5de Infanteriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Infanteriedivisie | 5ID
5ème Division d’Infanterie | 5DI
Type Infanteriedivisie
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van VIde Legerkorps
Bevelhebber Luitenant-generaal Maurice Spinette
Commandant Infanterie Generaal-majoor Lambert Chardome
Stafchef Luitenant-kolonel SBH Jean Daubechies
Commandant Artillerie Kolonel SBH Edouard Ceressia
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Majoor Maurice Butaye
Intendant Luitenant O. Lesage
Commandant Transportkorps Majoor Raoul Delville
Standplaats Dwarsstelling Bierges-Ninove
Sector Halle-Ninove
Commandopost in Kasteel Inkendaal (Richir) te Vlezenbeek (Sint-Pieters Leeuw)
Samenstelling Hoofdkwartier  
  1ste Regiment Jagers te Voet  
  2de Regiment Jagers te Voet  
  4de Regiment Jagers te Voet  
  11de Regiment Artillerie  
  5de Bataljon Genie  
  5de Bataljon Transmissietroepen  
  Wielrijderseskadron 5ID  
  1ste Compagnie Getrokken C47 5ID (Luitenant J. Hardenne)
  (2de Compagnie Getrokken C47 5ID (Luitenant E. Patris)) -> Afgedeeld bij 13de Infanteriedivisie
  Geneeskundig Korps 5ID Staf (Med Lt L. Devos)
    Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med Kapt Jean Mage)
    Lichte Ambulance (Med Kapt P. Wautier)
    Ambulance Infanteriedivisie (Med Kapt C. Minne)
    Sanitair Treinpeloton (Lt L. Dewerpe)
    Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties (Lt G. Navez)
  Compagnie Intendance 5ID (Luitenant J. De Rey)
  Transportkorps 5ID Staf (Cdt Edouard Verbeek)
    Peloton voor Infanteriemunitie (Lt S. Quinet)
    1ste Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt Decourtil)
    2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt L. Dubois)
    1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt Ch. Polet)
    2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt C. De Broux)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Lt H. Pourbaix)
    Autopeloton voor Materieel (Lt A. Buchet)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Lt R. Van Binst)
  Compagnie Luchtafweermitrailleurs (Luitenant F. Roels)
  Provoost (Onderluitenant René Gilles)

Tijdens de mobilisatie

Staf/5Div
De 5de Infanteriedivisie (5Div) is een actieve divisie die in vredestijd zijn hoofdkwartier in Bergen had en die toentertijd samen met de 6de Infanteriedivisie (6Div) behoorde tot het Iste Legerkorps (I/LK). Voor de mobilisatie had de 5Div het commando over het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) eveneens gestationeerd in Bergen, het 2de Regiment Jagers te Voet (2J) gestationeerd in Charleroi en het 3de Regiment Jagers te Voet (3J) gestationeerd in Doornik. Het 11de Regiment Artillerie (11A) was de organieke artillerie-eenheid van de 5Div. Op 25 augustus 1939 wordt Fase A van de mobilisatie afgekondigd waarbij de militieklassen  ‘36, ’37 en ‘38 opgeroepen werden om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. Gezien de 5Div een op vredesvoet bestaande eenheid is, wordt de divisie tijdens deze fase van de mobilisatie op oorlogsvoet gebracht. De 5Div geeft op 28 augustus al het bevel aan zijn eenheden om hun vooraf verkende alarmkantonnementen in te nemen in de agglomeratie van hun garnizoenssteden. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de regimenten van de 5Div zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen.

Op 1 september bij afkondiging van Fase C van de mobilisatie wordt het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) opgericht als ontdubbelingsregiment van het 1J. Na de paraatstelling van 4J wordt dit regiment toegevoegd aan de 5Div die in ruil 3J moet afstaan aan de pas opgerichte  10de Infanteriedivisie (10Div). Tegelijkertijd worden ook het Wielrijderseskadron van de 5Div (Esk Cy 5Div), het 5de Bataljon Transmissietroepen (5TTr) en het Geneeskundig Korps als organieke eenheden aan de 5Div toegevoegd. Enkele dagen later, bij de afkondiging van Fase D van de mobilisatie op 11 september, wordt ook nog eens het 5de Bataljon Genie (5Gn) gemobiliseerd. In de maand september nemen de drie infanterieregimenten van de 5Div ondersectoren in langs het Kanaal Brussel-Charleroi [1].

Kasteel Inkendaal (ook gekend als kasteel Richir) waar het HK van de 5Div zich bevond op 10 mei 1940

Kasteel Inkendael (ook gekend als kasteel Richir) waar het HK van de 5Div zich bevond op 10 mei 1940

Op 08 oktober 39 wordt de 5Div naar de provincie Antwerpen gestuurd om stelling te nemen langs het Albertkanaal tegenover Geel. Nauwelijks toegekomen op zijn gevechtsstelling, moet de divisie al deelnemen aan de eerste van een ganse reeks alarmen. Dit gebeurde naar aanleiding van het verslag van 6 november 1939 waarmee de Belgische militair attaché in Berlijn meldde dat een Duitse aanval gepland was voor de nacht van 11 op 12 november 1939. De Britten bevestigden dit en tijdens de nacht van 10 op 11 november 1939 wordt alarm geblazen langsheen het Belgische front. Op 11 november bezoekt koning Leopold III de commandanten van de meest bedreigde Legerkorpsen. Alles blijft echter rustig. Hitler had de aanval uitgesteld wegens het slechte weer en moeilijkheden met het spoor. Op 15 november eindigt de alarmtoestand. Het gemobiliseerde leger begint zich te organiseren voor het lange wachten. Karweien en wacht kloppen, veldwerken graven en oefeningen lossen elkaar af. Bij de start van de winter verblijft de 5Div nog steeds in de streek van Geel maar wordt eind november, na te zijn afgelost aan het Albertkanaal door de 10Div, naar het Kamp van Beverlo gestuurd om er doorgedreven te oefenen. Gedurende de kampperiode, die duurde van 29 november 39 tot 6 januari 1940, werden niet alleen schietoefeningen met de persoonlijke bewapening uitgevoerd maar ook manoeuvres op niveau bataljon. Er werd vooral getraind op het uitvoeren van tegenaanvallen in samenwerking met gepantserde voertuigen. Hiervoor krijgt de 5Div ondersteuning van de Cie C47 op T13 van de Versterkte Positie Namen alsook van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps.

Na de trainingsperiode in Beverlo wordt de 5Div begin januari naar Zuidoost-Limburg gestuurd waar ze terug onder bevel komen van het I/LK. De 5Div neemt stelling in achter het Albertkanaal van Lixhe tot Eigenbilzen (exclusief) waar ze de 4de Infanteriedivisie (4Div) aflossen. Op 30 april 1940, amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog, wordt de 7de Infanteriedivisie (7Div), een divisie van Eerste Reserve naar het Albertkanaal gestuurd om de stelling Eigenbilzen – Lixhe over te nemen van de 5Div. De 5Div neemt de Sector Halle – Ninove van de dwarsstelling Bierges – Ninove over van de 7Div waar ze ingezet worden als algemene reserve van het leger [2].

De 5Div staat nu onder bevel van het VIde Legerkorps (VI/LK) en zijn hoofdkwartier staat opgesteld nabij het kasteel Inkendael (soms ook kasteel Richir genoemd) te Vlezenbeek [3]. Het 3de Peloton van het Esk Cy 5Div staat in voor de nabije beveiliging van het HK. Aan de vooravond van de oorlog bevindt het 1J zich in de omgeving van Bergen, het 2J tussen Halle en Ninove en het 4J te Doornik, Antoing en Brussel.

1Cie Getrokken C47mm/5Div
Elke infanteriedivisie beschikt normaal gezien organiek over twee anti-tankcompagnies, één compagnie met getrokken C47mm anti-tankkanonnen en één compagnie met C47mm anti-tankkanonnen gemonteerd op T13 rupsvoertuigen. De 5Div beschikt echter niet over een compagnie op T13 maar heeft twee anti-tankcompagnies met getrokken C47mm kanonnen. Om deze reden werden de anti-tankcompagnies van de 5Div genummerd. De 1Cie Getrokken C47mm/5Div wordt bevolen door Lt Hardenne.

2Cie Getrokken C47mm/5Div
Omdat de divisies van tweede reserve, in tegenstelling tot de actieve divisies en divisies van eerste reserve, niet beschikken over een organieke Cie C47mm op T13 noch over de compagnie getrokken C47mm wordt de 2Cie Getrokken C47mm, bevolen door Lt Patris, nog tijdens de mobilisatie doorgestuurd naar de 13de Infanteriedivisie (13Div) een infanteriedivisie van tweede reserve.

GnK/5Div
Het Geneeskundig Korps van de 5de Infanteriedivisie (GnK/5Div) wordt gemobiliseerd te Zennik (oftewel Soignies) op 1 september 39. Onder de gemobiliseerden bevindt zich Soldaat Vanryckeghem [4]. Het Geneeskundig Korps is verantwoordelijk voor de medische steun op echelon divisie. De verschillende eenheden van het GnK vormen samen een medische hulpplaats (oftewel triagestation) dat vier tot acht kilometer achter de frontlijn ontplooid wordt. De taak van deze medische hulpplaats bestaat er in om de gewonden te triëren en af te voeren naar het meest geschikte behandelingsechelon. De regimenten van de divisie beschikken over een regimentshulppost die op een tweetal kilometer van de eerste linies wordt ontplooid. Deze regimentshulpposten staan in voor de directe medische steun en de evacuatie van zieken en gewonden naar de medische hulpplaats van het Geneeskundig Korps. Het GnK beschikt over een wagenpark met een reeks ambulances, vrachtwagens en autobussen. Lang blijft het GnK/5Div niet in Zennik want nadat de eenheid volledig gemobiliseerd is vertrekt het GnK op 4 september naar het vlakbij gelegen Kamp van Maisières-Casteau waar het Transportkorps van de 5Div zich bevindt. Het GnK/5Div wordt achtereenvolgens ontplooid te Sart-Dames-Avelines (6 september) en Villers-la-Ville (9 september) waar ze blijven tot begin oktober ter ondersteuning van de regimenten die langs het kanaal Brussel-Charleroi staan opgesteld. Op 2 oktober 39 verhuist het Geneeskundig Korps mee met de rest van de 5Div naar de Provincie Antwerpen en wordt er eerst opgesteld te Herselt (2 oktober) daarna te Westmeerbeek (5 oktober). Bij de start van de winter wordt het GnK/5Div op 27 november samen met de rest van de divisie naar het Kamp van Beverlo gestuurd om er doorgedreven te oefenen. Na de trainingsperiode in Beverlo vertrekt de 5Div begin januari naar Zuidoost-Limburg waar ze stelling nemen achter het Albertkanaal van Lixhe tot Eigenbilzen. De medische hulpplaats van de divisie wordt op 5 januari 1940 opgesteld te Tongeren. Hier blijven ze tot 30 april 40, wanneer de 5Div aan het Albertkanaal wordt afgelost door de 7Div. Het GnK installeert zich na te zijn afgelost te Itterbeek waar ze zich nog bevinden aan de vooravond van de oorlog. Het GnK/5Div wordt bevolen door Geneesheer Majoor Maurice Butaye.

Ten noorden van de baan Bergen - Soignies bevond zich het Kamp Maisières-Casteau waar de gemobiliseerde militairen in houten barakken werden ondergebracht.

Ten noorden van de baan Bergen – Soignies bevond zich het Kamp Maisières-Casteau waar de gemobiliseerde militairen in houten barakken werden ondergebracht.

TptK/5Div
Het Transportkorps van de 5de Infanteriedivisie (TptK/5Div) wordt op 1 september gemobiliseerd in het Kamp van Maisières-Casteau nabij Bergen. Het TptK/5Div wordt bevolen door Majoor Delville en beschikt over een staf, enkele pelotons die moeten instaan voor de bevoorrading munitie van de divisie, een peloton bevoorrading levensmiddelen en een peloton bevoorrading materieel. Naast de bevoorradingspelotons beschikt het korps ook over een atelier voor de herstelling van het voertuigenpark van de divisie. Op 4 september verhuist de eenheid naar Baisy-Ty om begin oktober stelling te nemen te Westmeerbeek. Na een kamperiode te Beverlo, die begint op 26 november, wordt het TptK/5Div ontplooid te Koninksem nabij Tongeren. Eind april verhuist het TptK naar de Provincie Brabant.

  • PMI/TptK
    Het Peloton voor Infanteriemunitie (PMI/TptK) wordt bevolen door Luitenant Quinet. Het PMI bestond uit een 60-tal manschappen en was uitgerust met paard en kar. De karren waren voorzien van munitiecaissons. Het peloton diende de infanterieregimenten van de 5Div te bevoorraden met munitie en beschikte in totaal over 100 trekpaarden. 

Generaal-majoor Lambert Chardome.

Staf/5Div
Het gros van de 5Div bevindt zich bij het aanbreken van de dag nog steeds als reserve van het leger ten zuidwesten van Brussel. Om 01u30 belt de staf van het VI/LK naar Vlezenbeek om de divisie in staat van alarm te brengen. Kort na ontvangst van het alarm, wordt een groepering gevormd bestaande uit IV/2J, het Esk Cy 5Div en III/11A voor de beveiliging van het achtergebied van de 5Div. Deze groepering onder bevel van Luitenant-kolonel Capel, commandant van IV/2J, staat klaar om tussenbeide te komen in geval van een vijandelijke luchtlandingsoperatie in de streek van Wolvertem en Merchtem. De groepering stelt zich rond 14u30 op te Brussegem maar wordt om 17u00 alweer ontbonden. In de namiddag krijgt de 5Div de opdracht om de Sector Rijmenam – Wespelaar van de K.W. Stelling te verdedigen ten noorden van de stellingen van de 10Div. De verplaatsing van de regimenten van de divisie wordt in het HK voorbereid en uitgevoerd tegen de avond. Voor het transport van 1J en 2J kan de divisie rekenen op de autobussen en vrachtwagens van het Iste Bataljon van de Legerautogroepering (I/LAuGpg), het 4J zal zich gedeeltelijk te voet en gedeeltelijk per spoor verplaatsen. De regimenten worden tegen 18u00 opgepikt en in de loop van de nacht van 10 op 11 mei afgezet in de omgeving van Bonheiden en Haacht.

GnK/5Div
Het GnK/5Div is nog steeds ingekwartierd te Itterbeek wanneer omstreeks 02u00 het algemeen alarm wordt afgekondigd. De manschappen worden om 02u30 uit hun bed gelicht maar ondanks het feit dat de officieren erop drukken dat het ditmaal om een werkelijk alarm gaat, wordt zonder veel commotie overgegaan tot de normale routine. Er was immers een alarmoefening aangekondigd voor vrijdag 10 mei en de avond voordien waren voor het eerst sinds lang verloven toegestaan. Tegen 04u00 zijn de manschappen klaar en begeven zich naar het voertuigenpark om de voertuigen na te zien, het medisch materieel te controleren en de nodige telefoonverbindingen uit te testen. De manschappen horen het nieuws van de Duitse inval eerst via de radio, de NIR brengt verslag uit over de gebeurtenissen in het oosten van het land. Later op de dag zien ze ook verschillende formaties oorlogsvliegtuigen overvliegen. Wanneer de 5Div in de namiddag de opdracht krijgt om ten noorden van Leuven de Sector Rijmenam – Wespelaar van de K.W. Stelling in te nemen wordt het  plan opgemaakt om de medische hulpplaats te Perk op te stellen. Het GnK zich klaar om tegen het vallen van de duisternis de verplaatsing naar de nieuwe divisiesector uit te voeren. Om 20u00 wordt uiteindelijk het bevel gegeven om te vertrekken. De colonne van het Geneeskundig Korps komt midden in de nacht toe te Perk waarna de manschappen op zoek gaan naar een slaapplaats. 

Opstelling van 10Div op 11 mei 1940 na aflossing van 3J door de 5Div (bron: CDH).

Staf/5Div
De eenheden van de 5Div verplaatsen zich tijdens de nacht van 10 op 11 mei naar hergroeperingszones in de buurt van Haacht en Wespelaar teneinde vanaf eerste klaarte de verkenning van de stelling tussen Rijmenam en Wespelaar aan te vatten. Wanneer echter duidelijk wordt dat de Versterkte Positie Luik ontruimd zal worden, beslist het Groot Hoofdkwartier (GHK) dat de 2de Infanteriedivisie (2Div), die opgesteld stond ten oosten van de Maas, zich terug moet plooien op de K.W. Stelling om zich ten noorden van de 5Div op te stellen. De 2Div die vanuit Luik met autobussen en vrachtwagens van de LAuGpg naar de K.W. Stelling wordt gebracht, komt onder bevel van het VIde Legerkorps te staan en krijgt een sector toegewezen tussen Rijmenam en Haacht (exclusief). Hierdoor moet de 5Div opschuiven naar het zuiden en een gedeelte van de sector van de 10Div overnemen. De oorspronkelijke divisiesector Rijmenam – Wespelaar wordt nu de sector Wespelaar – Wijgmaal.  De brug van Wijgmaal en het complex van de Remy-fabriek vallen nu binnen de divisiesector. De nieuwe sector heeft een breedte van zo’n 9Km.  Ten noorden van het Kanaal Leuven-Dijle [5] wordt het front van de divisiesector gevormd door een anti-tankgracht versterkt met een IJzeren Muur van Cointet hekkens, gelegen op een kilometer ten oosten van Haacht en Wespelaar. Deze muur van Cointet-hekkens, weliswaar zonder anti-tankgracht, loopt vanaf Wespelaar verder tot het station van Hambos. Ter hoogte van het station van Hambos kruist de K.W. Stelling het Kanaal Leuven-Dijle om vervolgens de zuidelijke kanaaloever te volgen tot aan de Remy fabriek te Wijgmaal. De 5Div zal nu opgesteld worden tussen de 2Div en de 10Div en zal zijn sector als volgt organiseren:

  • Het 2J zal stelling nemen tussen Haacht en Wespelaar op de noordelijke flank van de sector.
  • Op de zuidelijke flank zal het 4J(-) de ondersector van het 3J van de 10Div overnemen tussen Tildonk-Sas en Wijgmaal langs het Kanaal Leuven – Dijle (oftewel Leuvense Vaart). Omdat III/4J en IV/4J nog steeds bewakingsopdrachten uitvoeren te Brussel wordt het 4J(-) versterkt met het III/1J, de 13Cie Mitrailleurs van IV/1J en een peloton M76 mortieren van de 15Cie van IV/1J. Om het tekort aan anti-tankmiddelen te compenseren wordt 4J(-) ook nog eens versterkt met twee pelotons getrokken C47mm anti-tankkanonnen van de organieke anti-tankcompagnie van de 5Div.
  • Het 1J zal opgesteld worden in tweede echelon.  
    • Het Iste Bataljon moet te Over-de-Vaart ontplooien.
    • Het IIde Bataljon zal in het Kareelbos nabij Balkestraat ten zuidwesten van Buken geplaatst worden.
    • Het IIIde Bataljon zal onder bevel van 4J opgesteld worden in het Kastanjebos tussen Buken en Veltem.
  • Het HK van de divisie verplaatst zich naar Relst ten oosten van Kampenhout. Het peloton mitrailleurs (4Pl) van het Esc Cy 5Div verzekert nu de beveiliging van het HK van de 5Div te Relst.
  • Het algemeen vuursteunelement voor de divisie zal gevormd worden door het I/11A en III/11A.
  • Voor het uitvoeren van anti-parachutistenpatrouilles wordt het 1J verantwoordelijk voor de zone tussen de Mechelsesteenweg en de Molenbeek die tussen Relst en Veltem-Beisem loopt.  Het Wielrijderseskadron moet het gebied bewaken tussen de Molenbeek en de baan Nossegem-Perk.
  • Het 5Gn krijgt diverse opdrachten.  Vooreerst moet het puin van de brug van Wijgmaal geruimd worden om toe te laten de laatste binnenschepen op het kanaal richting Mechelen te sturen.  Voorts moeten loopbruggen voor de infanterie gebouwd worden te Over-de-Vaart, Tildonk en bij de Remy fabriek van Wijgmaal.  Ook moet een brug voor infanteriegerij geslagen worden op de Wespelaarse Hoek.

De verplaatsingen zullen uitgevoerd worden tegen de ochtend van 13 mei.

1Cie Getrokken C47mm/5Div
Omdat het IVde Bataljon van het 4J nog steeds te Brussel wordt ingezet beschikt 4J niet over zijn organieke anti-tankkanonnen van de 14Cie. Om 4J te voorzien van anti-tankmiddelen wordt telkens een peloton van de 1Cie Getrokken C47mm/5Div afgedeeld naar I/4J en II/4J die stelling hebben genomen achter het Kanaal Leuven – Dijle.

GnK/5Div
De volgende ochtend ontwaken de manschappen van het GnK/5Div in het dorp Perk. De installatie van de medische hulpplaats wordt uitgesteld. Door de gewijzigde divisiesector moet ook het medisch steunplan aangepast worden waardoor de medische hulpplaats van de 5Div niet langer in Perk dient te worden opgesteld. Er wordt gezocht naar een meer geschikte locatie om de nieuwe sector van de divisie te ondersteunen. Die wordt gevonden te Steenokkerzeel, op een achttal kilometer van de nieuwe voorste linies, centraal in de nieuwe divisiesector. Om 21u00 wordt de verplaatsing van Perk naar Steenokkerzeel uitgevoer. Na aankomst wordt onmiddellijk aangevangen met de opbouw van de medische hulpplaats in de school van Steenokkerzeel en tegen 23u00 is de klus geklaard. Te Berg nabij Kampenhout wordt een verzamelplaats voor lichtgewonden ingericht. Het 2J en het 4J ontvangen elk één peloton van de Geneeskundige Versterkingscompagnie en één ambulancevoertuig. De zieken en gewonden zullen afgevoerd worden van Steenokkerzeel naar het Militair Hospitaal van Brussel. De manschappen van het GnK worden voor de nacht van 11 op 12 mei ondergebracht in een theaterzaal.

Staf/5Div
Nog tijdens de nacht van 11 op 12 mei ontbiedt Luitenant-generaal Spinette de bevelhebbers van zijn eenheden voor een stafbriefing.  Vooreerst wordt de situatie te Leuven besproken.  De British Expeditionary Force (BEF) bevond zich vanaf september 1939 in Frankrijk klaar om bij de start van de Duitse aanval de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven (exclusief) verder zuidwaarts tot Waver.  Zowel tijdens de laatste maanden van de mobilisatie als tijdens de eerste oorlogsdagen bestaat enige onenigheid binnen het geallieerde oppercommando over waar precies de scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legerzone dient te lopen.  Het Britse leger is op 12 mei bij het aanbreken van de dag volledig ontplooid aan de K.W.-Stelling ten zuiden van Leuven zoals overeengekomen maar de Sector Leuven blijft een punt van onenigheid.  Spinette verklaart dat de zaak zo snel mogelijk zal uitgeklaard worden. Voorts wordt de organisatie van het front besproken.  Ook wordt bepaald dat de 5Div zijn echelons zal overbrengen naar de linkeroever van het Kanaal Leuven-Dijle.  De bagagewagens moeten te Zaventem ondergebracht worden.  De levensmiddelenechelons zullen te Berg nabij Kampenhout gestationeerd worden.

Opstelling van de 3(UK)Div in de divisiesectoren van 5Div en 10Div

Opstelling van de 3(UK)Div in de divisiesectoren van 5Div en 10Div. Bron: dossier 5th (Royal) Inniskilling Dragoon Guards, The National Archives, Kew (Londen).

In de namiddag arriveert het gros van de Britse 3rd Infantry Division [3(UK)Div], bevolen door Generaal-majoor Montgommery, in de divisiesector van de 10Div. De Britse bataljons beginnen zich te installeren in de bataljonsvakken van 5J en 6J. Aanvankelijk is er bitter weinig overleg tussen de beide divisies over de consequenties van de superpositie van de beide formaties. Op het terrein starten de Britten met de installatie van hun eigen eenheden, zonder zich al te veel te bekommeren over de verbinding en communicatie met de Belgen. De onduidelijkheid over de grens tussen het Belgische en het Britse leger heeft tot gevolg dat ook de zuidelijke limiet van de divisiesector van 5Div niet gecoördineerd is met de Britten en leidt uiteindelijk tot het feit dat twee divisies, één Belgische en één Britse, zich klaar maken om de Sector Leuven te verdedigen. Ook in de sector van de 5Div komen enkeleBritse eenheden aan. Het B Squadron van het 5th (Royal) Inniskilling Dragoon Guards [5(UK)RIDG] laat enkele pelotons stelling nemen bij de bruggen en sluizen op het Kanaal Leuven-Dijle.  Het 5(UK)RIDG is een verkenningseenheid van de British Expeditionary Force die tijdelijk onder bevel van de 3(UK)Div werd geplaatst. Het 5(UK)RIDG heeft als opdracht de noordflank van de 3(UK)Div te beveiligen. Het B Squadron heeft vier pelotons infanteristen op Universal Carrier pantserwagens en twee tankpelotons ontplooid in de sector van de 5Div. Eén peloton, het 3Pl van Lt Turner, bevindt zich in het batalonsvak van I/4J bij de vernielde brug van Wijgmaal, het peloton van Lt Gibson bevindt zich in het bataljonsvak van II/4J bij de sluis van Tildonk-Sas, het peloton van SgtMaj Bevington bevindt zich in het bataljonsvak van III/1J bij de brug van Tildonk en het peloton van SgtMaj Chunn bevindt zich in het bataljonsvak van I/1J bij de brug van Kampenhout-Sas nabij Over-de-Vaart.  De twee tankpelotons van B Squadron (de pelotons van Lt Crockett en SgtMaj Holt) worden in reserve gehouden nabij Doren.

De 5Div werkt verder aan de overgave-overname van de sector Tildonk-Wijgmaal.  Op het Kanaal Leuven-Dijle worden alle binnenschepen ten noorden van Over-de-Vaart richting Mechelen gestuurd. De divisie heeft nog af te rekenen met een ander probleem; alle ondereenheden van de 1ste Infanteriedivisie (1Div) die niet nodig waren voor bij de verdediging van de Demer/Gete-Stelling werden doorgestuurd naar hergroeperingskantonnementen te Buken, Tildonk en Wespelaar. Hiermee komen vanaf het invallen van de duisternis grote groepen militairen van de 1Div toe in de ondersectoren van de regimenten in lijn van de 5Div. Te Wespelaar bevinden deze militairen zich zelfs op amper enkele kilometers van de voorste linies achter de K.W. Stelling.  

GnK/5Div
De medische hulpplaats staat nu opgesteld te Steenokkerzeel, klaar om de eerste gewonden op te vangen. Er wordt in de sector van de 5Div op 12 mei echter nog geen strijd geleverd, de divisie wacht de komst van de vijandelijke grondtroepen af. De stellingen worden enkel sporadisch aangevallen door de vijandelijke luchtmacht. Er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de soldaten van het GnK onder te brengen bij burgers waardoor de meesten de nacht kunnen doorbrengen in een bed.

Staf/5Div
Uiteindelijk wordt op 13 mei beslist dat de Britten de Sector Leuven zullen verdedigen en dat de ganse stad evenals de zone ten zuiden van de Brusselsesteenweg wordt toegewezen aan de BEF. Gedurende de dag wordt de 10Div afgelost door de 3(UK)Div waardoor de 5Div zich vanaf nu op de zuidflank van het Belgische dispositief op de K.W. Stelling bevindt en de verbinding moet verzekeren met de BEF. Het uur van de aflossing door de Britten wordt bepaald op 14 mei om 03u00.

Deze beslissing laat toe om de artilleriemiddelen van de 5Div gevoelig te versterken.  De divisie kan nu beschikken over meer dan 100 vuurmonden die als volgt verdeeld worden:

  • Directe steun aan 2J: I/10A, II/10A, III/11A
  • Directe steun aan 4J: III/10A, II/11A, IV/11A
  • Algemene steun voor de divisie: IV/10A, I/11A en IV/2LA

‘s Avonds komt het bericht binnen dat de Demer/Gete-Stelling zal worden opgegeven de 14 mei om 04u00. Een groot deel van de Cavaleriekorps (CK) zal reeds tijdens nacht van 13 op 14 mei door Leuven terugtrekken.  Ook in de sector van de 5Div passeren diverse formaties, waaronder colonnes van het 4Li en het 24Li.  Het front komt hiermee erg dichtbij.

GnK/5Div
Het Geneeskundig Korps kent een kalme dag, wachtend op de gevechten die zullen komen. De manschappen zijn getuige van de aankomst van de Britten in Leuven.

Staf/5Div
Vanaf 04u00 worden de troepen gealarmeerd.  De stellingen worden volledig bezet tot na zonsopgang.  De Pelotons Verkenners van het 2J en het 4J blijven op post langsheen de Demer en de Dijle te Werchter, Rotselaar en Wijgmaal.  Op 1.000m voor de frontline worden alarmposten geplaatst.

De 5Div is nu volledig, met uitzondering van de 9Cie van het 4J die nog steeds te Brussel is, de Compagnie T13 die op 10 mei nog niet over zijn voertuigen beschikte, en de Provoostdienst die door de laattijdige aankomst van de aangeduide Rijkswachters nog niet operationeel is.

De 1Cie van I/4J bezet een bruggenhoofd rond de Remy fabriek te Wijgmaal.

‘s Namiddags trekt Luitenant-kolonel SBH Daubechies naar Everberg voor overleg met de  staf van de 3(UK) Div.  Hij maakt copies van de bevelen en schetsen over om de aansluiting tussen enerzijds de 2Div en de 5Div en anderzijds de 5Div en de 7(UK) Guards Brigade te verduidelijken.  Bij zijn verplaatsing naar Evere stelt hij vast dat de Britse artillerie volop in actie is.  De stafchef vermoedt dan ook dat de Duitse voorhoedes Leuven moeten bereikt hebben.  Daubechies merkt ook op dat de Britse stafofficieren erg wantrouwig staan tegenover hem, en helemaal niet geneigd zijn om hun precieze opstelling te bevestigen.

Te Leuven verloopt de aflossing van de 10de Infanteriedivisie door de troepen van Generaal-majoor Montgommery niet zonder problemen. Het 3J en het 5J kunnen hun kwartier naar behoren overdragen, maar in de ondersector van het 6J loopt de aflossing vertraging op. Hierdoor kan dit regiment niet voor dageraad wegkomen. Na de luchtaanvallen op Leuven van de afgelopen dagen wordt het risico op een verplaatsing overdag onaanvaardbaar geacht. Het 6J krijgt dan ook het bevel om de nacht van 14 op 15 mei af te wachten om zich naar achter te verplaatsen.  Hierdoor wordt de situatie op de zuidflank van de 5Div er niet duidelijker op.  Het 6J dat aansluit op de stellingen van het 4J is nog niet volledig afgelost en het risico op een gat in de defensieve stelling is reëel.

De Duitse troepen maken hun eerste contact met de stelling van de 5Div tegen 20u30 nabij de Remy fabriek van Wijgmaal en proberen door te breken op de scheiding tussen het 4J en het 6J maar door de precieze beschietingen van onze artillerie mislukken alle pogingen. Het 6J wordt over de ganse ondersector aangeklampt en kan pas ternauwernood gedurende de nacht contact verbreken. Met het verdwijnen van 6J moet het dispositief van 4J aangepast worden.

GnK/5Div
Vanaf 04u00 worden de ambulanciers van het GnK/5Div gealarmeerd. De verschillende posten van de medische hulpplaats worden volledig bezet. Terugtrekkende troepen passeren onophoudelijk Steenokkerzeel. In de loop van de dag haalt de Engelse luchtafweer, die staat opgesteld in de buurt van de medische hulpplaats, een Duits vliegtuig neer. De Duitse troepen maken hun eerste contact met de stelling van de 5Div tegen 20u30 nabij de Remy fabriek van Wijgmaal. Het Geneeskundig Korps krijgt opdracht om de helft van alle materieel op te laden met het oog op een nakende verplaatsing naar het westen.

Staf/5Div
Gedurende de nacht van 14 op 15 mei slaagt het 6J erin het gevecht af te breken en de sector van de 3(UK)Div met een dag vertraging te verlaten. Met de terugtrekking van de 10Div komt ook het 10de Regiment Artillerie (10A) ter beschikking. Omdat het geen zin geeft om artillerie in reserve te houden worden de groepen van 10A in vuurversterking gegeven van de artillerie van de 5Div. Door de aankomst van het 10A in de sector van de 5Div worden de artillerievuren herverdeeld. De 5Div geeft om 06u42 het bevel om de rangen uit te dunnen teneinde de manschappen rust te gunnen in onmiddellijke nabijheid van de gevechtsposities. Om 09u00 wordt het bevel nog aangevuld met de richtlijn dat de compagnie die staat opgesteld in het bruggenhoofd van de Remy-fabriek om de twee dagen afgelost moet worden. In de sector van de 5Div wordt steeds vaker contact gemaakt met de Duitse voorhoede. Vooral voor de linies van het 4J wordt heel wat vijandelijke activiteit opgemerkt in de omgeving van de Remy fabriek.  De artillerie beschiet verschillende doelen, waaronder diverse concentraties van pantserwagens ten zuidoosten van Wijgmaal.

Te Leuven lanceert de vijand een aanval op de stad.  Volgens de informatie die toekomt op de divisiestaf zouden de Britten gedeeltelijk teruggedrongen zijn langsheen de spoorlijn tussen Wijgmaal en Leuven.  Ook zou de vijand geïnfiltreerd zijn tussen Wilsele en Leuven.  Luitenant-generaal Spinette beveelt dan ook aan het 4J om beperkte dwarsstelling met front naar Leuven te organiseren.  Aan het 1J wordt opgelegd om de verdediging van het Kastanjebos uit te bouwen naar het zuiden toe.  Spinette brengt de staf van het VIde Legerkorps op de hoogte.  De legerkorpsstaf bevestigt dat de B.E.F. de opdracht gekregen heeft om Leuven niet op te geven, en zo nodig tot de tegenaanval moet overgaan.  Hierop worden de bevelen die aan het 1J overgemaakt zijn, ingetrokken.

Voor 2J blijft het relatief rustig tot na de middag.  Vanaf ongeveer 14u30 starten de eerste vijandelijke artillerievuren op de posities. De divisiestaf beveelt aan de eenheden om het niet noodzakelijke wagenpark over te brengen ten westen van Vilvoorde.

GnK/5Div
Ook het Geneeskundig Korps maakt zich klaar voor het gevecht. Er wordt gestart met het graven van loopgrachten en wachtposten voor de beveiliging van de medische hulpplaats worden uitgezet. De eerste gewonden komen toe in de hulpplaats, sommigen zijn er erg aan toe.

TptK/5Div
Het 2J meldt aan de divisiestaf dat er in de conservenfabriek ‘La Corbeille’ te Wespelaar nog een grote hoeveelheid ingeblik liggen.  De divisiestaf vraagt aan het PARa om de conserven op te halen.

Staf/5Div
Het eerste operatieorder van de divisie voor 16 mei schrijft voor dat de K.W. Stelling ‘te allen prijze’ moet verdedigd worden. Er worden specifieke maatregelen opgelegd voor het geval dat het Kanaal Leuven-Dijle te Tildonk of te Wijgmaal zou overschreden worden. Rond 12u00 geeft de commandant van de 5Div de toelating aan de regimenten opgesteld in lijn (2J en 4J) om tijdens de nacht van 16 op 17 mei één van de twee bataljons ontplooid in eerste echelon te laten vervangen door het bataljon opgesteld in tweede echelon. De aflossing moet compagnie per compagnie gebeuren en de verkenningen voor de aflossing dienen onmiddellijk na de middag aan te vangen. Vanaf het middaguur meldt het 4J de eerste Duitse troepen in de straten van Wijgmaal. Om 15u00 ontwikkelt zich een eerste aanval op het bruggenhoofd van de Remy fabriek.  Nog geen uur later melden de waarnemers op de fabriekstoren dat de vijand bezig is met de bouw van vlotten onder bescherming van de bebouwde kom.  De Belgische artillerie verstoort de voorbereidingen.  Tot viermaal toe (17u15, 19u00, 20u00 en 21u20) volgen nieuwe aanvallen op de Remy fabriek.  De 2/I/4J houdt echter stand.

Ondertussen komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse Général d’Armée Billotte) om verder westwaarts te trekken [6]. Luitenant-generaal Spinette krijgt het bevel tot de evacuatie van de K.W. Stelling zonder dat de KW Stelling ten volle verdedigd werd. Het Duitse leger wist immers een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een veilige manier. Aan het Kanaal van Willebroek zal de tijdelijke verdediging uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie die de noordelijke sector, vanaf de samenloop van de Schelde en Rupel tot in Willebroek voor zijn rekening zal nemen terwijl het kanaal tussen Willebroek en Vilvoorde door de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en 2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR) beveiligd zal worden. Er is echter geen divisiestaf die de actie van deze vier regimenten coördineert. Ten zuiden van Vilvoorde neemt het Britse leger over. Langs de Dender zal de 1DivChA instaan voor de beveiliging.

In navolging van de nieuwe orders zal de divisie zich tijdens de nacht van 16 op 17 mei verplaatsen naar de regio Vilvoorde-Merchtem.  Als enige overgangspunt over het Kanaal van Willebroek zal de brug van Vilvoorde gebruikt worden.  Alle motorvoertuigen moeten het kanaal oversteken om 20u00.  De artillerie, het paardengerij van het Geneeskundig Korps en het Peloton voor Infanteriemunitie zullen om 21u00 volgen. Het gros van de divisie zal dan de K.W. Stelling verlaten vanaf 22u00.  De achterhoede en de elementen die nog in contact zijn met de vijand zullen artilleriesteun krijgen van twee groepen van 11A.  De allerlaatste eenheden moeten het front opgeven tegen 03u00 op 17 mei.  De aftocht zal gedekt worden door een mobiele achterhoede bestaande uit de drie Pelotons Verkenners en het Wielrijderseskadron.  Generaal-majoor Chardome leidt de achterhoede.  Het 5Gn wordt belast met het weghalen of vernielen van de bruggen over het Kanaal Leuven-Dijle.

De divisiestaf verneemt eveneens dat de naburige Britse troepen het bevel gekregen hebben om vanaf 21u00 terug te trekken.  Hun infanterie zal per vrachtwagen vervoerd worden.

GnK/5Div
De medische hulpplaats is sinds 11 mei operationeel in de school van Steenokkerzeel en kent hier een erg drukke bedrijvigheid. Tussen 11 mei en 16 mei zullen ongeveer 600 gekwetsten opgenomen worden. Het Militair Hospitaal te Brussel kan het aantal doorgestuurde zieken en gewonden niet bijhouden. Het Medisch-Chirurgisch Centrum van Aalst is dan ook ingeschakeld als alternatieve bestemming voor de opgenomen militairen. De ambulancevoertuigen van de divisie zullen in die zelfde periode niet minder dan 1.350 patiënten transporteren. De hulpplaats wordt in de late namiddag gesloten en het materieel wordt op de voertuigen geladen. Wanneer de colonne om 19u45 klaar staat om te vertrekken wordt ze door een aantal Duitse vliegtuigen gemitrailleerd zonder dat hierbij schade wordt geleden. De medische eenheden verlaten Steenokkerzeel om 20u00 en verplaatsen zich naar Erpe. De colonne steekt tijdens de verplaatsing heel wat terugtrekkende soldaten te voet voorbij.

Staf/5Div
Luitenant-generaal Spinette bereikt de brug van Vilvoorde in de tweede helft van de nacht van 16 op 17 mei en houdt hier enkele uren halt om het voorbijtrekken van zijn colonnes na te gaan.  De brug is ondermijnd door de Britse genie die de generaal laat weten dat het kunstwerk om 11u00 zal opgeblazen worden.  Spinette bekomt dat de vernieling uitgesteld zal worden tot na de doortocht van de laatste Belgische troepen

De eenheden bereiken de etappeplaatsen ten westen van het kanaal van Willebroek:

  • Hoofdkwartier 5Div en 10A: Merchtem
  • 11A: Breestraten
  • 1J, 5Gn, 5TTr: Wolvertem
  • 2J en versterkingen: Beigem
  • 4J en versterkingen: Grimbergen en Sint-Brixius-Rode, ten noorden van de baan Vilvoorde-Merchtem
  • Geneeskundig Korps: Meuzegem
  • Peloton voor Infanteriemunitie: wijk Den Dries te Wolvertem

In de rustplaatsen worden de eenheden geconditioneerd voor de volgende nachtmars die de eenheden ten westen van de Dender moet brengen. Het II/2J wordt naar de brug over het Kanaal van Willebroek te Het Sas gestuurd om er het 1CyF te versterken. De Duitsers slagen er echter in om hier het kanaal bij verrassing over te steken en het rustkantonnement van II/5Li aanvallen. Het II/2J en II/5Li slagen er in na hevige gevechten de infiltratie in de buurt van Humbeek te stoppen. Bij de gevechten te Het Sas en in Humbeek sneuvelen 12 Jagers en 22 Lignards. Tijdens de nacht van 17 op 18 mei wordt verder gemarcheerd naar het Bruggenhoofd Gent.

1Cie Getrokken C47mm/5Div
De 1Cie C47mm/5Div wordt samen met het gros van 4J ingekwartierd te Grimbergen. Tot de namiddag verloopt alles rustig in het kantonnement van het 4J.  Wanneer na de middag echter een detachement motorwielrijders van de IIde Groep van het 1ste Licht Regiment (II/1LR) in alle paniek doorheen Grimbergen stuift, laat Kolonel SBH Dengis het II/4J aan de oostrand van het dorp ontplooien, onder dekking van het Peloton Verkenners. Wanneer de commandopost van het regiment verneemt dat te Humbeek een aanval op de Belgische posities plaatsvindt en er in de rangen van het aldaar gekantonneerde 5de Linieregiment (5Li) eveneens paniek is uitgebroken, laat Dengis de volledige 1Cie Getrokken C47mm/5Div ontplooien langs de noordrand van Grimbergen.

GnK/5Div
De colonne van het GnK is de ganse nacht van 16 op 17 mei onderweg en komt rond 05u00 aan te Erpe, net ten westen van Aalst. Bij het passeren van Aalst staan meerdere huizen nog in brand ten gevolge van het luchtbombardement dat de dag voordien op de stad werd uitgevoerd. Bij aankomst in Erpe worden de voertuigen niet uitgeladen. Ze worden verdekt opgesteld en klaar gemaakt voor een volgende nachtelijke verplaatsing. Te Erpe worden kantonnementen opgezocht om gedurende de rest van de dag uit te rusten voor de volgende verplaatsing die zal plaatsvinden tijdens de nacht van 17 op 18 mei. Er wordt vanaf nu vooral ’s nachts gereden om geen doelwit te vormen voor de Duitse luchtmacht. De ganse dag passeren burgers op de vlucht de dorpskern van Erpe. Om middernacht verlaat de colonne van het Geneeskundig Korps Erpe om zich naar Oosterzele te begeven.

Staf/5Div
De 5de Infanteriedivisie houdt halt in zijn nieuwe kantonnementsgebied rondom het dorp Erpe.  De divisie zal worden ingeschakeld voor de verdediging van het Bruggenhoofd Gent en zal onder het bevel van het VI/LK een sector innemen tussen Semmerzake en Munte.

GnK/5Div
De colonne van het GnK, die om middernacht uit Erpe vertrok, komt omstreeks 05u00 toe te Oosterzele waar rustkantonnementen worden ingenomen. De manschappen krijgen de raad om zo veel mogelijk binnen te blijven en de voertuigen aan het zicht van de vijandelijke vliegeniers te onttrekken door ze in schuren en loodsen te parkeren. Om 18u00, na het invallen van de duisternis verlaat de colonne het Geneeskundig Korps Oosterzele om zich naar Wakken te begeven. De colonne komt toe te Wakken rond 22u00 waarna de soldaten worden ondergebracht in een theaterzaal om de nacht door te brengen.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/5Div
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Het VIde Legerkorps heeft het bevel overgenomen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake en Kwatrecht. Er worden vier divisies ontplooid in deze zone. De Zone van het VILK is als volgt georganiseerd:

  • de 5de infanteriedivisie krijgt de sector Semmerzake-Munte toegewezen
  • de 4de infanteriedivisie wordt gecentraliseerd in de sector Munte-Betsberg
  • de 2de infanteriedivisie sluit de linies af door inname van de sector Betsberg-Kwatrecht
  • de 1DivChA zal opgesteld worden in diepte achter de Schelde

Tijdens de derde en laatste nachtelijke etappe van de terugtocht K.W. Stelling komt de 5de Infanteriedivisie aan op zijn nieuwe posities langsheen de zuidrand van het Bruggenhoofd Gent. Van Erpe wordt via Burst en Eke het bruggenhoofd binnen gemarcheerd in de richting van Vurste. De terugtocht wordt gedekt door de achterhoede van het Wielrijderseskadron van de 5de Infanteriedivisie die zich voor deze opdracht te Impe gehergroepeerd hebben. Bij aankomst in het Bruggenhoofd Gent neemt de 5Div de ondersector van het 7Li over. Het 7Li van de 4Div bezette tijdelijk de Sector Semmerzake-Munte tot de aankomst van de 5Div.

Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) werd gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel.

In de divisiesector van de 5Div bevindt zich het weerstandsnest Muntekouter, één van de twee weerstandsnesten in de bunkergordel.  In dit weerstandsnest staan de bunkers vrij kort tegen elkaar en men vindt er ook alle bunkertypes terug: van de lichte éénkamerbunkers tot de zwaardere bunkers voor C47mm. De verdediging verloopt hier in de vier windstreken. De bunkers hadden hier praktisch dezelfde functie als een fort en het geheel moest volledig op zichzelf kunnen standhouden.

Van de te verdedigen stelling is voor de oorlog een volledig dossier met de opstelling en bezetting opgemaakt. Dit dossier evenals de sleutels van de abri’s zijn evenwel verloren gegaan en de eenheden van de 5Div moeten zelf uitzoeken waar zich de bunkers bevinden. De Cointet en Tetraëder anti-tank hindernissen zijn nooit geplaatst en ook de draadhindernissen zijn op vele plaatsen opgeruimd door de boeren die hun vee naar de weiden moesten brengen. De eenheden van de 5Div die de stelling zullen bemannen moeten de bunkers zelf inrichten en ook de verbindingsloopgraven terug in orde brengen.

De drie regimenten van de 5Div nemen de stelling van het 7Li over en zullen als volgt ontplooid worden:

  • Het 4de Jagers te Voet krijgt de linker ondersector Munte en leunt aan bij het 7Li van de 4Div
    • Op het eerste echelon wordt het IIIde Bataljon opgesteld in kwartier west, en het IIde Bataljon in kwartier oost.  Het IIIde Bataljon wordt hiermee verantwoordelijk voor het weerstandsnest Muntekouter.  Het IIde Bataljon verdedigt het dorp Munte.
    • Het Iste Bataljon zal het tweede echelon van de regimentspositie bezetten.
    • De frontlinie wordt gedekt door twee voorposten.  Een eerste voorpost zal ingericht worden bij herberg Het Hert te Baaigem, en de tweede voorpost op het gehucht Het Heet.
  • Het 1ste Jagers te Voet krijgt de ondersector Vurste in het centrum toegewezen;
  • Het 2de Jagers te Voet krijgt de rechter ondersector Semmerzake en maakt de verbinding met het 8Li van de 9Div.
    • Het regiment beschikt nog slechts over twee van de drie fuseliersbataljons.  Hiermee worden twee echelons ingericht.  De restanten van het IIde Bataljon die het regiment bijgebeend hebben, worden voorlopig bij het IVde Bataljon gevoegd.
  • Het divisiehoofdkwartier is opgesteld in Klosse nabij De Pinte.
  • De Medische Hulpplaats van de divisie wordt ingericht in de gebouwen van de Sint-Maartenskring te Petegem-aan-de-Leie.

GnK/5Div
De manschappen ontwaken in Wakken waar alles nog kalm is. De voertuigen worden niet ontladen want het is niet in Wakken dat de medische hulpplaats zal worden opgesteld. De soldaten krijgen de kans om naar de zondagsmis gaan hetgeen door enkelen wordt aangegrepen om er vandoor te gaan. Rond het middaguur wordt Wakken verlaten en wordt een verplaatsing uitgevoerd naar Petegem-aan-de-Leie dat tegen 15u00 bereikt wordt. Hier wordt de medische hulpplaats van de divisie ingericht in de gebouwen en de ommuurde binnenkoer van de Sint-Maartenskring, een toneelgezelschap van Petegem. De gebouwen liggen aan de Kortrijksesteenweg 84 tegenover het klooster [7].  Van hier uit moeten slachtoffers overgebracht worden naar het Medisch-Chirurgisch Centrum op niveau leger te Torhout.  De hele dringende gevallen mogen per uitzondering naar het Militair Hospitaal te Gent vervoerd worden.

TptK/5Div
Het PARa wordt gestationeerd op het Kasteel van Wielsbeke.  Het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark wordt geopend te Oostrozebeke.

Staf/5Div
Van Munte tot Semmerzake staan de drie regimenten als volgt opgesteld: het 4J bezet de linkerflank, het 2J bezet de rechter ondersector en het 1J wordt in tweede echelon opgesteld achter 4J en 2J. Het HK bevindt zich nog steeds in Klosse.

GnK/5Div
In de medische hulpplaats te Petegem wordt alles in gereedheid gebracht voor de komst van de eerste gewonden, het materieel wordt opgesteld en er wordt grondig gepoetst. Tegen de avond komen enkele gewonden binnen.

Staf/5Div
De 5de infanteriedivisie blijft op post aan het Bruggenhoofd Gent. Het blijft rustig in hun sector en zullen geen noemenswaardige gevechten uitbreken. Het zwaartepunt van de Duitse opmars door Vlaanderen ligt de komende dagen in de richting van het Kanaal Gent-Terneuzen en Gent en de sectoren aan de Bovenschelde net ten zuiden van de stad worden voorlopig ontzien.
Het HK bevindt zich nog steeds in Klosse.

GnK/5Div
Alles blijft rustig bij het Geneeskundig Korps dat zich een twintigtal kilometer achter de voorste linies bevindt. In de loop van de dag bereikt de Duitse voorhoede de voorste linies van de 5Div en de eerste schermutselingen vinden plaats. Er vallen enkele gewonden bij het 4de Regiment Jagers te Voet die naar de medische hulpplaats van Petegem worden afgevoerd. Onder hen een gevangen genomen Duitse militair.

Staf/5Div
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. 

In de eerste fase, tijdens de nacht van 22 op 23 mei zullen de 16Div en de 18Div herontplooien om de stad Gent te verdedigen; de 1Div zal de stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen, de 2Div en de 4Div zullen het bruggenhoofd Gent verlaten, terwijl ten zuiden van de stad de 1Div Ardeense Jagers en de 5Div nog achter de Schelde opgesteld blijven teneinde de terugtocht van de 2Div en de 4Div te ondersteunen. In de tweede fase, tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen de 1Div Ardeense Jagers en de 5Div zich vervolgens achter de Leie terugplooien.

Bij de infanterieregimenten van de 5Div zal het 1J de Schelde oversteken via de wegbrug en de militaire loopbrug te Eke.  Het 4J zal gebruik maken van de militaire EAP brug over de Schelde te Teirlinck (oftewel Teirlinckput – TBC).  Het 2J tenslotte zal zijn colonnes verdelen over de beide bruggen.  Generaal-majoor Chardome wordt verantwoordelijk voor de achterhoede die voor elk van de infanterieregimenten zal bestaan uit twee pelotons per bataljonsvak van het eerste echelon.  Deze vaste elementen zullen gedekt worden door een mobiele achterhoede bestaande uit de Pelotons Verkenners en het Wielrijderseskadron.

GnK/5Div
De medische hulppost blijft de ganse dag actief te Petegem, verschillende gewonden worden er verzorgd. In de verte horen de brancardiers het schieten van de artillerie. Om 20u00 wordt het bevel geven om de medische hulpplaats op te laden. Er moet een verplaatsing gemaakt worden naar Lotenhulle.

TptK/5Div

  • PAMI/TptK
    Vanaf 18u30 start het Autopeloton voor Infanteriemunitie van de divisie met het ophalen van alle munitie in overtal uit de bunkers van het bruggenhoofd.  Alleen de organieke dotatie zal behouden worden binnen de eenheden.

Staf/5Div
Tijdens de nacht van 22 op 23 mei steekt de 5de infanteriedivisie de Schelde over en neemt nieuwe posities in tussen de Schelde en de Leie, ten oosten van Deinze. De regimenten bemannen een dwarsstelling tussen Astene en Eke om de terugtocht van de andere troepen uit het Bruggenhoofd Gent te helpen beveiligen.  Deze sector is verdeeld in drie ondersectoren:

  • Ondersector Astene: 2J
  • Ondersector Nazareth: 4J
  • Ondersector Eke: 1J

Het 2J stelt zijn IIIde Bataljon op in deze ondersector.  Het Iste Bataljon vormt samen met het Wielrijderseskadron de reservemacht van de divisiestaf.  Deze eenheden worden samen met de divisiestaf te De Pinte ondergebracht.

De 5de divisie zal zich tijdens de nacht van 23 mei via Deurle terugtrekken uit het gebied tussen de Leie en de Schelde en het Esk Cy 5Div keert die avond terug naar de Leiebrug om er de achterhoede te vormen. Generaal-majoor Chardome, bevelhebber infanterie van de 5de divisie, blijft de ganse nacht op post bij de brug van Deurle om de divisie te zien voorbij marcheren.

GnK/5Div
Het Geneeskundig Korps bereikt kort na middernacht Lotenhulle. Onmiddellijk wordt gestart met de installatie van de medische hulpplaats. Gedurende de dag komen er veel gewonden toe in de medische hulpplaats, zowel militairen als burgers. De ambulances worden ingezet om gewonden af te voeren naar het Sint-Andriesziekenhuis aan de Krommewalstraat te Tielt. Korporaal Hilaire Pollet, één van de gewonde militairen die wordt binnengebracht, sterft aan van zijn verwondingen in het lazaret en wordt door de brancardiers van het GnK begraven op het kerkhof van Lotenhulle [8].

Staf/5Div
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei neemt de 5de Infanteriedivisie zijn nieuwe verdedigingslinies in aan het Afleidingskanaal van de Leie.  De nieuwe ondersector wordt in het noorden begrensd door een lijn tussen de noordelijke hoek van het Kranepoelmeer nabij Bellem en de brug van de spoorlijn Brussel-Oostende over het Afleidingskanaal.  Deze brug wordt verdedigd door de 5Div.  Vanaf hier vervolgt de 2Div het front.  In het zuiden wordt de grens van de sector gevormd door de baan van Nevele naar Lotenhulle.  Het dorp Nevele is voor rekening van de naburige 4Div.

Initiële opstelling van de 5Div aan het Afleidingskanaal van de Leie op 24 mei 1940.

Initiële opstelling van de 5Div aan het Afleidingskanaal van de Leie op 24 mei 1940.

De divisie wordt als volgt in lijn opgesteld:

  • De divisiestaf is ondergebracht te te Lotenhulle.
  • Het 1ste echelon loopt langs de westelijke oever van het kanaal.  Het 2de echelon volgt de loop van de Kozijnbeek, en leidt dan naar de gehuchten Bosstraat en Borrewal.  Het 3de echelon verbindt het gehucht Reibroek met de kapel van Braamdonk.
  • Van noord naar zuid zullen het 4J, 2J en 1J opgesteld worden.  Het 4J en 1J plaatsen telkens één bataljon op elk van de echelons.  Het 2J beschikt nog slechts over twee fuseliersbataljons en laat zijn derde echelon dan ook onbezet.
  • Het 11A blijft artilleriesteun leveren, met de Iste Groep ten voordele van het 4J, de IIde Groep bij het 2J en de Iste Groep bij het 1J.  De houwitsers van de IVde Groep vormen het algemeen vuursteunelement voor de divisie.
  • De divisie beschikt ook nog over de Compagnie T13 van de 8Div.  Deze wordt te Lotenhulle behouden, samen met het Wielrijderseskadron.

De inplaatsstelling wordt voltooid tegen 11u00.

Om 18u30 beveelt de divisiestaf aan het IIIde Bataljon van het 1J  om zich te verplaatsen naar het gehucht Prostdij, ongeveer halverwege tussen Lissewege en Poesele.  Het VIde Legerkorps wil hiermee een mogelijke doorbraak blokkeren in de sector van de 4Div.  Bij deze divisie ontbreekt immers een relatief groot deel van de collectieve bewapening, en de formatie wordt beschouwd als een zwakke schakel in het front.

Ten gevolge van het vertrekt van het III/1J moet het derde echelon gereorganiseerd worden.  Het Iste Bataljon van het 4J moet zich verspreiden tussen Reibroek en Braamdonk om de drie regimenten te dekken met telkens een compagnie.

GnK/5Div
De medische hulpplaats van de 5Div staat bij het begin van de dag nog steeds opgesteld te Lotenhulle. Tijdens de ochtend wordt al een gedeelte van de infirmerie overgeplaatst naar Wingene. Een tweede detachement moet nog in Lotenhulle blijven. ’s Middag krijgen ook de achterblijvers bevel om naar Wingene te vertrekken. Het materieel wordt opgeladen waarna de colonne tegen 15u00 vertrekt. Het laatste deel van het GnK komt om 16u00 aan te Wingene. De verplaatsing is zonder incidenten verlopen. Vanuit Wingene is het kanongebulder van aan de frontlinie nog duidelijk te horen en de eenheid wordt voortduren overvlogen door vijandelijke vliegtuigen.

Staf/5Div
Bij de 4Div ten zuiden van de 5Div leidt een vijandelijke aanval in de ondersector van het 15Li tot een totale ineenstorting van het front.  Het 15Li desintegreert en ook het 7Li en 11Li worden al snel teruggedrongen.  De gebeurtenissen bij de 5Div zullen op 25 mei dan ook voor het allerbelangrijkste deel bepaald worden door wat zich bij de 4Div voordoet.

In een eerste reactie laat Luitenant-generaal Spinette het dorp Lotenhulle en zijn divisiehoofdkwartier veilig stellen door het ontplooien van het Wielrijderseskadron en de drie T13 pantserwagens ten zuiden van dit dorp.

Wanneer rond 10u30 het dorp Nevele in handen van de vijand valt, laat de divisiecommandant het Wielrijderseskadron opschuiven in de richting van het gehucht Bollestraat.  Ook wordt het Iste Bataljon van het 4J weggehaald van het derde echelon on zich op te stellen tussen Braamdonk en Veldeken.

Een goed half uur later wordt besloten om een volwaardige dwarsstelling uit te bouwen met front naar de sector van de 4Div.  Tegen het middaguur worden de volgende bevelen verspreid:

  • Tussen Lotenhulle en het eerste echelon van ondersector zuid zal een dwarsstelling bezet worden over Bollestraat, Braamdonk en Veldeken, bestaande uit van west naar oost het Wielrijderseskadron van de 5Div, het Iste Bataljon van het 4J, het IIIde Bataljon van het 2J en het Iste Bataljon van het 1J.
  • De troepen moeten het vuur openen op elke vijand, verrader of burger die zich voor deze linie aandient.
  • Er moet zo snel mogelijk contact gemaakt worden met de bevriende troepen te Poesele.  Hiervoor zal het Iste Bataljon van het 1J zuidwaarts geschoven worden.
  • Zodra de situatie bij de 4Div duidelijker geworden is, moeten de troepen per peloton naar het Afleidingskanaal vorderen in de hoop het verloren gegane terrein te heroveren.
Aanpassingen doorgevoerd op 25 mei. De posities in stippellijn werden bevolen om 11u00, na de vijandelijke doorbraak bij de naburige 4Div. De posities aangeduid met de letters CA betreffen de tegenaanval naar de Poekebeek bevolen om 21u00 door het VIde Legerkorps.

Aanpassingen doorgevoerd op 25 mei. De posities in stippellijn werden bevolen om 11u00, na de vijandelijke doorbraak bij de naburige 4Div. De posities aangeduid met de letters CA betreffen de tegenaanval naar de Poekebeek bevolen om 21u00 door het VIde Legerkorps.

Na de middag is het even niet duidelijk meer of de Duitsers nog steeds in Nevele zijn.  Om 13u30 krijgt het 1J het bevel om patrouilles uit te sturen naar Nevele, en in het dorp een peloton te ontplooien indien de vijand vertrokken zou zijn. 

Om 15u15 beveelt de divisiestaf aan Kolonel Dagois van het 1J om een tegenaanval uit te voeren naar Meigem met zijn IIde Bataljon en met het IIIde Bataljon van het 2J dat zich ten westen van deze eerste eenheid bevindt.  De beide bataljons krijgen de steun van een paar T13 tankjagers.  De tegenaanval moet door infiltratie met kleine detachementen gebeuren.

Tegen 18u00 is het gros van het IIde Bataljon te Nevele.  De vijandelijke aanwezigheid maakt echter dat het bataljon niet ken overgaan tot de bezetting van het dorp.  Het II/1J en III/2J trekken zich terug achter de Poekebeek en graven zich hier in.  Hierbij wordt te Poesele de aansluiting gemaakt met het III/1J.  Tegen 21u00 ontstaat zo een min of meer continu front langsheen de beek, dat vanaf de noordrand van Nevele tot aan Beekkant bezet wordt door de 5Div.

Om 20u00 gaat het I/4J over naar de 4de Infanteriedivisie.  Het bataljon zal tijdens de nacht van 25 op 26 mei doorgestuurd worden naar Aarsele om in dit dorp front te maken naar het oosten.  Hiermee moet een mogelijke verdere doorbraak van de Duitse troepen rond Vinkt geblokkeerd worden.  Het I/4J zal hierbij echter niet aangehecht worden bij de 4de Infanteriedivisie, maar wel bij de 1ste Divisie Ardeense Jagers.

GnK/5Div
De medische hulpplaats wordt niet aangevallen en kan ongestoord zijn opdracht vervullen. Tegen de avond komen weer veel gewonden toe. Het is een drukke dag geweest voor het personeel van de medische hulpplaats.

Staf/5Div
Ten gevolge van het wegvallen van de 4de Infanteriedivisie, is de sector toegewezen aan de 5de Infanteriedivisie veel te breed geworden.  De divisiestaf heeft de controle over het front aan het Afleidingskanaal van de Leie tussen Landegem en Nevele, en langsheen de dwarsstelling langsheen de Poekebeek.  Samen bedraagt dit zo’n 10Km.

In de avond van 26 mei besluit Luitenant-generaal Spinette om zijn sector te reorganiseren:

  • De divisiestaf zal tijdens de eerste helft van de nacht van 26 op 27 mei verhuizen naar een nieuwe locatie in het gehucht Sterrewijk ten westen van Aalter.
  • Ondersector West wordt toegewezen aan Kolonel SBH Dengis die de verdediging van het westelijke uiteinde van de dwarsstelling van de Poekebeek overneemt.  De kolonel krijgt zo het bevel over het IIde Bataljon van het 4J en het IIIde Bataljon van het 1J.  Hij neemt de commandopost over van de 5Div te Lotenhulle.  Ten westen van de ondersector van Dengis start de sector van de 1ste Divisie Ardeense Jagers en liggen de posities van het IIIde Bataljon van het 2ChA.  De artilleriesteun van deze ondersector wordt geleverd door de III/11A.
  • Ondersector Centrum staat onder het bevel van Kolonel Dagois van het 1J en omvat het oostelijke deel van de dwarsstelling van de Poekebeek.  Dagois beschikt hiervoor over het II/1J langsheen de kanaaloever bij Nevele, het III/2J langsheen de Poekebeek net ten westen van Nevele, en over het I/1J op het tweede echelon.  De artilleriesteun wordt geleverd door de II/11A.
  • De positie langsheen het kanaal wordt Ondersector Oost onder het bevel van Kolonel SBH Lescornez van het 2J.  Hij beschikt over het I/2J en het III/4J.  Deze ondersector wordt gesteund door de I/11A.

GnK/5Div
De toestand aan de frontlinie wordt hachelijk. Dit merken ze ook in de medische hulpplaats waar standvastig gewonden van alle rangen toekomen; officieren, onderofficieren en soldaten. Ook twee gevangen genomen Duitsers krijgen verzorging. Sommige gewonden overleven hun verwondingen niet en sterven tijdens de behandeling.

Staf/5Div
Ook nog tijdens de eerste helft van de nacht van 26 op 27 mei laat de divisiestaf drie routes voor een mogelijke evacuatie verkennen en afbakenen door het 5Gn.  De 5Div wil hiermee verzekeren dat bij een terugtocht van het Afleidingskanaal zoveel mogelijk materieel kan gerecupereerd worden.  De staf is vanaf 01u30 operationeel in het gehucht Sterrewijk.

Voor het front van de 5Div opereert nog steeds de Duitse 225. Infanteriedivision.  Bij deze divisie worden het 376ste en het 377ste regiment in westelijk richting gestuurd.  Het 333ste regiment krijgt echter Poesele als objectief en zal hiermee de grootste bedreiging vormen voor de 5Div in Ondersector West en Ondersector Centrum.

Omstreeks 14u00 laat het VIde legerkorps weten dat in de nacht van 27 op 28 mei alle formaties teruggetrokken zullen worden naar een volgende verdedigingslinie tussen Knesselare, Sint-Joris, Maria-Aalter, Ruiselede en Tielt. 

Luitenant-generaal Spinette laat de voorbereidingen starten voor deze nieuwe terugtocht.  De divisie moet zich in de komende nacht terugtrekken naar de steenweg Aalter-Tielt.  Hierbij wordt bepaald dat Kolonel SBH Dengis van 4J verantwoordelijk zal worden voor de vaste achterhoede die opgesteld zal worden tussen de gehuchten Markette en Bollewegel ten noordoosten van Lotenhulle.  De achterhoede zal bestaan uit het IIde Bataljon van het 4J, het Wielrijderseskadron, het Peloton Verkenners van het 4J, en twee T13 tankjagers.  Deze formatie zal gesteund worden door de Iste en IIde Groep van het 11A.  Het Wielrijderseskadron zal achter het II/4J ontplooid worden.  De inplaatsstelling van deze vaste achterhoede start vanaf 19u30, en verloopt zonder grote problemen.

Vervolgens wordt de ganse sector van de 5Div ontruimd.  De eenheden verlaten hun stellingen vanaf 20u15 en trekken tussen 20u30 en 23u30 doorheen de achterhoedepositie van Kolonel SBH Dengis.

Om middernacht tijdens de nacht van 27 op 28 mei krijgt Kolonel SBH Dengis volmacht om het einde van de achterhoedeopdracht zelf te bepalen.  De kolonel beveelt dat de lijn Markette-Bollewegel om 01u15 zal opgeheven worden.   

GnK/5Div
Het blijft druk in het lazaret, alleen al in de voormiddag worden honderd gewonde militairen binnengebracht. Ondertussen neemt de luchtdreiging niet af, talrijke vliegtuigen blijven overvliegen. Om 10u00 wordt Wingene gebombardeerd. Enkele bommen vallen in de onmiddellijke omgeving van de medische hulpplaats. Bij het bombardement valt er één dode en meerdere gewonden. De ruiten van het gebouw waar de hulpplaats is geïnstalleerd breken. Er ontstaat paniek maar toch moet er doorgewerkt worden want de gewonden blijven toestromen. Het verplegend personeel raakt uitgeput door het vele werk en de angst voor nieuwe bombardementen.

Staf/5Div
De staf van 5de Infanteriedivisie verplaatst zich tijdens de eerste helft van de nacht van 27 op 28 mei naar het gehucht Plattebeurze, even ten noorden van Hekke.  Deze locatie is echter niet veilig omwille van de snelle Duitse opmars.  Het hoofdkwartier trekt verder naar Ruddervoorde en installeert zich hier op het Kasteel Pecsteen even ten noorden van de dorpskern.  Hier wordt even na 07u30 het nieuws van de capitulatie vernomen.

GnK/5Div
De medische hulpplaats staat nog steeds te Wingene. Wanneer de manschappen ’s morgens opstaan, zien ze verschillende troepen voorbijtrekken. Soldaten bezatten zich in de kroegen van het dorp. Het gerucht doet de ronde dat de oorlog afgelopen is, er worden echter geen nieuwe orders gegeven.

GnK/5Div
Er zijn nog steeds geen nieuwe orders, er wordt wat gegeten en gewacht. Om 16u30 wordt bevel gegeven om de hulpplaats op te laden en in colonne naar Ruddervoorde te rijden waar de rest van de divisie zich bevindt. De voertuigen moeten naar het Kasteel Lakebossen gebracht worden. Daar moeten de manschappen bij de voertuigen blijven wachten. Enkelen vinden dat het genoeg geweest is en vertrekken naar huis.

Na de capitulatie

Generaal-majoor Chardome

GnK/5div
Na de capitulatie blijven de soldaten van het Geneeskundig Korps zonder orders achter bij de voertuigen die geparkeerd staan in het park van het Kasteel Lakebossen. Veel eten is er niet, het blijft beperkt tot enkele droge beschuiten. Op 30 mei komen de eerste Duitsers aan op Kasteel Lakebossen en worden de manschappen ontwapend. Ze moeten van de Duitsers blijven wachten bij de voertuigen op verdere orders. Ondertussen wordt ook de soldij uitbetaald. Vanaf 6 juni krijgen ze eten van de Duitsers. Het Duits brood wordt allesbehalve op prijs gesteld. Op 7 juni komt uiteindelijk het bevel om te vertrekken. Om 10u00 wordt een colonne te voet samengesteld en er wordt afgemarcheerd via Wingene en Poeke naar Nevele. Hier worden ze per vrachtwagen naar Vinderhoute gebracht waar ze om 20u00 toekomen en de nacht doorbrengen. De manschappen verblijven nog tot maandag 10 juni te Vinderhoute. Op 11 juni wordt via Drongen en Gent naar Destelbergen gemarcheerd. Hier bekomen ze hun “Entlassungsschein” en mogen de dienstplichtigen naar huis terugkeren.

Generaal-majoor Lambert Chardome
Na vier jaar krijgsgevangenschap zou Generaal-majoor Lambert Chardome in 1944 door bemiddeling van Rex-leider Léon Degrelle terugkeren naar ons land met de intentie om het bevel op te nemen van de tot divisie verheven Waalse afdeling van de Waffen-SS.  De intenties van Chardome werden in de media afgekondigd.  Onder druk van zijn familie zag de generaal af van het plan, dat hem evenwel een gevangenisstraf van 15 jaar zou kosten.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
Cie IntAERTSPaul, A.KplMil2124.09.1901Brussel23.05.1940Sleidinge
ARCA/TptKBOURDONFernand, C.SdtMil1926/12/1893Paris (F)10.05.1940Heers
C47DELARGELéon, C.A.AdjtMil3713.06.1914Liège27.05.1940Aarsele
PARA/TptDELAUWMaurice, E.SdtMil3517.10.1915La Louvière20.05.1940Gavere
Staf/5IDFONTAINEGuy, A. J.WmWDieN3114.04.1911Sint-Gillis29.05.1940KoksijdeGemobiliseerd uit 1G
C47/T13HUBEAUAndré, J.G.KplMil3723.04.1918Wanfercée-Baulet23.05.1940Brasschaat
PARA/TptMOTTOULLECharles, J.SdtMil2112.03.1901Jauche27.05.1940Oostende
C47QUINETEdgard, R.G.KplMil3620.04.1916Wangenies26.05.1940Aarsele
TptKVAN VLASSELAERPaul, L.G.WMMil3018.02.1910Court-Saint-Etienne20.05.1940Gavere

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Brussel – Charleroi [On Line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_brussel_charleroi/kanaal_brussel_charleroi   [Laatst geraadpleegd 5 maart 2023].
  2. Opstelling van de reserve van het leger rond Brussel aan de vooravond van 10 mei 1940. (Projectie op kaart uit het Rijksarchief).Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Op 9 mei bevond de 11Div zich zo te Beverlo, de 10Div bezet de Sector Leuven en de 5Div bezet de Sector Halle – Ninove. De sector Halle – Ninove was gericht naar het zuidwesten (richting Frankrijk) en maakte deel uit van de Dwarsstelling (oftewel bretel) Bierges – Ninove die te Bierges aansloot op de K.W. Stelling. Een dwarsstelling wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken. Het GHK hield blijkbaar een slag achter de hand om, in het geval dat de Britten en de Fransen zich niet zouden ontplooien in België, een achterwaarts manoeuvre uit te voeren via de K.W. Stelling naar de Schelde en deze defensieve lijn (met de bruggenhoofden Gent en Antwerpen) te verlengen tot de Frans-Belgische grens. In dit scenario zou de 11Div zich dan opstellen tussen de 10Div en de 5Div om zo de flank van het Belgisch leger te beveiligen. (Deze analyse gebeurde op basis van een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van de Belgische troepen op 10 mei 1940 die zich in het Rijksarchief bevindt. Deze kaart is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2 [Laatst geraadpleegd 6 oktober 2021]. Het bestaan van dit ‘contingency plan‘ moet nog door geschreven documenten bevestigd worden).
  3. Achtergrondinformatie bij kasteel Inkendael [On Line Beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/40677 [Laatst geraadpleegd 13 juni 2020].
  4. Handgeschreven dagboekje opgesteld in het Nederlands door Soldaat Odiel Vanryckeghem. Sdt Vanryckeghem werd op 1 semptember 1939 opgeroepen als brancardier-verpleger bij het Geneeskundig Korps van de 5Div. In zijn dagboek beschrijft hij de periode van 1 september 39, het ogenblik van zijn mobilisatie tot 11 juni 40, het ogenblik waarop hij door de Duitsers zijn Entlassungsschein ontvangt en naar huis gestuurd wordt.
  5. Het Kanaal Leuven – Dijle fungeert als lateraal kanaal van de Dijle. Het kanaal vertrekt aan de Vaartkom in Leuven en eindigt in de samenvloeiing Zenne-Dijle (bij het Zennegat). Tijdens de achttiendaagse veldtocht werd deze waterweg Leuvense Vaart genoemd. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Leuven-Dijle [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanaal_Leuven-Dijle [Laatst geraadpleegd 5 juli 2020].
  6. Générale d’Armée Gaston Billotte was de bevelhebber van de 1ste Franse Legergroep die vanaf 12 mei de oorlog in België leidde. Het betreft de coördinatie van de operaties van het 1ste Franse Leger, het 7de Franse Leger, de British Expeditionary Force (BEF) en het Belgische Leger. Op 16 mei werd duidelijk dat deze Legergroep dreigde omsingeld te worden na de Duitse opmars van Sedan richting Franse kust. Achtergrondinformatie bij Generaal Billotte [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Gaston_Billotte [Laatst geraadpleegd 13 maart 2023].
  7. Op die locatie bevindt het theater zich nog steeds, nu onder de benaming “De gemaskerde hand” [On Line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@50.9753978,3.5246775,3a,87.5y,133.49h,101.6t/data=!3m6!1e1!3m4!1sFSqiOkOlTWWXaseZfk11GQ!2e0!7i16384!8i8192 [Laatst geraadpleegd 7 maart 2023] . Achtergrondinformatie bij de Sint-Maartenskring [On Line beschikbaar]: https://docplayer.nl/20013266-Bijdragen-tot-de-geschiedenis-van-deinze-en-de-leiestreek-lxxii.html  [Laatst geraadpleegd 7 maart 2023].
  8. Volgens het Belgian War Dead Register zijn er op 23 mei drie militairen overleden in Lotenhulle. Alle drie werden ze op het kerkhof van Lotenhulle begraven. Eén van hen,  Kpl Pollet behorende tot de 2Cie van Bn Moto ChA,  was 21 jaar oud. Zijn overlijden in het veldlazaret van het GnK/5Div wordt bevestigd door Sdt Vanryckeghem.
  9. Slagorde officieren van de Staf van de 5Div, van de Cie C47mm Tr, van de Cie C47 op T13 en van het EskCy 5Div. De slagorde bevindt zich bevindt zich bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  10. Velddagboek Hoofdkwartier 3rd Infantry Division, The National Archives, Kew (Londen), UK.
  11. Velddagboek 7th (Guard) Brigade, The National Archives, Kew (Londen), UK .
  12. Velddagboek 5th (Royal) Inniskilling Dragoon Guards, The National Archives, Kew (Londen), UK.
  13. Velddagboek 1st Coldstream Guard Battalion, The National Archives, Kew (Londen), UK.