5de Regiment Ardeense Jagers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Regiment Ardeense Jagers | 5ème Régiment de Chasseurs Ardennais | 5ChA
Type Regiment lichte infanterie van het actieve leger
Ontdubbeld van Staf, IIde Bataljon IIIde Bataljon, 10de Compagnie: 2de Regiment Ardeense Jagers
Iste Bataljon: VIIde Legerkorps
Taalstelsel Franstalig
Onderdeel van 2de Divisie Ardeense Jagers
Bevelhebber Luitenant-kolonel Maurice Bourgies
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Georges Berger
Standplaats Dekkingsstelling Maas
Ondersector Statte – Andenne
Samenstelling I Bataljon
(Kapitein-commandant Jean-Lucien Laforet)
1ste Compagnie Wielrijders (Cdt Charles De Vielder)
2de Compagnie Wielrijders (Lt Paul Goffoy)
3de Compagnie Wielrijders (Cdt J. Gillet)
  II Bataljon
(Majoor graaf François Xavier de Hemricourt de Grunne)
4de Compagnie Fuseliers (Lt R. Troye)
5de Compagnie Fuseliers (Lt F. Lieutenant)
6de Compagnie Fuseliers (Kapt F. Debot)
  III Bataljon
(Kapitein-commandant Ludovic Cardon de Lichtbuer)
7de Compagnie Fuseliers (Lt J. Grandjean)
8de Compagnie Fuseliers (Lt L. Sainlez)
9de Compagnie Fuseliers (Cdt Joseph Lousberg)
  10de Compagnie Klein Geschut (mortieren M76 en anti-tankkanonnen C47) (Cdt Armand Couturier)
Stafcompagnie (Kapitein-commandant Maurice Dethier)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant R. Simon)

Tijdens de mobilisatie

5ChAHet 5de Regiment Ardeense Jagers (5ChA) werd op 26 augustus 1939 gemobiliseerd te Seilles.  Bij het uitbreken van de vijandelijkheden staat het gros van de 2de Divisie Ardeense Jagers opgesteld langsheen de westelijke oever van de Maas, van de samenloop met de Hoyoux te Hoei tot nabij Andenne.

Van elk regiment liggen het eerste en tweede bataljon aan de Maas, met het 6ChA op links, het 5ChA in het centrum en het 4ChA op de rechterflank van de divisie. Het hoofdkwartier van de divisie stond tot voor kort opgesteld in Fumal, maar is inmiddels verhuisd naar Heron op een goeie 5 Km achter de Maas. De gevechtsstellingen van het II/5ChA strekken uit vanaf de kerk van Reppe tot aan Java, terwijl het III/5ChA moet aansluiten rond Bas-Oha vanaf het eilandje van Java tot aan de suikerfabrieken van Wanze.

Het I/5ChA staat met zijn wielrijders in voor de bewaking van de zes bruggen over de Maas tussen Namen en Dinant.  Dit bataljon wordt niet aangestuurd door de regimentsstaf, maar door de staf van het VIIde Legerkorps.  Bij elk van de bruggen is ook een technische wacht van de genietroepen aanwezig.

Ardeense Jagers op oefenmars.

I Bataljon
De wielrijders van het I/5ChA zullen tot op 15 mei opereren onder het bevel van het VIIde legerkorps en zullen zich pas op de zesde oorlogsdag bij hun regiment aanhechten. De manschappen van het bataljon zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de zes bruggen over de Maas en de Franse grens en werken samen met de 1ste Compagnie van het 31ste Regiment Genie en een detachment C47 anti-tankkanonnen en luchtafweermitrailleurs van de 34ste Compagnie van het VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden. De commandopost van het bataljon staat aan het kasteel van Frahan te Ahnée. De 1ste Compagnie bewaakt de bruggen van Dinant en Bouvignes en heeft zijn commandopost in deze laatste gemeente.  De 2de compagnie is toegewezen aan de bruggen van Godinne en Lustin en heeft zijn commandopost te Rouillon.  De 3de Compagnie is verantwoordelijk voor de bruggen van Houx en Yvoir met commandopost te Anhée.  Bij elke brug is een detachement mitrailleurs toegevoegd.  Met uitzondering van de brug van Houx, beschikken de manschappen aan elke stelling over telkens één anti-tankkannon C47.

Rond 11u00 komen de Franse troepen aan bij de Maasbruggen.  Het gaat hier om cavalerie-eenheden die naar de oever van de Ourthe onderweg zijn.   en wanneer later op de middag een infanteriedivisie van onze zuiderburen toekomt, worden onze genisten afgelost door hun Franse collega’s.

Staf, II Bataljon, III Bataljon, 10 Compagnie
Elk bataljon is gekantonneerd in openbare gebouwen en burgerwoningen op enkele kilometers achter de gevechtszone. Reeds om 00u10 verwittigt de divisiecommandant zijn regimenten en beveelt om de gevechtsstellingen in te nemen en de bewaking van de bruggen te hervatten. De troepen worden uit hun bed gelicht en de colonnes zetten zich zo snel mogelijk op weg.

Het regiment heeft de IVde groep van het 12A toegewezen gekregen voor de indirecte vuursteun. 5ChA bezit geen anti-tankkanonnen, maar heeft toch nog drie C47 kunnen bekomen van de divisietroepen. De 5de, 7de en 4de compagnie leveren elk een detachement voor het bemannen van een reeks alarmposten in de dorpjes op de rechteroever van de Maas. De 6de compagnie heeft bovendien twee motorbootjes opgeëist en uitgerust met een schijnwerper en twee machinegeweren voor het uitvoeren van patrouilles op de rivier zelf. De meeste andere compagnies beschikken over ten minste een roeiboot. Langsheen de westelijke oever zijn op regelmatige afstand betonnen bunkertjes gebouwd en daar tussenin liggen diverse steunpunten. Te Oha, Lamalle en het kasteel van Dessart staat telkens een ploeg opgesteld voor de nabije luchtverdediging. Er is ook een detachement van het 1ste Luchtafweerregiment aanwezig te Moha.

De tactische commandoposten worden geopend: het commando van het regiment stelt zich op te Envoz. Het IIde bataljon installeert zijn commandopost nabij de kerk van Couthuin en de commandant van het IIde bataljon neemt positie in aan het kerkhof van Bas-Oha.

Net zoals bijna overal te lande is ook het 5ChA getuige van de onmiddellijke overmacht van de Luftwaffe. Tijdens de ochtend opent de luchtafweer het vuur op de overvliegende toestellen en rondom 07u30 loopt het bericht binnen dat te Bierwart-Héron een groot aantal parachutisten geland is. Een peloton van de 7de compagnie wordt onmiddellijk uitgestuurd maar zal niets ontdekken. Later op de ochtend wordt bevestigd dat te Eghezée een aantal stropoppen in khaki uniformen uitgeworpen zijn door de Duitse luchtmacht. Ook de rest van de dag blijft de luchtafweer de vijand beschieten, maar verder gebeurt er niets noemenswaardigs bij het IIde en IIIde bataljon.

Cdt Cardon, bevelhebber van III/5ChA.

De nacht van 10 op 11 mei verloopt rustig voor het ganse 5ChA.

I Bataljon
Het Iste bataljon blijft de ganse dag door de wacht optrekken aan de zes bruggen over de Maas tussen Namen en de Franse grens.  Om 22u30 beveelt de staf van het VIIde Legerkorps om de bewaking op te geven en de Versterkte Positie Namen te vervoegen.  Dit bevel wordt net voor middernacht ingetrokken.

Staf, II Bataljon, III Bataljon, 10 Compagnie
Bij het IIde en IIIde bataljon trekt na middernacht een colonne lege autobussen voorbij op de baan van Heron naar Hoei. Tegen de ochtend beginnen ook de eerste Franse troepen aan te komen en rond 10u00 trekken enkele eenheden van de Franse 5de Noord-Afrikaanse Divisie door Couthuin. Na de middag arriveren drie pelotons motorwielrijders en een peltoton anti-tankkanonnnen 25mm van het Franse leger. De Fransen hebben de opdracht gekregen zich onder het bevel van het 5ChA te plaatsen om de verdedigingslinie te versterken. Kolonel Bourgies wijst ze een positie in tweede linie toe.

Die zelfde dag beslist het Groot Hoofdkwartier de Versterkte Positie Luik op te geven. De 3de Infanteriedivisie wordt richting Namen gestuurd langsheen de linkeroever van de Maas. De Duitse pantserdivisies die op 10 mei bij Maastricht het Albertkanaal overstaken, hebben intussen Tongeren al ingenomen en stromen naar het zuidwesten, zodat Namen de enige logische bestemming voor de Belgische aftocht wordt. De 2de Divisie Ardeense Jagers zal ook naar Namen verplaatst worden om er nieuwe stellingen in te nemen aan de noordrand van de Versterkte Positie.

De regimenten ontvangen hun nieuwe marsbevelen rond 21u00. De eenheden moeten de Mehaigne oversteken om positie gaan in te nemen in de sector Cognelée-Gelbressée. De Franse troepen zullen alleen achterblijven op de oevers van de Maas.

Het IIde bataljon zal als eerste de mars aanvatten en vertrekt om 22u00, gevolgd door het IIIde bataljon en de 10de compagnie. De bagagetrein zal een uur later volgen. De reisweg loopt via Marsinne, Verlaine, Landenne-sur-Meuse, Petit, Wartet, Hingeon, Gelbressée en Boninne. De overtocht over de Mehaigne wordt beveiligd door het Franse leger.

I Bataljon
Tijdens de voormiddag trekken de Fransen die aan de Ourthe slag leverden met de vijand zich terug over de Maasbruggen en even later wordt gemeld dat de Duitsers Marche-les-Dames hebben veroverd. Na de middag verneemt men dat ook Ciney zou ingenomen zijn.  De Franse genie besluit niet langer te wachten met de vernieling van de bruggen en zet de springlading onder de brug van Houx aan om 14u35.  Vervolgens gaat om 16u02 de brug van Dinant er aan, gevolgd door Bouvignes om 16u05, Yvoir om 16u30, Lustin om 19u00 en Godinne om 19u22.

De brug te Houx wordt opgeblazen op het ogenblik dat de eerste vijandelijke troepen de oever van de Maas bereikt hebben.  het detachement van Onderluitenant Lemercier raakt verwikkeld in een vuurgevecht over de rivier heen en wordt na een tijdje gedwongen om zich terug te trekken wanneer de aanvaller ook mortieren in stelling brengt.   Na de vernieling van de brug te Houx wordt ook de commandopost van het bataljon verplaatst.  De nieuwe standplaats is het Chateau de Molins te Warnant.

Ook de brug van Yvoir wordt maar net op tijd vernield.  Een colonne Duitse pantserwagens heeft het stadje al bereikt en wordt nog net op tijd de pas afgesneden.  Luitenant De Wispelaere van het 31ste Bataljon Genie slaagt er in de lading te ontsteken wanneer twee Duitse tanks zich reeds midden op de brug bevinden.  Hij komt om bij deze actie.

Om 21u30 geeft het VIIde legerkorps aan het I/5ChA eindelijk het bevel om zich terug te trekken. De taak aan de Maas is volbracht en de wielrijders moeten tijdens de nacht naar het bos van Gournées nabij Beez ten noordoosten van Namen. Hier zal het bataljon als mobiele reserve ter beschikking blijven van het legerkorps.

Staf, II Bataljon, III Bataljon, 10 Compagnie
De 2de Divisie Ardeense Jagers komt vanaf 07u00 aan te Namen en installeert zich in de stellingen ten noorden van de stad.  Het II/5ChA en III/5ChA trekken voorbij het Fort van Marchovelette. De forttroepen hebben er hun houten barakken in brand gestoken om zo het schootsveld van hun geschut vrij te maken en dikke rookwolken stijgen op.

De commandopost van het regiment wordt te Bonnine ontplooid en de beide bataljons nemen stellingen te Gelbressée in aan beide kanten van de baan Hannuit-Namen. Het 6ChA sluit aan op links, terwijl het 19Li aan de rechterkant de stelling vervolledigt tot aan de oevers van de Maas. De aanwezige loopgrachten laten veel te wensen over en de compagnies worden onmiddellijk aan het werk gezet om de posities te verbeteren. Omstreeks 09u00 dagen Duitse vliegtuigen op aan de hemel en worden het 5ChA gebombardeerd en gemitrailleerd vanuit de lucht. De ganse ochtend lang stromen eenheden van de uit Luik weggevluchte 3de infanteriedivisie toe te Namen. Ook steeds meer troepen van de 1ste Divisie Ardeense Jagers komen aan in de stad na het beëindigen van hun opdracht in de Ardennen.

Net voor de middag wordt het regiment verplaatst naar de ondersector Warisoulx-Cognelée en verhuist de commandopost naar Respaille. Vanaf 11u00 verplaatsen de compagnies zich in kleine groepjes. Daarbij ontsnappen ze niet aan het oog van de Luftwaffe en enkele voertuigen worden vernield. De 10de compagnie moet een dode en enkele gewonden incasseren. Bij aankomst stelt het IIIde bataljon zich op dwars over de Leuvense steenweg. Het IIde bataljon neemt de tweede linie voor zijn rekening. De luchtaanvallen houden de ganse middag aan en zullen pas ophouden bij het vallen van de duisternis.

I Bataljon
Bij het I/5ChA valt die dag niet veel nieuws te rapen. De manschappen verblijven nog steeds in het bos van Gournées en rusten uit. Na de middag moeten enkele speuracties ondernomen worden nadat er Duitse parachutisten zouden gezien zijn, maar de cyclisten kunnen geen vijandelijke para’s ontdekken. Om 20u30 krijgen de mannen de opdracht om het bos van Lives te Beez uit te kammen. Twee compagnies worden aangeduid voor deze taak, maar het bos blijkt vol gevluchte militairen van het 21Li, de artillerie en de genie te zitten.  Kapitein-commandant Laforet vraagt hierop aan het VIIde Legerkorps om zijn compagnies te mogen terugtrekken om schietincidenten te vermijden.  Dit wordt toegestaan.

Staf, II Bataljon, III Bataljon, 10 Compagnie
Terwijl de Duitse pantserdivisies doorheen Haspengouw oprukken naar de Franse sector tussen Waver en Namen, blijft het 5ChA deel uitmaken van de verdedigingsgordel rond Namen. Ten zuiden van de stad bereiken de eerste Duitse troepen de Maas en dringen te Houx door tot op de linkeroever om in de zone tussen Yvoir en Givet al snel een bruggenhoofd uit te bouwen. Ook in Frankrijk wordt de rivier overgestoken.

De ganse nacht door heeft het 5ChA gewerkt aan nieuwe terreinversterkingen. Zodra het dag wordt, moet een detachement van het IIIde bataljon rondom het station van Cognelée een anti-tankhindernis oprichten om de verdedigingsgordel rond Namen te vervolledigen. Vanaf 08u00 duikt de Duitse luchtmacht weer op en worden de Ardeense Jagers opnieuw onderworpen aan aanvallen. Na 18u00 worden de troepen rond Namen nog maar eens herschikt en krijgt het 5ChA een bevel om terug te keren naar de ondersector Gelbressée-Boninne waar het de dag voordien werd afgelost door een bataljon van het 21Li. Het 21Li zal nu geëvacueerd worden uit Namen en de Ardeense Jagers moeten hen gaan vervangen. Het regiment wacht af tot het donker wordt en zet zich om 21u30 op weg naar zijn posities van de dag voordien. Wanneer ze enkele uren later aankomen te Gelbressée ontmoeten de Belgen de Franse troepen die de bruggen over de Mehaigne bewaakten en zich nu volop aan het terugtrekken zijn.

Op 14 mei besluit het Groot Hoofdkwartier om de Versterkte Positie Namen op te geven en alle Belgische eenheden rond de stad terug te trekken en door te sturen naar de streek van Charleroi. Hoe dat moet gebeuren is niet duidelijk, want de reisweg naar Charleroi doorkruist de zone van het Franse 1ste leger en daar zitten alle wegen potdicht. De terugtocht zal stapsgewijs verlopen en de Ardeense Jagers zullen voorlopig nog te Namen blijven.

I Bataljon
Het I/5ChA bivakkeert nog steeds in het bos van Gournées.

Staf, II Bataljon, III Bataljon, 10 Compagnie
Om 09u50 zijn de laatste Franse troepen door de stellingen van het 5ChA getrokken en beveelt Kolonel Bourgies de anti-tankversperringen te sluiten en zich klaar te maken voor de komst van de vijand. Talrijke Franse achterblijvers komende uit te richting van Ville-en-Waret moeten dan maar over de anti-tankmuur klauteren en hun uitrusting voor de posities van de Belgen achterlaten.

Rond 13u00 wordt gemeld dat er Duitse verkenners door Ville-en-Waret gereden zijn om zich naar Namen te begeven. Het Fort van Marchovelette opent het vuur en blijft de ganse middag en avond in actie. Het Fort van Maizeret vervoegt het bombardement. De onrust bij de Ardeense Jagers neemt toe.

Wanneer om 21u00 er hevige explosies te horen zijn nabij de stellingen van het II/5ChA en het Fort van Marchovelette is het duidelijk dat de vijand zijn zware artillerie in stelling heeft gebracht. De eerste vijandelijke infanteristen duiken op nabij de anti-tankversperringen en het regiment komt in contact met de vijand. Het vuurgevecht duurt nog een tijdje voort en bij de 5de compagnie valt een gewonde. De Duitsers tasten te stelling echter voorzichtig af en dringen niet aan. Het wordt dan ook weer rustig aan de anti-tankversprerring. Het 5ChA stuurt enkele patrouilles uit om na te gaan waar de vijand zich precies bevindt, maar kunnen niets vinden. De vijandelijke artillerie blijft wel de ganse avond door duelleren met de forten.

Die ochtend valt er geen vijandelijke activiteit waar te nemen voor de stellingen van het 5ChA. Enkele patrouilles bevestigen dat de Duitsers zich inderdaad weggetrokken hebben. Het regiment wordt wel in alarmtoestand gebracht omdat geallieerde verkenningsvliegtuigen boven Keulen en Frankfurt grote groepen vliegtuigen hebben zien opstijgen en er vermoed wordt dat er een luchtlanding boven Namen op til is.

Om 09u30 bezorgt een verbindingsofficier van het 21Li een schriftelijk bevel aan het 5ChA: de 2de Divisie Ardeense Jagers verlaat de Versterkte Positie Namen om zich westwaarts terug te trekken. Via Bonnine, Champion, Vedrin, Saint-Marc, Fontillois en Jaumaux moet het 5ChA zich vanaf 10u00 terugtrekken. Daarbij moeten de stellingen van het II/6ChA doorkruist worden zodat dit bataljon op post kan blijven om de achterhoede te vormen. De achterhoede zal om 11u00 aansluiten.

Het regiment marcheert de stad uit via de Steenweg op Nijvel en ontmoet onderweg talrijke eenheden van het Franse leger die zich ook uit Namen terugtrekken. De route loopt net ten zuiden van de spoorlijn Namen-Brussel waar er eveneens Franse eenheden aanwezig zijn die de opdracht hebben om de Duitse voorhoeden tegen te houden tot de stad ontruimd is.

De manschappen van het 5ChA doorkruisen Temploux en zijn er getuigen van het zware luchtbombardement die hun makkers van de 1ste Divisie Ardeense Jagers hebben ondergaan. Het ganse dorp is verwoest en er liggen nog talrijke lijken en kadavers. De colonnes trekken nog enkele Km verder tot aan de oever van de Orneau, een bijrivier van de Samber, en nemen kantonnementen in rondom Spy. De wielrijders van het I/5ChA komen eveneens aan te Spy en vervoegen opnieuw hun regiment.

Op weg naar Spy worden twee van de drie C47 anti-tankkanonnen achtergelaten. De Vickers Utility B trekkers zijn in panne gevallen en kunnen niet hersteld worden.

Het nu volledige regiment maakt zich klaar voor de nacht wanneer om 21u00 een bevel toekomt om verder naar het westen de trekken. Het regiment moet naar Wagnelnée via Balatre en Ligny. De divisie wil de afstand tussen het front en de kantonnementen van zijn eenheden vergroten.

Tijdens de verplaatsing gaat het echter al snel grondig verkeerd. Als het regiment te Onoz te Orneau wil oversteken, wordt het tegengehouden door enkele Franse officieren. Balatre en de volgende dorpen liggen midden in de marsroute van het Franse 1ste leger en alle wegen zitten vol met hun voertuigen. De Fransen willen niet dat de Belgen ook nog eens van dezelfde wegen gaan gebruik maken. Een hevige discussie volgt, en dan besluit het 5ChA zijn colonnes te verbreken en de eenheden in kleinere groepen verder te sturen. De cyclisten van het I/5ChA wringen zich toch maar tussen de Fransen, maar velen zijn gedwongen naar het zuiden af te buigen en de baan naar Jemeppe te volgen. De mannen willen toch naar Wagnelnée maar stuiten telkens op Franse troepen die hen de doorgang ontzeggen. Andere eenheden trachten via de velden verder te komen.

Uiteindelijk bereiken de eerste eenheden van het 5ChA het dorpje Wagnelnée vanaf 04u00. Om 09u00 wil het regiment weer op weg. De helft van de manschappen ontbreekt echter op het apel en is verloren gelopen in de reusachtige Franse verkeersopstopping. Bovendien is een derde van de bagagetrein zoek geraakt. Een groot aantal manschappen heeft zich via Jemeppe op weg kunnen zetten naar Charleoi. Anderen zijn intussen op weg in de richting van Bergen en Ath. Uiteindelijk zullen heel wat groepjes opnieuw aansluiting vinden tijdens de komende dagen wanneer het regiment zal kantonneren te ‘s Gravenbrakel en aan de Schelde.

Wagnelnée ligt nu heel dicht bij de frontlinie en de bewaking van het kantonnement wordt verzekerd door Franse troepen. Het I/5ChA bevind zich in de fabriek van Dumont de Chassart en wordt beschermd door een peloton Franse tanks. De Ardeense Jagers willen zo snel mogelijk verder en terwijl er nieuwe bevelen gevraagd worden bij de divisiestaf laat Kolonel Bourgies alle fietsen in de buurt opeisen voor zijn infanteristen. Bijna iedereen die nog te voet is, raakt zo aan een rijwiel. Om 10u00 zet het regiment zich op weg: de bagagewagens zullen over Nijvel naar ‘s Gravenbrakel rijden en het weinige voetvolk meenemen en iedereen die een fiets te pakken gekregen heeft moet ook naar ‘s Gravenbrakel maar dan via Buzet, Arquennes en Feluy.

Om 17u00 komt het regiment aan te ‘s Gravenbrakel en worden de bataljons naar hun nieuwe overnachtingsplaatsen gestuurd: het Iste gaat naar Petit-Roeulx, het IIde te ‘s Gravenbrakel tussen de Brusselsesteenweg en het gemeentelijk kerkhof en het IIIde, de 10de compagnie en de staf aan de rand van het dorp naar Petit-Roeulx toe. Alle bataljons worden bevoorraad en ontvangen eindelijk nog eens een deftige maaltijd.

Het regiment moet zich in verbinding stellen met het 4ChA dat van de divisie de bevelen voor de verdere reisroute heeft ontvangen. Bij het eerste licht even na 04u00 zet het 5ChA zich opnieuw op weg: via Petit-Roeulx en Grand-Roeulx gaat het naar Edingen en vervolgens naar Geraardsbergen, Brakel, Zingem en Eke.

Tot voorbij Edingen verloopt de toch nog zeer langzaam door het drukke Franse militaire verkeer. Nadien gaat het vlotter en zijn de wegen vrij. Geraardsbergen is bezet door Britse troepen die de Belgen vlot de doorgang verlenen. Te Zingem wacht een stafofficier van de divisie die het 5ChA zijn kantonnementsplaatsen in Eke aanwijst. Het regiment krijgt er ook te horen dat het aan de nieuwe verdedingingslinie langs de Schelde zal worden ingezet. Te Eke komen tot laat in de nacht talrijke achterblijvers aan die het regiment kwijtgespeeld waren tijdens de verkeersellende met de Fransen op 15 mei.

Het laatste C47 anti-tankkanon wordt onderweg aan de kant van de weg achtergelaten, eveneens door een defecte trekker. Het regiment heeft nu geen eigen anti-tankgeschut meer. Het kanon zal worden gerecupereerd door de Compagnie Getrokken C47 van de 8ste Infanteriedivisie. Bij de zelfde 10de compagnie is trouwens ook het aantal mortieren herleid van acht naar vier. Twee mortieren zijn achtergelaten na motorpanne van hun vrachtwagen en twee andere mortieren zijn in Frankrijk beland en zullen nooit meer terugkeren naar het regiment.

De Ardeense Jagers rusten uit te Eke en worden rond het middaguur verplaatst naar Astene nabij de Leie. Aan de Scheldeverdediging zal niet langer deelgenomen worden. Luitenant-generaal Ley, commandant van de 2de Divisie Ardeense Jagers, inspecteert onderweg te troepen en is verheugd dat het 5ChA er nog meer dan behoorlijk uitziet. Te Astene worden de bataljons toegewezen aan hun nieuwe kantonnementen. De commandopost zoekt onderdak in de villa van baron Kervyn de Vaerenbeek.

Nog heel wat militairen ontbreken op het apel en het 5ChA ontvangt dan ook instructies om zich te reorganiseren. De bataljons worden omgevormd en krijgen elk twee compagnies van telkens twee pelotons en een sectie mitrailleurs. Van de derde compagnie van elk bataljon blijft alleen het kader over. Deze compagnies zullen in de mate van het mogelijke worden aangevuld met de terugkerende achterblijvers. De 10de compagnie tenslotte wordt gereduceerd tot een peloton mortieren en een peloton fuseliers.

Gedurende de rest van de dag blijft het regiment ter plekke. Steeds meer achterblijvers van de aftocht uit Namen komen toe. Op de wegen door Astene wordt het erg druk. Talrijke vluchtende burgers willen met hun hebben en houden over de Leie en trekken steeds verder naar het westen van het land, terwijl ook vele groepjes Belgische militairen van allerlei eenheden te voet de streek doorkruisen. De meesten van hen hebben hun wapen en uitrusting al lang ergens in de kant van de weg gegooid.

Het regiment blijft de ganse dag nog te Astene. Omstreeks 14u00 worden de bevelhebbers van de bataljons en compagnies over de Leie gestuurd om er nieuwe stellingen te gaan verkennen. De ganse 2de Divisie Ardeense Jagers wordt toegewezen aan de nieuwe verdedigingslinie langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie en zal om 21u00 de brug van Deinze moeten oversteken om zich naar zijn posities op de westelijke oever te begeven.

Het nieuwe verdedigingsplan wordt uitgewerkt door de regimentsstaf:

  • Het IIde en IIIde bataljon zullen de westelijke oever van de Leie en het Afleidingskanaal te Deinze verdedigen, met het IIde bataljon op links en het IIIde op rechts.
    • Het IIIde bataljon zal hierbij de zone bezetten tussen de Leie en het Afleidingskanaal, vanaf de brug over de Leie in het zuiden en het westelijke uiteinde van het Bruggenhoofd Gent in het noorden.
      • In deze zone komt de 7Cie langsheen de Leie te liggen, ten noorden van de brug van Deinze. De 9Cie sluit de noordoostflank van het bataljonsvlak af. Het 8Cie dekt de positie in de diepte.
    • Het IIde bataljon ontplooit een fractie van de 4Cie in de driehoek gevormd door de Leie, het Afleidingskanaal en de Markt te Deinze. De 5Cie, de rest van de 4Cie en de 6Cie zullen opgesteld worden langsheen het kanaal.
  • Het Iste bataljon neemt positie in op de tweede linie.
  • Het regiment ontvangt een peloton anti-tankkanonnen van de 8ste infanteriedivisie.

Het 5ChA bevindt zich op de linkerflank van de divisie. Rechts van het het 5ChA moet het 6ChA aansluiten, versterkt met het III/17Li. Op de linkerflank begint de zone van het Bruggenhoofd Gent en moet contact worden gezocht met het 2de Jagers te Voet.

De eenheden komen aan om 22u00 na een korte mars. De manschappen worden verdeeld in drie groepen: een groep is van wacht, een tweede groep voert de nodige veldwerken uit en de rest mag rusten.

De ganse ochtend door wordt er hard gewerkt aan de nieuwe stellingen. Om 14u00 wordt alarm gegeven en moeten de mannen hun nieuwe posities innemen. Een uur later worden de wachtposten uitgezet aan de bruggen over de Leie. Voorbijtrekkende burgers melden dat de vijand zich op nog geen vijf kilometer van Deinze bevindt. De Belgen zijn er niet gerust in. Bovendien is het waterpeil op de Leie die dag met zo’n 60 cm gedaald nadat onze genie per ongeluk een sluis vernietigd heeft en vreest men dat de rivier doorwaad kan worden.

Later op de avond komen enkele granaten neer in de zone van de 9de compagnie, maar de vijand daagt niet op en de ganse nacht blijft het kalm.

De 2de Divisie Ardeense Jagers wacht af aan de Leie: het 5ChA neemt nog steeds de noordelijke ondersector van Deinze voor zijn rekening. Het 6ChA en III/17Li zijn ingegraven in het centrale deel rond Gottem aan de rivierbocht tegenover Machelen en het 4ChA ligt helemaal aan de rechterflank rond Olsene en Dentergem.

Het III/12A is toegekomen te Kamvenhoek en heeft zijn batterijen ontplooid om vuursteun te kunnen leveren aan het 5ChA.

De Ardeense Jagers werken de ganse dag verder aan de veldversterkingen. De 7de compagnie krijgt enkele artillerieschoten te verduren maar er vallen geen slachtoffers.

Achtereenvolgende posities van de 2DivChA tussen 23 en 26 mei 1940.

De Belgische posities langsheen de Leie hebben hun definitieve vorm aangenomen. In het noorden bemant het VIIde legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de divisie Ardeense Jagers die met het 4ChA, 5ChA en 6ChA de sector Deinze-Oeselgem. De sector Oeselgem-Wielsbeke wordt beveiligd door de 8ste infanteriedivisie. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde legerkorps die met de 3de infanteriedivisie bestaande uit het 1Li, 12Li en 25Li de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt. Het 3Li, 4Li en 24Li van de 1ste infanteriedivisie bemannen de laatste sector tussen Kortrijk en Menen. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste divisie Ardeense Jagers en de 10de infanteriedivisie van de Jagers te Voet leveren de reservestrijdkrachten.

Net na middernacht leidt Onderluitenant Van Eeckhout van het Bataljon Motorwielrijders van de Ardeense Jagers een patrouille over het kanaal. De moto’s steken over via de brug van Deinze en tasten het terrein ten oosten van de gemeente af. Tussen 02u00 en 03u00 voert de Duitse artillerie een kort bombardement uit dat op de stellingen van de 7de en 9de compagnie neerkomt. Via de Leiebruggen trekken talrijke eenheden van de Belgische 9de en 5de infanteriedivisie naar het westen.

Om 06u30 ziet het peloton aan de brug van Vierendeel een Wielrijdersgroep naderen. De pelotonscommandant vreest dat het om Duitse verkenners gaat en laat de brug onmiddellijk de lucht invliegen. Als de cyclisten dichterbij komen, blijkt het echter om een patrouille van het IIIde bataljon te gaan. De mannen moeten dan maar omrijden langs de 400m verderop gelegen Leiebrug van Deinze om de eigen linies opnieuw te bereiken. Ook die brug wordt even later vernield.

Die dag de bereikt de vijand in het zuiden de oevers van de Leie in de sector van de 8ste Infanteriedivisie, maar voor de stellingen van de Ardeense Jagers blijft het die dag nog steeds rustig. Wel worden de Belgen de ganse dag door overvlogen en sporadisch ook vanuit de lucht aangevallen. De Belgische luchtafweer is continu in actie.

Tijdens de avond bereikt de vijand de baan Deinze-Gent.

Verplaatsingen van II/5ChA en III/5ChA op 24 mei (bron: CHD).

Opnieuw sturen de Belgen net na middernacht een patrouille over het kanaal tot aan de Leie. Onderluitenant Lemercier meldt even later dat de Duitsers naderen. Nog tijdens de nacht opent de Duitse artillerie opnieuw het vuur en bombardeert anderhalf uur lang opnieuw de posities van de 7de en 9de compagnies.

Bij het ochtendgloren begeeft Luitenant-kolonel Bourgies zich naar het noordelijke uiteinde van zijn ondersector om de posities van het 2de Jagers te Voet aan de zuidrand van het Bruggenhoofd Gent te verifiëren. Dit regiment blijkt tijdens de nacht vertrokken te zijn. Generaal-majoor Ley bevestigd dat het Bruggenhoofd Gent tijdens de nacht van 23 op 24 mei opgegeven werd, maar het 5ChA hier niet van op de hoogte werd gesteld.

Kort na 06u00 breken de eerste sporadische schermutselingen uit tussen het IIde en IIIde bataljon en de vijand. Er wordt over en weer geschoten over het kanaal en de Belgen vragen steun aan de artillerie. Duitse verkenners naderen de Leie van uit de richting van Astene. Omstreeks 07u40 kan een voorpost van de 9Cie overmeesterd worden. Enkele Ardeense Jagers worden krijgsgevangen gemaakt.

Omstreeks 09u00 melden de 4Cie en de 7Cie die aan weerszijde van de brug van Deinze over de Leie ingegraven zijn dat een vijandelijke actie op til lijkt. De positie van het IIIde bataljon en de 4Cie tussen de Leie en het Afleidingskanaal wordt niet verdedigbaar verklaard. Het bataljon dient teruggetrokken te worden over de Leie. Een hevig artilleriebombardement op Petegem en omgeving moet de vijand ontraden om deze verplaatsing te verstoren. Deze beschieting gaat van start om 10u25 en houdt een goed uur aan. De Belgen kunnen zonder problemen wegkomen en om 12u25 melden het IIIde bataljon en de 4Cie dat het eerste echelon volledig ontruimd is en de troepen de westelijke oever van het Afleidingskanaal bereikt hebben. De bruggen over het kanaal van Deinze en van Meulebroeck worden onmiddellijk opgeblazen. Het artillerievuur neemt nu van beide kanten toe.

De vijand laat niet op zich wachten en bezet zonder aarzelen de zone tussen de Leie en het Afleidingskanaal. Er breken nieuwe vuurgevechten uit die de ganse dag zullen aanhouden. De Duitsers gebruiken de huizen te Deinze als steunpunten en het 5ChA vraagt de steun aan van de III/12A. De artilleristen voeren voortdurend vuuropdrachten uit in de hoop de vijand te verdrijven van de oostelijke oever. Vanaf 17u00 komen ook de mortieren van de 10de Compagnie in actie. Na het vallen van de duisternis neemt de intensiteit van de gevechten af.

De 4Cie en het IIIde bataljon worden aanvankelijk toegewezen aan het tweede echelon van de naar het zuidoosten gerichte verdedigingslinie aan het Afleidingskanaal.

Door Generaal-majoor Ley gemaakte schets van de gevechten op 25 mei 1940 (bron: CHD, Evere).

Tijdens de nacht herschikt het 5ChA zijn compagnies en worden alle munitievoorraden aangevuld. De divisiestaf benadrukt dat de regimenten kost wat kost ter plekke moeten blijven en bij een mogelijke aanval zich niet mogen terugtrekken van de oever van het kanaal. Aan de linkerflank van het 5ChA wordt ook een dwarsstelling voorbereid om bij een Duitse oversteek ten noorden van de divisie niet omsingeld te worden.

Bij het aanbreken van de dag zijn de posities van zuid naar noord als volgt:

  • De 5Cie bewaakt de splitsing van de Leie en het Afleidingskanaal net ten zuiden van Deinze en maakt de aansluiting met het III/17Li op de zuidflank van de ondersector.
  • De 4Cie heeft twee pelotons langsheen de oever van het Afleidingskanaal.
  • De 6Cie bevindt zich eveneens langsheen het kanaal, met telkens één peloton aan weerszijde van de Oude Brugsepoort.
  • De 1Cie verdedigt de noordoostpunt van de ondersector, met één peloton aan de samenloop van de Oude Mandel en het Afleidingskanaal, één peloton aan de brug van Meulebroeck en een derde peloton op enige afstand van het kanaal nabij het gehucht Meulebroeck zelf.
  • Het IIIde bataljon is ontplooid op een nieuw tweede echelon.
  • De 7Cie heeft zich ingegraven langsheen de Kouter tot nabij het kruispunt van de Aaltersesteenweg en de Wakkense Heirweg.
  • De 9Cie heeft postgevat nabij de finale bocht van de Oude Mandel, met het moerasgebied aan de binnenzijde van de bocht van dit riviertje voor zijn posities.
  • De 2Cie bevindt zich nog steeds te Zarren en is niet inzetbaar. De geplande reorganisatie na de aftocht uit Namen is nog niet afgerond.
  • De 3Cie tenslotte heeft twee pelotons ontplooid tussen kilometerpaal 2 en 3 van de baan van Deinze naar Tielt.

Het vijandelijke artillerievuur breekt weer los. Zowel de eerste als tweede linies krijgen er van langs. Omstreeks 07u30 wordt materieelofficier Luitenant Noël gedood bij een bombardement op Vinkt. Bij het IIde bataljon raakt Majoor de Hemricourt de Grunne gewond. Hij dient afgevoerd te worden. Het bevel wordt overgenomen door de adjudant-majoor van het regiment, Kapitein-commandant Berger.

De eenheden van het Duitse 6de leger vallen opnieuw aan en proberen de rivier over te steken bij elk van de drie regimenten van de 2de Divisie Ardeense Jagers. Te Ponthoek loopt een Duitse aanval vast op het 4ChA. Ook het 5ChA kan aanvankelijk de Duitsers afhouden nabij Deinze en het III/6ChA slaat te Gottem de eerste vier stormaanvallen af. Bij het 5ChA trachten de Duitsers enkele secties over het kanaal te sturen in rubberbootjes, maar die poging wordt al snel afgestraft door de Belgen.

Om 09u30 loopt slecht nieuws binnen. In de sector van de in het noorden gelegen 4de infanteriedivisie zijn de Duitsers er in geslaagd om het Afleidingskanaal over te steken. Wat Luitenant-kolonel Bourgies dan nog niet weet, is dat bij deze divisie massale overgaven aan de gang zijn en het front rond Meigem volledig ingestort is. Meigem ligt maar net ten noorden van de posities van het 5ChA en het duurt dan ook niet lang eer het regiment grote groepen vluchtende Belgische militairen zijn richting ziet uitkomen. De meesten hebben geen wapens meer en rennen door de velden. De divisiestaf meldt dat de aanvaller parallel met de Scheerbeek oprukt in de richting van Vinkt.

Luitenant-kolonel Bourgies laat vervolgens zijn 9Cie pivoteren. De compagnie behoudt enkele gevechtsgroepen langsheen de Oude Mandel maar zwenkt het gros van zijn troepen in tegen wijzerzin om front te maken naar het noordoosten langsheen de Schave tussen de Oude Mandel en de Scheerbeek. Het VIIde Legerkorps meldt in de late voormiddag dat een tegenaanval gepland wordt door de 1ste Divisie Ardeense Jagers van uit Vinkt, maar deze actie zal zich door de snelle bezetting van de sector van de 4de Infanteriedivisie niet kunnen ontwikkelen. Het 1ChA en het 3ChA zullen niet oprukken, maar gaan een defensieve linie zullen opwerpen op de lijn Lotenhulle-Vinkt om de vijandelijke doorbraak te blokkeren. De Duitsers vorderen bijzonder snel in de richting van Zeveren en Vinkt.

De 1Cie bevindt zich dan nog steeds nabij de monding van de Oude Mandel en krijgt als eerste te maken met de gevolgen van de doorbraak bij de 4de Infanteriedivisie. De stellingen van de pelotons langsheen de oever van het Afleidingskanaal vallen onder hevig vuur en worden ten dele geïnfiltreerd door de aanvaller. Het noordelijke peloton van Onderluitenant Hérion raakt afgesneden van de compagnie en zal uiteindelijk omstreeks 15u00 de strijd opgeven. Het zuidelijke peloton ondergaat een gelijkaardig lot. De compagniecommandant kan zich samen met zijn derde peloton enigszins terugtrekken om alzo het contact met de eigen troepen te behouden. Luitenant-kolonel Bourgies laat de deze fractie van zijn 1Cie terugtrekken om plaats te nemen tussen de 9Cie en 7Cie en eveneens front te maken naar het noordoosten.

Op de linkerflank van de 9Cie wordt de linie verlengd langsheen de Scheerbeek naar het westen toe door in der haast opgetrommelde elementen van de 2Cie en de 10Cie, tot in de buurt van Café De Nieuwe Wandeling aan het bruggetje over deze beek op de baan naar Vinkt. Luitenant-kolonel Bourgies wil tevens precies te weten komen wat er zich bij de 4de Infanteriedivisie afspeelt en stuur Luitenant Onckelinx naar de commandopost van het 11de Linieregiment. Wanneer Onckelinx rond 11u30 terugkeert, kan deze alleen bevestigen dat de posities van dit regiment onder de voet gelopen worden door de Duitsers.

De divisiestaf drukt er op dat het 5ChA tot elke prijs zijn posities langsheen het Afleidingskanaal dient te behouden om het uitspreiden van Duitse doorbraak zo lang mogelijk tegen te gaan. Bourgies besluit om om 11u40 om de elementen van de 6Cie en 7Cie die zich nog tussen de Zeverenbeek en de Oude Mandel bevinden terug te trekken tot achter dit eerste beekje. De regimentscommandant wil zijn kansen op succes vergroten door een meer compacte positie aan te nemen. Te Deinze lijkt dit te willen lukken. Verschillende aanvallen op de posities van de 6Cie nabij de restanten van de brug zullen op niets uitdraaien. De Belgen incasseren wel heel wat slachtoffers.

Op de noordflank van het regiment maakt de 7Cie omstreeks 13u00 contact met de vijand, gevolgd door de 9Cie een goed uur later. Ook de 2Cie raakt bij de gevechten betrokken. De Duitsers kunnen echter aan de noordkant van de Scheerbeek gehouden worden en dringen de ondersector van het regiment van uit deze richting niet binnen. Wat het 5ChA dan nog niet weet, is dat de marsrichting van de Duitsers pal naar Vinkt loopt en de vijand geen plannen heeft om parallel met de oever van het Afleidingskanaal te vorderen.

Luitenant-kolonel Bourgies weet echter maar al te goed dat zijn succes alleen maar van korte duur kan zijn en brengt verslag uit bij de divisiesstaf over de tactische situatie in zijn ondersector. Hij bekomt de toestemming om het regiment terug te trekken van de oever van het Afleidingskanaal en de linies te verkorten op een nieuwe positie tussen Vinkt, Kaleshoek en Grammene. De bevelen voor de aftocht worden verspreid tussen 18u00 en 19u00. De eenheden dienen vanaf 20u00 hun posities op te geven en zich naar de nieuwe linie terug te trekken.

Bij de 4Cie en 6Cie te Deinze zijn op dag ogenblik nog steeds hevige gevechten aan de gang. De vijand is er in geslaagd om het kanaal over te steken in het onderkwartier van de 4Cie en kan langzaam maar zeker de Belgische linies oprollen. De beide compagnies blijven dan ook grotendeels ter plekke en lijden een groot verlies aan manschappen. Ook de beide compagniecommandanten, Luitenant Troye en Kapitein Debot, worden gevangen genomen. Bij andere compagnies blijven eveneens groepjes militairen achter op de stellingen.

Tussen 22u00 en 00u00 bereikt het regiment zijn nieuwe posities. De Duitsers staan inmiddels op zo’n halve kilometer van Zeveren. Zowel te Vinkt en Gottem wordt zwaar gevochten. Van noord naar zuid staan nu de 9de, 7de, 1ste en 3de compagnies opgesteld tussen Café In de Nieuwe Wandeling in het noorden en de baan van Deinze naar Tielt in het zuiden. De restanten van de 2Cie vormen een tweede echelon achter de nieuwe linie met behulp van 24 FM30 lichte mitrailleurploegen. Het 5ChA beschikt tevens nog over zijn mortieren. De rest van het regiment is achtergebleven aan het kanaal.

Het IIIde bataljon van het 17de Linieregiment dat zich ten zuiden van het 5ChA aan de oever van het Afleidingskanaal bevond, is eveneens teruggetrokken en is nu toegevoegd aan het 5ChA. Dit regiment zal post vatten tussen de baan van Deinze naar Tielt en de oever van het Afleidingskanaal. De inplaatsstelling van dit bataljon zal echter in de grootste wanorde verlopen.

Krijgsgevangen Ardeense Jagers worden weggeleid.

Luitenant-kolonel Bourgies installeert zijn commandopost in een woning nabij kilometerpaal 6,500 op de baan van Deinze naar Tielt en werkt onmiddellijk verder aan de installatie van zijn regiment op de nieuwe positie. Zijn grootste bekommernis is de integratie van het III/17Li op het zuidelijke kwartier tussen de Tieltsesteenweg en het Afleidingskanaal. Bourgies slaagt er aanvankelijk niet in om in contact te komen met de commandant van dit bataljon, Kapitein-commandant Coquillat. Hij kan wel verschillende detachementen onderscheppen en doorsturen naar de nieuwe frontlinie. Omstreeks 03u30 ontdekt hij Kapitein-commandant De Landsheer van de 9Cie van het 17Li en kan hij een officier van 17Li aanduiden als verbindingsman op zijn commandopost. Vanaf dan verloopt de ontplooiing enigszins vlotter.

Omstreeks 04u30 wordt ook Kapitein-commandant Six van de 11Cie teruggevonden. Six beschikt nog slechts over een honderdtal manschappen waarvan goed de helft hun wapen weggegooid hebben. De manschappen wordt toch ontplooid. Ter zelfde tijd duikt ook

Het 5ChA blijft de ganse dag in contact met de vijand. De Duitsers rukken langzaam maar zeker op en slagen er in meerdere compagnies te infiltreren. De Belgen krijgen het bijzonder moeilijk, maar kunnen toch hun cohesie bewaren en zich met voldoende orde terugtrekken om een totale nederlaag te vermijden. Het regiment krijg ook verbinding met eenheden van het 11Li die zich terugtrekken.

Het juiste verloop van de Belgische linies wordt alsmaar onduidelijker en op vele plaatsen wordt vanuit verschillende richtingen geschoten. Zowel de Belgische als de Duitse artillerie blijven voortdurend in actie.

Ook nabij Gottem voeren de Duitsers met nieuwe aanvallen die dag de druk gestadig op bij het 4ChA en 6ChA. De ganse divisie plooit zich terug ten oosten van Tielt.

Tijdens de avond wordt de 6de compagnie overrompeld en de manschappen geven zich over. Ook de 4de compagnie moet de strijd staken. De andere compagnies slagen er in het contact te verbreken en trekken zich terug. De restanten van het regiment worden ingekwartierd in boerderijen en woningen te Kanegem en Flesse.

De overgebleven eenheden van het 5ChA kunnen tijdens de eerste helft van de nacht van 26 op 27 mei enkele uren uitrusten.  In de loop van de avond werd het 44Li met zijn Iste en IIde Bataljon toegevoegd aan de 2de Divisie Ardeense Jagers, en dit regiment vormt nu het eerste echelon van de sector die toegewezen is aan de divisie tussen Tielt in het westen en Aarsele in het oosten.

Om 01u00 wordt het regiment echter opnieuw gealarmeerd.  Het 5ChA moet in stelling gaan ten zuidoosten van Kanegem om samen met het 6ChA een tweede echelon te bezetten achter de linies van het 44Li.  De troepen zijn ontplooid tegen 05u00.  Het 5ChA bezet de oostelijke ondersector van het tweede echelon langsheen de bovenloop van de Neringbeek, tussen de Aarselekapellestraat en de Neringenstraat.  De restanten van het IIIde en het Iste Bataljon hebben plaatsgenomen aan de oever van de beek en worden in de diepte gedekt door de overgebleven troepen van het IIde Bataljon.

In de loop van de voormiddag worden de posities enkele keren aangevallen door de Luftwaffe, en na het middaguur beschiet ook de Duitse artillerie de steunpunten.  Het 44Li is dan reeds op zijn oostelijk kwartier nabij Aarsele overrompeld door de vijand, en ook te Tielt is het tot een succesvolle Duitse doorbraak gekomen.  Het IIIde Bataljon van het 5ChA raakt als eerste betrokken in de doorstoot naar Kanegem.

Om 17u00 komt het bevel tot de aftocht. Alle compagnies moeten onmiddellijk het contact verbreken en zich zo snel mogelijk terugtrekken naar de heuvelrug net ten noorden van Schuiferskapelle. De beide divisies plooien zich terug en zullen post vatten achter de Kapellebeek.

Van Schuiferskapelle moet het verder naar een bos op vier kilometer van Torhout om zich te hergroeperen. De tocht neemt de ganse nacht in beslag en verloopt erg moeilijk door de grote chaos die overal in de Belgische zone heerst.

De restanten van het 5ChA komen aan nabij Torhout vanaf 06u00. Het regiment verneemt er het nieuws van de capitulatie en besluit de bezetter af te wachten. De eerste Duitse colonnes arriveren tijdens de ochtend. Het 5ChA mag zijn fietsen en vrachtwagens gebruiken om zich naar de Grote Markt van Tielt te begeven om zich daar te hergroeperen. Alle wapens en munitie moeten worden achtergelaten te Torhout.

Van Tielt gaat het in de komende dagen via Zwijnaarde naar Oudenaarde waar het regiment formeel krijgsgevangen gemaakt wordt wordt door de Duitsers.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
3/IANDREAuguste, JosephSdtMil3221.11.1912Hompré25.05.1940ZeverenVerwond 25/05
7/IIIANDREJean, Maximillien RaymondSdtMil3419.08.1914Bleid29.05.1940Deinze
1/IBANDINHenri, Joseph BenjaminSdtMil3726.04.1918Bertrix25.05.1940Deinze
1/IBARTHOLOMEMarcel, Anatole JosephSdtMil17.02.1920Noville26.05.1940Zeveren
2/IBERNAIRLéon, Camille GeorgesSgtMil17.12.1915Bras (F)25.05.1940Meigem
10BLEYEloi, DominiqueSdtMil3706.11.1914Martelange13.05.1940NamurVermoedelijk overleden in mei 1940 te Warisoulx
7/IIIBOSSICARTMaurice, CyrilleSdtMil3729.01.1917Tournay25.05.1940RoeselareVerwond 24/05
1/IBOUCHATJules, Eugène JosephSdtMil3112.03.1911Faulx-les-Tombes25.05.1940Deinze
StafBRADFERJoseph, L.A.SdtMil2723.03.1907Witry10.05.1940TraimontVerlofganger. Gedood door landmijn.
OnbekendBRASSEURJoseph, J.A.SdtMil3723.01.1917Sugny26.05.1940Deinze
1/IBURNETAugusteOLtRes09.04.1916Houdemont25.05.1940MeigemPelotonscommandant 2/1/I
6/IICHARNEUXHenri, Georges DieudonnéSdtMil2617.07.1906La Roche25.05.1940Deinze
1/ICHEPPEJean, Félix GislainSdtMil3905.11.1919Bouvignes12.05.1940Bouvignes
3/ICOBRAIVILLEElie, JosephSdtMil2716.07.1907Witry10.05.1940Menufontaine (Fauvillers)
2/ICOISMEMarius, JosephSdtMil3909.05.1920Libin26.05.1940Deinze
4/IICREPELLERolandSdtMil3705.11.1917Sugny26.05.1940Deinze
3/IDARCHEAndré, GeorgesSdtMil3216.02.1912Vance12.05.1940Anhée
7/IIIDEVALTEMarcelSdtMil3429.10.1914Bertogne27.05.1940Aarsele
1/IDUMONCEAUXFernand, JosephSdtMil3718.02.1917Haut-Fays25.05.1940Meigem
1/IDUTERMEAlbert, Camille JosephSdtMil3716.09.1917Louette-Saint-Denis31.05.1940GentOverleden in hospitaal
9/IIIEDMONDRené, H.G.Kpl3020.07.1911Chassepierre25.05.1940Vinkt
4/IIFAGNYLéon, CamilleSdtMil3112.01.1911Marbehan27.05.1940AalstVerwond 25/05. Overleden in Stedelijk Ziekenhuis Sint-Elizabeth.
7/IIIFINEUSEAbel, Pierre JosephSdtMil3402.07.1914Assenois01.06.1940GentVerwond 25/05. Overleden in hospitaal.
6/IIFLAMIONMarcel, JosephSdtMil3120.08.1911Bellefontaine25.05.1940Deinze
4/IIFOCANTCamille, Aimé GhislainSdtMil3722.11.1917Halma25.05.1940Deinze
2/IFOUARDRené, Ghislain ConstantSdtMil3907.03.1920Remagne25.05.1940Petegem-aan-de-Leie
4/IIGEORGESMaximilien, François JosephSdtMil2806.11.1908Hompré10.05.1940TraimontVerlofganger. Gedood door landmijn.
2/IGOBERTEmile, Lucien JosephSdtMil3924.03.1920Remagne25.05.1940Meigem
5/IIGOLINVAUXVictor, Joseph GislainSdtMil3128.01.1911Namur07.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/05
1/IGRESSERené, Joseph GhislainSdtMil3306.11.1913Longvilly25.05.1940Deinze
10HAUTOTMarcel, Gérard JosephSdtMil3806.05.1919Wellin25.05.1940Zeveren
1/IHENNONGeorges, JulesSdtMil3827.01.1918Cugnon25.05.1940Meigem
5/IIHENRIETTEAchille Emile VictoireAdjtKROLt16.10.1917Saint-Servais25.05.1940Deinze
6/IIHERMANJean-Pierre, GermainSdtMil3118.10.1911Noville25.05.1940Deinze
2/IHINQUEAlbert, JosephSdtMil3315.03.1913Villers-sur-Semois26.05.1940Zeveren
5/IIJACQUEMINJoseph, JulesSdtMil3715.07.1917Jéhonville06.06.1940Zuid-Beijerland (NL)KG op Rhenus 127 op 30/05
3/IKAISERArthur, JosephSdtMil3214.09.1912Ebly26.05.1940Zeveren
3/IKUBORNJean, AugusteSdtMil2805.06.1907Virton24.05.1940Boulogne-sur-Mer (F)
StafLAMBINETJules, AlbertSdtMil02.06.1916Florenville23.06.1940Cusset (F)
3/ILOUVIGNYPaul, Victor MariusSdtMil3215.07.1912Juseret25.05.1940Zeveren
1/IMARCHALRené, Victor JosephSgtMil3024.11.1910Bertogne25.05.1940Meigem
2/IMINETRoger, Léon JulesSdtMil3925.08.1919Bertrix27.05.1940BruggeVerwond 25/05 te Aarsele.
8/IIIMOUTHUYVital, Joseph PrudentSdtMil3020.05.1910Moustier-sur-Sambre21.06.1940AalstVerwond 25/05. Overleden in hospitaal.
7/IIINICLOUXCharles, HubertSdtMil3120.05.1911La Roche29.05.1940DeinzeVerwond 25/05 te Deinze.
StafNOELPaul, Ernest VitalLtRes09.04.1909Thy-le-Château25.05.1940VinktMaterieelofficier. Gedood door artillerievuur.
6/IIPELTGENEdouard, FrançoisSdtMil2913.03.1909Meix-devant-Virton30.05.1940DeinzeVerwond 25/05 te Deinze.
StafPELTGENPaulSdtMil01.01.1907Meix-devant-Virton30.05.1940DeinzeVerwond 25/05 te Deinze.
8/IIIPELTIERJean-MarieSdtMil2806.01.1910Sint-Joost-ten-Node25.05.1940Zeveren
6/IIPERLOTRenéSdtMil3810.11.1918Herbeumont25.05.1940Deinze
7/IIIPETITMaxime, Gustave MarcelLtRes11.01.1909Orchimont27.05.1940LichterveldeVerwond 25/05 te Zeveren.
1/IPIERRETEmile, RenéSdtMil3705.02.1918Herbeumont27.05.1940Brugge
7/IIIPONCELETPierre, H.G.OLtRes06.12.1915Verviers17.05.1940Brye
1/IQUOIBIONJules, Félicien JosephSdtMil3913.10.1920Tournay30.05.1940Deinze
1/IRESERJean, HenriSdtMil3927.05.1920Opont25.05.1940Meigem
3/IROSSIGNOLGeorgesSdtMil3302.10.1913Ethe26.05.1940LichterveldeVerwond 25/05 te Zeveren.
7/IIIROSSIGNONMarcel, Sylvain JosephSdtMil3113.07.1911Assenois17.05.1940Brye
8/IIIROSSIGNONCamille, Lucien CharlesSgtMil3907.08.1920Jamoigne25.05.1940Deinze
4/IISIZAIREJules, Eugène MarcelSdtMil3313.01.1913Dampicourt30.05.1940DeinzeVerwond 25/05 te Deinze.
10SPRUMONTJosephSdtMil2926.08.1909Etterbeek12.05.1940RhisnesInslag bom
8/IIISTALLAERTPierre, Jean FrançoisSdtMil2802.03.1907Laken25.05.1940Zeveren
7/IIISTEINFORTArsène, JosephSdtMil2927.08.1910Flamierge25.05.1940Deinze
7/IIITAHAYJean, Jules MarieSdtMil3129.12.1911Samrée25.05.1940Deinze
7/IIITALBOTNestor, Joseph ArsèneSdtMil3010.03.1910Hollange26.05.1940Deinze
7/IIITHIRYHenri, AugustinSdtMil2926.02.1911Mellier27.05.1940Tielt (De Flesse)
7/IIITHOMASUrbainSdtMil3411.03.1914Meix-devant-Virton30.05.1940DeinzeVerwond 25/05 te Deinze.
4/IIVAN DER STEENPetrus, FransSdtMil2720.11.1907Wambeek26.05.1940Deinze
5/IIVLEGELSAlbertSdtMil3326.04.1913Sint-Jans-Molenbeek25.05.1940Deinze
4/IIWUIDARTArthur, M.J.SdtMil3202.12.1912Longvilly06.06.1940Den Bommel (NL)KG op Rhenus 127 op 30/05

Bibliografie en Bronnen

  1. La Fraternelle Royale des Chasseurs Ardennais (2011) Pertes des Chasseurs Ardennais durant la deuxième guerre mondiale, [online] beschikbaar op: <http://www.fraternellechasseursardennais.be/> [geraadpleegd op 10 september 2011].
  2. Le Chasseur Ardennais (1962) Histoire succinct du 5e regiment de Chassers Ardennais, 55, pp 7-8.