Versterkings- en Opleidingscentra

Na de mobilisatie van augustus 1939 werd ook de opleiding van officieren, onderofficieren en soldaten grondig aangepast aan de nieuwe noden van het gemobiliseerde leger.

Versterkings- en opleidingstroepen
Troupes de Renfort et d’Instruction (TRI)

In normale omstandigheden stonden de verschillende regimenten en korpsen van het actieve leger zelf in voor de opleiding van elke nieuwe lichting miliciens. Omdat dit voor het gemobiliseerde leger moeilijk lag, werden de nieuwe miliciens van de klas ’40 samengebracht in de Versterking- en Opleidingscentra (VOC’s). De eersten onder hen werden vanaf februari 1940 onder de wapens geroepen.

Bij deze miliciens zouden op 10 mei 1940 de van eerdere mobilisatie vrijgestelde reservisten gevoegd worden. Het ging hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of om diverse redenen nog niet onder de wapens geroepen werden.

Bij de VOC’s van de infanterie werd ook een Compagnie Instructie C47, een Compagnie Instructie mortieren en een Schoolcompagnie gevoegd. De schoolcompagnies werden samengesteld uit kandidaat-reserveofficieren en kandidaat-reserveonderofficieren, aangevuld met de oudste leerlingen van de cadettenscholen te Namen en Saffraanberg wanneer deze op 10 mei 1940 ontbonden werden. Bij de andere VOC’s
zijn de schoolcompagnies, schoolbatterijen en schooleskadrons aangehecht bij de regimenten.

Bij de afkondiging van fase E van het mobilisatieplan, worden ook de divisiedepots overgeheveld naar de Versterkings- en Opleidingscentra.

In totaal zouden de VOC’s zo’n 70,000 militairen tellen.