Reglementaire benaming | Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie | VOC A Centre de Renforcement et d’Instruction de l’Artillerie| CRI A |
Type | Versterkings- en Opleidingsdivisie |
Ontdubbeld van | Actieve Regimenten Artillerie |
Onderdeel van | Versterkings- en Opleidingstroepen |
Bevelhebber | Kolonel Robert Duquesnoy |
Standplaats | Beernem |
Samenstelling | Staf |
31ste Regiment Artillerie | |
32ste Regiment Artillerie | |
33ste Regiment Artillerie | |
34ste Regiment Artillerie | |
6de Regiment Legerartillerie | |
3de Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen |
Voor de aanvang van de mobilisatie besliste de legerleiding dat er voor de artillerie en de genie, in tegenstelling tot de andere wapens van het leger, geen eigen versterkings- en opleidingsstructuur opgericht zal worden. Er bestonden ook geen specifieke versterkings- en opleidingsregimenten om de rekruten van de klas ’40 op te leiden of om de nog op te roepen reservisten op te vangen. Dit diende te gebeuren door de Schoolbatterijen van elk regiment afzonderlijk. Deze Schoolbatterijen zouden achterblijven in hun kazerne eens de gemobiliseerde regimenten naar hun gevechtsposities vertrekken. Bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 krijgt de artillerie dan toch een specifieke versterkings- en opleidingsstructuur, namelijk het Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie (AOD/A oftewel in het Frans: Dépôt de Renfort et d’Instruction de l’Artillerie – DRI/A). Aanvankelijk worden binnen dit depot alle Schoolbatterijen gegroepeerd om de vorming van nieuwe artilleristen over te nemen van de gemobiliseerde eenheden van het veldleger.
Zo ontstaan het:
- AOD/A Iste Legerkorps (I/LK) die de Schoolbatterijen van 6A, 11A en 14A groepeert (oftewel DRI/A I/CA – AOD/A I/LK).
- AOD/A IIde Legerkorps (II/LK) die de Schoolbatterijen van 1A, 2A en 13A groepeert (oftewel DRI/A II/CA – AOD/A II/LK).
- AOD/A IIIde Legerkorps (III/LK) die de Schoolbatterijen van 3A, 8A en 15A groepeert (oftewel DRI/A III/CA AOD/A III/LK)
- AOD/A Cavaleriekorps (CK) die de Schoolbatterijen van 17A, 18A, 19A en 20A groepeert (oftewel DRI/A CC – AOD/A CK)
In het voorjaar van 1940, kort na de eerste oproepingen van de klas 40, ontstaan uit deze structuur een aantal onafhankelijke regimenten; 31A (ontsproten uit AOD/A I/LK), 32A (ontsproten uit AOD/A II/LK), 33A (ontsproten uit AOD/A III/LK) en 34A (ontsproten uit DRI/A CC) als versterkings- en opleidingsregimenten voor de lichte artillerie, het 6LA voor de zware artillerie en 3DTCA voor de luchtdoelartillerie.

Artilleristen in opleiding op schietkamp te Elsenborn.
Hoewel de Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie reeds in het voorjaar van 1940 opgericht werden, functioneerden deze aanvankelijk als afzonderlijke eenheden zonder overkoepelende staf. De regimenten staan rechtstreeks onder het bevel van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-Major des Troupes de Renfort et d’Instruction – EM/TRI). Bij het uitbreken van de vijandelijkheden is het VOC/Aie nog steeds niet opgericht. Op 31A na, dat op bevel van het GHK wordt ingezet in Brussel, maken de andere vijf Versterkings- en opleidingsregimenten zich klaar om zoals gepland naar hun oorlogskantonnementen in Oost- en West Vlaanderen te verhuizen. 34A vertrekt echter met een dag vertraging naar zijn oorlogskantonnement omdat het eerst moet meehelpen met de verhuis van het munitiedepot van Meerdaal. Het VOC/Aie wordt pas op 14 mei 1940 opgericht en zal dan de zes regimenten samenbrengen om enerzijds de heruitrusting van het veldleger en anderzijds de evacuatie naar Frankrijk mogelijk te maken.
Inname oorlogskantonnementen
Op 11 mei begeven de verschillende regimenten zich naar volgende locaties:
- 31A (-) naar Knesselare (alleen 2/III/31A en de versterkingsbatterijen verhuizen naar Knesselare, de negen instructiebatterijen, de schoolbatterij en de staf blijven in Brussel).
- 32A, naar Beernem en Oedelem.
- 33A, naar Maldegem.
- 34A, naar Sijsele nabij Brugge.
- 6LA, naar Kleit nabij Maldegem.
- 3DTCA naar Assebroek, een deelgemeente van Brugge.
Verliezen artillerie
De artillerie van het veldleger heeft gedurende de eerste drie dagen van de oorlog belangrijke verliezen geleden en er moeten dringend nieuwe eenheden gevormd worden om de tekorten aan te vullen. Een ruwe schatting van de verliezen leidt tot een totaal van zeventwintig te heruitrusten batterijen voor de lichte artillerie alleen. De grootste verliezen werden geleden bij het I/LK en rond Luik. Zo verliest 20A tien batterijen, 14A acht batterijen, 3A en 15A elk vier batterijen en 8A één batterij. Daarbovenop moeten verschillende kanonnen geleverd worden aan artillerieregimenten die her en der artilleriestukken verloren door vijandelijke bombardementen of door het vastrijden in grachten en velden. De vier Versterkings- en Opleidingsregimenten van de lichte artillerie beschikken samen slechts over achtentwintig batterijen voorzien van kanonnen, waarvan negen van 31A ontplooid zijn rond Brussel. Bovendien was de echte situatie van de door de regimenten geleden verliezen amper gekend. Er was bijgevolg dringend nood aan een organisatie die zich een overzicht van de te vervangen batterijen moest verwerven en die de prioriteiten zou bepalen van de heruitrusting.
Verhuis naar Frankrijk
Door de snelle opmars van de Duitsers wordt het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kan gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s ontvangen op 13 mei rond 14u00 het schriftelijk bevel van de EM/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde en reeds gepland was voor de luchtvaarteenheden. De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de regimentscommandanten zelf het vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7de Franse Leger van generaal Giraud [1] door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda. Het bevel om naar Frankrijk te vertrekken komt echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.
VOC/Aie
Op 14 mei wordt het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie) te Beernem opgericht met als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, regimentscommandant van het 32A. De zes Versterkings-en opleidingsregimenten worden onder bevel geplaatst van het VOC/Aie om enerzijds de heruitrusting van het veldleger en anderzijds de evacuatie naar Frankrijk mogelijk te maken. Rond Duquesnoy wordt een kleine staf samengesteld bestaande uit Kapitein Boels, Luitenant Dauwe, Onderluitenant Vossen en de Adjudanten Dufresne en Janssens. De Brigadiers Van Damme en Woestijn van 32A vullen de stafgroep aan, samen met de Soldaten Steenbeek, Van De Velde, Frans en Otten van dit zelfde regiment. Het 33A levert twee telefonisten-seingevers voor de staf.
Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie. De verliezen geleden door artillerie van het veldleger moeten dringend aangevuld worden. Al gauw is duidelijk dat die nieuw op te richten batterijen en groepen opgebouwd moeten worden uit elementen komende van de verschillende Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken beslist Kolonel Duquesnoy een beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de Versterkingsbatterijen door deze batterijen uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten die zijn kunnen ontsnappen aan gevangenname door de Duitsers en werd doorgestuurd naar het VOC/Aie. Kolonel Duquesnoy krijgt de toelating van het GHK om de versterkingsbatterijen van de artillerie in België te houden, ondanks het evacuatiebevel van de EM/TRI.
De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen op bevel van het GHK naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Hiertoe beslist kolonel Duquesnoy dat een nieuw opleidingsregiment artillerie opgericht zal worden waarin alle instructiebatterijen van de Versterkings- en opleidingsregimenten, weliswaar zonder kanonnen, gecentraliseerd worden. Dit opleidingsregiment voor de artillerie, ook wel het “VOC/Aie Detachement Frankrijk” genoemd, komt onder het bevel van Luitenant-kolonel De Bueger, voormalige commandant van 3DTCA.
De regimenten die nu nog enkel beschikken over de Versterkingsbatterijen worden ondergebracht in het “VOC/Aie Detachement Vlaanderen” onder bevel van Kolonel Duquesnoy. De reorganisatie verloopt moeilijk. Vooreerst heerst er onduidelijkheid over welk type geschut het veldleger precies nodige heeft. Uiteindelijk zal blijken dat er alleen interesse zal zijn in batterijen die over C105L kanonnen en Ob155 houwitsers beschikken. Daarnaast zijn ook niet alle batterijen van het VOC/Aie op volle sterkte en is er een algemeen tekort aan uitrusting en wapens. Toch zal het doortastend optreden van Kolonel Duquesnoy ertoe leiden dat de nog op te leiden rekruten tijdig in Frankrijk geraken en dat de artillerie van het veldleger relatief snel terug op peil wordt gebracht.
VOC/Aie
De reorganisatie van het VOC/Aie loopt verder. Kolonel Duquesnoy heeft laten weten dat de beide formaties tegen 20u00 klaar dienen te zijn voor het ontvangen van verdere bevelen.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie
Een detachement met de reservegarnizoenen van de Luikse forten en de Batterij Depot en Bevoorrading van het Régiment Forteresse de Liège (RFL) wordt op bevel van Generaal Wibier, commandant van de TRI, aangehecht aan het VOC/Aie Detachement Vlaanderen. Het detachement staat onder bevel van LtKol Scohy en omvat ongeveer 950 manschappen. Het detachement had zich via Mechelen uit Luik teruggetrokken en kantonneert in Moerkerke nabij Brugge. Het detachement Scohy wordt nu detachement Vestingsartillerie van het VOC/Aie.
De staf van het Régiment Forteresse de Namur (RFN) evenals de staven van de Iste en de IIde Groep van het RFN verlaten de stad Namen. In het kielzog van de staf van het regiment bevinden zich de reservegarnizoenen van de Naamse forten. Deze worden eveneens geëvacueerd nu de bolwerken niet langer kunnen bereikt worden. De colonnes zullen zich in eerste instantie westwaarts begeven om zo snel mogelijk het Kanaal Brussel-Charleroi over te steken.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Kolonel Duquesnoy instaleert zich te Oedelem. De commandopost is aangesloten op de centrale van Beernem van het civiele telefoonnet (abonneenummer 27).
VOC/Aie detachement Vestingartillerie
Het detachement zal nog eens versterkt worden met de reservebemanningen van het Vestingregiment van Namen (oftewel Régiment Forteresse de Namur – RFN) die op 15 mei het bevel kregen naar West-Vlaanderen terug te trekken. Hierdoor zal het totaal effectief van het detachement oplopen tot 1.500 man. Een reorganisatie dringt zich op om dit detachement te kunnen bevelen. Er wordt een detachementsstaf opgericht die het personeel in functie van herkomst onderverdeeld in tien batterijen. LtKol Scohy wordt aangeduid om het bevel over te nemen van het 32A. Cdt Delvaux, commandant van de Groep Loopgraafartillerie van het RFN, neemt het bevel over van LtKol Scohy.
De batterijen worden in Moerkerke in onderstaande locaties ondergebracht:
- de 1ste, 2de en 3de Batterij verblijven in de brouwerij en omvatten personeel van Pontisse, Barchon en Evegnée
- de 4de, 5de en 6de Batterij verblijven in de zusterschool en omvatten het personeel van Fléron, Chaudfontaine en Battice,
- de 7de en 8ste Batterij kantonneren in de gemeenteschool en groeperen het personeel van Embourgh, Eben-Emael, Boncelle en Aubin-Neufchâteau
- de 9de Batterij vindt een onderkomen in de danszaal en omvat personeel van Flémalle en Pepinster
- de 10de Batterij wordt gevormd door de oude schoolbatterij en verblijft op het kasteel bij de detachementsstaf.
De staf RFN en de reservegarnizoenen zetten zich rond 20u00 op weg naar Neufvilles en Estinnes-au-Val.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie
De staf RFN en de reservegarnizoenen vertrekken tijdens de avond via Oudenaarde naar Nokeren.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Het Groot Hoofdkwartier wijzigt zijn plannen van 14 mei om de versterkingsbatterijen in ons land te houden en beveelt aan Kolonel Duquesnoy om al het overtollige personeel van het VOC/Aie dat zich nog in Vlaanderen bevindt onmiddellijk klaar de maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich onvoldoende van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt. Na de doorbraak te Sedan stormen de Duitse troepen razendsnel naar de Atlantische kust richting Abbeville met de bedoeling zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen in Noord-Frankrijk en België.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie
In uitvoering van dit bevel wordt het detachement Vestingsartillerie verplaatst van Moerkerke naar Diksmuide. De manschappen worden ondergebracht te Woumen en Beerst. De staf RFN en de reservegarnizoenen leggen aan het eind van de dag het laatste stuk van hun terugtocht af en zullen tijdens de nacht van 18 op 19 mei aankomen te Pittem.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
De verschillende regimenten bereiden hun verplaatsing naar Frankrijk voor. Het materieel wordt op de treinen geladen en het gros van de voertuigcolonne wordt langs de baan naar Frankrijk gestuurd. De commanopost van Kolonel Duquesnoy wordt ondergebracht in het station van Roeselare. Dusquesnoy beveelt dat alle overtollige vrachtwagens naar Aarsele dienen gestuurd te worden om zich daar onder het bevel te stellen van het 1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie van het Iste Legerkorps. Volgende verplaatsingen worden bevolen op 19 mei:
- 31A: Pittem, Ardooie, Roeselare, Oost-Nieuwkerke, West-Rozebeke en Poelkapelle.
- 32A: Kortemark, Staden, Langemark, Boezinge, Elverdinge.
- 33A: Tielt, Pittem, Ardooie, Roeselare, Passendale.
- 34A: Hooglede, West-Rozebeke, Poelkapelle, Ieper, Dikkebus.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie
Cdt Delvaux krijgt het bevel om naar het zuiden van Frankrijk te vertrekken. Het detachement beschikt over voldoende voertuigen en wordt langs de baan naar het zuiden gestuurd. Wanneer Beaurinville (tussen Montreuil en Hesdin) om 23u30 bereikt wordt lassen ze een korte rustpauze in.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Duquesnoy verlaat Roeselare rondom 06u00 en installeert zich vervolgens in het station van Ieper.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
Gezien de alarmerende berichtgeving betreffende de Duitse opmars in Noord-Frankrijk wordt geen tijd verloren, bij dageraad vertrekken vier colonnes richting de Somme. Ter hoogte van Abbeville vallen de colonnes uiteen en heel wat voertuigen raken de weg kwijt. Toch slaagt het merendeel erin voor de aankomst van de Duitsers de Somme over te steken. De Duitsers bereiken in de nacht van 20 op 21 mei Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme waarna de terugtochtweg is afgesneden. Enkele achterblijvers die nu nog pogen de rivier over te steken worden gegrepen. Bij schermutselingen met de Duitsers komen de Soldaten Schoenaers, Pirnay, Haering, Bouftay, Dawans, Debatice, Grassere, L’Homme en Delince om het leven. Soldaat Bouvroy raakt gewond en overlijdt later aan zijn verwondingen. De Vestingsartillerie is door het oog van de naald gekropen en is net voor het sluiten van de omsingeling over de Somme geraakt.

Le Fidelaire op zo’n 15 km ten oosten van Conches-en-Ouche waar II/4AP tot 26 mei kantonneert.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Rondom 16u00 opent Kolonel Duquesnoy een nieuwe commandopost in het gehucht Dikkebus nabij Ieper. De commandopost kan bereikt worden via abonneenummer 30 van de Ieperse telefooncentrale.
VOC/Aie detachement Vestingsartillerie in Frankrijk
Op 21 mei hergroepeert het detachement te Le Fidelaire, op 15 kilometer van Conches waar de 7de Infanteriedivisie (7Div) zijn hoofdkwartier heeft opgesteld. Bij telling van de manschappen blijkt dat 821 man van het RFL en 200 man van het RFN veilig en wel over de Somme te zijn geraakt. Het detachement Delvaux is het enige detachement van het VOC/Aie detachement Vlaanderen dat erin geslaagd is de Somme over te steken. De andere detachementen van het VOC/Aie die op 19 mei vertrokken zijn werden allen ingesloten door de Duitse omsingeling. Volgende officieren zijn met zekerheid te Fidelaire aangekomen: Cdt Delvaux, Cdt Quévrin, Kapt de Wergifosse, Kapt Dervaux, Lt d’Ursel, Lt Dohet, Lt Doumier, Lt Walheer, Lt Jadoul, Lt Ruwet, Lt Adm Vervier, Lt Adm Bague, Lt Brouwers, Lt Louppe, Lt Deprez, OLt Van Breussel, OLt Baré, OLt Genart, OLt Etienne en OLt Wathelet. Het detachement Vestingsartillerie van het VOC/Aie wordt onder bevel van de 7Div geplaatst.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Aangezien de meeste regimenten vastliepen in Noord-Frankrijk of aan de Belgisch Franse grens wordt door het VOC/Aie het bevel gegeven de tocht naar Frankrijk stop te zetten en kantonnementen in te nemen daar waar ze zijn toegekomen.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
Meer en meer geïsoleerde militairen stromen toe te Conches. Het aantal Belgen in de streek van Conches en L’Aigle groeit tot 20.000. Het Transportkorps van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen. De Franse militaire overheid, bewust van de geringe draagkracht van de streek, verspreidt de toestromende manschappen over 59 kantonnementen. Een speciale organisatie wordt opgezet om de bevoorrading te verzekeren. Naast de Transportcompagnie van de 7Div wordt een netwerk met dertien verdelingscentra opgezet om de kantonnementen te ravitailleren. Intussen is ook de IIde Groep van het 4de Regiment Artilleriepark (II/4AP), die per vrachtwagen wist te ontkomen aan de Duitse omsingeling, te Conches toegekomen. De groep onder bevel van Kapt Gillet wordt eveneens in Le Fidelaire ondergebracht en aangehecht aan het detachement van de Vestingsartillerie VOC/Aie.

De Dikkebusvijver nabij Ieper waar de staf van het VOC/Aie Detachement Vlaanderen onderdak vond.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
De commandopost van het detachement Vlaanderen verplaatst zich naar het restaurant nabij de Dikkebusvijver te Ieper (abonneenummer 85).
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Een trein met 60 wagons van het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Artillerie (CISLA), bevolen door Majoor Lambermont, bereikt Limoux. Het CISLA komt onder bevel van het VOC/Aie Departement Frankrijk. Op 27 mei komen ook twee treinen van het Centrum voor Technische Studies van de Artillerie (CETA) toe die een omweg langs Bourges hebben moeten maken.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Alle naar Limoux gestuurde instructiebatterijen zijn er toegekomen. Het betreft twee treinen van 32A en telkens één trein van 31A, 33A, 34A, 6LA en 3DTCA.

Het baanrestaurant waar het de Staf van het VOC Aie Detachement Vlaanderen zich heeft geïnstalleerd op 26 mei.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
Het in Vlaanderen achtergebleven deel van het VOC/Aie ontvangt versterking van de met paardentractie uitgeruste fractie van het Territoriaal Vervoerskorps Antwerpen. De commandopost van het VOC/Aie bevindt zich intussen te Wijnendale, waar Kolonel Duquesnoy zich geïnstalleerd heeft in café Casa Mia op de steenweg van Torhout naar Oostende.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
Het detachement Vestingartillerie verblijft tot 26 mei in Le Fidelaire. De Duitsers rukken verder op naar het zuiden en de streek van Conches moet ontruimd worden. Op 26 mei wordt het Detachement van Cdt Delvaux opgesplitst in vier autocolonnes en één colonne wielrijders. De colonne van het RFN wordt aangevoerd door Cdt Delvaux, de colonne van het II/4AP door Kapt Gillet, de 1ste autocolonne van het RFL komt onder bevel van Kapt Dervaux te staan, de 2de autocolonne van het RFL wordt geleid door Kapt de Wergifosse terwijl de colonne wielrijders getrokken wordt door OLt Genart. Bonnétable wordt als eerste etappeplaats opgegeven. De eerste colonne vertrekt om 06u00 en tegen het einde van de dag komen de twee autocolonne van het RFL en de colonne wielrijders via La Vieille Lyre, Rugles, Chandai, Crulai, Mortagne-au-Perche, Bellême en Saint-Cosme-en-Vairais aan te Bonnétable. Cdt Delvaux is met zijn colonne doorgereden tot voorbij Le Mans en vindt een kantonnement te Cérans-Foulletourte. Te Bonnétable bevindt zich een Frans interneringskamp en Cdt Quévrin riskeert het niet om te blijven kantoneren in Bonnétable uit vrees er niet meer weg te geraken. Hij stuurt dezelfde avond nog de colonnes van Kapt Dervaux en Kapt de Wergifosse door naar Cérans-Foulletourte en belooft de achterblijvers dat hij hen de volgende dag zal komen ophalen.
VOC/Aie Detachement Vlaanderen
De commandopost van het detachement wordt opgesteld in het gemeentehuis van Sint-Pieters-Kapelle nabij Middelkerke.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
Cdt Quévrin keert terug naar Bonnétable om het detachement wielrijders van OLt Genart op te halen en te begeleiden tot Cérans-Foulletourte. Het detachement is nu terug compleet en er wordt een dag gerust om de volgende dag de terugtocht naar het zuiden voort te zetten.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
De verschillende eenheden worden gekantonneerd in Limoux zelf en in verschillende dorpen ten noorden van Limoux. Bilan detachementen op 28 mei aangekomen te Limoux:
- 31A: 2/III/31A (Lt Gilis) gestationeerd te Campagne-sur-Aude ten zuiden van Limoux (Aude).
- 32A: 1/I/32A, 2/I/32A, 3/I/32A, 1/II/32A, 2/II/32A, 3/II/32A en 1/III/32A, samen goed voor 2.000 manschappen gestationeerd te Cèpie, Cambieure en Lauraguel (Aude)
- 33A: 1/I/33A, 2/I/33A, 3/I/33A, 4/I/33A, 1/II/33A, 2/II/33A gestationeerd te Limoux, Ladern-Saint-Lauquet, Alet-les-Bains en Cournanel (Aude)
- 34A: gestationeerd te Pauligne en Malras (Aude)
- 6LA: 3/I/6LA, 4/I/6LA en de batterij Instructie Meetdienst gestationeerd te Pomas (Aude)
- 3DTCA: I/3DTCA, II/3DTCA (-) gestationeerd te Saint-Martin-de-Villereglan en Brugairolles (Aude) en I/RCB/GTA gestationeerd te Verzeille en Cavenac (Aude)
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
De gezamenlijke colonne van de Vestingsartillerie en II/4AP wordt doorgestuurd naar Poitiers waar ze tijdelijk kantonneren. Tijdens hun verblijf in Poitiers overhandigt Cdt Quiévrin van het RFL de standaard van het regiment aan de Minister van Landsverdediging. Op 3 juni verlaat het detachement de stad Poitiers om zich naar Limoux (Aude) te begeven.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Het VOC/Aie Detachement Frankrijk krijgt opdracht om het 20A, het artillerieregiment van de 7Div, terug aan te vullen. Kapitein-commandant Dufour van het VOC/Aie krijgt het bevel over een 375 man sterk detachement hoofdzakelijk samengesteld uit 2/III/31A aangevuld met kaderleden van de andere regimenten. Cdt Dufour trekt vanuit Limoux naar het noorden bereikt op 6 juni Rochefort-en-Terre in het Bretoense departement Morbihan. Na de fusie met de restanten van I en II/20A krijgt hij het bevel over de nieuw opgerichte IIde Groep van 20A.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
De EM/TRI onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is gedeeltelijk ingegaan op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken (inrichten van steunpunten en graven van loopgrachten) ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden 10.000 militairen, voornamelijk behorende tot de Bataljons Versterking van de VOC’s Infanterie, aangeduid voor deze opdracht. De Bataljons en Groepen Instructie werden doelbewust gespaard teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Aangezien het VOC/Aie niet over Batterijen Versterking beschikt moet het VOC/Aie initieel geen werkbataljon leveren.
VOC/Aie detachement Vestingartillerie in Frankrijk
Het detachement met de naar Frankrijk gestuurde reservegarnizoenen van RFL en RFN evenals het II/4AP komen toe te Limoux en worden onder bevel geplaatst van het VOC/Aie Detachement Frankrijk. De Vestingsartillerie wordt gestationeerd in Quillan (Aude), het II/4AP dat nog slechts uit 250 man bestaat wordt samengesmolten met de Vestingsartillerie. II/4AP houdt op te bestaan. Onmiddellijk na zijn aankomst stelt het detachement twee compagnies samen die terug naar het noorden zullen vertrekken met het werkbataljon van 6LA.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren, 16.000 aan te duiden door de EM/TRI. De EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons en Groepen Instructie met deze opdracht te gelasten. Het VOC/Aie krijgt de opdracht om zes werkbataljons op te richten die naar de Franse frontlinie gestuurd zullen worden om veldwerken uit te voeren ten behoeve van het Franse leger. Elk werkbataljon bestaat uit vier Compagnies van ongeveer 200 man, het totale werkbataljon telt ongeveer 840 manschappen. Het VOC/Aie zal volgende detachementen samenstellen:
- 32A levert twee werkbataljons; I/32A en II/32A, samen goed voor 1.680 militairen die respectievelijk op 07 en 08 juni naar Troyes (Aube) en Saint-Just-Sauvage (Marne) gestuurd worden.
- 33A levert twee werkbataljons; I/33A en II/33A, samen goed voor 1.689 militairen die respectievelijk op 08 en 09 juni naar Châlons-sur-Marne (Marne) en Saint-Just-Sauvage (Marne) gestuurd worden.
- 34A levert één werkbataljon; I/34A goed voor 850 militairen, dat op 07 juni naar Châlons-sur-Marne (Marne) gestuurd wordt.
- 6LA (staf Bn en een Cie), I/GTA (één Cie) en de Vestingsartillerie (twee Cie) leveren samen één werkbataljon goed voor 1.000 militairen, dat op 09 juni vanuit Pomas naar Sevran-Livry (Seine-et-Oise) wordt gestuurd. Dit werkbataljon zal bij gebrek aan duidelijk orders nooit uitstappen in Sevran-Livry en spoort voltallig terug naar Limoux.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Volgens een rapport van de Dienst Bewapening van de DREI beschikt het Belgische leger in Frankrijk nog over een reserve van 12 kanonnen C75TRA, 2 houwitsers Ob155, 1 kanon C105L en 3 anti-tankkanonnen C47. De Dienst Bewapening vraagt via de Koninklijke Kanongieterij of deze vuurmonden eventueel terug operationeel kunnen gemaakt worden in het Franse militaire arsenaal van Roanne.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven werd op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons van de artillerie naar Limoux verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. Er werden ook verliezen geleden en uiteindelijk bereikte na einde opdracht maar minder dan de helft van de uitgestuurde manschappen het VOC/Aie in Limoux. Overzicht van het aantal teruggekeerde militairen op 17 juni:
- 32A: 750 van de 1.680
- 33A: 500 van de 1.689
- 34A: 300 van de 850
- 6LA: de volledige uitgestuurde eenheid van 1.000 man kwam terug.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Door het groot aantal verliezen bij de werkbataljons drong de reorganisatie van de VOC’s zich op. Op 22 juni wordt door de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI) het bevel uitgevaardigd om nieuwe regimenten samen te stellen met de rekruten van de Instructieregimenten, de wederopgeroepenen van de Versterkingseenheden aangevuld met elementen van het veldleger die aan Duitse gevangenschap wisten te ontsnappen. Het VOC/Aie beslist om alle regimenten af te schaffen en te vervangen door drie nieuwe eenheden:
- Het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie onder leiding van Majoor Hardenne van 6LA is het eerste nieuwe regiment en omvat twee groepen, een instructiegroep en een versterkingsgroep. Alle nog overblijvende batterijen veldartillerie en stafelementen van 31A, 32A, 33A, 34A en 6LA worden in dit regiment ondergebracht en de regimentsstaf installeert zich in Pomas (Aude).
- Het tweede nieuwe regiment is het Regiment DTCA onder leiding van Kapitein-commandant Englebert van de I/RCB/GTA die zijn staf installeert in Verzeille (Aude). Het regiment bestaat uit een Instructiegroep samengesteld uit batterijen van het 3DTCA en een Versterkingsgroep samengesteld uit de drie batterijen van I/GTA.
- Het derde regiment is het Vde Regiment Hulptroepen (V/Regiment TA), hoofdzakelijk gevormd uit de Vestingsartillerie en onder bevel van Majoor Lambermont die zijn staf in Quillan (Aude) had geïnstalleerd. Dit regiment krijgt twee bataljons met de volgnummers 19 en 20.
Met de ondertekening van de Franse capitulatie wordt het duidelijk dat de rol van de VOC’s in Frankrijk is uitgespeeld. Het VOC/Aie bevindt zich in het niet bezet stuk van Frankrijk en valt onder de Vichy regering. Er zijn niet direct plannen om Frankrijk te verlaten en uit te wijken naar een uitvalsbasis van waaruit de strijd kan worden verdergezet. De Vichy regering zal dit zeker niet aanmoedigen en eerder beslag leggen op het aanwezige militair materieel zoals dit met de Duitsers was overeengekomen. De troepen worden ongeduldig en willen zo snel als mogelijk terugkeren naar België. Uiteindelijk wordt in augustus werk gemaakt om de resterende eenheden naar België te repatriëren waarbij de Duitsers zich aan hun belofte houden deze militairen niet als krijgsgevangenen te beschouwen en ze ongemoeid te laten.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Bij het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie worden de troepen ongeduldig en willen zo snel als mogelijk terugkeren naar België. Onder impuls van Geneesheer Luitenant Torrekens en Aalmoezenier Vergaelen, beiden overgekomen van 32A, eist een deel van het regiment de onmiddellijke demobilisatie van alle miliciens en de terugkeer naar ons land. De ontevredenheid wordt nog aangewakkerd door:
- de frustratie over de mislukte opdracht van de werkbataljons en de onzekerheid over het lot van diegenen die niet zijn teruggekeerd naar de kantonnementen in het zuiden;
- de optie om de nog in Frankrijk verblijvende eenheden naar Noord-Afrika over te brengen om er de strijd voort te zetten aan de zijde van Groot-Brittannië;
- de slechte levensomstandigheden in de kantonnementen, vooral dan het gebrek aan voldoende en kwalitatief voedsel;
- het gebrek aan een degelijk opleidingsprogramma dat zich beperkt tot marsoefeningen en de wacht aan de kantonnementen, echter zonder in het bezit te zijn van munitie;
- het verscherpt toezicht van de Franse Gendarmerie die kost wat kost wil beletten dat militairen de kampen verlaten om naar Engeland of Spanje te vertrekken.
Dit alles resulteerde in een uit de hand gelopen 11 juli viering te Cambieure waar Majoor Hardenne tijdelijk de controle over de manschappen verliest.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, gaf op 3 juli de EM/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerder gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Een 200-tal militairen van het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie beslist om gezamenlijk vanuit de verschillende kantonnementen naar Limoux te marcheren om duidelijkheid te eisen omtrent hun lot. Ze worden onderweg onderschept door de Franse Gendarmerie die enkele waarschuwingsschoten afvuurt boven de hoofden van de betogers. Gebruik makend van de verwarring die ontstaat worden de militairen door de gendarmerie uiteen geranseld. Vier militairen worden aangehouden en moeten enkele weken later voor de Krijgsraad verschijnen in Carcassonne. Ze worden allen vrijgesproken.
VOC/Aie Detachement Frankrijk
Eind augustus wordt het VOC/Aie Detachement Frankrijk naar ons land gerepatrieerd bij de ontbinding van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk. Een aantal eenheden van het VOC/Aie die als laatste naar België geëvacueerd worden (onder meer het Regiment DTCA) halen de uiterste, door de Duitsers opgelegde, repatriëringsdatum van 23 augustus niet en worden onherroepelijk krijgsgevangen genomen bij het passeren van de demarcatielijn.
Geen gesneuvelden gekend.
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger , dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de SNCF bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- Synthese Versterkings- en Opleidingscentra, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie te Evere
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne
- Uitvoerig getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Quévrin, batterijcommandant van de Staf Batterij/RFL. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. De verslagen van de officieren van het RFL die op 11 mei werden doorgestuurd naar het VOC/Aie bevinden zich niet in het dossier RFL maar in het dossier VCO/Aie -deel 8 – Detachement RFL.
- Zeer gedetailleerd handgeschreven relaas in het Frans, opgetekend in een schriftje op 9 augustus 1945 door Kapitein-commandant de Wergifosse, in mei 1940 Kapitein en batterijcommandant van de Schoolbatterij. Het schriftje bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Het relaas van Kapt de Wergifosse sluit naadloos aan bij het verslag van Cdt Quévrin. Kapitein de Wergifosse studeerde bij de afkondiging van de mobilisatie aan de Krijgsschool voor het behalen van zijn stafbrevet.
- Uiterst summier (10 lijnen) getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Deprez waarin hij de omstandigheden van zijn demobilisatie beschrijft. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Gedeeltelijk fragment van een handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Soret, batterijcommandant van de 7Bij van het Detachement RFL. Het verslag begint op 15 mei en eindigt bij zijn gevangename op 21 mei. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Beknopt maar helder verslag opgesteld in het Frans door Lt Eduard Doumier, officier van het actief kader en instructeur van de Schoolbatterij. Later commandant van de 4Bij van het Detachement RF. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.