1ste Regiment Jagers te Voet

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 1ste Regiment Jagers te Voet | 1J
1er Régiment de Chasseurs à Pied | 1Ch
Type Infanterieregiment van het actieve leger  
Ontdubbeld van n.v.t.  
Taalstelsel Franstalig  
Onderdeel van 5de Infanteriedivisie  
Bevelhebber Kolonel Léon Dagois  
Standplaats Regio Bergen (Saint-Ghislain tot Le Roeulx)
Commandopost in het Kamp van Maisière-Casteau
Samenstelling I Bataljon (Majoor Georges Verbeiren) 1ste Compagnie Fuseliers (Lt F. Foucart)
2de Compagnie Fuseliers (Lt M. Benoot)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Georges Jonnaert)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt L. Michet)
  II Bataljon (Kapitein-commandant Adrien Vanden Brandt) 5de Compagnie Fuseliers (Lt C. Wauters)
6de Compagnie Fuseliers (Kapt A. Cailleaux)
7de Compagnie Fuseliers (Lt V. Anciaux)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Constant Van Veckhoven)
  III Bataljon (Majoor SBH Victor Sondervorst) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Adolphe “Julien” Decot)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt H. Monnier)
11de Compagnie Fuseliers (Lt R. Weber)
12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Joseph D. Normand)
  IV Bataljon (Luitenant-kolonel Joseph Vincent) 13de Compagnie Mitrailleurs (Kapt P. Kesters)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Henri Druart)
15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt P. Hainaut)
  Stafcompagnie
Geneeskundige Compagnie
Peloton Verkenners (Onderluitenant Adelson Bouillon)

Tijdens de mobilisatie

Kazerne Majoor Sabbe in de Rue des Soeurs-Noires te Bergen (foto is correct, naam van de kazerne op de postkaart niet).

Staf/1J
Het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J), een actief infanterieregiment dat in de Kazerne Majoor Sabbe [1] te Bergen gestationeerd was, stond in volle vredestijd onder bevel van de 5de Infanteriedivisie (5Div). Deze actieve divisie voerde voor de afkondiging van de mobilisatie eveneens het commando over het 2de Regiment Jagers te Voet (2J) gestationeerd in de Kazerne Korporaal Trésignie te Charleroi en het 3de Regiment Jagers te Voet (3J) dat gekazerneerd was in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik. Wanneer duidelijk wordt dat een Duitse aanval op Polen niet meer af te wenden is, kondigt de Belgische regering op 26 augustus 1939 Fase A van het mobilisatieplan af. Het is tijdens deze fase dat het 1J op oorlogsvoet wordt gebracht door het oproepen van de militieklassen ‘36, ’37 en ‘38 om de onder de wapens zijnde  klas ’39 te versterken. Op 1 september staat het 1J in voor de paraatstelling van het 4de Regiment Jagers te Voet (4J), een infanterieregiment van Eerste Reserve. Dit nieuw gevormd regiment wordt samengesteld met reservisten van 1J behorende tot de militieklassen ’32, ’33, ’34 en ’35. De regimenten van Eerste Reserve hebben dezelfde organisatie en bewapening als de actieve regimenten, alleen de leeftijd en het ervaringsniveau van de manschappen verschilt gezien er meer tijd tussen hun diensttijd en de mobilisatie zit. Van zodra de mobilisatie van het 4J voltooid is, lost dit regiment het 3J af bij de 5Div, waarna het 3J overgaat naar de 10de Infanteriedivisie (10Div). Wanneer eind september de mobilisatie van de 5Div is afgerond beschikt de divisie over twee actieve infanterieregimenten (1J en 2J), een infanterieregiment van Eerste Reserve (4J), een actief artillerieregiment (11de Regiment Artillerie –  11A), een organiek geniebataljon (5de Bataljon Genie – 5Gn), een organiek transmissiebataljon (5de Bataljon Tansmissietroepen – 5TTr) en een organiek eskadron wielrijders (Eskadron Wielrijders der 5Div – EskCy 5Div). In de maanden september en oktober neemt het 1J een ondersector in langs het Kanaal Brussel-Charleroi.

Villa Les Pommiers op het terrein van het Kamp van Maisières-Casteau waar de Staf/1J zich geïnstalleerd heeft aan de vooravond van de oorlog (TBC).

Villa Les Pommiers op het terrein van het Kamp van Maisières-Casteau waar de Staf/1J zich bevond aan de vooravond van de oorlog (TBC).

Op 8 oktober 39 wordt het 1J samen met de rest van de 5Div naar de provincie Antwerpen gestuurd om stelling te nemen langs het Albertkanaal in de buurt van Geel. Kort nadat hun gevechtsstellingen zijn ingericht moet het 1J al deelnemen aan een ganse reeks alarmen naar aanleiding van het verslag van 6 november 1939 waarmee de Belgische militair attaché in Berlijn meldde dat een Duitse aanval gepland was voor de nacht van 11 op 12 november 1939. De Britten bevestigden dit bericht waarna in de nacht van 10 op 11 november 1939 alarm wordt geblazen langsheen het Belgische front. Alles blijft echter rustig, Hitler stelde de aanval uit wegens het slechte weer en moeilijkheden met het spoor. Op 15 november eindigt de alarmtoestand. Het gemobiliseerde leger begint zich te organiseren voor het lange wachten. Karweien, veldwerken aanleggen en wacht kloppen lossen elkaar af. Eind november wordt het regiment doorgestuurd naar het Kamp van Beverlo voor doorgedreven manoeuvres en een korte rustperiode. Gedurende de kampperiode, die duurde van 29 november 39 tot 6 januari 1940, werden niet alleen schietoefeningen met de persoonlijke bewapening uitgevoerd maar ook manoeuvres op niveau bataljon. Er werd vooral getraind op het uitvoeren van tegenaanvallen in samenwerking met gepantserde voertuigen. Het is tijdens deze kampperiode dat enkele eenheden van het 1J revolteren en meer soldij eisen. Soldaten weigeren de bevelen uit te voeren en zowat vijfhonderd man poogt te betogen tegen de schorsing van de verloven [2]. De opstand wordt in de kiem gesmoord maar heeft als resultaat dat vanaf 1 januari een hogere soldij wordt uitbetaald. Op 6 januari verlaat 1J het kamp van Beverlo om een ondersector langs het Albertkanaal in te nemen in Zuidoost-Limburg tussen Lixhe en Vroenhoven. Op 30 april 1940, amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog wordt de 7de Infanteriedivisie (7Div), een divisie van Eerste Reserve, naar het Albertkanaal gestuurd om de stelling Eigenbilzen – Lixhe over te nemen van de 5Div. Het 1J wordt aan het kanaal afgelost door het 2de Regiment Grenadiers (2Gr) van de 7Div en vertrekt naar Bergen waar ze ingezet worden als algemene reserve van het leger [3]. De commandopost (CP) van het regiment bevindt zich aan de vooravond van de oorlog in het Kamp van Maisière-Casteau nabij Bergen. De bataljons zijn ontplooid tussen Saint-Ghislain en Le Roeulx. 

Pl Vkr/1J
Het Peloton Verkenners van het 1ste Regiment Jagers te Voet (Pl Vkr/1J) wordt bevolen door Onderluitenant Bouillon en beschikt over twee secties wielrijders uitgerust met fietsen en één sectie wielrijders uitgerust met motorfietsen (oftewel moto’s). Het Pl Vkr/1J bevindt zich op 9 mei in het Kamp van Maisière-Casteau nabij Bergen waar ze instaan voor de beveiliging van de CP van het regiment.

De houten barakken van het Kamp van Maisière-Casteau waar de manschappen van 1J zich bevonden bij de afkondiging van het algemeen alarm

De houten barakken van het Kamp van Maisière-Casteau waar de manschappen van 1J zich bevonden bij de afkondiging van het algemeen alarm

Staf/1J
Om 01u50 ontvangt de Staf/1J in zijn CP te Casteau de afkondiging van het algemeen alarm. Wanneer het tijdens de ochtend duidelijk wordt dat de Duitsers in het oosten de grens zijn overgestoken, krijgt het regiment het bevel om zich samen met de andere eenheden van de 5Div onmiddellijk naar de K.W. Stelling (ook Weerstandsstelling genoemd) te verplaatsen. De 5Div krijgt de sector Rijmenam – Wespelaar toegezen. Het 1J moet binnen deze divisiesector de ondersector Rijmenam – Haacht innemen. Rechts van 1J wordt het 2J opgesteld tussen Haacht en Wespelaar terwijl 4J(-) stelling neemt van Wespelaar tot het Kanaal Leuven – Dijle [4]. Links van 1J worden voorlopig nog geen eenheden ontplooid langs de K.W. Stelling. De verplaatsing van de verschillende bataljons van het 1ste Jagers te Voet wordt in het Kamp van Maisière-Casteau gecoördineerd. Alle bataljons worden gedurende de dag overgebracht naar kantonnementen in de buurt van Bonheiden, Rijmenam en Keerbergen ten oosten van de Dijle. Het transport wordt verzekerd door vrachtwagens van de 4de Compagnie van de Legerautogroepering (LAuGpg). 

I/1J
Majoor Verbeiren, bataljonscommandant van het I/1J, ontvangt rond 07u00 het telefonisch bericht van de Staf/1J dat zijn bataljon zich omstreeks 08u30 moet klaar houden om te vertrekken van Bergen naar een onbekende bestemming. Om 09u30 verschijnen de voertuigen van de LAuGpg die hen ter plaatse zullen brengen. Pas bij het vertrek van de colonne rond 10u30 krijgt de majoor te horen dat de bestemming Bonheiden is. Via Casteau, Soignies en Vilvoorde komt I/1J  tegen 15u15 aan te Bonheiden. Onderweg is men nipt ontsnapt aan een bombardement van Luftwaffe. De paardenwagens van het bataljon zijn per spoor van Bergen naar Mechelen vervoerd. Majoor Verbeiren stelt de troepen verdekt op in de beboste omgeving ten oosten van Bonheiden tot de komst van Kolonel Dagois. Deze geeft het  I/1J de opdracht om het zuidelijk voorkwartier in te nemen tussen de Dijle en de baan Keerbergen – Mechelen. 

II/1J
Tussen 03u00 en 04u00 is ook het II/1J gealarmeerd. Het bataljon vertrekt om 11u00 per vrachtwagen richting K.W. Stelling. Wanneer het bataljon er rond 15u30 arriveert wordt het onmiddellijk doorgestuurd naar Rijmenam, waar om 17u00 begonnen wordt met de organisatie van het terrein en de bezetting van de bunkers. Het II/1J wordt in tweede echelon van het regimentsdispositief opgesteld. De paardenwagens die per trein naar de K.W. Stelling gebracht worden zullen pas op 11 mei rond 15u00 toekomen in het station van Nekkerspoel te Mechelen. De 5de Compagnie (5/II/1J) van Luitenant Wauters, versterkt met een peloton anti-tankkanonnen van de 14Cie en een sectie van het Peloton Verkenners, blijven nog even de wacht optrekken in het Kamp van Maisière-Casteau. De 5Cie zal pas in de ochtend van 11 mei de verplaatsing per trein naar Weerde aanvatten. De Staf van II/1J wordt ondergebracht in het kasteel Hollaken.

III/1J
Na gealarmeerd te zijn rond 03u15 vertrekt het III/1J pas om 13u00 vanuit het Kamp van Maisière-Casteau per vrachtwagen naar Bonheiden. Het bataljon komt er toe na een snelle rit om 15u00 (TBC) en neemt het noordelijk voorkwartier van het regimentsdispositief in ten noorden van de baan Keerbergen – Mechelen.

IV/1J
Het IV/1J is gestationeerd te Thieusies en ontvangt het alarm rond 03u15. De 13de Compagnie gekantonneerd in het kasteel Duparc en 15de Compagnie gekantonnerd in de brouwerij Grisette, worden omstreeks 11u50 per vrachtwagen naar Rijmenam vervoerd, waar ze toekomen rond 14u30. De 14de Compagnie gekantonneerd in het centrum van Thieusies zal voorlopig nog ter plaatse blijven.

Oleaat van 5Gn die een overzicht geeft van de divisiesector van de 5Div op 11 mei 1940 (originele schets uit dossier 5Gn)

Oleaat van 5Gn die een overzicht geeft van de divisiesector van de 5Div op 11 mei 1940 (originele schets uit dossier 5Gn)

Staf/J1
Wanneer duidelijk wordt dat de Versterkte Positie Luik ontruimd zal worden, beslist het Groot Hoofdkwartier (GHK) dat de 2de Infanteriedivisie (2Div), die opgesteld stond ten oosten van Luik, zich terug moet plooien op de K.W. Stelling om zich ten noorden van de 5Div op te stellen. De 2Div die in de loop van de dag vanuit Luik met autobussen en vrachtwagens van de LAuGpg naar de K.W. Stelling wordt gebracht krijgt een sector toegewezen tussen Rijmenam en Haacht (exclusief). Hierdoor moet de 5Div opschuiven naar het zuiden en een gedeelte van de sector van de 10Div overnemen. De oorspronkelijke divisiesector Rijmenam – Wespelaar wordt nu de sector Wespelaar – Wijgmaal. De nieuwe divisiesector heeft een breedte van zo’n 9Km.  Ten noorden van het Kanaal Leuven – Dijle wordt het front van de sector gevormd door een anti-tankgracht versterkt met een IJzeren Muur van Cointet hekkens. Deze muur van Cointet-hekkens, weliswaar zonder anti-tankgracht, loopt vanaf Wespelaar via het station van Hambos verder tot Tildonk – Sas op het Kanaal Leuven – Dijle. Ter hoogte van Tildonk – Sas kruist de K.W. Stelling het kanaal om vervolgens de zuidelijke kanaaloever te volgen tot aan de Remy-fabriek te Wijgmaal. Hierbij moet het 4J de ondersector van het 3J overnemen langs het kanaal. 2J en 4J zullen nu in eerste echelon opgesteld worden terwijl het 1J moet stelling nemen in tweede echelon van de divisie over de ganse breedste van de divisiesector. De in te nemen stelling door het 1J loopt van Kampenhout-Sas langs het Kareelbos ten zuidwesten van Buken tot aan het Kastanjebos ten noorden van Veltem. Dit noodzaakt de herontplooing van het merendeel van het regiment ten zuiden van het Kanaal Leuven – Dijle.  Omdat III/4J en IV/4J nog steeds bewakingsopdrachten uitvoeren te Brussel worden III/1J, de 13Cie Mitrailleurs van IV/1J en een peloton M76 mortieren van de 15Cie van IV/1J in steun gegeven van het 4J(-) dat in eerste lijn van de divisie staat opgesteld. De bataljonscommandanten van 1J worden in de loop van de dag op het CP regiment geconvoceerd voor het ontvangen van nieuwe orders die de herontplooiing van het regiment regelen. Op deze ordergroep is ook  de regimentscommandant van het 6de Linieregiment (6Li), Kolonel SBH Godeau, aanwezig. Nadat de orders zijn gegeven verplaatst de CP van het 1J zich naar het kasteel Ter Balk [5] gelegen langs de Waterstraat tussen Wilder en Nederokkerzeel.

Kasteel Ter Balk waar de CP van 1J staat opgesteld vanaf 11 mei.

Kasteel Ter Balk waar de CP van 1J staat opgesteld vanaf 11 mei.

I/1J
Tegen de middag wordt Maj Verbeiren opgehaald door Lt Malrain van de staf die hem met het voertuig van de regimentscommandant naar de CP regiment brengt voor de ontvangst van nieuwe orders. Tijdens de ordergroep krijgt Maj Verbeiren de opdracht om zijn bataljonsvak te Rijmenam over te geven aan het III/6Li en na te zijn afgelost het bataljon naar het gehucht Over-de-Vaart (Kampenhout-Sas) te laten afmarcheren. Wanneer Maj Verbeiren terugkomt in zijn CP roept hij zijn compagniecommandanten bijeen om de nodige orders voor de verplaatsing naar de nieuwe stelling te geven. Gezien de aflossing door III/6Li tegen valavond zal plaatsvinden kunnen de nieuwe stellingen niet onmiddellijk verkend en bezet worden. Om die reden laat de regimentscommandant toe dat I/1J zich verplaatst naar het Weisetterbos ten zuiden van het Kanaal Leuven-Dijle om er de nacht in een kantonnement door te brengen. OLt Danvin, officier adjunct van I/1J, wordt voorop gestuurd om de kantonnementszone en een opstelplaats voor de CP bataljon te verkennen. Majoor Leestmans, bataljonscommandant van III/6Li komt als eerste toe om het bataljonsvak van I/1J te verkennen. Na de verkenning wordt het bataljonsvak formeel overgegeven. De Staf  I/1J verlaat Rijmenam als eerste om 19u50 waarna de compagnies zich één per één in afzonderlijke marscolonnes naar het Weisetterbos begeven. Om 20u50 wordt de CP bataljon geïnstalleerd in de woning Verrijt-Verhoeven aan de Kapitein Tobbackstraat 13 te Boortmeerbeek om de verplaatsing op te volgen. Vanaf 21u00 beginnen de compagnies toe te komen in het Weisetterbos te Kampenhout om er een rustkantonnement in te nemen. De verplaatsing verloopt moeizaam omdat er zich veel terugtrekkende troepen op de wegen richting Kampenhout bevinden. Om 22u00 hebben de drie fuselierscompagnies zich in hun voorziene bivakplaats geïnstalleerd. Alleen de 4Cie Mitrailleurs heeft nog tot middernacht nodig om met zijn materieel op zijn bivakzone aan te komen. De nacht van 11 op 12 mei wordt in het bos doorgebracht.

II/1J
Het II/1J verlaat Rijmenam om 16u00 en komt om 19u00 aan ten zuidwesten van Buken in het Kareelbos in de buurt van de Balkestraat.

III/1J onder bevel van 4J
Het III/1J verlaat zijn stelling te Keerbergen en begeeft zich naar het Kastenjebos tussen Buken en Veltem waar het bataljon onder bevel van 4J komt te staan. Van hieruit gaat het bataljon in stelling op tweede echelon van 4J.  De eenheid wordt versterkt met de 13Cie Mitrailleurs van IV/1J en met een peloton M76 mortieren van de 15Cie van IV/1J.  Met deze middelen bezet III/1J het steunpunt Tildonk (bunkers Th1 tot Th4 en tussenliggende stellingen), en het steunpunt Doren (bunkers Do1 tot Do4 en tussenliggende stellingen).  Deze beide steunpunten worden gedekt door drie pelotons die respectievelijk opgesteld worden ten westen van de brug van Tildonk, langsheen de Mortelstraat en langsheen de Karrestraat.  Het III/1J moet tevens drie pelotons mitrailleurs detacheren om de luchtverdediging van de kanaalbrug van Tildonk te realiseren.

IV/1J
Na de herontplooiing achter het Kanaal Leuven-Dijle wordt de CP van IV/1J gecolocaliseerd met de CP van 1J in het kasteel Ter Balk in Kampenhout. Het IV/1J heeft, zoals gebruikelijk, zijn middelen als volgt over de drie andere bataljons verdeeld.

  • 13Cie IV/1J
    De 13Cie Mitrailleurs wordt in zijn geheel in versterking gestuurd van III/1J en komt zo onder bevel te staan van 4J.
  • 14Cie IV/1J
    De 14Cie verlaat samen met de achtergebleven 5Cie van Luitenant Wauters en de resterende paardenvoertuigen Thieusies in de vroege ochtend. Het detachement marcheert naar het station van Masnuy-Saint-Pierre en vertrekt er per spoor om 02u15. Ze worden afgezet te Weerde omstreeks 04u15 van waaruit te voet via Elewijt, Kampenhout en Boortmeerbeek naar Rijmenam gemarcheerd wordt. Na de herontplooiing van 1J achter het Kanaal Leuven-Dijle wordt een peloton C47mm in versterking gegeven van de 1Cie van I/1J en opgesteld langs de toegangswegen naar de brug van Over-de-Vaart.
  • 15Cie IV/1J
    Een peloton mortieren wordt in versterking gegeven van III/1J, een peloton in versterking van 1/I/1J en een peloton in versterking van 3/I/1J.

Staf/1J
De ontplooiing van de 5Div op de K.W. Stelling is nu min of meer compleet. 2J en 4J staan opgesteld in eerste echelon van de divisie. Het 2J bezet de noordelijke ondersector tussen Haacht en Wespelaar, het  4J(-) versterkt met III/1J bezet de zuidelijke ondersector tussen Tildonk-Sas en Wijgmaal. Het 1J(-) is achter de regimenten in lijn ontplooid in tweede echelon van de divisie over de ganse breedte van de divisiesector. Het regiment zal nog versterkt worden met III/4J en IV/4J van zodra deze beide bataljons toekomen in de divisiesector na het beëindigen van hun beveiligingsopdracht in de hoofdstad. Na integratie van III/4J in zijn dispositief zal 1J het tweede echelon van de divisie verdedigen met drie bataljons in lijn. Binnen de ondersector van 1J bezet het I/1J het linkerkwartier ter hoogte van  Kampenhout-Sas achter 2J, het II/1J bezet een bataljonsvak in het centrum van de ondersector ter hoogte van het Kareelbos ten zuidwesten van Buken en het III/4J krijgt het rechterkwartier toegewezen ter hoogte van het Kastanjebos achter 4J. Rechts van de 5Div staat de 10Div opgesteld met 5J en 6J in eerste echelon, het 3J staat opgesteld in tweede echelon van de 10Div en verlengt de posities van 1J.  De middelen van IV/4J zullen verdeeld worden over de bataljons van 1J. Het 1J beleeft zijn een rustige eerste dag op de K.W. Stelling, enige activiteit van de Luftwaffe niet te na gesproken. Er wordt hard doorgewerkt aan de installatie van de bataljons op de verschillende linies.

Ondersector van het 1J tussen Kampenhout-Sas en het Kastanjebos

Ondersector van het 1J tussen Kampenhout-Sas en het Kastanjebos (Duitse stafkaart 1941) [6]

Toch is de opstelling nog niet volledig geconsolideerd. Om 01u00 wordt Kolonel Dangois samen met zijn Adjudant-majoor voor een stafbriefing ontboden op het HK van de divisie.  Vooreerst wordt de situatie te Leuven besproken. De British Expeditionary Force heeft zich bij de start van de Duitse aanval naar Leuven verplaatst om zoals overeengekomen de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven (exclusief) tot Waver. Er bestaat echter onenigheid binnen het geallieerde oppercommando over waar precies de scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legerzone dient te lopen; ten noorden of ten zuiden van Leuven. Tijdens de ordergroep van de 5Div geeft de divisiecommandant eveneens richtlijnen voor het verhogen van de paraatheid binnen de divisiesector. In de bunkers langs de voorste linies moeten alle automatische wapens permanent bemand worden.  Doorheen de divisiesector moeten alle C47mm anti-tankkanonnen in hun veldversterkingen worden geplaatst. De rest van het regiment moet paraat blijven in zijn rustkantonnementen en binnen het half uur de linies volledig kunnen bemannen. Tenslotte wordt nog meegegeven dat de vijand zich ten oosten van Hasselt bevindt. Tussen de vijand en de stellingen van de 5Div heeft het Cavaleriekorps (CK) de Demer/Gete-stelling (lijn Kwaadmechelen – Diest – Tienen) defensief ingericht met het oog op het vertragen van de vijand tot de K.W. Stelling volledig bezet en ingericht is. 

Universal Carrier (oftewel Bren Gun Carrier) van het type zoals ontplooid in de sector van de 5Div op 12 mei.

Universal Carrier (oftewel Bren Gun Carrier) van het type zoals ontplooid in de sector van de 5Div op 12 mei.

In de namiddag komt de Britse 3rd Infantry Division [3(UK)Div], bevolen door Generaal-majoor Montgommery, toe in de divisiesector van de 10Div. De Britse bataljons beginnen zich te installeren in de bataljonsvakken van 5J en 6J, zonder zich al te veel aan te trekken van de Belgen. De communicatie tussen beide divisies is nagenoeg onbestaande. De onduidelijkheid over de limiet tussen het Belgische en het Britse leger heeft tot gevolg dat ook de zuidelijke grens van de ondersector van 1J niet gecoördineerd is met de Britten en bijgevolg nog niet vastligt. Ook in de sector van de 5Div komen enkele eskadrons van het 5th (Royal) Inniskilling Dragoon Guards [5(UK)RIDG] toe. Het 5(UK)RIDG is een verkenningseenheid van de British Expeditionary Force die tijdelijk onder bevel van de 3(UK)Div werd geplaatst. Het 5(UK)RIDG heeft als opdracht de noordflank van de 3(UK)Div te beveiligen en ontplooid zijn B Squadron achter het Kanaal Leuven-Dijle. De Britse Major Scott, Squadron Commander van B Squadron, installeert zijn CP nabij de CP van het 4J en staat in radiocontact met de CP van de Britse 7th Brigade [7(UK)Bde] die zich ten zuiden van 4J en 1J op de linkerflank van de 3(UK)Div heeft opgesteld. Het B Sqn heeft vier pelotons infanteristen op Universal Carrier pantserwagens en twee tankpelotons ontplooid in de sector van de 5Div. Eén peloton, het 3Pl van Lt Turner, bevindt zich in het batalonsvak van I/4J bij de vernielde brug van Wijgmaal, het peloton van Lt Gibson bevindt zich in het bataljonsvak van II/4J bij de sluis van Tildonk-Sas, het peloton van SgtMaj Bevington bevindt zich in het bataljonsvak van III/1J bij de brug van Tildonk en het peloton van SgtMaj Chunn bevindt zich in het bataljonsvak van I/1J bij de brug van Kampenhout-Sas nabij Over-de-Vaart.  De twee tankpelotons van B Squadron (de pelotons van Lt Crockett en SgtMaj Holt) worden in reserve gehouden nabij Doren.

Bataljonsvak I/1J te Over-de-Vaart ingenomen vanaf 12 mei 1940.

Bataljonsvak I/1J te Over-de-Vaart ingenomen vanaf 12 mei 1940.

I/1J
Bij het aanbreken van de dag verlaten de compagnies het Weisetterbos om hun stellingen in te nemen. De 1Cie van OLt Breviere (1/I/1J) wordt opgesteld ten noorden van het Kanaal Leuven – Dijle op het domein Schoonhof (oftewel kasteel van Fierlant). 1/I/1J wordt nog versterkt met een peloton anti-tankkanonnen C47mm bestaande uit twee secties van ieder twee C47mm (één sectie op de baan Leuven – Mechelen en één sectie ten noorden van het gehucht Over-de-Vaart langs de baan Brussel – Haacht), het peloton mitrailleurs van OLt Spinette van de 4Cie dat wordt opgesteld in de richting van Mechelen en het peloton luchtafweermitrailleurs (oftewel Mitrailleurs Contre Avions – MiCA) van OLt Dehoust van de 4Cie die de noordelijke oever van de brug verdedigt. De 2Cie van Lt Benoot  (2/I/1J) bezet de vaartdijk ten westen van de brug tegen het Weisetterbos. De 2Cie zal versterkt worden met een peloton Mortieren 76mm en een peloton Mitrailleurs van IV/4J wanneer deze zullen toekomen uit Brussel. De 3Cie van Cdt Jonnaert (3/I/1J) bevindt zich achter het kanaal ten oosten van de baan Brussel – Haacht tussen de brug van Over-de-Vaart en de brug van Tildonk waar de stellingen aansluiten op die van 4J. De 3Cie  is reeds versterkt met een peloton mortieren 76mm en een peloton mitrailleurs. De luchtverdediging van de brug te Kampenhout-Sas wordt verzekerd door het peloton MiCA van OLt Dehoust in steun van de 1Cie versterkt met vier machinegeweren FM van de 1Cie die opgesteld worden ten noorden van de brug en door een peloton MiCA in steun van de 3Cie versterkt met vier FM van de 3Cie ten zuiden van de brug. Naar de avond toe komen de eerste eenheden van de 1ste Infanteriedivisie (1Div), hoofdzakelijk behorende tot het 4de Linieregiment (4Li) aan bij de brug van Kampenhout-Sas. Zij worden doorgestuurd naar een verzamelzone tussen Buken en Tildonk.

III/4J(-) onder bevel van 1J
Het III/4J komt na een nachtelijke voetmars vanuit Brussel rond 04u00 toe in de ondersector van 1J te Kampenhout en bezet een rustkantonnement in de woonkernen van de Balkestraat. Bij het aanbreken van de dag wordt III/4J vanuit zijn kantonnement in de Balkestraat doorgestuurd naar het Kastanjebos, een bos ten noordoosten van Veltem. Het bataljon wordt onder bevel geplaatst van van Kolonel Dagois, echter zonder zijn 9de Compagnie Fuseliers (9/III/4J) want die werd te Brussel gehouden voor de verdediging van het koninklijk paleis.  Het Kastanjebos maakt deel uit van het derde echelon van de 5Div achter de K.W. Stelling. Links van het III/4J bevindt zich het II/1J,  rechts het I/3J.  Het III/4J heeft zijn stellingen bij het Kastanjebos te Veltem bezet en ingericht tegen de avond.  Het 2de Peloton onder bevel van OLt Lauwers van de 11Cie, aangevuld met een sectie mitrailleurs van de 12Cie, wordt gedetacheerd naar het I/4J ter verdediging van de zuidelijke flank van het eerste echelon. 

IV/4J onder bevel van 1J
Wanneer het bataljon om 05u00 toekomt ten noordoosten van het Kastanjebos (Veltem) wordt het eveneens ter beschikking gesteld van 1J. De pelotons mitrailleurs, C47mm en mortieren van het IV/4J worden verdeeld over de verschillende bataljons van het 1J. Eens alle middelen verdeeld blijft de Staf/IV/4J werkloos achter. Om die reden wordt Majoor Woussen, commandant van het IV/4J, samen met zijn staf gedetacheerd naar 4J waar hij het bevel overneemt van het gedeelte van de troepen van III/1J die opgesteld staan op het tweede echelon van 4J.

Opstelling van 10Div van 11 mei tot 13 mei 1940  (bron: CDH).

Staf/1J
In de ondersector van 1J  worden de bataljons vanaf 04u00 in staat van alarm geplaatst nadat vernomen wordt dat de vijand contact heeft gemaakt met de troepen van het Cavaleriekorps die staan opgesteld langs de Demer/Gete-stelling. De beslissing omtrent de limiet tussen de Belgische en de Britse operatiezone wordt in de loop van de dag genomen. De Britten zullen de sector van de 10Div overnemen en opgesteld worden ten zuiden van 4J en 1J. De 10Div moet zijn stellingen rond Leuven verlaten en zich in reserve opstellen achter de 2Div en de 5Div. De aflossing van de 10Div door de 3(UK)Div wordt gepland tijdens de nacht van 13 op 14 mei en dient voltooid te zijn tegen 14 mei 03u00.

I/1J
Het gros van de 1Div wordt in de vroege ochtend van 13 mei afgelost op de Demer-Gete Stelling en doorgestuurd naar een nieuwe verzamelzone nabij Kampenhout, Elewijt en Berg net ten zuidwesten van het bataljonsvak van I/1J. Eerst trekken de eenheden van het 4Li voorbij die de nacht van 12 op 13 mei hebben doorgebracht te Buken en Tildonk. Naar de avond toe passeren I/24Li en II/24Li vanuit Leuven via Tildonk op doortocht naar Kampenhout. Als laatste komt III/24Li vanuit Haacht aangemarcheerd en steekt het kanaal te Kampenhout-Sas over. Er ontstaat een grote verkeerschaos ter hoogte van de brug over het kanaal. Naast de eenheden van de 1Div trekken er ook nog voortdurend troepen en geïsoleerde militairen van eenheden die eerder het Albertkanaal verlieten voorbij in de sector van het I/1J. Om de verkeersstromen min of meer onder controle te krijgen vervangt Maj Verbeiren de pelotonscommandant met piketdienst bij de brug door Kapitein-commandant Michet, compagniecommandant van de 4Cie. Met veel moeite krijgt Cdt Michet de verkeerschaos opgelost niet in het minst omdat slechts weinig goed geëncadreerde eenheden voorbijtrekken 

III/4J(-) onder bevel van 1J
Een gedeelte van de versterkingen toegekend aan 1J wordt terug aan de controle van het regiment onttrokken. III/4J krijgt om 19u45 van de 5Div de opdracht een flankhoede te leveren om de detachementen van het 6J te vervangen die zich nog te Doren bevinden. Hiertoe wordt de 12Cie () van Luitenant Carpin, versterkt met een peloton van het 10/III/4J, een peloton van het 11/III/4J en een peloton C47mm van de 14/IV/4J naar Doren nabij Herent gestuurd om er terug onder bevel te komen van 4J. Deze versterkte compagnie komt te Doren toe om 21u30 en neemt stelling op de rechterflank van 4J. Deze versterkte compagnie moet enkele eenheden van het 6J vervangen die zich nog te Doren bevinden en die niet zullen worden afgelost door de Britten. Uiteindelijk blijven noch slechts de bataljonsstaf, de 10Cie (min een peloton) en de 11Cie (min een peloton) ter beschikking van 1J voor de organsatie van de stellingen in het Kastanjebos. 

Staf/1J
Eens het Cavaleriekorps de linies doorkruist heeft, worden de doorgangen in de Cointet versperringen gesloten op de banen Werchter-Haacht en Rotselaar-Tildonk.

I/1J
Tijdens de nacht wordt de baan Brussel – Haacht beschoten door de Duitse artillerie (in het kwartier van het I/1J). Rond 09u20 worden de stellingen van het I/1J gebombardeerd door de Luftwaffe, zonder slachtoffers te maken. De materiële schade aan de omliggende huizen is echter enorm. De brug werd niet geraakt.

Duizenden Cointent hekkens vormden een barrière tegen voertuigen op de K.W. Stelling.

I/1J
Op 15 mei worden enkele manschappen van het I/1J door de bataljonscommandant belast met het bijeen drijven van het loslopende vee. Men vindt veel achtergelaten materiaal, waaronder enkele FM30s met al hun toebehoren van het 4de Linieregiment en enkele DBT’s.

Staf/1J
Het Belgisch leger zal zich terugtrekken op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmaneuver uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een veilige manier. Gedurende de dag zal het 1J nog op post blijven. Omdat berichten toekomen op het divisiehoofdkwartier dat de Engelsen op de rechterflank teruggedrongen worden uit hun opstelling en vijandelijke soldaten zouden geïnfiltreerd zijn (ter hoogte van de lijn Haacht – Rotselaar rond 11u25), krijgt het 1J de opdracht van luitenant-generaal Spinette om de verdediging van het Kastanjebos te organiseren, gesteund door IV/11A die nieuwe posities heeft ingenomen.

II/1J
Het II/1J wordt naar kilometerpaal 5 van de baan Leuven – Mechelen tussen Winksele-Delle en Herent gezonden om er de verdediging naar het zuiden toe te organiseren. Aangezien de Britten hun verloren posities heroveren, worden de bevelen aan het 1J herroepen. Het II/1J krijgt om 16u55 een tegenorder om zich opnieuw naar het Kareelbos te begeven, waar het toekomt om 18u30.

Staf/1J
De eenheden van het 1J verlaten hun stellingen aan het Kanaal Leuven – Dijle rond middernacht en komen tijdens de ochtend van 17 mei aan te Vilvoorde. Langsheen de baan over het Kanaal van Willebroek staan op regelmatige afstand stafofficieren van de 5de Infanteriedivisie opgesteld die de manschappen luidkeels aanmoedigen zo snel mogelijk te marcheren onder dreiging van de onmiddellijke vernietiging van de brug. Het 1J komt rond 14u00 aan te Wolvertem (ten westen van het kanaal van Willebroek) en krijgt er kantonnementen toegewezen. In de buurt van Wolvertem bevinden zich ook de Staf van het 1ste Licht Regiment van de Rijkswacht.

Tijdens de nacht van 17 op 18 mei zal het 1J de Dender oversteken na een mars via Merchtem en Affligem naar Erembodegem.

I/1J
Aanvankelijk werd het I/1J aangeduid als achterhoede voor de terugtocht tijdens de nacht van 16 op 17 mei, maar dit bevel wordt later terug ingetrokken. De 1ste Compagnie van I/1J bevindt zich nog steeds ten noorden van de vaart. Er wordt gevreesd dat men de vaart niet meer zal over geraken indien de bruggen voortijdig opgeblazen worden. Er worden vlotten in gereedheid gebracht om daarmee desnoods de oversteek te maken. Dit zal uiteindelijk niet nodig blijken te zijn. Het I/1J breekt het gevecht af rond middernacht en vertrekt richting Vilvoorde

II/1J
Het II/1J verlaat zijn stelling om 00u30 en start zijn terugtocht.

III/1J
Terwijl de andere eenheden de terugtocht aanvatten moet het III/1J te Tildonk blijven om er de genie te beschermen die de brug zal vernietigen. Om 02u00 op 17 mei wordt de brug van Tildonk vernietigd, waarna het III/1J een uur later, samen met de rest van de achterhoede de KW-linie verlaat. Het bataljon marcheert het regiment achterna via Kampenhout, Perk, Peutie en Vilvoorde. III/1J passeert de brug van Vilvoorde tussen 09u00 en 10u00 waarna het bataljon verder marcheert naar Wolvertem waar het om 14u00 toekomt. Het III/1J zoekt een tijdelijk kantonnement dwars over de weg Wolvetem – Merchtem ten westen van de kerktoren van Wolvertem. Even na 17u00 waait een ware paniekstorm door het kantonnement van III/1J. De mannen zijn ervan overtuigd geraakt dat de Duitsers reeds het Kanaal van Willebroek overschreden hebben en aanstonds Wolvertem zullen binnenvallen. Honderden militairen vluchten weg uit hun kantonnementen. Majoor SBH Sondervorst begeeft zich per sidecar naar de Merchtemsesteenweg waar hij manu militari, met de revolver in de hand, zijn militairen tracht tegen te houden. Hij wordt hierbij bijgestaan door Cdt Normand, commandant van de 12e Compagnie. De 9de compagnie is er in zijn geheel van door gegaan en snelt naar Merchtem. Cdt Normand krijgt de sidecar van de bataljonscommandant ter beschikking en wordt onmiddellijk achterna gezonden. Hij kan een aantal manschappen tegenhouden en hen overtuigen naar Wolvertem terug te keren. Wanneer de paniek wegebt stelt men vast dat zo’n 200 militairen, waaronder vijf officieren en een aalmoezenier, op het appel ontbreken en gevlucht zijn. Enkele van de gevluchte militairen haken een paar dagen later opnieuw aan maar de meesten zullen echter geen aanstalten maken om naar het regiment terug te keren. Twee ontbrekende officieren en de aalmoezenier die niet naar het regiment terugkeren worden als deserteurs opgegeven. Die avond zet het III/1J zich na het invallen van de duisternis opnieuw op weg. Om 22u00 wordt afgemarcheerd richting Erembodegem.

Staf/1J
Via Merchtem en Affligem zet het 1J koers naar Erembodegem. Hier steekt het 1J hier in de vroege ochtend van 18 mei de Dender over.  De brug van Erembodegem ligt in de Britse legerzone en er moet aangedrongen worden om niet over te gaan tot de vernieling van het kunstwerk tot na de doortocht van de laatste Belgen.

Vervolgens houdt de ganse 5Div halt in zijn nieuwe kantonnementsgebied rondom het dorp Erpe.

Staf/1J
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde, die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. De 5Div heeft het bevel gekregen over de Sector Semmerzake – Munte van het Bruggenhoofd Gent. Tijdens de derde en laatste nachtelijke etappe van de terugtocht K.W. Stelling komt de 5de infanteriedivisie aan op zijn nieuwe posities langsheen de zuidrand van het Bruggenhoofd Gent. Van Erpe wordt via Burst en Eke het bruggenhoofd binnengemarcheerd in de richting van Vurste. De terugtocht wordt gedekt door de achterhoede van het eskadron cyclisten van de divisie die zich voor die opdracht te Impe gehergroepeerd hebben.
De drie regimenten van de Div nemen de stelling van het 7Li over en worden als volgt ontplooid:

  • het 4de Jagers te Voet krijgt de linker ondersector Munte en leunt aan bij het 7Li van de 4Div
  • het 1ste Jagers te Voet krijgt de ondersector Vurste in het centrum achter de regimenten in lijn;
  • het 2de Jagers te Voet krijgt de rechter ondersector Semmerzake en sluit aan bij het 8Li van de 9Div.
  • Het divisiehoofdkwartier verhuist naar De Pinte.

Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdediginslinie bestaat uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hebben en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hebben nog een verdieping en 35 zijn uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Van de te verdedigen stelling is voor de oorlog een volledig dossier met de opstelling en bezetting opgemaakt. Dit dossier evenals de sleutels van de abri’s zijn evenwel verloren gegaan en de bataljons van het 1J moeten zelf uitzoeken waar de bunkers zich bevinden. De Cointet en Tetraëder anti-tank hindernissen zijn nooit geplaatst en ook de draadhindernissen zijn op vele plaatsen opgeruimd door de boeren die hun vee naar de weiden moesten brengen. De bataljons van het 1J die de stelling zullen bemannen moeten de bunkers zelf inrichten en ook de verbindingsloopgraven terug in orde brengen.

Staf/1J
Het 1J blijft op zijn nieuwe stellingen in aan de zuidrand van het Bruggenhoofd Gent. De bunkers in de ondersector zijn nu overgenomen en alle zware wapens werden op hun voorziene posities geïnstalleerd. Het regiment ontvangt versterking van een peloton fuseliers en een sectie mitrailleurs van het eskadron wielrijders van de divisietroepen. Omdat dit detachement over fietsen beschikt en meer mobiel is, wordt het gebruikt om de voorposten te bezetten.

Staf/1J
Het 1J blijft op post in Vurste aan het Bruggenhoofd Gent. Het blijft rustig in hun sector en zullen geen noemenswaardige gevechten uitbreken. Het zwaartepunt van de Duitse opmars door Vlaanderen ligt de komende dagen in de richting van het Kanaal Gent-Terneuzen en Gent en de sectoren aan de Bovenschelde net ten zuiden van de stad worden voorlopig ontzien.

Staf 1J
De 22 mei ’s morgens, tijdens de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten wordt beslist dat het front achteruit moet omdat in de Britse sector de Schelde door Duitse troepen is overgestoken nabij Oudenaarde. De Duitsers zijn er daar in geslaagd een bruggenhoofd over de Schelde te slaan en de Belgische eenheden in het Bruggenhoofd Gent lopen het risico omsingeld te worden. De staf van het Belgische leger plant een manoeuvre in twee fasen om terug te plooien achter de Leie. In een eerste fase, tijdens de nacht van 22 op 23 mei zullen de 16e en de 18e Div herontplooien om de stad Gent te verdedigen, de 1e Div zal de stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen, de 2e en de 4e Div zullen het bruggenhoofd Gent verlaten, terwijl ten zuiden van de stad de 1e Div Ardeense Jagers en de 5e Div nog achter de Schelde opgesteld blijven teneinde de terugtocht van de 2e en de 4e Div te ondersteunen. In een tweede fase, tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen zij zich vervolgens achter de Leie terugplooien

De regimenten van de 5de infanteriedivisie herschikken die dag hun posities: de voorposten worden verlaten en alle eenheden plaatsen zich volledig achter de bunkerlinie van het Bruggenhoofd Gent. Het divisiehoofdkwartier wordt naar Lotenhulle verplaatst.

Tijdens de nacht van 22 op 23 mei steekt de 5de infanteriedivisie de Schelde over en neemt nieuwe posities in tussen de Schelde en de Leie, ten oosten van Deinze. De regimenten bemannen een dwarsstelling tussen Astene en Eke om de terugtocht van de andere troepen uit het Bruggenhoofd Gent te helpen beveiligen.

Staf 1J
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei neemt de 5de Infanteriedivisie zijn nieuwe verdedigingslinies in aan het Afleidingskanaal van de Leie.  De nieuwe ondersector wordt in het noorden begrensd door een lijn tussen de noordelijke hoek van het Kranepoelmeer nabij Bellem en de brug van de spoorlijn Brussel-Oostende over het Afleidingskanaal.  Deze brug wordt verdedigd door de 5Div.  Vanaf hier vervolgt de 2Div het front.  In het zuiden wordt de grens van de sector gevormd door de baan van Nevele naar Lotenhulle.  Het dorp Nevele is voor rekening van de naburige 4Div.

De divisie wordt als volgt in lijn opgesteld:

  • De divisiestaf is ondergebracht te te Lotenhulle.
  • Het 1ste echelon loopt langs de westelijke oever van het kanaal.  Het 2de echelon volgt de loop van de Kozijnbeek, en leidt dan naar de gehuchten Bosstraat en Borrewal.  Het 3de echelon verbindt het gehucht Reibroek met de kapel van Braamdonk.
  • Van noord naar zuid zullen het 4J, 2J en 1J opgesteld worden.  Het 4J en 1J plaatsen telkens één bataljon op elk van de echelons.  Het 2J beschikt nog slechts over twee fuseliersbataljons en laat zijn derde echelon dan ook onbezet.
  • Het 11A blijft artilleriesteun leveren, met de Iste Groep ten voordele van het 4J, de IIde Groep bij het 2J en de Iste Groep bij het 1J.  De houwitsers van de IVde Groep vormen het algemeen vuursteunelement voor de divisie.
  • De divisie beschikt ook nog over de Compagnie T13 van de 8Div.  Deze wordt te Lotenhulle behouden, samen met het Wielrijderseskadron.
Initiële opstelling van de 5Div aan het Afleidingskanaal van de Leie op 24 mei 1940.

Initiële opstelling van de 5Div aan het Afleidingskanaal van de Leie op 24 mei 1940.

De inplaatsstelling wordt voltooid tegen 11u00:

  • Het IIde Bataljon bezet het eerste echelon, aangevuld met een peloton mitrailleurs van de 13Cie, een peloton en een sectie C47 anti-tankkanonnen (zes vuurmonden) en een peloton mortieren van de 15Cie
  • Het Iste Bataljon neemt het tweede echelon in, versterkt met twee pelotons mitrailleurs van de 13Cie die elk nog over een van hun beide secties beschikken, de rest van de 14Cie en de 1ste Compagnie C47 van de divisietroepen (minus een peloton)
  • Het IIIde Bataljon neemt het derde echelon is, zonder bijkomende versterkingen

Het interval tussen het eerste en het tweede echelon is zo’n 1.000m breed.  Tussen het tweede echelon en het derde echelon ligt een strook die ongeveer twee keer zo breed is.  In deze zone staat ook de divisieartillerie opgesteld.

Om 18u30 beveelt de divisiestaf aan het IIIde Bataljon van het 1J  om zich te verplaatsen naar het gehucht Prostdij, ongeveer halverwege tussen Lissewege en Poesele.  Het VIde Legerkorps wil hiermee een mogelijke doorbraak blokkeren in de sector van de 4Div.  Bij deze divisie ontbreekt immers een relatief groot deel van de collectieve bewapening, en de formatie wordt beschouwd als een zwakke schakel in het front.

Opstelling I/14A te Malsem in het achtergebied van de 5Div (bron CHD Evere).

De Duitsers lanceren een zware aanval op de naburige 4de Infanteriedivisie te Meigem en steken er het kanaal over. De 4de infanteriedivisie begeeft snel en wordt overrompeld. De Belgen trachten het vijandelijk bruggenhoofd langs drie kanten in te dijken: in het zuiden zal de 2de Divisie Ardeense Jagers een dwarsstelling opwerpen, vanuit het westen gaat de 1ste Divisie Ardeense Jagers de zone tussen Lotenhulle en Vinkt bezetten, en in het noorden moet de 5de Infanteriedivisie eveneens een dwarsstelling op het kanaal gaan innemen.

II/1J
Het IIde Bataljon bevindt zich nog steeds op het eerste echelon.  Wanneer rond 10u30 Nevele in handen van de vijand valt, worden telkens een peloton van de 7Cie en van de 6Cie geroteerd in de richting van het dorp.

Na de middag is het even niet duidelijk meer of de Duitsers nog steeds in Nevele zijn.  Om 13u40 krijgt het bataljon het bevel om patrouilles uit te sturen naar Nevele, en in het dorp een peloton te ontplooien indien de vijand vertrokken zou zijn.  Tijdens de patrouilles worden een aantal Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt, en kunnen ook enkele kleine detachementen van het 7Li ontzet worden.  Een herovering van Nevele is echter niet mogelijk.

Om 15u15 beveelt de divisiestaf aan Kolonel Dagois om een tegenaanval uit te voeren naar Meigem met zijn IIde Bataljon en met het IIIde Bataljon van het 2J dat zich ten noordwesten van deze eerste eenheid bevindt, aan beide zijden van het gehucht Spriet.  De beide bataljons krijgen de steun van een paar T13 tankjagers.  De tegenaanval moet door infiltratie met kleine detachementen gebeuren.  De opmars richting zuiden gebeurt dan ook langzaam en voorzichtig.  Tegen 18u00 is het gros van het IIde Bataljon te Nevele, waar in de verlaten stellingen van het 7Li twee C47 anti-tankkanonnen teruggevonden worden.  Er wordt ook een hoeveelheid wapens en munitie gerecupereerd die teruggebracht wordt naar het Kasteel van Nevele.

De vijandelijke aanwezigheid maakt echter dat het bataljon ook deze keer niet zal overgaan tot de bezetting van het dorp.  Het II/1J en III/2J trekken zich terug achter de Poekebeek en graven zich hier in.  Hierbij wordt te Poesele de aansluiting gemaakt met het III/1J.  Tegen 21u00 ontstaat zo een min of meer continu front langsheen de beek, dat vanaf de noordrand van Nevele tot aan Beekkant bezet wordt door de 5Div.

III/1J
Het IIIde Bataljon dat op 24 mei overging naar de 4Div, wordt onder het bevel van het 7de Linieregiment geplaatst.  Het bataljon wordt ontplooid langsheen de noordelijke oever van de Poekebeek, in dwarsstelling op het Afleidingskanaal.  Het kwartier van het bataljon loopt van de brug van Beekkant oostwaarts tot aan de brug van Poesele, over een afstand van ongeveer 2Km.  Van west naar oost worden de 9Cie, 11Cie en 10Cie opgesteld.

Ten gevolge van het wegvallen van de 4de Infanteriedivisie, is de sector toegewezen aan de 5de Infanteriedivisie veel te breed geworden.  De divisiestaf heeft de controle over het front aan het Afleidingskanaal van de Leie tussen Landegem en Nevele, en langsheen de dwarsstelling langsheen de Poekebeek.  Samen bedraagt dit zo’n 10Km.  Luitenant-generaal Spinette besluit in de avond van 26 mei om zijn sector te reorganiseren:

  • Ondersector West wordt toegewezen aan Kolonel SBH Dengis die de verdediging van het westelijke uiteinde van de dwarsstelling van de Poekebeek overneemt.  De kolonel krijgt zo het bevel over het IIde Bataljon van het 4J en het IIIde Bataljon van het 1J.  Hij neemt de commandopost over van de 5Div te Lotenhulle.  De divisiestaf verhuist naar een nieuwe locatie ten westen van Aalter.  Ten westen van de ondersector van Dengis start de sector van de 1ste Divisie Ardeense Jagers en liggen de posities van het 2ChA.
  • Ondersector Centrum staat onder het bevel van Kolonel Dagois van het 1J en omvat het oostelijke deel van de dwarsstelling van de Poekebeek.  Dagois beschikt hiervoor over het II/1J, het III/2J en het I/1J op het tweede echelon.
  • De positie langsheen het kanaal wordt Ondersector Oost onder het bevel van Kolonel SBH Lescornez van het 2J.  Hij beschikt over het II/2J en het III/4J.
  • De artilleriesteun blijft de verantwoordelijkheid van het 11A.

Tijdens de nacht trekken de Ardeense Jagers zich gedeeltelijk terug uit Vinkt. Het 1ChA plooit terug naar Aarsele en zoekt versterking van het I/4J.

De 5de infanteriedivisie blijft nog steeds op post langsheen de dwarsstelling van de Poekebeek tussen Beekkant en Nevele en langsheen de oever van het Alfleidingskanaal tussen Nevele en de spoorlijn Brussel-Oostende.

Om 14u00 ontvangen het 1J, 2J en 4J het bevel zich klaar te maken voor de aftocht van het ganse VIde legerkorps naar een nieuwe linie tussen Knesselare, Sint-Joris, Maria-Aalter, Ruiselede en Tielt. De Jagers te Voet moeten zich hierbij op de ondersector van Ruiselede-Tielt richten. De divisie trekt zich terug van de Poekebeek en het Afleidingskanaal vanaf 15u30. Het I/1J, III/1J en het eskadron wielrijders zullen onder het bevel van Kolonel Dengis va het 4J de achterhoede vormen en worden daarbij ondersteund door een detachement van het 11A. De achterhoede moet zich terugtrekken aan de beide kanten van de baan Poesele-Lotenhulle nadat de andere troepen veilig weggekomen zijn.

Rond 04u00 komen de laatste troepen aan op hun nieuwe posities. De 5de infanteriedivisie heeft zijn commandopost verplaatst naar de Plattebeursstraat aan de oostrand van Egem. Hier wordt even na 07u30 het nieuws van de capitulatie vernomen.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1/IBALLENSFernand, E.SdtMil06.10.1913Braine-le-Comte26.05.1940Aarsele
OnbekendBEIRENSArmand, A.KplMil3613.11.1916Quiévrain27.05.1940Poesele
OnbekendBESANGERLouis, A.E.KplMil3707.09.1917Binche27.05.1940Nevele
6/IIBOURCEArthurSdtMil28.10.1918Mons25.05.1940Nevele
5/IIBROGNIETJulesSdtMil15.06.1917Harveng25.05.1940NeveleSdt Mil
11/IIIBRONIERLéonard, D.V.SdtMil19.02.1906Strépy-Bracquegnies24.05.1940Boulogne-sur-Mer (F)
7/IICAPELLENorbertSdtMil30.07.1907Pâturages17.05.1940Rety (F)
3/ICORDIERHenri, D.SdtMil08.02.1920Roisin26.05.1940Nevele
6/IICOUTEAUMarius, R.SdtMil08.01.1917Fayt-lez-Manage27.05.1940Nevele
9/IIICUVELIEROswald, C.J.SdtMil06.10.1919Soignies27.05.1940Poesele
StafDE BEYSCyrille, M.SgtMil3125.03.1911Brussel27.05.1940Lotenhulle
2/IDEGREVEAlfred, L.SdtMil08.09.1916Mons26.05.1940Nevele
2/IDEGREVEAlfred, C.SdtMil6.05.1898Mons26.05.1940Nevele
OnbekendDELATTREHenri, E.KplMil3602.03.1915Angre26.05.1940Nevele
3/IDELATTREHenri, F.SdtMil11.01.1920Angre27.05.1940Lotenhulle
StafDELAUNOISLéonSdtMil17.01.1918Jemappes20.05.1940Bavegem
9/IIIDELCOURTRobert, A.E.SdtMil17.06.1919Hornu26.05.1940Meigem
OnbekendDELGUSTEZéonis, V.D.SdtMil08.08.1919Engis26.05.1940Nevele
11/IIIDEMILYJulesSdtMil17.11.1919Familleureux26.05.1940Meigem
OnbekendDESCAMPSLéonSdtMil24.03.1920Wasmes27.05.1940Lotenhulle
4/IDUBOISRaoulSdtMil04.10.1913Cuesmes31.05.1940Oudenbosch (NL)KG op Rhenus 127 op 30.05
1/IDUBOISLéon, A.L.SgtMil3816.02.1917Liège28.05.1940Brugge
12/IIIDUPONTVictor, D.E.1SgtMaj09.03.1906Havay27.05.1940Poesele
13/IVDUPRETH…., A.J.SdtMil24.03.1918Frameries24.05.1940Lotenhulle
OnbekendDURIGNEUXHenri, L.SdtMil21.02.1919Liège30.06.1940Elouges
8/IIFIERAINMarius, J.G.SdtMil3503.11.1914Braine-le-Comte07.06.1940AalterVerwond 27.05
9/IIIFLAMMEAlexandre, J.SdtMil06.01.1919Maurage27.05.1940Poesele
OnbekendGETTEMANSArthur, A.SdtMil07.07.1913Hyon26.05.1940Aarsele
OnbekendGODEFROIDLouis, P.SgtMil3629.06.1916Epinois27.05.1940Nevele
6/IIGOSSELAINFrançois, J.J.SdtMil09.03.1916Boussu25.05.1940Nevele
6/IIGRYMONPREAlbertSdtMil20.01.1917Ruddervoorde27.05.1940Nevele
5/IIHORLINTFélixSdtMil02.11.1907Trivières26.05.1940Nevele
15/IVLERNOULDMauriceSdtMil10.04.1919Vellereille-le-Sec26.05.1940Nevele
OnbekendLIBERTGaston, J.SgtMil3603.04.1916Pâturages27.05.1940Poesele
OnbekendLUCIEZGhislain, E.SdtMil08.08.1918Autreppe28.05.1940Gent
OnbekendMALBRECQNéry, L.G.SgtMil3907.11.1915Thoricourt23.05.1940Eke
12/IIIMARIJNSOmer, H.J.SdtMil03.03.1920Opbrakel28.05.1940Gent
13/IVMARINRaymond, G.A.KplMil3821.12.1918Roeulx26.05.1940Nevele
OnbekendMISERQUEGeorges, L.SdtMil14.09.1918Familleureux26.05.1940Poesele
6/IIMOMARQUEAuguste, M.SdtMil09.11.1918Hamborn (D)26.05.1940Nevele
12/IIIMOUCHARTFernandSdtMil3808.02.1919Cuesmes26.05.1940Poesele
OnbekendOLIVIERLéopold, J.F.SdtMil3919.01.1920Sirault31.05.1940Brugge
OnbekendPEETERSGeorgesSdtMil15.02.1919Bray27.05.1940Poesele
8/IIPOCHEZMarcelSdtMil24.02.1919Dour25.05.1940Nevele
4/IRENAUTFrançoisSdtMil06.06.1917Strépy-Bracquegnies25.05.1940Nevele
OnbekendROGEREmile, L.SdtMil26.10.1919Dour26.05.1940Poesele
OnbekendROLANDFernand, C.SdtMil05.04.1915Quaregnon27.05.1940Aarsele
11/IIISIMONJulesOLtRes25.11.1914Wasmes23.05.1940Eke
OnbekendSTAQUETMarcel, N.SdtMil13.11.1918Carnières01.06.1940Brugge
OnbekendSTRONARTCamilleSdtMil29.04.1920Fayt-lez-Manage25.05.1940Eke
OnbekendTACCOENGustaaf, G.SgtMil3825.04.1919Mur-de-Sologne (F)22.05.1940Poperinge
OnbekendTORETRenéSdtMil3901.11.1919Roisin18.05.1940Erembodegem
1/ITRICOTMarcel, V.SdtMil27.04.1919Houdeng-Aimeries27.05.1940Poesele
9/IIIVAN CAECKENBERGAuguste, J.KplMil3915.05.1920Clabecq10.06.1940Gent
OnbekendVAN TEMSCHERaphaël, M.J.SgtMil3917.01.1919Burst26.05.1940Nevele
OnbekendVARLEZGustave, G.SdtMil10.10.1916Jemappes26.05.1940Boulogne-sur-Mer (F)
13/IVWAUTHIERGeorges, R.L.SdtMil13.11.1915Couillet29.05.1940BruggeVerwond op 27.05 te Nevele

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij de Kazerne Majoor Sabbe te Bergen [On Line beschikbaar]: https://curieuseshistoires-belgique.be/le-major-jules-sabbe-a-quelques-jours-pres/ en https://www.visitmons.nl/te-ziente-doen/sites-musea/de-kazerne-majoor-sabbe-nu-carre-des-arts-1099047 [Laatst geraadpleegd 29 maart 2023].  
  2. België in de Tweede Wereldoorlog, Deel 10, p 24. Vermelding van de muiterij bij het 1J op 30 november 1939 tijdens een kampperiode in Bevelo. Achtergrondinformatie [On Line Beschikbaar]: https://www.dbnl.org/tekst/vos_066belg01_01/vos_066belg01_01_0004.php  [Laatst geraadpleegd 25 maart 2023].
  3. Opstelling van de reserve van het leger rond Brussel aan de vooravond van 10 mei 1940. (Projectie op kaart uit het Rijksarchief).

    Opstelling van de reserve van het leger rond Brussel aan de vooravond van 10 mei 1940. (Projectie op kaart uit het Rijksarchief).

    Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Op 9 mei bevond de 11Div zich zo te Beverlo, de 10Div bezet de Sector Leuven en de 5Div bezet de Sector Halle – Ninove. De sector Halle – Ninove was gericht naar het zuidwesten en maakte deel uit van de Dwarsstelling (oftewel bretel) Bierges – Ninove die te Bierges aansloot op de K.W. Stelling. Een dwarsstelling wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken. Het GHK hield blijkbaar een slag achter de hand om, in het geval dat de Britten en de Fransen zich niet zouden ontplooien in België, een achterwaarts manoeuvre uit te voeren via de K.W. Stelling naar de Schelde en deze defensieve lijn (met de bruggenhoofden Gent en Antwerpen) te verlengen tot de Frans-Belgische grens. In dit scenario zou de 11Div zich dan opstellen tussen de 10Div en de 5Div om zo de flank van het Belgisch leger te beveiligen. (Deze analyse gebeurde op basis van een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van de Belgische troepen op 10 mei 1940 die zich in het Rijksarchief bevindt. Deze kaart is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2 [Laatst geraadpleegd 6 oktober 2021]. Het bestaan van dit ‘contingency plan‘ moet nog door geschreven documenten bevestigd worden).

  4. Het Kanaal Leuven – Dijle fungeert als lateraal kanaal van de Dijle. Het kanaal vertrekt aan de Vaartkom in Leuven en eindigt in de samenvloeiing Zenne-Dijle te Mechelen. Tijdens de achttiendaagse veldtocht werd deze waterweg Leuvense Vaart genoemd. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Leuven-Dijle [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanaal_Leuven-Dijle [Laatst geraadpleegd 5 maart 2023].
  5. Achtergrondinformatie bij Kasteel Ter Balk in Kampenhout [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/39887 [Laatst geraadpleegd 6 mei 2023].
  6. Om de gebeurtenissen beter te kunnen inschatten is het noodzakelijk om ze te kunnen situeren op een kaart die uit dezelfde periode stamt. Voor 1J werd hiervoor de digitale versie van een stafkaart van het Duitse leger uit 1941 gebruikt. [On Line beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=511/511_0635_000/511_0635_000_00633_000/511_0635_000_00633_000_0_0006.jp2   [Laatst geraadpleegd 13 maart 2023].
  7. Thomas Du Four, Masterproef Geschiedenis, Gewikt en gewogen: het oorlogsgedrag van het Belgische officierenkorps onderzocht door de Bijzondere Militaire Commissie (1945-1949), p 222 [On Line beschikbaar]: https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/726/RUG01-001457726_2011_0001_AC.pdf [Laatst geraadpleegd 04 oktober 2017].
  8. Nr 82 van het maandblad “”Le cor de chasse”, uitgegeven door de Amicale Nationale de Chasseurs à Pied bevat het relaas van Majoor Verbeiren, bataljonscommandant van I/1J. Blz 8, 9 en 10 beschrijven de gebeurtenissen van 12 mei, de Blz 17, 18, 19 en 20 de gebeurtenissen van 13 mei.
  9. Slagorde officieren 1J in het archief van de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.