Type | Regiment fortenartillerie | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | IIIde Legerkorps | |
Bevelhebber | Kolonel Maurice Modart | |
Standplaats | Luik | |
Samenstelling | Stafbatterij (Kapitein-commandant Fernand Quévrin) | |
Iste Groep (Majoor Jean Jottrand) | 1ste Batterij Fort Eben-Emael (koepels en kazematten) (Kapitein Georges Vamecq) 2de Batterij Fort Eben-Emael (verdedigingsblokken) (Kapitein Alfred Hotermans) |
|
IIde Groep (Majoor Firmin Simon) | Batterij Fort van Pontisse (Kapitein Fernand Pire) Batterij Fort van Barchon (Kapitein-commandant Aimé Pourbaix) Batterij Fort van Aubin-Neufchâteau (Kapitein-commandant Oscar d’Ardenne) |
|
IIIde Groep (Majoor Victor Herbillon) | Batterij Fort van Evegnée (Kapitein-commandant L. Vanderhaegen) Batterij Fort van Fléron (Kapitein A. Glinné) |
|
IVde Groep (Majoor André Parmentier) | Batterij Fort van Chaudfontaine (Kapitein-commandant Raymond Clobert) Batterij Fort van Embourg (Kapitein-commandant Marie Jaco) Batterij Fort van Boncelles (Kapitein-commandant Numa Charlier) Batterij Fort van Tancrémont (Kapitein-commandant Abel Devos) Batterij Fort van Flémalle (Kapitein-commandant F. Barbieux) |
|
Vde Groep (Majoor Hubert Bovy) | 1ste Batterij Fort van Battice (koepels) (Kapitein-commandant L. Fichefet) 2de Batterij Fort van Battice (verdedigingsblokken) (Kapitein Vanderkam) |
|
Onafhankelijke batterijen | 1ste Batterij van 12 x MVD-70 (Kapitein-commandant Hobeaux) | |
2de Batterij van 12 x MVD-70 (Kapitein-commandant ridder R. van de Kerchove) | ||
3de Batterij van 12 x MVD-70 (Kapitein-commandant Jean Malherbe) | ||
4de Batterij kanonnen 120mm De Bange | ||
Schoolbatterij (Kapitein André de Wergifosse) | ||
Batterij Depot en Bevoorrading (Luitenant V. Warny) | ||
Compagnie Transmissietroepen (Kapitein Gerard) | ||
Compagnie C47 op T13 (Kapitein-commandant Marcel Couez) |
Staf/RFL
Het Vestingsregiment van Luik (oftewel Régiment de Forteresse de Liège – RFL) werd tijdens de jaren 30 opgericht met als doel de bemanningen te leveren voor de forten van de Versterkte Positie Luik (oftewel Position Fortifiée de Liège – PFL). Het RFL, een bijzonder groot regiment, bestaat uit vijf groepen (toenmalige benaming voor een bataljon bij de artillerie) die ofwel het bevel voeren over één groot fort ofwel over meerdere kleinere forten. Daarnaast beschikt het regiment ook nog over een eigen Stafbatterij, een Schoolbatterij, een Compagnie TTr en een Batterij Depot en Bevoorrading. De vier onafhankelijke batterijen (drie batterijen MVD 70 loopgraafmortieren en één batterij 120 mm De Bange mortieren) worden op 22 april in versterking gestuurd naar het Vestingsregiment Namen (oftewel Régiment de Forteresse de Namur – RFN). De Compagnie C47 op T13 is in versterking gegeven van de 16de Infanteriedivisie (16Div) die zich te Gent bevindt. De manschappen van het RFL dragen op hun muts en op hun schouderstukken een hoofdletter “L” waardoor ze onmiskenbaar verbonden zijn met de stad Luik.
Alle eenheden opgesteld in de Versterkte Positie Luik staan onder het bevel van het IIIde Legerkorps (III/LK). Het RFL wordt bevolen door Kolonel Maurice Modard. Hij was tijdens de vorige wereldoorlog artillerieofficier in het Fort van Loncin en heeft zijn oorlogservaring aangewend om de forten maximaal voor te bereiden op het komende gevecht. Het hoofdkwartier van het RFL bevindt zich in de Luikse kazerne Ruiter Fonck, tevens vredesvoet garnizoen van de Staf van het III/LK. Vanuit deze kazerne werden de forten vanaf het begin van de mobilisatie tot aan de vooravond van de oorlog bevolen. Kolonel Modard rapporteert aan het IIIde Legerkorps via de Commandant Artillerie (oftewel CA Corps) van het III/LK, Generaal-majoor Albert Jadot.

Opstelling van het Vestingregiment Luik in mei 1940.
De Versterkte Positie Luik, die kan beschouwd worden als een uitgebreid versterkt bruggenhoofd op de oostelijke Maasoever, bestaat uit vier linies:
- Het verst buiten de stad ligt de PFL I-Linie over een lengte van ongeveer 50Km tussen Visé in het noorden en Comblain-au-Pont in het zuiden, met de drie nieuwe forten van Aubin-Neufchâteau, Battice en Tancrémont, aangevuld met 179 betonnen bunkers. Deze linie werd echter niet voltooid, de geplande forten van Remouchamps, Comblain-au-Pont en Petit-Rechain (Sur Les Waides) werden nooit gebouwd.
- De PFL II-Linie is ongeveer 28Km lang en loopt van Barchon in het noorden tot Boncelles in het zuiden. De linie omvat de tussen 1928 en 1933 vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons.
- De PFL III-Linie bestaat uit drie steunpunten op de rechteroever van de Maas te Visé, Argenteau en Jupille-Renory. Te Visé zijn 19 bunkers gebouwd, waarvan er vier beschikken over een C47mm anti-tankkanon. Het steunpunt te Argenteau bestaat uit 10 bunkers, waarvan twee uitgerust zijn met een C47mm anti-tankkanon. Het steunpunt te Jupille telt 13 bunkers, waarvan er acht over een C47mm anti-tankkanon beschikken.
- De PFL IV-Linie ligt achter de Maas en wordt gedekt door de forten van Flémalle en Pontisse. Deze verdedigingslijn bestaat uit 31 bunkers gebouwd langs de linkeroever van de Maas tussen Lixhe en Flémalle, 9 bunkers langs de linkeroever van het Albertkanaal tussen Coronmeuse en Ternaaien en 10 bunkers haaks op de stelling op de hoogtes west van het Fort van Pontisse.
Aan de vooravond van de oorlog wordt de PFL I-Linie niet bezet door grondtroepen. Het IIIde Legerkorps (III/LK) wordt opgesteld langs de PFL II-Linie met de 3de Infanteriedivisie (3Div) in het noorden en de 2de Infanteriedivisie (2Div) in het zuiden. Hierdoor bevinden de forten van Neufchâteau, Battice en Tancrémont zich als voorposten ietwat geïsoleerd buiten de feitelijke verdedigingslinie. Tussen deze forten en de Belgisch-Duitse grens bevinden zich enkel het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) en het 1ste Regiment Lansiers (1L) die er alarmposten en de Vooruitgeschoven Stelling bezetten. Het Fort van Eben-Emael dat organiek tot het RFL behoort en dat op de junctie ligt van de PFL en de Dekkinsstelling, staat onder operationeel commando van het Iste Legerkorps (I/LK) omdat het bolwerk zich in de zone van dit legerkorps bevindt.

Opstelling III/LK in de Versterkte Positie Luik
De forten beschikken niet meer over infanterie zoals dit in de Eerste Wereldoorlog het geval was. De bolwerken zijn uitsluitend bemand door artilleristen en hebben nu als enige opdracht het leveren van vuursteun. Ieder fort heeft een dubbele bemanning (ook wel reservegarnizoen genoemd) met telkens een ploeg in het fort en een ploeg in rustkwartieren. Het reservegarnizoen werd samengesteld wanneer de rekruten van de lichting ’40 eind februari in de forten toekwamen. In tegenstelling tot de eenheden van het veldleger werden de rekruten voor de forten niet ondergebracht in een Versterkings- en Opleidingsregiment, maar rechtstreeks naar de forten gestuurd waar ze een versnelde opleiding kregen. Voor het aanduiden van mogelijke doelen wordt gebruik gemaakt van verschillende waarnemingsmiddelen:
- De forten beschikken over een uitgebreid netwerk van observatieposten bemand door voorwaartse waarnemers. Deze posten zijn ofwel ondergebracht in betonnen bunkers, ofwel gecamoufleerd opgesteld in kerktorens, liftschachten van koolmijnen en andere uitkijkpunten [1]. Vanuit de observatieposten worden vijandelijke troepenverplaatsingen waargenomen waarna hun coördinaten via ondergrondse telefoonlijnen doorgegeven worden aan de schootsburelen van de forten.
- Vanuit de forten kunnen autonome verkenningspatrouilles in uniform of in burgerkledij het terrein opgestuurd worden om de vorderingen van de vijand te monitoren. Van deze mogelijkheid zal veelvuldig gebruik gemaakt worden.
- Bij de eenheden op de Vooruitgeschoven Stelling (het 1CyF en het 1L) en bij de intervaltroepen (2Div en 3Div) zijn Verbindings- en Observatiedetachementen aangehecht (oftewel Detachements de Liaison et d’Observation – DLO).
- Via hun radio-installatie kunnen de forten in verbinding treden met de verkenningsvliegtuigen van de IIIde Groep van het 1ste Luchtvaartregiment (III/1Lu) die in steun werden gegeven van het III/LK.
- Tenslotte beschikt ieder fort over één of meerdere observatieposten binnen de structuur van het fort zelf.
Op 09 mei brengt Kolonel Modard tezamen met Kapitein-commandant Gobert, zijn Adjudant-majoor (oftewel officier operaties), nog een blitzbezoek aan het Fort van Battice tussen 21u45 en 23u00. De commandovoering van het fort is slechts gedeeltelijk verzekerd, de Groepscommandant Majoor Bovy bevindt zich met ziekenverlof in het militair hospitaal van Luik en de tweede in bevel Cdt Guéry is op schietkamp in Helchteren. Het fort wordt tijdelijk bevolen door één van de twee batterijcommandanten.
Hieronder volgt een samenvatting van de krijgsverrichtingen van het regiment. Voor een gedetailleerde beschrijving van de gevechten op en rond de forten zie:
- Iste Groep (Fort van Eben-Emael)
- IIde Groep (Forten van Pontisse, Barchon en Aubin-Neufchâteau)
- IIIde Groep (Forten van Evegnée en Fléron)
- IVde Groep (Forten van Chaudfontaine, Embourg, Boncelles, Tancrémont en Flémalle)
- Vde Groep (Fort van Battice)
Detachement Scohy/RFL op schietkamp
Aan de vooravond van de oorlog zijn enkele detachementen van het RFL in Helchteren voor het uitvoeren van schietoefeningen. De bemanningen van de forten konden geen schietoefeningen uitvoeren met hun eigen kanonnen vanuit de forten omdat die zich in burgerterrein bevinden. Daarom moesten ze volgens een bepaalde beurtrol schietoefeningen uitvoeren in het kamp van Helchteren, het dichtsbij gelegen oefenkamp ten westen van de Maas dat beschikte over een artillerieschietveld. In Helchteren waren ook permanent 75mm kanonnen gestationeerd die door de bemanningen van de forten konden gebruikt worden. De algemene leiding van de schietperiode die begin mei 40 in Helchteren werd georganiseerd berust bij Luitenant-kolonel Scohy van de Staf van het RFL. Vooral manschappen van de Vde Groep nemen aan deze oefening deel. Zij staan onder bevel van Kapitein-commandant Guéry, tweede in bevel van het Fort van Battice.
Schoolbatterij/RFL
Luitenant de Wergifosse, een officier van het actief kader, krijgt eind september 1939 de opdracht om binnen het RFL een Schoolbatterij op te richten. Hij wordt tevens de eerste commandant van de Schoolbatterij die wordt ondergebracht in de kazerne Ruiter Fonck in het centrum van Luik. Deze batterij staat in voor de opleiding van Kandidaat Reserve Onderluitenanten (KROLt, in het Frans; Candidat Sous-lieutenant de Reserve – CSLR) en de Kandidaat Reserve Onderofficieren (KROO, in het Frans; Candidat Sous-officier de Reserve – CSOR) bestemd voor de verschillende forten van het RFL. De intussen tot Kapitein benoemde Lt de Wergifosse wordt bijgestaan door Lt Dohet en Lt Doumier, beiden instructeurs behorende tot het actief kader. Einde maart 1940 vervoegen de KROO’s na het einde van hun opleiding hun respectievelijke fort waardoor aan de vooravond van de oorlog er nog slechts 17 KROLt en een vijftigtal beroepsvrijwilligers in de Schoolbatterij aanwezig zijn.
Batterij Depot en Bevoorrading/RFL
De Batterij Depot en Bevoorrading, bevolen door Lt Warny, is ontplooid in het buiten gebruik gestelde Fort van Liers. Hier ligt de reservemunitie voor de forten van Luik opgeslagen. De batterij heeft ook nog een munitieopslagplaats in de oude forten van Lantin en Hollogne. Het munitiedepot van Fort van Hollogne wordt bevolen door Eerste Wachtmeester Zimmerman. De batterijstaf bevindt zich eveneens in de kazerne Ruiter Fonck.
Cie TTr/RFL
De Compagnie Tranmissietroepen van het Vestingsregiment Luik (Cie TTr/RFL) is verantwoordelijk voor de verbindingen per telefoon en per radio binnen de forten, tussen de forten onderling en tussen de forten en hun hogere echelons. Dit betekent dat een belangrijk deel van het personeel van de compagnie permanent gedetacheerd is bij de forten en eenheden van het RFL. Hierbij exploiteert de eenheid het ondergrondse militaire telefoonnet dat eind jaren 30 in de PFL werd aangelegd, alsook de veldtelefoonlijnen die dit net aanvullen.
Voor de verbindingen per radio beschikt elk van de forten over twee type toestellen. Het eerste toestel is een standaard toestel van het type ERM 25 (Emetteur-Récepteur Mobile) van de fabrikant SBR (Société Belge Radio-électrique) dat gebruikt wordt voor de verbinding met de verkenningsvliegtuigen van de IIIde Groep van het 1ste Luchtvaartregiment (III/1Lu). Bepaalde bemanningsleden van III/1Lu zijn ook opgeleid als voorwaartse waarnemer voor de artillerie. Met de ERM 25 kan men ook op de radionetten van de legerkorpsstaven. De intentie was om deze toestellen te vervangen door moderne ERM OC (Emetteur-Récepteur Mobile Ondes Courtes) apparaten die speciaal voor de forten van Luik en Namen ontworpen waren. Deze apparaten zijn echter nog niet aangekomen aan de vooravond van de Duitse aanval.
Het tweede radiotoestel is een zender-ontvanger van het type ERF (Emetteur-Récepteur de Fortesesse) gebouwd door Bell Telephone die dient om de verbindingen tussen de forten en de regimentsstaf te verzekeren. Dit toestel heeft een frequentiebereik op de lange golf wat betekent dat de antenne onderaards kan geïnstalleerd worden. Zo is op het Fort van Eben-Emael de 80 meter lange antenne gemonteerd op het plafond van de gang van de commandocentrale op de middenetage, ongeveer 25 meter onder de grond. In sommige andere forten wordt het ERF toestel met een relais van op afstand bediend van uit de commandopost van het fort . Het krachtige apparaat heeft een bereik van ongeveer 30Km in radiotelefonie-modus. In regel wordt echter in versleutelde radiotelegrafie-modus gecommuniceerd. Met morsesignalen kon veel verder uitgezonden worden. Zo wordt tijdens de mobilisatie ontdekt dat er vlotte verbindingen met de Versterkte Positie Namen (Position Fortifiée de Namur oftewel PFN) kunnen gerealiseerd worden. De compagniestaf bevindt zich bij de staf van Kolonel Modard.
(Over het verloop van de veldtocht van deze eenheid is weinig bekend, verder onderzoek is hier nodig. De Cie TTr/RFL komt op 21 mei aan te Sint-Andries Brugge waar de compagnie het Peloton Telegrafisten van het GHK in zijn rangen opneemt en de taak van dit peloton overneemt.)
Cie C47 op T13/RFL
Aan de vooravond van de oorlog bevindt de Compagnie C47 op T13 van het Vestingsregiment Luik (Cie C47 op T13/RFL) zich te Gent, in versterking van de 16de Infanteriedivisie (16Div). De compagnie is ingekwartierd te De Pinte. De compagnie beschikt over drie pelotons die elk uitgerust zijn met vier C47mm anti-tankkanonnen die gemonteerd zijn op T13 pantservoertuigen.

Foto van het dak van het Fort van Eben-Emael kort na de Duitse aanval (foto: Patrick Leenders).
Staf/RFL
Kort na middernacht brengt de Staf/RFL de verschillende forten op de hoogte van de afkondiging van het algemeen alarm. Even voor 05u00 ontvangt Kapitein-commandant Quévrin van de Staf/RFL een telefonisch bericht van Kapitein-commandant Vanderauwera, tweede commandant van het Fort van Eben-Emael, die bevestigt dat er Duitse luchtlandingstroepen op het dak van het fort neergekomen zijn. De ganse dag door blijft de staf aan het werk vanuit de kazerne Fonck in de Luikse binnenstad om de acties van de verschillende forten te coördineren. Tijdens de ochtend komt er onheilspellend nieuws van het Iste Legerkorps (I/LK) dat staat opgesteld achter het Albertkanaal ten noorden van het III/LK. Bij de 7de Infanteriedivisie (7Div) zijn de Duitsers erin geslaagd om bij eerste klaarte het Albertkanaal te overschrijden nabij Vroenhoven en Veldwezelt.
Tegen de avond heeft de vijand de 7Div aangeklampt over de ganse breedte van de divisiesector waardoor de weg naar Tongeren open ligt. Omdat de Versterkte Positie Luik vanuit het noordwesten dreigt omsingeld te worden beslist het Groot Hoofdkwartier (GHK) al tijdens de avond van 10 mei dat de posities langs de PFL II-Linie ten oosten van de stad niet langer behouden kunnen worden. Het oppercommando wil kost wat kost een omsingeling van de Versterkte Positie Luik vermijden en geeft om 20u00 het bevel om de oostelijke oever van de Maas versneld te ontruimen. Om 21u30 begeeft Kolonel Modard zich samen met de divisiecommandanten van de 2Div en de 3Div naar het HK van het IIIde Legerkorps in de citadel van Luik om er nieuwe orders te ontvangen. Luitenant-Generaal de Krahe, bevelhebber van het III/LK, deelt mee dat de Versterkte Positie Luik tijdens de nacht van 10 op 11 mei ontruimd zal worden, maar dat de forten en hun bemanningen zullen achterblijven. De forten moeten de Duitsers zo veel mogelijk trachten af te remmen. Luitenant-Generaal de Krahe geeft volgende specifieke orders aan het RFL: “Le commandant de régiment et les commandants de groupes s’enfermeront chacun dans un de leurs forts, laissé à leur choix, afin de coordonner la défense et de stimuler par leur présence le moral des garnisons de défense“. Hierop geeft Kolonel Modard het bevel dat alleen het strikt noodzakelijke personeel van zijn staf de Kazerne Fonck moet verlaten om zich in het Fort van Flémalle te installeren. Kolonel Modard neemt slechts twee stafofficieren mee naar het Fort van Flémalle; Cdt Gobert, zijn Adjudant-majoor en Lt Dupont, zijn Transmissieofficier. Het overtollig deel van de staf moet zich op 11 mei samen met de Schoolbatterij, de Batterij Depot en Bevoorrading en de reservebemanningen van de forten naar Mechelen terugtrekken. Deze troepen moeten op 11 mei tegen 06u00 verzamelen in het Fort van Liers .

De op bevel van Majoor Jottrand vernielde brug van Kanne
Iste Groep/RFL
- Het fort wordt even na 04u00 overvallen door Duitse parachutisten die een gedurfde landing met zweefvliegtuigen uitvoeren op het dak van het fort. Voor het eerst in de krijgsgeschiedenis wordt deze aanvalstactiek toegepast. Een gebrekkige verdediging van het dak van het fort leidt tot een snelle inname van de bovengrondse structuur door de Duitse aanvallers. De kazematten en koepels worden belegerd door de vijandelijke valschermjagers die handig gebruik maken van krachtige holle ladingen om in een minimum van tijd de meeste kazematten uit te schakelen. Ook het operationeel gebruik van de holle lading is nieuw. Het fort kan enkel nog tussenbeide komen met Koepel Zuid en Kazemat Visé 2 en is zo goed als geneutraliseerd aan het eind van de eerste oorlogsdag. Majoor Jottrand had delegatie gekregen om de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein-Ternaaien te laten springen. In tegenstelling tot de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven laten de vernielingsdetachementen van het Fort van Eben-Emael de drie bruggen springen vooraleer de Duitsers de bruggen kunnen overnemen.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Het Fort van Pontisse ligt ten noorden van de stad Luik op de linkeroever van de Maas. Het bolwerk wordt om 00u40 in staat van alarm gebracht, alle koepels zijn een half uur later bemand en vuurklaar evenals de betonnen verdedigingsblokken. Omstreeks 04u30, kort na de aanvang van de Duitse luchtlandingen te Eben-Emael, is het fort op de hoogte van de vijandelijke aanval op zijn noorderbuur. Kapitein Pire verwittigt het naburige Fort van Barchon. Om 05u10 vraagt Majoor Jottrand, commandant van Eben-Emael, aan het Fort van Pontisse en de 7Div om de superstructuur van het fort onder vuur te nemen teneinde de parachutisten te verjagen. De C105mm koepel wordt aangeduid voor deze opdracht en een eerste salvo van 100 schoten vertrekt. Deze vuuropdracht zal enkele keren herhaald worden doorheen de loop van de dag. Rond 06u15 wordt het bevel gegeven om de spoorwegbrug over de Maas ten noorden van Visé op te blazen maar de genie slaagt hierin slechts gedeeltelijk. Na een tweede mislukte poging beslist Luitenant Parent, commandant van de 6Cie van het 2de Regiment Grenswielrijders (6/III/2CyF), dan maar om een vuuropdracht aan te vragen bij het Fort van Pontisse. Het fort beschiet de spoorwegbrug langdurig maar slaagt er niet in deze verder te vernielen. Na een eerste mislukte poging om een pontonbrug over de Maas te leggen ter hoogte van Lanaye onderneemt de 269ste Duitse Infanteriedivisie [269 (DEU) ID] kort na de middag een tweede poging ten zuiden van Lanaye. Het Fort van Pontisse en de nog intacte kazemat Visé 2 van het Fort van Eben-Emael evenals IV/20A en V/14A krijgen om 12u40 het bevel om de tweede pontonbrug die de Duitse genie over de Maas had gelegd te beschieten. De pontonbrug wordt vernietigd door de artilleriebeschieting en mede door de geleden verliezen onderneemt de 269 (DEU) ID op 10 mei geen nieuwe poging meer om de Maas te overschrijden. - Barchon
Het fort verneemt rond 04u35 via het naburige Pontisse dat een aanval op Eben-Emael aan de gang is en opent een half uur later het vuur op de bovenstructuur van het belegerde fort met de beide C150mm kanonnen. Het artillerievuur wordt aangehouden tot in de loop van de voormiddag. Rond 07u40 wordt ook de treinhalte te Hindel onder vuur genomen waarop de Duitsers zich terugtrekken naar Aubel. Tijdens de namiddag worden ook de omgeving van Remersdaal en het station te Montzen toegevoegd aan de lijst met doelen. ‘s Avonds vindt de eerste en ook de enige aflossing van de manschappen plaats. Het reservegarnizoen neemt de bezetting van het fort over, de afgaande ploeg zoekt rustkantonnementen op te Wandre en wordt reservegarnizoen. - Aubin-Neufchâteau
Het Fort van Aubin-Neufchâteau is een van de drie moderen forten op de PFL I-Linie. Kort na middernacht wordt het fort in staat van alarm gebracht. De bemanning voor de zeven observatieposten toegewezen aan het fort worden naar hun stellingen uitgestuurd. Vanaf 04u00 worden talrijke formaties vijandelijke vliegtuigen gemeld en hoort de bemanning van de geschutstellingen op talrijke plaatsen in de omgeving het luchtalarm weerklinken. De luchtafweermitrailleurs van het fort bestoken de indringers. Wanneer om 06u30 vijandelijke colonnes gemeld worden op de baan van ‘s Gravenvoeren naar Moelingen opent het fort een eerste keer het vuur. De buurt van Moelingen wordt meermaals bestookt door de kanonnen. De observatieposten melden ook dat er brand lijkt te zijn op het Fort van Eben-Emael. De vijand wordt nu ook te Hombourg gesignaleerd en beschoten. Het fort blijft vuuropdrachten uitvoeren naarmate de vijand vordert. Het eerste dodelijke slachtoffer valt tijdens een observatiepatrouille in de Voerstreek. De observatieploegen moeten zich een na een terugtrekken richting Luik. Dit bemoeilijkt de doelsaanduiding voor het fort dat nu voornamelijk zijn vuuropdrachten via het IIIde Legerkorps ontvangt. Daarbij worden Duitse verkenningstroepen en artilleriestellingen bestookt. Het fort heeft nog steeds enkele patrouilles op het terrein, maar die blijken in moeilijkheden te zijn en moeten slachtoffers melden wanneer contact gemaakt wordt met de invaller. Tijdens de avond komen ook de mortieren van het fort in actie wanneer de vijand binnen bereik komt.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
Evegnée is een klein driehoeksfort op de oude fortengordel rond Luik. Ook hier wordt de bemanning even na middernacht uit zijn kantonnementen gelicht en het fort ingestuurd. Wanneer rond 05u00 talrijke vliegtuigen overvliegen en de luchtafweer rond Luik in actie treedt, realiseren de manschappen zich dat het menens is. Nog geen half uur later lost het fort 20 schoten richting Eben-Emael. Vanaf 08u00 trekken eenheden van de Grenswielrijders voorbij het fort. De cyclisten gaan zich in veiligheid stellen binnen de Vesterkte Positie Luik na het uitvoeren van de voorziene wegvernielingen in het grensgebied. Ook de observatieploegen van het fort voeren een reeks vernielingen uit aan de rand van de PFL II-Linie. - Fléron
Het fort ondergaat al snel talrijke Duitse beschietingen en verliest reeds tijdens de voormiddag de elektriciteitsvoorziening. Alle installaties van het fort worden dan maar met de hand bediend. Het fort slaagt erin de eerste vuuropdrachten uit te voeren maar de vuurkadans is behoorlijk verlaagd door de manuele bediening. Patrouilles worden uitgestuurd om de omgeving van het fort te verkennen.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Ook dit fort is een bouwwerk van de eerste fortengordel rond Luik. Tijdens de jaren ’30 werd Chaudfontaine heruitgerust met 75mm geschut. Het fort ontvangt eveneens kort na middernacht het algemeen alarm. Nadat de bemanningen hun gevechtsposities hebben ingenomen zien ze om 04u30 twee formaties vijandelijke vliegtuigen over de stad Luik vliegen. De waarnemers melden dat ze een 70-tal vliegtuigen per formatie geteld hebben. De kanonnen van het fort komen op de eerste dag van de oorlog niet in actie om de vijand nog niet binnen schootsbereik gesignaleerd is. - Embourg
Het Fort van Embourg heeft op 10 mei een bezetting van slechts 153 manschappen. Het bolwerk beschikt slechts over vier koepels met 75mm geschut. Het fort moet steun leveren aan het nabijgelegen Fort van Chaudfontaine. De voormiddag verloopt rustig. Het fort is verantwoordelijk voor de wegvernielingen te Embourg en Beaufays maar wacht de doortocht van de laatste elementen van het 1ste Regiment Lansiers (1L) af alvorens het vuur aan de lont te steken. De wegen worden uiteindelijk rond 21u30 opgeblazen. De springladingen zijn echter slechts geplaatst en vernielen ook de telefoonlijnen uit het fort. De telefonisten kunnen tijdens de nacht de nodige herstellingen uitvoeren, maar de observatieposten van Beaufays, Bois-les-Dames en Avister blijven afgesneden. Het fort beschikt nog wel over zijn radio voor de communicatie met het regiment en de andere forten. Die zelfde nacht verlaat de infanterie de intervalposities tussen de oude forten. - Boncelles
Boncelles is eveneens een herbewapend fort uit de late 19de eeuw. De vier geschutskoepels hebben bij de renovatie kanonnen met een kaliber van slechts 75mm gekregen die een beperkt bereik hebben. Boncelles wordt geklasseerd als een zwaar infanteriesteunpunt en de verwachtingen van het fort zijn eerder laag. Net zoals in de andere sectoren van de Versterkte Positie Luik wordt de infanterie die het moet ondersteunen reeds tijdens de loop van de eerste oorlogsdag teruggetrokken uit de voorbereidde stellingen. Het fort alleen nog interdictie opdrachten uitvoeren tegen troepen die tussen hen en de naburige forten infiltreren. - Tancrémont
Het Fort van Tancrémont is een modern fort gelegen op de zuidflank van de PFL I-Linie. Tijdens de ochtend volgen op het alarm, wordt onmiddellijk werk gemaakt van de laatste voorbereidingen om het fort in staat van oorlog te brengen. Rond 07u00 worden de houten barakken bij het fort afgebroken om het schietveld te vrij te maken. Rondom het fort worden ook nog enkele hindernissen opgeruimd. Vervolgens wordt de houten loopbrug naar de ingang afgebroken en rond 13u00 wordt de zware ingangsdeur vergrendeld. Die middag beginnen de kanonnen met het inschieten op hun vooraf bepaalde doelen. Verder blijft het relatief rustig. De laatste elementen van het 1L trekken zich terug door Pepinster. - Flémalle
Flémalle is een van de herbewapende forten uit de 19de eeuw en bevindt zich op de linker Maasoever ten zuiden van Luik. Het fort werd net zoals de andere gerenoveerde bolwerken tijdens de dertiger jaren voorzien van nieuw geschut, een ventilatiesysteem, een nieuwe elektrische installatie en enkele andere verbeteringen. Net na middernacht gaat het fort over tot de hoogste alarmfase. Tegen 07u00 is de reservebemanning verzameld in het kantonnement te Jemeppe-sur-Meuse. Het nachtlegeringsmaterieel en andere benodigdheden voor de kazernering zijn het fort binnengebracht. Er komt een vrachtwagen toe met geniesoldaten die in de onmiddellijke omgeving van het fort het schietveld dienen vrij te maken. Twee kleine huizen worden met explosieven vernield en de logementbarakken op het glacis van het fort worden in brand gestoken. Kapitein-commandant Barbieux bereikt het fort rond 10u30 na teruggereisd te zijn van uit Bergen waar hij met vergunning was. Tijdens de loop van de dag wordt het fort sporadisch gebombardeerd door de Luftwaffe.
Vde Groep/RFL
- Battice
Het Fort van Battice is een modern fort gelegen in het midden van de PFL I-Linie en is het enige fort dat bevolen wordt door de Vde Groep. Het fort wordt om 00u35 op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. De manschappen nemen de ondergrondse stellingen in en tegen 01u00 zijn alle koepels klaar tot vuren. In het fort ontbreekt op dat ogenblik een achttal officieren, een reeks onderofficieren, enkele observatieploegen en een aantal militairen van het verbindingspersoneel. Zij bevinden zich op het schietterrein van Helchteren waar een detachement van het Fort van Battice onder leiding van Kapitein-commandant Guéry, tweede in bevel van het fort, deelneemt aan een schietoefening georganiseerd door het RFL. Het commando van het fort wordt waargenomen door Kapitein-commandant Fichefet in afwachting van de aankomst van Majoor Bovy die met hartklachten is opgenomen in het militair ziekenhuis van Luik. Om 04u30 komt Majoor Bovy toe in het fort en neemt het commando over. Rond 05u00 komen de kanonnen van het fort een eerste keer in actie, het fort opent het vuur richting Duitse grens. Eveneens om 05u00 wordt het bevel gegeven om de houten logementsbarakken in brand te steken. Maj Bovy wordt omstreeks 06u00 getroffen door een hartaanval en overlijdt in de commandopost van het fort. Cdt Fichefet neemt opnieuw het commando van het fort over tot Cdt Guéry, die ijlings met zijn detachement van Helchteren naar Battice terugkeerde, rond 06u45 de CP vervoegt. Even na 07u00 komen ook de kanonnen 75mm in actie en vuren richting Welkenraedt. Vanaf dan wordt onafgebroken gevuurd op doelen aangeduid door de voorwaartse waarnemers. Omstreeks 10u30 worden alle niet strikt noodzakelijke manschappen gegroepeerd en naar het rustkantonnement te Vaux-sous-Chèvremont gestuurd waar zich het reservegarnizoen bevindt. Het detachement moet er een derde aflossingsploeg vormen. Rondom 11u00 worden de eerste vijandelijke verkenners opgemerkt rond het fort. Wanneer zich in de namiddag enkele mankementen voordoen in de koepels 75mm wordt beroep gedaan op specialisten van de Fonderie Royale des Canons (FRC) om het euvel te verhelpen, maar die moeten rond 16u00 onverrichter zake terugkeren. Even na 17u00 zit de dekkingsopdracht van het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) erop en Majoor Hermand, commandant van II/1CyF, laat het fort weten dat zijn commandopost naar de westelijke Maasoever verplaatst wordt. Gedurende de nacht wordt het fort voor de eerste keer rechtstreeks aangevallen.
Schoolbatterij/RFL
Onmiddellijk na ontvangst van het werkelijk alarm worden de twee kanonnen van de batterij en alle instructiematerieel afgevoerd. De schoolbatterij verlaat de kazerne Ruiter Fonck en installeert zich in de Rue Maghin op de linker Maasoever te Luik. De laatste leerlingen worden om 05u00 vanuit de Rue Maghin doorgestuurd naar de verschillende forten. Alleen de leerlingen bestemd voor het Fort van Eben-Emael blijven achter in de Schoolbatterij omdat ook hier het nieuws is doorgedrongen dat het fort belaagd wordt door Duitse parachutisten. Kapt de Wergifosse wordt om 08u00 door Kol Modard aangesteld als commandant van de Batterij Depot en Bevoorrading. De Luitenanten Doumier en Dohet worden samen met de resterende leerlingen eveneens overgeplaatst naar de Batterij Depot en Bevoorrading, de Schoolbatterij houdt op te bestaan.
Batterij Depot en Bevoorrading/RFL
Kapt de Wergifosse neemt om 08u00 het bevel over van Lt Res Warny en begint onmiddellijk na zijn aankomst met het op oorlogsvoet brengen van de Batterij Depot en Bevoorrading in het kantonnement van de Rue Maghin. In de loop van de dag komen de versterkingen binnen, het betreft tijdens de mobilisatie vrijgestelde mijnwerkers en nog niet opgeroepen dienstplichtigen van oudere militieklassen. Tegen 23u00 is de mobilisatie van de Batterij Depot en Bevoorrading afgerond. Naast Kapt de Wergifosse kan de batterij beschikken over de actieve luitenanten Doumier en Dohet en de reserve luitenanten Warny, Deprez en Sohet. De staf wordt nog versterkt met OLt Med Arkens.
Het Fort van Hollogne wordt omstreeks 06u00 kortstondig gebombardeerd door enkele Stuka’s die het nabije Fort van Flémalle hadden moeten viseren. Het personeel brengt even later drie mitrailleurs in stelling voor de nabije verdediging. Reeds eerder werden enkele luchtafweermitrailleurs geplaatst.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie wordt om 02u00 gealarmeerd door de staf van het 41ste Linieregiment (41Li). De twaalf voertuigen zijn toegewezen aan diverse steunpunten van de 16Div en rijden onmiddellijk uit om hun voorziene standplaatsen in te nemen. Tegen 09u30 meldt de compagniestaf dat deze initiële inplaatsstelling afgerond is. Nog geen anderhalf uur later worden alle detachementen teruggeroepen naar het kantonnement in De Pinte met het bericht dat de compagnie zich moet klaarmaken voor een verplaatsing. Om 12u15 krijgt de eenheid een marsorder om zich naar de hoofdstad te verplaatsen waar ze zich onder bevel van het VIde Legerkorps (VI/LK) moeten stellen. Het vertrekt vindt plaats rond 13u45 en na een rit van een drietal uur komt de compagnie aan in Sint-Gillis waar iedereen ondergebracht wordt in het voetbalstadion van Royale Union Saint-Gilloise. De compagnie zal ingezet worden om de hoofdstad te helpen verdedigen bij een mogelijke aanval door luchtlandingstroepen.
Om 18u00 wordt de opdracht echter gewijzigd en krijgt de compagnie het bevel om direct te vertrekken naar Breendonk waar ze als opdracht krijgen het Groot Hoofdkwartier (GHK) te beveiligen. De tankjagers worden te Breendonk en omstreken ingezet om de diverse standplaatsen van het GHK te helpen verdedigen. Het betreft in eerste instantie het Fort van Breendonk waar het eerste echelon van de opperste legerleiding onderdak heeft gezocht, maar ook de satellietlocaties in de naburige forten en schansen. De eenheid komt aan te Breendonk omstreeks 20u15. Er worden twee pelotons geïnstalleerd op en om het fort, terwijl het derde peloton en de compagniestaf ingekwartierd worden te Willebroek.
Detachement LtKol Scohy/RFL op schietkamp
Om 00u20 worden ook de kamperende troepen te Helchteren op de hoogte gebracht van het alarm. LtKol Scohy geeft de manschappen het bevel zich voor te bereiden om het kamp zo snel mogelijk te ontruimen en naar hun respectievelijke forten terug te keren. Het bevel om het materieel op te laden en het personeel in de voertuigen te laten stijgen wordt gegeven om 01u30 en ongeveer een uur later verlaat de colonne al het kamp. Op de terugweg naar Luik passeert de colonne omstreeks 03u30 het Fort van Eben-Emael om er transmissiematerieel af te laden dat aan het fort werd ontleend voor het schietkamp in Helchteren.

Op de achtergrond de tijdens het luchtbombardement beschadigde administratie barakken.
Staf/RFL
Kolonel Modart duidt Luitenant-kolonel Scohy van zijn staf aan als commandant van het detachement met overtollige troepen dat naar Mechelen moet vertrekken. Kapitein-commandant Quévrin, bevelhebber van de Stafbatterij, wordt toegevoegd als diens adjunct. Kolonel Modart installeert zich vanaf 03u00, met zijn Adjudant-majoor Cdt Gobert en zijn transmissieofficier Lt Dupont, in het Fort van Flémalle. Onmiddellijk na zijn aankomst in het fort laat hij extra telefoonlijnen aanleggen naar een waarnemingspost (OP) van het Fort van Flémalle op de terril van de mijn van Xhorrez achter het station Flémalle-Grand. Hij wil deze OP gebruiken als alternatieve commandopost indien het Fort van Flémalle de strijd vroegtijdig zou moeten staken.
Iste Groep/RFL
- Tijdens de nacht en de ochtend wordt de bovenstructuur van het fort nog sporadisch beschoten door de Belgische artillerie maar nadat Duitse grondtroepen erin slagen verbinding te maken met de parachutisten op het dak van het fort is elk verzet nutteloos. Majoor Jottrand ziet in dat zijn garnizoen gevangen zit en rond 12u00 geven de ongeveer 1.000 manschappen zich over. De gevangenen worden afgeleid naar Maastricht van waaruit zij onmiddellijk en in volstrekte afzondering naar Stalag XIB (Fallingbostel) gestuurd worden. Dit als voorzorgsmaatregel om te beletten dat details over de manier waarop het fort overmeesterd werd zouden uitlekken. De Iste Groep houdt op te bestaan.

De bemanning van het Fort van Eben-Emael werd op 11 mei al naar Stalag XIB (Fallingbostel) overgebracht.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Omstreeks 01u30 ontvangt het fort de opdracht om een vijandelijke artilleriebatterij nabij Saint-Rémy onder vuur te nemen. Het fort blijft vuren naar de overgangen over de Maas en het Albertkanaal. Om 04u30 wordt een observatiemast te Grand-Lanaye (Ternaaien) beschoten, samen met een twintigtal landingsboten aan de oever van de Maas. De Duitsers onderbreken hun oversteekpoging. Anderhalf uur later volgt de beschieting van de brug van Berneau te Visé.
Wanneer de vijand opduikt in de driehoek Moelingen, Warsage, Visé komt het fort ook hier tussenbeide. De observatiepost van III/2CyF opgesteld langs de spoorwegberm van de spoorlijn Tongeren – Montzen nabij de brug van Visé kan waarnemen hoe een eenheid vijandelijke infanteristen behorende tot 253 (DEU) ID de spoorwegbrug Visé-Montzen zonder problemen kan oversteken. Prompt wordt artillerievuur aangevraagd. De ganse dag worden de door III/2CyF aangeduide doelen in de omgeving van Visé met grote precisie bestookt door het Fort van Pontisse. De Duitse infanteristen trekken zich terug, de 253 (DEU) ID die moest oprukken langs de rechter Maasoever maakt die dag nagenoeg geen voortgang. Uiteindelijk zullen ze pas de volgende dag Visé bezetten nadat de Belgische troepen de stad reeds verlaten hebben. Het Fort van Eben-Emael wordt om 07u00 een laatste keer onder vuur genomen door het Fort van Pontisse maar rond 11u00 valt de verbinding met het Fort van Eben-Emael uit. Doorheen de avond blijven meldingen van vijandelijke aanwezigheid toekomen. Er worden Duitse verkenners gesignaleerd nabij de brug van Vivegnis die prompt bestookt wordt waarna de brug instort. De C105 koepel bestookt samen met het Fort van Barchon de tunnel te Dalhem. Na het vallen van de duisternis worden de bruggen van Hermalle en Haccourt opgeblazen door de genie. - Barchon
In de nacht van 10 op 11 mei voert het fort twee vuuropdrachten op de dorpskern van ‘s Gravenvoeren uit. Tijdens de ochtend vuren de C150 koepels nog een salvo van 60 graten af op het dak van Eben-Emael in een poging om de vijand te verjagen, maar het lot van het grote fort aan het Albertkanaal is reeds bezegeld. De ganse dag door richt het geschut van Barchon zich op de wegenknooppunten ten noordoosten van Luik. Ook de tunnel van de buurtspoorwegen te Dalhem en de steenkoolmijn van Trembleur worden aangepakt nadat daar de eerste vijandelijke troepen werden gesignaleerd.
De hoge vuurkadans leidt tot verschillende pannes. Een kanon raakt oververhit hetgeen een voortijdige explosie van een artilleriegranaat veroorzaakt. Hierbij vallen er vier gewonden. Het duurt enkele uren eer de pannes hersteld kunnen worden. - Aubin-Neufchâteau
De vijand is het fort genaderd en neemt vanaf 09u00 de observatiebunkers onder rechtstreeks vuur met een antitankkanon. Verschillende koepels worden ook beschoten door mitrailleurs. Rond 10u00 wordt een koepel door een treffer buiten werking gesteld. De Duitsers naderen vanuit Warsage en hebben nu ook een zwaar 88mm luchtafweerkanon in stelling gebracht. De Belgen blijven de invallers bestoken. Na de middag ondergaat het fort een eerste infanterieaanval en vraagt vuursteun van het Fort van Battice. Verschillende observatiebunkers moeten met schade aan hun optische apparatuur afrekenen waardoor de slagkracht van het fort een deuk krijgt. Aan het eind van de dag heeft het fort een twintigtal aanvalspogingen afgeslagen.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
Het fort ligt aan de oostrand van de Versterkte Positie Luik en de Duitsers bereiken dan ook al snel de wijde omgeving. Die ochtend worden de observatieploegen teruggeroepen en binnen de veilige muren van het fort gebracht. Het fort valt terug op de eigen observatiemiddelen. Het zware geschut van het fort komt een eerste keer in actie. De vijand wordt voorlopig nog niet nabij het fort zelf waargenomen. - Fléron
De bemanning slaagt er niet in om de elektriciteitsvoorziening te herstellen. Alle taken in het fort worden dan maar met de hand en bij noodverlichting uitgevoerd, het aanvoeren van de munitie en het richten van de kanonnen incluis. Duitse vliegtuigen blijven het fort aanvallen. Er wordt die dag ook nog een patrouille uitgestuurd naar de dorpskern van het nabijgelegen Fléron.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Majoor Parmentier, Groepscommandant van IV/RFL, en zijn staf vervoegen in de vroege ochtend het Fort van Chaudfontaine om van hier uit de vijf forten van de IVde Groep bevelen.
- Embourg
Embourg volgt de gebeurtenissen vanop een afstand. Er wordt die dag geen contact gemaakt met de vijand. - Boncelles
Het fort profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van Luik en stuurt patrouilles uit om zijn bevoorrading in munitie, levensmiddelen en bewapening aan te dikken met hetgeen door de infanterie werd achtergelaten op hun in der haast ontruimde stellingen.
- Tancrémont
Belgische vluchtelingen blijven langsheen de rand van het fort naar het westen trekken. Na de middag wordt een Duitse colonne gesignaleerd op de baan Desnié-Haut-Regard-Route La Reid. Het fort komt een eerste keer in actie. Tijdens de namiddag wordt de overgave van Eben-Emael vernomen. - Flémalle
Flémalle blijft gespaard van het ergste oorlogsgeweld tijdens de eerste oorlogsdagen. De reservebemanning vervoegt in de vroege ochtend Liers ter voorbereiding van de evacuatie naar Vlaanderen. Te Jemeppe worden bijkomende levensmiddelen aangekocht. Rond 07u00 hoort men de Maasbruggen van Val-St-Lambert en Ivoz de lucht in gaan. Geneesheer Onderluitenant Wautriche wordt als nog opgetrommeld om het fort als arts te vervoegen. De reguliere legerdokter, Geneesheer 1ste Kapitein Fore, heeft zijn kat gestuurd en zal na de oorlog hiervoor vervolgd worden als deserteur. De waarnemers zijn getuige van de zware luchtaanval op enkele terugtrekkende colonnes bij hun doortocht te Liers. Ondermeer het 1L moet hier veel slachtoffers incasseren.
Vde Groep/RFL
- Battice
Alle koepels C75mm bevuren ‘s ochtends het centrum van Chaineux en de wegen die er naartoe leiden nadat te Chaineux een grote vijandelijke troepenconcentratie werd opgemerkt. Rond de middag openen de Duitsers het vuur op het fort met hun zonet aangevoerde artillerie maar de schade blijft beperkt. Wanneer opnieuw een grote concentratie vijand wordt waargenomen, ditmaal in Aubel, wordt de steun van de forten van Evegnée en Fléron ingeroepen. Alles samen wordt door de drie forten een 200-tal obussen op Aubel afgevuurd. Een vuur wordt aangevraagd op een vijandelijke batterij die zich heeft opgesteld in de rand van het Bois de Los langs de Rue de Merckhof. Het Fort van Battice reageert onmiddellijk met een tegenbatterijvuur afgeleverd door de koepels 120mm. De rest van de dag blijft het fort het vuur openen op passerende vijandelijke formaties.

Een telefonist-seingever van het RFL.
Batterij Depot en Bevoorrading/RFL
Rond 01u00 ontvangt de batterij het bevel om zich naar het station van Liers te begeven en tegen 20u30 per spoor naar Mechelen vervoerd te worden. Dit bevel wordt doorgegeven aan de verschillende ondereenheden van de batterij. Tegen 07u00 staat de batterijstaf verdekt opgesteld in het centrum van Liers. Om 09u00 wordt de volledige batterij toegevoegd aan een detachement onder bevel LtKol Scohy die alle niet noodzakelijke manschappen voor de verdediging van de forten naar Mechelen moet overbrengen. Om 11u30 komt een tegenbevel dat het vertrekuur vervroegd tot 12u30. Kapt de Wergifosse wordt aangeduid als treincommandant.
Net na 01u00 ontvangt het munitiedepot in het Fort van Hollogne het bevel om later op de dag alle wapens en munitie naar Flémalle te brengen en het depot te ontruimen. Het personeel van het munitiedepot te Hollogne laadt om 19u00 de laatste wapens op een vrachtwagen en vertrekt naar Flémalle. De manschappen nemen vervolgens zelf het initiatief om niet langer ter plekke te blijven. De meeste manschappen vertrekken kort na 20u00 per vrachtwagen in de richting van Hoei.
Detachement LtKol Scohy/RFL
De reservegarnizoenen van de verschillende forten alsook het overtollig personeel van de Staf/RFL en de Batterij Depot en Bevoorrading verzamelen om 06u00 in het Fort van Liers en komen onder bevel te staan van Luitenant-kolonel Scohy van de Staf/RFL die nog maar net terugkeerde van een schietperiode in Helchteren. Het detachement wordt opgesplitst in twee groepen; een groep die met de voertuigen van de verschillende eenheden van het RFL over de weg naar Mechelen zal reizen en een tweede groep, waarvoor geen plaats meer was op de voertuigen, die per trein naar Mechelen moet vertrekken vanuit het station van Liers. De eerste luchtaanvallen op het Fort van Liers en het plaatselijk station zetten LtKol Scohy er toe aan om de aftocht vroeger dan gepland aan te vatten. Via bemiddeling door Lt Res Warny, die bij de spoorwegen werkte voor de oorlog, kan hij bekomen dat de eerste trein even na 12u30 kan vertrekken in plaats van het voorziene vertrek om 20u30. De omgeving van Liers wordt de ganse voormiddag regelmatig gebombardeerd. Ook de in het station klaarstaande goederentrein die gebruikt moet worden voor de evacuatie van de munitie krijgt er van langs.
Cdt Quévrin laat met de voertuigen die zijn overgekomen van de verschillende groepen een autocolonne vormen die een driehonderdtal manschappen van het regiment kan meenemen. Lt Res Jadoul wordt aangeduid als colonnecommandant Lt Doumier en Lt Adm Vervier begeleiden de colonne die om 11u30 vertrekt vanuit Liers naar Mechelen. LtKol Scohy en Cdt Quiévrin vertrekken om 11u45 met een personenwagen en rijden de colonne achterna. De colonne wordt richting Mechelen gestuurd via Hannuit, Tienen en Leuven. Bij het buitenrijden van Tienen halen LtKol Scohy en Cdt Quévrin de colonne in. Op dat ogenblik, rond 15u00, ontstaat een verkeersopstopping te Kumtich waarin een colonne van het 30ste Bataljon Transmissietroepen, een colonne van de Staatswapenfabriek (oftewel Manufacture d’Armes de l’Etat – MAE) en de colonne van het RFL komen vast te zitten. De drie gestrande colonnes vormen een uitgelezen doelwit voor de vijandelijke luchtmacht die net het vliegveld van Goetsenhoven heeft aangevallen. Het konvooi wordt te Kumtich gedurende ongeveer een uur door de Luftwaffe gebombardeerd en beschoten. Bij het RFL vallen er vijf gewonden terwijl de Soldaten Mazy en Tombal bij de luchtaanval om het leven komen. Ook bij de andere eenheden vallen doden en gewonden. Vier voertuigen moeten worden achtergelaten. De gewonden worden afgevoerd naar het ziekenhuis van Tienen waarna rest van de colonne Kumtich om 16u15 kan verlaten en zonder verdere problemen zijn weg kan verderzetten tot Mechelen waar de 352 manschappen een onderkomen vinden in de kazerne Generaal Michel, het vredesvoet garnizoen van 8A.
Tegen de middag verlaten de manschappen die niet konden meereizen met de voertuigen, onder het bevel van Kapt de Wergifosse, het Fort van Liers en maken zich klaar om in het station op een trein te stappen. Ze laten nog een bericht achter met de boodschap dat al wie kan zich naar Mechelen moet begeven om er het detachement te vervoegen. Het inladen loopt echter vertraging op en wanneer omstreeks 13u00 de manschappen volop aan het instijgen zijn, wordt het station van Liers alweer gebombardeerd. De manschappen stuiven in alle richtingen weg. De telefoonverbindingen vallen uit en er wordt een burgervoertuig naar Luik gestuurd om enkele ambulances op te trommelen om de gewonden af te voeren. Onder de gewonden de Soldaten Servais en Knapen die later aan hun verwondingen bezwijken. Bij het bombardement sneuvelen de soldaten Looz, Lemaire, Thelen, Brunson en Jaspar. Het bombardement wordt met tussenpozen voortgezet en houdt op tegen 20u00. De trein staat geblokkeerd te Liers waarop Kapitein de Wergifosse een dertigtal manschappen verzamelt en besluit te voet verder te trekken. Samen met OLt Genart en Adjt KROLt Leclercq marcheren ze tot Vottem waar ze enkele voertuigen opeisen. Hun tocht zal hen tijdens de rest van de nacht via Hannuit naar Gembloux voeren.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie blijft te Breendonk.

Kolonel Maurice Modard.
Staf/RFL
Rond 14u00 laat Kolonel Modart het bevel verspreiden om de vuurkadans van het geschut in de forten te verlagen. Door de algemene terugtocht uit Luik kunnen de forten niet meer herbevoorraad worden met munitie. De staf vreest dat indien te kwistig met munitie wordt omgesprongen de forten dreigen zonder te vallen wanneer de gevechten nog een tijdje blijven doorgaan.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Tijdens de nacht worden verschillende patrouilles het terrein op gestuurd. Ondertussen neemt de C105 koepel verschillende kruispunten en bruggetjes onder vuur, onder meer te Withuis (deelgemeente van Eysden op de Belgisch-Nederlandse grens), Wonck en Bassenge. Kort na 04u15 meldt Barchon de aanwezigheid van vijandelijke infanteristen nabij het fort. Pontisse opent het vuur op de zone tussen de zuidrand van Housse en de ingang van het Fort van Barchon.
Omstreeks 06u30 is een patrouille getuige van het neerhalen van een Bristol Blenheim van de Royal Air Force te Rhées. De vijand blijft dichterbij komen en tijdens de voormiddag worden opnieuw diverse patrouilles uitgestuurd naar de vallei van de Jeker, Milmort, Hermée en Grand’Aaz. De verkenners zullen verschillende doelen voor de C105 koepel aanduiden. De waarnemers in intervalbunker PL13 melden rondom 11u30 de komst van Duitse troepen van uit de richting van Haccourt. De vier C75 koepels van Pontisse verjagen de vijandelijke infanterie. De situatie herhaalt zich rondom 13u00 en ook deze keer worden de aanvallers op andere gedachten gebracht. Het fort zelf valt rondom 20u00 een eerste keer onder vuur. Een Duitse batterij heeft post gevat nabij de Chapelle de la Lorette te Visé. De C105 koepel geeft tegenbatterij vuur. - Barchon
Kort na middernacht wordt een kleine Duitse gevechtsgroep ontdekt aan de rand van het fort. De infanteristen worden met kartetsvuur door de C75mm koepels verdreven. Het fort voert tijdens de tweede helft van de nacht nog vuuropdrachten uit op de onmiddellijke omgeving van het Fort van Pontisse, het wegenknooppunt te Haccourt en dorpje Wérichet. Om 04u15 worden talrijke Duitse troepen opgemerkt rondom het fort. De drie nog werkende C75mm koepels en de mitrailleurs openen het vuur. De forten van Pontisse en Evegnée komen eveneens tussenbeide. De C150mm koepels van Barchon bestoken de vermoedelijke uitvalsbasis voor de vijandelijke aanval te Housse. Het bolwerk is nu echter binnen het bereik van de Duitse kanonnen komen te vallen en krijgt vanaf 07u00 verschillende granaatinslagen te verwerken. Tussen Barchon en Heuseux heeft een Duitse artillerieformatie post gevat. Het fort blijft naar het noorden vuren. Na Riemst worden Roclenge en Wonck beschoten. Tijdens de namiddag volgen doelen te Zichen-Zussen-Bolder en opnieuw te Riemst voor de C150mm kanonnen. Het kleinere C75mm geschut komt tussenbeide om infanterieaanvallen op Pontisse af te weren. In de late namiddag worden ook enkele doelen geviseerd op vraag van het Fort van Aubin-Neufchâteau. De voorwaartse waarnemers in observatiebunker AC1 te Aux Communes duiden in de vooravond vijandelijke troepenconcentraties aan in de buurt van hoeve Monami nabij Chertal. Een salvo van 120 C75mm artilleriegranaten vertrekt. - Aubin-Neufchâteau
Het fort is nu omsingeld en de vijand is reeds tot in Luik doorgedrongen. Samen met Battice blijft het fort de Duitse troepen die de buurt doortrekken onder vuur nemen. Er volgen nog enkele aanvalspogingen op het fort, maar de vijand dringt niet aan en besluit het fort voorlopig aan zijn lot over te laten terwijl er op artilleriesteun wordt gewacht.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
De kanonniers van het zware geschut blijven diverse doelen in de omgeving beschieten. Het fort stuurt ook verschillende patrouilles uit om de precieze posities van de vijand na te gaan. Er vertrekt ook een ploeg van vier militairen naar een nabijgelegen boerderij om er de varkens te gaan slachten en zo de voorraad vers vlees van het fort aan te vullen. - Fléron
Het fort wordt nu zeer regelmatig aangevallen vanuit de lucht en onder vuur genomen door de Duitse artillerie. In de avond wordt op vraag van het Fort van Chaudfontaine een gezamenlijk artillerievuur afgegeven om twee observatieposten te ontzetten.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Omstreeks 20u50 worden twee observatieposten, één van het Fort van Chaudfontaine en één van het Fort van Fléron, opgesteld in bunkers te Magnée aangevallen door vijandelijke infanteristen. Er wordt vuursteun aangevraagd aan beide forten om de OP’s te ontzetten. Beide forten ontketenen gelijktijdig een ware artillerie-barrage op de beide observatieposten waarna de vijand de aanval afbreekt. Ondanks het feit dat het artillerievuur enkele slachtoffers maakte onder de aanvallers, achten de voorwaartse waarnemers het veiliger om zich terug te trekken.
- Embourg
Embourg opent voor de eerste keer het vuur. Duitse troepen naderen de omgeving van het fort. Een patrouille wordt uitgestuurd vanuit de observatiepost te Beaufays om een groepje vijandelijke wielrijders te onderscheppen. De manschappen van de post te Beaufays trekken zich terug naar het fort wanneer hun observatiebunker beschoten wordt door een PAK 36 anti-tankkanon. Ook de observatiebunker van Avinster wordt opgegeven. Bovendien is ‘s ochtends de telefoonlijn met de post van Bois-les-Dames uitgevallen. - Boncelles
Er wordt nog steeds geen vijandelijke activiteit waargenomen in de onmiddellijke nabijheid van het fort, de kanonnen blijven zwijgen.
- Tancrémont
Tijdens de voormiddag wordt het fort een eerste keer aangevallen door de Duitse artillerie. Regelmatig slaan vijandelijke granaten in rondom het fort. Die avond wordt het fort overvallen door pioniers die vanuit de richting van Banneux en het bos van Mazures genaderd zijn. De verluchtingskoker wordt met explosieven beschadigd. - Flémalle
Rond 02u00 wordt het fort een eerste keer beschoten door Duitse artillerie. De stellingen van de luchtafweermitrailleurs krijgen het hard te verduren. De C150 koepel van het fort riposteert en blijft in actie tot ongeveer 05u00. Door het wegvallen van een goede waarneming na de terugtocht van het veldleger, start ook Flémalle met het uitsturen van talrijke eigen patrouilles om van de situatie in de omgeving op de hoogte te blijven. Daarnaast worden ook een tiental militairen aangeduid voor patrouilles op lange afstand in burgerkledij. Sommige van deze missies zullen tot ongeveer 20 Km van het fort leiden.

De spoorlijn 38 van Tongeren naar Aken passeert ten noorden van het Fort van Battice.
Vde Groep/RFL
- Battice
De vijand heeft het fort niet alleen omsingeld maar waagt zich nu ook op het glacis om dichter bij de koepels te komen. De Duitsers hebben gedurende de nacht van 11 op 12 mei zware 305mm mortieren aangevoerd die het fort vanaf 05u30 beginnen te beschieten. De granaatinslagen doen de blokken daveren op hun grondvesten maar de bemanning in het moderne fort is relatief veilig voor de gevolgen van de artilleriebeschieting. Wanneer de nacht invalt is opnieuw grote waakzaamheid nodig omdat alle waarnemingssleuven en schietopeningen constant onder geweer- en mitrailleurvuur worden gehouden door de Duitse infanterie.
Detachement LtKol Scohy/RFL
Luitenant-kolonel Scohy en zijn adjunct zetten in Mechelen een verzamelpunt op voor de uit Luik gevluchte manschappen van het RFL. ‘s Avonds laat krijgt het detachement het bevel om de volgende morgen naar Maldegem te vertrekken. Er worden twee marsdetachementen gemaakt, een colonne voertuigen en een marsdetachement dat per trein naar Maldegem vervoerd zal worden. Het detachement brengt ook de nacht van 12 op 13 mei door in de kazerne Generaal Michel.
Het detachement van Kapt de Wergifosse die te voet uit Luik wist te ontsnappen bereikt tijdens de ochtend het stadje Gembloux (oftewel Gembloers). Er wordt beslist om er uit te rusten en de komende nacht af te wachten alvorens verder te trekken. Te Gembloux slaagt Kapt de Wergifosse rond 07u00 erin LtKol Scohy per telegram op de hoogte te brengen van de toestand van zijn detachement. Vanaf 08u00 wordt Gembloux hevig gebombardeerd door de Duitse luchtmacht. Het bombardement duurt tot 19u00 met het invallen van de duisternis. Hierop beslist Kapt de Wergifosse om de volgende etappe richting Mechelen aan te vatten om 20u00.
Compagnie C47 op T13 VPL
De compagnie blijft te Breendonk.

De luchttoegang van het Fort van Pontisse.
Staf/RFL
IIde Groep/RFL
- Pontisse Observatiepost PL13 is nog steeds actief en meldt dat de vijand op het punt staat om Pontisse te omsingelen. Het fort besluit om zijn observatieploegen van het terrein weg te halen en bestookt de Duitse belegeraars met spervuur om de waarnemers toe te laten zich terug te trekken binnen het bolwerk. Het fort is nu geheel omsingeld door vijandelijke troepen. De Duitsers viseren in eerste instantie de ventilatieschacht. De bemanning van de bijhorende bunker wordt met een PAK 36 anti-tankkanon verdreven. Vervolgens ontplooien de aanvallers zich in de zone tussen de weg naar het fort en het dorp Vivegnis. Rondom 10u00 wordt een eerste stormaanval gelanceerd. De C75 koepels vuren op de Duitse troepen. De aanvalspoging wordt kort voor 13u30 afgebroken wanneer de vijand zich terugtrekt en besluit om bijkomende artillerie in stelling te brengen. De nieuwe Duitse batterij gaat in stelling op de hoeve Cromwez te Dalhem. De infanterie hergroepeert zich achter de tramlijn van Luik naar Bassenge. Rondom 18u30 wordt het artillerievuur op het fort hervat. De luchttoegang wordt opnieuw beschoten door anti-tankgeschut terwijl het fort bestookt wordt met artilleriegranaten van zwaarder kaliber. Ook deze aanval wordt zonder resultaat afgebroken.
- Barchon
Het fort wordt tijdens de nacht van 12 op 13 mei een eerste keer door de vijandelijke artillerie beschoten. De Belgen trachten zo goed mogelijk het tegenvuur te organiseren en blijven ook nog diverse andere doelen bestoken. Om 02u15 vertrekt een salvo van 40 granaten richting het Fort van Pontisse. In de vroege ochtend worden doelen te Haccourt en Wérichet geviseerd. De Duitsers laten echter steeds meer artilleriegranaten op het dak van het fort neerkomen. Om 10u30 vindt een explosie plaats in een geschutskoepel wanneer een artilleriegranaat in de loop ontploft. Hierbij vallen opnieuw vier gewonden. De scheuren in de betonnen mantel van de koepel worden met cement gedicht. De C150 koepels nemen Fexhe-Slins onder vuur. Tussen 14u00 en 15u15 beschieten de beide C150 kantonnen achtereenvolgens het Fort van Battice en de citadel van Luik. Ook een vijandelijke artilleriebatterij te Dalhem wordt aangepakt. De rechtse C150 koepel raakt even na 19u00 geblokkeerd bij een voltreffer. Het Duitse artilleriebombardement houdt in alle hevigheid aan tot na het vallen van de duisternis. De C75 koepels van Barchon moeten nogmaals een vuurpauze inlassen om de kanonnen te laten afkoelen. - Aubin-Neufchâteau
De Duitsers hebben nu ook in de buurt van het Fort Aubin-Neufchâteau artillerie ontplooid en onderwerpen het fort vanaf de ochtend aan een behoorlijk zwaar bombardement. De gevechtskoepels en artillerieblokken blijven diverse doelen beschieten zodra hun beperkte waarnemingsmiddelen dit toelaten. Ook de mortieren van het fort blijven instaan voor de nabije verdediging. Het fort blijft samenwerken met de artilleristen van Battice.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée De vijand beschiet voor een eerste keer het fort. Een eerste patrouille bestaande uit de soldaten Wilmain en Colson kamt de omgeving uit en kan veilig terugkeren om te melden dat de Duitsers het fort naderen. Tijdens een pauze in de bombardementen gaan de soldaten Jaroulx en Gillis de schade bekijken in de droge gracht van het fort. Soldaat Gillis wordt gedood wanneer een artilleriegranaat onverwachts neerkomt in de gracht. Een tweede patrouille bestaande uit de soldaten Wilmain, Colson, Pahaut en Lejeune vertrekt, maar stuit op een vijandelijke patrouille. Er breekt een vuurgevecht uit en de Belgen moeten soldaat Lejeune gewond achterlaten en zich terugtrekken binnen het fort. Die avond weerklinken de eerste geweerschoten in de onmiddellijke omgeving van het fort. De geschutskoepels worden geladen met kartetsobussen om de invallers te verjagen.
- Fléron
De ochtend na de aanval op hun observatiebunker voert de bemanning van de bunker een kleine verkenning uit om zich ervan te vergewissen dat er zich geen vijanden meer rond de OP bevinden.
VIde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Aan het eind van de dag komt Chaudfontaine tussenbeide om een Duitse infanterieaanval op het nabijgelegen Fort van Embourg te counteren. - Embourg
De directe omgeving van het Fort van Embourg wordt ingenomen door de vijand. Het achtergebied van het fort en de verluchtingstoren worden daarbij bezet. Die avond lanceren de Duitsers rondom 22u00 een eerste infanterieaanval op het fort. Met behulp van het geschut van Chaudfontaine worden de vijandelijke infanteristen op afstand gehouden. Het fort ondergaat de eerste artilleriebeschietingen. - Boncelles
De eerste Duitsers worden in de loop van de dag opgemerkt door de observatieposten van Boncelles. Het betreft verkenners van het 451(DEU)IR. De eerste vijandelijke artillerie beschieting van het fort start kort na 17u00. De stellingen van Duitse artilleriebatterij die het fort beschiet worden waargenomen door de voorwaartse waarnemers van het fort waarna deze batterij op vraag van Boncelles door de kanonnen van het Fort van Flémalle onder vuur wordt genomen.
- Tancrémont
Het fort vuurt af en toe enkele kartetsgranaten af naar het bos van Mazures om eventuele aanvallers te ontraden. De rest van de dag verloopt rustig. - Flémalle
De vijandelijke artillerie blijft op het dak van het fort vuren. Op de stellingen van de luchtafweermitrailleurs vallen hierbij enkele gewonden. Aalmoezenier Lenniers wordt met vier leden van het medisch personeel uitgestuurd om de gewonden te gaan recupereren. De vijand belet de Belgen echter om hun gewonde makkers te bereiken. De op enige afstand van het fort gebouwde betonnen ventilatietoren wordt nu bemand als observatiepost voor de onmiddellijke omgeving.
Vde Groep/RFL
- Battice
De nacht van 12 op 13 mei verloopt relatief rustig op één enkele schermutseling na. Vanaf eerste klaarte speuren de waarnemers het terrein af rond het fort maar kunnen niets abnormaal waarnemen. Vanaf 07u00 is het fort onderhevig aan beschietingen door kanonnen met groot kaliber die met trage maar regelmatige cadans granaten op het dak van het fort laten neerkomen. Terwijl de kanonnen van het fort troepenbewegingen blijven bestoken wordt in de namiddag opnieuw een infanterieaanval ingezet. De vijand kan succesvol afgeslagen worden. Het fort ondersteunt nu onder meer de belegerde forten van Tancrémont, Aubin-Neufchâteau, Fléron en Evegnée.
Detachement LtKol Scohy/RFL
Te Mechelen komen steeds meer kleine groepjes manschappen van het RFL aan na de vlucht uit Liers. De colonne voertuigen verlaat Mechelen om 10u00. Tegen de avond wordt Maldegem bereikt via Dendermonde, Wetteren, Ledeberg, Gent, Lovendegem en Eeklo. Kapitein Dervaux wordt aangeduid als treincommandant van de groep die per trein van Mechelen naar Maldegem vervoerd zal worden. De nacht van 13 op 14 mei wordt in kantonnementen te Maldegem doorgebracht. Het detachement van Kapt de Wergifosse bereikt tegen 04u00 Le Roeulx en zoekt er kantonnementen op. De kapitein neemt contact op met het Provinciecommando van de Provincie Henegouwen die hem aanmaant de volgende dag door te rijden tot Relegem nabij Zellik.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie blijft te Breendonk.
Staf/RFL
Via de radio komt slecht nieuws binnen; Nederland capituleert en de Duitsers zijn erin geslaagd de Maas over te steken te Sedan.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Tijdens de nacht van 13 op 14 mei herneemt het fort zijn vuuropdrachten op de omliggende kruispunten en verkeersaders. Bij dageraad wordt de vijand wordt opnieuw opgemerkt in de buurt van het fort. Deze maakt zich niet klaar voor een nieuwe aanval, maar is nu druk in de weer met het aanleggen van veldversterkingen nabij het bolwerk. De C75 kanonnen verjagen de militairen en verleggen vervolgens hun vuur naar Oupeye. Tijdens de voormiddag is het fort getuige van de luchtaanvallen op Barchon. Deze luchtaanvallen houden aan tot ongeveer 13u00. Een goed half uur later duiken de eerste Stuka’s op boven Pontisse. Het fort wordt gedurende anderhalf uur gebombardeerd waarbij een koepel zwaar beschadigd raakt. De grondaanval op het fort wordt omstreeks 18u00 hervat. De uitkijkposten worden geviseerd door anti-tankgeschut. Omstreeks 19u30 legt de Duitse artillerie een rookgordijn aan op het fort. De Belgen vermoeden dat dit kadert in de voorbereiding van een de stormaanval en openen het vuur met alle beschikbare bewapening. Wanneer de rook echter optrekt, valt geen vijand te bespeuren. De Duitse zware artillerie hervat de beschieting op het fort. - Barchon
De beschieting van het fort vermindert na 02u00 in intensiteit. Om 05u00 wordt een patrouille uitgestuurd die een half uur later terugkeren nadat ze te Bacsay een mortier van 210mm ontdekten. Het doel wordt doorgegeven aan het Fort van Evegnée en bestookt. Even na 10u00 start een eerste luchtaanval door Duitse duikbommenwerpers, maar rondom 12u20 wordt het stil. Cdt Pourbaix laat de bovenstructuur van het fort inspecteren en moet vaststellen dat de directe omgeving in een maanlandschap is veranderd. Er is schade aan de beide C150 koepels. De linker koepel wordt opgegeven. Een grote scheur in het beton van de rechter koepel wordt met sneldrogend cement opgelapt. In de loop van de namiddag herneemt Barchon de beschieting van het Fort van Pontisse. Ook het vliegveld van Bierset wordt beschoten. Een nieuwe patrouille bevestigt dat de omgeving van het bolwerk vergeven is van Duitse troepen. Barchon, Evegnée en Pontisse ondernemen een gecoördineerde actie om de aanvallers te verjagen. De dag wordt afgesloten met een vuuropdracht op een Duits konvooi te Withuis. - Aubin-Neufchâteau
Hetzelfde patroon herhaalt zich ook op de vijfde oorlogsdag. Terwijl de Duitse artillerie het fort bestookt, maken de Belgen van elke gelegenheid gebruik om vijandelijke doelen onder vuur te nemen. Tijdens de namiddag neemt de activiteit enigszins af. Het fort staat nog steeds in verbinding met de Staf van de IIde Groep die beveelt om in geval er een tekort aan munitie van een bepaald kaliber zou optreden alle kanonnen van dit type te vernielen en de bedieningsploegen richting Namen te sturen onder leiding van een officier.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
De Luftwaffe vervoegt de Duitse artillerie en het fort wordt steeds heviger gebombardeerd. Er volgt een eerste infanterieaanval die met behulp van het 75mm geschut gestuit wordt. De Belgische waarnemers kijken toe hoe de vijand zijn doden en gewonden afvoert. Vervolgens wordt het rustig, maar het wordt al snel duidelijk dat de Duitsers nu geschutstellingen aanleggen in het directe zicht van het fort. De koepels van het fort blijven vuren op alle mogelijke doelen. - Fléron
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Het fort voert diverse vuuropdrachten uit en wordt daarbij door Embourg ondersteund. De Duitse artillerie blijft het fort onder vuur nemen. - Embourg
Terwijl het fort nu regelmatig wordt gebombardeerd door Duitse artillerie met groot kaliber, blijven de Belgische kanonnen vuursteun leveren aan het Fort van Chaudfontaine. - Boncelles
Ook Boncelles valt nu binnen het bereik van de Duitse artillerie. Het fort wordt vanaf de namiddag regelmatig beschoten. - Tancrémont
Nabij verluchtingskoker P heeft de vijand een kanon opgesteld om de mitrailleurpositie uit te schakelen. Deze wordt snel vernield. Het wordt ook duidelijk dat de Duitsers de ondergrondse telefoonverbindingen ontdekt hebben en nu meeluisteren op het telefoonnet. Het nabijgelegen gehucht Jévoumont wordt door de vijand bezet. - Flémalle
De vijfde oorlogsdag wordt een drukke dag voor de stuksbemanningen in de koepels. De koepel C150 vernielt rond 03u00 de hoeve Thiry onder leiding van een waarnemer van Pontisse. Bij dageraad ondergaat het fort dan weer een beschieting door de vijand. Rond 08u00 richten de Belgische kanonnen zich op de Citadel van Luik om de Duitse troepen aldaar trachten te verjagen. Flémalle opent om 09u30 het vuur op een Duitse artilleriebatterij te Rony na een vuuraanvraag van Embourg. Ongeveer ter zelfde tijd wordt de aanloop naar de Maasbrug te Tilff beschoten. Tijdens de namiddag wordt het vliegveld van Bierset dan weer het doelwit van de granaten van het fort. Alle koepels vuren samen. Tenslotte wordt ook nog het vliegveld te Ans kortstondig beschoten.
Vde Groep/RFL
- Battice Cdt Guéry maakt zich zorgen om de verslechterende situatie bij de OP’s, de ganse nacht worden ze van nabij onder vuur gehouden door de vijand. De posten ondergaan enkele vijandelijke aanvallen en moeten telkens beroep doen op vuursteun van het fort om hun OP te ontzetten. Het fort raakt echter stilaan zonder munitie te zitten en het schietbureel gaat voor een eerste keer niet in op een vuuraanvraag van OP MN29. De observatiepost kan de aanval nog net afslaan met eigen middelen. Gezien het belang van de voorwaartse waarnemers komt Cdt Guéry persoonlijk tussen. Hij neemt persoonlijk contact op met de OP om de fout recht te zetten en hen gerust te stellen dat van nu af aan vuuraanvragen ter bescherming van de OP niet meer geweigerd zullen worden en in prioriteit zullen worden uitgevoerd. De nodige munitie wordt opzij gehouden om de OP’s te ondersteunen. Gedurende de nacht van 14 op 15 mei verliest het fort zijn telefoonverbindingen met de forten op PFLII. Het fort staat nu enkel nog in contact met de forten van Tancrémont en Neufchâteau en de externe observatieposten

Kasteel van Moerkerke waar het detachement van Cdt Quévrin zijn commandopost heeft opgesteld.
Detachement LtKol Scohy/RFL wordt Detachement Quévrin/RFL
Luitenant-kolonel Scohy wordt in de vroege ochtend geconvoceerd op de staf van Luitenant-generaal Wibier, commandant van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Troupes de Renfort et d’Instruction – TRI), te Brugge. Hier verneemt hij dat hij het commando van het 32ste Regiment Artillerie (32A) onmiddellijk moet overnemen van Kolonel Duquesnoy. Hij geeft het bevel over zijn detachement over aan Cdt Quévrin, zijn adjunct. Het detachement met de overtollige manschappen van het RFL wordt onder bevel van het pas opgerichte Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie) geplaatst. Cdt Quévrin neemt contact op met Kolonel Duquesnoy, de pas aangestelde commandant van het VOC/Aie, en krijgt het bevel om zijn detachement onmiddellijk naar Moerkerke nabij Damme over te brengen. Het detachement dat nu 950 militairen telt verlaat Maldegem en zoekt kantonnementen op te Moerkerke. De CP van Cdt Quévrin wordt ingericht in het kasteel van Moerkerke, de voertuigen van het detachement staan gecamoufleerd opgesteld onder de hoge bomen van het kasteelpark. Gedurende de ganse dag komen nog groepjes manschappen toe die door het bombardement van het station van Liers genoodzaakt waren op eigen kracht het detachement te vervoegen. De nacht van 14 op 15 mei wordt in kantonnementen te Moerkerke doorgebracht.
In de vroege ochtend vertrekt Kapt de Wergifosse met zijn manschappen richting Relegem waar hij verneemt dat het detachement van LtKol Scohy zich in Maldegem bevindt. Ze vertrekken prompt naar Maldegem van waaruit ze doorgestuurd worden naar Moerkerke. Om 21u00 bereikt Kapt de Wergifosse met zijn groep Moerkerke om er bij het Detachement Quévrin gevoegd te worden.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie blijft te Breendonk.
Staf/RFL
In de loop van de dag verspreidt het NIR (Nationaal Instituut voor Radio-omroep) een boodschap van Koning Leopold III ter ondersteuning van de manschappen van de Luikse forten. De boodschap die wordt afgelezen bevat een ietwat vreemde ode aan Kolonel Modard die als jong officier in 1914 het Fort van Loncin verdedigde. Het radiobericht wordt afgesloten met enkele woorden van sympathie voor de manschappen van het RFL: “Colonel Modard, commandants des forts, officiers, sous-officiers et soldats de la PFL, résistez jusqu’au bout pour la Patrie. Je suis fier de vous. Signé Léopold” [2].
IIde Groep/RFL
- Pontisse
De bemanning is bijzonder uitgeput na opnieuw een slapeloze nacht. De zenuwen staan gespannen en het moreel zakt naar een dieptepunt. Het fort valt rondom 06u00 opnieuw onder artillerievuur. Het vuur houdt een uur later echter op. Kapitein Pire laat een aantal patrouilles uitsturen om de omgeving te gaan verkennen. De prikkeldraadversperring rondom het bolwerk is vrijwel volledig stuk geschoten. Grote hoeveelheden achtergelaten wapens en uitrusting zijn getuige van de mislukte Duitse infanterieaanvallen. Het fort zet een ploeg militairen aan het werk om de rommel in de gracht van het fort te werpen. Van de kalmte wordt ook gebruik gemaakt om het fort voor de laatste keer met vers brood te bevoorraden. De keuken bereidt een warme maaltijd en er wordt voldoende warm water aangemaakt om de manschappen te laten douchen. Tijdens de namiddag worden de vuuropdrachten hervat. - Barchon
Omstreeks 02u00 signaleert de waarnemingskoepel van het fort een nieuwe troepenconcentratie net buiten de perimeter. De mitrailleurs voor de nabije verdediging leggen een barrage aan. Tussen 07u00 en 10u00 werkt het geniedetachement van het fort aan het blokkeren van een bres die op 14 mei in het buitentalud van de gracht geslagen werd door een artilleriegranaat. De militairen leggen een mijnstop en een prikkeldraadbarrière aan. De overgebleven C150 koepel beschiet tussen 20u00 en 22u00 het oude vliegveld van Ans nadat ontdekt werd dat de Luftwaffe het terrein gebruikt om zijn Stuka bommenwerpers te herladen die de forten bombarderen. - Aubin-Neufchâteau
Even na middernacht nemen de Belgische kanonniers het glacis van het fort onder spervuur wanneer de vijand opduikt. Het fort neemt tijdens de ochtend opnieuw enkele doelen in de omgeving in het vizier maar concentreert zich nu vooral op de nabije verdediging. Het fort werkt nog steeds samen met Battice.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
Het blijft relatief rustig rond Evegnée. Er komt voorlopig geen nieuwe aanval. De artillerie blijft evenwel duelleren. Er wordt opnieuw een patrouille uitgestuurd: deze keer vertrekken twee Belgen in burgerkledij met een mandje postduiven om berichten kunnen terug te sturen naar het fort. De munitievoorraad van het fort begint af te nemen en sinds de Duitse inname van Luik enkele dagen geleden is er geen uitzicht op bevoorrading. - Fléron
Fléron is onder meer betrokken bij de beschieting van het Fort van Chaudfontaine.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Rond het middaguur wordt het dak van het fort op eigen aanvraag beschoten door zowel de C150 koepel van Flémalle als de C150 koepel van Fléron. De granaten worden ingesteld om op enige hoogte boven te grond te exploderen om Duitse infanteristen uit te schakelen. - Embourg
Vanaf ongeveer 14u00 valt de Luftwaffe het fort uit de lucht aan. De bombardementen duren tot in de nacht. Het fort wordt verder beschoten door zware artillerie. De observatiepost EB8 te Tilff wordt aangevallen. Het fort bestookt de onmiddellijke omgeving. - Boncelles
De Luftwaffe vervoegt het bombardement op Boncelles. De geschutskoepels raken één na één onherroepelijk beschadigd en de slagkracht van het fort wordt herleid tot de wapens voor de nabije verdediging. - Tancrémont
De dag verloopt relatief rustig. Het fort verliest een observatiepost te Vesdre nabij Verviers. - Flémalle
De nacht van 14 op 15 mei is rustig. Ook tijdens de ochtend kunnen de waarnemers op de luchtverversingstoren niets ontdekken in de omgeving. De rust is echter van korte duur en rondom 10u00 wordt het fort voor de derde keer door de Luftwaffe gebombardeerd. De aanval duurt ongeveer drie uur. Vanaf 14u00 valt het fort dan weer onder artillerievuur. De beschietingen houden de ganse namiddag en avond aan. Het artilleriebombardement wordt aangevuld door een aanval van de Luftwaffe. Een dertigtal bommenwerpers bedelven het fort onder een reeks bommen van 250 Kg en 500 Kg. De geschutskoepels van het fort worden een na een uitgeschakeld.
Vde Groep/RFL
- Battice Het fort blijft verschillende verstoringsopdrachten uitvoeren en bestookt talrijke wegen en kruispunten. Enkele Duitse colonnes worden door de observatieploegen waargenomen en door het fort beschoten. Het fort voet ook enkele beschietingen op Tancrémont uit.
Detachement Cdt Quévrin/RFL
Het totaal effectief van het detachement loopt op tot boven de 1.000 man. Een reorganisatie dringt zich op om dit groot detachement te kunnen bevelen. Er wordt een detachementsstaf opgericht die het personeel in functie van fort van herkomst onderverdeelt in tien batterijen. In de batterijen beschikken de manschappen enkel over hun persoonlijke bewapening en enkele patronen. De slagorde van het detachement ziet er als volgt uit:
- Staf: Cdt Quévrin (detachementscommandant), Kapt de Wergifosse (Adjudant-majoor), Kapt Dervaux (Offr Mat), Lt Ruwet (Offr Pers), Lt Walheer, Lt Deprez, Lt Warny (StafOffrn), 1Kapt Med Masy, Lt Med Delfosse en OLt Med Arkens (geneesheren), 1Kapt Adm Couvreur, Lt Adm Vervier, Lt Adm Gillet, Lt Adm Bague en OLt Adm Marien.
- 1ste Batterij met personeel van Pontisse: Lt Brouwers (batterijcommandant), Lt Louppe (pelotonscommandant);
- 2de Batterij met personeel van Barchon: OLt Van Breussel (batterijcommandant), OLt Genart (pelotonscommandant);
- 3de Batterij met personeel van Evegnée: Lt Sohet (batterijcommandant) en OLt Humblet (pelotonscommandant);
- 4de Batterij met personeel van de Schoolbatterij en de Staf: Lt Doumier (batterijcommandant);
- 5de Batterij met personeel van Fléron: Lt Malchair (batterijcommandant) en OLt Winand (pelotonscommandant)
- 6de Batterij met personeel van Chaudfontaine en Battice: Lt Graindorge (batterijcommandant) en OLt Gomrée (pelotonscommandant);
- 7de Batterij met personeel van Embourg en Eben-Emael: Lt Soret (batterijcommandant) en OLt Désirotte (pelotonscommandant);
- 8ste Batterij met personeel van Boncelle en Aubin-Neufchâteau: Lt Goidts (batterijcommandant) en OLt Renard (pelotonscommandant);
- 9de Batterij met personeel van Flémalle en Pepinster: Lt Gortz (batterijcommandant) en OLt Gerkens en OLt Linsmans (pelotonscommandanten);
- 10de Batterij gevormd met personeel van de oude Batterij Depot en Bevoorradingen: Lt Jadoul (batterijcommandant) en OLt Pirard (pelotonscommandant).
De 1Bij, 2Bij en 3Bij worden ondergebracht in de brouwerij van Moerkerke, de 4de, 5de en 6de Batterij verblijven in de zusterschool, de 7de en 8ste Batterij kantonneren in de gemeenteschool, de 9de Batterij vindt een onderkomen in de danszaal en de 10de Batterij verblijft op het kasteel van Moerkerke bij de detachementsstaf. De nabije verdediging van het kantonnement wordt georganiseerd, in het kasteel wordt een wacht geïnstalleerd bestaande uit een onderofficier en zes man, een piket van 12 man wordt achter de hand gehouden voor het uitvoeren van anti-parachutisten patrouilles.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie blijft te Breendonk.

Na de val van Boncelles wordt de bemanning door de overwinnaar afgevoerd.
Staf/RFL
Die dag komt op alle overgebleven forten te Luik de boodschap van het Groot Hoofdkwartier aan getekend door koning Leopold III die duidelijk maakt dat Luik niet ontzet zal worden en de forten zo lang mogelijk alleen weerstand zullen moeten bieden.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Bij dageraad wordt een waarnemingsploeg uitgestuurd naar de hoeve Thiry om het vuur van de C105 koepel te dirigeren. De telefonisten-seingevers van het fort leggen een veldtelefoonlijn aan naar de boerderij. Het fort beschikt daarnaast nog over een observatieploeg in het gehucht Aux Communes te Cheratte en een ploeg in de uitkijkpost van de luchtinlaat. De Duitsers laten het fort voorlopig met rust. De voorwaartse waarnemers van Pontisse blijven aan het werk en rapporteren enkele vijandelijke formaties die prompt beschoten worden, maar er staat duidelijk geen nieuwe aanval op til. - Barchon
Tijdens de nacht sluipen Duitse infanteristen opnieuw naar het fort. Ze worden waargenomen en beschoten door de koepel C75mm met schrootladingen. Om 08u00 worden de mannen verzameld in de centrale galerij waar de boodschap van de Koning wordt voorgelezen. Het moreel van de troepen is nog niet aangetast. Gedurende de dag worden verschillende doelen onder vuur genomen, waaronder een colonne van ongeveer 200 Duitse soldaten die langs de Maasvallei marcheren op de weg Haccourt-Vivignies (08u30), het vliegveld van Ans (09u27), een Duitse artillerie batterij nabij het huis L’Embarras te Trembleur (11u00) en Withuis. Tussen 16u00 en 21u00 ondergaat het fort een hevig artilleriebombardement, het kaliber van de afgevuurde granaten wordt geschat op 305mm. Rond 22u00 wordt de tweede koepel C150 mm buiten werking gesteld. Tijdens het bombardement van 14 mei werd de koepel uit evenwicht gebracht. Bij elk schot raakte de koepel verder beschadigd wat uiteindelijk leidde tot het buiten werking stellen van de laatste C150 koepel. - Aubin-Neufchâteau
Het fort meldt die ochtend dat het sinds 10 mei zo’n 6.700 artilleriegranaten heeft afgevuurd. De vijand blijft het fort regelmatig onder vuur nemen. Even voor het middaguur duikt een Duitse onderhandelaar op bij de poort. De onderhandelaar wordt vergezeld van Brigadier Raemackers die de dag voordien gevangen was genomen bij observatiepost NV5 te Bombaye. Kapitein d’Ardenne wordt verzocht het fort over te geven maar er wordt onmiddellijk geweigerd. Het fort blijf vuren. De telefoonlijn met Battice is nog steeds intact.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
Terwijl de Duitsers verder werken aan hun nieuwe geschutstellingen en er sporadische vuurgevechten uitbreken rondom het fort, blijven de Belgische kanonnen in actie. - Fléron
De toestand in Fléron wordt penibel. Door de aanhoudende beschietingen en het uitvallen van de elektriciteit wordt het leven in het fort bijzonder moeilijk.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Ook Chaudfontaine moet nu aanhoudende beschietingen ondergaan. - Embourg
Het fort wordt verder aangevallen vanuit de lucht en van op de grond. - Boncelles
De Duitse troepen plaatsen een grote springlading tegen de toegangsdeur van het fort. Bij de enorme ontploffing verliest Kapitein-commandant Charlier het leven. Het Fort van Boncelles wordt opgegeven. Na Eben-Emael heeft de Versterkte Positie Luik nu twee verdedigingswerken verloren. - Tancrémont
Het fort neemt te heuvels rond Vert Buisson, Johoster en Haut-Regard onder vuur. - Flémalle
De artilleriebeschieting van het fort wordt hervat. Onder dekking van hun kanonvuur slagen Duitse infanteristen erin om de directe omgeving van het fort te infiltreren. Opnieuw voert de Duitse luchtmacht een stevig bombardement uit op het fort. Meerdere bunkers zijn beschadigd en er is nog slechts één kanon 75mm in gebruik.
Vde Groep:RFL
- Battice
Battice ontvangt diverse noodberichten van de forten van de PFLII lijn die het op 16 mei bijzonder zwaar te verduren krijgen. Battice blijft onverstoord vuren. Onder meer de door de Duitsers bezette kazerne van de Grenswielrijders te Henri-Chapelle wordt geviseerd. Observatiebunker MN28 wordt door de vijand bezet en gebruikt om de belangrijke observatiepost in MH29 onder vuur te houden.
Detachement Cdt Quévrin/RFL
Te Moerkerke blijven nog steeds ontsnapten uit Liers toekomen. Zo komen OLt Docquier van het Fort van Evegnée, Lt Oudenne van het Fort van Pontisse en Lt Marganne van het Fort van Chaudfontaine elk met een groepje manschappen toe uit Liers en worden in de overeenkomstige batterij geïncorporeerd. De reservebemanningen van het Vestingsregiment Namen (RFN) worden eveneens aan het detachement toegevoegd.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie krijgt om 13u10 het bevel om zich klaar te maken voor een nieuwe verplaatsing. De K.W. Stelling wordt opgegeven in de nacht van 16 op 17 mei en het GHK trekt zicht terug naar het kasteel van het Instituut Sint-Camillus te Sint-Denijs-Westrem. De helft van de compagnie zal onmiddellijk naar deze locatie vertrekken, terwijl de rest van de eenheid de colonnes van het GHK zal dekken tijdens hun verplaatsing. Te Sint-Denijs-Westrem worden de voertuigen verdeeld over de wegen die naar het kasteel leiden.
Staf/RFL
Kolonel Modard bevindt zich met zijn twee stafofficieren nog steeds in het Fort van Flémalle wanneer hij om 10u00 op de hoogte gebracht wordt van de toestand in het fort. Hij realiseert zich dat het fort niet lang meer stand zal houden en beslist met zijn staf te vertrekken naar de OP op de terril van Xhorrez. Kol Modard, Cdt Gobert en Lt Dupont verlaten het fort via de uitgang in de bunker van de ventilatieschacht die korte tijd daarna door de vijand vernield wordt. Ze kunnen ongezien de Duitse troepen die het fort belegeren passeren en bereiken veilig en wel de OP. Daar aangekomen stellen ze vast dat de telefoons defect zijn en dat de telefoonlijn met het fort over een honderdtal meter onderbroken is. Hij stuurt een onderofficier en twee soldaten terug naar het fort om nieuwe telefoons en kabel op te halen. Tegen de avond komt de onderofficier terug met de boodschap dat het fort zich om 20u00 heeft overgegeven. Hij stuurt vervolgens telkens een stafofficier naar het Fort van Pontisse en het Fort van Barchon om te pogen terug in verbinding te treden met de rest van zijn regiment. De betrokken stafofficieren mislukken in hun opdracht en keren niet naar de OP in Flémalle terug. Kol Modard kan echter aan krijgsgevangenschap ontkomen en probeert via bezet gebied nog terug te keren naar de eigen linies. Hij raakt nog tot in Antwerpen maar onderweg van Antwerpen naar Mechelen verneemt hij op 28 mei de Belgische capitulatie. Hij duikt onder in de illegaliteit en zal tijdens de bezetting nog actief zijn binnen het verzet.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Pontisse gaat zijn achtste oorlogsdag in. - Barchon
Het fort wordt vanaf de vroege ochtend opnieuw bestookt door zware artillerie tot om 10u30 de Stuka’s hun sloopwerk herbeginnen. Gedurende zes uur wordt het fort ongenadig gebombardeerd vanuit de lucht. Om 16u30 volgt een korte pauze van een uur. Hiervan maakt Cdt Pourbaix opnieuw gebruik om de superstructuur van het fort te inspecteren. Hij treft er een ware ravage aan. Onmiddellijk worden ploegen naar buiten gestuurd om puin te ruimen. Deze werkzaamheden moeten al gauw stopgezet worden omdat rond 17u30 een nieuwe luchtbombardement wordt ingezet, ditmaal met nog zwaardere bommen en er wordt ook gebruik gemaakt van rookbommen. Rond 22u00 houdt het bombardement op.
- Aubin-Neufchâteau
Het fort blijft actief doelen beschieten in de omgeving. De Duitsers maken voorlopig geen aanstalten om het fort in te nemen. Tijdens de avond valt de verbinding met het Fort van Battice uit.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
De bemanning verneemt hoe verschillende forten in de buurt nu zwaar aangevallen worden door de Duitsers en vrezen dat de aandacht van de vijand zich spoedig op het eigen bolwerk zal richten. De Duitse artillerie en infanterie keren zich in de namiddag inderdaad naar Evegnée. Er vallen al snel een aantal gewonden in het fort, maar de aanval wordt afgeslagen en de vijand dringt niet langer aan. Tijdens dit nieuwe artilleriebombardement worden de laatste telefoonlijnen van het fort beschadigd. De Belgen zijn nu volledig afgesneden van de buitenwereld. - Fléron
Ook dit fort valt na nog maar eens een zware artilleriebeschieting. Kapitein Glinne staakt de strijd nadat het fort naast zijn electriciteitsvoorziening nu ook alle verluchting heeft verloren. Meerdere geschutskoepels zijn buiten strijd en de infanterie-ingang is geblokkeerd door brokken puin. Het fort heeft ook zijn telefoonverbinding verloren. Conform de instructies van Majoor Herbillon ontslaat Kapitein Glinne zijn manschappen en laat hen via een nooduitgang aan de verluchtingskoker ontsnappen met het bevel om het veldleger trachten te vervoegen. Glinne en drie van zijn officieren worden bij hun doortocht te Jupille ontdekt en gevangen genomen. Talrijke manschappen slagen er in naar huis te ontkomen en verbergen hun uniform.
IVde Groep/RFL
- Chaudfontaine
Om 17u30 houden de Belgen het voor bekeken. Het fort wordt aan het eind van de dag verlaten en de bemanning geeft zich over. - Embourg
Onder dekking van zware beschietingen dringen Duitse infanteristen door tot nabij het fort. De geschutskoepels worden zo ernstig beschadigd dat het fort geen doelen op afstand meer kan bestoken. Het fort kan zonder de grote middelen van Chaudfontaine niet effectief meer tussenbeide komen. Rond 20u00 wordt de witte vlag gehesen boven het Fort van Embourg. De installaties worden gesaboteerd en de bemanning verlaat het bolwerk. - Tancrémont
Ook de verbinding met de observatiepost VM29 valt uit. - Flémalle
Het fort wordt aangevallen door de vijandelijke infanterie die met behulp van een efficiënte luchtsteun al snel de bovenstructuur van het bouwwerk kan innemen. Cdt Barbieux kan geen vuursteun meer verkrijgen bij de omliggende forten en besluit die avond om zijn fort te laten saboteren en zich over te geven. Rond 20u00 verlaten de manschappen het fort, de staf van het fort wordt gevangen genomen.
Vde Groep/RFL
- Battice
Battice verliest rond 19u40 het telefooncontact met het Fort van Aubin-Neufchâteau. Afgezien van deze technische tegenslag, blijft het fort in actie. Observatiebunker MN29 wordt door de Duitsers ingenomen met als tol voor de observatieploeg ter plekke twee doden en twee gewonden.
Detachement Cdt Quévrin/RFL wordt detachement Cdt Delvaux/RF
Kapitein-commandant van de reserve Delvaux, groepscommandant van de Groep Loopgraafartillerie van het RFN, komt om 05u00 toe te Moerkerke. Hij is in het bezit van een door Generaal-majoor Jadot, CA Corps van het III/LK, ondertekend bevelschrift dat hij het commando moet nemen over alle troepen die uit de vestingsregimenten van Luik en Namen zijn kunnen ontsnappen. Met enige tegenzin geeft Cdt Quévrin het bevel over het detachement, dat voor het overgrote deel uit manschappen van Luik bestaat, over aan Cdt Delvaux. Cdt Delvaux begeeft zich na de bevelsovername onmiddellijk naar LtGen Wibier te Brugge om zich als nieuwe detachementscommandant aan te melden. Hier krijgt hij het bevel om het detachement van de vestingstroepen (Detachement RF) de volgende dag naar Beerst nabij Diksmuide te verplaatsen. Ondertussen brengt Cdt Quévrin Kol Duquesnoy op de hoogte van de commandowissel. De batterijen worden verwittigd van de verplaatsing naar Diksmuide en aangezien er niet genoeg vrachtwagens zijn om iedereen te vervoeren wordt in Moerkerke overgegaan tot het confisqueren van fietsen. Tegen de avond meldt Lt Dohet dat hij zich met een detachement van 200 man te Brugge bevindt. Hij krijgt bevel om in Brugge te blijven, hij zal er de volgende dag onderweg naar Diksmuide opgepikt worden.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het GHK te Sint-Denijs-Westrem.

Kort na de overgave van Barchon wordt de bemanning in krijgsgevangenschap afgevoerd door de bezetter.
IIde Groep/RFL
- Pontisse
Na een zware aanval met Stuka duikbommenwerpers en 88m luchtafweerkanonnen slaagt de vijand er in het dak van het fort in te nemen. De luchtinlaat wordt onder handen genomen met vlammenwerpers en binnenin wordt het bijzonder link. Pontisse zit door zijn munitievoorraad heen en heeft nog slechts een dertigtal 75mm obussen. De bemanning van het Fort van Pontisse geeft zich over. - Barchon
In de vroege ochtend wordt het fort opnieuw bestookt met zware artillerie. Lichtere storingsvuren nemen vooral de koepels in het vizier. Enige tijd later krijgt de rechter C105mm koepel een voltreffer waardoor de koepel buiten gevecht gesteld wordt. De munitie van de linker koepel C105mm is volledig opgeschoten waardoor de kanonnen noodgedwongen zwijgen. Om 10u00 wordt een nieuw luchtbombardement ingezet. De bombardementen worden afgewisseld met artilleriebeschietingen. Tegen het einde van de voormiddag verschijnen twee Duitse onderhandelaars met een witte vlag en verzoeken de fortcommandant te spreken. Er wordt een eervolle overgave aangeboden maar hier gaat Cdt Pourbaix niet op in. Om 13u00 zet de vijand de methodische aanval in. De koepels worden in eerste instantie bestookt door de 88mm luchtafweerkanonnen terwijl de genie openingen maakt in de draadversperringen. De koepel S III bezwijkt na een voltreffer, kort daarna wordt ook de koepel S I uitgeschakeld. Na het uitschakelen van alle C75mm koepels worden PAK 37mm anti-tankkanonnen naar voor gebracht die de verschillende defensieve blokken één na één uitschakelen. De ventilatiebunker houdt het langst stand. Om 18u00 wordt de witte vlag gehesen. De bemanning van het fort wordt onmiddellijk in gevangenschap afgevoerd. - Aubin-Neufchâteau
Kapitein d’Ardenne verneemt de nakende val van de forten van Pontisse en Barchon. Zijn fort zal als laatste overblijven binnen de IIde Groep. Majoor Simon, groepscommandant, wenst het fort het allerbeste en maakt zich vervolgens klaar voor de overgave van zijn staf. Op het fort zelf blijft het granaten regenen. De mortieren en 75mm kanonnen zijn nog steeds in actie.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
De Duitse artillerie neemt het fort nu voortdurend onder vuur. De manschappen zijn voorlopig nog relatief veilig, maar voelen zich door de aanhoudende hevige beschietingen en de uitgevallen verbindingen met de buitenwereld volledig afgezonderd. Het moreel in het fort daalt dan ook snel.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Het fort vuurt op doelen in La Reid en Haut-Regard. Duitse onderhandelaars komen aan nabij het fort in het gezelschap van de Belgische commandanten van de forten van Embourg en Chaudfontaine. Tancrémont wil niet onderhandelen en stuurt de delegatie weg. De Duitsers van de bunker te Mont aan, maar worden door artillerievuur vanuit het fort verjaagd.
Vde Groep/RFL
- Battice
Observatiebunker MM305 wordt ingenomen door de vijand. Bij de gevechten vallen nog maar eens twee doden en twee gewonden. Het fort zelf ondergaat een beschieting met rookgranaten. Vermoedelijk willen de Duitsers enkele kanonnen in stelling brengen onder dekking van een rookgordijn. Battice heeft met bunker MN12 te Gorhez maar één externe observatiebunker meer. De bemanning van het fort stuurt er die dag enkele manschappen op uit om in de omliggende weiden op zoek te gaan naar varkens of koeien die gebruikt kunnen worden om de vleesvoorraad aan te vullen.
Detachement Cdt Delvaux/RF
Het GHK beslist om de versterkingsbatterijen van het VOC/Aie, die met een eerdere beslissing in ons land werden gehouden, nu ook door te sturen naar Frankrijk. Kolonel Duquesnoy krijgt het bevel om het resterende personeel van het VOC/Aie onmiddellijk klaar te maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich niet van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt want na de Franse linies op 13 mei te Sedan doorbroken te hebben rukken de Duitsers razendsnel op naar de Atlantische kust om zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Cdt Delvaux krijgt bijgevolg het bevel om naar het zuiden van Frankrijk te vertrekken nadat hij zich naar Beerst verplaatst heeft. Voor de verplaatsing naar Beerst wordt het detachement RF in twee marsgroepen opgesplitst. Een eerste groep zal met vrachtwagens verplaatst worden, de tweede groep zal de verplaatsing per fiets maken. Wanneer de colonne voertuigen Beerst bereikt worden de manschappen verspreid over kantonnementen in Beerst en Woumen. Cdt Quévrin maakt een omweg via Brugge om het detachement van Lt Dohet op te pikken en te begeleiden tot Beerst. Wanneer ze om 10u30 te Beerst toekomen worden ze doorgestuurd naar Woumen om er kantonnementen op te zoeken. Lt Dohet neemt er het commando van de 4Bij over, Lt Doumier wordt de adjunct van Cdt Quévrin. Te Beerst worden opnieuw vrachtwagens aangeslagen om de transportcapaciteit van het detachement te verhogen gezien het totaal aantal manschappen in het detachement nu meer dan 1.200 bedraagt. Cdt Delvaux heeft zijn CP geïnstalleerd in Woumen.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie verlaat Sint-Denijs-Westrem om 17u30 en rijdt naar Brugge waar het GHK het kasteel Kervyn-de Lettenhoven te Sint-Andries heeft uitgekozen als hoofdlocatie. De eenheid wordt ingekwartierd te Varsenare. Twee pelotons worden opgesteld te Sint-Andries.
IIde Groep/RFL
- Aubin-Neufchâteau
In de loop van de namiddag zet de Duitse infanterie de aanval in tegen enkele kazematten van het fort. Ze slagen erin enkele bressen te slaan in meerdere bolwerken en dringen binnen in het fort. Een gedeelte van de kazematten moet ontruimd worden.
IIIde Groep/RFL
- Evegnée
Na een relatief kalme nacht hernemen de Duitse kanonnen het vuur zodra het dag wordt. De beschieting houdt de ganse voormiddag aan. Rond het middaguur komen Duitse onderhandelaars toe bij de ingang van het fort om de overgave te eisen. Cdt Vanderhaegen verzamelt zijn officieren voor overleg. Ook Evegnée geeft zich over. De IIIde Groep houdt op te bestaan met de overgave van het Fort van Evegnée. De bemanning wordt omstreeks 16u00 uit het fort weggeleid en naar Blegny afgemarcheerd. De Belgen zullen de volgende dag te Maastricht op de trein richting Duitsland gezet worden.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
De Duitsers vallen bunkers BV6 en BV7 te Spixhe aan. Opnieuw komt het fort tussenbeide maar deze keer kan de vijand toch succes boeken en worden de bunkers beschadigd.
Vde Groep/RFL
- Battice
Bunker MN12 wordt nu onder vuur genomen door vijandelijke infanteristen en kan geen inlichtingen meer doorspelen aan het fort. Verschillende Duitse observatievliegtuigen scheren op lage hoogte over het fort. De artilleristen blijven actief met het bestoken van doelen in de omgeving. Rond 19u00 hervat ook de Duitse beschieting op het fort.
Detachement Cdt Delvaux/RF
Cdt Delvaux en zijn staf plannen de verplaatsing naar het zuiden en kiezen Alveringem uit eerste etappehalte onderweg naar Frankrijk. Om 10u00 wordt de beweging ingezet naar Alveringem maar omdat het detachement over onvoldoende voertuigen beschikt om iedereen in een keer te verplaatsen zal de verplaatsing in twee navettes uitgevoerd worden. Een detachement van ongeveer 200 man blijft achter te Woumen onder bevel van de Onderluitenanten Renard, Humblet, Callut en Demarteau. Bij aankomst in Alveringem blijkt het dorp overvol met troepen en vluchtelingen te zitten waardoor het Detachement RF wordt doorgestuurd naar Leisele op de Belgisch-Franse grens om er kantonnementen op te zoeken. Terwijl de manschappen zich aan het installeren zijn in Leisele komt een dringend bevel binnen van generaal Clément die het Detachement RF oplegt dezelfde dag nog door te rijden naar Saint-Omer in Noord-Frankrijk. De 200 achterblijvers in Woumen kunnen niet meer opgehaald worden. Een motorrijder wordt nog naar Woumen gestuurd om ze te verwittigen dat ze zich met eigen middelen naar Zuid-Frankrijk moeten begeven. Dit bevel komt nooit toe bij de groep achterblijvers met als gevolg dat ze niet meer worden teruggezien. Het detachement is nu zodanig gekrompen dat wat overblijft aan manschappen per camion langs de baan naar het zuiden vervoerd kan worden. Het detachement zet zich in beweging maar kan nauwelijks opschieten door het groot aantal vluchtelingen en terugtrekkende eenheden op de Noord-Franse wegen. De colonne verlaat Leisele en bereikt via Hondschote en Bergues de stad Saint-Omer. Hier krijgt het detachement van de Franse autoriteiten geen toelating om er te kantonneren, ze worden verder doorgestuurd naar Montreuil-sur-Mer. Via Fauquembergue wordt Montreuil om 20u30 bereikt waar een korte halte genomen wordt om de voertuigen bij te tanken. De colonne trekt zich opnieuw op gang tot Beaurainville (tussen Montreuil en Hesdin) waar ze om 22u30 toekomen en kantonnementen innemen. Cdt Delvaux hoort via de radio dat Duitse gemotoriseerde elementen zich op 25 kilometer bevinden en beslist om na een korte rustpauze via Hesdin door te rijden naar Abbeville.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het GHK te Sint-Andries.

Het toegangsblok (Blok B3) tot het Fort van Aubin-Neufchateau werd bijzonder zwaar beschadigd.
Staf/RFL
Van de forten rond Luik blijven enkel nog drie van de vier (Eben-Emael gaf zich reeds op 11 mei over) moderne forten over, forten die tijdens het interbellum werden gebouwd.
IIde Groep/RFL
- Aubin-Neufchâteau
Het fort heeft nu meer dan 10.000 granaten door de lopen gejaagd sinds de Duitse inval. Even voor 06u00 lanceren de Duitsers een infanterieaanval op blok B3. Er wordt even zwaar gevochten. Er duiken opnieuw Duitse onderhandelaars op, dit keer samen met de pastoor van Val-Dieu. De onderhandelaars worden weggestuurd met het uitdrukkelijke bericht dat het fort zich nooit zal overgeven. Daarop volgt een bijzonder intens artilleriebombardement. De vijand is de aanhoudende beschietingen van het fort duidelijk beu en wil nu zo snel mogelijk de overgave afdwingen. Er volgen meer dan twintig infanterieaanvallen doorheen de rest van de dag. Binnen in het fort zijn verschillende slachtoffers te betreuren. Bunker C2 wordt door de Duisters opgeblazen waardoor er een opening in het centrale gedeelte van het fort gemaakt wordt. Blok B2 valt buiten strijd en blok B3 wordt eveneens onder handen genomen door de vijand. Naast explosieven maken de Duitsers nu ook veelvuldig gebruik van hun zwaar 88mm luchtafweergeschut om het beton aan te pakken.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Tijdens de nacht moet het fort een drie uur durend zwaar artilleriebombardement ondergaan. Die ochtend houdt bunker BV7 nog steeds stand. Hetzelfde scenario herhaalt zich: de vijand valt aan en wordt door het fort beschoten. Bunkers BV6 en BV7 moeten tijdens de namiddag de strijd staken.
Vde Groep/RFL
- Battice
Het fort verliest ook observatiebunker MN12 en kan nu alleen beroep doen op de interne observatieposten. De Duitsers blijven het fort bestoken, maar kunnen de Belgen niet dwingen om het vuren te onderbreken.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.
Detachement Cdt Delvaux/RF in Frankrijk
Gezien de alarmerende berichtgeving betreffende de Duitse opmars in Noord-Frankrijk wordt geen tijd verloren. De colonne wordt in vier opgesplitst om sneller te kunnen inspelen op noodsituaties. Er wordt nog een laatste keer bijgetankt en tegen 09u00 vertrekken de vier colonnes richting Hesdin om dan naar het zuiden af te buigen en de Somme ter hoogte van Abbeville over te steken. De colonne met personeel van het RFN wordt geleid door Cdt Delvaux die wordt bijgestaan door zijn adjunct Lt graaf d’Ursel. Het personeel van het RFL wordt verdeeld over de drie andere colonnes. De eerste colonne van het RFL bestaat uit de manschappen van de 1Bij, 2Bij, 3Bij en 4Bij en wordt geleid door Kapt de Wergifosse. De tweede colonne samengesteld uit de 5Bij, 6Bij en 7Bij wordt geleid door Kapt Dervaux en de laatste colonne bestaande uit de 8Bij, 9Bij en 10Bij wordt op sleeptouw genomen door Lt Jadoul. Cdt Quévrin krijgt de opdracht om de vordering van de drie colonnes van het RFL te coördineren en geeft als eerste RV het stadhuis van Abbeville op.

Centrum van Abbeville kort na het bombardement van 20 mei 1940.
Het loop al fout bij Hesdin, daar worden de colonnes tegengehouden en teruggestuurd naar Beaurainville en Montreuil om via de kust naar het zuiden te rijden. Cdt Quévrin komt als eerste toe in Abbeville en stelt zich op bij het stadhuis. Op dat ogenblik wordt Abbeville ongenadig gebombardeerd waarbij grote delen van de stad, inclusief het stadhuis in brand vliegen. Cdt Quévrin haast zich naar het noorden van de stad waar hij zal pogen om de aankomende colonnes de stad te laten omtrekken via het westen. Bij gebrek aan nieuwe orders geeft hij het stadhuis van Rouen als volgend RV op voor de colonnecommandanten die hij kan bereiken. Kapt Dervaux komt tegen de middag toe in Abbeville en stopt de colonne voor de stad. Hij weigert de brandende stad in te rijden en stuurt Lt Soret en Lt Malchair naar het RV met Cdt Quévrin bij het stadhuis van Abbeville om nieuwe orders op te halen. Lt Soret treft er het stadhuis brandend aan en vindt geen spoor van Cdt Quévrin. Kapt Dervaux die beseft dat hij niet kan blijven wachten tot de twee Luitenanten terug zijn en zet zijn weg verder richting Saint-Valery waar hij de Somme kan oversteken. Hij laat een onderofficier achter om de twee luitenanten op te vangen maar wanneer zij terugkeren naar de plaats waar ze de colonne achtergelaten hebben worden ze krijgsgevangen genomen. Bij de poging om de Somme over te steken vallen de meeste colonnes uiteen en heel wat voertuigen raken de weg kwijt. Toch slaagt het merendeel erin voor de aankomst van de Duitsers de Somme over te steken. Kapt de Wergifosse wurmt zich door de stad, waar militaire colonnes met vier voertuigen tegelijk door de smalle straten trekken, en houdt halt op een drietal kilometer ten zuiden van de Somme. Hier wacht hij de voertuigen van het RFL op en stuurt iedere camion van zijn regiment via Blagny-sur-Bresle door naar Rouen. De Duitsers bereiken in de nacht van 20 op 21 mei Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme waarna er geen doorkomen meer aan is. Enkele achterblijvers die nog pogen de Somme over te steken worden gegrepen. Bij het bombardement van Abbeville worden twee vrachtwagens getroffen waarbij de Soldaten Schoenaers, Pirnay, Haering, Bouftay, Dawans, Debatice, Grassere, L’Homme en Delince om het leven komen. Soldaat Bouvroy raakt gewond en overlijdt later aan zijn verwondingen.

Franse Tallandierkazerne ten zuiden van Rouen
Cdt Quévrin komt toe aan het stadhuis van Rouen maar vindt er niemand. Hij wordt door de Franse Plaatscommandant doorgestuurd naar de Tallandierkazerne in Le Petit-Quevilly [3]. Deze Franse kazerne gelegen ten zuiden van Rouen, in een bocht van de Seine, doet dienst als verzamelpunt voor alle geïsoleerde Belgische eenheden en militairen die erin geslaagd zijn de Somme over te steken. Hier ontmoet hij de Belgische Plaatscommandant Generaal-majoor Vinçotte die hem L’Aigle als nieuwe kantonnementsplaats toewijst. Cdt Quévrin wacht zijn colonnes op aan de ingang van Rouen. Om 22u00 komt de colonne van Kapt de Wergifosse als eerst toe. Cdt Quévrin stuurt de colonne door naar L’Aigle, een stad die zich een negentigtal kilometer meer naar het zuidwesten bevindt. Pas nadat hij de colonnes heeft doorgestuurd naar L’Aigle krijgt hij iets voor middernacht een bericht dat het nieuwe verzamelpunt voor het Detachement RFL zich te Pont-de-L’arche langs de Seine bevindt, een tiental kilometer stroomopwaarts van Rouen. Hij realiseert zich dat hij zijn troepen de verkeerde richting heeft uitgestuurd en begeeft zich zo snel mogelijk naar Pont-de-L’Arche.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IIde Groep/RFL
- Aubin-Neufchâteau
Het Fort van Aubin-Neufchâteau geeft zich over.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Opnieuw wordt het fort zwaar gebombardeerd. De observatieploeg te Haute Fraipont verlaat zijn schuilplaats en vlucht weg.
Vde Groep/RFL
- Battice
Battice ondergaat hetzelfde lot en wordt alweer gebombardeerd. Een vliegtuigbom slaat in op de ingang van het fort in Blok I en treft bij toeval een munitieopslagplaats. Een zware ontploffing volgt waarbij onder de Belgen 30 doden en 4 gewonden vallen. De Belgen vragen een staak-het-vuren aan om de slachtoffers uit het puin te halen. Tijdens de negen uur durende pauze in de gevechten worden de meeste lijken geborgen.

Fidelaire, kantonnement van het Detachement Delvaux ten zuiden van de Seine.
Detachement Cdt Delvaux/RF in Frankrijk
- Op 21 mei bij het aanbreken van de dag bevindt Cdt Delvaux zich samen met het detachement van het RFN te Fidelaire. Hij heeft geen contact meer gehad met Cdt Quévrin en de drie colonnes van het RFL sinds het vertrek uit Beaurainville. Fidelaire bevindt zich op 15 kilometer van Conches-en-Ouche waar de 7de Infanteriedivisie (7Div) zijn hoofdkwartier heeft opgesteld. De 7Div verblijft in de streek van Conches – L’Aigle om terug op krachten te komen na hun terugtocht van het Albertkanaal en krijgt opdracht om alle geïsoleerde militairen die samentroepen tussen Conches en L’Aigle, alles tezamen zo’n 15.500 manschappen, te bevoorraden. Het Detachement Delvaux wordt onder bevel van de 7Div geplaatst.
- Cdt Quévrin verlaat Rouen op zoek naar de rest van de vestingstroepen en komt in de vroege ochtend aan te Pont-de-L’arche. Hier vindt hij slechts enkele vrachtwagens van het RFN, de rest van de colonne van het RFN is al verder doorgetrokken naar het zuiden. Hij besluit dan maar zijn manschappen te vervoegen in L’Aigle. Wanneer hij onderweg Conches passeert en zich bij de staf van de 7Div informeert over de standplaats van de vestingstroepen wordt hij op de hoogte gebracht dat zij zich te Fidelaire bevinden. Hij rijdt door naar L’Aigle om de manschappen van het RFL op te halen en die naar Fidelaire te brengen.
- Kapt de Wergifosse houdt om 01u00 halt te Elbeuf net ten zuiden van Rouen om er te tanken. Meer en meer vrachtwagens van het RFL sluiten zich bij de colonne van Kapt de Wergifosse aan. De colonne vertrekt uit Elbeuf en zet zich op weg naar L’Aigle via Amfreville-Saint-Amand, Le Neubourg, Conches-en-Ouche, La Vieille Lyre en Rugles. Ter hoogte van Rugles krijgt Kapt de Wergifosse van een moto-estafette orders om op zijn stappen terug te keren en zich naar Fidelaire te begeven. Hij laat de colonne halt houden en neemt een kantonnement in te La Vieille Lyre om er verdere orders af te wachten.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
Cie TTr/RFL wordt Cie TTr/GHK
De Cie TTr/RFL duikt op nabij het kasteel Kervyn de Lettenhove te Sint-Andries nabij Brugge waar het GHK zijn intrek heeft genomen. De compagnie neemt het Peloton Telegrafisten van het Groot Hoofdkwartier (Pl Tf/GHK) op in zijn rangen en wordt omgevormd tot de Cie Transmissies van het GHK (Cie TTr/GHK). Kapitein Gerard wordt de nieuwe bevelhebber van de Cie TTr/GHK. Dit betekent dat door de fusie de organieke tranmissie-eenheid van het GHK niet alleen in aantal groeit, maar ook heel wat materiaal en voertuigen rijker wordt en bovendien ook over een eigen veldkeuken kan beschikken. De nieuwe compagnie kan nu geheel zelfstandig opereren.
(Het verdere verloop van de veldtocht van de Cie TTr is te vinden op de webpagina van het Pl Tf/GHK)

Kapt Devos, commandant Fort van Tancrémont.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Het fort ontvangt een laatste bericht van Battice en zet vervolgens de strijd alleen verder. Opnieuw komt een Duitse delegatie aan bij het bolwerk, en opnieuw wordt de vijand weggestuurd. Het fort beschikt nog steeds over de observatiepost VM3, maar de bunker van Mont wordt opgegeven. Die middag vallen Stuka’s het fort aan.
Vde Groep/RFL
- Battice
Het Fort van Battice staakt de strijd. Na een geheime stemming van de overgebleven officieren wordt tot de overgave besloten met 16 stemmen voor en 3 stemmen tegen. De commandant geeft het bevel om alle overgebleven kanonnen en bewapening te vernielen en laat vervolgens de witte vlag hijsen.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
Detachement Cdt Delvaux/RF in Frankrijk
De colonne van Kapt de Wergifosse vervoegt Fidelaire en krijgt kantonnementen toegewezen in en rond dit dorp. Het detachement is nu terug compleet. Bij telling van de manschappen blijkt dat 821 man van het RFL en 200 man van het RFN veilig en wel over de Somme geraakt zijn en dat het detachement kan beschikken over een veertigtal vrachtwagens en enkele moto’s. Het detachement vestingstroepen is het enige van de detachementen van het VOC/Aie, die op 19 mei vertrokken zijn, dat erin geslaagd is de Somme over te steken. Volgende officieren zijn met zekerheid te Fidelaire aangekomen: Cdt Delvaux, Cdt Quévrin, Kapt de Wergifosse, Kapt Dervaux, Lt d’Ursel, Lt Dohet, Lt Doumier, Lt Walheer, Lt Jadoul, Lt Ruwet, Lt Adm Vervier, Lt Adm Bague, Lt Brouwers, Lt Louppe, Lt Deprez, OLt Van Breussel, OLt Baré, OLt Genart, OLt Etienne en OLt Wathelet.
In de loop van de dag komt een colonne vrachtwagens van de IIde Groep van het 4de Regiment Artilleriepark (II/4AP), die wist te ontkomen aan de Duitse omsingeling, toe in Fidelaire. Deze groep, onder leiding van Kapitein Gillet, wordt toegevoegd aan het Detachement Delvaux. Meer en meer geïsoleerde militairen stromen toe te Conches. Het aantal Belgen in de streek van Conches en L’Aigle groeit tot 20.000. Het Transportkorps van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen. De Franse militaire overheid, bewust van de geringe draagkracht van de streek, verspreidt de toestromende manschappen over 59 kantonnementen. Een speciale organisatie wordt opgezet om de bevoorrading te verzekeren. De voedselbedeling is echter ontoereikend en eenzijdig. Doordat een groot aantal Belgische militairen ondergebracht zijn in een dun bevolkt gebied moet tot Lisieux, een zestigtal kilometer meer naar het westen, gegaan worden om verse groeten en ander voedsel te kopen. Het Detachement Delvaux zal nog tot 26 mei in Fidelaire verblijven. Op 26 mei worden ze via Poitiers doorgestuurd naar Limoux (in de Aude) waar ze op 5 juni toekomen.
Het verdere relaas van het Detachement Vestingartillerie wordt vermeld op de pagina van het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie).
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Terwijl het fort granaatinslagen blijft incasseren, nemen de Belgen nog steeds diverse doelen onder vuur. De observatieploeg in de bunker VM3 blijft uitstekend werk verrichten. Het wordt duidelijk dat de vijand een grootscheepse aanval op het fort plant.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
De observatiebunker VM3 wordt verlaten en de bemanning mag met toestemming en ontsnappingspoging wagen. De vijandelijke aanwezigheid in de buurt van Cornesse neemt steeds toe. De transmissietroepen van het fort krijgen eerder toevallig verbinding met het Fort van Maizeret te Namen.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Het fort blijft in hoofdzaak doelen bestoken in de richting van Haut-Regard. Er is nu geen enkel contact meer met de buitenwereld. Alle observatieposten zijn uitgeschakeld of verlaten.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Opnieuw worden de Duitsers gebombardeerd te Louveigné, Wegnez en Haut-Regard. Het bos van Mazures wordt door de Belgen in brand gestoken. De ganse dag door blijven Stuka duikbommenwerpers het dak van het fort bestoken.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Het scenario van de vorige dag herhaalt zich. Het fort blijft vuren; de vijand vuurt terug en stuurt zijn vliegtuigen uit. De transmissieploeg van het fort is er in gelukt om een radiobericht uit de ether te plukken dat de veilige doortocht van Duitse onderhandelaars nabij Diksmuide vraagt. Het is niet duidelijk wat dit bericht betekent voor het fort.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie bewaakt het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Het fort verneemt het nieuws van de capitulatie en zend een bericht uit naar het Groot Hoofdkwartier. Er komen geen verdere instructies van het opperbevel. De verdedigingsraad van het fort komt samen maar neemt geen besluit. De eerste burgers keren terug naar de omgeving van het fort. Een onderluitenant, wachtmeester en soldaat verlaten als onderhandelaars het fort om zich via de Duitsers in verbinding trachten te stellen met het Groot Hoofdkwartier.
Cie C47 op T13/RFL
De compagnie legt de wapens neer nabij het Groot-Hoofdkwartier te Sint-Andries. Ondanks de uitdrukkelijke bevelen van de bezetter worden de motoren en de kanonnen van de T13 tankjagers onklaar gemaakt. De munitie wordt in het Kanaal Brugge-Oostende gedumpt. De eenheid is tijdens de ganse veldtocht niet betrokken geweest bij gevechten.

Officieren van het Fort van Tancrémont verlaten het fort op 29 mei 1940.
IVde Groep/RFL
- Tancrémont
Kapitein Devos ontmoet rondom 09u00 de Duitse Generaal Spang om de situatie van het fort te bespreken. De Belgen maken geen aanstalten om de strijd te staken en de bezetter dreigt met de vernieling van het bolwerk. Spang geeft zijn erewoord en verzekert dat het Belgisch leger gecapituleerd heeft. Devos keert terug naar het fort en roept opnieuw zijn verdedigingsraad samen. Als allerlaatste fort geeft ook het Fort van Tancrémont zich om 11u00 over.
Staf/RFL
Na de verrassingsaanval op het Fort van Eben-Emael kan gerust gesteld worden dat de rest van het Vestingsregiment Luik hard van zich heeft afgebeten. De verovering van het Fort van Eben-Emael werd stevig in de verf gezet door de Duitse propagandamachine hetgeen bewezen wordt door de vele foto’s gemaakt door Duitse eenheden die hier aan slagveldtourisme deden. De propaganda rond de inname van het Fort van Eben-Emael staat in schril contrast met de stilte rond de inname van de andere forten die veel meer moeite heeft gekost. Mede door de snelle evacuatie en isolatie van de krijgsgevangen bemanningen van de forten kon dit nieuws zich binnen Duitsland, maar ook niet daarbuiten, verspreiden. Het valt nog steeds moeilijk te achterhalen hoeveel Duitse soldaten uiteindelijk gesneuveld zijn om de forten van Luik het zwijgen op te leggen.
Het Vestingsregiment Luik betaalt een hoge prijs voor zijn hardnekkig verzet. De eenheid telt aan het einde van de oorlog naast talrijke gewonden ook 134 gesneuvelden waaronder twee fortcommandanten.
EENHEID | NAAM | VOORNAAM | FOTO | GRAAD | STAND | KLAS | ° OP | ° TE | + OP | + TE | NOTA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
II/RFL | ANCEAU | Désiré, J.M. | Wm | Mil | 32 | 21.09.1909 | Doische | 21.05.1940 | Capelle-lès-Hesdin (F) | Reservegarnizoen, 6Bij van het Detachement Delveaux | |
Eben-Emael | ANCIA | Ferdinand, J.C. | Sdt | Mil | 38 | 11.07.1918 | Liège | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie tunnel naar Blok 01 | |
Battice | BAGUETTE | Corneille | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 02.02.1918 | Moresnet | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort |
Pontisse | BAJARD | Jules, J.N. | Sdt | Mil | 09.12.1910 | Limbourg | 17.05.1940 | Herstal | Gedood bij aanval Koepel III | ||
Battice | BARRE | Raymond, R. | Wm | BV | 21 | 20.02.1921 | Antwerpen | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Flémalle | BASSIAUX | Firmin, A.J. | Sdt | Mil | 29 | 03.11.1909 | Moha | 15.05.1940 | Ecaussinnes-d'Enghien | Reservegarnizoen | |
Eben-Emael | BATAILLE | Albert, L.L. | WM | Mil | 39 | 15.10.1915 | Herstal | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie observatiepost Eben-2 | |
Battice | BEAUMONT | Léon, G. | Sdt | Mil | 29 | 25.11.1909 | Nandrin | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Onbekend | BENEUX | Henri | Sdt | Mil | 27.07.1905 | Chênée | 20.05.1940 | Buigny-Saint-Maclou (F) | Reservegarnizoen | ||
Battice | BERBONNE | François, P.J. | Sdt | Mil | 36 | 29.02.1916 | Petit-Rechain | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | BIESMANS | Chrétien | ![]() | Brig | 12.02.1914 | Eben-Emael | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie koepel Noord | ||
Fleron | BINKINSE | Raymond, M.J. | Adjt | KROLt | 29.08.1914 | Oreye | 11.05.1940 | Fleron | Verwond bij ingang fort bij voortijdige explosie. Overleden in infirmerie. | ||
Battice | BOFFENRATH | Victor, J.H. | Sdt | Mil | 37 | 24.05.1918 | Charneux | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Barchon | BONSANG | Franz, L.J. | ![]() | Brig | Mil | 30 | 09.11.1910 | Herve | 12.05.1940 | Cheratte | Gedood bij aanval op observatiebunker BM3 |
Battice | BONVOISIN | Albert, A.J. | ![]() | Brig | Mil | 38 | 27.03.1920 | Verviers | 18.05.1940 | Manaihant | Gedood bij aanval op observatiebunker MM305 |
Onbekend | BORGUET | Dieudonné, F. | Sdt | Mil | 36 | 15.12.1916 | Liège | 23.05.1940 | Marles-sur-Canche (F) | ||
Eben-Emael | BORMANS | Lambert | Sdt | Mil | 31 | 04.08.1911 | Flémalle-Grande | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 1 | |
Chaudfontaine | BOSSY | Marcel, L.C. | Sdt | Mil | 40 | 19.06.1921 | Montegnée | 17.05.1940 | Chaudfontaine | Gedood door granaatinslag | |
Onbekend | BOUFTAY | Pierre | Sdt | Mil | 34 | 06.07.1914 | Angleur | 20.05.1940 | Abbeville (F) | ||
Onbekend | BOUVROY | Nicolas, G.J. | ![]() | Sdt | Mil | 32 | 25.03.1912 | Lixhe | 01.06.1940 | Abbeville (F) | |
Battice | BOVY | Hubert, H.N. | Maj | 14.05.1896 | Aachen (D) | 10.05.1940 | Battice | Groepcommandant. Overleden aan hartaanval in fort | |||
Battice | BRAYEUR | Nicolas, A. | Sdt | Mil | 08.07.1917 | Herve | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | ||
Onbekend | BRUNSON | Jean, J. | Sdt | Mil | 40 | 04.10.1920 | Ougrée | 11.05.1940 | Liers | Gedood in luchtaanval op evacuatietrein | |
Battice | BURTON | René, J. | Sdt | Mil | 37 | 15.03.1917 | Goronne | 17.05.1940 | Charneux | Gedood bij opblazen deur bunker MN29 door vijand | |
Battice | CABAY | Guillaume, H. | Sdt | Mil | 36 | 08.09.1917 | Weert (NL) | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | CASPERS | Joseph, E. | Sdt | Mil | 38 | 30.07.1918 | Niel-bij-Sint-Truiden | 20.05.1940 | Buigny-Saint-Maclou(F) | Reservegarnizoen, 7Bij van Detachement Delveaux | |
Boncelles | CHARLIER | Numa | ![]() | Cdt | 27.06.1893 | Schaarbeek | 16.05.1940 | Boncelles | Gedood door Duitse springlading aan de fortingang | ||
Boncelles | COLSON | André, J.J. | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 09.05.1920 | Jemeppe-sur-Meuse | 15.05.1940 | Boncelles | Gedood bij luchtbombardement Koepel IV |
Eben-Emael | COROMBELLE | Albert, J. | ![]() | Sdt | Mil | 35 | 12.02.1915 | Liège | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 1 |
Eben-Emael | CORTEN | Laurent, Albert Joseph | Sdt | Mil | 35 | 09.09.1915 | Villers Saint Siméon | 05.03.1941 | Calbe (D) | Krijgsgevangene | |
Battice | DANDRIFOSSE | Hubert Alphonse Maurice | Sdt | Mil | 36 | 12.08.1918 | Verviers | 22.05.1940 | Aachen (D) | Verwond in fort. Overleden in hospitaal | |
Eben-Emael | DAVID | Martin, J.A. | Wm | Mil | 39 | 24.01.1916 | Grandville | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie observatiepost Eben-3 | |
Pontisse | DAWANS | Julien, H.D. | Wm | Mil | 33 | 07.04.1913 | Ivoz-Ramet | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen, 1Bij van het Detachement Delveaux | |
Pontisse | DEBATICE | Mathieu, G.L. | Sdt | Mil | 34 | 07.11.1914 | Haccourt | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen, 1Bij van het Detachement Delveaux | |
Eben-Emael | DECOURTY | Marcel, N.J. | ![]() | Sdt | Mil | 29 | 13.01.1909 | Grâce-Berleur | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Blok 2 |
Barchon | DEFAUWE | Guillaume | ![]() | WM | Act | 33 | 28.08.1913 | Liège | 11.05.1940 | Trembleur | Gedood bij ontruiming observatiepost Trembleur |
Onbekend | DELANAYE | Walther, C.J. | Sdt | Mil | 30 | 07.08.1910 | Liège | 31.05.1940 | Boulogne (F) | ||
Battice | DELCOMUNNE | Sdt | Mil | 37 | 26.10.1917 | Verviers | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | ||
Onbekend | DELINCE | Nicolas, J. | Sdt | Mil | 40 | 12.02.1920 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | ||
Battice | DELRUE | Albert, L.G. | Sdt | Mil | 38 | 03.11.1919 | Battice | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Battice | DELTOUR | Jules, R. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 29.12.1917 | Grand-Rechain | 18.05.1940 | Manaihant | Gedood bij aanval op observatiebunker MM305 |
Aubin-Neufchâteau | DEMAIN | Jacques, J.R. | ![]() | Wm | BV | 18.10.1919 | Liège | 11.05.1940 | Warsage | Gedood op patrouille nabij bunker NV1 | |
Aubin-Neufchâteau | DENIS | Jean-Baptiste | Brig | Mil | 39 | 03.02.1919 | Verviers | 21.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Verwond in Blok C2 op 20/05 | |
Barchon | DEPREZ | Tony, T.L. | Brig | Mil | 31 | 09.12.1909 | Balen | 18.05.1940 | Barchon | Gedood in de bunker van de ventilatieschacht | |
Flémalle | DETREZ | Emile, A.C. | Sdt | Mil | 37 | 04.06.1917 | Glons | 12.05.1940 | Liège | Reservegarnisoen Overleden aan ziekte in militair hospitaal |
|
Battice | DORMAL | François, A.J. | 1Wm | 21 | 21.09.1912 | Liège | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | ||
Eben-Emael | DUJARDIN | Joseph, A.J. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 08.06.1920 | Liège | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 1 |
Battice | EVRARD | René, E.L. | Sdt | Mil | 29 | 29.03.1909 | Esneux | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | EVRARD | René, G.A. | Wm | 34 | 25.02.1913 | Verviers | 10.05.1940 | Op-Kanne | Gesneuveld te Op-Kanne | ||
Battice | FAFRA | Jean, P.J. | Sdt | Mil | 34 | 25.06.1914 | Saive | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Boncelles | FELIX | Jean, N. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 09.09.1917 | Seraing | 15.05.1940 | Boncelles | Gedood bij luchtbombardement Koepel III |
Eben-Emael | FERRIRE | Georges, M. | ![]() | Sdt | Mil | 31 | 13.04.1911 | Bressoux | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 2 |
Cie TTr | FOUILLEN | Joseph, E. | Sdt | Mil | 33 | 26.05.1913 | Ben-Ahin | 10.05.1940 | Liège | Verwond te Barchon op 10.05 Gedetacheerd bij 1Li. |
|
Eben-Emael | FURNELLE | Henri, H.E. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 30.07.1920 | Houtain-Saint-Siméon | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie observatiekoepel Blok 4 |
Eben-Emael | GEMIS | Alfred, E.L. | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 12.05.1920 | Herstal | 10.05.1940 | Wonck | Reservegarnizoen |
Eben-Emael | GILLET | Emile, G.J. | ![]() | Sdt | Mil | 29 | 22.06.1909 | Spa | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 1 |
Evegnée | GILLIS | Laurent, J. | Sdt | Mil | 39 | 06.01.1920 | Soumagne | 13.05.1940 | Evegnée | Gedood bij artilleriebombardement in gracht fort | |
Battice | GOBLET | Joseph, P.C. | Sdt | Mil | 27.10.1920 | Clermont-sur-Berwinne | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | ||
Flémalle | GOSSENS | Achille, A. | Sdt | Mil | 34 | 30.04.1914 | Ohain | 13.05.1940 | Flémalle | Gedood bij Luchtafweerkoepel | |
Pontisse | GRASSERE | Jean, L.F. | Sdt | Mil | 37 | 10.06.1917 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Barchon | GREVESSE | Maurice, H. | Sdt | Mil | 33 | 02.01.1914 | Seraing | 11.05.1940 | Barchon | Gedood op patrouille op baan Barchon-Visé | |
Chaudfontaine | HAERING | Severin, J.A. | Brig | Mil | 32 | 14.01.1914 | Herstal | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Chaudfontaine | HALKIN | Gilles, H.J. | Sgt | Mil | 18 | 18.08.1898 | Beyne-Heusay | 17.05.1940 | Chaudfontaine | Gedood bij artilleriebombardement Blok 3 | |
Eben-Emael | HAMANDE | François, L. | Sdt | Mil | 37 | 29.12.1917 | Ans | 10.05.1940 | Kanne | Gedood bij aanval op brug van Kanne | |
Battice | HARDY | Nicolas, L.T. | ![]() | Sdt | Mil | 01.11.1916 | Xhendelesse | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | HEINE | Adrien, G.L. | ![]() | Sdt | Mil | 36 | 06.08.1916 | Liège | 25.05.1940 | Maastricht | Gewond bij aanval op luchtafweerpost op 10 mei 1940 |
Pontisse | HEUSY | Léopold, L. | Sdt | Mil | 37 | 16.05.1917 | Herstal | 17.05.1940 | Herstal | Gedood bij aanval Koepel III | |
Boncelles | HURLET | René, A.A. | ![]() | Adjt | Mil | 38 | 16.11.1915 | Seraing | 16.05.1940 | Boncelles | Gedood door Duitse springlading aan de fortingang |
Tancrémont | HUYSMANS | Pierre, F.J. | Sdt | Mil | 40 | 08.12.1920 | Dison | 15.05.1940 | Tancrémont | Gedood bij aanval kazemat Vesdre | |
Onbekend | JASPAR | Lambert | Sdt | Mil | 31 | 17.02.1911 | Liège | 11.05.1940 | Liers | Gedood in luchtaanval op evacuatietrein | |
Boncelles | JOASSIN | Georges, A. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 16.02.1921 | Liège | 16.05.1940 | Boncelles | Neergeschoten bij overgave van het fort |
Battice | JOUNEN | Nicolas, A.M. | Sdt | Mil | 38 | 05.10.1919 | Verviers | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Flémalle | JOYE | José, M.N. | Sdt | Mil | 35 | 19.10.1915 | Seraing | 21.06.1940 | Montpellier (F) | Reservegarnizoen | |
Battice | KAIVERS | Louis, J. | Sdt | Mil | 20 | 03.09.1900 | Wanne | 11.05.1940 | Barchon | Verwond op patrouille 10/5. Gestorven in het fort. | |
Flémalle | KEUTER | Gaston, F.J. | Sdt | Mil | 39 | 03.12.1919 | Flémalle-Haute | 15.05.1940 | Flémalle | Gedood door artilleriebombardement op mitrailleusekoepel | |
Embourg | KIRPAG | Georges, A. | Sdt | Mil | 39 | 02.02.1919 | Anderlecht | 17.05.1940 | Embourg | Gedood bij luchtbombardement Koepel III | |
Eben-Emael | KNAPEN | Alexander, A. | Sdt | Mil | 35 | 01.02.1915 | Sluizen | 27.05.1940 | Embourg | Verwond bij luchtaanval op station van Liers 11/5 | |
Pontisse | L'HOMME | Jean | Sdt | Mil | 31 | 16.09.1911 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Onbekend | LAHAYE | Alphonse, M. | Brig | BV | 07.01.1920 | Tilleur | 19.05.1940 | Marchiennes (F) | |||
Onbekend | LEJAER | Albert, N.J. | Sdt | Mil | 35 | 21.12.1914 | Angleur | 23.05.1940 | Audinghen (F) | ||
Evegnée | LEJEUNE | Chrétien, A.A. | Sdt | Mil | 40 | 04.01.1920 | Evegnée | 14.05.1940 | Evegnée | Gedood op patrouille | |
Fleron | LEKEN | Edgard, L. | Wm | 24.06.1908 | Jemeppe-sur-Meuse | 17.05.1940 | Fleron | Onderofficier transmissie, gedood door bombardement in schootsbureel | |||
Evegnée | LEMAIRE | Hubert, A.J. | Sdt | Mil | 34 | 12.04.1914 | Seraing | 11.05.1940 | Liers | Reservegarnizoen. Gedood in luchtaanval op evacuatietrein | |
Aubin-Neufchâteau | LESCRENIER | Charles | ![]() | Brig | Mil | 39 | 18.02.1918 | Lanaye | 10.05.1940 | Sint-Martens-Voeren | Gedood in de observatiepost te St-Martens-Voeren |
Onbekend | LESUISSE | Jean, Louis | Sdt | Mil | 40 | 08.06.1920 | Liège | 08.09.1940 | Dortmund (D) | Krijgsgevangene | |
Embourg | LOOZ | Alfred, E.F. | Sdt | Mil | 36 | 03.12.1916 | Angleur | 11.05.1940 | Liers | Reservegarnizoen. Gedood in luchtaanval op evacuatietrein | |
Boncelles | LOUIS | Hubert, J.T. | ![]() | Wm | Mil | 29 | 30.09.1909 | Jemeppe-sur-Meuse | 15.05.1940 | Boncelles | Gedood bij luchtbombardement Koepel IV |
Aubin-Neufchâteau | LOUYS | Albert Theodore | Sdt | Mil | 36 | 11.05.1916 | Clermont-sur-Berwinne | 10.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood bij blok P bij terugkeer van patrouille | |
Eben-Emael | MARCHOUL | René, E.J. | ![]() | Wm | Mil | 39 | 20.10.1919 | Waremme | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie observatiepost Eben-3 |
Eben-Emael | MASSOTTE | Willy, M.A. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 03.02.1920 | Liège | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie Maastricht 1 |
Barchon | MAZY | René, H.E. | Sdt | Mil | 36 | 16.06.1916 | Etterbeek | 11.05.1940 | Kumitch | Reservegarnizoen. Gedood bij luchtaanval op colonne | |
Battice | MERTENS | Hubert, C.E. | Sdt | Mil | 39 | 11.12.1918 | Schaarbeek | 13.05.1940 | Charneux | Verwond 10/5 op patrouille. Overleden in bunker MN29 | |
Battice | MICHEL | Lucien | Wm | 39 | 22.07.1919 | Dison | 03.06.1940 | Aachen (D) | Verwond in fort. Overleden in hospitaal | ||
Eben-Emael | MICHIELS | Michel, L. | Sdt | Mil | 36 | 15.12.1916 | Liège | 24.05.1940 | Poperinge | Reservegarnizoen | |
Fleron | MONSEUR | Louis, M.F. | Sdt | 26.10.1914 | Jupille | 17.05.1940 | Fleron | Telefonist, gedood door bombardement in telefooncentrale | |||
Tancrémont | MONVILLE | Clément, M.H. | Sdt | Mil | 38 | 21.10.1918 | Ensival | 22.05.1940 | Tancrémont | Gewond bij aanval kazemat Vesdre 17/5 | |
Eben-Emael | MULLEJANS | Georges, M.L. | Wm | Mil | 37 | 22.11.1913 | Liège | 11.05.1940 | Berg (Tongeren) | Reservegarnizoen | |
Boncelles | NIVARLET | Edgard, P.E. | ![]() | Sdt | Mil | 35 | 22.12.1913 | Seraing | 12.05.1940 | Vaux-et-Borset | Reservegarnizoen |
Flémalle | NIVARLET | Louis, A. | Sdt | Mil | 40 | 08.03.1921 | Flémalle-Haute | 16.05.1940 | Flémalle | Gedood door artilleriebombardement op luchtafweerkoepel | |
Aubin-Neufchâteau | NYSSEN | Mathieu Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 11.01.1920 | Gemmenich | 11.05.1940 | Gorhez-Aubel | Gedood in observatieklok MN11 |
Battice | OLIVIER | Arnold, G. | Sdt | Mil | 30 | 09.05.1911 | Liège | 11.05.1940 | Alleur | Reservegarnizoen | |
Onbekend | PEPIN | Raymond, Isidore | Sdt | Mil | 39 | 23.07.1919 | Cheratte | 12.08.1940 | Sankt-Anton Mooserhreuz (A) | Krijgsgevangene | |
Eben-Emael | PHILIPPE | Paul, L. | Sdt | Mil | 37 | 28.04.1918 | Ans | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 2 | |
Battice | PIRENNE | Alphonse, H.J. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 01.12.1917 | Aubel | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort |
Battice | PIRNAY | Léon, E.C. | Sdt | Mil | 39 | 03.04.1920 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Battice | PITERS | Alphonse, G.J. | Sdt | Mil | 40 | 07.01.1921 | Andrimont | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Battice | PLESSER | Albert, M.J. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 24.07.1917 | Remersdaal | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort |
Battice | PLUNUS | Antoine, N.J. | Sdt | Mil | 30.05.1920 | Nessonvaux | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | ||
Onbekend | REICHER | François, J. | Sdt | Mil | 31 | 12.05.1911 | Seraing | 12.05.1940 | Bierwart | ||
Battice | REMY | François | Sdt | Mil | 21 | 24.07.1916 | Herve | 21.05.1940 | Battice | Verwond in Blok V. Overleden in infirmerie | |
Eben-Emael | REMY | Albert, J. | Sdt | Mil | 36 | 01.05.1916 | Liège | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij aanval op luchtafweerpost | |
Onbekend | REMY | François, Armand Marie Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 36 | 24.07.1916 | Herve | 04.07.1940 | Aachen (D) | Krijgsgevangene |
Flémalle | RENARD | Joseph, E.J. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 02.10.1920 | Comblain-au-Pont | 16.05.1940 | Flémalle | Gedood door artilleriebombardement op luchtafweerkoepel |
Boncelles | ROBERT | Albert, A.F. | ![]() | Sdt | Mil | 40 | 23.07.1920 | Ans | 12.05.1940 | Vaux-et-Borset | Reservegarnizoen |
Battice | SCHENTZER | Jean, J. | Sdt | Mil | 34 | 10.06.1912 | Andrimont | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Aubin-Neufchâteau | SCHMETZ | Louis, A. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 07.03.1918 | Heerlen (NL) | 20.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood in mitrailleurkoepel Blok P |
Barchon | SCHOENAERS | Guillaume, J. | Sdt | Mil | 32 | 15.12.1912 | Awans | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Battice | SERVAIS | Céleste, A. | Wm | 39 | 06.01.1914 | Seraing | 17.05.1940 | Charneux | Gedood bij opblazen deur bunker MN29 | ||
Embourg | SERVAIS | Gustave, C.L. | Sdt | Mil | 40 | 28.05.1920 | Grivegnée | 28.06.1940 | Liège | Reservegarnizoen. Verwond in luchtaanval op evacuatietrein 11/05 | |
Embourg | SPINEUX | Adolphe, P.J. | Brig | Mil | 36 | 18.07.1916 | Tilff | 12.05.1940 | Beaufays | Telefonist-Seingever. Gedood op patrouille | |
Pontisse | STOCKIS | Toussaint, J. | Sdt | Mil | 35 | 15.09.1915 | Hermée | 12.05.1940 | Villers-le-Peuplier | Reservegarnizoen | |
Aubin-Neufchâteau | STRAETMANS | Joseph, M.A. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 21.06.1917 | Aubel | 20.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood in Blok C2 |
Battice | SUZANNE | Charles, X.H. | Sdt | Mil | 40 | 25.07.1920 | Dison | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | THELEN | Jean, N. | Sdt | Mil | 29 | 20.11.1909 | Romsée | 11.05.1940 | Liers | Reservegarnizoen | |
Pontisse | THONNARD | Albert, R. | Wm | Act | 22.01.1918 | Herstal | 18.12.1944 | Wolfsburg (D) | Overleden in krijgsgevangenschap | ||
Onbekend | TOMBAL | Désiré, C.J. | Sdt | Mil | 30 | 03.08.1910 | Couthuin | 11.05.1940 | Kumtich | Reservegarnizoen. Gedood bij luchtaanval op colonne | |
Eben-Emael | TUMMERS | Albert | ![]() | Sdt | Mil | 35 | 14.03.1915 | Heerlen (NL) | 11.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie, tunnel naar bunker Kanaal-Noord |
Fleron | VAN LIEFDE | Gaston, P.N. | Lt Med | Res | 23.07.1904 | Liège | 27.05.1940 | Liège | Verwond bij bombardement op schootsbureel 17/5 | ||
Eben-Emael | VERBOIS | Jean, G.A. | ![]() | Brig | Mil | 31 | 29.10.1911 | Corswarem | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie kazemat Maastricht 2 |
Battice | VLIES | F. | Sdt | Mil | 00.01.1900 | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |||
Eben-Emael | VOSSEN | Alphonse, J. | Wm | Mil | 29 | 12.10.1907 | Montegnée | 10.05.1940 | Eben-Emael | Gedood bij explosie observatiepost Eben-2 | |
Battice | WAROLUS | Freddy, H.J. | Sdt | Mil | 40 | 10.10.1921 | Verviers | 21.05.1940 | Battice | Gedood bij luchtbombardement op fort | |
Eben-Emael | XHARDE | Jean, E. | Sdt | Mil | 33 | 30.05.1913 | Lanaye | 21.05.1940 | Argoules (F) | Reservegarnizoen | |
Barchon | YERNA | Ernest, C. | Sdt | Mil | 38 | 18.10.1918 | Liège | 21.05.1940 | Rouen (F) | Reservegarnizoen |
- Om enige klaarheid te brengen in de beschrijving van de observatieposten (OP) in verschillende historische documenten is een extra uitleg vereist. Elke OP heeft zijn eigen OP-nummer en een oproepteken (oftewel callsign) bestaande uit drie letters (oftewel tri-gram). Deze nummers en tri-grammen zijn toegekend door de Commandant van de Artillerie van het IIIde Legerkorps (CA Corps) en de locatie van deze OP’s is gekend door alle artillerie-eenheden die kunnen tussenkomen ten voordele van het IIIde Legerkorps. Alle OP’s kunnen via de verschillende vuurnetten van de artillerie per telefoon of radio doelsaanduidingen doorgeven aan de verschillende artillerie-eenheden. Sommige OP’s zijn opgesteld in een observatiebunker en worden aangeduid met een bunkernummer. Andere OP’s bevinden zich in boerderijen, kerktorens of fabrieksgebouwen en worden enkel aangeduid met hun OP nummer. Om een OP éénduidig te identificeren beschikt men best over het OP-nummer, het oproepteken (tri-gram), de naam van de onderofficier postcommandant (meestal een wachtmeester) en indien geïnstalleerd in een bunker ook het bunkernummer.
- Achtergrondinformatie bij de radioboodschap van Koning Leopold III [On line beschikbaar]: https://www.maisondusouvenir.be/caporal_mai_2013.php [Laatst geraadpleegd 6 december 2022].
- De Tallandierkazerne was een voormalige katoenspinnerij in 1938 opgekocht door het Franse leger om er “l’Etablissement Régional de Matériel (ERM) van de Service de matériel de l’Armée de Terre” in onder te brengen. De Tallandierkazerne bestaat nog maar werd gerenoveerd en geïntegreerd in een wooncomplex in de Avenue Jean Jaurès Nr 76 in Petit-Quevilly nabij Rouen. [On line beschikbaar] https://www.google.be/maps/@49.4273702,1.0653597,3a,75y,344.33h,83.88t/data=!3m6!1e1!3m4!1suX3grspRJpHXGHzLMhTvgg!2e0!7i13312!8i6656 [Laatst geraadpleegd 7 april 2020].
- Beknopt getypt verslag opgesteld op 21 februari 1941 in het Frans door Kolonel Modart, regimentscommandant van het RFL, gericht aan Luitenant-generaal Keyaerts. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- UItvoerig handgeschreven verslag opgesteld op 12 oktober 1945 in het Frans door Kolonel Modart, gericht aan LtGen Pouleur, voorzitter van de militaire onderzoekscommissie. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Uitvoerig getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Quévrin, batterijcommandant van de Staf Batterij/RFL. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. De verslagen van de bepaalde officieren van het RFL die op 11 mei werden doorgestuurd naar het VOC/Aie bevinden zich niet in het dossier RFL maar in het dossier VCO/Aie -deel 8 – Detachement RFL. Andere verslagen bevinden zich in het dossier RFL. Om het volledige verhaal te reconstrueren moeten beide dossiers geraadpleegd worden.
- Zeer gedetailleerd handgeschreven relaas in het Frans, opgetekend in een schriftje op 9 augustus 1945 door Kapitein-commandant de Wergifosse, in mei 1940 Kapitein en batterijcommandant van de Schoolbatterij. Het schriftje bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Het relaas van Kapt de Wergifosse sluit naadloos aan bij het verslag van Cdt Quévrin. Kapitein de Wergifosse studeerde bij de afkondiging van de mobilisatie aan de Krijgsschool voor het behalen van zijn stafbrevet.
- Uiterst summier (10 lijnen) getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Deprez waarin hij de omstandigheden van zijn demobilisatie beschrijft. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Gedeeltelijk fragment van een handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Soret, batterijcommandant van de 7Bij van het Detachement RFL. Het verslag begint op 15 mei en eindigt bij zijn gevangename op 21 mei. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Beknopt maar helder verslag opgesteld in het Frans door Lt Eduard Doumier, officier van het actief kader en instructeur van de Schoolbatterij. Later commandant van de 4Bij van het Detachement RF. Het verslag bevindt zich in het dossier VOC/Aie – deel 8 – Detachement RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Beknopt handgeschreven verslag opgesteld door Lt Ruwet, vaandrig van het RFL, die de verplaatsing naar Frankrijk maakte tot in Limoux. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven relaas opgesteld in het Frans op 13 mei 1945 door Lt Adm Vervier, officier administratie van de IIde Groep, die samen met de reservegarnizoenen naar Frankrijk vertrok. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven relaas opgesteld in het Frans op 24 december 1945 door Majoor Simon, Groepscommandant van II/RFL. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 25 september 1945 door Maj Herbillon, Groepscommandant van de IIIde Groep van het RFL. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Getypt verslag met handgeschreven voorblad opgesteld in het Frans op 19 oktober 1945 door Majoor Parmentier, groepscommandant van de IVde Groep. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Amicale des Anciens Combattants du fort d’Eben-Emael, 1992. Ceux du fort d’Eben-Emael.
- Devos, A., 1979, Tancrémont – 10 mai 1940. La Belgique militaire, 133, pp. 3-10.
- André de Wergifosse, A., Les 409 heures de Tancrémont, Verviers.
- Gillis, R., 1970, 29 mai 1940. Tancrémont tient toujours !, Olne.
- Maison du Souvenir, 2009. Les Premiers qui firent face… Fort d’Aubin-Neufchâteau 10-21 mai 1940., [online] beschikbaar op: <http://www.maisondusouvenir.be/fort_aubin_neufchateau.php> [geraadpleegd op 1 februari 2012].
- Stassen, P., 1981, La défense du fort de Tancrémont. Bulletin d’information du CHLAM, I(7)
- L’armée belge de France en 1940, p.102 door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.
- De opstelling van de troepen ten oosten van Luik is terug te vinden op een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van het Belgisch leger op 10 mei 1940 die zich in het Rijksarchief bevindt. Deze kaart is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2 [Laatst geraadpleegd 28 december 2022].