mei opnieuw aansluiting vinden bij het regiment te Gent.
De actie van het regiment aan het Kanaal van Willebroek op 18 mei 1940 zal bij het einde van WO2 een bijzonder hevige polemiek teweeg brengen. In 1945 richt Luitenant-generaal Coppens, oud-commandant van de 1ste Infanteriedivisie, een brief aan Landsverdediging waarin hij Kolonel Willems gebrek aan leiderschap en standvastigheid verwijt omwille van zijn beslissing om de commandopost van het 24Li te vervoegen. De ex-bevelhebber van dit regiment, Kolonel Franckx, zal niet aarzelen om te getuigen dat Willems op 18 mei bijzonder aangeslagen bleek. Diverse officieren van het 3Li komen naar voren met verklaringen ten laste in van collega’s die hun taak niet naar behoren zouden vervuld hebben.
De 1ste Infanteriedivisie zal per trein naar Gent verplaatst worden. Het 3Li verlaat Tielrode rondom 02u00. De voertuigen vertrekken over de baan richting Mariakerke, terwijl de troepen te voet naar het station van Temse marcheren. Hier worden de eenheden vanaf 03u00 op twee goederentreinen geladen. Het IIde en het IVde bataljon worden samen vervoerd op een treinstel bestaande uit platte goederenwagons.
De treinstellen komen tussen 09u00 en 10u00 aan in het Vormingsstation Oost. De eenheden stijgen uit en hergroeperen zich te Mariakerke terwijl Kolonel Willems de staf van de 1ste Infanteriedivisie bezoekt in hotel Cambrinus op ‘t Zuid. Willems verneemt dat de divisie te Gent zal blijven om er het 44Li af te lossen.

Het Gentse houtdok met rechts bovenaan de Muidebrug en de verbinding naar het Tolhuisdok.
Het divisiehoofdkwartier wordt ontplooid in de Van Oost fabriek in Drongen en wordt beveiligd door het Wielrijderseskadron. Vanaf de late namiddag gaat het 24Li in stelling in het stadscentrum en aan de zuidelijke rand van de stad, langs de Leie en Schelde. Het 4Li wordt in reserve gehouden en ingezet voor bewakingsopdrachten te Sint-Denijs-Westrem, Maalte, Drongen en Mariakerke. Het 3Li neemt de noordrand van Gent in. De ondersector van het regiment loopt langs de haveninstallaties, van het noordelijke uiteinde van het Grootdok tot aan het noordrand van Handelsdok:
- De commandopost van Kolonel Willems wordt opgesteld in het huis aan de Brugsesteenweg 97.
- Het IIIde bataljon bezet Onderkwartier Noord.
- De bataljonsstaf bevindt zich aan de Evergemsesteenweg 130.
- De ondersector omvat de Voorhaven tot aan de spoorwegbrug over het Tolhuisdok.
- Het bataljon wordt versterkt met de staf van de 13de compagnie, C47 anti-tankkanon en één sectie mitrailleurs van de 13de compagnie.
- Het IIde bataljon bezet Onderkwartier Zuid.
- De bataljonsstaf vindt onderdak in de coöperatieve bakkerij Vooruit aan de Nijverheidslaan 286.
- De 5de compagnie vat post aan de spoorbrug over het Tolhuisdok, de 6de compagnie rondom de Muidebrug en het Houtdok en de 7de compagnie langsheen de stapelhuizen van het Handelsdok.
- Het bataljon ontvangt de staf van de 15de compagnie, twee C47 kanonnen, een peloton M76 mortieren en een sectie mitrailleurs in bijkomende steun. De mortieren gaan in stelling nabij café ‘t Pauwken aan het Rabot en worden gericht op de Muidebrug.
- Het Iste bataljon bezet het tweede echelon, langsheen de westelijke oever van het Kanaal Gent-Brugge en de Coupure.
- De bataljonsstaf bevindt zich aan de Kiekenstraat 44.
- De 1ste compagnie bezet het noordelijke onderkwartier langsheen het Kanaal Gent-Brugge, de 2de compagnie bevindt zich aan de splitsing van het Verbindingskanaal en de 3de compagnie bezet het noordelijke einde van de Coupure.
- Het bataljon wordt versterkt met de staf van de 14de compagnie en één peloton mitrailleurs van de 13de compagnie.
- De staf van het IVde bataljon stelt zich op in de Rossignolstraat 9.
- De medische hulppost wordt geopend aan de Brugsesteenweg 45.
- De III/1A levert het direct vuursteunelement voor het regiment.
- Met uitzondering van de Vickers Utility B trekkers voor het C47 geschut, worden de motorvoertuigen van het regiment uit Gent geëvacueerd en naar Poeke overgebracht. De paardenwagens worden verzameld in Vinderhoute en Mariakerke.
- Het regiment ontvangt tevens van een compagnie van de Hulptroepen die assistentie zal bieden bij het aanleggen van de posities.
De eenheden van het regiment maken gebruik van de huizen om hun stellingen zo goed mogelijk aan het zicht te onttrekken. Heel wat Gentenaars worden zo uit hun huizen ontzet en weggestuurd, wat onrust en paniek in de stad veroorzaakt.
De stellingname wordt tussen 16u00 en 17u00 voltooid.
De laatste eenheden van de 1ste infanteriedivisie komen aan aan te Gent en wordt in de binnenstad in reserve geplaatst.
Het 3Li werkt te Gent aan het verstevigen van zijn stellingen en het uitvoeren van patrouilles en bewakingsopdrachten. Belangrijke aantallen achterblijvers van het Iste en het IIIde bataljon komen toe te Gent.
De Duitsers komen aan bij de rand van het Bruggenhoofd Gent, wat tot een toename van het aantal vluchtelingen in de stad leidt. Bovendien ontstaat er een conflict tussen Luitenant-generaal Coppens van de 1ste infanteriedivisie en het Gentse stadsbestuur over het feit of de stad nu al dan niet tot “open stad” verklaard is. Coppens wil de verdedigingswerken verder laten uitbouwen en de bruggen laten ondermijnen. Het stadsbestuur wil dat de stad niet verdedigd wordt om de bevolking te sparen.
Op 21 mei dag besluit het geallieerde opperbevel op de Conferentie van Ieper dat de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde moet worden opgegeven door de Belgen. Het ganse front moet verder achteruit nu de Duitsers op het punt staan om de Atlantische kust te bereiken. De Belgen zullen zich terugtrekken tot achter het Leopoldkanaal, het Afleidingskanaal van de Leie en de Leie zelf.
Aanvankelijk wordt gepland dat te scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legers net ten zuiden van Kortrijk zal komen te liggen, maar dan wordt aan de Belgen gevraagd om ook de zone tussen Kortrijk en Menen voor hun rekening te nemen. Ons Groot Hoofdkwartier gaat op zoek naar de nodige troepen voor deze nieuwe sector en wijst de 1ste infanteriedivisie aan.
De 1ste Infanteriedivisie zal Gent verlaten. Het 3Li zal in vier detachementen gesplitst worden: er wordt telkens een colonne gevormd met de paardenwagens, de motorvoertuigen en de wielrijders. De manschappen te voet zullen de verplaatsing maken met behulp van autobussen van de LAuGpg.
De opstapplaats voor het voetvolk bevindt zich aan de westrand van Mariakerke. Het IVde Bataljon zal als eerste instijgen vanaf 16u00, gevolgd door de andere bataljons. Het 3Li heeft besloten om zijn Maxim mitrailleurs en M76 mortieren niet mee te sturen met hun door paarden getrokken caissons, maar op de autobussen te laden. De grote mortieren moeten volledig gedemonteerd worden, wat heel wat tijd in beslag neemt. Er wordt een grote dotatie aan mortierbommen meegenomen op de bussen.
De marsroute loopt van Mariakerke naar Roeselare en Sint-Eloois-Winkel naar Gullegem. De eerste autobussen met het IVde bataljon komen om 19u45 toe aan op het gehucht Drie Masten te Gullegem. Het IIde bataljon arriveert als laatste formatie rond middernacht aan de kerk van Bissegem. De beide dorpen zitten nog steeds vol Britse militairen. De M76 mortieren dienen met de hand van Gullegem naar Bissegem getrokken te worden. De bemanningen hebben een tweetal uur nodig om de ongeveer 3,5Km te overbruggen.
Kolonel Willems ontbiedt om 20u30 de bataljonscommandanten in een villa tegenover de school van Gullegem. De regimentscommandant laat weten dat de overname van de ondersector Bissegem van het Britse leger onmiddellijk zal starten. Het 3Li zal in het noorden geflankeerd worden door het 24Li en in het zuiden door het 4Li. Het divisiehoofdkwartier is eerder op de dag ontplooid te Sint-Eloois-Winkel.
Het 3Li dient zich als volgt op te stellen:
- Het Iste bataljon bezet Onderkwartier Zuid, tussen hoeve Klein Vollander aan de noordrand van Wevelgem en de brug van Marke-Bissegem (exclusief).
- De commandopost van het bataljon wordt op het vliegveld van Wevelgem geplaatst.
- Van noord naar zuiden nemen de 1ste, 2de en 3de compagnies plaats langsheen de loop van de Leie.
- Het bataljon wordt versterkt met de compagniestaf van de 13de compagnie, één C47 anti-tankkanon en drie secties mitrailleurs van de 13de compagnie.
- Het bataljon levert tevens een voorpost met twee gevechtsgroepen onder bevel van Onderluitenant Six. Deze voorpost zal op de baan van Marke naar Lauwe geplaatst worden.
- Het IIde bataljon bezet Onderkwartier Noord, vanaf de brug van Marke-Bissegem (inclusief) tot de spoorwegbrug over de Leie ten zuiden van Kortrijk (exclusief).
- Van noord naar zuid worden de 5de, 7de en 6de compagnie opgesteld.
- Het bataljon wordt versterkt met de staf van de 14de compagnie, drie C47 anti-tankkanonnen en een peloton M76 mortieren.
- Een tweede voorpost wordt uitgezet door dit bataljon nabij de brug van Marke. Deze voorpost bestaat uit twee gevechtsgroepen onder leiding van Onderluitenant Provost en Adjudant Debie.
- Het IIIde bataljon wordt ontplooid op het tweede echelon, een honderdtal meter ten westen van de spoorlijn van Kortrijk naar Menen.
- De 11de, 10de en 9de compagnies worden van noord naar zuid opgesteld.
- Het bataljon ontvangt één C47 anti-tankkanon en twee secties mitrailleurs van de 13de compagnie.
- De commandopost van het regiment zal ondergebracht worden in het station van Bissegem. Ook de staf van het IVde bataljon wordt hier opgesteld. De commandopost zal verdedigd worden door het peloton verkenners.
- Het gevechtsechelon wordt opgesteld te Gullegem. De levensmiddelenechelons blijven bij de bataljons.
De eenheden bereiken hun gevechtsposities vanaf 23u00 en starten met de overname van de Britse stellingen. De brug van Marke-Bissegem wordt nog steeds door het Britse leger bewaakt. Ook op de stellingen langsheen de Leie zullen nog gedurende ruime tijd detachementen van de British Expeditionary Force blijven.

Posities van het 3Li aan de vooravond van 24 mei 1940 (bron: CHD).
Tijdens de nacht van 22 op 23 mei besluit Kolonel Willems on zijn commandopost verder naar het westen te verplaatsen. Het station van Bissegem situeert zich tussen het eerste en het tweede echelon en de kolonel acht deze opstelling te gevaarlijk. De Poezelhoek wordt uitgekozen als nieuwe locatie.
De voorpost van Onderluitenant Six wordt nooit uitgezet en het detachement zal tegengehouden worden aan de brug van Marke-Bissegem. De ploegen van Onderluitenant Provost en Adjudant Debie bereiken daarentegen wel de hun aangeduide locatie, maar worden reeds om 02u00 teruggeroepen binnen de linies. Vanaf dat ogenblik bevinden zich geen troepen van het 3Li meer op de oostelijke oever.
De veldwerken gaan de ganse nacht door, maar de officieren maken zich zorgen over de grote vermoeidheid van de manschappen en het bijzonder lage werktempo.
De Britse genie zal om 04u30 de brug van Marke-Bissegem vernielen.
De Belgische posities nemen hun definitieve vorm aan. In het noorden bezet het VIIde Legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de Divisie Ardeense Jagers (4ChA, 5ChA en 6ChA) de sector Deinze-Oeselgem bezet, en de 8ste Infanteriedivisie (13Li, 19Li en 21Li) dat de sector Oeselgem-Wielsbeke verdedigt. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde Legerkorps dat met de 3de Infanteriedivisie (1Li, 12Li en 25Li) de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt, en met de 1ste Infanteriedivisie (3Li, 4Li en 24Li) de laatste sector tussen Kortrijk en Menen verdedigt. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 10de Infanteriedivisie leveren de reservestrijdkrachten van de beide legerkorpsen.
De laatste Britse troepen verlaten de ondersector van het 3Li tijdens de late namiddag. De Tommies trekken zich terug in de richting van Wevelgem.
Om 02u00 merken de voorposten van het 3Li de eerste Duitse verkenners op. Tegen de ochtend komt het Duitse 17. Infanterieregiment aan en graaft zich in op zo’n 200 meter van de rivier.
Vanaf 11u30 starten de Duitse artilleristen met het inschieten van hun geschut en na het maken van de nodige correcties begint rondom 12u00 een Duitse artilleriebombardement dat onmiddellijk door de Belgische en Britse batterijen vanuit Gullegem, Moorsele en Menen wordt beantwoord. Nog geen tien minuten later openen de Duitse infanteristen het vuur en worden de militairen in de eerste linie van het 3Li gedwongen om in dekking te gaan.
Het regiment moet onmiddellijk slachtoffers incasseren. Bij het IIIde bataljon wordt bij enkele granaatinslagen op de commandopost de Onderluitenant Faignaert gedood en Majoor Van Gysel en Onderluitenant Michiels gewond. Michiels zal enige tijd later eveneens overlijden. Van Gysel zal eerst naar Roeselare en vervolgens naar Torhout geëvacueerd worden.
In het eerste echelon wordt in hoofdzaak de dorpskern van Bissegem geviseerd. De Leievallei wordt al snel in een dikke witte rookwolk gehuld die de stormaanval dekt. Omstreeks 14u00 steken de vijandelijke infanteristen met rubberboten de rivier over ten zuiden de brug van Marke-Bissegem, tegenover de posities van de 1ste en 6de compagnies. Binnen het uur hebben de Duitsers vaste voet op de linkeroever van de Leie en wordt de 1ste compagnie langzaam achteruit gedreven.
Luitenant Timmerman van de 6de compagnie stuurt zijn achterliggende peloton naar de eerste linie en vraagt meteen versterkingen aan bij de regimentsstaf. De veldtelefoon doet het echter niet meer en het bericht wordt dan maar per estafette uitgestuurd. De boodschap zal echter nooit aankomen. De 1ste compagnie geeft nog meer terrein prijs en verschillende gevechtsgroepen trekken zich terug in de richting van het vliegveld van Wevelgem en de commandopost van het bataljon. Hierdoor ontstaat een gevaarlijke opening in de Belgische linies die snel uitgebaat wordt door de aanvaller.
De Duitse troepen deinen uit en bereiken de zuidrand van Bissegem. Onder dekking van de bebouwde kom kan de vijand doordringen in het onderkwartier van het IIde bataljon. De commandopost van het bataljon in het station van Bissegem wordt rondom 16u30 overrompeld. Majoor Heinen en zijn stafgroep worden gevangen genomen. Tegen 17u00 staat het bataljon er bijzonder slecht voor en zijn al honderden militairen gevangen genomen.
Ook bij het Iste bataljon ontwikkelt het drama zich bijzonder snel. De commandopost van Majoor Verseele verliest het contact met de 3de compagnie wanneer de vijand de gronden van hoeve Klein Vollander infiltreert en alzo kan doorstoten naar de spoorlijn Kortrijk-Menen.
De Duitsers dwingen de eerste krijgsgevangenen om met rubberbootjes en geïmproviseerde vlotten de rivier over te steken en verzamelen de Belgische militairen op de terreinen van de dakpannenfabriek in Marke.
De aanvallers willen een beslissende doorbraak forceren en dringen dieper door langsheen de westrand van Bissegem en ook het vliegveld van Wevelgem. Het tweede echelon van het 3Li wordt nu rechtstreeks bedreigd. Om de commandopost van het regiment te vrijwaren en ook zoveel mogelijk vluchtende militairen te stoppen, laat Majoor Goosdeel een cordon aanleggen met het stafpersoneel van het regiment en enkele bereidwillige manschappen van de IIde en IIIde bataljons. Het detachement wordt versterkt door Kapitein SBH Claser, stafofficier van de 1ste Infanteriedivisie en slaagt erin om de Duitsers te ontmoedigen om onmiddellijk naar de Poeselhoek door te stoten.
Kolonel Willems is erg aangeslagen van de aanval op zijn regiment en lijkt niet langer in staat om nog op effectieve wijze te functioneren. Kapitein SBH Claser kan de regimentscommandant overtuigen om het gevechtsechelon te Gullegem te vervoegen. Het 3Li komt hiermee onder het de facto bevel van Majoor Goosdeel.
De vijand blijft pogingen ondernemen om te vorderen naar het steunpunt van Majoor Goosdeel te Poeselhoek. De verdedigers hebben zich in de loopgraven en huizen verschanst en kunnen met behulp van de het C47 anti-tankkanon en de vuursteun van het 1A dat Bissegem en Marke alsnog stand houden. Op de nabije wijk Schoonwater is inmiddels Majoor Versele aangekomen met enkele elementen van het Iste bataljon. Een tweede steunpunt wordt onmiddellijk georganiseerd.
De Onderluitenanten Vandekerckhove en Van Cauter vertrekken richting Gullegem om Kolonel Willems terug te vinden, maar zullen niet slagen in hun opdracht om met de regimentscommandant in contact te treden.
Bij het vallen van de duisternis neemt de Duitse druk af. In de richting van Heule gaan de gevechten onverminderd voort, maar zowel op de Poezelhoek als te Schoonwater wordt een zucht van verlichting geslaakt. Er wordt nog af en toe over en weer geschoten en de vijand verlicht sporadisch het terrein door het afvuren van lichtgranaten. Majoor Goosdeel kan contact maken met de staf van de 1ste Infanteriedivisie die beveelt om voorlopig te Poezelhoek en Schoonwater.
In de vroege morgen van 25 mei trachten de Duitsers hun succes van de vorige dag verzilveren. Vanaf 05u00 vallen de steunpunten van het 3Li te Poezelhoek en Schoonwater opnieuw onder mitrailleurvuur. Tegen 07u00 herbegint ook de artilleriebeschieting. De Belgen verlaten Schoonwater en trekken zich terug op de Poezelhoek, maar ook hier kan niet langer stand gehouden worden.
Het detachement rond Majoor Goosdeel trekt zich terug naar Gullegem. Nabij de tramhalte van het dorp willen de Belgen opnieuw postvatten, maar onder druk van de aanvallers kan er niet tot een stellingname overgegaan worden en moet Goosdeel verder achteruit. Op de baan van Gullegem naar Sint-Eloois-Winkel ontmoet het detachement Majoor Jooris, bevelhebber van de Wielrijdersgroep van de 13de Infanteriedivisie. De majoor laat weten zat zijn eenheden in de buurt opgesteld zijn, maar zonet het bevel tot de terugtocht hebben ontvangen. De aftocht wordt samen uitgevoerd.
Majoor Goosdeel en zijn manschappen bereiken rond 11u00 het dorp Sint-Eloois-Winkel. De 1ste Infanteriedivisie beveelt het detachement om zich naar Dadizele te begeven en hier aansluiting te zoeken bij het 24ste Linieregiment.
Kolonel René Willems is intussen aangekomen te Poelkapelle, samen met het gevechtsechelon van het regiment. Hij wordt opgenomen door het veldlazaret van de 1ste Infanteriedivisie in het Maria Rustoord te Roeselare met stressstoornis en zal het regiment niet meer vervoegen. De kolonel wordt vervolgens geëvacueerd van Roeselare naar Zarren. Het gevechtsechelon verplaatst zich hierop naar Passendale.
Wanneer Majoor Goosdeel rond 15u00 te Dadizele aankomt, heeft hij nog een goed dozijn militairen van zijn regiment bij zich. Hij kan Kolonel Franckx, regimentscommandant van het 24Li, terugvinden bij de brug op het gehucht Kanterhoek. Franckx schat de sterkte van het detachement Goosdeel verkeerd in en beveelt aan de majoor van het 3Li om een front te bezetten langsheen de Heulebeek over een afstand van zo’n 1500. Majoor Goosdeel antwoord dat zijn detachement zich bij het bruggetje over de beek bevindt en daar kan standhouden, maar bij lange niet sterk genoeg is voor een ruimere inzet.
Inmiddels heeft de legerleiding ook werk gemaakt van een nieuwe stoplijn. Tussen Dadizele, Geluwe en Wervik wordt een deel van de 2de Cavaleriedivisie ontplooid om een verdere Duitse doorbraak naar Ieper trachten tegen te houden. Majoor Goosdeel neemt contact op met de commandant van het 2de Regiment Lansiers die de Ondersector Dadizele-Geluwe beveelt. Hij verneemt dat de vijand naar het zuidwesten vordert en Geluwe aanvalt, zodat Dadizele niet in lijn van de Duitse opmars ligt.
Luitenant-generaal Coppens, bevelhebber van de 1ste Infanteriedivisie, heeft intussen aan het 4Li een mondeling bevel gegeven om alle overgebleven infanteristen van zijn divisie te hergroeperen te Pilkem en Boezinge. In de chaos van de aftocht van de Leie raakt dit bericht echter niet verspreid. Majoor Goosdeel weet van niets en besluit omstreeks 21u00 de echelons van zijn regiment te vervoegen te Passendale. Hij vreest terecht dat een langer verblijf te Dadizele zal resulteren in gevangenname.
Het detachement Goosdeel bereikt Passendale tijdens de eerste helft van de nacht. De majoor vindt er het gevechtsechelon terug en stuurt Kapitein-commandant Simon op pad naar Moorslede waar de staf van de 1ste Infanteriedivisie zou gesignaleerd zijn.
Commandant Simon slaagt er in de divisiestaf te bereiken en verneemt dat de restanten van het 3Li nu naar het gehucht Terrest op het grondgebied van Stadenreke moeten. Dit gehucht is gesitueerd rond de huidige Terreststraat ten noorden van het bos van Houthulst.
Het detachement verlaat Passendale rond 11u00 en bereikt Terrest een half uur later. Majoor Goosdeel brengt de regimentsstaf onder in de zusterschool. Doorheen de dag zullen verschillende detachementen van het regiment het nieuwe kantonnement bereiken. Tegen de late namiddag is ook Majoor Versele aangekomen, samen met de Kapitein-commandanten Burcke, Elias en Simon, de Luitenanten Utens, Struyft, Kelderman en Coucke, de Onderluitenanten Cornette, Peccu, Redele, Bergman, Sanders, Provoost, Geslière, Vandenkerckhoven, Van Cauter, Schaut, Vleughels, Schubert, Deneve en Wybo en de Sergeanten Maes en Van Houtte. Luitenant-generaal Coppens brengt het regiment een bezoek om zelf de stand van zaken na te gaan.
Tijdens de vooravond wordt het kantonnement meermaals gemitrailleerd door de Luftwaffe. Terrest ligt immers op een boogscheut van het belangrijke munitiedepot van Houthulst dat om de haverklap aangevallen wordt.

Laatste opstelling van het ad-hoc samengestelde bataljon onder leiding van Majoor Goosdeel.
De overgebleven eenheden van de 1ste Infanteriedivisie hebben zich verzameld in de dorpen tussen Houthulst en Staden. De restanten van het 3Li hebben de nacht te Terrest doorgebracht.
Bataljon Goosdeel
De Onderluitenant Deneve, Provoost, Cornette, Peccu, Bergmans en Sanders verlaten het regiment tijdens de voormiddag en vertrekken op verzoek van Luitenant-generaal Coppens naar Staden voor nieuwe affectaties. Kolonel SBH Decae, regimentscommandant van het 4Li, heeft immers de opdracht gekregen om een infanteriebataljon samen te stellen met de overgebleven infanteristen van het 3Li, 4Li en 24Li. De ganse dag door wordt te Staden gewerkt aan het samenstellen van het nieuwe bataljon dat uit vier fuselierscompagnies zal bestaan. Het 3Li levert een compagnie onder bevel van Commandant Simon. Het 4Li stelt twee compagnies samen onder Commandant Verhulst en Luitenant Van Den Bossche. Het 24Li tenslotte levert de laatste compagnie onder leiding van Kapitein Loncke. Het bataljon beschikt niet over zware wapens. Er is geen enkele Maxim zware mitrailleur meer overgebleven. Het bataljon moet het met drie FM30 machinegeweren stellen.
Tegen 17u30 is het bataljon min of meer volledig. Majoor Goosdeel heeft het bevel over de formatie gekregen en verneemt dat hij zich bij de 6de Infanteriedivisie dient te voegen. Het bataljon zal tijdens de eerste helft van de nacht met vrachtwagens overgebracht worden naar Beveren bij Roeselare. De baan van Stadenreke naar Staden wordt aangeduid als opstapplaats. Commandant Verhulst komt rond 18u30 als eerste aan met zijn compagnie van het 4Li. Enige tijd later duikt een colonne van vrachtwagens, bestelwagens en een enkele autobus op die de manschappen moet komen oppikken. Er zijn nauwelijks voldoende voertuigen voor een derde van de manschappen. Commandant Verhulst wordt als eerste op weg gezet. De overige compagnies zullen zich te voet richting Roeselare begeven en dienen opgepikt te worden door de terugkerende voertuigen.
Majoor Goosdeel vertrekt in een personenwagen naar Beveren en komt omstreeks 19u45 aan te Tasse. Hij wordt er opgewacht door Kapitein-commandant Jacques de Dixmude, stafofficier bij de 6de Infanteriedivisie. De commandant deelt mee dat Goosdeels bataljon niet meer zal ingezet worden. De toestand bij de rest van de 6de Infanteriedivisie is te verward om tussenbeide te komen. Het 1ste Regiment Grenadiers is ten zuiden van Roeselare in hevige gevechten verwikkeld en het 9de Linieregiment is tijdens de loop van de dag weggedrukt van zijn front langsheen de Mandel. Goosdeel besluit dan maar om zijn aankomende compagnies te Beveren op te vangen en de eenheden te installeren op de wegen naar Tasse en Ardooie.
Kort na 20u00 rijden de vrachtwagens met de compagnie van Commandant Verhulst via de Wijnendalestraat het dorp Beveren binnen. Majoor Goosdeel staat aan de kerk te wachten en stuurt de compagnie de Beversteenweg om op zo’n 500m van het dorp in defensieve stelling te gaan. Goosdeel installeert zich in het café op het dorpsplein in afwachting van de aankomst van zijn overige drie compagnies. Te Beveren heerst een enorme drukte. De ene colonne na de andere trekt door het dorp. Onder de terugtrekkende infanteristen verzamelt de majoor een honderdtal militairen die hij op het dorpsplein laat halt houden om aan zijn bataljon toegevoegd te worden.
Om 22u00 krijgt hij de opdracht om naar het station van Wijnendale te vertrekken om er Generaal-majoor Daumerie, bevelhebber van de 6de Infanteriedivisie te ontmoeten. Na een rit van een half uur ontmoet de majoor zijn bevelhebber in het huis van de bareelwachter te Wijnendale. Daumerie deelt mee dat het bataljon in stervorm te Beveren dient opgesteld te worden.
Wanneer Majoor Goosdeel rond 23u00 terug aankomt te Beveren verneemt hij dat zijn overige drie compagnies het dorp gepasseerd zijn en te Tasse zullen uitstijgen. Tasse ligt dan reeds bijzonder dicht bij de frontlinie en de drie compagnies lopen het gevaar om recht in de armen van de oprukkende vijand te lopen. De eenheden kunnel gelukkig tijdig onderschept worden en zullen te voet zo snel mogelijk naar Beveren terugkeren.
Om middernacht kan de majoor de nieuwe posities aanduiden:
- De compagnie Verhulst blijft op de Beversteenweg naar Ardooie
De compagnie Loncke wordt rond het dorpsplein ontplooid. - De compagnie Simon zal zich opstellen langsheen de Izegemseaardeweg naar Tasse.
- De compagnie Verhulst dient de Heirweg naar Hoog-Beveren te bezetten.
- Het door Majoor Goosdeel ter plekke samengestelde detachement van zo’n 100 militairen op doortocht wordt aan de westrand van Beveren behouden als reservemacht.
Overgebleven elementen 3Li
De te Terrest overgebleven elementen van het 3Li blijven achter zonder opdracht. Een deel van het wagenpark verlaat Terrest om naar de omgeving van Koekelare en Ichtegem te rijden en hier aan de restanten van het 4de Linieregiment overgedragen te worden.
Tijdens de nacht van 27 op 28 mei werkt het Bataljon Goosdeel vlot door op zijn nieuwe posities. Het doel is dat het bataljon tussen het 9de Linieregiment in de richting van Ardooie en het 3de Regiment Jagers te Voet in de richting van Roeselare komt te liggen. Majoor Goosdeel vertrekt rondom 03u00 op verkenning om met de naburige regimenten in contact te komen, maar ontdekt dat hij geïsoleerd is en zowel het 9Li als het 3J niet op de hem aangeduide posities zijn. Overal trekken Belgische troepen weg van het front. Goosdeel springt in zijn personenwagen en rijdt terug naar het huis van de bareelwachter te Wijnendale voor nieuwe instructies. De woning ligt er verlaten bij en de staf van de 6de Infanteriedivisie is verdwenen. Terug op weg naar Beveren stuit de majoor op Kolonel Sthouse van het 3J. Zijn regiment bevindt zich nog steeds aan de zuidoost rand van Roeselare. Het 9Li zou naar Hooglede getrokken zijn.
Ten slotte verneemt Majoor Goosdeel rondom 05u30 het nieuws van de capitulatie via Kapitein-commandant SBH Letor, stafofficier bij de 6de Infanteriedivisie. De manschappen zijn opgelucht. De eerste Duitsers rijden rondom 06u15 door Beveren, zonder halt te houden. Terwijl zijn manschappen ter plekke achterblijven, vertrekt Majoor Goosdeel per auto naar Vladslo en vervolgens naar Klerken. Op het gehucht Terrest ten noorden van het bos van Houthulst vindt hij de overgebleven kern van het regiment terug.
Te Terrest zijn op dat ogenblik nog zo’n 200 manschappen en een 25-tal officieren die sinds 26 mei zonder opdracht waren. Ook het overgebleven wagenpark van het regiment is hier verzameld. Op 29 mei vertrekken deze militairen in drie colonnes richting Sint-Agatha-Berchem nabij Brussel: een groep rijdt voorop met de motorvoertuigen, gevolgd door een detachement paardenwagens en een detachement wielrijders. De colonnes houden een eerste keer halt te Deerlijk waar overnacht wordt in een fabriek. Hier krijgen de manschappen de raad van hun officieren om de colonnes te verlaten en naar huis proberen terug te keren.
De militairen die Sint-Agatha-Berchem bereiken worden van hieruit naar Halle doorgestuurd en zullen uiteindelijk in Duitse krijgsgevangenkampen belanden.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onbekend | ALOSSERY | Hilaire, G. | Sdt | Mil | 16.10.1916 | Koekelare | 24.05.1940 | Gullegem | |||
Onbekend | BAETENS | Albert, F. | Sdt | Mil | 15.04.1918 | Aarschot | 01.06.1940 | Gent | |||
Onbekend | BARBARY | Roger, A. | ![]() | Sdt | Mil | 24.09.1916 | La Rochelle (F) | 25.05.1940 | Bissegem | ||
Onbekend | BOCQUE | André, A. | Sdt | Mil | 29.09.1918 | Torhout | 24.05.1940 | Gullegem | |||
Onbekend | BORRA | Jerome | Sdt | Mil | 39 | 28.01.1919 | Koekelare | 15.07.1940 | Brugge | Overleden aan verwondingen | |
6/II | BOUCKHUYT | Albert, J. | Sdt | Mil | 09.07.1916 | Neuville-en-Ferrain (F) | 24.05.1940 | Bissegem | |||
13/IV | BRUNEEL | Georges, M.J. | Sdt | Mil | 25.02.1920 | Hooglede | 22.05.1940 | Conchil-le-Temple (F) | |||
14/IV | BUYLE | Theofiel | Sdt | Mil | 04.04.1915 | Eksaarde | 18.05.1940 | Willebroek | |||
9/III | BUYSSE | Lodewijk, J.A. | ![]() | Sdt | Mil | 17.04.1918 | Ertvelde | 18.05.1940 | Willebroek | ||
10/III | COLPAERT | Honoré, F. | Sdt | Mil | 26.02.1916 | Appelterre-Eichem | 24.05.1940 | Gullegem | |||
Onbekend | COTTELE | André, M. | ![]() | Sdt | Mil | 05.02.1916 | Koksijde | 25.05.1940 | Wevelgem | ||
15/IV | CRAEYNEST | Daniël, J. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 28.04.1920 | Kuurne | 24.05.1940 | Roeselare | |
12/III | DE BACKER | Arthur, U. | Kpl | Mil | 38 | 09.06.1918 | Hofstade | 18.05.1940 | Willebroek | ||
9/III | DE CLERCQ | Hector | Sdt | Mil | 03.12.1916 | Rozebeke | 18.05.1940 | Willebroek | |||
Onbekend | DE KEMEL | Achiel | Sdt | Mil | 38 | 10.04.1917 | Wingene | 22.07.1940 | Brugge | Overleden aan verwondingen | |
12/III | DE MEESTER | Gerard | ![]() | Lt | Res | 03.02.1909 | Brugge | 18.04.1943 | Beernem | Verwond te Willebroek 17/05. | |
Onbekend | DE MUYNCK | Albert, | Sdt | Mil | 21.06.1918 | Zelzate | 19.05.1940 | Willebroek | |||
9/III | DE PAUW | Albert, M. | Sdt | Mil | 09.02.1916 | Sleidinge | 17.05.1940 | Willebroek | |||
8/II | DECOCK | Albrecht, K. | Kpl | Mil | 37 | 11.12.1917 | Kortrijk | 14.05.1940 | Diepenbeek | ||
1/I | DECRETON | Maurits, A. | Kpl | WDieN | 36 | 09.01.1916 | De Panne | 24.05.1940 | Wevelgem | ||
15/IV | DEFEVER | Leon, J. | Kpl | Mil | 38 | 02.08.1918 | Bredene | 19.05.1940 | Willebroek | ||
5/II | DELRUE | Maurice, J. | Sdt | Mil | 14.10.1918 | Marines (F) | 24.05.1940 | Bissegem | |||
3/I | DERUDDER | Leo, L. | Sdt | Mil | 05.11.1915 | Moerkerke | 24.05.1940 | Bissegem | |||
2/I | DESIMPELAERE | Josué, F. | Sdt | Mil | 06.11.1916 | Ledegem | 24.05.1940 | Gullegem | |||
6/II | DEVOS | Arthur, M.H. | Sdt | Mil | 29.12.1916 | Torhout | 18.05.1940 | Willebroek | |||
9/III | DEVOS | Robert, M. | Sdt | Mil | 04.12.1916 | Waregem | 20.05.1940 | Willebroek | |||
6/II | DURNEZ | François, J. | Kpl | Mil | 38 | 15.05.1919 | Octon (F) | 26.05.1940 | Brugge | Overleden in hospitaal. | |
9/III | ELMS | Polydor, C. | Kpl | Mil | 37 | 08.10.1917 | Gent | 19.05.1940 | Willebroek | ||
Staf/III | FAINGAERT | Leon, M.H. | ![]() | OLt | Res | 26.08.1910 | Kruishoutem | 24.05.1940 | Bissegem | Adjunct van Majoor Van Gysel. | |
8/II | GHESQUIERE | Lucien, E. | Sdt | Mil | 29.03.1920 | Wervik | 24.05.1940 | Bissegem | |||
3/I | HAMILTON | Raymond, H. | ![]() | Sdt | Mil | 18.12.1918 | Oostende | 24.05.1940 | Wevelgem | ||
Onbekend | HEYRICK | Valère, M. | ![]() | Sdt | Mil | 25.05.1919 | Aarsele | 24.05.1940 | Wevelgem | ||
9/III | HOSTE | Albert | ![]() | Sdt | Mil | 14.07.1916 | Deinze | 17.05.1940 | Willebroek | ||
14/IV | HULSTAERT | Ferdinand | Sdt | 30.07.1919 | Assenede | 26.05.1940 | St-Eloois-Winkel | ||||
10/III | HUYGHE | Albert, F. | Sdt | Mil | 37 | 25.02.1916 | Hillegem | 24.05.1940 | Gullegem | ||
3/I | HUYGHE | Felix, A. | Sdt | Mil | 30.01.1917 | Gits | 24.05.1940 | Roeselare | |||
9/III | IMPENS | Albert, J. | Kpl | Mil | 37 | 13.04.1917 | Oordegem | 23.05.1940 | Willebroek | ||
Onbekend | LAGAST | André, A. | Sdt | Mil | 24.07.1918 | Brugge | 12.05.1940 | Geetbets | |||
3/I | LEMAHIEU | Gaston, C. | Sdt | Mil | 28.04.1920 | Woesten | 24.05.1940 | Gullegem | Gedood bij vernietiging brug Gullegem. | ||
6/II | LEVROUW | Joseph, H.V. | Sdt | Mil | 28.08.1916 | Roeselare | 24.05.1940 | Roeselare | Estafette. Gewond te Poezelhoek op 24/05. | ||
Staf/III | MICHIELS | Raoul, N.D. | OLt | Res | 17.10.1913 | Pervijze | 24.05.1940 | Bissegem | Materieelofficier IIIde bataljon. | ||
1/I | PLANCKE | René, J. | Sdt | Mil | 11.07.1918 | Cholet (F) | 24.05.1940 | Wevelgem | |||
14/IV | PLAS | Albert, S. | OLt | Res | 02.12.1914 | Emmen (NL) | 18.05.1940 | Willebroek | Gedood op de baan Willebroek-Dendermonde. | ||
10/III | RETSIN | Aloïs, M.A. | ![]() | Sdt | Mil | 25.05.1918 | Wielsbeke | 18.05.1940 | Willebroek | ||
4/I | ROSSENEU | Walter, J. | Sdt | Mil | 29.04.1919 | Assebroek | 24.05.1940 | Wevelgem | |||
10/III | RUYSSEN | Gaston, P. | Sdt | Mil | 22.10.1915 | Le Mans (F) | 24.05.1940 | Gullegem | |||
13/IV | RYCKEWAERT | Joseph, L.A. | Sdt | Mil | 16.01.1920 | Koksijde | 24.05.1940 | Gullegem | |||
Onbekend | SELDENSLAGH | Hubert, F. | Sdt | Mil | 12.09.1918 | Camberwell (GB) | 24.05.1940 | Bissegem | |||
Onbekend | SIMONS | Engenius, G. | Sdt | BV | 15/02/1891 | Oostende | 30.05.1940 | Oostende | Muzikant. | ||
7/II | SPITTAEL | Joris, A. | ![]() | Sgt | Mil | 37 | 17.02.1917 | Eeklo | 23.05.1940 | Brugge | |
6/II | TIBERGHIEN | Marcel, M. | Kpl | Mil | 39 | 25.01.1920 | Gent | 24.05.1940 | Bissegem | ||
Onbekend | VAN BORSEL | Lodewijk, E. | OLt | Res | 11.09.1914 | Oostende | 19.07.1940 | Sint-Amandsberg | Overleden aan verwondingen | ||
9/III | VAN DEN HEEDE | Marcel, Arthur | Kpl | Mil | 39 | 24.05.1920 | Gent | 22.05.1940 | Gent | ||
9/III | VAN DRIESSCHE | Alfons | ![]() | Sdt | Mil | 23.04.1918 | Zele | 17.05.1940 | Willebroek | ||
Onbekend | VAN LANDEGHEM | André, K.L. | Sdt | Mil | 09.04.1910 | Lovendegem | 21.05.1940 | Berck-Plage (F) | Overleden aan verwondingen in het hospitaalcentrum van Berck-Plage | ||
10/III | VAN LOO | André, A. | ![]() | Sdt | Mil | 05.09.1918 | Sint-Kruis | 26.05.1940 | Ieper | Verwond te Gullegem. | |
8/II | VAN ROBAYS | Leon, M. | Sdt | Mil | 21.03.1920 | Ledegem | 24.05.1940 | Bissegem | |||
7/II | VAN VLAENDEREN | Alfons | ![]() | Sdt | Mil | 13.04.1906 | Eeklo | 21.05.1940 | Brugge | ||
14/IV | VANDERHEEREN | Camiel | Sdt | Mil | 02.09.1916 | Oekene | 24.05.1940 | Wevelgem | |||
Onbekend | VERMOTE | Raymond, M. | ![]() | Sdt | Mil | 20.05.1920 | Adinkerke | 27.05.1940 | Celles | ||
8/II | VRIELYNCK | André, J.L. | Sdt | Mil | 24.06.1919 | Brugge | 24.05.1940 | Gullegem | Estafette. Gewond te Poezelhoed op 24/05. | ||
7/II | WYNGAERT | Adolf, J.P. | Sdt | Mil | 09.04.1920 | Gent | 18.05.1940 | Willebroek | Estafette. |
- Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Van half januari tot 17 februari bevond een gedeelte van de 1Div zich te Leuven terwijl de rest beveiligingsopdrachten uitvoerde langs de kust.
- Het peloton van de Franse Lieutenant Sabatier behoorde tot het verkenningseskadron (oftewel Détachement de Découverte – DD) van Capitaine Renoult. Het DD van Capt Renoult had als opdracht de marsroutes van het 1ste Franse Leger te verkennen en nadien verder op te rukken tot de bruggen over het Albertkanaal. Aanvankelijk moest het eskadron de bruggen mee helpen beveiligen om vervolgens de vordering van de vijand te jalonneren vanaf het Albertkanaal tot de lijn Wavre – Namen. Hiertoe werd telkens een verkenningspatrouille ter sterkte van een peloton uitgestuurd naar de bruggen van Hasselt, Godsheide, Diepenbeek en Zutendaal. Het eskadron maakt deel uit van het 12(FRA)RC dat was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1(FRA)Leger. Volgens de geallieerde planning zal het 1(FRA)Leger stelling nemen tussen Waver en Namen [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 10 juni 2023]. Het Peloton Sabatier bestond uit drie pantserwagens (oftewel Auto-Mitrailleuses de Découverte – AMD) van het type Panhard en enkele moto’s met zijspan van het type Gnome-Rhône. Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e Cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. In een naslagwerk bundelde hij vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Vermoedelijke reisweg afgelegd door het Peloton Sabatier op 10 mei: Péruwelz (10u00), Wavre (van 12u00 tot 15u00), Chaumont-Gistoux, Incourt, Jodoigne, Tienen (16u00), Sint-Truiden (16u30), Hasselt (17u30), Godsheide (17u45), Wolske waar de nacht van 10 op 11 mei wordt doorgebracht.
- De Zuid-Willemsvaart (in historische bronnen vaak Verbindingskanaal Maas-Schelde genoemd) is één van de zeven Kempische kanalen. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/zuid_willemsvaart/zuid_willemsvaart [Laatst geraadpleegd 3 mei 2021].
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. De voorhoede van het 7(FRA)Leger rukt op 10 mei snel op door België en maakt ten noorden van Turnhout contact met de Duitsers. De Franse voorhoede raakt in hevige gevechten verwikkeld en moet terugplooien richting Frankrijk. Alle bruggen op de terugtochtwegen van het 7(FRA) leger werden door de Franse genie ondermijnd en bewaakt. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
- Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans op 7 maart 1945 door Kolonel BEM Willems, regimentscommandant van 3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Note relative au Colonel BEM Willems, commandant du 3Li. Getypte nota van één pagina, na de oorlog opgesteld in het Frans door Luitenant-generaal Coppens, waarin de commandant van de 1Div zijn beklag doet over de manier waarop Kolonel SBH Willems zijn regiment heeft bevolen tijdens de achttiendaagse veldtocht. De nota maakt duidelijk dat de commandoverhouding tussen Comd 1Div en Comd 3Li niet bijster goed was. LtGen Coppens eindigt zijn verslag met volgend besluit: “En résumé, pendant la campagne de 18 jours, le Colonel BEM Willems a montré à suffisance qu’il ne possède pas les qualités voulues pour assumer efficacement un commandement dans des circonstances critiques”. De nota bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Conversation du 30 décembre 1955 avec le générale Willems. Eens benoemd tot generaal in 1955 heeft de voormalige commandant van 3Li een gesprek met de historische dienst waarvan een verslag in het Frans (1 pagina) werd opgesteld. Uit het verslag komt naar voor dat Kolonel SBH Willems in november 1939 aangeduid werd om de LtKol Mardulier op te volgen volgen als commandant van 3Li. Het verdwijnen van LtKol Mardulier wordt cryptisch omschreven als: “Un certain nombre de colonels étaient dégommés dont le Lieutenant-colonel Mardulier“. LtKol Mardulier bleek wel goed gezien te zijn bij de officieren van 3Li. Hij haalt ook zijn gram ten overstaan van LtGen Coppens waarover hij zegt: “le commandant de division Coppens était nul de tout point de vue“, wat weerom wijst op de slechte verstandhouding tussen beide officieren. Het verslag van het interview bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Summier handgeschreven verslag van de gebeurtenissen bij het 3Li van 28 mei tot 10 juni 1940 opgesteld door OLt Van Cauter, vaandrig van het 3Li tewerkgesteld op de Staf/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Brief opgesteld op 2 februari 1945 door Adjt Orleans Guillaume van de StafCie/3Li, gericht aan de minister van landsverdediging, met de bedoeling tot het bekomen van een eervolle vermelding op het dagorder van 3Li. De brief beschrijft enkele wapenfeiten van 24 mei te Bissegem. De brief bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitgebreid handgeschreven verslag in het Frans, opgesteld op 16 februari 1946 door Maj Versele, bataljonscommandant van I/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Summier getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Peeters, compagniecommandant van de 1Cie van I/3LI. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans door door Cdt Res Simon, compagniecommandant van de 3Cie van I/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Zeer summier handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door OLt Res Deneve, pelotonscommandant van het 3de Peloton bij 3/I/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitgebreid handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 7 juli 1947 door Maj Heinen, bataljonscommandant van II/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Twee handgeschreven verslagjes opgesteld in het Frans door Lt Bossuyt, compagniecommandant van de 5Cie van II/3Li. Eén verslag betreft de situatie van de 5Cie bij de capitulatie op 28 mei, het tweede verslag betreft een geslaagde ontsnappingspoging van 13 Belgische officieren uit OFLAG IIA Prenzlau. De verslagjes bevinden zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Studie uitgevoerd door het Centrum voor Historische Documentatie van Defensie in 1977, uitgetypt in het Nederlands met uitgebreide bronvermelding betreffende de “Plaats en datum van gevangename van de 8Cie (Mi) van II/3Li“. De studie bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitgebreid getypt verslag in het Frans opgesteld door Maj Van Gysel, bataljonscommandant van III/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Nederlands door Lt De Lombaerde, compagniecommandant van de 11Cie van III/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Zeer gedetailleerd getypt verslag met bijhorende stellingsschetsen opgestell door Maj Goosdeel, bataljonscommandant van IV/3Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven lijst met de namen van negen officieren die volgens Maj Goosdeel, bataljonscommandant van IV/3Li, hun post verlaten hebben tijdens de 18-daagse veldtocht. Opgesteld in het Frans op 29 augustus 1945 en met een korte beschrijving in welke omstandigheden hun post werd verlaten. De lijst bevindt zich in het dossier van het 3Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Slagorde officieren van het 3Li bewaard bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. De slagorde officieren bevat ook een korte beschrijving van waar het 3Li zich bevond tijdens de mobilisatie.
- Achtergrondinformatie bij Soldaat Alfons Van Driessche [On Line beschikbaar]: https://www.zele.be/producten/detail/798/alfons-van-driessche# [Laatst geraadpleegd 27 juni 2022].