Reglementaire benaming | VIde Legerkorps | VI/LK VIème Corps d’Armée | VI/CA |
Type | Infanteriekorps van de reserve |
Bevelhebber | Luitenant-generaal Fernand Verstraete |
Stafchef | Luitenant-kolonel SBH Emile Wanty |
Verbindingsofficier Groot Hoofdkwartier | Majoor SBH Orphée Gierst |
Commandant Artillerie | Kolonel SBH Maurice Melen |
Commandant Genie | Luitenant-kolonel Jules Maroye |
Commandant Transmissietroepen | |
Commandant Luchtvaart | n.v.t. |
Commandant Gezondheidsdienst | Geneesheer Kolonel Maurice Maigret |
Krijgsauditoraat | Militair Auditeur Ivan van Thorenburgh |
Standplaats | K.W. Stelling en Dwarsstelling Bierges-Ninove Hoofdkwartier te Sint-Gillis, Brussel |
Organieke Eenheden | Hoofdkwartier |
5de Infanteriedivisie | |
10de Infanteriedivisie | |
26ste Compagnie Transmissietroepen | |
Provoost (Kapitein-commandant Jozef Pieteraerents) | |
Tijdelijke Eenheden | IIde Groep 2de Licht Regiment |
3de Regiment Lansiers | |
1ste Licht Regiment | |
12de Bataljon Genie |
HK VI/LK
Aan de vooravond van de oorlog bevindt het Hoofdkwartier (HK) van het VIde Legerkorps (VI/LK) zich in de Lyceumstraat te Sint-Gillis (Brussel) van waaruit de staf van het legerkorps het commando voert over de 5de Infanteriedivisie (5Div), de 10de Infanteriedivisie (10Div) en enkele eenheden die een waakscherm oprichten langs de Belgisch-Franse grens. De 5Div bezet sinds 30 april 1940 de Sector Halle – Ninove van de Dwarsstelling Bierges – Ninove ten zuidwesten van Brussel. De 10Div bezet sinds 12 april 1940 de Sector Leuven van de K.W. Stelling. Voor het uitbreken van de oorlog is de 10Div de enige grote eenheid die zich in de buurt van de K.W. Stelling bevindt [1]. Het VI/LK is ook verantwoordelijk voor een gedeelte van de Alarmstelling langs de Belgisch-Franse grens [2]. Het VI/LK beschikt hiervoor over het 3de Regiment Lansiers (3L), de staf en twee bataljons van het 4de Regiment Jagers te Voet (4J), het 1ste Licht Regiment (1LR) en de IIde Groep van het 2de Licht Regiment (II/2LR). Op 09 mei bevindt het 3L zich in de streek rond Bergen en Binche, het 1LR bevindt zich aan de Belgisch-Franse grens in het gebied rond Charleroi, het 4J versterkt met II/2LR bewaakt de Belgisch-Franse grens in Henegouwen langs het Kanaal van Pommeroeul-Blaton-Antoing.
Wanneer op 4 april 1940 de 2de Infanteriedivisie (2Div) aan het Albertkanaal wordt afgelost om na een korte kampperiode te Beverlo naar de Versterkte Positie Luik (VPL) gestuurd te worden komt het 12de Bataljon Genie (12Gn), het organieke geniebataljon van de 2Div, onder bevel van het VI/LK te staan. 12Gn wordt versterkt met de 2Cie van het 31ste Bataljon Genie (2/31Gn) en vervult vanaf nu de rol van organiek bataljon genie van het VI/LK. Het VI/LK wordt ook nog ondersteund door de 26ste Compagnie Transmissietroepen (26TTr) die de taak van organieke transmissie-eenheid van het legerkorps op zich neemt. Het VI/LK beschikt niet over organieke legerkorpsartillerie.

Op 10 mei bevond het HK van het VI/LK zich in het hotel “La Flèche d’Or” te Kortenberg (foto circa 1910).
HK VI/LK
Om 01u25 belt de staf van het VIde Legerkorps vanuit Sint-Gillis naar het HK van de 10Div in de abdij van Kortenberg om de divisie in staat van alarm te brengen. Iets later wordt het HK van de 5Div in het Kasteel Inkendael te Vlezenbeek eveneens op de hoogte gebracht van het alarm. Initieel wordt door de staf van het VI/LK een plan uitgewerkt om de K.W. Stelling tussen Rijmenam en Leuven te bezetten met twee divisies in lijn.
De 10Div die zich reeds in zijn divisiesector bevindt begint onmiddellijk met de inplaatsstelling van zijn drie infanterieregimenten op de lijn Tildonk – Wijgmaal – Kessel-Lo – Heverlee. Om 04u00 meldt de 10Div aan het VI/LK dat de stellingen ingenomen zijn. In de namiddag, nadat gebleken is dat de Franse en de Britse troepen massaal de Frans – Belgische grens zijn overgestoken, geeft het VI/LK de 5Div het bevel om zich naar het noorden van Leuven te verplaatsen.
De 5Div krijgt de opdracht om de K.W. Stelling te bezetten van Rijmenam over Haacht tot Wespelaar en zal zich klaarmaken om tijdens de nacht van 10 op 11 mei de verplaatsing naar hergroeperingszones in de buurt van Haacht en Wespelaar uit te voeren.
Het commando van het VIde Legerkorps verlaat Sint-Gillis en begeeft zich naar Kortenberg om hier tijdelijk werken vanuit het hotel ‘De Gouden Pijl’ (oftewel ‘La Flèche d’Or’).
De eenheden van het VI/LK die opgesteld opgesteld langs de Alarmstelling worden van hun opdracht ontheven. Vooreerst wordt het 1LR weggehaald uit Charleroi en doorgestuurd naar het VII/LK om het zuidelijke uiteinde van de K.W. Stelling tussen Waver en de Versterkte Positie Namen te bewaken. Het 3L, nog steeds onder bevel van VI/LK, wordt om 07u00 naar eveneens de K.W. Stelling te Waver gestuurd en moet er het gebied rondom de stad bewaken tot de komst van de Britse troepen. Het regiment zal hier aankomen omstreeks 11u00. Rond dit tijdstip wordt ook de II/2LR teruggetrokken van zijn bewakingsopdrachten langsheen de Franse grens en richting Brussel gestuurd.
De opstelling van het VI/LK in de vroege ochtend van 10 mei ziet er dan ook als volgt uit:
- HK VI/LK is verplaatst van Sint-Gillis naar Kortenberg,
- 5Div bezet de Sector Halle – Ninove van de dwarsstelling Bierges – Ninove en maakt zich klaar voor de verplaatsing naar de K.W. Stelling,
- 10Div bezet de Sector Leuven van de K.W. Stelling,
- 12Gn(+) bewaakt de ondermijnde bruggen langsheen het Kanaal Brussel-Charleroi,
- 3L begeeft zich naar de Sector Waver van de K.W. Stelling in afwachting van de komst van de Britten,
- 1LR is onderweg naar het gebied tussen Waver en de Versterkte Positie Namen om zich onder bevel te stellen van het VII/LK.
Tegen de avond komt het 12th (Prince of Wales’s) Royal Lancers aan in het gebied van Leuven tot Waver. Dit regiment is het organieke verkenningseenheid van de British Expeditionary Force (BEF) en neemt de bewaking over van de Dijlebruggen tussen Leuven en Waver in afwachting van de komst van de voorhoedes van de korpsen en divisies. De BEF bevond zich sinds september 1939 in Frankrijk en was klaar om vanaf de start van de Duitse aanval in het westen de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven tot Waver verder zuidwaarts. Het 3L wordt onder bevel van de 2e Cavaleriedivisie (2CD) geplaatst en vertrekt naar Hannuit.
In de Sector Leuven wordt het 12th Royal Lancers gevolgd door de voorhoede van de 3rd Infantry Division geleid door Major-General Bernard Montgommery. Het betreft hier het verkenningsbataljon 15th/19th (The King’s) Royal Hussars, drie batterijen van het 20th Anti-Tank Regiment, en het mitrailleurbataljon 2nd Battalion, Middlesex Regiment.
Provoostschap VI/LK
De 48-jarige Kapitein-commandant Jozef Pieteraerents is op 10 mei 1940 de bevelhebber van de Compagnie Kortrijk van de Territoriale Rijkswacht. Hij verneemt het nieuws van de algemene mobilisatie van de commandant van de Groep Brugge, Kapitein-commandant Vanderkam. Pieteraerents blijft voorlopig op post te Kortrijk maar wordt op de hoogte gebracht dat hij de leiding moet nemen van het provoostschap (oftewel prévôté) van het VI/LK. Het provoostschap van het VIde Legerkorps wordt op 10 mei geactiveerd en zal in de Leopoldskazerne te Gent samengesteld worden.

De oude abdij van Kortenberg waar het HK van het VI/LK zich opstelt vanaf 11 mei
HK VI/LK
Het hoofdkwartier wordt overgebracht naar de Abdij van Kortenberg die door de 10Div tijdens de nacht van 10 op 11 mei ontruimd werd. Na de geslaagde Duitse doorbraak bij Vroenhoven en Veldwezelt dreigt de Versterkte Positie Luik vanuit het noordwesten omsingeld te worden. Hierop geeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) aan alle eenheden die zich ten oosten van de stad bevonden het bevel om hun stellingen te verlaten en zich naar de westelijke Maasoever te begeven. Omdat de 2Div, die ten oosten van de Maas stond opgesteld, niet langer nodig is voor de verdediging van de Westelijke Maasoever wordt de 2Div zo snel mogelijk doorgestuurd naar de K.W. Stelling. De 2Div wordt onder bevel van het VI/LK geplaatst. Door de komst van een extra divisie worden de plannen van het VI/LK gewijzigd. De korpszone wordt nu in drie verdeeld waardoor de te bezetten divisiesectoren ingekort worden. In plaats van twee divisies in lijn die elk drie infanterieregimenten in eerste en tweede echelon ontplooien wordt overgegaan naar een opstelling van drie divisies in lijn met elk twee infanterieregimenten in eerste en tweede echelon en één regiment in derde echelon. In het nieuwe plan zal de 2Div de Sector Rijmenam – Haacht (inclusief) bezetten, de 5Div moet naar het zuiden opschuiven en de Sector Haacht (exclusief) – Wijgmaal (inclusief) bemannen en de 10Div ziet zijn divisiesector ingekort van Wijgmaal (exclusief) tot Heverlee.
De 5Div die tijdens de nacht van 10 op 11 mei verplaatst werd naar de K.W. Stelling start initieel met de verkenning en stellingname op de lijn Rijmenam – Wespelaar. Wanneer de 5Div rond de middag op de hoogte wordt gebracht van de nieuwe planning worden de troepen naar het zuiden gedirigeerd. De ondersector van het 3de Regiment Jagers te Voet (3J) van de 10Div wordt overgenomen door het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) van de 5Div. Tegen de avond van 11 mei bezet de 5Div met het 2J en het 4J het eerste en tweede echelon langs de lijn Wespelaar – Tildonk – Wijgmaal. Het 1J wordt in diepte opgesteld op het derde echelon. Ook de 10Div herschikt zijn dispositief rond Leuven. Na de aflossing van het 3J door het 4J wordt het 3J in derde echelon geplaatst. Het 6J en het 5J bezetten het eerste en tweede echelon langs de lijn Herent – Kessel-Lo – Heverlee. Het VI/LK geeft om 16u00 de opdracht aan de 10Div om één bataljon naar Brussel te sturen voor de bewaking van het vliegveld van Evere.
De eenheden van de 2Div worden in de loop van 11 mei per spoor en met autobussen en vrachtwagens van de Legerautogroepering (LAuGpg) van Luik naar verzamelzones ten noorden van Leuven gebracht. Zij zullen ten vroegste op 12 mei stelling kunnen nemen. Door de terugkeer van de 2Div wordt ook de opdracht van het 12Gn als legerkorpsgenie gewijzigd. Het 12Gn moet zo snel mogelijk de 2Div vervoegen en zijn opdracht als organiek geniebataljon van 2Div terug opnemen. Aangezien de vernielingsdispositieven van de bruggen over het Kanaal Brussel Charleroi niet onbewaakt kunnen worden achtergelaten dringt zich een reorganisatie op. De Staf/12Gn beslist dat 1/12Gn zijn bewakingsopdracht bij de bruggen moet verderzetten, dat de bewakingsopdracht van 2/12Gn zal worden overgenomen door 2/31Gn. 1/12Gn en 2/31Gn komen rechtstreeks onder bevel van het VI/LK maar worden niet ingezet in de korpszone van het VI/LK en geraken hierdoor enigszins in de vergetelheid.
Ten zuiden van het VI/LK zal de K.W. Stelling verder verdedigd worden door het 1st British Corps van de BEF. Zowel tijdens de laatste maanden van de mobilisatie als tijdens de eerste oorlogsdagen bestaat enige onenigheid binnen het geallieerde oppercommando over waar precies de scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legerzone dient te lopen. De status van de hoofdstad als “open stad” zonder militaire verdediging is hierbij van enig belang, als ook het gebruik van de belangrijke verkeersader Brussel-Leuven. In februari 1940 bepaalt het Groot Hoofdkwartier (GHK) eenzijdig dat de stad Leuven binnen de Belgische legerzone valt, terwijl op 25 maart 1940 de Franse generaal Gamelin beslist dat de scheidingslijn tussen het Belgisch en het Britse leger ter hoogte van Wijgmaal ligt, waardoor Leuven een zaak voor de Britten wordt [3]. Deze scheidingslijn wordt de Gamelin-lijn genoemd. Het VI/LK verneemt van de 10Div dat de 3rd (UK) Infantry Division [3(UK)Div] behorende tot het 2nd British Corps van de BEF eveneens naar de Sector Leuven gezonden is. De voorhoede van de 3(UK)Div reed immers bij eerste daglicht de stad Leuven binnen. Deze voorhoede omvat enerzijds de 15/19th Hussars, een divisionaire verkenningseenheid, en anderzijds de mitrailleurcompagnies van het 2nd Battalion The Middlesex Regiment (2BTL/Midd’xR) samen met enkele anti-tank-, genie- en infanterie-elementen. Terwijl de cavalerie doorheen de stad trekt om het voorgebied van de K.W. Stelling te verkennen, starten de overige eenheden van de voorhoede met de installatie van hun troepen. Tijdens de vroege voormiddag beveelt de 3(UK)Div zijn hoofdmacht om halt te houden ten westen van Leuven naar aanleiding van het tumult dat ontstaat door de onverwachte aankomst van de 3(UK)Div in de Sector van de 10Div.
Het legerkorps is op 11 mei als volgt opgesteld:
- HK VI/LK Abdij van Kortenberg,
- 2Div verplaatst zich van Luik naar Leuven om de Sector Rijmenam – Haacht te bezetten,
- 5Div bezet de Sector Haacht – Wijgmaal,
- 10Div bezet de Sector Leuven.
- 12Gn(+) bewaakt de ondermijnde bruggen langsheen het Kanaal Brussel-Charleroi.
Provoostschap VI/LK
In de Gentse Leopoldkazerne wordt alles in gereedheid gebracht voor de samenstelling van het provoostschap van het VI/LK. De slagorde voorziet in een effectief van 32 Rijkswachters. Niet al deze manschappen zullen via de Leopoldkazerne het provoostschap vervoegen en sommigen worden rechtstreeks naar de staf van het VIde Legerkorps gestuurd.
HK VI/LK
Het VI/LK is nu volledig opgesteld en bevindt zich op de zuidflank van het Belgische Leger met drie divisies in lijn met van noord naar zuid, de 2Div, de 5Div en de 10Div. Tegen de avond van 12 mei beslist het Groot Hoofdkwartier tot de algehele aftocht van het veldleger naar de K.W. Stelling. Daarbij zal het Cavaleriekorps (CK) de komende twee dagen de Demer-Gete Stelling bemannen om de aftocht te dekken en de Duitse opmars af te remmen.
Het 1st British Corps is bij het aanbreken van de dag volledig ontplooid met de 2(UK)Div en de 1(UK)Div op de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven, maar de Sector Leuven zelf blijft een punt van onenigheid. Generaal-majoor Bernard Montgommery, commandant van de 3(UK)Div, die de hoofdmacht van zijn divisie had laten kantonneren ten westen van Leuven adviseert Luitenant-generaal Alan Brooke, legerkorpscommandant van het 2nd British Corps, om zijn divisie stelling te laten nemen in reserve achter de 10Div. De ervaren Montgommery verkiest de toegangsweg tot Brussel te verdedigen vanaf het hoger gelegen terrein ten westen van de stad boven een gevecht in de agglomeraties van Leuven. Dit voorstel wordt niet aangenomen en de 3(UK)Div verspreidt dan maar de nodige orders onder zijn eenheden voor de installatie op de K.W. Stelling te Leuven. Het nieuws van de Britse superpositie bereik al snel de staf van het VIde Legerkorps en het Groot Hoofdkwartier. Generaal-majoor Raoul Van Overstraeten, militair adviseur van Koning Leopold III, besluit de zaak aan te kaarten bij de Franse minister van defensie Eduard Daladier, de Franse generaals George en Billotte en de Britse generaal Pownall op de coördinatievergadering tussen de geallieerden die tijdens de namiddag van 12 mei plaatsvindt op het Château Casteau nabij Bergen. Pownall antwoord dat het Belgische leger zich aan de Gamelin-lijn dient te houden. De verantwoordelijkheid om een beslissing te nemen ligt bij Georges en Billotte, maar die spreken zich niet uit over de zaak.
Op het terrein komt de hoofdmacht van de 3(UK)Div toe in de sector van de 10Div vanaf de vroege namiddag. Bij de 3(UK)Div worden de 7th Guards Brigade (links) en 9th Infantry Brigade (rechts) op het eerste echelon van de Sector Leuven ontplooid in de ondersectoren van het 5J en het 6J. Aanvankelijk is er bitter weinig overleg tussen de beide divisies over de consequenties van de superpositie van de beide formaties. Kapitein SBH Masson van de Staf van de 10Div wordt aangeduid als verbindingsofficier voor het hoofdkwartier van Montgommery, dat zich in het kasteel de Mérode te Everberg gevestigd heeft. De Britten starten met de installatie van hun eigen eenheden, zonder zich al te veel te bekommeren over de verbinding en communicatie met de Belgen. De onduidelijkheid over de limiet tussen het Belgische en het Britse leger leidt uiteindelijk tot het feit dat twee divisies, één Belgische en één Britse zich klaar maken om de Sector Leuven te verdedigen.
Provoostschap VI/LK
Cdt Pieteraerents verlaat Kortrijk rond het middaguur en komt na een tocht van ongeveer twee uur aan in de Leopoldskazerne. De kazerne wordt op dag ogenblik onder meer bezet door de staf van de 16de Infanteriedivisie (16Div). De Rijkswachtofficier belt naar de staf van de Directie voor aan- en afvoer bij het Leger en verneemt zo dat het VIde Legerkorps zich te Kortenberg bevindt.
HK VI/LK
In de Belgisch-Britse kwestie over de verdediging van de Sector Leuven is de kogel door de kerk: Generaal-majoor Van Overstraeten adviseert de koning om Leuven aan de Britten te laten. De 3(UK)Div zal de stad verdedigen en de zone ten zuiden van de Brusselsesteenweg wordt toegewezen aan de British Expeditionary Force. De hoofdstad zelf zal tot de Belgische legerzone behoren. De 10Div dient Leuven te verlaten en moet naar kantonnementen te Zaventem, Sint-Stevens-Woluwe en Peutie gestuurd worden. Luitenant-generaal Verstraete verneemt het nieuws in de vroege namiddag van het Groot Hoofdkwartier in nota 134/12. Het uur van de aflossing door de Britten wordt bepaald op 14 mei om 03u00. ‘s Avonds komt het bericht binnen dat de Demer/Gete-Stelling zal worden opgegeven de 14 mei om 04u00. Een een groot deel van de Cavaleriekorps zal reeds tijdens nacht van 13 op 14 mei door Leuven terugtrekken. Het front komt hiermee erg dichtbij. De ontplooiing van de Belgische troepen op de K.W. Stelling is nu min of meer compleet. Tussen Lier en Rijmenam staat het IIde Legerkorps (II/LK) opgesteld met de 6de en de 11de Infanteriedivisie aan het front en de 9de Infanteriedivisie in reserve. Tussen Rijmenam en Leuven ligt het VIde Legerkorps met de 2de, de 5de en de 10de Infanteriedivisie in eerste lijn. De stellingen van het VI/LK worden naar het zuiden toe verlengd door het 1st British Corps.
Het korps staat nu als volgt opgesteld:
- HK VI/LK nog steeds te Kortenberg,
- 2Div Sector Rijmenam – Haacht,
- 5Div Sector Haacht – Wijgmaal,
- 10Div Sector Leuven, maar maakt zich klaar om kantonnementen te Zaventem, Sint-Stevens-Woluwe en Peutie te bezetten.
Provoostschap VI/LK
Kapitein-commandant Pieteraerents vertrekt omstreeks 07u00 naar het station van Gent om zes paarden, drie fietsen en acht manschappen op de trein te laden en naar Kortenberg te laten vertrekken. Pieteraerents zelf verlaat Gent rond 11u00 en komt zo’n drie uur later aan in de abdij te Kortenberg waar de staf van het VIde Legerkorps aan het werk is. Het provoostschap telt op dat ogenblik slechts 21 militairen. Er ontbreken 5 ruiters van de Compagnie Luik en 6 gendarmen te voet van de Compagnie Seraing.

De brug van Vilvoorde vormt het meeste zuidelijke overgangspunt voor het Belgische leger over het Kanaal van Willebroek.
HK VI/LK
Het Groot Hoofdkwartier herziet zijn beslissing van 13 mei over de scheidingslijn tussen het Belgische en het Britse leger. In nota 134/40 wordt bevestigd dat de Britten nu de controle krijgen over de hoofdstad, met dien verstande dat de status van Brussel als “open stad” zonder militaire verdediging behouden blijft. Het VIde legerkorps dient zich te houden aan een nieuwe scheidingslijn die nu vanaf Kortenberg via Nossegem en Sint-Stevens-Woluwe naar de brug van Buda over het Kanaal van Willebroek zal lopen. Deze brug zal aan de Britten toegewezen worden, zodat het meest zuidelijke overgangspunt voor het Belgische leger nu de brug van Vilvoorde wordt.
Het korps staat nu als volgt opgesteld:
- HK VI/LK nog steeds te Kortenberg
- 2Div Sector Rijmenam – Haacht,
- 5Div Sector Haacht – Wijgmaal
- 10Div bezet kantonnementen te Zaventem, Sint-Stevens-Woluwe en Peutie
Provoostschap VI/LK
Het provoostschap verhuist naar nieuwe kantonnementen te Perk.en wordt ondergebracht in de woning van de heer Lepage in het dorp. Omstreeks 15u00 krijgen de Rijkswachters de opdracht om het militaire verkeer te gaan regelen in de omgeving van Perk en op de baan komende van Mechelen, tussen Hofstade en Sterrebeek. De manschappen worden vanaf 19u00 ontplooid langsheen de wegen. Tijdens de late namiddag laat Pieteraerents een personenwagen opvorderen te Perk. De auto zal gebruikt worden voor het afvoeren van verdachte burgers en deserteurs, en voor het transport van de administratie van het provoostschap. Terwijl de manschappen op het terrein zijn komt rond 18u00 eindelijk een detachement toe die het provoostschap op volle sterkte moet brengen, De Kapitein-commandant Lambert (compagniecommandant van de Compagnie Seraing van de Territoriale Rijkswacht) en Kapitein-commandant Fifes komen aan en hebben een tiental manschappen meegebracht.
HK VI/LK
Leopold III brengt een bezoek aan het hoofdkwartier van het VIde Legerkorps in de oude abdij van Kortenberg. De toestand te Leuven wordt besproken. Het VIde Legerkorps krijgt ook richtlijnen voor het beveiligen van de zuidelijke flank van de Belgische legerzone bij een mogelijke voortijdige Britse terugtocht.
Provoostschap VI/LK
De Rijkswachters blijven in hoofdzaak aan het werk op het wegennet rond Perk en langsheen de huidige N227 tussen Hofstade en Steenokkerzeel.
HK VI/LK
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Instruction du Commandement du Groupe d’Armées n°1 getekend door de Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en in drie nachtelijke etappes terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Daar waar het geallieerd opperbevel goed begrepen had wat de impact was van de Duitse doorbraak ver in het zuiden was niet niet zo voor de gewone soldaten. Het bevel tot ontruimen van de K.W. Stelling waar zij zich goed ingegraven hadden stuitte op veel onbegrip.
De terugtochtwegen voor de divisies van het VI/LK worden voor de eerste etappe gedurende de nacht van 16 op 17 mei als volgt vastgelegd:
- de 2Div dient zich langs Hofstade, Zemst, Spilt, Laar en de brug bij ‘t Sas naar Humbeek, Ipsvoorde en Nieuwenrode te begeven, het 28Li maakt hierop een uitzondering en wordt via Elewijt en Eppegem over de Verbrande Brug naar Beigem gestuurd.
- de 5div en de 10Div dienen zich langs Leuven, Buken, Berg (Kampenhout), Perk en de brug te Vilvoorde naar Grimbergen, Beigem en Wolvertem te begeven.
Provoostschap VI/LK
De provoostschappen van de divisies en legerkorpsen die de K.W. Stelling verlaten, zullen een bijzonder drukke periode beleven bij het in goede banen leiden van de aftocht. Het provoostschap van het VIde Legerkorps krijgt de taak toegewezen om het verkeer te regelen tussen Meise en Aalst, langsheen enerzijds een noordelijke as over Merchtem en Moorsel die aan Cdt Fifes toegewezen wordt, en anderzijds een zuidelijke as over Asse en Affligem die onder toezicht van Cdt Lambert komt te staan.
De provoost laat rond 13u00 de 5 ruiters en hun paarden evacueren naar Wolvertem en vervolgens naar Baardegem om hier in onderhoud geplaatst te worden bij het transportkorps van de 2de Infanteriedivisie. De Eerste Wachtmeester Paniez leidt dit detachement en zal tevens de persoonlijke rijpaarden van de stafofficieren van het VIde Legerkorps meenemen.
Omstreeks 16u30 worden ook de Rijkswachters-wielrijders doorgestuurd. De manschappen die over een fiets beschikken moeten zich naar Opwijk begeven. Dit detachement zat in de Rijkswachtbrigade van Opwijk en de omliggende huizen ondergebracht worden. Cdt Pieteraerents vindt zelf onderdak in het dorp bij de heer De Cat.
Provoostschap VI/LK
Omstreeks 07u30 laat Luitenant-generaal Verstraete weten dat de laatste troepen van het VIde Legerkorps voorbij getrokken zijn. Hij verleent toestemming om de verkeersposten te sluiten en het provoostschap te verplaatsten naar het marsgebied voor de tweede etappe in de nacht van 17 op 18 mei. De Rijkswachters worden te Opwijk verzameld en zullen overdag het hoofdkwartier van het VIde Legerkorps bewaken dat ondergebracht is in de gebouwen van de gemeenteadministratie in de Processiestraat.
Omstreeks 19u30 worden de gendarmen uitgestuurd om het verkeer te gaan regelen op de baan tussen Merchtem en Aalst. De opdracht luidt om tegen 00u30 de weg volledige vrij te maken voor de snelle doortocht van twee colonnes bestaande uit telkens één volledig infanterieregiment en twee artilleriegroepen. Alle civiele vluchtelingen dienen van de verkeersas gehaald te worden en zullen naar de transversale wegen moeten uitwijken. Het Rijkswachtdetachement wordt opnieuw in twee gesplits: Cdt Lambert zal het verkeer op de zuidelijke route regelen tussen Merchtem, Baardegem, Moorsel, Erembodegem en Nieuwerkerken; Cdt Fifes neemt de noordelijke route voor zijn rekening tussen Merchtem, Opwijk, Hofstade en Lede. De 1ste Wachtmeester Pirtotte zal met zijn motorfiets de estafette tussen de beide colonnes verzekeren.
De commandopost te Opwijk verhuist tijdens de eerste helft van de nacht naar Wichelen.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.
HK VI/LK
Het VI/LK wordt ingezet bij de verdediging van het Bruggenhoofd Gent tussen Kwatrecht en Eke. Links van het VI/LK bevindt zich het ILK, rechts het VIILK. Het VI/LK beschikt hiervoor over de 2Div, de 4Div, de 5Div en de 1Div ChA. Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) werd gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Van de te verdedigen stelling is voor de oorlog een volledig dossier met de opstelling en bezetting opgemaakt. Dit dossier is evenwel verloren gegaan. De Cointet en Tetraëder anti-tank hindernissen zijn niet geplaatst en ook de draadhindernissen zijn op vele plaatsen opgeruimd door de boeren die hun vee naar de weiden moesten brengen. De eenheden van het VI/LK die de stelling zullen bemannen moet de bunkers zelf inrichten en ook de verbindingsloopgraven terug in orde brengen.
Provoostschap VI/LK
Tijdens de ochtend van 18 mei vervoegen de Rijkswachters de westelijke oever van de Dender te Aalst. Om 11u30 loopt de opdracht binnen om het laatste deel van de aftocht te begeleiden en vanaf 20u00 drie marsroutes tussen Aalst en Gent te gaan bewaken. De eerste routes, met codenummers 8 loopt van Hofstade tot Gijzenzele. De tweede en derde routes, met nummers 9 en 9bis, lopen van Erpe naar de N462 tussen Westrem, Bavegem en Oombergen. Te 19u00 verlaat Cdt Pieteraerents het dorp Wichelen om zich naar Astene te begeven.
HK VI/LK
Het VIde Legerkorps neemt plaats in het eigenlijke bruggenhoofd tussen Kwatrecht en Eke. Het hoofdkwartier staat nu opgesteld te Astene.
De 2Div neemt met het 5de Linie posities in tussen de Schelde te Kwatrecht en Gijzenzele. Vanaf Gijzenzele tot Betsberg neemt de 6e Linie over. Het 28e Linie wordt in reserve opgesteld achter het 5e en 6e Linie. De 4Div neemt stelling tussen Betsberg exclusief en Munte. Het 15e Linie zal zich opstellen ten zuiden van de Betsberg en zal een gedeelte van de bunkers in Moortsele bezetten. Het 7e Linie bezet dan de westkant van Moortsele tot Munte. Het 11e Linie blijft als reserve achter de stelling van het 15e en 7e Linie maar zal wel pelotons leveren voor het bezetten van de verschillende grote wachten of voorposten. De 5Div, bestaande uit het 4e, 1e en 2e Regiment Jagers te Voet, nemen om en rond de bunkers van Munte tot Semmerzake hun stellingen in. De 1Div ChA wordt met drie regimenten in lijn opgesteld ten westen van de Schelde. Er komt bij de lokale bevolking een algemene uittocht tot stand omdat wordt rondverteld dat er zich zware gevechten zullen voordoen bij de verdediging van de Schelde.
Vanaf 19 mei 40 wordt 14A in versterking gestuurd van het VI/LK waarbij Kolonel SBH Raquez de commandant van de korpsartillerie (CA Corps) van het VI/LK wordt. Het VI/LK had geen eigen korpsartillerie en moest bijgevolg gesteund worden door een ad hoc samengestelde groepering met groepen zware artillerie komende van de andere legerkorpsen. Onder bevel van de commandant van 14A staan nu I/14A, IV/14A, III/15A, V/15A en II/16A. De artillerie van het VI/LK wordt door commandant 14A als volgt georganiseerd; V/15A en III/15A vormen samen de Eerste Ondergroepering, I/14A en II/16A vormen de Tweede Ondergroepering terwijl IV/14A, nu uitgerust met 75mm kanonnen en bijgevolg niet meer geschikt om in de volledige korpszone vuursteun te leveren, in directe steun van de 5Div wordt gegeven.
De installatie op het Bruggenhoofd Gent leidt tot een aantal mutaties op commandoniveau. Majoor SBH Franz Hellebaut wordt aangesteld als de nieuwe stafchef. Majoor Hellebaut is overgekomen van de staf van de 2de Infanteriedivisie.
Het legerkorps richt het zonedepot voor geniematerieel in op de terreinen van de Fabelta fabriek te Zwijnaarde. Het korps kan ook gebruik maken van de houtopslagplaats in Hangar 24 van de Gentse haven.
De bevoorrading aan medisch materieel zal verlopen via het Militair Hospitaal te Gent.
Geneeskundig Korps VI/LK
Het medisch-chirurgisch centrum voor het legerkorps staat opgesteld in het kloosters van de Zusters van de Heilige Familie te Tielt. De evacuatieplaats voor gewonde paarden is geïnstalleerd op de boerderij van de familie Vercruyse-Verwilst op de baan van Deinze naar Aalter.
Provoostschap VI/LK
Pieteraerents bereikt pas rond 11u00 zijn nieuwe standplaats te Astene. Zijn Rijkswachters komen hier aan na het beëindigen van de laatste verkeersopdracht. Het ganse veldleger is nu veilig achter de nieuwe linie van Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De provoost vind onderdak bij landbouwer Jules De Clerck. De manschappen worden in de omliggende huizen ondergebracht.
Te Astene wordt eveneens een verzamelpunt voor verdwaalde militairen van het VI/LK ingericht.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier bevindt zich nog steeds te Astene.
Transportkorps VI/LK
Het TptK wordt versterkt met een detachement bestaande uit de Staf, een Autopeloton voor Artilleriemunitie (PAMA) en een Autopeloton Materieel (PAMat) van het TptK van het IIIde Legerkorps. Dit detachement komt aan te Zeveren omstreeks 20u00.
Provoostschap VI/LK
Het veldleger zal langsheen de Bovenschelde opgesteld blijven tot de nacht van 22 op 23 mei. De taken van de provoost concentreren zich op bewakingsopdrachten, het tegenhouden van verdwaalde militairen en vermeende deserteurs en het oppikken van verdachte burgers.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier bevindt zich nog steeds te Astene.
Transportkorps VI/LK
Het detachement van het TpTK van het III/LK wordt om 09u00 naar Vinkt bevolen en start van hieruit met de bevoorrading van de artillerie van het VI/LK.
HK VI/LK
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren (Legerorder 143/7) en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.
Bij het VI/LK zullen de 2Div en de 4Div het bruggenhoofd Gent als eerste verlaten, terwijl ten zuiden van de stad de 1Div Ardeense Jagers en de 5Div nog opgesteld blijven teneinde de terugtocht van de 2Div en de 4Div te ondersteunen. In een tweede fase, tijdens de nacht van 23 op 24, mei zullen deze divisies zich vervolgens achter de Leie terugplooien.
Na de terugtocht zal het legerkorps deze vier divisies behouden om de meest zuidelijke zone van het Afleidingskanaal van de Leie te verdedigen. Tussen het Kanaal Gent-Oostende in het noorden en Deinze (exclusief) in het zuiden zullen de 2Div, 5Div en 4Div ontplooid worden. De 1Div ChA zal achter de kanaalzone in reserve gehouden worden.
Het hoofdkwartier zal te Poeke opgesteld worden, en verhuist naar het kasteel aan de rand het dorp.
Provoostschap VI/LK
Het provoostschap verlaat Astene en wordt verplaatst naar Poeke. Het vertrek vindt plaats rond 20u30 en de korte tocht zal ongeveer anderhalf uur duren. Na aankomst gaan de Rijkswachters onmiddellijk aan het werk.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier werkt van op het kasteel van Poeke.
Provoostschap VI/LK
Op 23 en 24 mei blijft het provoostschap van uit Poeke opereren. De taken van de militaire agenten omvatten het regelen van het militaire verkeer, het beveiligen van het hoofdkwartier van het VIde Legerkorps en het tegenhouden van deserteurs en vluchtende militairen door middel van een reeks controleposten achter de frontlinie.
HK VI/LK
Het VI/LK dat nog steeds uit 4 divisies bestaat (2Div, 4Div, 5Div en 1Div ChA) bezet nu een stelling achter het Afleidingskanaal van de Leie tussen Deinze en het Kanaal Gent-Brugge. De 2Div staat in het noorden opgesteld, de 5Div in het centrum en de 4Div in het zuiden. De 1Div ChA, in reserve achter de drie divisies opgesteld langs het kanaal, bezet de lijn Bellem, Lotenhulle, Vinkt. Het hoofdkwartier heeft zijn intrek genomen in het kasteel van Poeke.
De commandant van het VI/LK beschikt over volgende artilleriegroepen ter ondersteuning van het gevecht: I/14A en IV/14A, III/15A en IV/15A, II/16A, II/17A, II/19A en I/4RAA evenals de Staf van 14A voor de coördinatie van de vuren.
Provoostschap VI/LK
Het provoostschap werkt nog steeds van uit Poeke.
Provoostschap VI/LK
Bij de doortocht van een colonne van 8A wordt het dorp Poeke gebombardeerd. Adjudant Marlier en Wachtmeester Mylemans worden gewond afgevoerd naar het militaire veldhospitaal te Roeselare. Commandant Pieteraerents en Wachtmeester Michel raken beiden lichtgewond aan de hand door rondvliegend glas, maar kunnen gewoon verder blijven werken. De provoost krijgt het bevel om Poeke te verlaten en stuurt om 21u30 zijn eenheid naar Schuiferskapelle. De Rijkswachters komen anderhalf uur later aan op hun nieuwe standplaats en worden in het dorp ingekwartierd. Commandant Pieteraerents vindt onderdak in de pastorij bij pastoor Meuleman.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier wordt overgebracht naar Schuiferskapelle. Aan het eind van de dag ontvangt de legerkorpsstaf het bevel om zich naar Blauwhuis nabij Wingene te verplaatsen.
Provoostschap VI/LK
De gendarmen gaan op nieuw aan het werk van uit Schuiferskapelle.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier is bij de aanvang van 27 mei operationeel Blauwhuis, een gehucht ten noordoosten van Wingene. Omstreeks 08u00 wordt de staf naar Aartrijke bevolen. Van hieruit worden de orders opgemaakt voor de verdere terugtocht van de troepen naar de door het GHK aangeduide lijn tussen Hertsberge in het noorden en Hille in het zuiden.
Provoostschap VI/LK
Het provoostschap verlaat Schuiferskapelle rond 08u15 en verhuist naar het gehucht Wildenburg te Wingene. De manschappen worden ingekwartierd aan de Beernemsesteenweg. Cdt Pieteraerents stelt zijn CP op in café Sint-Hubertus. De manschappen verblijven in Kasteel Blauwhuis. Het gehucht Wildenburg wordt om 22u00 alweer verlaten. De provoost en zijn Rijkswachters trekken via Beernem, Hertsberge en Ruddervoorde naar Aartrijke. De verplaatsing zal door de algehele chaos in de Belgische legerzone de ganse nacht duren.
HK VI/LK
Het hoofdkwartier van het legerkorps bevindt zich te Aartrijke. De eerste Duitse troepen bereiken de gemeente in de loop van de namiddag, maar bekommeren zich niet om de Belgische troepen en trekken gewoon voorbij.
Provoostschap VI/LK
De Rijkswachters komen uiteindelijk om 11u30 aan te Aartrijke en leggen hier de wapens neer. Reeds op 1 juni worden de gendarmen teruggestuurd naar hun eenheden om de gewone politiediensten onder de nieuwe bezetter te hervatten. Cdt Pieteraerents vertrekt rond 06u00 naar Kortrijk en komt om 10u00 aan in de zwaar gehavende stad aan de Leie. De Rijkswachtkazerne zit op dat ogenblik vol Belgische, Franse en Britse krijgsgevangenen.
Pas op 1 juni ontvangt de staf de eerste instructies voor de gevangenname door de bezetter. Het officierenkorps wordt gevraagd om zich te Brasschaat te verzamelen. De tocht verloopt zonder bewaking en ook bij aankomst worden de officieren niet opgesloten. Tijdens de eerste twee weken van juni mogen de officieren vrij beschikken. Wie geld heeft, gaat in Brasschaat of Merksem op restaurant en neemt ‘s avonds de tram tot in Antwerpen. Talrijke officieren van zowel het beroeps- als het reservekader maken van de gelegenheid gebruik om er van onder te muizen, wat trouwens heel wat wrevel bij de achtergebleven collega’s zal veroorzaken. Medio juni worden de naar schatting 3.500 nog aanwezige officieren op transport naar Duitsland gezet.
Krijgsgevangenen HK VI/LK
Na de oorlog wordt Kolonel SBH Melen krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar het Oflag IX A/Z te Rotenburg an der Fulda waar hij tot augustus 42 verbleef. Hij zal er op 17 mei 1941 een grafrede voorlezen voor de in gevangenschap overleden Cdt Ernest Bodart.
Geen gesneuvelden bekend.
- Het VI/LK wordt beschouwd als de algemene reserve van het leger. Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Op 10 mei bevond de 11Div zich zo te Beverlo, de 10Div bezet de Sector Leuven en de 5Div bezet de Sector Halle – Ninove. De Sector Halle – Ninove was gericht naar het zuidwesten aangezien het divisiehoofdkwartier van de 5Div zich te Vlezenbeek bevond, dus achter de linies. Volgens bepaalde bronnen maakte de Sector Halle – Ninove deel uit van de Dwarsstelling (oftewel bretel) Bierges – Ninove die te Bierges aansloot op de K.W. Stelling. Een dwarsstelling wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken. Het GHK hield blijkbaar een slag achter de hand om, in het geval dat de Britten en de Fransen zich niet zouden ontplooien in België, een achterwaarts manoeuvre uit te voeren via de K.W. Stelling naar de Schelde en deze defensieve lijn (met de bruggenhoofden Gent en Antwerpen) te verlengen tot de Frans-Belgische grens. In dit scenario zou de 11Div zich dan opstellen tussen de 10Div en de 5Div om zo onder bevel van het VI/LK de flank van het Belgisch leger te beveiligen. (Deze analyse gebeurde op basis van de opstelling van de troepen en moet nog bevestigd worden door documentatie die het bestaan van dit ‘contingency plan‘ staven).
- Deze drie eenheden bezetten alarmposten, voeren officiersverkenningen uit langs de Frans-Belgische grens en rapporteren aan de Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen. “Le Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières (SSRF) de l’entre-deux-guerres à la campagne des 18 jours”, Pascal Pirot, mémoire de fin d’études défendu en janvier 2010 à l’Université de Liège en vue de l’obtention du grade de Master en Histoire. “En effet, un projet théorique de remise sur pied du S.S.R.F. reprend vigueur dans les années 1930. Relativement mieux préparé et organisé dès le temps de paix (retrait des douaniers du service, meilleure coordination avec le réseau de surveillance de l’armée), il fonctionne plusieurs mois à partir de la mobilisation de l’armée belge en septembre 1939. Dans le contexte de la « neutralité choisie », le périmètre sur lequel le S.S.R.F. est effectivement en place est considérablement étendu : frontière française, allemande, luxembourgeoise, moins rigoureusement la frontière des Pays-Bas, sont concernées. Met de Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen beschikt België over een zeer performant inlichtingennetwerk dat in staat is om zeer snel te reageren ingeval van schending van de grenzen. De bewaking van de Frans-Belgische grens is louter pro forma en moet gezien worden in de context van de Belgische neutraliteit. De aanwezigheid van waarnemingsposten zal wel toelaten de Franse en Britse troepenbewegingen in België te monitoren naar aanleiding van een Duitse inval.
- Het Britse plan voorzag de ontplooiing van twee legerkorpsen op de “Dyle” stelling. Rechts zou het 2nd British Corps [2(UK)AC], bevolen door Luitenant-generaal Alan Brooke, de sector Leuven bezetten met één divisie, de 3(UK)Div. Op links zou het 1st British Corps [1(UK)AC], onder bevel van Luitenant-generaal Barker, postvatten met twee divisies in lijn, de 2(UK)Div en de 1(UK)Div. Achtergrondinformatie bij de Britse actie in België; “The BEF in France, 1939-1940: Manning the Front Through to the Dunkirk Evacuation” van John Grehan en Martin Mace, 31 januari 2020, Pen and Sword Military evenals “Supplement to the London gazette – 17 October 1941; 1st and 2nd Despatch from General Lord Gort, commander-in-chief BEF” [On Line beschikbaar]: http://www.ibiblio.org/hyperwar/UN/UK/LondonGazette/35305.pdf [Laatst geraadpleegd 14 juli 2020].
- Velddagboek Kapitein-commandant Jozef Pieteraerents.
- Achtergrondinformatie bij passage Kolonel SBH Melen in Rotenburg [On line beschikbaar]: https://hinterstacheldraht.jimdofree.com/belgier/einzelne-belgische-offiziere/ernest-bodart/ [Laatst geraadpleegd 4 augustus 2020].
- La situation du VI/LK pendant la bataille de la Lys du 22 au 26 mei 1940 (CHD Evere)
- Wanty, E., 1964, Improvisations de la liaison belgo-britannique du 10 au 18 mai 1940., Revue d’histoire de la deuxième guerre mondiale, Nr 54, pp.29-50.