Iste Legerkorps

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Iste Legerkorps | ILK
Ier Corps d’Armée | ICA
Type Legerkorps van het actief leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Bevelhebber Luitenant-generaal Alexis Van der Veeken
Stafchef Kolonel SBH Jules Frankignoul
Onderstafchef Majoor SBH Edouard Bedoret
Verbindingsofficier Groot Hoofdkwartier Kapitein SBH J. Staquet
Commandant Artillerie (CA) Generaal-majoor Jules Renard
Commandant Genie (CGn) Kolonel Albert Vandezande
Commandant Transmissietroepen Majoor Marcel Renaut
Commandant Transportkorps Luitenant-kolonel F. Frans
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Generaal-majoor Victor Keersmaekers
Commandant Paardenartsenijdienst Dierengeneesheer Luitenant-kolonel Paul Meugens
Intendant 1ste Kapitein Intendant M. Premier
Standplaats Dekkingstelling Albertkanaal
Zone Diepenbeek-Lixhe
Hoofdkwartier te Tongeren
Organieke Eenheden Hoofdkwartier 1ste Bureau – Operaties (Kapt SBH H. Fievez)
    2de Bureau – Inlichtingen (Cdt SBH Charles Ruscart)
    3de Bureau – Personeel en Materieel (Kapt SBH E. Dumont)
    4de Bureau – Ravitaillering en Evacuatie (Kapt SBH R. Darimont)
  4de Infanteriedivisie  
  7de Infanteriedivisie  
  21ste Bataljon Genie
  21ste Bataljon Transmissietroepen
  14de Regiment Artillerie  
  Geneeskundig Korps I/LK Staf (Med LtKol Edgard Lombard)
    Geneeskundige Versterkingscompagnie (Kapt M. De Groote)
    1ste Legerkorpsambulance (Med 1Kapt Maurice Godin)
    2de Legerkorpsambulance (Med Lt A. Bodson)
    Geneeskundige Ambulance (Med 1Kapt Désiré Gahylle)
    Lichte Heelkundige Ambulance (Med 1Kapt Max Cheval)
    Hygiënetrein (Med 1Kapt Paul Walravens)
  Intendancekorps I/LK Staf
    Compagnie Intendance
  Transportkorps I/LK Staf
    1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt J. Van Ysendyck)
    2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt René Michils)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Lt F. Declercq)
    Autopeloton voor Materieel (Lt P. Hecq)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Cdt Célestin Slangen)
    Atelier voor Herstelling van het Materieel (Lt E. Lobet)
    Ontsmettingscompagnie (Lt F. Cattoir)
  Compagnie Luchtafweermitrailleurs I/LK (Kapitein-commandant Marcel Corvillain)
  Provoost I/LK (Kapitein-commandant Georges Vanderkam)
Tijdelijke Eenheden 5de en 6de Compagnie Bataljon Grenswielrijders Limburg
  Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie
  2de Eskadron, 1ste Regiment Lansiers
  1ste Batterij Artillerie Meetdienst
  IVde Groep 1ste Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen (-)
  VIde Groep 1ste Luchtvaartregiment

Tijdens de mobilisatie

Luitenant-generaal Alexis Van der Veeken (vooroorlogse foto).

HK I/LK
In volle vredestijd is het Iste Legerkorps (I/LK) een actief legerkorps samengesteld uit de 5de Infanteriedivisie (5Div) van Bergen en de 6de Infanteriedivisie (6Div) van Brussel. Het Hoofdkwartier (HK) van het I/LK is eveneens in Brussel gevestigd. Bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 25 augustus 1939, installeert de staf van het legerkorps zich in een mobilisatiekantonnement te Sint-Lambrechts-Woluwe. Een week later verhuist het hoofdkwartier naar Ternat om eind september overgeplaatst te worden naar Schaarbeek. Hier verblijft de staf gedurende ongeveer een maand. Op 9 november 1939 vertrekt het I/LK naar Zuidoost Limburg en de staf installeert zich in het gerechtshof te Tongeren van waaruit de twee divisies in lijn bevolen worden. De 5Div staat opgesteld van Lixhe tot Briegden, de 6Div bevindt zich ten westen van Briegden. Vanaf 30 maart 40 neemt de 4de Infanteriedivisie (4Div), een actieve divisie, de stellingen van de 6Div over die op zijn beurt wordt afgedeeld bij het IIde Legerkorps (II/LK). Het is niet abnormaal dat de 4Div de sector Diepenbeek overneemt aangezien deze divisie reeds in vredestijd zijn HK in Hasselt had en vertrouwd is met het terrein. Vanaf 30 april 40 wordt de 5Div afgelost door de 7de Infanteriedivisie (7Div), een divisie van eerste reserve, die de stellingen van de 5Div overneemt.

Aan de vooravond van de oorlog bevindt de staf van het I/LK zich nog steeds te Tongeren. Het legerkorps beveelt nu de 7Div, opgesteld van Lixhe via Briegden tot Eigenbilzen en de 4Div, opgesteld van Eigenbilzen tot Diepenbeek. Links van het I/LK staat het Cavaleriekorps (CK) opgesteld achter het Albertkanaal en rechts worden de stellingen van het I/LK verlengd door het IIIde Legerkorps (III/LK) die de Versterkte Positie Luik verdedigd. Vermeldenswaard is dat op 10 mei 1940 de artilleriesteun aan het Iste Legerkorps eerder beperkt is. Twee van de zes groepen van het 14de Regiment Artillerie (14A), de legerkorpsartillerie van het I/LK, waren in maart 40 al overgeheveld naar het II/LK en enkel de 11Bij van de IVde Groep van het 1ste Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen  (11/IV/1DTCA) was beschikbaar voor de luchtverdediging van zowel 4Div als 7Div.

Operatiezone Iste Legerkorps (projectie op recente kaart)

De legerkorpsen opgesteld langs het Albertkanaal zijn ook verantwoordelijk voor het beveiligen van het gebied tussen de grens en de Dekkingsstelling. Hiervoor dienen ze enkele alarmposten en een gedeelte van de Vooruitgeschoven Stelling te bemannen. Aangezien in de korpszone van het I/LK de Dekkingsstelling grotendeels samenvalt met de Alarmstelling en de Vooruitgeschoven stelling moet slechts een beperkt gedeelte van de Vooruitgeschoven Stelling bezet worden door het I/LK. Voor deze opdracht beschikt het I/LK over de Groep Wielrijders van de 17Div (GpCy 17Div) die versterkt is met de 5de en de 6de Cie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim). De GpCy 17Div bezet een Ondersector op de Vooruitgeschoven Stelling van Vucht (inclusief) tot Briegden. De eskadrons en compagnies staan opgesteld langs de Zuid-Willemsvaart en het Verbindingskanaal Briegden – Neerharen. Een aantal alarmposten worden bemand langs de Zuid-Willemsvaart tussen Smeermaas en Neerharen.

Het HK van het I/LK installeerde zich in het gerechtshof te Tongeren.

Wanneer men de opstelling van het I/LK bekijkt kan men enkel vaststellen dat er geen eenheden in reserve geplaatst zijn, alle eenheden zijn lineair opgesteld en elke diepte in het verdedigingsdispositief ontbreekt. De twee divisies staan in lijn maar ook elke divisie heeft zijn drie regimenten in lijn opgesteld. Enkel op het niveau van de regimenten wordt een bataljon in tweede lijn geplaatst maar dan zeer dicht achter de bataljons in eerste linie. Dit betekent dat wanneer de initiële verdedigingslijn doorbroken wordt er op niveau divisie noch op niveau legerkorps enige tegenactie gevoerd kan worden tenzij door eenheden in lijn te heroriënteren. Om toch nog over iet of wat reserve te beschikken wordt het Iste Bataljon van het 11de Linieregiment  (I/11Li) aangeduid als reserve van de 4Div weliswaar klaar om tussen te komen volgens de prioriteiten van de commandant van het Iste Legerkorps (I/LK) (oftewel “réserve divisionaire à la disposition du I/C.A.” zoals het in de orders beschreven wordt). In afwachting van ingezet te worden als divisiereserve staat het I/11Li in tweede echelon van het 11Li opgesteld. Het I/LK maakt al tijdens de mobilisatie gebruik van deze reserve door de 3de Compagnie van het I/11Li in te zetten voor de beveiliging  van het zonedepot met geniematerieel van het I/LK uitgebaat door de Compagnie Park van het 21ste Bataljon Genie (21Gn), en de civiele telefooncentrale in het station van Tongeren. Het zonedepot van 21Gn ligt vlakbij het station waardoor de 3Cie onrechtstreeks de noordelijke toegang tot Tongeren (via de Maastrichtersteenweg) beveiligt.

In het kasteel van Widooie wordt een verzamelpunt ingericht voor Duitse krijgsgevangenen. De krijgsgevangenen moeten nadien doorgestuurd worden naar de rijkswachtkazerne in de Troonstraat te Brussel.

Geneeskundig Korps I/LK
De Staf van het Geneeskundig Korps van het Iste Legerkorps heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het Sint-Jozefspensionaat te Borgloon, van waaruit de geneeskundige eenheden van het I/LK worden aangestuurd. In het pensionaat is eveneens het Medisch-Chirurgisch Centrum (MCC) van het Geneeskundig Korps is ingericht. Volgens de normale slagorde in oorlogstijd heeft dit centrum een ligcapaciteit van 200 bedden. Een eerste groep van 100 bedden wordt geleverd door de 2de Legerkorpsambulance. De Geneeskundige Ambulance voorziet 50 bedden voor zieken, gasslachtoffers en onvervoerbare patiënten. De Lichte Heelkundige Ambulance levert nog eens 50 bedden en is verantwoordelijk voor de chirurgische behandeling van zwaargewonden.

De 1ste Legerkorpsambulance baat te Hoepertingen een bijkomende hulpplaats uit voor zieken en gewonden waarvan verwacht wordt dat ze naar hun eenheden kunnen terugkeren. Deze hulpplaats kan 100 liggende patiënten opnemen.

De vier pelotons van de Geneeskundige Versterkingscompagnie zijn verspreid onder deze twee installaties en hebben tevens verschillende detachementen uitgestuurd naar de medische hulpplaats van de 4de Infanteriedivisie te Hoeselt en van de 7de Infanteriedivisie te Berg.

Compagnie Luchtafweermitrailleurs I/LK
De Compagnie Luchtafweermitrailleurs van het Iste Legerkorps werd samengesteld uit reservisten van het 1ste Regiment Karabiniers. De zes pelotons beschikken samen over 24 lichte Maxim mitrailleurs, waarvan er 18 op vrachtwagens kunnen geïnstalleerd worden om de mobiele luchtverdediging van het HK en de korpstroepen te verzekeren. Tot 27 maart 1940 was de Compagnie Luchtafweermitrailleurs een onderdeel van het transportkorps, na 27 maart werd de eenheid een onafhankelijke compagnie. Op de vooravond van de Duitse inval bevinden de pelotons zich in het gebied tussen Tongeren en Borgworm, waar de kantonnementen van het Transportkorps, het Intendancekorps en het Geneeskundige Korps gevestigd zijn. Zo staan de compagniestaf en het het 5de Peloton van Onderluitenant André opgesteld nabij het kasteel De Klee in de Kleestraat 20 te Kuttekove.

Kasteel De Klee waar de Cie Luchtafweermitrailleurs I/LK zijn CP had opgesteld.

HK I/LK
Rond middernacht wordt het HK I/LK op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Om 02u45 beveelt het Groot Hoofdkwartier om alle binnenschepen te evacueren van het ganse Verbindingskanaal Maas-Schelde tussen Briegden en Schoten en van het Albertkanaal tussen Luik en Genk. Het I/LK verneemt tegen de ochtend het nieuws van de aanval op de 7Div en het rampzalige verlies van de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven. Wanneer de divisiecommandant van de 7Div ziet dat het goed fout gaat probeert hij een mobiele reserve op te bouwen door steun te vragen aan I/LK. Op bevel van de commandant van het I/LK moet de staf van de 7Div een plan uitwerken om een dubbele tegenaanval richting vijandelijke bruggenhoofden uit te voeren. De commandant van de 7Div krijgt hiervoor van het I/LK de steun van twee compagnies van I/11Li (1Cie en 4Cie) en twee compagnies van de Limburgse Grenswielrijders (1Cie en 4Cie). Ook het Wielrijderseskadron 7Div (Esk Cy 7Div) en de compagnie C47 op T13 van de 7Div (Cie C47/T13 7Div) worden voor deze tegenaanval ingezet. De actie gaat slechts gedeeltelijk door omdat zowel het 11Li alsook de Limburgse Grenswielrijders door vijandelijke luchtbombardementen vertraagd worden. Het 2Esk/I/1L aangehecht aan het I/LK voert een gebiedsbeveiligingsopdracht uit in de streek van Overrepen en stuurt zijn derde peloton in versterking van de 7Div. Wanneer het GHK tegen 11u00 op de hoogte gebracht wordt van het feit dat de bruggen over het Albertkanaal niet vernield werden wordt Luitenant-generaal Prudent Nuyten uitgestuurd naar het hoofdkwartier van het Iste Legerkorps om een correcte stand-van-zaken te bepalen,

Voor een gedetailleerd overzicht van de gebeurtenissen bij de ondereenheden van het I/LK tijdens de veldtocht; zie de verslagen van de 4Div, 7Div, 14A, 21Gn en 21TTr.

Het hoofdkwartier van het I/LK wordt in de namiddag twee keer bezocht door Franse patrouilles.  Deze behoren tot het Detachement de Découverte van Capitaine Montardy van het 12ème Régiment de Cuirassiers.  Deze eeheid vormt de speerpunt van de 3ème Division Légère Mechanique die op zijn beurt een van de twee divisies is van het Franse cavaleriekorps.  Dat de Fransen reeds op de hoogte zijn van de gebeurtenissen te Vroenhoven en te Veldwezelt blijkt uit de intentie van Montardy om zijn patrouilles vooruit te sturen tot aan de bruggen.  Tegen 22u00 installeert Capitaine Montardy een kleine commandopost te Berg.  De patrouille van Sous-Lieutenant Chat rijdt richting Veldwezelt en verliest hier een van zijn twee pantserwagens.  De patrouille van Sous-Lieutenant Vasselot rukt met vijf pantserwagens op naar Vroenhoven en komt vast te zitten te Riemst.  De beide patrouilles hergroepering zicht rond middernacht te Berg.

Het Franse leger heeft nog een tweede Detachement de Découverte in de zone van het Iste Legerkorps gestuurd.  Dit detachement wordt geleid door Capitaine Renoult, omvat de patrouilles van de Onderluitenanten Prot, Sabatier, Chazeau en Erny en heeft als doel de zuidelijke oever van het Albertkanaal tussen Hasselt en Lanaken te verkennen.   De patrouilles Prot en Sabatier worden in de vooravond gemeld door het 3Li, het 24Li en verschillende steunheenheden van de 1Div.  De patrouilles Chazeau en Erny zijn actief in de sector van de 4Div.  Renoult zal overnachten te Prinshagen terwijl zijn vier patrouilles respectievelijk te Hasselt, Wolske, Diepenbeek en Munsterbilzen halt houden voor de nacht.

De beide detachementen zullen zich op 11 mei en 12 terugtrekken tot de Gete nabij Hoegaarden waar de rest van hun regiment in stelling zal gaan.

Geneeskundig Korps I/LK
Het hoofdkwartier van het I/LK alarmeert zijn geneeskundig korps kort na 01u00.  De eerste taak van het personeel bestaat in het klaarmaken van alle lokalen in het Sint-Jozefspensionaat.  De artsen en verplegers zetten zich aan het werk om zoveel mogelijk patiënten die ontslagen kunnen worden terug te sturen naar hun eenheid.  Wie dit nog niet kan, wordt volgens het mobilisatiedossier klaargemaakt voor evacuatie naar het Militair Hospitaal te Brussel.  Op die manier hoopt men alleen de ernstig zieken te behouden.

De allereerste opnames in het in het Medisch-Chirurgisch Centrum Borgloon gebeuren kort voor 06u00 en betreffen burgers die gewond raakten bij de luchtaanval op de stad Tongeren.  Uit het verslag van 1ste Kapitein Geneesheer Cheval blijkt dat de eerste militaire gewonden aankomen  rond 08u30. Tijdens de ochtend van 10 mei 1940 worden een honderdtal opnames van militairen opgetekend.  Daarnaast wordt een groter aantal burgers verzorgd.  Tussen de slachtoffers bevinden zich tevens drie chauffeurs van ambulancevoertuigen. Het pensionaat ligt aan de voor de Duitsers belangrijke baan van Tongeren naar Sint-Truiden en de Luftwaffe ontziet de medische installaties niet.

De evacuatie van de gewonden vanuit het Medisch-Chirurgisch Centrum naar de militaire hospitalen en hulphospitalen wordt geregeld door de Geneeskundige Evacuatiedienst (SME). De SME heeft op 10 mei zijn standplaats op de terreinen van de NMBS werkplaatsen te Muizen nabij Mechelen en beschikt over voldoende wagons om drieëntwintig treinstellen voor het vervoer van gewonden samen te stellen. Voor elke trein is er een bemanning met één geneesheer, een handvol onderofficieren en ongeveer twintig tot dertig manschappen voorzien. Op 10 mei rond het middaguur ontvangt de commandant van het SME het bevel om twee lichte treinstellen samen te stellen en naar het station van Borgloon te sturen om er de overvloed aan gewonden te evacueren uit het Medisch-Chirurgisch Centrum van het I/LK. Het vertrek naar Borgloon loopt behoorlijk fout. De eerste trein wordt richting Namen gerangeerd en het tweede stel krijgt het vertreksein vooraleer de bemanning de kans krijgt om in te stijgen. Uiteindelijk wordt niemand opgehaald in Borgloon en moet het Geneeskundig Korps van het I/LK zich zien te beredderen.

Het vallen van de nacht brengt geen rust in het Medisch-Chirurgisch Centrum.  De operatiekwartieren blijven doorwerken.  De civiele elektriciteitsvoorziening is uitgevallen, zodat het hospitaal terugvalt op zijn elektrogeengroep voor de medische apparatuur en op petroleumlampen voor de verlichting.

Compagnie Luchtafweermitrailleurs I/LK
De pelotons worden omstreeks 02u45 in staat van alarm gebracht. Net zoals bij de overige lichte luchtafweercompagnies op niveau korps en divisie, beklaagt ook Kapitein-commandant Corvillain zich dat hij geen lichtspoormunitie kan bekomen. De eerste Duitse vliegtuigen worden rond 05u00 onder vuur genomen. De pelotons komen overdag regelmatig in actie, maar kunnen geen treffers scoren.

Door het I/LK en CK geplande dwarsstellingen om de oostflank van de divisie in lijn achter het Albertkanaal te beveiligen

Door het I/LK en CK geplande dwarsstellingen om de oostflank van de divisies in lijn achter het Albertkanaal te beveiligen

HK I/LK
Na het mislukken van de door de 7Div geplande dubbele tegenaanval om de Duitse bruggenhoofden te neutraliseren en de bruggen terug in te nemen wordt nu door het I/LK het plan opgevat om een dwarsstelling (bretel) op te richten op de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine Spouwen – Rijkhoven en die vervolgens langs de Demer te vervolledigen tot in Tongeren. De 4Div moet de stelling voorbereiden van Eigenbilzen tot aan Kleine Spouwen, de 7Div is verantwoordelijk vanaf Kleine Spouwen (inclusief) tot Tongeren.

Omdat de 4Div niet beschikt over reserve-eenheden om te ontplooien op de dwarsstelling moet de divisie gebruik maken van zijn regimenten in lijn om deze opdracht uit te voeren. De commandant van de 4Div kan niet het Albertkanaal blijven bezetten tot Eigenbilzen en dan ook nog eens de dwarstelling bemannen. Daarom beslist hij de helft van de bataljons opgesteld achter het kanaal te laten pivoteren en stelling te nemen op de lijn Munsterbilzen-Bilzen-Hoeselt. Deze defensieve stelling ligt enkele kilometer meer westwaarts dan de opgelegde dwarsstelling van het I/LK. Bovendien ontvangen de eenheden die dit manoeuvre moeten uitvoeren  (I/7Li, III/7Li, II/11Li en III/11Li) pas om 10u00 het bevel van de Staf/4Div om zich te verplaatsen naar deze nieuwe defensieve stelling.

De 7Div, wiens infanterieregimenten aangeklampt worden door de vijand, dient beroep te doen op ad hoc naar de divisie gestuurde versterkingen om de dwarsstelling te bezetten. Vanaf Kleine-Spouwen bezet de 7Div de dwarstelling met het Bataljon Grenswielrijders Limburg (-) , het Wielrijderseskadron en de Compagnie C47/T13 van de 7Div, de Wielrijdersgroep van de 17Div (GpCy 17Div), het 2/I/1L en het 2L die het zuidelijk gedeelte van de stelling moet bemannen. Omstreeks 03u50 ontvangen de betrokken eenheden hun orders. Het is weinig waarschijnlijk dat dit samenraapsel van eenheden in staat zal zijn om in de vroege morgen van 11 mei nog stelling te nemen en deze in te richten [1]. De verdediging van de dwarsstelling wordt dan ook al opgeheven om 11u00 waarna het I/LK om 12u50 de algehele aftocht naar Leuven beveelt.

Om 10u30 bezoekt Kapitein SBH Fievez het Achterwaarts HK van de 4Div te Hoeselt om te melden dat HK van het I/LK naar Mechelen-Bovelingen (Marlinne) wordt overgebracht.  Het hoofdkwartier zal hier halt houden tot de late namiddag.  Vervolgens trekt de staf via Mechelen-Bovelingen, Borgworm (Waremme), Hannuit en Mélin (Malen) nabij Geldenaken naar Vilvoorde waar een eerste hergroepering plaatsvindt.  Luitenant-generaal Van der Veeken passeert tussen 17u30 en 18u00 te Borgworm.

Pensionaat Sint-Jozef te Borgloon, standplaats van het Medisch-Chirurgisch Centrum van het I/LK.

Pensionaat Sint-Jozef te Borgloon, standplaats van het Medisch-Chirurgisch Centrum van het I/LK.

Geneeskundig Korps I/LK
Een klein drama speelt zich af in het MCC aan de Tongerse Steenweg te Borgloon.  In de vroege voormiddag wordt het duidelijk dat de Duitsers met rasse schreden naderen. Enkele elementen van het hospitaal gaan er vandoor, waaronder de meeste vrachtwagens van de hygiënetrein.  Gelukkig worden wel de aanhangwagens met de broodnodige apparatuur achtergelaten.  Luitenant-kolonel Lombard heeft geen contact meer met de staf van het I/LK en is aanvankelijk van mening dat hij niet op eigen houtje mag overgaan tot de evacuatie van het hospitaal.  Even na 10u00 verandert hij echter van mening en beveelt iedereen om te vertrekken.  Luitenant-kolonel Lombard duidt twee artsen aan die dienen te blijven bij de gewonden die achtergelaten zullen worden.  De rest van het personeel wil zo snel mogelijk weg richting Asse.

Om 13u45 verschijnen de eerste vijandelijke tanks en valt de installatie volledig in handen van de vijand.  Een 300-tal leden van het verzorgende en administratieve personeel blijken nog ter plekke te zijn, waaronder ook de kolonel.  De Duitsers laten het Geneeskundig Korps verder werken en bekommeren zich niet over de aanwezige zieken en gewonden. Na het passeren van deze eerste colonne vijandelijke pantserwagens zal het trouwens tot ‘s anderendaags duren vooraleer de volgende Duitsers aankomen.  De Belgen hebben ondertussen een grote witte vlag gehesen boven de hoofdingang van het pensionaat.

Compagnie Luchtafweermitrailleurs I/LK
Op het eind van de voormiddag krijgen de eenheden van het Transportkorps het bevel om de aftocht naar het westen te starten. Voor de compagnie betekent dit dat de statische posities opgegeven worden en de nodige mitrailleurs op de vrachtwagens worden geplaatst om luchtdekking te bieden tijdens de verplaatsing. Kapitein-commandant Corvillain verlaat Borgloon een goed half uur voor de komst van de Duitsers.

Het HK van I/LK hield zich op in het stadhuis van Vilvoorde.

HK I/LK
Het HK van het 1ste Legerkorps installeert zich in het stadhuis van Vilvoorde van waaruit de reorganisatie van de 7Div en de 4Div wordt georganiseerd. De verschillende eenheden van het I/LK krijgen reorganisatieplaatsen toegewezen ten noorden van Brussel en ten oosten van het kanaal van Willebroek. De eenheden krijgen na de chaotische terugtocht uit Oost-Limburg volgende geïmproviseerde kantonnementen toegewezen:

  • 7Div: Diegem
  • 4Div: Eppegem
  • 14A: Grimbergen
  • 21Gn: Grimbergen
  • 21TTR: Grimbergen
  • Gp Cy 17Div: Tervuren
  • Bn GrWi Lim: Kobbegem en Hamme
  • Geneeskundig Korps: Asse
  • Transportkorps (C.T. I/LK) zonder ateliers: Merchtem en Mollem
  • Ateliers: Asse samen met de ateliers van de 4Div en de 7Div
  • 2L met 2/I/1L: Houtem en Sint-Stevens-Woluwe
  • IV/1DTCA: Strombeek-Bever en Brussegem (één Bij)

Geneeskundig Korps I/LK
Bij de overrompeling van het MCC te Borgloon op 11 mei is het gros van de medische middelen van het legerkorps verloren gegaan.  Ook Med LtKol Lombard en heel wat personeel zijn in handen van de vijand gevallen.  Wat nog overblijft van het Geneeskundig Korps wordt verzameld in Asse en komt onder bevel te staan van 1ste Kapitein Geneesheer Godin, die in cumul aanvoerder van de 1ste Legerkorpsambulance blijft.  Zijn adjunct wordt Luitenant Geneesheer De Vos van de Hygiënetrein.  De restanten van de Geneeskundige Versterkingscompagnie worden aangevoerd door Onderluitenant Geneesheer Anciaux.  Ook een deel van de Geneeskundige Ambulance is kunnen ontkomen.  Deze fractie wordt geleid door Luitenant Apotheker Burniat.

HK I/LK
Na de haastige terugtocht uit Limburg moet begonnen worden met de reorganisatie van de eenheden. Het HK I/LK verplaatst zich om 18u00 naar Strombeek-Bever van waaruit het vanaf de 14 mei om 10u00 het commando zal waarnemen. De eenheden worden meer uitgespreid en gehergroepeerd ten westen van het Kanaal van Willebroek. Een bewakingsopdracht teneinde de overgangen van het Kanaal van Willebroek te beveiligen wordt georganiseerd. Een nieuw kantonneringsplan wordt opgemaakt en de eenheden installeren zich op een meer geordende manier in volgende reorganisatiekantonnementen:

  • 7Div: Heizel, Laken, Jette, Wemmel
  • 4Div: Grimbergen, Wolvertem, Humbeek en Beigem
  • 14A: Meise
  • 21Gn: Brussegem
  • 21TTR: Strombeek-Bever
  • Gp Cy 17Div: Relegem
  • Bn GrWi Lim: Kobbegem en Hamme
  • Geneeskundig Korps: Asse
  • Transportkorps (C.T. I/LK) zonder ateliers: Merchtem en Mollem
  • Ateliers: Asse samen met de ateliers van de 4Div en de 7Div

HK I/LK
Vanaf 10u00 is het HK van het I/LK operationeel in Strombeek-Bever.

Geneeskundig Korps I/LK
Het personeel zal pas op 15 mei gevangen genomen worden. De gewonde militairen worden op 15 mei als gewonde krijgsgevangenen overgebracht naar het Haupt-Kriegsgefangenenlazarett in het Jezuïetenklooster aan de Tongersestraat te Maastricht [2].

Tussen 10 en 15 mei zullen een 400-tal operaties uitgevoerd worden door de Lichte Heelkundige Ambulance en een 800-tal niet-operatieve ingrepen door de Geneeskundige Ambulance. De patiënten kunnen echter niet afgevoerd worden en het hospitaal wordt ook niet herbevoorraad met medisch materieel. De lijst van militairen die overlijden aan de gevolgen van hun verwondingen in het veldlazaret van Borgloon is bijgevolg lang (minsten 27 militairen, TBC door de overlijdensakten opgesteld in Borgloon).

Luitenant-generaal ridder Maximilien de Neve de Roden.

HK I/LK
Luitenant-generaal Van der Veeken wordt op 16 mei 1940 afgelost door Luitenant-generaal de Neve de Roden die tot dan toe bevelhebber was van het Cavaleriekorps.  Het I/LK krijgt opnieuw het bevel over het Bataljon Grenswielrijders Limburg dat zich in Moorsel bevindt voor reorganisatie.

Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft, moet deze worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers in het zuiden een doorbraak te forceren in de streek van Sedan, terwijl in het noorden Nederland zich heeft overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een zo veilig mogelijke manier.

Geneeskundig Korps I/LK te Borgloon
Het Belgische MCC te Borgloon is nu formeel gesloten, maar een deel van het personeel blijft toch aan het werk.  Het veldlazaret is overgenomen door het Duitse leger en zal nu zieke en gewonde Duitse soldaten verzorgen.  Onder meer 1Kapt Cheval is nog steeds werkzaam in het operatiekwartier van het pensionaat,  Onder toezicht van een Duitse arts, zal de chirurg blijven operaties uitvoeren.  De Belgische militairen hebben drie keer per dag appel, maar mogen verder vrij beschikken.  Ze krijgen dezelfde rantsoenen als hun Duitse meesters.

HK I/LK
Het Iste Legerkorps is aangeduid voor de verdediging van het Bruggenhoofd Gent tussen Langerbrugge in het noorden en Melle in het zuiden. Daarnaast is het legerkorps ook verantwoordelijk voor de bezetting van de stad Gent.  Links van het I/LK bevindt zich het II/LK, rechts het VI/LK.

Het I/LK beschikt voor de opdracht over de 1Div, de 16Div en de 18Div. De 18de Infanteriedivisie die zich nog in Lokeren bevindt, komt onder bevel van het Iste Legerkorps en wordt doorgestuurd naar de noordoostrand van het Bruggenhoofd Gent. Met een nachtelijke etappe gedurende de nacht van 17 op 18 mei gaat de 18Div van Lokeren tot de oostrand van het bruggenhoofd.

De 4Div die de zuidelijke perimeter bezet gaat over naar het VI/LK.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

HK I/LK
Het Iste Legerkorps is nu gereorganiseerd en neemt zijn stellingen in ter verdediging van het Bruggenhoofd Gent. Het I/LK staat opgesteld vanaf het Grootdok te Langerbrugge aan het kanaal Gent-Terneuzen in het noorden tot even voorbij Melle langs de Schelde in het zuiden.  Het korps bezet tevens een tweede echelon doorheen de Gentse binnenstad..

Ten noordoosten van Gent heeft de 18Div postgevat met het III/3Gr, 3C en het 39Li vanaf het Grootdok te Langerbrugge tot Destelbergen. Vervolgens bezet de 16Div met het 41Li en het 44Li de rechteroever van Schelde over Melle tot even voor Kwatrecht. De 1Div bezet in de Gentse binnenstad. Het 16A, versterkt met II/14A, III/14A en VI/14A, levert de vuursteun aan het I/LK als korpsartillerie.

De legerkorpsstaf heeft zijn hoofdkwartier te Landegem ten westen van Gent.

Geneeskundig Korps I/LK
Het geneeskundig korps richt het medisch-chirurgisch centrum van het legerkorps in het kasteel van de familie de Bousies-Borluut te Hansebeke.

Geneeskundig Korps I/LK te Borgloon
Onder leiding van 1Kapt Cheval is een deel van het personeel nog steeds werkzaam voor het Duitse leger.  Op 19 mei lijken de Duitsers te starten met de afbouw van de Belgische inbreng.  Zo vertrekken de grote mobiele autoclaaf als ook de mobiele operatiekwartieren met onbekende bestemming naar het front.

Geneeskundig Korps I/LK te Borgloon
Het Belgische personeel wordt verzameld en afgevoerd naar Maastricht.  Hier worden de militairen gefouilleerd en mogen ze alleen hun persoonlijke bezittingen behouden.  Op 21 mei vertrekt iedereen naar Duitsland.

HK I/LK

Geneeskundig Korps I/LK
Het medisch-chirurgisch centrum van het Iste Legerkorps is vanaf 06u00 operationeel in het klooster van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën aan de Bruggestraat te Ruiselede.  De hulppost voor zieke en gewonde paarden is vanaf het middaguur geopend te Lotenhulle.

Provoostdienst I/LK
Het verzamelpunt voor krijgsgevangenen wordt ingericht te Landegem.

HK I/LK
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.  De overname van het front aan de Leie tussen Kortrijk en Menen gaat wel door, en hiervoor wordt de 1ste Infanteriedivisie aangeduid.  Deze divisie gaat over van het Iste Legerkorps naar het IVde Legerkorps.

Het Iste Legerkorps moet de 18de Infanteriedivisie en 16de Infanteriedivisie terugtrekken naar de Gentse binnenstad.  Ten noorden van de 18de Infanteriedivisie start de zone van het IIde Legerkorps en neemt de 11de Infanteriedivisie de verdediging over van het Kanaal Gent-Terneuzen.  Ten zuiden van de 16de Infanteriedivisie ligt de zone van het VIde Legerkorps met als eerste grote eenheid de 1ste Divisie Ardeense Jagers langsheen de bovenloop van de Schelde.

HK I/LK
Tijdens de ochtend ontdekken de Duitsers dat het Bruggenhoofd Gent verlaten is en rukken ze meteen door naar de binnenstand. Even later arriveert de Duitse Luitenant Schönenberger aan de de stellingen van het 3C van de 18Div aan de Keizerpoort. Schönenberger draagt een witte vlag en moet de overgave van de stad komen eisen.  De Carabiniers durven geen initiatief te nemen en verwijzen Schönenberger dan maar door naar het divisiecommando. Ook daar weet men geen raad en wordt de onderhandelaar doorgestuurd naar de staf van het Iste Legerkorps. Ook Luitenant-generaal de Neve de Roden durft de overgave van Gent niet bevelen.  Zo zal Luitenant Schönenberger naar het Groot Hoofdkwartier gevoerd worden om daar zijn verhaal te gaan herhalen.

Terwijl Schönenberger onder weg is naar Sint-Andries beginnen de militairen van het 3C en het naburige 41Li de woningen aan de Keizerpoort te verlaten.  Al snel geven honderden militairen zich zonder slag of stoot over.  Het nieuws van de overgave verspreid zich bijzonder snel, en aan het eind van de dag hebben de Duitsers zo’n 6.000 krijgsgevangenen gemaakt zonder strijd te moeten leveren.

Het volledige Iste Legerkorps wordt in algemene reserve van het Groot Hoofdkwartier geplaatst.  Zowel de 16Div als de 18Div hebben belangrijke troepenaantallen verloren, en bovendien hebben de gebeurtenissen te Gent bij de legertop een erg negatieve indruk nagelaten over de bevelvoering van Luitenant-generaal de Neve de Roden.

Het hoofdkwartier van het legerkorps wordt tijdens de nacht van 23 op 24 mei verplaatst naar Ruddervoorde.  De 16Div zal achter het front aan de Leie ingekwartierd worden met als voornaamste locaties Wingene en Zwevezele. De 18Div krijgt kantonnementen toegewezen ten westen van het nieuwe front aan het Afleidingskanaal van de Leie.  Deze liggen onder meer te Oostkamp, Hertsberge en Erkegem.

HK I/LK
De staf van het Iste Legerkorps is nog steeds te Ruddervoorde, en maakt onderdeel uit van de reserve op niveau leger.

In de loop van de namiddag groeit op het Groot Hoofdkwartier het besef dat ter hoogte van Wevelgem, net ten zuiden van Kortrijk, een doorbraak is geforceerd die wel eens beslissend zou kunnen zijn. De 3de Infanteriedivisie lijkt geen stand te kunnen houden. Tegen 19u00 besluit de legerstaf onder meer tot de overbrenging van de 2de Cavaleriedivisie naar de zone tussen Torhout en Lichtervelde om van hier uit ingezet te worden in een poging om de aanval te counteren.  Dit wordt het begin van een nieuwe inzet van het Iste Legerkorps.

HK I/LK
Het Iste Legerkorps zal drie eenheden van de 15Div in steun krijgen.  Om 09u30 wordt het 31Li aangeduid om het Ijzerfront te verlaten en het legerkorps te vervoegen.  Aan het eind van de dag worden ook het 43Li en het 23A overgeheveld.  Dit gebeurt respectievelijk om 21u00 en 23u00.  Het 31Li zal per trein overgebracht worden van Diksmuide naar Poelkapelle en zal arriveren tegen de ochtend van 26 mei.  Het 43Li wordt per vrachtwagen naar Gits getransporteerd en zal ten gevolge van een luchtaanval slechts op 26 mei omstreeks 11u30 toekomen.  Het 26A zal zich over de baan verplaatsen naar de zone van het Iste Legerkorps. De beide regimenten zullen aangehecht worden bij de 1ste Infanteriedivisie.

In de namiddag bevestigt het Groot Hoofdkwartier de zone waarin het Iste Legerkorps zal opereren vanaf de avond van 25 mei tot en met 26 mei.  De zuidelijke grens loopt van Zonnebeke in het westen tot Geluwe in het oosten.  De noordelijke grens wordt afgebakend door de lijn van Zilverberg tot Ledegem (exclusief).  Ten noorden van deze zone zal het IVde Legerkorps actief zijn.  Het Iste Legerkorps krijgt de volgende taken toebedeeld:

  • De 2de Cavalereriedivisie, aangevuld met de Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie, het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie en de Iste Groep van het 1A moeten het front tussen Dadizele en Geluwe verdedigen.
  • De staf van de 1ste Infanteriedivisie krijgt het bevel over het 31ste Linieregiment en het 4de Regiment Lansiers en moet de lijn van Zilverberg tot Zonnebeke bezetten langsheen het traject van de spoorlijn Roeselare-Ieper.  Het station van Passendale/Moorslede wordt toegewezen aan het 31ste Linieregiment en zal de grens vormen tussen het 31Li en het 4L.
  • Het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers vormt de reservemacht van het legerkorps en blijft stand-by te Staden.

Geneeskundig Korps I/LK
Het medisch-chirurgisch centrum van het Iste Legerkorps bevindt zich te Kortemark.

HK I/LK
In de vroege ochtend laat het Groot Hoofdkwartier weten dat ook de rest van de 15Div, minus het 42Li en het 16Gn, overkomt naar het Iste Legerkorps.  Dit bevel wordt overgemaakt aan de 15Div om 09u30, en een goed uur later komen divisiecommandant baron de Henin en stafchef Kolonel SBH Kiefffez aan op de commandopost van het legerkorps in de school te Westrozebeke.  Van hieruit vertrekken de beide officieren naar het hoofdkwartier van de 1Div op Hoeve Gemeenhof nabij Oostnieuwkerke. Op de staf van de 1Div heerst de grootste nervositeit en verwarring.  Er is geen duidelijk beeld over de precieze toestand van de eenheden van de divisie.  Baron de Henin is bijzonder gefrustreerd over het gebrek aan leiderschap en maakt per telefoon zijn beklag bij Luitenant-generaal de Nève de Roden van het Iste Legerkorps.  Hij dringt aan om de taken van de 1Div over te nemen, wat hem uiteindelijk ook omstreeks 22u00 wordt toegezegd.

Geneeskundig Korps I/LK
Het medisch-chirurgisch centrum van het Iste Legerkorps bevindt zich te Kortemark.

HK I/LK
De vijand bereikt de Belgische linie langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper.  Rond Broodseinde in het zuiden en ten westen van Moorslede in het noorden worden de eerste contacten met de Duitse voorhoedes gesignaleerd.

Op de staf van de 15Div komt een Britse verbindingsofficier toe met een verzoek om de opening tussen de Belgische en Britse legers te dichten door het verlengen van de Belgische posities tot in Ieper.  Er wordt overlegd met de staf van het Iste Legerkorps die het verzoek afwijst door het gebrek aan troepen.

De legerkorpsstaf verspreid dan wel weer een bericht onder de troepen dat de spoorlijn Roeselare-Ieper gedekt wordt door Franse pantserwagens.  Dit blijkt foutief te zijn.

Aan het eind van de dag beveelt het GHK de verplaatsing van de staf van het I/LK naar Esen bij Diksmuide.  Het hoofdkwartier moet hier vanaf 22u00 bereikbaar zijn.

Geneeskundig Korps I/LK
Het medisch-chirurgisch centrum van het Iste Legerkorps bevindt zich te Kortemark.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
Cie IntHOFMANAndré, J.N.SgtMil3624.11.1916Kortrijk23.05.1940Aalter

Bibliografie en Bronnen

  1. Zo steekt de GpCy 17Div na het beëindigen van hun dekkingsopdracht op de Vooruitgeschoven Stelling het Albertkanaal pas over de 11 mei om 02u30. De GrCy 17Div hergroepeert in Sint-Truiden waar ze (vermoedelijk tegen de ochtend) via de Staf van het Cavaleriekorps de orders ontvangen om de dwarstelling van het I/LK te bezetten. De eenheid begeeft zich vervolgens per fiets van Sint-Truiden naar Tongeren er om doorverwezen te worden naar ‘s Herenelderen waar ze een gedeelte van de dwarsstelling van het I/LK moeten bezetten en inrichten. Een schier onmogelijke opdracht.
  2. Na afloop van de gevechten op 10 mei worden de Duitsers geconfronteerd met de verzorging van een groot aantal gewonde geallieerde krijgsgevangenen waaronder veel Belgen. Initieel werden die naar hospitalen in Maastricht gebracht maar die raakten algauw overrompeld. Om aan de situatie het hoofd te kunnen bieden richten de Duitsers een Haupt-Kriegsgefangenlazarett op in het Jezuïtenklooster aan de Tongersestraat te Maastricht.  Achtergrondinformatie betreffende  het Haupt-Kriegsgefangenenlazarett [On Line Beschikbaar] https://www.bevrijdingsalbum.nl/item/belgisch-kriegsgefangenenlazarett/ [Laatst geraadpleegd 12 juni 2019].
  3. Dagboek Soldaat Delferiere, priester-brancardier, Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij, Algemeen Rijksarchief.