1ste Regiment Gidsen

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 1ste Regiment Gidsen | 1er Régiment de Guides | 1G
Type Cavalerieregiment van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van 1ste Cavaleriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH jonkheer Edouard Morel de Westgaver tot 15 mei 40
Kolonel SBH Lucien Deleuze vanaf 15 mei 40
Adjudant-majoor Kapitein-commandant ridder Henry de Menten de Horne
Standplaats Stelling Hoyoux-Ourthe
Ondersector Maffle-Méan
Commandopost te Clavier
Samenstelling I Groep (Majoor Louis Goffinet) 1ste Eskadron Motorwielrijders (Kapt baron Ferdinand Snoy)
2de Eskadron Motorwielrijders (Cdt jonkheer John Otto de Mentock)
3de Eskadron Klein Geschut (Cdt baron Charles de Borchgrave d’Altena)
  II Groep (Majoor Pierre Bioul) 4de Eskadron Motorwielrijders (Kapt prins Albert de Mérode)
5de Eskadron Motorwielrijders (Cdt E. Degroodt)
6de Eskadron Klein Geschut (Cdt ridder Maurice Jacmart)
  7de Eskadron Pantserwagens (Kapitein-commandant graaf Stanislas de Pret Roose de Calesberg)
Stafeskadron (Kapitein-commandant Charles Hayoit)

Tijdens de mobilisatie

Het 1ste Regiment Gidsen werd op 26 augustus 1939 op oorlogsvoet gebracht. De staf, Iste groep en 7de eskadron mobiliseerden in de cavaleriekazerne te Etterbeek. De IIde groep te Ukkel. De mobilisatieperiode werd doorgebracht met diverse bewakingsopdrachten langsheen de landsgrenzen.

Tijdens de mobilisatieperiode levert het 1G met zijn oudere reservisten ook nog militairen voor de Wielrijdersgroep van de 17de infanteriedivisie en de eskadrons wielrijders van de 6de en de 7de infanteriedivisies. Deze eenheden vormen de mobiele verkenningstroepen voor de infanteristen. Daarnaast wordt ook een personeelskern gebruikt voor de oprichting van het 1ste Regiment Vervoerde Cavaleristen (het latere 2de Gidsen).

Sinds november maakt het 1G deel uit van de Groepering Keyaerts, die als dekkingsmacht doorheen de Ardennen ontplooid wordt. Het regiment wordt daarbij naar het uiterste zuiden van het land gestuurd en ontplooid langsheen de Semois.

Op 7 mei 1940 wordt de Groepering Keyaerts door de steeds maar luider wordende berichten van een nakende Duitse inval in vooralarm geplaatst. Het 1G wordt hierbij teruggetrokken naar de Hoyoux/Ourthe opvangstelling van de Groepering Keyaerts.

Na de verplaatsing bevindt het 1G zich aan het uiterste zuiden van de Hoyoux/Ourthe stelling langsheen de dorpen Verlée, Maffe en Méan, in het ruime gebied Durbuy en Ciney. Binnen het kader van de nu wel erg zinloze Belgische neutraliteitspolitiek wordt het regiment opgesteld met front naar het zuidwesten, in de richting van de geplande opmarsroute van het Franse leger:

  • De commandopost van Kolonel Morel staat te Clavier.
  • De Iste groep staat opgesteld rondom Maffe en Méan.
  • De IIde groep ligt wat meer westwaarts langsheen de bovenloop van de Hoyoux, rondom Odet (5de eskadron) en Havelange
  • Het regiment wordt ondersteund door de 4/II/17A en 6/II/17A vanuit de dorpjes Bassines en Chardeneux.

Kolonel SBH jonkheer Edouard de Morel de Westgaever

Kolonel SBH jonkheer Edouard de Morel de Westgaver

Tussen 05u00 en 06u00 sluiten de eskadrons van het 1G alle doorgangswegen af met behulp van de geplaatste zware stalen Cointet-hekkens. Deze beslissing is wel erg vreemd aangezien het Belgische commando maar al te goed weet dat de wegen gebruikt zullen worden door de verkenningstroepen van het Franse leger.

Rondom 08u30 wordt het 2de peloton van het 5de eskadron onder leiding van Luitenant Iweins de Wavrans gedetacheerd naar de vlakte tussen Hargimont en Humain om er een gevreesde luchtlanding te kunnen onderscheppen. Het detachement vertrekt dieper de Ardennen in en rijdt richting Marche-en-Famenne. Het peloton komt aan tussen 10u00 en 11u00. Luitenant Iweins stelt zijn commandopost op in het huis van de bareelwachter aan de spoorlijn ten westen van het dorp.

De rest van het 5de eskadron verlaat Odet rondom 11u00 en wordt naar Marche-en-Famenne gezonden om ook hier post te vatten om tussenbeide te komen in het geval van een luchtlanding. De commandopost van Kapitein-Commandant Degroot wordt ontplooid in het centrum van de gemeente. Het 1ste en het 3de peloton verspreiden zich langsheen de rand van de bebouwde kom.

Het 2de peloton verlaat Hargimont om 16u30 en vervoegt de rest van zijn eskadron te Marche. Het peloton gaat in stelling aan de zuidrand van de gemeente, nabij de spooroverweg.

Vanaf de late namiddag komen de eerste elementen van de Franse 4ème Division Légère Mechanisée aan in de ondersector van het 1G. Deze divisie moet de opstelling van het Franse 9de Leger langsheen de Maas afdekken.

Tussen 16u30 en 17u30 worden de Cointet-hekkens dan ook opnieuw geopend om de Franse colonnes door te laten. Vreemd genoeg gaan de hekkens weer dicht na de passage van onze ter hulp snellende geallieerden.

Het 5de eskadron verlaat Marche-en-Famenne opnieuw omstreeks 22u00 en vervoegt een goed uur later opnieuw de gemeente Odet.

7de Eskadron
De meeste pantserwagens van het 7de eskadron beveiligen het hoofdkwartier van de Groepering K te Saint-Hubert. Eén peloton pantserwagens onder leiding van onderluitenant Defize is afgedeeld bij de 5de compagnie van het 3ChA.

De Belgische aftocht van de Alarmstelling en de Vooruitgeschoven Stelling komt in volle gang. Omstreeks 19u30 dekt het 7de eskadron de terugtocht van de staf van de Groepering K van Saint-Hubert naar Marche-en-Famenne. Het eskadron verplaatst zich samen met de staf enkele uren later naar Soheit-Tinlot.

Nadat de vijand de vorige dag de voltallige 7de infanteriedivisie verjoeg nabij Vroenhoven, Kanne en Veldwezelt en er enkele bruggen intact veroverde, ligt de baan naar Tongeren wijd open. De Belgen trekken zich in allerijl terug van het Albertkanaal om niet omsingeld te worden. Daarbij moeten dringend enkele tussenliggende verdedigingslinies opgeworpen worden om de aftocht te dekken. De Belgische cavalerie schiet in actie.

Staf, Iste Groep, IIde Groep
Vooreerst keert het 7de eskadron van het 2L terug van zijn dekkingsopdracht bij het 3ChA en wordt aangehecht bij het 1G dat de meeste van zijn eigen pantserwagens nog steeds afgedeeld heeft bij de staf van de Groepering Keyaerts. Even later wordt dat zelfde eskadron van het 2L echter doorgestuurd naar het 2JP.

Vervolgens wordt het 1G wordt als onderdeel van de Groepering Goffinet van de 1ste Cavaleriedivisie naar Zuid-Limburg gestuurd om de Duitse oversteek over het Albertkanaal te Vroenhoven en Veldwezelt trachten te counteren. Er worden twee defensieve linies gepland: de eerste linie loopt vanaf het Albertkanaal over Bilzen tot Tongeren, en een tweede linie loopt vanaf Tongeren tot aan de Maas in de omgeving van Visé.  Het 1G ontvangt het bevel tot de verplaatsing omstreeks 11u30. Omwille van de verspreide opstelling van de eenheden, zal het enkele uren duren eer het regiment marsvaardig is.

De Gidsen steken rond 15u15 de Maas over te Ombret-Rausa. Het 5de eskadron bereikt als eerste de linkeroever. De II/2JP is even voordien bij de brug aangekomen en wil eveneens de Maas oversteken. Na een hevige woordenwisseling tussen de beide korpscommandanten over de juiste marsvolgorde steken de Jagers te Paard als eerste de brug over. De Gidsen moeten hun beurt afwachten.

Het 5de eskadron kan ondertussen doorrijden maar wordt bij de doortocht van Dommartin aangevallen door vijandelijke jachtvliegtuigen. Er vallen gelukkig geen slachtoffers.  Het eskadron wordt vervolgens doorgestuurd via Noville naar Borgworm.

Het gros van het 1G steekt de Maas over na passage van de II/2JP, en wil dezelfde route volgen over Noville.  De colonnes komen echter tijdelijk vast te zitten voor de overweg te Ombret-Rausa op de spoorlijn van Luik naar Namen. De overweg is aanhoudend gesloten om de talrijke treinstellen met de uit Luik geëvacueerde eenheden door te laten.  Het 1G kan uiteindelijk toch de spoorlijn kruisen en zet zo snel mogelijk koers naar Tongeren.

De Groepering Goffinet heeft de grootste moeite om Tongeren te bereiken. Het 2JP raakt slaags met de vijand nabij Borgworm en trekt zich vervolgens terug naar Hannuit. Het 1G raakt niet verder dan het nabijgelegen Remicourt waar de manschappen stelling innemen langsheen de spoorlijn Brussel-Luik. Hier raken de manschappen na het vertrek van het 2JP rond 22u30 betrokken bij beperkte schermutselingen en dreigen afgesneden te worden.

7de Eskadron
Het 7de eskadron blijft bij de staf van de Groepering K.

Het Cavaleriekorps krijgt het bevel over de Demer/Gete-stelling, de dwarsstelling van Lummen (langsheen de Winterbeek) en de sector aan het Albertkanaal ten noorden van Lummen. Alle beschikbare cavalerie-eenheden zullen zo snel mogelijk naar die linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen tijdens de terugtocht van het veldleger naar de K.W. Stelling.

Staf, Iste Groep, IIde Groep
Tijdens de nacht kunnen de Gidsen te Remicourt aan de vijand ontglippen. Er wordt onmiddellijk koers gezet richting Hannuit. De colonnes worden hierbij de weg gewezen door een peloton van het 6de eskadron dat onderweg is uitgezet als verkeersregelaars onder leiding van Luitenant de la Ketulle, stafofficier bij de 1ste Cavaleriedivisie.

Het 1G staat bij het eerste daglicht opgesteld in colonne in de straten van Hannuit, klaar om opnieuw te vertrekken.  Het regiment wordt echter tegengehouden door de Franse troepen ter plekke.  De Franse 3de Lichte Gemechaniseerde Divisie heeft alle verbindingswegen in beslag genomen en controleert het verkeer.  De Gidsen splitsen hun colonnes dan maar in twee: de Iste groep trekt zich terug naar Geldenaken; de IIde groep buigt af naar de Mehaigne rivier. Rondom 10u00 slaagt het regiment er in de beide colonnes weer samen te voegen te Hamme-Mille.

Het 1G keert noordwaarts en trekt vervolgens verder in een boog via Bevekom, Bierbeek, Boutersem en Glabbeek tot in de buurt van Kortessem. Het regiment wordt te Kapellen in reserve geplaatst bij het cavaleriekorps. De eenheden komen hier rond het middaguur aan.

Na de middag worden de Gidsen samen met de eskadrons pantserwagens van het 1L en 2L om 15u30 naar Kerkom en Roosbeek gezonden om er de 2de cavaleriedivisie aan de Gete te versterken. Het 2Cy bevindt er zich in de frontlinie. Het 1G zal het tweede echelon toegewezen krijgen.

7de Eskadron
De pantserwagens staan nog steeds onder het bevel van de Groepering K en worden onder meer gebruikt voor het versterken van het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers. Het peloton dat was aangehecht bij het 3ChA zal evenwel van deze opdracht ontlast worden.

Het 1G gebruikte het monogram van Leopold III als voertuigkenteken voor zijn pantserwagens.

Staf, Iste Groep, IIde Groep
Het 2Cy bemant nog steeds de eerste linie van de ondersector noord langsheen de Gete. Het tweede echelon van de ondersector wordt bewaakt door het 1G. De flankwacht wordt in het noorden geleverd door het 1JP versterkt door de wielrijders van de 1ste en 14de infanteriedivisies en het eskadron pantserwagens van het 2L.

Morel de Westgaver verplaatst zijn commandopost naar Kortenaken. Het 2Cy bewaakt een zone van maar liefst 10 Km lengte en het 1G is dan ook genoodzaakt om verschillende detachementen naar voren te sturen om de gaten in de Belgische linies te dichten. De Iste groep stelt zijn commandopost op de Nieuwdorp en stuurt zijn eskadrons naar Geetbets en Drieslinter. De IIde groep installeert zijn commandopost te Vulpen en neemt nabij Halen stelling in naar het noordoosten. Het 4de eskadron bezet hierbij de zuidrand van Halen en de brug over de Gete te Zelk. De 5de en 6de eskadrons bezetten Halen samen met een detachement van het 2Cy.

Rondom 10u00 worden de overblijfselen van de sterk uitgedunde I/1L te Loksbergen aangehecht bij het 1G. Inmiddels is te Halen een eerste keer contact gemaakt met de vijand.

Nabij Halen komt het 1G vanaf 14u30 op meerdere plaatsen tussen Halen en Donk in aanvaring met de Duitsers en slaagt er in om deze een tijdlang de opmars te ontzeggen. Ook te Tienen en Diest raken andere cavalerie-eenheden betrokken in schermutselingen met de voorhoedes van de Duitsers.

Het 2de eskadron wordt omstreeks 18u00 ter versterking naar Halen gestuurd. Om 20u00 vallen de Duitsers aan langsheen de baan Halen-Diest om de bruggen over de Gete trachten te veroveren. De II/1G houdt de vijand af maar kan door de aanhoudende schermutselingen het contact niet afbreken tijdens de vooravond zoals voorzien. Het 2Cy raakt wel volgens plan weg en de II/1G wordt gedwongen om de achterhoede te vormen.

De I/1G versterkt het 2Cy opgesteld in eerste linie onder meer door het leveren van patrouilles. Zo wordt WM Léon Van Acker erop uitgestuurd om de Duitse posities te verkennen ten oosten van de Gete ter hoogte van Drieslinter voor de stelling van II/3L op de limiet met 2Cy. Tijdens die patrouille raak hij levensgevaarlijk gewond. Hij wordt terug binnen de eigen linie gebracht door een patrouille van het 4Esk/II/3L maar overlijdt later in het ziekenhuis. I/1G slaagt erin om bij valavond vlot weg te geraken van de frontlinie.

Het cavaleriekorps zal zich in de ruime streek rondom de Zenne ten noorden van Brussel gaan reorganiseren en wordt in reserve geplaatst.

7de Eskadron
Het peloton dat aangehecht was bij het 3ChA kan de Demer/Gete-Stelling bereiken rondom 21u00 en vindt opnieuw aansluiting bij het regiment. Dit peloton wordt onmiddellijk naar Halen gestuurd om de IIde groep toe te laten het contact te verbreken. De pantserwagens zullen tot diep in de nacht op post blijven en verlaten Halen pas om 02u40. De overige twee pelotons bevinden zich nog bij de Groepering K.

Staf, Iste Groep, IIde Groep
Even na 02u30 kunnen de laatste detachementen van het 1G aan de vijand ontglippen en wordt Halen definitief verlaten. Het peloton pantserwagens vormen samen met het 1ste en het 3de peloton van het 4de eskadron de mobiele achterhoede. Het late manoeuvre kost de Gidsen heel wat voertuigen. De bruggen over de Velpe zijn eerder die nacht opgeblazen en de ongelukkige cavaleristen die zich nog ten oosten van deze rivier bevinden, moeten de overkant al zwemmend bereiken.

Het 1G zal zich eerst naar de Dijle terugplooien. Het 1G rijdt langs Brabantse wegen via Werchter, Haacht en Over de Vaart. Daar steekt het regiment het kanaal Leuven-Mechelen over en stelt zich in veiligheid achter de K.W. Stelling. De manschappen zoeken kantonnementen op rondom Kampenhout. Ook andere eenheden van de 1ste cavaleriedivisie, waaronder het 1L, 3L en 1Cy, komen aan in de buurt om zich te herbevoorraden en te reorganiseren. Heel wat materiaal en manschappen zijn achtergebleven op de tocht naar het westen en de divisie is aan een dringende herschikking toe.

Achterblijvers en geïsoleerde militairen worden op 14 en 15 mei zo goed en zo kwaad mogelijk verzameld te Brussegem waar ook het bagage-echelon van het 1G zich opgesteld heeft.

7de Eskadron
De laatste twee pelotons die nog steeds bij de Groepering K actief waren, worden van deze taak ontheven en rijden aan het eind van de dag eveneens richting Kampenhout.

Een FN sidecar van het 1G.

Staf/1G
Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het cavaleriekorps, heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. De ganse divisie verblijft nu in het gebied rondom de Zenne ten noorden van Brussel. Het is overduidelijk dat de eenheden aan een dringende reorganisatie toe zijn door de talrijke verliezen tijdens de eerste vijf oorlogsdagen.

Met uitzondering van het 1G worden alle cavalerieregimenten herleid tot één enkele groep, aangevuld met elementen uit de overige eskadrons. Alle manschappen die na deze herschikking overblijven zullen onder leiding van Generaal-Majoor Ninitte naar Frankrijk gestuurd worden voor verdere reorganisatie en versterking. De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt opgeheven. Het 4L gaat naar de 1ste cavaleriedivisie. Het 2G naar de 2de cavaleriedivisie.

Kolonel SBH Deleuze van het 1L wordt de nieuwe bevelhebber van het regiment.

7de Eskadron
Omdat door de reorganisatie ook de Groepering K ophoudt te bestaan, komt het 7de eskadron weer vrij om het regiment te vervoegen. De laatste pantserwagens van het eskadron arriveren te Kampenhout.

Staf/1G
Het veldleger zal zich in drie etappes terugtrekken van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het cavaleriekorps wordt aangeduid als onderdeel van de troepenmacht die de nieuwe aftocht moet beveiligen. De 2de cavaleriedivisie moet de Scheldeovergangen tussen Dendermonde en Hoboken bewaken. De 1ste cavaleriedivisie moet zich klaar houden rond Wetteren en Beervelde om de Moervaart en Lokeren te dekken. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden.

De divisie verlaat zijn kantonnementen en trekt richting Vilvoorde en Aalst om vervolgens te Wetteren de Schelde over te steken en het Waasland te bezetten. De eskadrons van het 1G gaan in stelling achter de Moervaart ten oosten van Moerbeke-Waas.  Ten westen van Moerbeke wordt het 3L ontplooid. De commandopost van het 1G wordt geopend te Dorselaar. De Iste groep heeft zijn commandopost de Eksaarde, de IIde groep te Moerbeke.

Staf/1G
Het 1G blijft zijn bewakingsopdracht aan de Moervaart uitvoeren.

Tijdens de avond krijgt de 1ste cavaleriedivisie het bevel om richting Zeeschelde op te rukken en de Scheldeoever te gaan bewaken tussen Terneuzen in het westen en Doel in het oosten. De Belgen willen vermijden dat de Duitsers een landing vanuit Walcheren uitvoeren. Het regiment krijgt het bevel om zich te verplaatsen naar Hulst. De Iste groep moet rondom dit stadje ontplooid worden. De IIde groep zal zich naar Sint-Gillis-Waas begeven.

De verplaatsing gaat echter niet door – rond 22u00 worden de Gidsen teruggeroepen naar de Moervaart om er zich op hun oude posities te installeren.

T15 pantserwagen van het 1G.

Staf/1G
De laatste Belgische troepen verlaten Antwerpen tussen 04u00 en 05u00 en de beide Scheldetunnels worden vervolgens vernield door onze genie. De Duitsers hijsen reeds om 07u00 de hakenkruisvlag op de toren van de kathedraal. Op de linkeroever werken het 8J en 9J in alle haasten aan een tijdelijke verdedigingslinie tussen de forten van Kruibeke en Kallo. Rondom 09u00 wordt het echter duidelijk dat de Duitsers de Schelde zijn overgestoken in vlotten. De 17de infanteriedivisie vraagt onmiddellijk om hulp. De 1ste cavaleriedivisie wordt toegewezen aan de opdracht.

De Gidsen overnachten achter de Moervaart. Op de middag komt het marsbevel naar de linkeroever tegenover Antwerpen. De commandopost moet worden opgesteld te Groenendijk. De Iste groep en het 7de eskadron moeten Kloosterzande en Walsoorde bezetten. De IIde groep neemt Ossenisse in en maakt de verbinding met het op links gelegen 3L.

Het regiment verneemt dat het tijdens de komende nacht de Scheldeoever zal moeten bezetten van Oude Doel tot Walsoorden. De commandopost zal naar Grauw moeten verplaatst worden. Kolonel Deleuze en zijn stafofficieren nemen er de pastorij in. De staf van de Iste groep gaat naar Groenendijk. De IIde groep installeert het commando te Beveren-Waas. Nieuwkerke-Waas en Vrasene worden door de IIde groep tot anti-tankcentra versterkt.

Om 13u00 wordt het 7de eskadron van Hulst naar Zwijndrecht bevolen om er de Wielrijdersgroep van de 15de Infanteriedivisie te gaan versterken. De lichte tanks zullen even voor 16u00 aankomen.

Rond 22u00 verlaat de IIde groep het Waasland om de Iste groep te vervoegen langsheen de oever van de Zeeschelde.

Staf/1G
Gedurende de dag blijft het regiment zijn bewakingsopdracht langsheen de Zeeschelde uitvoeren. De Gidsen zijn er verantwoordelijk voor de ondersector tussen Walsoorden en Oude Doel. De Belgen willen kost wat kost een landing vanuit Walcheren vermijden. Die avond worden de laatste eenheden van ons leger achter de nieuwe linie Terneuzen-Gent-Oudenaarde gebracht. Om 18u00 verplaatst het 1G zich westwaarts om tussen Hulst en het dorpje Tromp een opvangstelling in te richten voor de uit Zwijndrecht terugkerende troepen van het 1L, 2L en 4L. Na een korte stellingname volgt echter een bevel voor een nieuwe verplaatsing. De Gidsen worden om middernacht doorgezonden wordt naar Sluiskil om er zich op de westelijke oever van het Kanaal Gent-Terneuzen in te graven. De tocht verloopt via Sint-Jan-Steen en Axel.

Staf/1G
De Gidsen hebben de grootste moeite om Sluiskil te bereiken aangezien er geen stafkaarten van het Nederlands grondgebied beschikbaar zijn. Onderweg heeft het cavaleriekorps wel her en der militairen opgesteld die de juiste weg aanwijzen zodat de colonne bij het ochtendgloren Sluiskil kan binnenrijden. Het regiment neemt onmiddellijk positie in aan de kanaaloever. De commandopost wordt geopend te Piermanspolder.

Het hoofdkwartier van het cavaleriekorps is intussen naar Stekene verhuisd en deelt de orders uit voor de komende dag: de 1ste cavaleriedivisie moet zich opstellen vanaf de sector van de 17de infanteriedivisie aan het Kanaal Gent-Terneuzen over Terneuzen zelf tot in Braakman; de 2de cavaleriedivisie zal achter de 1ste komen te liggen.

Het 1G bestrijkt een ondersector die ongeveer 800m breed is, ten noorden van de brug van Sluiskil. Terneuzen wordt bezet door het 1Cy en het 3Cy. Ten zuiden van de Gidsen sluit de 17de infanteriedivisie aan. Het 7de eskadron pantserwagens vervoegt tijdens de ochtend opnieuw het regiment. De rest van de dag wordt hard gewerkt aan de nieuwe verdedigingslinie langsheen het kanaal.

Tijdens de avond ontvangt het cavaleriekorps het bevel om zijn hoofdkwartier naar Sint-Laureins te verplaatsen en alle beschikbare eskadrons pantserwagens te Zwevezele te hergroeperen om er aan de reserve van het Groot Hoofdkwartier te worden toegevoegd.

Ook de spoorbrug te Sluiskil werd vernield om de Duitse opmars af te remmen.

De Gidsen zijn volledig ontplooid tussen Sint-Anna-Polder en Sluiskil.

Het 5de, 4de, 2de en 1ste eskadron bemannen van noord naar zuid de eerste linie. De commandopost staat nog steeds te Piermanspolder. In de kanaaldijk zijn schuilplaatsen uitgegraven.

Alle achtergebleven binnenschepen zijn tot zinken gebracht en enkele huizen die het zicht belemmeren, werden in brand gestoken. Het 1G is klaar voor de vijand.

Het 1G bewaakt zijn ondersector.

Alle bruggen zijn nu vernield.

Kolonel Deleuze vraagt om vrijwilligers voor het uitvoeren van enkele patrouilles op de oostelijke oever. De detachementen steken op vlotten het kanaal over.

Het 1G blijft op post. De Duitse troepen bereiken op verschillende plaatsen het kanaal en het komt op verschillende locaties gevechten. De cavalerie heeft nu de 6de en de 17de infanteriedivisies aan het kanaal afgelost en van noord naar zuid zijn het 3Cy, 1Cy, 1G, 4Cy, 2Cy en 2G betrokken bij diverse acties tussen Terneuzen en Zelzate.

Rond de middag krijgt het 1G te horen dat het die avond het kanaal moet verlaten om samen met het 3L te Biervliet er verzamelen en er een gevechtsgroep te vormen. De posities van het 1G zullen door het 1Cy overgenomen worden. De bestemming wordt even later gewijzigd naar Schoondijk, maar dan toch weer veranderd naar Biervliet. De Gidsen verlaten na het vallen van de nacht het kanaal en zetten zich op weg.

Het 1G komt na middernacht aan te Biervliet. De manschappen zoeken kantonnementen op in leegstaande boerderijen. De ganse voormiddag wordt gerust.

Kort na de middag wordt een verkenningspatrouille uitgestuurd naar het oosten. Omdat de Duitsers dichterbij lijken te komen, worden de beide groepen ontplooid achter de Braakman. De Iste groep neemt de noordelijke zone voor zijn rekening. De IIde groep stelt zich in de zuidelijke helft op. De commandopost wordt even buiten Biervliet ondergebracht.

Die avond vertrekt de 2de Cavaleriedivisie naar de zuidelijke rand van de Belgische legerzone om het Leiefront te versterken. Hierdoor worden heel wat stellingen langsheen de Schelde verlaten, wat de Gidsen noodzaakt hun linies te verlengen en ook de zone tussen Breskens en Hoofdplaat te gaan bewaken.

C47 anti-tankkanon in cavalerie-uitvoering op luchtbanden.

Het hoofdkwartier van het cavaleriekorps is tijdens de nacht verhuisd van Sint Laureins naar Dudzele. De 1ste cavaleriedivisie is samen met de Franse 60ste infanteriedivisie onder het bevel van Luitenant-generaal Keyaerts geplaatst en zet zijn opdracht in Zeeland verder.

Het 1G neemt nog steeds stelling langsheen de monding van de Zeeschelde. De Iste groep bevindt zich nu tussen Breskens en Hoofdplaat. De IIde groep staat opgesteld tussen Hoofdplaat en Biervliet. Het eskadron Brumagne vervolgt de linies tot in Braakman.

Rond 11u15 moet het 1G het 2de eskadron naar de ondersector van het 1JP te Maagd van Gent sturen. De Jagers te Paard worden er aangevallen door de vijand die dreigt een opening te forceren op de scheidingslijn tussen het 1JP en het 4Cy. De manschappen van Commandant Otto de Mentock begeven zich onmiddellijk naar de nieuwe brandhaard.

Tijdens de avond verneemt het regiment dat de Belgische zone opnieuw wordt verkleind. De ganse 1ste Cavaleriedivisie moet tijdens de nacht de Zeeschelde en het Leopoldkanaal verlaten om zich nog maar eens naar het westen terug te trekken.

Het hoofdkwartier van het cavaleriekorps is tijdens de nacht verplaatst naar Dudzele. De 1ste cavaleriedivisie bezet nog steeds de monding van de Zeeschelde en het Leopoldkanaal, maar start om 01u00 met de eerder bevolen terugtocht. De 1ste cavaleriedivisie neemt tegen de ochtend een opvangstelling in die over Retranchement, Sluis en Middelburg loopt. De troepen van de divisie worden er als volgt opgesteld:

  • Ondersector Retrachement: het 1G met het eskadron motorwielrijders van het 2G, ondersteund door de III/19A te Hazegras
  • Ondersector Sluis: 4Cy met 1JP, met vuursteun van de I/19A en twee kanonnen 120mm van het 13A
  • Ondersector Heille: 1Cy, ondersteund door de I/17A
  • Ondersector Middelburg: 3Cy, met steun van de IV/19A

Daarenboven beschikt de divisie nog over de IV/13A te Westkapelle, het 25ste bataljon Genie te Lissewege, het 22ste bataljon TTr te Oostkerke en het transportkorps van de divisie te Scheepsdale. Ten zuide van de divisie ligt de 17de infanteriedivisie langsheen het Afleidingskanaal van de Leie.

Na aankomst zetten de manschappen zich onmiddellijk aan het graven. Er zijn geen voorbereide stellingen langsheen het kanaal te Retranchement en de waterloop zelf is niet meer dan een flink uit de kluiten gewassen beek. De Gidsen hebben er geen goed oog in. Overdag worden verschillende patrouilles naar het noordwesten uitgestuurd. Er worden geen Duitse troepen ontdekt. De vijand achtervolgt de cavaleristen niet langer en laat alles op zijn beloop, overtuigd van de nakende instorting van de divisie.

Voor de rest van het Cavaleriekorps en de 1ste Cavaleriedivisie betekent de nieuwe Duitse doorbraak aan het Afleidingskanaal een verdere verkleining van de operatiezones. De beide formaties krijgen alweer een nieuw bevel tot terugtrekken achter het noordelijke uiteinde van het Afleidingskanaal van de Leie:

  • Het 2G verlaat Sluis en zal via Sluis en Westkapelle naar Heist terugtrekken, waar het regiment de laatste 1.500m van het Afleidingskanaal dient te bezetten. Dit regiment zal onder bevel van de Franse 60ste infanteriedivisie gevoegd worden.
  • Het 1G wordt teruggetrokken van Retranchement over Het Zoute, Knokke, Heist en Zeebrugge tot in Lissewege. Het regiment zal dan in reserve geplaatst worden rond Dudzele en dient twee eskadrons toe te wijzen aan de bruggenhoofden op het Afleidingskanaal aan de Dudzelestraat en de Oostakkerstraat.
  • Het 1JP dient zich verplaatsen via Westkapelle naar Damme en zal daags nadien Damme, Vivenkapelle en Male bezetten.
  • Het 3Cy moet langs het Afleidingskanaal post vatten tussen Moerkerke in het westen en de brug van de steenweg van Knokke naar Maldegem in het oosten. De rechterflank van het regiment dient aan te sluiten bij de 17de Infanteriedivisie.

Om middernacht is het regiment op weg. Het cavaleriekorps heeft intussen een nieuwe commandopost geopend te Koolkerke.

Op weg naar Dudzele wordt het regiment zwaar gebombardeerd door de Luftwaffe tussen Heist en Zeebrugge. Het 1G lijdt belangrijke verliezen.

Na aankomst wordt het gros van de manschappen gevraagd zich te verbergen in de leegstaande gebouwen. Het regiment wordt in reserve geplaatst. Twee eskadrons worden uitgestuurd om telkens een bruggenhoofd op het Afleidingskanaal te gaan bezetten aan de Dudzelestraat en de Oostakkerstraat.

Het regiment wordt versterkt door een peloton motorwielrijders en een C47 anti-tankkanon van de Iste groep van het 1L. Deze groep omvat de manschappen van het 1L die na de reorganisatie van van 15 en 16 mei in overtal waren. Het peloton staat onder leiding van Onderluitenant Dugardin.

Ook de Franse 60ste divisie bevindt zich die dag nog aan onze oostkust. Omdat het Franse oppercommando zijn troepen naar Duinkerke wil terugtrekken met het oog op een mogelijke evacuatie over zee, wordt de Belgen gevraagd deze aftocht te beveiligen. Het 2G is reeds aangehecht bij de Franse divisie om deze opdracht uit te voeren. Het 1G bemant die avond een klein bruggenhoofd over het Afleidingskanaal en stelt de Franse troepen in staat om veilig de aftocht aan te vatten.

Na het voltooien van deze missie zendt Generaal Keyaerts het 1G naar het Kanaal van Blankenberge. Het regiment moet er het tweede echelon van de divisie bezetten, maar waar precies de frontlinie zal lopen is al lang niet duidelijk meer. De Belgische weerstand nadert zijn einde.

Rond 18u00 wordt de kolonel ontboden op het hoofdkwartier van het cavaleriekorps te Meetkerke. Hij moet de standaard van het regiment inleveren met het oog op de nakende capitulatie. Alvorens te vertrekken naar Meetkerke verzamelt de korpscommandant zijn officieren en geeft hen elk een paar franjes van de standaard.

De Gidsen brengen de nacht door achter het Kanaal van Blankenberge.

Vanaf 29 mei worden manschappen en materiaal van de ganse 1ste cavaleriedivisie verzameld in de zone tussen het Afleidingskanaal van de Leie, het Lieve-kanaal en het Kanaal Gent-Terneuzen. Op 1 juni worden alle eenheden afgevoerd naar de krijgsgevangenschap. De colonnes verzamelen te Dudzele. Begeleid door een Duits peloton motorwielrijders rijdt de ganse divisie naar Berchem waar alle voertuigen en kanonnen in een openluchtdepot geplaatst worden.

De manschappen trekken vervolgens te voet door Antwerpen en worden opgesloten in het Kamp van Brasschaat. Via het station Sint-Mariaburg worden de militairen naar Duitsland weggevoerd. De Vlaamse miliciens zullen al snel weer vrijkomen.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1/IALSTEENSAlbertSdtMil09.11.1911Overijse17.05.1940EtterbeekZiekte
1/IANCETEmile, P.SdtMil10.03.1920Jette14.05.1940Rotselaar
2/IAVERMAETEGaston, L.SdtBV3918.04.1921Baulers13.05.1940Halen
6/IIBIELENRobert, G.J.SdtMil03.03.1919Brussel28.05.1940ZeebruggeInslag bom. Verwond 27/5
OnbekendDE BOECKCamiel, StephaanSdtMil3513.05.1915Blankenberge19.07.1940Gladbach (D)Krijgsgevangene
3/IDE NUYERJean-BaptisteSdtMil28.12.1913Watermaal-Bosvoorde14.05.1940HalenGedood door geweervuur. Verwond 12/5
5/IIDE VRIENDTRobrecht, J.L.SdtMil30.10.1917Brussel20.05.1940AntwerpenVerwond 20/5 te Sluiskil (NL)
2/IDETEMMERMANAlfons, J.WMBV3323.03.1913Geraardsbergen14.05.1940HalenGedood door geweervuur.
1/ILEURQUINRené, F.SdtMil28.10.1913Marcinelle23.05.1940Berck-Plage (F)Inslag bom. Verwond 13/5, overleden aan zijn verwondingen in het Hospitaalcentrum Berck-Plage
2/ITOUBACRené, H.SdtBV3725.09.1918Sint-Joost-ten Node27.05.1940HoutemGedood door bevriend geweervuur.
1/IVAN ACKERLéon, A.WMWDieN2711.09.1907La Louvière13.05.1940LubbeekVerwond 13.05 te Drieslinter
4/IIVAN DEN BROECKEGentiel, C.J.SdtMil11.04.1918Schorisse14.05.1940MechelenInslag bom. Verwond 13/5

Bibliografie en Bronnen

  1. Stassin, G., jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.