Wielrijderseskadron der 8ID

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Wielrijderseskadron der 8ste Infanteriedivisie | Wi Esk 8ID
Escadron Cycliste de la 8ème Division d’Infanterie | Esc Cy 8DI
Type Verkenningseenheid van de infanterie
Ontdubbeld van 2de Regiment Jagers te Paard
Onderdeel van 8ste Infanteriedivisie
Bevelhebber Kapitein-commandant Jean Coenraets
Standplaats Sart-Bernard
Samenstelling 1ste Peloton (Onderluitenant A. Bollain)
  2de Peloton (Onderluitenant Jules Nassogne)
  3de Peloton (Onderluitenant F. Pelousse)
  4de Peloton (Onderluitenant J. Vidal)

Tijdens de mobilisatie

Het eskadron werd op 1 september 1939 te Namen gemobiliseerd en heeft zich net zoals de 8ste divisie steeds binnen de Versterkte Positie Namen bevonden. Kapitein-commandant Jean Coenraets is een reserve-officier overgekomen van het 2JP.

Het eskadron kantonneert te Sart-Bernard en heeft als opdracht om bij een vijandelijke aanval ten zuidoosten van de Versterkte Positie Namen (VPN) het bewaken van een hele reeks voorbereide vernielingen, het bemannen van de voorposten van de VPN en ook het uitvoeren van patrouilles tegen parachutisten. Commandant Coenraerts wordt om 00u30 gealarmeerd te Sart-Bernard.

De eskadrons rukken uit omstreeks 03u00:

  • Het 1ste peloton bewaakt de vernielingen aan de Maas te Yvoir en de vernielingsgroep Cru rondom Crupet.
  • Het 2de peloton is toegewezen aan de vernielingsgroep Ge te Gesves. Het peloton bewaakt ook de voorposten op Mont Saint-Marie en het Chateau d’Arville
  • Het 3de peloton bewaakt de vernielingsgroep So rondom Sorinne-la-Longue

De vernielingsgroepen Cru, So en Ge beschikken over technische wachtdetachementen van het 10de Bataljon Genie. In regel gebruikt het eskadron zijn fuseliers voor het bewaken van de vernielingen en zijn lichte en zware mitrailleurs voor het bezetten van de stellingen op de voorposten.

De commandopost blijft opgesteld de Sart-Bernard. De ganse dag door wordt afgewacht en worden patrouilles gereden. Er gebeurt niets bijzonders.

Het eskadron blijft op post in het voorgebied van de sector Meuse-Meuse van de Versterkte Positie Namen, net ten zuidoosten van de stad.

In de late namiddag verneemt Commandant Coenraerts dat de Franse cavalerietroepen ontplooid zijn in in de Ardennen en de VPN door hen gedekt wordt. Coenraets krijgt rond 16u00 het bevel zijn eskadron hergroeperen te Champion, maar moet op post blijven tot de vernielingsdetachementen van het 10de Bataljon Genie de aflossing kunnen verzekeren.

De aflossing start vanaf 17u00. Vervolgens wordt het ganse eskadron gehergroepeerd nabij het kruispunt van Sauvage te Faulx-les-Tombes. Via Jausse, Goyet, Samson en Brumagne rijdt de eenheid naar de Maas. De rivier wordt omstreeks 22u00 overgestoken via de militaire brug van Lives. De tocht wordt verder gezet via Beez en Boninne en tegen middernacht kan het eskadron ingekwartierd worden te Champion.

Het gros van de 38 voorbereide vernielingen van de groepen Cru, So en Ge worden tussen ongeveer 11u00 en 13u00 uitgevoerd door het 10Gn.

Het eskadron is inmiddels toegewezen aan de bewaking van de volgende bruggen te Namen:

  • Het 1ste peloton bewaakt de bruggen te Jambes en Velaine.
  • Het 2de peloton bewaakt de spoorbrug van Ronet en de brug over de sluis te Bauce.
  • Het 3de peloton bewaakt de brug te Salzinnes en het overzetpunt te Ronet.
  • De zware mitrailleurs worden verdeeld onder de steunpunten te Velaine en Jambes.

Onderluitenant Jules Nassogne

Onderluitenant Jules Nassogne

Commandant Coenraets stelt zich in verbinding met de Franse 5ème Division Nord-Africaine die zich op de linkeroever van de Samber te Namen is komen vestigen. Na enkele positiewisselingen met de Fransen trekt een deel het eskadron de binnenstad in om aldaar de bewaking van de overgangen over de Maas over te nemen:

  • Het 1ste peloton blijft bij de bruggen te Jambes en Velaine.
  • Het 2de peloton wordt verplaatst naar de Pont de Luxembourg.
  • Het 3de peloton krijgt de bewaking van de Pont de France in handen en behoudt de brug te Salzinnes.
  • De zware mitrailleurs blijven verdeeld onder de steunpunten te Velaine en Jambes.
  • De commandopost blijft te Champion.

Het eskadron is nu verantwoordelijk voor het bewaken van de bruggen over de Samber en Maas in de stadskern van Namen. De opdracht blijft ongewijzigd. Naast statische bewaking worden eveneens anti-parachutistenpatrouilles gereden.

Terwijl het eskadron zijn bewakingsopdracht verder blijft uitvoeren, beveelt het VIIde legerkorps de algemene aftocht uit de Versterkte Positie Namen. Dit bevel zal door communicatieproblemen de Jagers te Paard niet bereiken. De eenheid blijft dan ook verder op post terwijl in de wijde omgeving de Belgen de uittocht aanvatten.

De bruggen in het stadscentrum van Namen worden met explosieven vernield. Een stafofficier van de 8ste Infanteriedivisie kan het eskadron alsnog het bevel overmaken om de stad te verlaten. De manschappen vertrekken rondom 19u00 te Floreffe en verlaten Namen. Net zoals talrijke overige eenheden van de eigen divisie, komt ook het eskadron al snel in aanvaring met de Fransen. Rond 22u00 rijdt iedereen het dorpje Auvelais binnen. De Franse schildwachten bij de brug over de Samber zijn bijzonder nerveus en lossen een drietal schoten op de aankomende Belgen.

Er wordt besloten in het verderop gelegen Wanfercée-Baulet te gaan kantonneren.

Wanneer de wielrijders even na middernacht aankomen de Wanfercée-Baulet, verneemt Commandant Coenraets van een officier van het 4ChA dat de 8ste infanteriedivisie zich om 05u00 op weg zal zetten naar Gosselies. Het eskadron verlaat zijn kantonnementen en komt rond 14u00 aan te Seneffe.

De Belgen willen er zo snel mogelijk het Kanaal Brussel-Charleroi oversteken. Deze waterweg zal door de Fransen verdedigd worden tijdens hun terugtocht uit ons land, en wanneer Commandant Coenraets en zijn mannen het kanaal bereiken, zijn de bruggen er net opgeblazen. Via de sluisdeuren van het sas van Seneffe.

Na de overtocht van het kanaal worden het 2de peloton en het peloton mitrailleurs door de Franse troepen ingezet bij de bewaking van de bruggen te Seneffe. De rest van de eenheid trekt verder naar het noorden en bereikt het dorpje Salmonsart nabij ‘s Gravenbrakel. Deze pelotons worden er ingezet voor de bewaking van het hoofdkwartier van de 8ste Infanteriedivisie.

De pelotons van Seneffe worden door de Franse troepen ontslagen van hun bewakingsopdracht en vervoegen de rest van het eskadron te Salmonsart. De opnieuw voltallige eenheid vertrekt daarop via Edingen naar het door de Britse troepen bezette Lessen. Van hieruit wordt naar Ronse doorgefietst. De manschappen komen er rond 18u00 aan en worden ondergebracht in een schuilplaats van de Passieve Luchtverdediging.

Het eskadron krijgt het bevel om zich naar de linkeroever van de Leie te begeven. Om zich opnieuw binnen de Belgische linies te stellen, wordt omgereden via Oudenaarde waar de scheidingslijn loopt tussen de Britse en de Belgische sector. De nieuwe bestemming wordt Olsene. Tijdens de tocht worden de pelotons echter uit elkaar geslagen en rijden heel wat manschappen verloren. De eenheid kan aanvankelijk slechts een klein detachement samenbrengen te Olsene.

Het eskadron verblijft in de buurt van Zulte en stuurt zijn motorwielrijders uit op zoek naar de achtergebleven collega’s. Drie moto’s vertrekken naar Kortrijk, Oudenaarde en Gent.

Intussen bereikt het verloren gereden peloton van Onderluitenant André Bolain de Franse grens. Er zit Bolains manschappen niets anders op dan de vluchtelingenstroom naar Frankrijk te volgen. Het detachement zal uiteindelijk in Boulogne belanden.

De rest van de eenheid staat die dag in voor de beveiliging van de staf van de 8ste divisie te Zulte.

Het eskadron is tijdens de nacht verplaatst naar de heuvels rond het dorpje Kruishoutem en vormt er een tijdelijke groepering met een detachement van het 6de Territoriale Bataljon uit Henegouwen. De groepering moet er de baan Kruishoutem-Waregem bewaken en blokkeren. Het III/19A levert vuursteun en staat ook in voor de bevoorrading van de wielrijders. In de buurt bevindt zich eveneens het 13Li.

Om 01u30 ontvangen alle eenheden van de 8ste divisie het bevel om de Leie over te steken en positie in te nemen ten westen van Waregem in de sector Oeselgem-Wielsbeke. Tijdens de aftocht staat het eskadron in voor de beveiliging van de terugtrekkende artilleriecolonnes.

Vervolgens worden de manschappen doorgestuurd naar Ginste om er samen met de pelotons verkenners van de drie infanterieregimenten van de 8ste divisie een mobiele reserve te vormen.

De Belgische posities langsheen de Leie hebben hun definitieve vorm aangenomen. In het noorden bemant het VIIde legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de divisie Ardeense Jagers die met het 4ChA, 5ChA en 6ChA de sector Deinze-Oeselgem. De sector Oeselgem-Wielsbeke wordt beveiligd door de 8ste infanteriedivisie. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde legerkorps die met de 3de infanteriedivisie bestaande uit het 1Li, 12Li en 25Li de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt. Het 3Li, 4Li en 24Li van de 1ste infanteriedivisie bemannen de laatste sector tussen Kortrijk en Menen. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste divisie Ardeense Jagers en de 10de infanteriedivisie van de Jagers te Voet leveren de reservestrijdkrachten.

Rondom 07u30 worden de wielrijders opnieuw uitgestuurd naar de rechteroever van de Leie om er patrouilles uit te voeren en contact te zoeken met de oprukkende Duitsers. De eenheid valt onder vuur rond Waregem en moet via de brug te Sint-Eloois-Vijve binnen de Belgische linies terugkeren. Deze brug wordt om 11u45 opgeblazen. De wielrijders keren terug naar Ginste.

Aan de Leie neemt het artillerieduel in hevigheid toe. Tijdens de namiddag ondernemen de Duitse troepen een eerste oversteekpoging in de ondersector van het 1Li. Het 13Li valt onder bijzonder zwaar artillerievuur en wordt na de oversteek al snel in de flank bedreigd. Het VIIde Legerkorps stuurt het 16Li en twee bijkomende artilleriegroepen naar het oostelijke deel van het Kanaal van Roeselare naar de Leie.

Het eskadron verblijft nog steeds te Haantjeshoek waar het samen met de Compagnie C47/T13 de enige reservemacht van de 8ste divisie vormt.

Ha de doorbraak bij het 1Li vallen de Duitsers tijdens de ochtend het Kanaal van Roeselare naar de Leie aan van uit Hulste en Ooigem. Er wordt er bruggenhoofd veroverd op de posities van het 16Li en de vijand wil doorstoten naar Oostrozebeke. Daar het III/13Li met omsingeling bedreigd wordt, stuurt de divisiestaf om 07u22 een peloton fuseliers versterkt met een sectie mitrailleurs en één T13 pantserwagen van Haantjeshoek naar het station van Oostrozebeke. Anderhalf uur later slagen de Belgen er in om met een beperkte tegenaanval de posities nabij Brug 2 en 3 over het kanaal te versterken. Het detachement buigt vervolgens af naar het oosten om via de kanaaloever Brug 1 en de Leie trachten te bereiken. De wielrijders kunnen vorderen tot in de stellingen die door het 16Li verlaten werden bij de Duitse oversteek van de rivier. De actie wordt rond 15u00 afgebroken en iedereen hergroepeert tegen 18u00 opnieuw te Haantjeshoek.

De rest van het eskadron voert tijdens de namiddag een opdracht uit op de noordelijke flank van de sector van de 8ste Infanteriedivisie die bedreigd wordt door de Duitse doorstoot richting Dentergem ten koste van de 2de Divisie Ardeense Jagers. De twee overgebleven pelotons en twee T13 pantserwagens moeten Poelberg en Meikensbossen om de linkerflank te dekken van het II/6J dat verplaatst wordt van het tweede echelon van de ondersector van 19Li naar een nieuwe dwarsstelling tussen te Leie en Dentergem. Deze fractie van het eskadron wordt rond 17u00 teruggeroepen naar Ginste wanneer gemeld wordt dat de dwarsstelling op de Leie slechts door twee compagnies van II/6J zal bezet worden.

Wanneer het 13Li om 09u20 aan de divisiestaf meldt dat de vijand naar Oostrozebeke vordert, wordt het Wielrijderseskadron samen met de 5Cie van het 21Li uitgestuurd om de gemeente trachten te bezetten. Commandant Coenraedts en zijn eskadron bereiken rond 10u30 de rand van het dorp en moeten melden dat verder oprukken niet mogelijk is, temeer daar de eigen artillerie het dorp bestookt. Er worden evenwel geen Duitsers gesignaleerd alhoewel de vijand op dat ogenblik reeds in Oostrozebeke geïnfiltreerd is.

De pelotons worden vervolgens naar Brug 4 en Brug 5 over het Kanaal van Roeselare naar de Leie gestuurd samen met de beide T13’s. De troepen komen aan op deze nieuwe positie rond 12u30. De bruggen worden bezet tot ongeveer 19u00 waarna het eskadron teruggeroepen wordt naar Tielt. De route voor deze verplaatsing zal over Ginste en Dentergem. Tussen deze dorpen in moeten de manschappen een Belgische artillerie-eenheid ontmoeten die zich eveneens naar Tielt zal terugtrekken.

Tijdens de verplaatsing naar Tielt wordt ontdekt dat deze stad reeds door de vijand is ingenomen. Er wordt dan maar koers gezet naar het verderop gelegen Torhout. Onderweg wordt het koppeloton gevangen genomen door een Duitse gemotoriseerde colonne. De rest van de eenheid stoot te Schuifferskapelle op de staf van de 8ste divisie en houdt hier halt.

De staf van de 8ste divisie bevindt zich nog steeds te Schuifferskapelle wanneer de wapens neergelegd worden. Er blijven nog 3 officieren, 9 onderofficieren en 63 manschappen over.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
Esk CyANTOINELouis, J.Gh.SdtMil3227.05.1912Namur16.05.1940Anderlues
Esk CyBAILYMarcel, A.Gh.BrigMil3514.01.1915Faulx-les-TombesVillers24.05.1940Ooigem
Esk CyMOREELSGérard, Ch.BrigMil3527.10.1915Cambron-Saint-Vincent14.05.1940Fosses(-la-Ville)
Esk CyPELOUSSEFranz, L.Gh.OLtRes10.10.1914Bois-de-15.05.1940NamurGedood in ongeval bij explosie Pont de l'Évêché.
Esk CySIMONGeorges, A.X.SdtMil3519.05.1915Saint-Servais16.05.1940Anderlues
Esk CyVOSTECharles, L.J.SdtMil3512.02.1915Jodoigne15.05.1940NamurChauffeur OLt Pelousse. Gedood in ongeval bij explosie Pont de l'Évêché.

Bibliografie en Bronnen

  1. Stassin, G., jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.