15de Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de eerste reserve
Ontdubbeld van 7de Linieregiment
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van 4de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel Emile Warmoes
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Léon Borgers
Standplaats Dekkingsstelling
Albertkanaal
Sector Diepenbeek – Eigenbilzen
Commandopost te Kaatsbeek
Samenstelling I Bataljon (Majoor Alphonse Steens) 1ste Compagnie Fuseliers (Lt A. Van Buggenhout)
2de Compagnie Fuseliers (Lt J. Dury)
3de Compagnie Fuseliers (Lt E. De Keulenaer)
4de Compagnie Mitrailleurs (Lt J. Goeseels)
  II Bataljon (Kapitein-commandant Jules De Maerschalck) 5de Compagnie Fuseliers (Lt F. Van Den Berghe)
6de Compagnie Fuseliers (Lt J. Vanderstegen)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt D. Lochs)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt L. Danze)
  III Bataljon (Kapitein-commandant Henri Haerden) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt René Naets)
10de Compagnie Fuseliers (Lt J. Vermeulen)
11de Compagnie Fuseliers (Lt G. Van Thielen)
12de Compagnie Mitrailleurs (Lt G. Serrien)
  IV Bataljon (Majoor Joseph Lemmens) 13de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Léon Baert)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Antoine Baudot)
15de Compagnie Mortieren M76 (Lt M. Lauwers)
  Stafcompagnie (Luitenant Camille Sergooris)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant André Withofs)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Willy Volkaerts)

Tijdens de mobilisatie

Bij Fase C van de mobilisatie wordt het 15Li als ontdubbelingsregiment van het 7Li opgericht in de Dossinkazerne te Mechelen.

Staf/15Li
Het 15de Linieregiment (15Li) wordt op 1 september 1939na afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, gemobiliseerd in de Dossinkazerne te Mechelen als ontdubbelingsregiment van het 7de Linieregiment (7Li). Het 15Li is een infanterieregiment van Eerste Reserve samengesteld uit reservisten van het 7Li behorende tot de militieklassen ’32, ’33, ’34 en ’35. De regimenten van Eerste Reserve hebben dezelfde organisatie en bewapening als de actieve regimenten, alleen de leeftijd en het ervaringsniveau van de manschappen verschilt gezien er meer tijd tussen hun diensttijd en de mobilisatie zit. Van zodra het 15Li voltallig is wordt het regiment doorgestuurd naar de 4de Infanteriedivisie (4Div).  De 4Div is een actieve divisie wiens hoofdkwartier zich in vredestijd te Hasselt bevond. Voor de mobilisatie had de 4Div het commando over drie actieve infanterieregimenten namelijk het 7Li dat gestationeerd was in de Dossinkazerne te Mechelen, het 11de Linieregiment (11Li) dat in de Dusartkazerne van Hasselt gekazerneerd was en vanaf 01 augustus 1939 ook over het 14de Linieregiment (14Li) dat zich in Luik bevond. Op het ogenblik dat het 15Li wordt opgericht bezet de 4Div het meest oostelijke deel van het Albertkanaal waar ze, onder bevel van het IIIde Legerkorps, een waakscherm inrichten tussen Lixhe en Eigenbilzen. Bij aankomst in Zuidoost-Limburg neemt het 15Li de stellingen van het 14Li te Zichen-Zussen-Bolder en Eben-Emael over waarna het 14Li overgaat naar de 11de Infanteriedivisie (11Div). 

Het 15Li wordt begin januari aan het Albertkanaal afgelost door het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) en verplaatst zich aansluitend in extreem slechte weersomstandigheden te voet naar het kamp van Beverlo. Hier zullen de troepen de komende dagen verschillende manoeuvres moeten uitvoeren waarvoor alle reeds toegestane eindejaarsverloven worden ingetrokken. De ontevredenheid die hierover heerst onder de manschappen geeft aanleiding tot een aantal tuchtincidenten bij het 15Li. Zo weigeren op 19 januari 1940 de manschappen van III/15Li op te staan om te verzamelen. Agitatoren maken van de gelegenheid gebruik om pamfletten te verspreiden met de boodschap “Wij willen niet naar Luik om Wallonië te verdedigen”. Om hun afkeer jegens hun toenmalige Franstalige majoor te uiten, hangen ze een stropop in majoorsuniform op in het openbaar en steken de pop nadien in brand. Een kapitein wordt in het gezicht geslagen en een aantal soldaten deserteert [1].

Schematische opstelling van het 15Li op 10 mei 1940 (projectie op recente kaart)

Vanaf 30 maart 40 wordt het 15Li samen met de 4Div onder bevel geplaatst van het Iste Legerkorps (I/LK). De 4Div neemt de stellingen over van de 6de Infanteriedivisie (6Div) tussen Eigenbilzen en Diepenbeek. Het 15Li wordt op de linkerflank van de divisiesector geplaatst op de limiet tussen het I/LK en het Cavaleriekorps (CK). Rechts van het 15Li bevindt zich het 7Li dat eveneens deel uitmaakt van de 4Div, links van het 15Li bevindt zich het 4de Linieregiment (4Li) van de 1ste Infanteriedivisie (1Div). De stellingen van het 15Li lopen van Dorpsheide (exclusief) in het westen tot Genk-Zuid (inbegrepen) in het oosten.  De frontlinie wordt gevormd door het Albertkanaal, vanaf 800m west van de brug van Diepenbeek tot ongeveer 1.500m oost van Sluis Nr 1 te Genk. Het tweede echelon van de stelling wordt ingericht achter de Kaatsbeek tussen het gehucht Kaaibergsheide en de noordrand van het Schoonbeekbos. De commandopost van het regiment bevindt zich te Lutselus. Het regiment heeft de IIde Groep van het 8ste Regiment Artillerie (II/8A) als rechtstreeks vuursteunelement. De batterijen van II/8A staan opgesteld in het gehucht Appelveld ten noordwesten van Beverst. Ten noorden van het Albertkanaal voert de Groepering Ninitte van het CK een dekkingsopdracht uit vanaf de Vooruitgeschoven Stelling, een defensieve lijn achter de Zuid-Willemsvaart.

In de ondersector van 15Li langs het Albertkanaal bevinden zich 11 betonnen schuilplaatsen die bemand worden door de bataljons in eerste lijn. De bewapening voor de bunkers, in totaal 8 FM en 22 zware mitrailleurs, wordt geleverd door de eenheden van 15Li. Elke bunker wordt bezet door een ploeg van 8 tot 10 manschappen. Om de twee bunkers is er een officier pelotonscommandant in de bunker aanwezig, de andere bunker wordt bevolen door de pelotonsadjunct, een onderofficier.

Kanaalbunker BH14B, gelegen tussen de brug van Diepenbeek en Sluis Nr1 te Genk.

Kanaalbunker BH14B, gelegen in het bataljonsvak van III/15Li  tussen de brug van Diepenbeek en Sluis Nr1 te Genk (foto genomen na de gevechten aan het kanaal).

III/15Li
Het westelijk voorvak wordt bezet door het IIIde Bataljon (III/15Li), aangevuld met een peloton mitrailleurs van de 8ste Compagnie, een peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie, een peloton C47mm van de 14de Compagnie en met de 15de Compagnie Mortieren (minus een peloton).  Het bataljon heeft tevens een peloton getrokken C47mm van de divisietroepen in steun gekregen. Tussen de wegbrug van Genk naar Diepenbeek en het sluizencomplex kunnen geen veldwerken uitgevoerd worden omdat op dit stuk van de kanaaloever een spoorlijn is aangelegd met materiaal dat gebruikt werd bij openbare werken aan het kanaal. Hierdoor werden tussen de kanaalbunkers geen loopgrachten aangelegd en zijn er ook geen loopgrachten gegraven naar het achtergebied om de bunkers ongezien te kunnen verlaten.

I/15Li
Het oostelijk voorvak is ingenomen door het Iste Bataljon (I/15Li) dat ook verantwoordelijk is voor het inrichten van een bruggenhoofd nabij de Sluis Nr 1 op het Albertkanaal. Rondom Sluis Nr 1 werden tijdens het interbellum vijf bunkers gebouwd (genummerd van G1 tot G5) en enkele anti-tankversperringen aangelegd die grotendeels uit Cointet-elementen bestond. Ter hoogte van de spoorweg en de straat werd bovendien een dubbele versperring in lichte tetraëders opgericht. Tussen de straat en de kolenhaven werd een dubbele rij van 131 meter zware tetraëders geplaatst [2]. De flank van het bruggenhoofd wordt gedekt door de Kolenhaven van Genk [3]. Oost van de kolenhaven domineert de vijandelijke oever de stellingen van I/15Li. Het terrein stijgt snel tot aan een kam begroeid met dennen van waaruit het volledige defensieve dispositief kan worden waargenomen tot aan de rand van het tweede echelon.

I/15Li wordt aangevuld met de 13de Compagnie Mitrailleurs (minus een peloton), een peloton C47mm anti-tankkanonnen van de 14de Compagnie, een peloton van de 15de Compagnie Mortieren en een batterij MVD58 loopgraafmortieren (minus een peloton) [4].  Deze laatste batterij steunt het bruggenhoofd bij Sluis Nr 1. In het bruggenhoofd bevinden zich ook drie vernielingsploegen van het 2de Peloton van de 2de Compagnie van het 4de Bataljon Genie (2/4Gn). Een vernielingsploeg is belast met de ondemijning van de spoorwegbrug, een tweede ploeg controleert het vernielingsdispositief bij de brug over de kolenhaven [5] en een derde ploeg bewaakt het vernielingsdispositief bij de wegbruggen over de sluizen. De drie ploegen staan onder bevel van OLt Van Autgaerden, genieofficier en pelotonscommandant van het 2Pl, die zich eveneens in het bruggenhoofd bevindt.

Miliciens van de klas 34 van het 7Li worden op 1 september ’39 gemobiliseerd voor het 15Li.

II/15Li
Het tweede echelon wordt bezet door het IIde Bataljon (minus een peloton van de 8ste Compagnie Mitrailleurs) en de 14de Compagnie (minus twee pelotons). II/15Li dient als reserve om tussen te komen indien de vijand erin slaagt de eerste linie te doorbreken of om te reageren op onvoorziene omstandigheden binnen de ondersector van het 15Li of de divisiesector van de 4Div.

IV/15Li
De middelen van het IVde Bataljon worden zoals gebruikelijk verdeeld over de bataljons opgesteld in eerste en tweede echelon.

  • 13/IV/15Li
    De 13de Compagnie Mitrailleurs (13Cie) van Kapitein-commandant Baert beschikt over drie pelotons uiterust met zware Maxim mitrailleurs. De Staf/13Cie en twee pelotons mitrailleurs worden in steun gegeven van I/15Li opgesteld in eerste echelon. Het derde peloton mitrailleurs van de 13Cie wordt afgedeeld bij III/15Li.  
  • 14/IV/15Li
    De 14de Compagnie (14Cie) bevolen door Kapitein-commandant Baudot beschikt over drie pelotons van vier getrokken C47mm anti-tankkanonnen. De compagnie beschikt over een vijftiental Vickers Utility B trekkers [6] en enkele vrachtwagens voor het transport van de kanonnen en bijhorend materieel. De Staf/14Cie en één peloton wordt in steun gegeven van het II/15Li, opgesteld in tweede echelon. Naar de twee bataljons opgesteld in eerste echelon wordt telkens een peloton C47mm afgedeeld. Bij I/15Li worden twee C47mm kanonnen opgesteld in het bruggenhoofd ten noorden van Sluis Nr 1. 
  • 15/IV/15Li
    De 15de Compagnie Mortieren M76 (15Cie) bevolen door Lt Lauwers beschikt over drie pelotons uitgerust met nieuwe performante M76 FRC mortieren. De Staf/15Cie wordt samen met twee pelotons mortieren in steun gegeven van III/15Li in eerste echelon. Het derde peloton mortieren van de 15Cie wordt in steun gegeven van I/15Li, eveneens in eerste echelon

Pl Vknr/15Li
Het Peloton Verkenner (Pl Vknr/15Li), onder bevel van Onderluitenant Volkaerts, bevindt zich te Genk en bezet er enkele voorposten op de toegangswegen naar Genk aan de overkant van het Albertkanaal.

StafCie/15Li
Het ravitailleringsechelon (oftewel Echelon Vivres – EV) van het regiment staat opgesteld te Krijt nabij Diepenbeek. De stafcompagnie (StafCie) wordt bevolen door Luitenant Sergooris.

Bunker G3 op de noordelijk oever van het Albertkanaal. Deze inmiddels afgebroken bunker maakt deel uit van het bruggenhoofd dat zich in het Kwartier Oost van het Iste Bataljon bevond

Staf/15Li
Net na middernacht wordt het 15Li door het hoofdkwartier (HK) van de 4Div op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Met de afkondiging van het algemeen alarm worden meteen ook alle verloven ingetrokken. De commandopost van 15Li heeft tot 01u20 nodig om alle eenheden van het regiment op de hoogte te brengen van het alarm.  Slechts een gedeelte van de manschappen trekt de wacht op langs het kanaal. De rest bevindt zich in houten barakken in de buurt van de stelling of is ingekwartierd bij burgers. De manschappen verlaten hun rustkantonnementen om de loopgraven en bunkers aan de oevers van het Albertkanaal te gaan bemannen en tegen 03u00 is iedereen op post. De persoonlijke bagage van de manschappen wordt afgevoerd naar Kerniel nabij Borgloon waar de logistieke zone van de 4Div zich bevindt. Nog voor het ochtendgloren komt de 2de Compagnie van het 11Li (2/I/11Li) stelling nemen in het achtergebied van het 15Li. Deze compagnie werd om 02u35 door de Staf/4Div opgevorderd voor het uitvoeren van een anti-parachutisten opdracht (een servitudeopdracht) in het gebied langs de N2 tussen Beverst en Diepenbeek. De 2Cie van het 11Li krijgt voor deze opdracht versterking van een anti-tank peloton  van de compagnie getrokken C47mm van de 4Div (Cie C47/4Div) en neemt een steunpunt in dwars op de Grendelbaan (lokale naam voor dat gedeelte van de N2) ter hoogte van de limiet tussen het I/LK en het Cavaleriekorps (CK). 

Om 04u40 geeft de Staf/4Div de toestemming om de ontstekingsmechanismen aan te brengen in de voorbereide wegvernielingen op de noordelijke toegangswegen naar het Albertkanaal en om de spoorlijn Genk-Bilzen af te sluiten. Bij eerste klaarte daagt de Luftwaffe op langsheen zowat het ganse Albertkanaal en ook het 15Li stelt vast dat hun stellingen regelmatig overvlogen worden. Daarbij komt het af en toe ook tot beschietingen vanuit de lucht.  Om 06u00 wordt het regiment op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie (Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de Duitse inval. Kort daarna verneemt het commando dat er in Nederland gevochten wordt. Het regiment ontvangt in de loop van de voormiddag eveneens het nieuws van de aanval op de 7de Infanteriedivisie (7Div) en het rampzalige verlies van de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven. Ten oosten van de 4Div wordt overgegaan tot het opblazen van bruggen over verschillende kanalen; op het Albertkanaal vliegt in de ondersector van het 2de Regiment Karabiniers (2C) de brug van Gellik de lucht in, op de Zuid-Willemsvaart ondergaan de bruggen van Dilsen, Rotem, Eysden en Vucht hetzelfde lot gevolgd door de bruggen te Tournebride en Lanaken op het Kanaal Briegden-Neerharen.  

Rond het middaguur geeft de Staf/4Div een eerste inlichtingenrapport door betreffende de toestand bij de eenheden opgesteld langs de Vooruitgeschoven Stelling. De Wielrijdersgroep van de 17Div, die er een waakscherm opricht, signaleert dat de vijand te Vucht de Zuid-Willemsvaart is overgestoken. Op basis van deze inlichtingen beveelt de Staf/4Div om 13u25 om de spoorwegbrug op de spoorlijn Bilzen-Genk en de wegbrug over de kolenhaven te laten springen. Dit order wordt 10 minuten later nog aangevuld met de opdracht om de wegbrug over Sluis Nr 1 eveneens te laten springen. Deze orders worden doorgegeven aan I/15Li. Tegelijkertijd geeft de divisiestaf het bevel om de brug van Zutendaal in de ondersector van het 7Li en de brug van Eigenbilzen in de ondersector van het 11Li op te blazen. Het regiment wordt op de hoogte gebracht dat de verdediging van de Vooruitgeschoven Stelling om 16u00 zal worden opgegeven en dat de dekkingstroepen zich zullen terugtrekken. Even voor 20u00 wordt doorgegeven dat de vijand te Zutendaal gesignaleerd is. Een half uur later laat de divisiestaf weten dat een Franse verkenningseenheid bestaande uit zes pantservoertuigen op weg is naar de brug van Diepenbeek om er de verdediging van de brug te komen versterken. Deze Franse verkenners, afkomstig van een verkenningseenheid van het 1ste Franse Leger [1(FRA)Leger], werden naar de Belgische frontlijn gestuurd om vanaf daar de Duitse vorderingen te jalonneren [7]. Om 21u35 neemt de CP van het 4Li contact op met de Staf/15Li om te melden dat de Franse verkenners in de ondersector van het 4Li zijn aangekomen en kantonneren nabij het station van Diepenbeek. Het ligt in hun bedoeling om na middernacht tot aan de brug van Diepenbeek op te rukken. 

Door 14/IV/15Li achtergelaten C47mm kanon met Vickers Utility B voertuig in het bruggenhoofd van sluis Nr 1 nabij het kolendok van Genk (verzameling Philippe Moreau).

I/15Li
Het bataljon neemt stelling achter het Albertkanaal vanaf Sluis Nr 1 te Genk tot ongeveer 1.500m meer naar het oosten met inbegrip van het bunkercomplex in het bruggenhoofd rondom de Sluis Nr 1. Het bruggenhoofd wordt verdedigd door de 2Cie bevolen door Lt Dury. Om 04u40 krijgt I/15Li de toestemming om de spoorlijn Genk-Bilzen af te sluiten. De bataljonscommandant moet de stationschef van Genk verwittigen om geen treinstellen meer door te laten richting zuiden. Het bataljon ontvangt rond 13u40 van de regimentsstaf het bevel tot het opblazen van de bruggen over het Albertkanaal in zijn bataljonsvak. Het bevel wordt doorgegeven aan de vernielingsploegen van het 4Gn. De brug over de kolenhaven vliegt als eerste de lucht in om 14u19, onmiddellijk gevolgd door de spoorwegbrug. Om 14u30 wordt de wegbrug over Sluis Nr 1 door de vernielingsploeg van het 4Gn opgeblazen. Na het vernielen van de bruggen krijgt het peloton van OLt Van Autgaerden van het 4Gn opdracht om de sluisdeuren van Sluis Nr 1 te blokkeren en te verstevigen door een muur van zandzakken aan te leggen achter de sluisdeuren. Hiermee wordt vermeden dat de sluizen beschadigd zouden raken bij een luchtbombardement waardoor de waterstand van het kanaal zou kunnen zakken. De manschappen van de genie gaan onmiddellijk aan de slag, maar kunnen de werkzaamheden niet afronden bij gebrek aan materiaal. Ondertussen verzamelt de genie achtentwintig binnenschepen, die zich nog op het Albertkanaal bevonden, in het dok van de kolenhaven. Tijdens de nacht van 10 op 11 mei worden deze schepen met de weinige explosieven die nog voorhanden zijn tot zinken gebracht. 

II/15Li
Na ontvangst van het alarm op de CP bataljon worden de soldaten van II/15Li, waarvan de meesten te Beverst in houten barakken gekantonneerd zijn, om 02u30 uit hun bed gelicht. Zij begeven zich naar hun stellingen in de waan dat het weer om een alarmoefening gaat. Bij het aanbreken van de dag zien de manschappen grote aantallen vliegtuigen over de bossen van Beverst vliegen die prompt beschoten worden door de zware luchtafweermitrailleurs. De vliegtuigen vliegen echter hoog over, buiten bereik van de luchtafweer. Om 08u00 wordt aan de manschappen meegedeeld dat het deze keer menens is en dat de oorlog is uitgebroken. Omstreeks 12u35 beveelt de divisiestaf dat het gros van het IIde Bataljon zich dient klaar te houden om op bevel naar Rosmeer in de sector van de zwaar belaagde 7Div te vertrekken.  Het tweede echelon wordt uitgedund tot een enkele fuselierscompagnie, terwijl de rest van de troepen aangeduid wordt voor deze opdracht.  Deze inzet van II/15Li(-) ten voordele van de 7Div zal echter niet uitgevoerd worden waarna de troepen hun oude stellingen terug innemen.

III/15Li
De hoofdkrachtinspanning van III/15Li ligt bij de wegbrug tussen Genk en Diepenbeek die verdedigd wordt door de 9Cie. Om 01u20 ontvangt Lt Vermeiren, pelotonscommandant van de 9Cie en officier van wacht bij de brug, de afkondiging van het alarm. Om 05u00 ontvangt hij van een genieofficier een verzegelde omslag met richtlijnen om de vernieling van de brug Genk – Diepenbeek voor te bereiden. Terwijl alle andere bruggen over het Albertkanaal in de sector van de 4Div worden opgeblazen moet de  wegbrug tussen Genk en Diepenbeek nog open gehouden worden. Het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP), dat de Vooruitgeschoven Stelling verdedigt tussen Neeroeteren en Vucht, moet na einde opdracht binnenlopen via de brug van Diepenbeek. Nadat de Staf/1JP verneemt de dat de brug over het Albertkanaal te Diepenbeek zal worden vernietigd tijdens de nacht van 10 op 11 mei wordt Kapitein baron van Zuylen de Nyevelt van 1JP ter plekke gestuurd om er voor te zorgen dat dit niet gebeurt voor alle Jagers te Paard veilig en wel het kanaal overgetrokken zijn. Tegen 23u00 passeren de laatste grote formaties van de dekkingstroepen over de brug van Diepenbeek.  De bevelhebber van het IIIde Bataljon krijgt delegatie om de brug te laten vernielen na de doortocht van de allerlaatste troepen van de noordelijke oever.

Pl Vknr/15Li
Het Pl Vknr/15Li wordt rond 03u00 uitgestuurd naar de oostrand van Genk, zo’n 3 tot 4 Km ten noorden van het kanaal. OLt Volkaerts wordt om 13u30 op de hoogte gebracht van het feit dat de divisiestaf bevel heeft gegeven om binnen de divisiesector over te gaan tot de vernieling van alle bruggen over het Albertkanaal met uitzondering van de meest westelijke wegbrug op de baan van Genk naar Diepenbeek. Deze brug moet door het Pl Vknr gebruikt worden om terug te keren binnen de bevriende linies. Het peloton, dat opdracht kreeg alle bewegingen richting kanaal te observeren, signaleert om 15u15 dat de troepen die stonden opgesteld langs de Vooruitgeschoven Stelling op regelmatige basis en geordende wijze Genk passeren en terugtrekken over de brug van Diepenbeek. Zo wordt om 15u18 de doortocht gemeld van de 4Cie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim), om 16u22 een batterij C75mm kanonnen van de Iste Groep van het 19de Regiment Artillerie (I/19A) en om 16u50 een dertigtal gevluchte Nederlandse militairen. Het Pl Vknr/15Li wordt uit het centrum van Genk teruggetrokken nadat rond 19u30 de lokale telefooncentrale vernield werd. Het peloton van OLt Volkaerts dient nu de noordelijke oever van de wegbrug Genk – Diepenbeek te beveiligen samen met twee pelotons moto en een peloton pantserwagens van 1JP. 

StafCie/15Li
Tijdens de voormiddag komen heel wat verlofgangers opnieuw aansluiten bij het regiment. Onder hen ook Kapitein-commandant Raymond Peeters bevelhebber van het levensmiddelenechelon (ook ravitailleringsechelon genoemd oftewel Echelon de vivres – EV) die, omdat er geen treinen meer rijden richting Genk, per taxi vanuit zijn woonplaats te Brussel terugkeert naar de StafCie. Cdt Peeters vervoegt zijn eenheid om 10u00.

Door het I/LK en het CK geplande dwarsstellingen om de Duitse  opmars richting westen in te dammen (projectie op recente kaart).

Door het I/LK en het CK geplande dwarsstellingen om de Duitse opmars richting westen in te dammen (projectie op recente kaart).

Staf/15Li
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei wordt de terugtocht van de dekkingstroepen voltooid waarna het Pl Vknr/15Li als laatste eenheid binnen loopt over de brug van Diepenbeek. Na de terugkeer van het Pl Vknr binnen de eigen linies wordt de brug om 03u25 opgeblazen. Ten noorden van het kanaal bevinden zich geen bevriende troepen meer en het 15Li staat nu opgesteld in eerste lijn. De vijandelijke voorhoede bereikt op dat ogenblik de noordelijke standsrand van Genk. Iets na de vernieling van de brug over het Albertkanaal meldt de commandant van de Franse verkenningseenheid zich aan op de CP van 15Li. Zijn eenheid staat sinds 02u15 opgesteld aan de wegbrug over de Demer op de baan van Genk naar Diepenbeek in de ondersector van 4Li en is klaar om op vraag van 15Li tussenbeide te komen in de ondersector van 15Li. Na de contactname is niets meer van de Fransen gehoord.

Ondertussen wordt in de sector van de 7Div verbeten gevochten om de laatste stellingen. Indien deze worden prijsgegeven komt de rechterflank van de 4Div in gevaar. Nadat gisteren de door de 7Div gelanceerde dubbele tegenaanval op de Duitse bruggenhoofden over het Albertkanaal mislukte grijpt het Groot Hoofdkwartier (GHK) in. Het I/LK krijgt de opdracht een dwarsstelling (oftewel bretel) in te nemen om de vijandelijke opmars te stuiten. De in te richten dwarstelling volgt de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine Spouwen – Rijkhoven en loopt vervolgens langs de Demer tot Tongeren. Omstreeks 03u50 ontvangt de 4Div het geschreven order van het I/LK voor het bezetten van deze dwarsstelling. Gezien het I/LK over geen reserve beschikt, dient de dwarsstelling door eenheden van de divisies in lijn ingenomen te worden. De 4Div moet de stelling bezetten van Eigenbilzen tot aan Kleine Spouwen, de 7Div vanaf Kleine Spouwen (inclusief) tot Tongeren.

Rokade van de 4Div voor het innemen van de dwarsstelling van het I/LK op 11 mei (origineel oleaat  – CHD Evere)

Luitenant-generaal de Graeve, divisiecommandant van de 4Div, beseft dat hij met de beschikbare eenheden onmogelijk de opgelegde dwarsstelling kan bezetten en beslist deze in te korten. In het plan dat de 4Div uitwerkt behouden het 15Li en II/7Li hun stellingen langs het Albertkanaal. Het III/7Li en I/7Li moeten pivoteren om uiteindelijk een stelling te bezetten tussen Munsterbilzen en Bilzen.  Het II/11Li en III/11Li zullen hun stellingen aan het kanaal moeten verlaten om zich achter de spoorweg Tongeren – Bilzen op te stellen van Bilzen tot Alt-Hoeselt ten westen van Rijkhoven. Het divisieplan wordt tijdens de nacht verder uitgewerkt en in afwachting van de verspreiding van de bevelen om de dwarsstelling te bezetten worden een aantal waarschuwingsorders uitgevaardigd teneinde de rechterflank van de divisie indien nodig onmiddellijk te kunnen beveiligen.  Het 15Li krijgt om 08u45 een eerste waarschuwingsorder binnen. Het regiment moet zich klaar houden om II/15Li op bevel stelling te laten nemen achter de spoorlijn Bilzen-Tongeren tussen Bilzen en Hoeselt. Een tweede waarschuwingsorder van de 4Div komt binnen om 09u45.  Het 15Li wordt nu ook opgedragen om, in geval het 7Li onder vijandelijke druk volledig moet terugplooien op de spoorlijn Genk – Bilzen, zijn dispositief te laten aansluiten op dit van het 7Li. Er komt geen bevel tot uitvoering van deze noodplannen omdat ze overroepen worden door de definitieve orders voor de bezetting van de dwarsstelling die om 10u00 door het Achterwaarts HK van de divisie worden doorgegeven aan de regimenten. Onmiddellijk na ontvangst van de definitieve orders voor het bezetten van de dwarsstelling van het I/LK verlaten het 7Li(-) en het 11Li tegen 10u30 hun stellingen achter het Albertkanaal. Voor het 15Li verandert er voorlopig niets.

De verdediging van de dwarsstelling wordt door het I/LK al om 11u00 opgeheven omdat meer naar het zuiden de 7Div de lijn niet kan houden. De eenheden van de 4Div zijn nog niet gevechtsklaar op de dwarsstelling op het ogenblik dat deze in het zuiden al doorbroken wordt. OLt Volkaerts voert rond het middaguur met enkele motorrijders een verkenning uit langs de dwarsstelling en stelt vast dat de dwarsstelling in de vroege namiddag in elk geval nog intact is bij de 4Div. 

Ondertussen is alle  communicatie met de divisiestaf alsook met het IV/8A, het algemeen vuursteunelement van de 4Div, uitgevallen. Majoor Brassine, bevelhebber van II/8A, heeft eveneens alle contact met zijn regimentsstaf verloren en vraagt dan maar telefonisch aan de Staf/15Li om met zijn groep onder bevel van het regiment geplaatst te worden. Om 12u50 beveelt het I/LK de algehele aftocht naar Leuven.  Door de overhaaste terugtocht van het HK van de 4Div [8] worden de eenheden van de 4Div echter niet op de hoogte gebracht van dit bevel tot terugtrekken en blijven ze weerstand bieden op de dwarsstelling.  Even na 14u00 wordt nog een bericht ontvangen dat de divisiestaf te bereiken zou zijn op abonneenummer 27 van de civiele telefooncentrale van Borgloon, maar op dit nummer is niemand aangesloten en de precieze locatie van de divisiestaf blijft onbekend. De infanterieregimenten van de 4Div worden gelukkig niet overvleugeld omdat de vijand na het doorbreken van de dwarsstelling bij de 7Div naar het zuidwesten afbuigt richting Hannuit om zo snel mogelijk contact te maken met de Franse troepen die daar staan opgesteld.

Doorbraak ten zuiden van de 4Div waar de vijand rond 13u30 de dwarstelling van het CK bereikt (projectie op recente kaart).

Doorbraak ten zuiden van de 4Div waar de vijand rond 13u30 de dwarstelling van het CK bereikt (projectie op recente kaart).

Bij gebrek aan nieuwe orders stelt de regimentsstaf op eigen initiatief een marsorder op om de stelling op bevel te kunnen te verlaten. De kolonel legt zijn regiment op om via Kortessem in de algemene richting van Beauvechain terug te trekken. Het marsorder houdt nog rekening met een afmars die  gecoördineerd zal worden met het 7Li. Het uur H (vertrekuur) is bij uitgifte van het order nog niet ingevuld en zal later meegedeeld worden. Volgens het order moet het tweede echelon als eerste ontruimd worden. II/15Li zal de voorhoede leveren en moet bijgevolg op kop vertrekken, gevolgd door II/8A en  I/15Li. III/15Li zal als laatste bataljon de ondersector van 15Li verlaten en moet  instaan voor het leveren van een achterhoede om de terugtocht van de rest van het regiment te dekken. Meer precieze informatie bevat het marsorder niet [9]. Om 19u10 meldt OLt Volkaerts, die werd uitgestuurd naar de CP van het 7Li om de terugtocht te coördineren, dat dit regiment de dwarsstelling al verlaten heeft.  Kolonel Warmoes heeft geen andere keuze dan zelf ook tot de aftocht over te gaan. De Staf/15Li beveelt de uitvoering van het marsorders en legt het vertrekuur van de terugtocht vast op 19u30 (van dan af uur H). Wanneer Kolonel Warmoes echter verneemt dat Kortessem door de vijand zou ingenomen zijn, besluit hij de marsroute van zijn troepen aan te passen en laat hij het gros terugtrekken via Diepenbeek, Sint-Lambrechts-Herk, Stevoort, Herk-de-Stad en Geetbets naar Kortenaken ten westen van de Demer-Gete Stelling. Wanneer de troepen van het IIde Bataljon voorbij marcheren aan de CP van het regiment te Lutselus, besluit ook Kolonel Warmoes te vertrekken. De stafgroep zal halt houden in het gehucht Zavel ten zuiden van Diepenbeek tot het gros van de troepen op weg is. Het regiment passeert rond middernacht de inderhaast opgeworpen Bretel van Kortessem (defensieve lijn van Kerniel over Wintershoven, Guigoven en Vliermaalroot tot Diepenbeek) die in het noorden verdedigd wordt door het Iste Bataljon van het 4Li (I/4Li) en de Iste Groep van het 2de Regiment Gidsen (I/2G). Eens voorbij de Bretel van Kortessem keert de rust terug in de rangen en verloopt de terugtocht meer geordend. De terugtocht gebeurde overhaast omdat het regiment zich ruim acht uur nadat het bevel tot terugtrekken werd gegeven door het I/LK nog op de dwarsstelling bevond. Het resultaat van de chaotische vlucht van het Albertkanaal is dat de verschillende eenheden van het 15Li talrijke anti-tankkanonnen, mortieren en mitrailleurs op hun stelling moeten achterlaten. Het was onmogelijk om de zware bewapening uit de kanaalbunkers te halen terwijl die onder vuur van de vijand lagen. Ook de bemanning van een aantal bunkers geraakt niet weg en wordt in de loop van de nacht krijgsgevangen genomen. De officier-vaandeldrager meent het noodzakelijk om het regimentsvaandel onder zijn hemd te verbergen. Kol Warmoes stuurt OLt Volkaerts ‘s nachts nog met de sectie motorwielrijders van het Pl Vknr uit naar het zuidwesten met als opdracht tussen Ulbeek en Sint-Truiden op zoek te gaan naar de locatie van de divisiestaf.  De staf wordt hier niet teruggevonden.

Situatie op de limiet van het I/LK en het CK op 11 mei om 15u00. In het zuiden infiltreert de vijand de dwarsstelling van het CK (projectie op recente kaart).

Situatie op de limiet van het I/LK en het CK op 11 mei om 15u00. In het zuiden infiltreert de vijand de dwarsstelling van het CK (projectie op recente kaart).

I/15Li
Het bataljon krijgt om 10u00 van de Staf/15Li het bevel om een plan uit te werken voor het geval II/7Li zijn stellingen achter het kanaal onder vijandelijke druk moet opgeven en zich moet terugtrekken achter de spoorlijn Bilzen – Genk. Wanneer dit zich voordoet moet het I/15Li zijn dispositief gedeeltelijk aanpassen en pivoteren tot achter diezelfde spoorlijn zodat het zijn stellingen kan laten aansluiten op die van het 7Li. Kapitein-commandant De Maerschalck, bataljonscommandant van I/15Li beslist dat in dit geval de bemanningen van de bunkers zullen worden achtergelaten in de bunkers en dat de rest van het bataljon zich zal oplijnen achter de spoorweg. Vanaf 11u00 wordt het bruggenhoofd rond de sluis onophoudelijk bestookt door de vijandelijke luchtmacht en later ook door de Duitse artillerie. Bij deze schermutselingen raakt Lt Dury, commandant van de 2Cie, ernstig gewond [10]. Tijdens de gevechten wordt ook de kanaalbunker waarin Lt Van Regenmortel, pelotonscommandant van een peloton mitrailleurs van de 4Cie, zich bevindt geraakt door een voltreffer (TBC of het gaat om een artilleriegranaat of een vliegtuigbom) waarbij de voltallige bemanning van de bunker om het leven komt. Naast Lt Van Regenmortel sneuvelen bij dit incident de Korporaals Dejaeger en Van Thurenhout en de Soldaten Beullens, Derua, Gielen, Sips en Tilkens. 

Omstreeks 16u00 meldt het Iste Bataljon dat de troepen van het 7Li, die rechts van I/15Li lang het kanaal staan opgesteld, zich lijken terug te trekken. Het Iste Bataljon meldt vervolgens enkele vijandelijke infiltraties vanuit het zuidoosten tot in de zone tussen het Albertkanaal en de spoorlijn Genk-Bilzen. 

II/15Li
Rond 09u00 krijgt II/15Li voor de tweede keer de opdracht om zijn dispositief op het 2de Echelon uit te dunnen tot één compagnie fusieliers en één compagnie mitrailleurs. De rest van het bataljon versterkt met de 2Cie van het 11Li en het anti-tankpeloton van de CieC47/4Div, die nog steeds een steunpunt innemen dwars op de Grendelbaan, moet zich klaarhouden om zich achter de spoorlijn Bilzen – Tongeren op te stellen tussen Bilzen en Hoeselt. Er wordt niet overgegaan tot de uitvoering van dit order omdat enerzijds het 11Li deze opdracht krijgt toegewezen en anderzijds omdat het steunpunt de 2Cie van 11Li aan de Grendelbaan  wordt overgenomen door een compagnie van het I/4Li waarna 2/I/11Li zich terugtrekt achter de dwarsstelling van het CK. Om 17u00 past het IIde Bataljon zijn dispositief aan om de terugtrekkende eenheden van het 7Li op te vangen. Hiervoor dient het bataljon 500 meter meer naar het oosten op te schuiven. Het II/15Li treedt in contact met de vijand en ondergaat zijn vuurdoop. Om 19u30 krijgt het bataljon het bevel tot de terugtocht en kan een half uur later als eerste de ondersector van het 15Li verlaten. Het bataljon moet tijdens de aftocht de voorhoede leveren en de marsweg van het regiment verkennen en beveiligen. Dertig minuten na het vertrek van II/15Li zet het II/8A zich in beweging en volgt het kopelement op zijn terugtocht.

III/15Li
Tijdens het tweede gedeelte van de nacht lopen de laatste elementen van de dekkingstroepen binnen. De noordelijke oever van de brug van Diepenbeek wordt om 01u30 nog beveiligd door de drie pelotons van 1JP en het peloton Vknr/15Li. Rond 02u30 meldt Kapitein van Zuylen van Nyevelt aan Kapitein-commandant Haerden dat alle eenheden van het 1JP het Albertkanaal overgestoken zijn. De brug wordt om 03u25 opgeblazen op bevel van Cdt Haerden. Toch komt nog een pantservoertuig van het 1JP aan bij de inmiddels vernielde brug van Diepenbeek. De T15 wordt ten noorden van het Albertkanaal achtergelaten na te zijn ontwapend en buiten werking gesteld. Rondom 17u30 meldt Cdt Haerden dat zijn bataljon onder vijandelijk artillerievuur ligt en dat de vijand eveneens de baan van Diepenbeek naar Genk lijkt te beschieten. Het IIIde Bataljon maakt omstreeks 19u00 contact met vijandelijke verkenners die nabij de brug van Diepenbeek opduiken langs de overliggende kanaaloever. III/15Li blijft als laatste bataljon van 15Li nog op post tot 21u30 waarna de stelling in allerijl ontruimd wordt en het bataljon afmarcheert via Diepenbeek, Steevoort, Herk-de-Stad en Geetbets naar Kortenaken. Elke fuselierscompagnie van III/15Li moet één peloton aanduiden voor de achterhoede die de aftocht van het bataljon moet dekken. Geen enkele van deze pelotons zal er later nog in slagen om het bataljon te vervoegen, ze werden vermoedelijk allen krijgsgevangen genomen.

Pl Vknr/15Li
Het Pl VKnr/15Li loopt samen met de laatste troepen van 1JP binnen in de bevriende linies net voordat de brug om 03u25 wordt opgeblazen. Het peloton wordt nu ingezet voor de beveiliging van de CP van het 15Li en kan enkele uren uitrusten. OLt Volkaerts voert in de late voormiddag met zijn sectie moto een verkenning uit langs de stellingen van 15Li en 7Li en brengt om 12u00 verslag uit bij Lt Van Leuven, de inlichtingenofficier van 15Li. Hieruit blijkt dat om 12u00 het 15Li zich nog steeds op zijn posities langs het Albertkanaal bevindt, dat de linker vleugel van het 7Li (II/7Li) ook nog langs het kanaal staat opgesteld, dat de rest van het 7Li zich achter de spoorlijn Genk – Bilzen bevindt en dat verbindingen tussen het 15Li en 7Li evenals de verbindingen tussen het 7Li en het 11Li intact zijn. De dwarsstelling die diende ingenomen te worden om de Duitse aanval te vertragen is in elk geval nog intact bij de 4Div. Wanneer OLt Volkaerts na het invallen van de duisternis uitgestuurd wordt om verbinding te maken met de Staf van het 7Li meldt hij om 19u10 dat de CP van het 7Li geëvacueerd werd en dat dit regiment de dwarsstelling al verlaten heeft. Een sectie motorrijders van het PlVknr wordt onder leiding van OLt Volkaerts tijdens de nacht van 11 op 12 mei nog naar de regio van Ulbeek en Sint-Truiden gestuurd met als opdracht het hoofdkwartier van de 4Div op te sporen en de verbinding te herstellen.

StafCie/15Li
Om 04u00 komt de Staf van het I/4Li samen met zijn 2Cie toe in het centrum van Krijt. Dit bataljon moet een dwarsstelling (oftewel bretel) innemen op de oostflank van het Cavaleriekorps. De inplaatstelling van dit bataljon wordt gehinderd door de aanwezigheid van het ravitailleringsechelon van het 15Li en de 2Cie van I/11Li. Het dispositief van de StafCie wordt aangepast zodat I/4Li stelling kan nemen. Lt Sergooris wordt door Majoor Souka, commandant van I/4Li, op de hoogte gebracht van de Duitse doorbraak nabij Veldwezelt en Vroenhoven. In de loop van de voormiddag wordt het bevoorradingsechelon te Krijt gebombardeerd door de Duitse luchtmacht.  Lt Sergooris krijgt om 20u00 het bevel om tegen 20u30 zijn stellingen te ontruimen en zich te verplaatsen naar Kortenaken waar het volledige regiment zal worden samengebracht. In een vlaag van paniek bij het ravitailleringsechelon wordt de volledige administratie van het regiment verbrand alvorens te vertrekken. De ontruiming van het ravitailleringsechelon gebeurt op 20 minuten tijd maar verloopt chaotisch en een berg voorraden en materieel wordt te Krijt achtergelaten [10].

Staf/15Li
Tijdens de nacht van 11 op 12 mei wordt de mars richting Kortenaken ingezet maar tot overmaat van ramp is de Belgische genie bijzonder vroeg overgegaan tot het vernielen van de bruggen over de Herk en de Gete. Hierdoor moet alweer een belangrijk aantal voertuigen en zware wapens achtergelaten worden op de oostelijke oever van de Gete waardoor het 15Li nog slechts over weinig zwaar materieel beschikt na aankomst te Kortenaken. De eerste troepen van het 15Li bereiken Kortenaken om 07u00, maar het regiment is geheel uit elkaar gevallen en het zal tot 13u00 duren vooraleer de laatste nog georganiseerde elementen dit dorp bereiken. Het 15Li heeft net zoals het 7Li nog steeds geen verbinding met de staf van de 4Div. Het 7Li heeft kantonnementen ingenomen in het nabijgelegen Loksbergen. Omwille van het Duitse luchtoverwicht wordt beslist om overdag niet verder te trekken en wordt de manschappen bevolen zo veel mogelijk uit het zich te blijven.

Enige tijd na aankomst te Kortenaken verneemt Kolonel Warmoes dat Kolonel SBH Gontry, commandant van het 7Li, zijn regiment bevel heeft gegeven om zich bij het invallen van de duisternis naar Sint-Joris-Winge te verplaatsen.  Kol Warmoes besluit om het 7Li naar deze gemeente te volgen.  Het divisiehoofdkwartier is intussen  verder gereden naar Beauvechain en heeft zich daar ontplooid om nieuwe orders op te maken voor de regimenten.  Deze nieuwe orders houden in dat de divisie ingekwartierd zal worden te Linden, Kessel-Lo, Herent en Veltem-Beisem. Onderweg naar Sint-Joris-Winge wordt het 15Li in kennis gesteld van deze nieuwe orders en krijgt het regiment de opdracht om, gebruik makend van de duisternis, verder te marcheren tot Linden en Kessel-Lo.

III/15Li
Na een nachtelijke mars komt het bataljon in de vroege ochtend toe te Kortenaken. Hier krijgt het bataljon bevel door te marcheren tot Waanrode waar tegen de middag rustkantonnementen worden ingenomen. Cdt Naets, compagniecommandant van de 9Cie, kan het marstempo niet volgen en blijft achterwege om achterblijvers aan te sporen door te marcheren. Na drie uur rust gerust te hebben te Waanrode vertrekt het bataljon naar Sint-Joris-Winge waar ze om 22u00 toekomen. 

StafCie/15Li
Na een korte reorganisatie te Kortenaken wordt verder getrokken richting Leuven. De StafCie stuurt een ploeg met installatiepersoneel (oftewel personnel d’installation – PI) voorop, eerst naar Sint-Joris-Winge en vervolgens naar Kessel-Lo, om kantonnementen te verkennen en in te richten.

Staf/15Li
Het 15Li bereikt zijn nieuwe kantonnementen te Linden en Kessel-Lo in de ochtend van 13 mei. De 4Div ontvangt de opdracht om alle eenheden achter de K.W. Stelling in te kwartieren.  Tijdens de ochtend van 13 mei wordt het 15Li dan ook naar Doren verplaatst.  Deze deelgemeente van Herent is echter het kantonnement van zowel het 4de Regiment Jagers  te Voet (4J) als ook van troepen van de British Expeditionary Force.  Er is dan ook onvoldoende plaats voor het 15Li zodat het regiment doorgestuurd wordt naar Kampenhout.  De eenheden komen hier aan rondom 17u00.  Kolonel Warmoes verneemt dat enkele elementen van zijn regiment zich te Eppegem bevinden. Nog maar net aangekomen te Kampenhout, laat de 4Div weten dat de divisie zich naar het Kanaal van Willebroek zal verplaatsen.  Het 15Li moet nu nieuwe kantonnementen uitzoeken te Drie Fonteinen [11] ten zuiden van Vilvoorde.  De colonnes zetten zich opnieuw de baan op en marcheren verder naar het westen.

III/15Li
Te Sint-Joris-Winge wordt het bataljon om 02u00 opnieuw verzameld waarna doorgetrokken wordt tot Linden. Het III/15Li komt om 03u00 aan te Linden. De troepen wordt rust gegund tot 10u00 waarna het bataljon opdracht krijgt verder door te marcheren tot voorbij de K.W. Stelling. Via Leuven, Doren en Kampenhout wordt naar Machelen gemarcheerd dat om 22u00 bereikt wordt. Te Machelen wordt de nacht van 13 op 14 mei in een fabriek doorgebracht.

StafCie/15Li
De StafCie stuurt een PI naar Drie Fonteinen om nieuwe kantonnementen te verkennen.

Staf/15Li
Het uitgeputte 15Li bereikt het kasteeldomein Drie Fonteinen op de westelijke oever van het Kanaal van Willebroek tegen 03u00 ‘s morgens.  De aftocht van het Albertkanaal heeft een zware tol geëist:

  • Het Iste Bataljon is tot ongeveer de helft van zijn effectieven herleid.  Luitenant Dury van de 2Cie is gewond afgevoerd naar een veldhospitaal.  Luitenant Van Regenmortel van de 4Cie is gesneuveld in een van de bunkers van Sluis Nr 1.  Ook zijn heel wat manschappen achtergebleven in de oeverbunkers die onder de vijandelijke beschietingen niet ontruimd werden.  Van de achterhoede zijn drie pelotons verloren gegaan.
  • Alle mitrailleurs in de oeverbunkers zijn ter plekke gebleven, als ook de C47 anti-tankkanonnen van het eerste echelon.  De M76 mortieren en de MVD58 loopgraafmortieren werden in de paniek ter plekke vernield.  Ook de veldtelefoonlijnen werden achtergelaten.  Kolonel Warmoes argumenteert dat de druk van de vijand te groot was om het materieel te recupereren.
  • Bij de oversteek van de Gete is door de voortijdige vernieling van de bruggen door de Genie een deel van het wagenpark achter moeten blijven op de noordelijke oever,
  • Het regiment moet het nog steeds zonder een tiental veldkeukens stellen die op de eerste oorlogsdag in herstelling waren te Antwerpen.
Hergroeperingszone van de 4Div achter het Kanaal van Willebroek

Hergroeperingszone van de 4Div achter het Kanaal van Willebroek

In het rustkantonnement verneemt de Staf/15Li dat het Groot Hoofdkwartier (GHK) beslist heeft om drie divisies ten westen van het Kanaal van Willebroek op te stellen. Het is de bedoeling van het GHK om de linies van het veldleger langsheen de K.W. Stelling te dekken met een strategische reserve van drie divisies, onder het bevel van het het IIIde Legerkorps (III/LK). Even na 12u00 laat de divisiestaf weten dat te Zaventem een grote luchtlanding zou gestart zijn. Uit voorzorg wordt een waakscherm opgericht langs het Kanaal van Willebroek. Het 15Li krijgt het bevel om de bruggen tussen Buda en Vilvoorde te bezetten met telkens een peloton fuseliers, een C47 anti-tankkanon en een T13 pantserwagen. Het IIIde Bataljon moet het dorp Koningslo innemen en richting zuid bewaken. Het peloton verkenners moet de westelijke oever van het Kanaal van Willebroek tussen Buda en Borcht onder observatie houden. De rest van het regiment rust uit en reorganiseert zich.

III/15Li
In de loop van de voormiddag komt Cdt Naets met een groep achterblijvers toe te Machelen. Rond de middag moet III/15Li te Koninglo een waakscherm richting zuiden opstellen naar aanleiding van het parachutistenalarm. De rest van het IIIde Bataljon die de nacht doorbracht op het fabrieksterrein te Machelen vertrekt in de namiddag naar het kasteeldomein Drie Fonteinen op de westelijke oever van het Kanaal van Willebroek waar zich de rest van het regiment bevindt. Na enkele uren wordt het alarm afgeblazen waarna de te Koningslo ingezette compagnies het bataljon vervoegen te Drie Fonteinen. Op het kasteeldomein wordt de nacht van 14 op 15 mei doorgebracht.

Staf 15/Li
Het plan om  drie divisies op te stellen achter het Kanaal van Willebroek als strategische reserve zal echter niet lang stand houden. Door de beperkte inzetbaarheid van de 4Div zal de divisie doorgestuurd worden naar het achtergebied. Gedurende de dag verneemt de regimentscommandant dat het 15Li tezamen met de rest van de 4Div naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd wordt. Het Bruggenhoofd Gent (TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkergordel ten zuiden van Gent. De bunkergordel bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. De 4Div komt als eerste grote eenheid toe in het Bruggenhoofd Gent en moet de volledige bunkergordel beveiligen. Hierdoor zullen de infanterieregimenten van 4Div opgesteld moeten worden in brede ondersectoren van Semmerzake tot Kwatrecht.

Het 15Li moet tegen 16u00 klaar zijn voor de verplaatsing.  De motorvoertuigen moeten om 20u00 vertrekken van op de baan van Wolvertem naar Merchtem en zullen naar Bottelare rijden.  De paardenvoertuigen moeten op hetzelfde tijdstip de mars aanvatten van op de baan van Grimbergen naar Wolvertem en zullen zich in en eerste etappe naar Ottergem begeven. Het voetvolk tenslotte moet om 20u15 eveneens rendez-vous maken tussen Grimbergen en Wolvertem en zal zich vervolgens naar de snelweg Brussel-Antwerpen begeven om vanaf 22u00 in vrachtwagens van de Legerautogroepering (LAuGpg) geladen te worden.  De staf en het Iste en IVde Bataljon zullen te Bottelare afgezet worden.  Het IIde Bataljon te Landskouter en het IIIde Bataljon te Moortsele.

III/15Li
Er wordt de ganse dag gerust te Drie Fonteinen. Bij het vallen van de duisternis vertrekken de manschappen naar een inschepingswerf van de LAuGpg te Wolvertem langs de snelweg Brussel-Antwerpen (oftewel Antwerpsesteenweg). Wanneer de troepen te Wolvertem toekomen zijn de autobussen van de LAuGpg nog niet ter plaatse. De nacht wordt noodgedwongen in de velden rond Wolvertem doorgebracht.

StafCie/15Li
Opnieuw levert de StafCie een PI om te Bottelare kantonnementen voor te bereiden. Het paardengerij van het ravitailleringsechelon wordt langs de baan doorgestuurd, het personeel te voet zal met autobussen naar Gent worden overgebracht.

De 4de Infanteriedivisie op 16 mei, na aankomst in het Bruggenhoofd Gent.

Opstelling van de 4de Infanteriedivisie na aankomst in het Bruggenhoofd Gent (origineel oleaat van mei 1940).

Staf/15Li
De eerste vervoerde elementen van 15Li arriveren al om 02u00 te Bottelare.  Het gedeelte van 15Li dat in Melle toekwam wordt om 06u30 bij aankomst van het 11Li via Lemberge doorgestuurd naar Bottelare en Moortsele. Hier nemen de bataljons rustkantonnementen in om te herconditioneren na de lange mars. De troepen te voet bereiken hun bestemming met grote vertraging.  Na de ganse nacht gewacht te hebben op de autobaan Brussel-Antwerpen, arriveren de autobussen van de LAuGpg pas om 06u00 op de inschepingswerf te Wolvertem.  De laatste troepen vertrekken om 08u30.  De laadplaats wordt ontdekt door de Luftwaffe en in een korte luchtaanval vallen enkele gewonden bij de 8ste Compagnie.  De laatste infanteristen zullen pas om 13u30 op hun bestemming aankomen.

Kort na de middag worden Kolonel Warmoes en zijn Adjudant-majoor ontboden op de divisiestaf te Sint-Denijs-Westrem. De regimenten krijgen hun orders om in het Bruggenhoofd Gent volgende ondersectoren te bezetten:

  • 11Li – de linkerondersector van Kwatrecht tot en met Betsberg.
  • 15Li – de middenondersector Moortsele tot voor Munte.
  • 7Li – de rechterondersector van Muntekouter tot en met Semmerzake.

De verkenningen voor de stellingname zullen uitgevoerd worden tijdens de ochtend van 17 mei. Later op de dag verneemt de staf van 15Li dat het geallieerde opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) onverwacht het bevel heeft gegeven om de K.W. Stelling prijs te geven zonder dat die ten volle verdedigd werd. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het Bruggenhoofd Gent wordt een scharnierpunt in deze nieuwe defensieve lijn en meerdere divisies worden vanaf de K.W. Stelling naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd. Deze verplaatsing zal volgens plan twee dagen duren, de eerste eenheden van deze divisies zullen pas in de nacht van 18 op 19 mei in het bruggenhoofd toekomen. De staf realiseert zich dat de ondersector Munte-Betsbergebos slechts een korte tijd ingenomen zal worden.

III/15Li
Het grootste deel van de ochtend wordt in een verzamelzone nabij de inschepingswerf doorgebracht terwijl gewacht wordt op transport. De 9Cie zal pas om 06u00 kunnen inschepen op de autobussen om vervolgens vervoerd te worden naar Bottelare. Te Bottelare wordt de rest van de dag en de daaropvolgende nacht doorgebracht.

StafCie/15Li
Het personeel te voet van de StafCie wordt vanuit Wolvertem met autobussen naar Bottelare in het Bruggenhoofd Gent gebracht. De StafCie krijgt Merelbeke opgelegd als nieuwe standplaats voor het ravitailleringsechelon.

Staf/15Li
Tijdens de ochtend gaan de bataljons- en compagniecommandanten het terrein op om de nieuwe posities te bepalen.  Geleidelijk aan nemen de bataljons van het 15Li, die zullen moeten instaan voor de verdediging van het Bruggenhoofd Gent, stellingen in tussen Munte en Betsbergebos. De ganse dag door werkt het 15Li verder om al zijn stellingen in orde te krijgen. In de late voormiddag wordt de opdracht van het regiment enigszins gewijzigd.  Het 15Li krijgt de taak om de steenweg op Geraardsbergen af te grendelen met een bataljon ter hoogte van de oostrand van het Bruggenhoofd Gent op het grondgebied van Oosterzele.  De opdracht wordt toegewezen aan het IIde Bataljon.  De stellingname geraakt uiteindelijk pas ’s avonds op punt.

I/15Li
Op de Asselkouter nabij Munte stellen soldaten van het sterk uitgedunde I/15Li hun overgebleven zware wapens op in de bunkers.  De restant van het bataljon heeft heel wat kaderleden in overtal die doorgestuurd worden naar het IIde en IIIde Bataljon.

II/15Li
Te Oosterzele stelt het II/15Li drie compagnies op aan het kruispunt van de Wettersesteenweg met de Geraardsbergsesteenweg, versterkt door twee C47 anti-tankkanonnen van de Compagnie C47 van de divisietroepen.

III/15Li
‘s Morgens worden verkenningen uitgevoerd te Moorsele, Landskouter en Gijzenzele. Tegen de middag verlaat het bataljon Bottelare om zijn nieuwe stellingen in te nemen. Te Landskouter stelt het III/15Li zich op langs de zuidelijke rand van Landskouter en Gijzenzele. Het bataljon wordt nog versterkt met drie overgebleven C47mm kanonnen van de 14Cie.

IV/15Li
Het IV/15Li bemant de 2de lijn ter hoogte van de Potaardewijk, echter zonder mortieren en zonder anti-tankgeschut.

Staf/15Li
Op zaterdag 18 mei begint de plaatselijke bevolking, voor zover ze nog niet vertrokken waren, massaal hun woningen te verlaten. Vrij kort nadien doen zich jammer genoeg reeds de eerste plunderingen voor van de verlaten woningen.

Om 08u45 krijgt het IIde Bataljon het bevel om een compagnie door te sturen ter versterking van het steunpunt van het Betsbergebos.

Even voor het middaguur wordt de 5de Compagnie en de 6de Compagnie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg in versterking gegeven van het 15Li.

Om 18u40 laat de divisiestaf weten dat tussen 19u00 en 04u00 de bezetting van de stellingen mag uitgedund worden en alleen de bunkers van het eerste echelon dienen bemand te blijven.  Deze beperkte bezetting laat een behoorlijke nachtrust toe aan zoveel mogelijk militairen van het regiment.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/15Li
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Het VIde Legerkorps heeft het bevel gekregen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake in het westen en Kwatrecht in het oosten.  Het legerkorps kan hiervoor beschikken over de 2de, 4de en 5de Infanteriedivisies.  De 2de en de 5de divisies moeten ingepast worden op de perimeter van het Bruggenhoofd. Volgende reorganisatie wordt dan ook doorgevoerd:

  • de 5Div neemt de sector Semmerzake-Munte over van het 7Li
  • de 4Div wordt gecentraliseerd in de sector Munte-Betsberg
  • de 2Div sluit de linies af door de sector Betsberg-Kwatrecht van het 11Li over te nemen.

De 4Div reorganiseert zijn sector tussen Betsberg en Munte. Het 15de Linie zal zich opstellen in Ondersector Oost ten zuiden van de Betsberg (exclusief) en zal een gedeelte van de bunkers in Moortsele bezetten. Het 7de Linie bezet dan Ondersector West vanaf de westkant van Moortsele tot Munte. Het 11de Linie bemant het tweede echelon achter het 15de en 7de Linie maar zal wel pelotons leveren voor het bezetten van de verschillende grote wachten of voorposten.  Deze ontplooiing betekent dat de regimenten van de 4Div dichter bij elkaar zullen opgesteld worden. De nodige bevelen voor deze nieuwe verplaatsingen worden nog tijdens de late nacht van 18 op 19 mei verspreid.

Kolonel Warmoes ontvangt zijn nieuwe orders:

  • Ondersector West wordt in het westen begrensd door de lijn Rattepas-Scheldewindeke en in het oosten door het Betsbergebos.  Ten westen van het 15Li komt het 7Li te liggen, en ten oosten het 6Li.
  • Het eerste echelon wordt bezet door het IIde Bataljon in Kwartier West en het IIIde Bataljon in Kwartier Oost.  De beide bataljon behouden de vijf C47 anti-tankkanonnen (de drie overgebleven stukken van de 14de Compagnie en de twee stukken van de divisietroepen).  De beide bataljons bezetten eveneens de schuilplaatsen in eerste linie van de nevenvallei van de Molenbeek te Moortsele bij het Grootbos (bunker A31 aan boerderij Hoek Ter Hulst en A32 aan toenmalige tramlijnovergang met dezelfde straat).
  • Het tweede echelon wordt bezet door het IVde Bataljon.
  • Het Iste Bataljon is nu verdwenen van de slagorde.  De overgebleven elementen worden verdeeld onder de overige bataljons.
  • Het Peloton Verkenners staat in voor patrouilles tegen luchtlandingen doorheen de ganse vallei van de Molenbeek.
  • De medische hulppost van het regiment wordt even ten noorden van het Kasteel van Bottelare (Kasteel Stas de Richelle) opgesteld.
  • Dit zelfde Kasteel van Bottelare wordt de commandopost van Kolonel Warmoes en zijn stafgroep.
  • De III/8A wordt het rechtstreekse vuursteunelement van het regiment.

Veiligheidshalve worden er drie Voorposten opgesteld voor de sector van de 4Div. Eén te Scheldewindeke dorp, één te Scheldewindeke aan het kruispunt Pelgrim en één te Oosterzele dorp. Deze voorposten zullen telkens bemand worden door een pelotons fuseliers van het 11Li en een T13 tankjager van de Cie C47/T13 4Div. In afwachting van de aankomst van deze pelotons wordt deze opdracht uitgevoerd door het Peloton Verkenners van het 15Li.

Om 15u35 deelt de divisiestaf mee dat de genietroepen zullen starten met het aanleggen van mijnstoppen op de toegangswegen naar het eerste echelon.  Het Peloton Verkenners moet zijn personeel laten assisteren bij deze taak.

Anderhalf uur later verneemt Kolonel Warmoes dat de troepen van de 1ste Divisie Ardeense Jagers die in het gebied tussen de Dender en het Bruggenhoofd Gent hun afstoppingsactie uitvoeren tegen 22u00 zullen aankomen binnen de bevriende linies.

De divisiestaf laat eveneens weten dat hun commandopost naar het Kasteel van Hutsepot nabij Zwijnaarde verplaatst wordt.

Vervolgens wordt het al snel duidelijk dat de vijand in aantocht is.  Het Peloton Verkenners meldt om 19u00 dat de laatste Britse troepen uit het voorgebied naar het zuiden weggetrokken zijn.  Een patrouille van twee pantserwagens van de 2de Cavaleriedivisie komt aan omstreeks 20u20 en laat weten dat de vijand zich te Burst bevindt.  De eerste troepen van het 3de Regiment Ardeense Jagers komen aan om 23u00.  De doortocht van dit regiment zal tot 02u20 duren.

StafCie/15Li
Het ravitailleringsechelon heeft zich nu volledig geïnstalleerd te Merelbeke.

De tucht bij het 15Li laat veel te wensen over. Het regiment heeft een vrij grote aanhang van zowel Vlaams-nationalisten als socialisten die elk om verschillende redenen tegen de oorlog gekant zijn. Er lopen geruchten in het regiment dat een aantal manschappen witte vlaggen bij hebben om zich bij de eerste gelegenheid aan de bezetter te kunnen overgeven.

Om 08u25 worden de eerste vijandelijke verkenners gemeld langsheen de Peperstraat in de richting van Scheldewindeke.  Het gaat om enkele wielrijders die snel weer uit het zicht verdwijnen.  De voorpost van kruispunt Pelgrim wordt om 09u00 teruggetrokken.  De voorpost te Scheldewindeke zelf wordt om 09u40 gesloten, gevolgd door de voorpost te Oosterzele.  De divisiestaf is helemaal niet te spreken over de evacuatie van de voorposten en beveelt aan het Peloton Verkenners van het 15Li om de drie steunpunten opnieuw te bezetten, in afwachting van de terugkeer van de drie pelotons van het 11Li.

Het blijft rustig bij het 15Li tot wanneer om 12u25 drie Duitse vliegtuigen de posities van het IIIde Bataljon mitrailleren.

Terwijl de vijand de in het noordoosten gelegen 2de Infanteriedivisie aanvalt en er te Kwatrecht hevig wordt gevochten, stellen de Duitsers zich tegenover de 4de Infanteriedivisie tevreden met enkele artilleriebeschietingen. De eerste projectielen vallen op het Betsbergebos omstreeks 16u00.  De commandopost van het regiment en ook van de divisie vallen eveneens onder vuur. De Belgische artillerie riposteert en neemt Balegem en Scheldewindeke onder vuur.

De drie voorposten worden vanaf 18u30 definitief geëvacueerd door de verkenners van het 15Li. Deze keer verliest het Peloton Verkenners van het 15Li te Scheldewindeke een twintigtal krijgsgevangenen en een T13 tankjager die in steun gegeven werd.

Tijdens de eerste helft van de nacht start de III/8A ook met het uitvoeren van storingsvuren op Oosterzele en doorheen het voorgebied van de ondersector van het regiment.

In de sector van de 4de Infanteriedivisie wordt sporadisch contact gemaakt met de vijand.  Om 08u00 meldt het naburige 7Li dat enkele vijandelijke elementen de Patattenhoek even ten noorden van de dorpskern van Scheldewindeke ingenomen hebben,  Het IIde Bataljon van het 15Li krijgt de opdracht om een peloton fuseliers uit te sturen naar dit dorp.  Dit peloton stuit omstreeks 10u00 op een achttal vijandelijke cavaleristen.  Deze verkenners trekken zich onmiddellijk terug en korte tijd nadien trachten enkele Duitse motorwielrijders het peloton te omsingelen.  De Belgische troepen nemen stelling in rondom de Heilige Machariuskapel.  Na een kort vuurgevecht keren de militairen van het 15Li terug naar de eigen linies.

Inmiddels heeft de Belgische artillerie de beschieting van Oosterzele hervat.  Ook de Keiberg wordt bestookt.  In het dorp Oosterzele wordt een Duitse pantserwagen en twee motorwielrijders gespot en onder artillerievuur genomen.  Ook hier dringen de vijandelijke verkenners niet aan.  De Duitse artillerie riposteert vanaf het middaguur.

Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt en wordt het Bruggenhoofd Gent opgegeven. De 16de en de 18de infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen die nacht het Bruggenhoofd Gent opgeven en over het Afleidingskanaal van de Leie trekken. Ten zuiden van de stad zullen de 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 5de infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei en zich vervolgens ook achter de Leie moeten terugtrekken.

Vanaf 15u00 wordt Kwartier Oost beschoten door vijandelijke mortieren.  Het Betsbergebos vormt het voornaamste doelwit.  Hier en daar trachten Duitse infanteristen de Belgische linies in kleine groepjes te infiltreren.  Het komt echter niet tot een massale aanval in de sector van de 4de Infanteriedivisie.  Het zwaartepunt van de Duitse doorstoot naar Gent ligt bij de 2de Infanteriedivisie rond Gijzenzele en Kwatrecht.

Tijdens de tweede helft van de nacht legt de genie bijkomende mijnenvelden aan in het voorgebied van Kwartier Oost.  Het 15Li levert de nodige manschappen ter bewaking van de werken.  Er valt een gewonde.

Tijdens de voormiddag vinden opnieuw beperkte vuurgevechten plaats in de sector van de 4de Infanteriedivisie.  De vijand heeft nu ook zware mitrailleurs in stelling gebracht.  Op sommige plaatsen naderen de Duitsers tot op zo’n 300m van de voorste linies.  Op het gehucht Spiegel te Scheldewindeke bevinden zich enkele mortieren.  Bij het IIIde Bataljon landen enkele granaten op de commandopost.

De 4de Infanteriedivisie ontvangt zijn marsorders voor de verplaatsing naar het westen in de loop van de late namiddag. De Schelde moet overgestoken worden via de bruggen van Zwijnaarde en Schelderode en de divisie zal vervolgens achter de Leie in reserve geplaatst worden bij het VIde legerkorps.

Deze orders bereiken Kolonel Warmoes om 19u15.  Het 15Li mag zijn ondersector vanaf 22u00 verlaten en dient een achterhoede ter plekke te laten tot 03u00 tijdens de nacht van 22 op 23 mei.  Per infanteriebataljon moet deze achterhoede bestaan uit vier pelotons fuseliers.  Een batterij van III/8A zal vuursteun leveren tot middernacht.  Kolonel Warmoes beschikt eveneens over een mobiele achterhoede van twee C47 anti-tankkanonnen.  De marsroute naar het Afleidingskanaal van de Leie loopt via Bottelare naar Schelderode om vervolgens de Schelde over te steken op een geniebrug.  Via Zevergem, De Pinte, Deurle en Nevele moet vervolgens naar Meigem gemarcheerd worden.  Het Peloton Verkenners wordt aangeduid om de signalisatie te verzorgen.

Het gros van het 15Li vertrekt om 23u00 onder het bevel van Majoor Lemmens.

StafCie/15Li
Tijdens de nacht van 22 op 23 mei wordt het ravitailleringsechelon verplaatst van Merelbeke naar Vinkt ten westen van het Kanaal van Schipdonk.

De aftocht uit het Bruggenhoofd Gent tijdens de nacht van 22 op 23 verloopt zonder noemenswaardige incidenten.  Na het vertrek van de hoofdmacht, installeert de mobiele achterhoede zich dwars over de Poelstraat tussen Moortsele en Bottelare om hier de komst van de vaste achterhoede af te wachten.  De vier pelotons van dit detachement verlaten de linies volgens het marsschema om  03u30.  Na passage aan de Poelstraat blijft de mobiele achterhoede nog 30 minuten ter plekke.

De eerste elementen van het 15Li steken om 01u00 de Schelde over.  De mobiele achterhoede doet dit als laatste om 05u30.  Tussen de Schelde en de Leie is de vooruitgang bijzonder traag door het drukke militaire verkeer.  De rest van de tocht verloopt eveneens zonder incidenten en de 4de Infanteriedivisie komt tijdens de voormiddag aan tussen Deinze en Nevele.

De voorhoede van het 15Li komt aan te Meigem om 08u00.  De laatste elementen zullen pas na de middag hun bestemming bereiken.  De troepen zijn uitgeput en kunnen enige uren uitrusten.  De staf gaat het terrein op om de nieuwe posities te plannen.  Het regiment bezet de centrale ondersector van de 4de Infanteriedivisie rondom Meigem, tussen Kilometerpaal 3.300 en 5.500 van de kanaaloever.

  • Het IIde Bataljon bezet Kwartier Noord van het eerste echelon, met de drie compagnies op een enkele lijn.  Elke compagnie plaatst een peloton op de kanaaloever en twee pelotons in steun. Kwartier Noord omvat eveneens het dorp Meigem.
  • Het IIIde Bataljon neemt Kwartier Zuid in, vanaf de zuidrand van Meigem tot de grens van de ondersector.
  • De compagnies van het IVde Bataljon vormen het tweede echelon tussen Vinkt en Meigem.  Het tweede echelon staat onder het bevel van Majoor Steens en de staf van het oude Iste Bataljon.  De 13de, 14de en 15de compagnies zijn elk herleid tot het equivalent van een groot peloton en beschikken niet meer over collectieve bewapening.  De manschappen hebben elk nog slechts hun persoonlijk wapen.
  • De commandopost van het regiment wordt ondergebracht op enige afstand van Kruiswege, waar een telefoonverbinding wordt gemaakt met de nabijgelegen staf van de II/8A die het regiment zal ondersteunen.
  • De medische hulppost wordt opgesteld aan de Heerdweg, even ten oosten van Vinkt.

De commandopost van de 4Div bevindt zich nu te Vinkt.

Het terrein is bijzonder ongunstig.  De oostelijke oever van het Afleidingskanaal van de Leie ligt hoger dan de oever bezet door de Belgen, wat maakt dat er een dode hoek van zo’n 200 to 400m is waarin de vijand ongezien kan naderen.  De waterstand op het kanaal is bijzonder laag en zo kan het wateroppervlak bij een vijandelijke stormaanval niet onder vuur genomen worden zonder de eigen dekking op te geven.  Er zijn ook geen loopbruggen beschikbaar en het regiment kan dan ook geen voorposten uitzetten op de vijandelijke oever.  Op de westelijke oever zorgt de dichte bebouwing en de hoge gewassen er voor dat het uitzicht over het voorterrein slecht is.

Het 15Li beschikt nog slechts over een minimum aan veldtelefoondraad zodat de compagnies niet verbonden kunnen worden met hun bataljonsstaf.  Er is slechts voldoende materieel voor twee telefoonlijnen van de commandopost van het regiment naar de beide bataljons van het eerste echelon.

De 4de Infanteriedivisie heeft zijn drie regimenten opgesteld tussen Deinze in het zuiden en Nevele in het noorden, op de westelijke oever van het Schipdonkkanaal. Het 7Li bezet de noordelijke ondersector, het 15Li de centrale ondersector en het 11Li de zuidelijke ondersector. De divisie heeft een problematische veldtocht achter de rug. Er zijn nog slechts 5.300 infanteristen in plaats van de normale 11.000 en de zware bewapening is herleid tot een overschotje. Er is nog maar een derde van de lichte mitrailleurs en C47 anti-tankkanonnen. Zware mitrailleurs zijn er bijna niet meer, en alle mortieren zijn verloren gegaan.

Om 22u05 laat de divisiestaf weten dat tijdens de nacht van 23 op 24 mei zowel de 5de Infanteriedivisie als ook de 1ste Divisie Ardeense Jagers het Afleidingskanaal zullen oversteken.  Het 15Li moet een officier uitsturen naar de brug van Nevele om het marsschema van deze beide formaties trachten te weten te komen.

Aan de brug van Nevele verneemt het 15Li via een verbindingsofficier van de 5de Infanteriedivisie dat het gros van de troepen tussen 03u00 en 04u00 het Afleidingskanaal zullen oversteken.    De beide bataljons van het eerste echelon worden in staat van alarm geplaatst en moeten de linies continu bemannen.  Het tweede echelon wordt tegen 07u00 gevechtsklaar gemaakt.

Om 09u00 deelt de divisiestaf mee dat hun commandopost naar de stokerij van Kanegem verplaatst wordt.

De ganse dag wordt gewerkt aan de voorbereidselen tot het komende gevecht. De Duitsers werpen pamfletten uit de lucht over de stellingen van het 15Li die de manschappen verder aanmanen om de oorlog te staken en de wapens neer te leggen. De toestand bij het regiment bereikt een kritiek punt wanneer een aantal manschappen verklaart niet te zullen vuren bij een Duitse aanval en zich zo snel mogelijk wil overgeven.

In de loop van de namiddag kan het regiment in het geniedepot van Jabbeke nog een hoeveelheid prikkeldraad en piketten bekomen om het eerste echelon te versterken.

Omstreeks 18u30 wordt de regimentsstaf verplaatst naar een boerderij op het gehucht Kerrebroek, op zo’n 600m van het dorp Kruiswege.

Kort voor 21u00 vertrekken Kapitein-commandant Lochs en OLt Volkaerts op verkenning naar de oostelijke oever.  Het tweetal steekt het kanaal over via de brug van Nevele en zal terugkeren met een achtergelaten roeiboot.  De verkenning leidt niet verder dan het uiteinde van de Meirstraat.

De nacht van 24 op mei 25 mei verloopt rustig.  Om 06u30 melden zowel het IIde als het IIIde Bataljon lichte artilleriebeschietingen.

Het Duitse 6de Leger heeft van de nacht gebruik gemaakt om op verschillende locaties stormaanvallen op het kanaal te plannen.  Ook ten noorden van Deinze zal de vijand pogingen ondernemen om over het water te geraken. In de ondersector van het 15Li is deze opdracht toevertrouwd aan het Duitse 192ste infanterieregiment.

Wanneer de vijand even ten zuiden van Meigem in rubberbootjes het water oversteekt, blijft de reactie van het IIIde Bataljon uit.  Zonder tegenstand infiltreren Duitse infanteristen in de stellingen van de 11de Compagnie.  De compagnie legt omstreeks 07u20 als eerste de wapens neer en wordt snel gevolgd door de andere eenheden.  De divisiestaf wordt reeds om 07u25 op de hoogte gebracht van de massale overgave via de staf van het naburige 7de Linieregiment.  Kolonel Warmoes vraagt Kapitein-commandant Haerden om een stand-van-zaken en de bataljonscommandant meldt wanhopig dat hij de controle over zijn compagnies verloren heeft.  Er wordt onmiddellijk vuursteun gevraagd bij de II/8A, maar het zal twintig minuten duren vooraleer de groep de eerste vuren laat vertrekken.

Ondertussen zien de officieren machteloos toe hoe de manschappen de wapens wegwerpen. Kapitein-commandant Loghs wil met zijn 7de Compagnie nog de tegenaanval inzetten, maar wordt samen met een van zijn pelotonscommandanten, Luitenant Gaston Mutsaers, in verdachte omstandigheden neergeschoten. Lt Mutsaers overlijdt aan zijn verwondingen. Er wordt vermoed dat de beide officieren door Belgische soldaten met opzet neergeschoten werden.

De overrompeling verloopt razendsnel.  Kort voor 08u00 staakt het IIIde Bataljon de strijd.  Het 7de en het 11de Linieregiment worden door de divisiestaf verwittigd van het drama bij het 15Li.  De divisiecommandant belooft nog een tegenaanval aan Kolonel Warmoes, maar die komt er niet.  Tot overmaat van ramp valt dan ook de telefoonverbinding tussen de divisie en het regiment uit.  Ook het Kwartier Noord wordt geïnfiltreerd en tegen 08u30 is er geen verbinding meer tussen de staf van het IIde Bataljon en het regiment.

De Duitsers dringen dieper door en veroveren de stellingen van IIde Groep van 8A rondom 09u00.  Kolonel Warmoes stuurt een motorwielrijder naar de levensmiddelenechelons van zijn regiment te Vinkt om deze onmiddellijk naar Wingene te laten vluchten.  Enkele wielrijders van het Peloton Verkenners worden uitgestuurd om na te kijken of de steunpunten van het tweede echelon nog bezet zijn.  De patrouilles kunnen geen kant op en stuiten overal op Duitse troepen.  Om 09u40 gaat de commandopost van het regiment ervan door en worden alle troepen achtergelaten.

Het dorp Nevele valt kort nadien. De vijand zwenkt dan noordwaarts naar het 7Li en zuidwaarts naar het 11Li. Het I/7Li en II/7Li worden relatief snel overrompeld, maar de 10de en 11de Compagnie van dit regiment slagen er in de Duitse infanterie tijdelijk tegen te houden.

Het III/11Li wordt eveneens omsingeld en ook het II/11Li geeft zich spontaan over. Het I/11Li tracht nog een tegenaanval uit te voeren, maar houdt halt wanneer de manschappen merken dat de Duitsers Belgische krijgsgevangenen gebruiken als levend schild. Om 10u35 zijn de Duitsers nog amper één kilometer van Vinkt verwijderd.

Tegen de avond ondernemen de Duitsers een eerste poging om Vinkt binnen te trekken. Daarbij plaatsen ze ongeveer 25 manschappen van de Medische Compagnie van het 15Li voor zich uit. De Belgische artillerie houdt echter niet op met vuren en een apotheker en sergeant worden gedood. De Duitsers gaan in dekking en de meeste andere Belgische gevangenen van het 15Li maken zich snel uit de voeten.

Die dag verliezen het 7Li, 11Li, 15Li en 8A samen zo’n 5.000 krijgsgevangenen. De 4Div bestaat niet meer.

De Staf/15Li kan zich uit het actiegebied terugtrekken en bereikt Ruiselede. Vervolgens worden de overgeblevenen te Ruddervoorde en Hertsberge zo goed mogelijk verzameld.

StafCie/15Li
Het ravitailleringsechelon wordt vanaf 03u00 beschoten door de vijandelijke artillerie. Om 03u30 ontvangt de StafCie van de Staf/15Li het bevel om zich klaar te maken voor vertrek. Onder hevig artillerievuur worden twee colonnes gevormd, één met het paardengerij en één met motorvoertuigen. Bij de beschieting sneuvelt Adjudant Duchâteau van de hulppost regiment. Ook meerdere paarden worden gedood of verwond door inslaande artilleriegranaten. Ondertussen wordt de verbinding met de CP van het regiment verbroken. Een moto-estafette wordt uitgestuurd om de verbinding met het CP te herstellen maar die komt overrichter zake terug met de melding dat de vijand zich reeds ten oosten van Vinkt bevindt. Om 09u30 wordt het bevel tot de aftocht richting Wingene gegeven. De wielvoertuigen komen om 13u00 al toe in Wingene, de colonne paardenkarren pas om 17u00. Het merendeel van de voertuigen en wagens kan gevrijwaard worden. De StafCie kan zo ontsnappen aan krijgsgevangenschap. In de loop van de avond wordt de verbinding met de CP regiment terug hersteld. 

Staf/15Li
De veldtocht zit er zo goed als op voor de mannen van het 15Li. Zij die bij de nederlaag aan het Schipdonkkanaal ontsnapt zijn, of reeds van lang tevoren van hun eenheid verdwaalden, lopen doelloos rond in het Belgische achtergebied en worden samen met de rest van het leger ontwapend op 28 mei.

Staf/15Li
Het regiment wordt na de middag naar Stene bevolen, maar veel militairen zullen nooit dit bevel ontvangen.

Pl Vknr/15Li
OLt Volkaerts is kunnen ontkomen en wordt op pad gestuurd om uit te vissen waar zijn peloton zich zou kunnen bevinden. Volkaerts meldt dat onder meer te Kanegem, Schuiferskapelle, Waardamme en Veldekens gezocht werd en in dit laatste dorp nog enkele verkenners gevonden werden.

StafCie/15Li
De StafCie trekt tijdens de nacht van 27 op 28 mei samen met de rest van het regiment naar Stene nabij Oostende. 

Reisweg van de Rhenus 127 op 30 mei 1940 van Walsoorden tot Willemstad.

Staf/15Li
De weinige nog min of meer georganiseerde restanten van het 15Li die nog bij mekaar gebleven zijn, bevinden zich rond Stene nabij Oostende wanneer het nieuws van de capitulatie vernomen wordt.

Krijgsgevangenen/15Li
Na de Belgische capitulatie is de bezetter geconfronteerd met een grote massa Belgische en Franse krijgsgevangenen die op één of andere manier naar Duitsland moeten worden overgebracht. Om de evacuatie snel te laten verlopen wordt geopteerd voor het vervoer per rijnaak. Vanuit het Gentse worden de gevangen militairen via Axel en Zaamslag naar Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen gebracht. Hier wordt ingescheept om via het “Kanaal door Zuid-Beveland”, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn richting Duitsland te varen.

Transport van Belgische krijgsgevangenen per Rijnaak naar Duitsland.

Krijgsgevangenen/15Li
Op donderdag 30 mei vertrekt rond 09u00 een konvooi van vier schepen richting Duitsland. Het schip de “Rhenus 127”, met aan boord uitsluitend Belgische krijgsgevangenen, vaart als tweede in het konvooi. Rond 19u30 wordt het Hollands Diep bereikt ter hoogte van Willemstad. Hier loopt het schip op een magnetische mijn die door de Duitse luchtmacht werd gedropt aan het begin van de oorlog. Aangezien er geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Er wordt aangenomen dat er ongeveer 1.200 man werd ingescheept, onder hen een groot aantal van het 15Li. In totaal worden 167 lichamen geborgen, vermoedelijk ligt het aantal slachtoffers nog hoger. Het 15Li telt 31 geïdentificeerde slachtoffers.

Na de capitulatie

Ook Kapitein-commandant René Naets, bevelhebber van de 9de Compagnie, wordt naar Duitsland afgevoerd.  Hij sluit zich aan bij de Luitenant De Winde Kring, een vereniging van Vlaamsgezinde officieren in Duitse krijgsgevangenschap, en bekomt in 1941 zijn vrijlating om vervolgens de Vlaamse Wacht te vervoegen.  In september 1945 zal hij hiervoor ter dood veroordeeld worden door de krijgsraad te Mechelen.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
6/IIBAETENSFlorimondSdtMil3313.11.1913Duffel07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendBEULLENSArmand, Albert FlorentinaSdtMil3511.04.1915Mechelen11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
14/IVCASTEELSFrans, DomienSdtMil3525.04.1915Breendonk06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
5/IICLAESSENSJoseph, JeanSgtMil3430.01.1914Antwerpen28.05.1940VinktGeneeskundig Korps
6/IICLUYTENSSimon, ConstantSdtMil3327.06.1913Mechelen06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
14/IVDE BRUYNFelix, GustaafSdtMil3328.08.1913Mechelen11.06.1940Ooltgensplaat (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
14/IVDE RIJCKKamiel, JuliaanSdtMil3203.12.1912Kerksken08.06.1940Den Bommel (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
OnbekendDECAUWERCyrielSdtMil3231.08.1912Temse07.06.1940Den Bommel (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
7/IIDECREERené, PierreSgtMil3415.12.1914Mechelen15.05.1940GenkOf + 26.05 Genk
7/IIDE HERDTFrans, AugustSdtMil30.11.1912Duffel10.06.1940Ooltgensplaat (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
1/IDEJAEGERJoseph, FélixKplMil01.07.1906Leuven11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
4/IDERUAJean, MarcelSdtMil3521.07.1905Hever11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
9/IIIDEVADDERAugustSgtMil3419.08.1914Boutersem06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
6/IIDOBBELAEREMaurice, JeanSdtMil3301.07.1912Vinderhoute24.07.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
StafDUCHATEAUAlfred, Michel LéonAdjt05.05.1913Montignies s/Sambre25.05.1940VinktGezondheidsdienst
8/IIGAILLYFrançois, Theophiel Laurent LucienSgt19.03.1913Wilrijk30.05.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
13/IVGIELENNicolas, Albert LéonSdtMil3406.12.1914Stokkem11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
6/IIGOOSSENSPetrusSdtMil2211.01.1902Terhagen29.05.1940Zuydcoote (F)
14/IVJANSENSJean, ConstantKplMil3918.11.1919Heultje05.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
OnbekendJANSSENSMaurice, J.C.Kpl(Onbekend)(Onbekend)05.06.1940Zuid-Beijerland (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
6/IIJANSSENSRaymondSdtMil09.06.1913Mechelen07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
13/IVMARTENSAlfred, Karel Clemens AntoonSdtMil31.08.1913Hasselt07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
OnbekendMICHIELSPetrusSdtMil2829.03.1906Antwerpen20.05.1940Buigny-Saint-Maclou (F)
14/IVMOMMAERTSJozef, GerardSgtMil3321.12.1913Tildonk03.06.1940Nevele
7/IIMUTSAERSGaston, Willem LéonLtRes3113.05.1911Mechelen25.05.1940Meigem
StafNEEFSDésiré, M.J.SdtMil12.10.1907Mechelen07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
6/IINEIRYNCKPhilibert, C.A.SdtMil21.02.1913Maldegem07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
15/IVNIJSJosephSdtMil08.12.1912Zichem08.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
14/IVOSTLeonardSdtMil12.07.1912Steendorp08.06.1940Den Bommel (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
13/IVPEETERSDésiré, R.L.SdtMil28.03.1911Schulen25.05.1940Poeke
2/IRUTTENEmiel, Frans AlfonsSgtMil3423.02.1914Antwerpen17.06.1940Gent
9/IIISAEYSJean, B.SdtMil15.06.1915Leiden (NL)25.05.1940Bachte-Maria-Leerne
OnbekendSCHELLAERTBernard, Jean BaptistSdtMil3207.03.1911Erpe18.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
8/IISCHOLIERSGustaafSdtMil3409.11.1914Leuven30.05.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
4/ISIPSCharles, PhilomèneSdtMil3519.05.1915Edmonton (UK)11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
11/IIISMETLouis, JulienSgtMil3310.04.1913Rumst04.06.1940BruggeVerwond 22.05 te Moorsele
6/IISTEVENSRenéSdtMil3522.01.1915St-Gillis-Waas05.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
3/ITAEYMANSLeo, CroneelKplMil3412.07.1914Schilde07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
6/IITEIRLINCKJozef, JanSgtMil3405.10.1914Opwijk05.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
13/IVTILKENSRenier, Raymond LéonSdtMil3530.10.1913Gingelom11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
9/IIIVAN HOOFAlbert, AugustSgtMil3508.09.1915Itegem06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
9/IIIVAN OOSTENWillem, Karel HerbertSdtMil3330.10.1913Lanaken06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
4/IVAN REGENMORTELFrans, LouisLtRes09.02.1912Borsbeek11.05.1940GenkPelotonscommandant van een peloton mitrailleurs. Omgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
3/IVAN THURENHOUTIsidoorKplMil3303.10.1913Mechelen11.05.1940GenkOmgekomen in kanaalbunker langs Albertkanaal
3/IVAN WASSENHOVERaymond, FerdinandSdtMil3307.01.1913St-Amandsberg12.05.1940BorgloonVeldlazaret van I/CA
8/IIVERBRUGGHEAlfons, Albert ArthurSdtMil3304.09.1913Mechelen04.09.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
8/IIVERSCHUERENJules, FrancisSdtMil3429.03.1914Putte25.05.1940Bachte-Maria-Leerne
OnbekendVERSTRAETENEduard, Alphonse AlbertSdtMil3516.05.1915Keerbergen06.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
8/IIVERSTRAETENMarcel, EdwardSdtMil3309.09.1913Keerbergen07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
14/IVVERSTREPENFrans, Maria LouisSdtMil3225.05.1912Mechelen07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendVERVYNCKTAlbert, MichaëlSdtMil3507.08.1915Burnside (GB)09.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
6/IIZURINGSGuillaume, JulienSdtMil3410.03.1914Borgerhout05.10.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05

Bibliografie en Bronnen

  1. België in de Tweede Wereldoorlog, Deel 10, p 24. Vermelding van de ongeregeldheden bij het 15Li op 19 januari 1940 die zouden zijn opgezet door gemobiliseerde leden van het VNV en communisten uit Mechelen en Antwerpen. Achtergrondinformatie [On Line Beschikbaar]: https://www.dbnl.org/tekst/vos_066belg01_01/vos_066belg01_01_0004.php  [Laatst geraadpleegd 02 november 2022]. In het dossier van de 4Div bevindt zich eveneens een getypt verslag opgesteld in het Frans naar aanleiding van een naoorlogs intervieuw met Kolonel Tanghe, sectiechef van het 2de Bureau (inlichtingen) van de 4Div. Tijdens het intervieuw beschrijft Kolonel Tanghe de verschillende ongeregeldheden die zich hebben voorgedaan in de 4Div tijdens de mobilisatie en de achttiendaagse veldtocht zelf. Kolonel Tanghe nuanceert de feiten en maakt gewag van opschriften “Wij willen niet naar Luik” op de muren van kantonnementen, de bijzin ” om wallonië te verdedigen” heeft hij alvast nergens opgemerkt. Hij maakt geen gewag van de bewuste pamfletten maar vertelt weet te hebben van een bezoek van Staf De Clerq aan de kantonnementen van het 15Li.
  2. Beschrijving van de bunkers in het bruggenhoofd van sluis Nr 1 te Genk [On Line Beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/306827 [Laatst geraadpleegd 02 november 2022].
  3. Op 21 oktober 1936 werd de haven uitgegraven als Port Charbonnier de Genck, vrijwel uitsluitend voor het transport van steenkool uit de steenkoolmijnen van Genk (Zwartberg,  Waterschei en Winterslag) naar Wallonië. De locatie van de haven werd dan ook zodanig gekozen dat er tussen Genk en Luik geen enkele sluis hoefde gepasseerd te worden.
  4. Het gaat hier met grote waarschijnlijkheid over de 1ste Batterij MVD58 van de Groep Loopgraafartillerie van het Vestingregiment Namen (RFN). De organieke mortieren van het 15Li zijn gegroepeerd in de 15Cie van IV/15Li die is uitgerust met mortieren M76. De benaming “batterij” MVD (oftewel Mortier Van Deuren) verwijst naar een artillerie-eenheid. Binnen de artillerie zijn enkel de IVde Groep van het 3de Regiment Legerartillerie (3LA) en de Groep Loopgraafartillerie van het RFN met MVD58 uitgerust. Geen enkele batterij van 3LA is gedetacheerd naar de 4Div waardoor enkel het RFN overblijft. De 2Bij MVD58 en de 3Bij MVD58 van het RFN staan opgesteld in de Versterkte Positie Namen. De 4Bij MVD58 is in versterking gegeven van het 3de Linieregiment en staat opgesteld nabij Sluis Nr 3 op het ALbertkanaal. Door eliminatie blijft enkel nog de 1Bij MVD58 van dit regiment over (TBC want in het marsorder opgesteld door 15Li op 11 mei 1940 wordt de batterij MVD58 vermeld als 2Bij [8]).
  5. Het 4Gn heeft de installaties van de koolmijnen in Genk ondermijnd. De infrastructuur van de mijnen van Waterschei en Winterslag werden van springstoffen voorzien om te beletten dat de Duitsers de mijnen zouden exploiteren tijdens de bezetting. Bij de infrastructuur van de mijnen behoorde ook de brug over de kolenhaven. Deze brug werd op 10 mei om 14u19 tot ontploffing gebracht.
  6. Achtergrondinformatie bij de Vickers Light Utility Tractor B [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/VCL_Utility_Tractor [Laatst geraadpleegd 07 november 2022].
  7. Het gaat hier vermoedelijk om een peloton van het Recce detachement van Capitaine Renoult van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers dat eerder op de dag door Kolonel Horckmans, commandant van het 11Li, werd opgemerkt in Schalkhoven. Het 12(FRA) Regt Cuirassiers was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1 (FRA) Leger. Volgens de geallieerde planning zal het 1(FRA)Leger stelling nemen tussen Waver en Namen.[On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 24 september 2018].
  8. De reden voor het niet doorgeven van de orders naar de regimenten ligt bij het feit dat het HK van de 4Div om 09u30 wordt gesplitst in een hoofdmoot (Voorwaarts HK onder bevel van LtGen de Graeve) die verplaatst wordt naar Ulbeek en een kleinere stafeenheid (Achterwaarts HK onder bevel van GenMaj Brabant ondersteund door Cdt Nannan en Lt Lousse) die achterblijft te Hoeselt om de terugtocht van de 4Div te bevelen. Dit Achterwaarts HK krijgt om 10u30 bezoek van Kapitein SBH Fievez, Chef bureau operaties van de Staf I/LK, die meldt dat het HK van het I/LK naar Marlines wordt overgebracht. Hierop verlaat het Achterwaarts HK Hoeselt om 10u35 en plooit geleidelijk terug via Schalkhoven (11u25) en Vliermaal (12u00) waar via de CP van het EskCy 4Div voor de laatste keer contact gemaakt wordt met het Voorwaarts HK in Ulbeek. Het Achterwaarts HK bereikt Kortessem om 13u00 en vervoegt uiteindelijk Ulbeek tegen 17u30. Het Voorwaarts HK verliet intussen Ulbeek al om 15u00 en begaf zich naar Kosen (noord van Sint-Truiden) waar het om 17u00 toekomt en van waaruit om 21u00 verder doorgetrokken wordt naar Beauvechain (oftewel Bevekom).
  9. Origineel getypt exemplaar van het marsorder opgesteld in het Frans door de staf van 15Li op 11 mei 1940. Het order bevindt zich in het dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Het order bevat slechts één pagina en is zeer vaag. Het houdt nog rekening met een afmars die  gecoördineerd wordt met het 7Li. Het uur H (vertrekuur) is bij uitgifte van het order nog niet bekend en zal later meegedeeld worden. Vermoedelijk wordt OLt Volkaerts van het peloton verkenners om 19u00 uitgestuurd naar de CP van het 7Li om de verbinding met het 7Li te verzekeren tijdens de afmars. Wanneer deze laatste om 19u10 vaststelt dat het 7Li reeds vertrokken is wordt onmiddellijk overgegaan tot de aftocht van het 15Li.
  10. Toekenning van het Oorlogskruis 1940 met palm aan Lt Dury, compagniecommandant van de 2Cie die ernstig gewond raakte bij de verdediging van het sluizencomplex Nr 1 op het Albertkanaal nabij Genk, gepubliceerd in het Staatsblad van 30-31 januri 1950 p641 [On Line beschikbaar]: https://books.google.be/books?id=dc70uTT_NBMC&pg=PA641&lpg=PA641&dq=bruggenhoofd+sluis+Nr+1+Genk&source=bl&ots=V-cs9fT1tr&sig=ACfU3U0M8ILC7smu5gME_4PzRVNkN6zd0w&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwi0_ei93Y_7AhVM3KQKHaSRDKc4ChDoAXoECAcQAw#v=onepage&q=bruggenhoofd%20sluis%20Nr%201%20Genk&f=false [Laatst geraadpleegd 02 november 2022].
  11. Achtergrondinformatie bij domein Drie Fonteienen te Vilvoorde [On Line beschikbaar]: https://erfgoed.pmv.eu/Erfg_Vis_Bouwhist_Onderzoek_20191015.pdf [Laatst geraadpleegd 28 november 2022].
  12. Schriftje met uitgebreid handgeschreven verslag in het Nederlands, opgesteld door Maj Souka, commandant van I/4Li. Maj Souka beschrijft de problemen voor de stellingname van zijn bataljon door de aanwezigheid  van het ravitailleringsechelon van 15Li te Krijt. Hij vermeldt bovendien dat het bevoorradingsechelon van 15Li Krijt al om 13u00 verlaten heeft, dit in tegenstelling met de verslagen van zowel Lt Sergooris en Cdt Peeters die beiden 20u30 als vertrekuur opgeven (verder onderzoek ahv andere bronnen zal de juiste toedracht moeten achterhalen). Het schriftje bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  13. Uitvoerig handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Kolonel Warmoes, regimentscommandant van 15Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  14. Zeer beknopt handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Sergooris, commandant van de StafCie/15Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  15. Summier getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Peeters, bevelhebber van het ravitailleringsechelon (oftewel Echelon Vivres – EV) behorende tot de StafCie/15Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  16. Beknopt handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Res Vermeiren, pelotonscommandant bij de 9Cie van III/15Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  17. Oorlogsdagboek van Soldaat Jean Ooms, gepubliceerd in “De Poemp”, driemaandelijks tijdschrift heemkring Davidfonds Nijlen, Nr 92 [On Line beschikbaar]: http://www.depoemp.be/Poemp_2016/Poemp%2092%20web.pdf   en http://www.depoemp.be/Poemp_2016/Poemp%2093%20web.pdf [Laatst geraadpleegd 27 juni 2020]. De tekst vermeld geen regiment maar uit de context blijkt duidelijk dat Sdt Ooms behoorde tot het II/15Li. Het relaas is waarheidsgetrouwd en komt wat timing en locatie betreft volledig overeen met de verslagen van de officieren van 15Li die zich in het dossier bij ADIV bevinden.
  18. Slagorde officieren 15de Linieregiment bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  19. Dossier 4de Infanteriedivisie, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie te Evere.