VIIde Legerkorps

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming VIIde Legerkorps | VIILK
VIIème Corps d’Armée | VIICA
Type Infanteriekorps
Bevelhebber Luitenant-generaal Georges Deffontaine
Stafchef Kolonel SBH Léon Bievez
Onderstafchef Luitenant-kolonel SBH Felix Servais
Verbindingsofficier Groot Hoofdkwartier Kapitein SBH C. Verbruggen
Commandant Artillerie Kolonel Charles Bouloffe
Commandant Genie Luitenant-kolonel SBH Chrétien Flippen
Commandant Transmissietroepen Majoor François Dulcino
Commandant Luchtvaart Majoor vlieger Henri “Oncle Henri” Niset
Commandant Transportkorps Kapitein-commandant Paul Pongie
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Luitenant-kolonel Georges Genotte
Commandant Paardenartsenijdienst Dierengeneesheer 1ste Kapitein Armand Crevecoeur
Intendant 1ste Kapitein Intendant Paul Jerome
Standplaats Versterkte Positie Namen en Dekkingsstelling Maas
Commandopost in de Citadel te Namen
Organieke Eenheden Hoofdkwartier
  8ste Infanteriedivisie
  2de Divisie Ardeense Jagers
  VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden
  Vestingsregiment van Namen
  27ste Compagnie Transmissietroepen
  Provoost (Kapitein-commandant Hubert Dupont)
Tijdelijke Eenheden IIIde Bataljon, 19de Linieregiment
  Iste Bataljon, 4de Regiment Ardeense Jagers (-)
  Iste Bataljon, 5de Regiment Ardeense Jagers
  4de Batterij Artillerie Meetdienst
  IIIde Groep 12de Regiment Artillerie
  IVde Groep 12de Regiment Artillerie
  IIde Groep 4de Regiment Legerartillerie
  IIIde Groep 4de Regiment Legerartillerie
  10de Batterij 5de Regiment Legerartillerie
  3de Compagnie 33ste Bataljon Genie
  IIIde Bataljon 4de Regiment Hulptroepen
  IVde Groep 1ste Luchtvaartregiment
  1ste Ambulance, 3de Geneeskundig Korps (Med Lt R. Kirsch)
  1ste Lichte Heelkundige Ambulance, 3de Geneeskundig Korps (Med Maj Philippe Guimy)
  Hygiënetrein, 3de Geneeskundig Korps (Med Lt C. Thomas)

Tijdens de mobilisatie

HK VII/LK
De Versterkte Positie Namen (VPN) is een cirkelvormige verdedigingsgordel rondom het voor het zuiden van het land belangrijke verkeersknooppunt aan de samenvloeiing van Samber en Maas. Vanaf de twintiger jaren vormde de VPN één commando met de troepen verantwoordelijk verdediging van de provincie Luxemburg onder de benaming Troupes de Défense du Luxembourg et de Namur (TDLN).

Organisatie van de Versterkte Positie Namen in mei 1940.

Op 22 november 1939 ontstaat uit deze formatie het VIIde Legerkorps (VII/LK). De VPN is dan georganiseerd in drie sectoren, onderverdeeld in acht ondersectoren. In tegen wijzerzin:

  • Sector Meuse-Meuse (MM)
    • Ondersector I: vanaf de positie Meuse Aval tot het fort van Andoy (inclusief)
    • Ondersector II: vanaf het fort van Andoy (exclusief) tot de positie Meuse Amont
  • Sector Entre Sambre et Meuse (ESM)
    • Ondersector III: vanaf de Maas stroomopwaarts van de stad tot de Samber
  • Sector Position Fortifiée de Namur Nord (NN)
    • Ondersector IV: vanaf de Samber tot de spoorlijn Namen-Brussel (inclusief)
    • Ondersector V: vanaf de spoorlijn Namen-Brussel (exclusief) tot het fort van Emines (inclusief)
    • Ondersector V bis: vanaf het fort van Emines (exclusief) tot de kerktoren van Cognelée (inclusief)
    • Ondersector VI: vanaf de kerktoren van Cognelée (exclusief) tot Ville-en-Waret (inclusief)
    • Ondersector VI bis: vanaf Ville-en-Waret (exclusief) tot de positie Meuse Aval

Rondom Namen liggen zeven 19de eeuwse forten die tijdens de dertiger jaren gemoderniseerd werden en waarvan de garnizoenen geleverd worden door het Vestingsregiment van Namen, aangevuld met ongeveer 110 intervalbunkers gegroepeerd in steunpunten en bemand door de vier compagnies van het VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden. Tussen deze versterkingen nemen de de troepen van de 8ste Infanteriedivisie (8Div) plaats. Het zwaartepunt van hun opstelling omvat de sector Meuse-Meuse. Het bevel over de sector NN (Position Fortifiée de Namur Nord) toevertrouwd aan de Commandant Infanterie 8Div, Generaal-majoor Desclée, die slechts over een beperkte troepenmacht beschikt met het IIIde Bataljon van het 4de Regiment Hulptroepen, de 3de Batterij MVD mortieren van het Vestingsregiment van Namen en de Staf, 32Cie en 33Cie van het VIde Bataljon van de Speciale Vestingseenheden.

Ten noorden van de stad, langsheen de Maas van Maizeret tot Seilles staat het 19de Linieregiment opgesteld buiten de grenzen van de Versterkte Positie Namen. Het 19Li wordt ondersteund door de I/5A aangevuld met de Ob75 van Maizeret. Verder stroomafwaarts, tussen Engis tot Andenne, bewaakt de 2de Divisie Ardeense Jagers de Maas. De 2de Divisie Ardeense Jagers beschikt niet over een eigen artillerieformatie en wordt ondersteund voor de III/12A, IV/12A en de IV/5A.

Het Vestingsregiment van Namen beschikt naast de fortenartillerie ook over twee batterijen veldartillerie en het legerkorps wordt tevens gesteund wordt door twee groepen van de legerartillerie en een batterij spoorweggeschut.

Het dispositief heeft een duidelijke focus op een mogelijke agressie uit het oosten. Om bij een mogelijke aanval uit het zuidoosten op de sector MM toch enig afstoppingswerk te kunnen verrichten, is de VPN in die richting gedekt door 38 voorbereide vernielingen verdeeld in 3 vernielingsgroepen. In noordelijke richting vormt de VPN het sluitstuk van de lange anti-tankbarrière die vanaf de Versterkte Positie Antwerpen over de K.W. Stelling en de linie Waver-Namen de hoofdweerstandsstelling van de geallieerde legers zal vormen bij een Duitse inval. Ten zuiden van de stad, langsheen de bovenloop van de Maas, zijn diverse formaties gedetacheerd voor de bewaking van de bruggen tussen Namen en in Dinant.

De hoofdkwartieren van het VIIde legerkorps en de 8ste Infanteriedivisie bevinden zich samen op de citadel van Namen. De staf van het VIIde Legerkorps is verdeeld in twee echelons. Het eerste echelon met de legerkorpscommandant werkt van uit de onderaardse lokalen op de citadel. Het tweede echelon is gestationeerd in Villa la Pomeraie nabij de citadel.

Het legerkorps beschikt niet over eigen medische eenheden maar kan wel terugvallen op het nog operationele militaire hospitaal van Namen en heeft tijdelijke versterking ontvangen van drie formaties van het 3de Geneeskundig Korps die samen het Medisch-Chirurgisch Centrum van het legerkorps vormen in het seminarie te Floreffe.

Voor de logistieke steun beschikt de VPN naast de formaties van het veldleger eveneens over de 1ste Provianddienst Namen van het 4de Territoriaal Intendancekorps. Het Territoriaal Transportkorps Namen levert met zijn peloton paardenwagens en zijn peloton motorvoertuigen een beperkte bijkomende transportcapaciteit. Het transportkorps heeft zijn commandopost te Arsimont. Het peloton motorvoertuigen heeft een herstellingsatelier te Floreffe.

Het geallieerde Plan Dyle voorziet dat bij een Duitse inval de Versterkte Positie Namen zal omsloten worden door formaties van het Franse leger. Ten noorden van de VPN, tussen Namen en Waver zal het Franse 1ste Leger zijn hoofdmacht ontplooien. Ten zuiden van de VPN, langsheen de bovenloop van de Maas, zal het Franse 9de Leger aansluiten. De beide formaties zullen gedekt worden door een uitgebreide cavaleriemacht die tot aan de benedenloop van de Maas tussen Luik en Namen en tot in de Ardennen moet doorstoten.

HK VII/LK

Luitenant-generaal Georges Deffontaine.

Het VIIde Legerkorps ontvangt omstreeks middernacht het vooralarm van het Groot Hoofdkwartier. Het legerkorps alarmeert zijn formaties tussen 00u30 en 01u30. De eenheden worden onmiddellijk naar hun gevechtsposities bevolen. Alle verlofgangers dienen teruggeroepen te worden en alle wegversperringen en anti-tankbarrières rondom de Versterkte Positie Namen moeten onmiddellijk gesloten en vergrendeld te worden.

De vier compagnies van het IIIde bataljon van het 4de Regiment Hulptroepen krijgen om 01u55 het bevel om zich te hergroeperen. Twee compagnies worden naar Gelbressée bevolen, één compagnie naar Marchovelette en één compagnie naar Cognelée. Het bataljon wordt onder het rechtstreekse gezag van het VIIIde Legerkorps geplaatst.

Om 02u00 laat de staf de anti-tankobstakels op de spoorwegen en buurtspoorwegen alweer open maken. Een half uur later wordt ook ingezien dat de wegen die aangeduid zijn als marsroutes voor het veldleger vrij dienen te blijven. De nodige orders worden doorgebeld naar de eenheden.

Kort na 06u00 laat het VIIde Legerkorps het III/19Li naar het Grand Bois de Grandes Salles verplaatsen. Het bataljon wordt hier opgesteld als onderdeel van de reservemacht van het korps en wordt stand-by geplaatst om tussenbeide te komen bij een eventuele luchtlanding. Het IIde bataljon wordt zonder de 6de compagnie teruggetrokken naar Hingeon als reservebataljon voor de 8ste Infanteriedivisie. De 6de compagnie behoudt zijn stellingen aan de Maas.

Om 08u00 geeft de korpsstaf de toestemming aan zijn eenheden om bomen, struikgewas en andere hindernissen die het schootsveld belemmeren, te vellen. De genie mag tevens starten met het aanleggen van mijnenvelden.

Luitenant-generaal Deffontaine verwacht de aankomst van de Franse dekkingstroepen ten noordoosten van de Versterkte Positie Namen, maar hij beschikt niet over precieze informatie over hun plannen. Er is ook nog geen Franse verbindingsofficier aanwezig op de staf. Deffontaine vraagt aan de troepen langsheen de benedenloop van de Maas om bij aankomst van de Fransen in geen geval de tactische en technische wacht bij de springinrichtingen van de bruggen over te geven aan onze bondgenoten.

De eerste oorlogsdag wordt afgesloten met de richtlijn dat de eenheden tijdens de komende nacht 3/4 van hun effectief mogen laten rusten, terwijl er steeds 1/4 de wacht dient op te trekken.

Geneeskundig Korps VII/LK
Het VII/LK behoort tot de reserve en beschikte niet over eigen medische eenheden op niveau korps.  Hieraan werd op 14 januari 1940 verholpen door de overplaatsing van een aantal formaties van het 3de Geneeskundig Korps van het GUSSA.  De 1ste Legerambulance, de 1ste Lichte Heelkundige Ambulance en de Hygiënetrein van het 3GenK vormen samen het Medisch-Chirurgisch Centrum van het VII/LK, en zijn geïnstalleerd in het kasteel van Boneffe, het kasteel van Wasseiges en het kasteel van Drocourt.

Provoost VII/LK
De provoostdienst wordt op oorlogssterkte gebracht en zal van uit de Rijkswachtbrigade te Namen opereren. In de gebouwen van de brigade wordt een verzamelplaats voor eventuele Duitse krijgsgevangenen voorzien.

HK VII/LK
Omstreeks 01u00 wordt het I/13Li naar het bos van Tronquoi nabij Franc-Waret gestuurd voor eventuele anti-parachutistenacties. Het bataljon wordt zo een onderdeel van de troepenmacht van de sector Position Fortifiée de Namur Nord (NN) die nog steeds onder het bevel staat van Generaal-majoor Desclée.

Het VIIde Legerkorps krijgt de opdracht om tijdens de nacht van 11 op 12 mei zijn vooruitgeschoven formaties langsheen de Maas terug te trekken tot binnen de Versterkte Positie Namen. Laat op de avond van 11 mei worden de volgende bewegingen bevolen:

  • Generaal-majoor Ley, commandant van de 2de Divisie Ardeense Jagers, zal het commando over de ganse sector NN overnemen van Generaal-majoor Desclée.
    • De 2de Divisie Ardeense Jagers zal de sector Engis – Andenne langsheen de Maas verlaten en wordt aanvankelijk bevolen naar de noorrdoostrand van de VPN, met uitzondering van de Iste bataljons van elk regiment die samen de legerkorpsreserve zullen vormen.
    • Het 19Li wordt tijdelijk aangehecht bij de 2de Divisie Ardeense Jagers en zal ontplooid worden in de ondersector VIbis (Ville-en-Waret – Meuse Aval). De vooruitgeschoven Iste en IIde bataljons van het 19Li zullen teruggetrokken worden uit de ondersector Meuse Aval. Het IIIde bataljon wordt uit de Legerkorpsreserve gehaald. Het regiment zal een klassieke ontplooiing aannemen met twee bataljons op het eerste echelon, gedekt door een bataljon op het tweede echelon.
  • De 8ste Infanteriedivisie blijft verantwoordelijk voor de sector Meuse-Meuse.
    • In deze sector zullen het 13Li en het 21Li eveneens elk hun 3de bataljon terugkrijgen en een ontplooiing aannemen met twee bataljons op het eerste echelon, gedekt door een bataljon op het tweede echelon. Dit bevel zal echter gewijzigd worden wanneer de 2de Divisie Ardeense Jagers naar ondersectoren V en Vbis doorgeschoven wordt en het I/13Li en III/21Li naar ondersector VI bevolen worden.
    • De 8ste Infanteriedivisie verliest de steun van de Compagnie Getrokken C47 8ID die overgaat naar de 2de Divisie Ardeense Jagers.
    • Het Wielrijderseskadron van de 8ste Infanteriedivisie wordt teruggetrokken van de voorposten ten zuidwesten van de sector MM, zodat het 10de Bataljon genie zowel de tactische als de technische wacht van de springinrichting in deze zone zal overnemen.
  • Het algemeen vuursteunelement van het legerkorps blijft bestaan uit de II/4LA, III/4LA, 10/II/5LA, de C75GP en C105L kanonnen van de forten en de beide 6 duim batterijen van het Vestingsregiment van Namen. Deze batterijen zullen verplaatst worden naar een samengevoegde positie ten noordwesten van kilometerpaal 4 van de Hannuitsesteenweg.
  • De 2/I/4ChA blijft verantwoordelijk voor de verdediging van de hoofdkwartieren op de citadel.
  • De 1ste Divisie Ardeense Jagers en het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers worden na hun oversteek van de Maas verzameld in de vierhoek Wépion, Malonne, Flawinne, Belgrade.

Provoost VII/LK
De provoost moet vier Rijkswachters uitsturen naar het Medisch-Chirurgisch Centrum van het Legerkorps te Floreffe.

HK VII/LK
De legerkorpsstaf noteert in zijn eerste schriftelijke orders van de dag de Duitse oversteek van het Albertkanaal en de evacuatie van de Versterkte Positie Luik. Ook wordt bevestigd dat de Franse 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine de verbinding gerealiseerd heeft tussen de Versterkte Positie Namen en de Dyle-linie. De limieten van de operatiezone van het VIIde Legerkorps zijn nu als volgt bepaald:

  • De 1ste Divisie Ardeense Jagers en het 3de Regiment Karabiniers-Cyclisten hebben het bevel gekregen om de Belgische linies naar het noorden toe te verlengen door een stellingname tussen Perwez (inclusief) en Saint-Germain (exclusief) als onderdeel van de dekkingsmacht van de Versterkte Positie Namen en het Franse 1ste Leger dat in volle ontplooiing tussen Waver en Namen is.
  • De lijn Saint-Germain (inclusief) tot Saint-Denis duidt de noordelijke grens aan van de Versterkte Positie Namen.
    • De 2de Divisie Ardeense Jagers is toegewezen aan de sector vanaf de lijn Saint-Dens/Saint-Germain (inclusief) tot Route de Champion tussen Cognelée en Waret-la-Chaussée (exclusief).
      • De divisie krijgt artilleriesteun van III/12A en IV/12A.
      • De divisie kan eveneens beschikken over de staf, 2Cie en 3Cie van het IIde Bataljon van het 3de Regiment Hulptroepen en het volledige IIIde Bataljon van het 4de Regiment Hulptroepen.
      • De divisiestaf werkt van uit het oude fort van Emines.
    • Generaal-majoor Desclée beveelt de Groepering D in de sector van de Route de Champion tussen Cognelée en Waret-la-Chaussée (inclusief) tot de benedenloop van de Maas.
      • Ondersector VI wordt bezet door het I/13Li en het III/21Li.
      • Ondersector VIbis wordt bezet door het 19Li.
      • De groepering krijgt artilleriesteun van I/5A en IV/5A, en de Ob75 van de forten van Maizeret en Marchovelette, aangevuld met de 3Bij van de Groep Loopgraafartillerie van het Vestingsregiment Namen.
      • Desclée beschikt tevens over de 6Cie van het 8ste Regiment Hulptroepen van het Leger
      • Desclée heeft zijn commandopost in Château Sardenson te Bouge.
    • De 8ste Infanteriedivisie blijft verantwoordelijk voor de sector Meuse-Meuse.
      • De divisie krijgt artilleriesteun van II/5A en III/5A, en de Ob75 van de forten van Saint-Héribert, Dave, Andoy en Maizeret. Deze vuursteun blijft aangevuld met de MVD mortieren van de 1Bij en 2Bij van de Groep Loopgraafartillerie van het Vestingsregiment Namen.
      • De divisie beschikt tevens nog over de 1Cie van het IIde Bataljon van het 3de Regiment Hulptroepen.
      • De commandopost blijft op de citadel.
    • Het algemeen vuursteunelement van het legerkorps blijft bestaan uit de II/4LA, III/4LA, 10/II/5LA, de C75GP en C105L kanonnen van de forten en de beide 6 duim batterijen van het Vestingsregiment van Namen
    • Het Wielrijderseskadron van de 8ste Infanteriedivisie neemt de bewaking van de bruggen over de Maas stroomafwaarts van Jambes voor zijn rekening. De wachtdetachementen van het 21Li kunnen zo terugkeren naar hun regiment.
  • In het zuiden loopt de scheidingslijn tussen het VIIde Legerkorps en het Franse IIème Corps d’Armée Motorisée van de kerktoren van Aisemont tot de kerktoren van Dave (inclusief). De Franse 5ème Division d’Infanterie Motorisée heeft postgevat langsheen de bovenloop van de Maas vanaf Dave.

Op de zuidflank van het Franse 1ste Leger opereert het Vème Corps d’Armée Motorisée onder leiding van Général de Corps d’Armée René Altmayer.  Dit legerkorps omvat de 12ème Division d’Infanterie Motorisée en de eerder aangekomen 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine.  De actiezone van dit legerkorps is begrensd door Gembloers in het noorden en Dave in het zuiden, zodat Altmayer eveneens aangeduid is als militair plaatscommandant van Namen voor het Franse leger.  Generaal Altmayer laat de 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine van Général-major Augustin Agliany het dichtst bij de stad opstellen. Deze divisie zal gebruik maken van het kasteel van Flawines voor zijn commandopost en zal in eerste instantie het 24ème Régiment de Tirailleurs Tunésiens en het 1er Bataillion de Mitrailleurs Motorisé tussen Thieu-de-Frene en het Fort van Cognelée ontplooien. Deze eenheden zullen aankomen tijdens de tweede helft van de nacht van 12 op 13 mei.

Onze bondgenoten hebben bovendien de intentie om het VIIde Legerkorps onder het gezag van Altmayer te plaatsen.  De Franse generaal bezoekt dan ook de staven van het VIIde Legerkorps en de 8ste Infanteriedivisie op de citadel.  Tussen 10u00 en 11u00 pleegt hij overleg met Luitenant-generaal Deffontaine.  Deze laatste duidt er op dat hij hoegenaamd geen toestemming heeft om het VIIde Legerkorps onder Frans bevel te plaatsen, en dat, indien dit wel het geval zou zijn, de anciënniteit gebiedt dat Altmayer zich als zijn ondergeschikte moet beschouwen.  Voorts wordt de Franse generaal op de hoogte gebracht van het precieze tracé van de anti-tankmuur ten noorden van Namen.  De Cointet-hekkens staan opgesteld tussen Perwez en Cognelée, terwijl het Franse leger in stelling gaat langsheen de meer naar het westen gelegen spoorlijn Brussel-Namen.  Deffontaine wijst er op dat de Fransen mogen doen wat ze willen, maar de positie van de troepen binnen de VPN niet zal aangepast worden.  Om de hevige discussie te ontmijnen, stelt verbindingsofficier Kapitein SBH Montjoie voor om de ganse zaak voor te leggen aan het Groot Hoofdkwartier.  De Belgische legerleiding besluit tot een compromis: Luitenenant-generaal Deffontaine wordt ondergeschikt aan Général de Corps d’Armée Altmayer, maar mag naast de 1ste Divisie Ardeense Jagers, 2de Divisie Ardeense Jagers en de 8ste Infanteriedivisie eveneens beschikken over de 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine.  Het het Vème Corps d’Armée Motorisée zal wel degelijk post vatten langsheen de spoorlijn Brussel-Namen, maar de 1ste Divisie Ardeense Jagers zal een poging wagen om de anti-tankmuur te verdedigen samen met de Franse dekkingstroepen van het Corps de Cavalerie van Generaal Proux na de terugtocht van deze formatie van de Méhaigne.

Tijdens de voormiddag beveelt de korpsstaf om de voorbereide wegvernielingen in de sector Meuse-Meuse te realiseren en alle troepen terug te trekken uit het voorgebied. Op het middaguur volgt de instructie om de stalen Cointet hekkens aan de doorgangspunten van de anti-tankversperring te vergrendelen. Alleen de steenweg naar Marche blijft nog een tijdje open om de doortocht van de laatste troepen mogelijk te maken.

HK VII/LK
De ontplooiing van het Franse leger ten noorden en ten zuiden van Namen draait op volle toeren. Het VIIde Legerkorps is onder het bevel van het Franse Vème Corps d’Armée Motorisée komen te staan. Tijdens de ochtend van 13 mei verspreid Luitenant-generaal Deffontaine de nieuwe organisatie van de VPN:

  • De operatiezone van het VIIde Legerkorps strekt nog steeds in een grote boog van Trieux des Frênes net ten westen van Emines tot Dave. De zone wordt georganiseerd in twee sectoren:
    • Sector Noord omvat de 2de Divisie Ardeense Jagers, de Groepering D met als kernelementen het I/13Li, III/21Li en het 19Li, en tenslotte de Franse 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine. De commandant van deze laatste formatie, Général Agliany, is op het Château de Flawinne aangekomen en wordt de bevelhebber over de volledige sector. De Fransen verklaren zich akkoord om hun anti-tankmiddelen te verspreiden onder de Belgische formaties.
    • Sector Zuid is de oude sector Meuse-Meuse en blijft bezet door de 8ste Infanteriedivisie met het het gros van het 13Li en het 21Li.
  • De verdeling van de artilleriemiddelen blijft behouden.

Er is tevens een plan in de maak om de 1ste Divisie Ardeense Jagers toe te wijzen aan de verdediging van de linkeroever van de Maas tussen Namen en Dave, maar dit zal door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars niet gerealiseerd worden en deze divisie wordt op 14 mei rechtstreeks naar het westen teruggetrokken.

HK VII/LK
Luitenant-generaal Deffontaine vraagt tijdens de voormiddag aan het Groot Hoofdkwartier om de uit Luik aangekomen 3de Infanteriedivisie en 4de Regiment Carabiniers-Wielrijders aan de verdediging van de VPN toe te voegen. Generaal-majoor Van Overstraeten, militair raadgever van de koning, weigert en laat de beide formaties hun terugtocht naar het westen verder zetten.

De Franse 5ème Division d’Infanterie Nord-Africaine is nu op zijn posities en dit laat toe om het I/13Li en het III/21Li terug te sturen naar hun regimenten in de sector MM en hier een tweede echelon te vormen. De Groepering D wordt ontbonden en het 19Li blijft achter onder het bevel van de 2de Divisie Ardeense Jagers. Deze divisie schuift enigszins op naar rechts en neemt de oude ondersector VI over van deze twee bataljons. Het I/13Li en het III/21Li verplaatsen zich naar respectievelijk ondersector II en ondersector I in de sector MM gedurende de voormiddag.

Om 16u00 neemt Deffontaine opnieuw rechtstreeks contact op met het GHK. Hij maakt zich zorgen over de Duitse oversteek van de Maas tussen Namen en Dinant ten koste van het Franse 9de Leger en ook over de wankelende posities van het Franse 1ste Leger na de zware tankslag rond Hannuit. Hij vreest dan de VPN het risico loopt omsingeld te worden. Bovendien hebben de Duitsers de spoorlijn Namen-Brussel bereikt de Saint-Denis. Om 18u30 antwoordt Van Overstraeten dat het VIIde Legerkorps zich dient terug te trekken uit de VPN indien het Franse 1ste Leger nog meer terrein zou prijsgeven. Bij navraag laat Generaal Blanchard, commandant van het Franse 1ste Leger, er geen twijfel over bestaan dat hij de intentie heeft de lijn Waver-Namen te behouden. Het VIIde Legerkorps aanschouwt twijfelend het verdere verloop van de gebeurtenissen.

Na de evacuatie van Namen verhuisde het HK VII/LK naar de kasteelhoeve van Taravisée nabij Charleroi.

HK VII/LK
Tijdens de tweede helft van de nacht van 14 op 15 mei wordt duidelijk dat het Franse 1ste Leger helemaal niet in staat in om de lijn Waver-Namen verder te verdedigen. De Franse troepen ontruimen de sector tussen Rhisnes en Cognelée en pivoteren in tegen wijzerzin op de lijn tussen Rhines en Namen. De 2de Divisie Ardeense Jagers dreigt achter te blijven zonder verbinding met de Fransen. Luitenant-generaal Deffontaine heeft geen contact meer met het hoofdkwartier van Generaal Blanchard en wordt bijzonder nerveus over het lot van zijn troepen. Even voor 07u00 valt de beslissing: Generaal-majoor Van Overstraeten beveelt aan het VIIde Legerkorps om de VPN op te geven en het veldleger in Vlaanderen te vervoegen. Het Franse opperbevel zal twee uur later ingelicht worden.

Deffontaine laat de evacuatie van de VPN onmiddellijk opstarten en heeft de uitdrukkelijke missie om zijn legerkorps nog voor 21u00 volledig ten westen van de lijn van de rivier de Orneau te brengen (de lijn Gembloers – Jemeppe – Fosses-la-Ville). De Samber zal de scheidingslijn van de marszones van de 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers vormen. Hierbij zal de 8ste Infanteriedivisie ten zuiden van de Samber vorderen en de 2de Divisie Ardeense Jagers ten noorden van de rivier. De linkerflank van de marszone zal gedekt worden door één bataljon van het 13Li.

De korpsstaf verlaat de citadel en zet koers naar de kasteelhoeve van Taravisée ten noorden van Gosselies.

Dit bijzonder strakke tijdsschema zal niet gerealiseerd worden. De aftocht van het VIIde Legerkorps in oost-west richting komt immers haaks te liggen op de aftocht van het Franse 1ste Leger dat naar het zuidwesten weg wil. Bij gebrek aan coördinatie tussen de beide manoeuvres zullen talrijke colonnes mekaar voor de voeten lopen. Daarbij zullen de eenheden van het VIIde Legerkorps niet alleen veel vertraging oplopen, maar ook vaak in direct conflict met hun Franse bondgenoten verzeild raken. Vaak komt het tot hoogoplopende ruzies of ontzeggen de Fransen op agressieve wijze het gebruik van de belangrijke verkeersaders. Het VIIde Legerkorps onderneemt een poging om de orde te herstellen en beveelt even voor het middaguur dat de 8ste Infanteriedivisie van de zuidelijke oever van de Samber weg moet en het zelfde marsgebied als de 2de Divisie Ardeense Jagers dient te gebruiken. Zo veel mogelijk formaties van de divisie worden naar de brug te Jemeppe-sur-Sambre gedirigeerd. Bij de aftocht uit Namen zullen verschillende Belgische formaties meegesleurd worden door de Fransen. Zo belanden onder meer belangrijke fracties van het 21Li en het 5A gedurende ruime tijd in Noord-Frankrijk.

In de loop van de late namiddag wordt het duidelijk dat het terugtrekkende Franse 1ste Leger een een defensieve positie zal innemen langsheen de loop van de Orneau. Verschillende Belgische formaties die op de linker oever van het riviertje aangekomen zijn, maken melding van Franse eenheden die zich ingraven en klaarmaken voor de strijd. Luitenant-generaal Deffontaine heeft geen andere optie dan zijn legerkorps opnieuw de baan op te sturen om tijdens de nacht van 15 op 16 mei de nodige afstand met het naderende front te creëren. Deffontaine beveelt dat tegen 05u00 op 16 mei moet het volledige legerkorps zich ten westen van de lijn Wagnelée-Châtelet moet bevinden.

De steuneenheden van het legerkorps zijn doorgestuurd naar het gebied ten westen van Charleroi. Onderstafchef Luitenant-kolonel SBH Servais pleegt overleg met de Directie der Ravitailleringen en Evacuaties van het Leger (DREA) om de nodige schikkingen te treffen voor de bevoorrading van de troepen tijdens de mars. De DREA zal een poging ondernemen om tegen de ochtend van 16 mei een Dagelijke Bevoorradingstrein uit te sturen naar het station van Leval-Trahegnies. Ondertussen zal een voorraad van 50.000 broden georganiseerd worden via het plaatscommando van Charleroi. De intendance van de 8ste Infanteriedivisie zal in alle haasten zijn beenhouwerij proberen te ontplooien te Bascoup.

Gezondheidsdienst VII/LK
Na evacuatie van het seminarie van Floreffe zullen de eenheden van de gezondheidsdienst doorgestuurd worden naar de abdij van Bonne-Espérance nabij Vellereille-les-Brayeux om hier het MCC voor het legerkorps tijdelijk te installeren. Er zal een beperkte heelkundige capaciteit voorzien worden.

HK VII/LK
Tijdens de vroege voormiddag krijgt het VIIde Legerkorps de opdracht van het Groot Hoofdkwartier om de verplaatsingen voorzien voor de nacht van 16 op 17 mei onmiddellijk aan te vatten. Het VIIde Legerkorps verspreidt tussen 09u00 en 11u00 een bericht aan alle eenheden om de mars te hervatten en zo snel mogelijk de lijn Houdeng-Mignault-Ecaussines-‘s-Gravenbrakel te bereiken. Het hoofdkwartier van Luitenant-generaal Deffontaine verplaatst zich daarop naar Hoves. Rond 13u00 laat het Groot Hoofdkwartier weten dat het Belgische leger zich zal terugtrekken naar een nieuwe linie van Terneuzen over het Bruggenhoofd Gent tot Oudenaarde. Het VIIde Legerkorps wordt verantwoordelijk voor het uiterste zuiden van deze nieuwe linie en krijgt de operatiezone langsheen de Bovenschelde, tussen de zuidrand van het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde toegewezen. Het VIIde Legerkorps krijgt twee dagen om zijn eigen eenheden ter plekke te sturen en zal bij aankomst eveneens de 9de en de 10de Infanteriedivisies onder zijn bevel krijgen.

Luitenant-generaal Deffontaine laat een memo opmaken voor zijn eenheden waarin hij uit te doeken doet hoe zijn legerkorps is moeten terugtrekken door het falen van de Franse troepen ten noorden en ten zuiden van Namen en hij er alle bevelhebbers op attent maakt dat de gevechtswaarde van zijn formatie intact is. Deffontaine drukt er op dat de eerste taak van het legerkorps bestaat in het vervoegen van het veldleger in Vlaanderen en alle manschappen op de hoogte dienen gebracht te worden van de noodzaak om de lange etappes zo snel en correct mogelijk uit te voeren.

HK VII/LK
Het VIIde Legerkorps ontvangt tegen de middag een tegenbevel na een aanpassing van de scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legers waarbij Oudenaarde aan onze bondgenoten overgelaten wordt. De 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers zullen op de linkeroever van de Leie ingekwartierd tussen Astene en Olsene worden voor een broodnodige reorganisatie en rustperiode. Hierbij moeten wel de overgangen over de rivier bewaakt worden. De beide divisies krijgen het bevel hun mars naar het westen zo snel mogelijk verder te zetten en tegen 18 mei de linkeroever van de Dender te bereiken.

Het hoofdkwartier van Luitenant-generaal Deffontaine zal naar Poeke overgebracht worden. Deffontaine verneemt tevens dat zijn legerkorps zal versterkt worden met de 9de Infanteriedivisie en de 10de Infanteriedivisie die onderweg zijn naar de Bovenschelde van de K.W. Stelling.

Deffontaine verspreid kort na de middag zijn eerste plannen voor de verdediging van de Bovenschelde. In eerste instantie wordt aan de 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers bevolen om tegen de ochtend van 18 mei ten westen van de Dender aan te komen. De generaal bevestigd dat de beide divisies vervolgens naar de linkeroever van de Leie zullen gestuurd worden om in de zone tussen Astene en Olsene te reorganiseren. Verder wordt de te verdedigen zone van de Bovenschelde opgedeeld in twee sectoren waarbij de 9de Infanteriedivisie in het noorden zal post vatten en de 10de Infanteriedivisie in het zuiden.

HK VII/LK
De 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers zetten de aftocht naar hun nieuwe bestemming voort. Het gros van de eenheden zal tijdens de nacht van 18 op 19 mei aankomen in het aangeduide kantonnementsgebied op de linkeroever van de Leie.

De 9de Infanteriedivisie en de 10de Infanteriedivisie starten met de inplaatsstelling van hun troepenmacht tussen Eke en Eine. De 9de Infanteriedivisie bezet de noordelijke sector tussen Eke in het noorden (exclusief) en Zingem in het zuiden (exclusief). De 10de Infanteriedivisie krijgt de zuidelijke sector toegewezen tussen Zingem in het noorden (inclusief) en Eine in het zuiden (inclusief). De frontlinie loopt parallel met de linkeroever van de Bovenschelde, met uitzondering van de bocht in de rivier nabij Zingem die afgesneden wordt. Het terrein in de rivierbocht ligt te ver naar de vijand toe om goed verdedigd te kunnen worden en is bovendien behoorlijk drassig wat het aanleggen van veldwerken erg bemoeilijkt.

De artillerie van de beide divisies die aan de Leie ingekwartierd blijven, wordt gebruikt om de verdediging van de Bovenschelde aan te dikken. Het 4A van de 9de Infanteriedivisie zal zo aangevuld worden met de staf van 12A, de III/12A en IV/12 en met het 2PAMA van de 7de Infanteriedivisie. De 10de Infanteriedivisie krijgt naast het 10A tevens de vuursteun van twee groepen van het 5A.

HK VII/LK

Geneeskundig Korps VII/LK
Vanaf de ochtend van 19 mei is het medisch-chrirurgisch centrum van het korps van het VIIde Legerkorps operationeel op het kasteel van Olsene.

HK VII/LK
Het hoofdkwartier van Luitenant-generaal Deffontaine verhuist naar Deinze.

In samenspraak met het Britse leger dat eveneens een deel van zijn troepenmacht plaatst achter de Leie, wordt afgesproken dat de scheidingslijn tussen de beide legers zal komen te liggen op kilometerpaal 14 op de baan van Deinze naar Kortrijk. Hierbij zal de brug van Sint-Eloois-Vijve de start van de Britse legerzone aanduiden. De Britse 44th Infantry Division bevindt zich net ten zuiden van de 8ste Infanteriedivisie. Deze grens zal in de komende dagen aangepast worden en zal tussen Wevelgem en Menen komen te liggen.

Het eerste contact met de vijand komt er even na 08u15 in de ondersector van het 5de Jagers te Voet. De Duitsers willen aanvankelijk in de richting van Eine en Heune aanvallen, maar laten hier hun plannen voor een oversteek varen en verleggen het zwaartepunt van de actie naar Neder-Ename. De Belgische artillerie houdt de deur dicht en in de loop van de avond nemen de gevechten af. Het 3de Regiment Jagers te Voet raakt rechtstreeks betrokken bij de Duitse aanval op de bocht van Zingem. Hier lukt de oversteek wel. Na een dag van hevige gevechten behouden de aanvallers hun bruggenhoofd. De 10de Infanteriedivisie concentreert zijn artillerie op het verloren terrein en de oversteekpunten. Een tegenaanval met infanterie dring zich echter op. Luitenant-generaal Pire wil koste wat kost de volledige linkeroever in Belgische handen houden en duidt de 6de compagnie van het 6de Jagers te Voet aan om de Scheldebocht opnieuw te veroveren.

Ten zuiden van de zone van het VIIde Legerkorps wordt de Britse 44th Infantry Division vanaf de namiddag eveneens aangevallen. De vijand oefent grote druk uit op de Britten. Dit ontgaat ook het Groot Hoofdkwartier niet dat al snel vreest voor een Duitse doorbraak net ten zuiden van de Belgische legerzone en dan ook de flankdekking wil versterken.

De opstelling van de divisies van het VIIde Legerkorps wordt daarom nogmaals gewijzigd. Om 12u45 beveelt Luitenant-generaal Deffontaine dat de 2de Divisie Ardeense Jagers achter de Leie ingekwartierd zal blijven, maar een defensieve stelling dient te verkennen tussen Astene en Olsene. De 8ste Infanteriedivisie zal verplaatst worden naar het gebied tussen de Leie en de Bovenschelde om de 9de en 10de Infanteriedivisies in de diepte te dekken en de zuidflank van het Belgische leger te beveiligen bij een mogelijke Britse terugtocht. De divisie moet een defensieve positie voorbereiden ten zuidoosten van Kruishoutem, tussen Lindenhoek en Appelhoek. Daarbij moet het accent voor de verdediging komen te liggen op de rechtervleugel. De daaropvolgende troepenbewegingen moeten uitgevoerd worden tijdens de nacht van 20 op 21 mei.

Het hoofdkwartier van het legerkorps wordt in de vroege namiddag overgebracht naar het Kasteel Pottelsberg de la Potterie te Kruishoutem.

Provoost/VIILK
De provoostdienst opent te Meulebeke een Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen. Het centrum dient verdwaalde militairen op te vangen die in de operatiezone van het legerkorps teruggevonden werden maar niet behoren tot de 8ste Infanteriedivisie, 9de Infanteriedivisie, 10de Infanteriedivisie, 1ste Divisie Ardeense Jagers en 2de Divisie Ardeense Jagers. Militairen het eigen legerkorps moeten doorgestuurd worden naar het Verzamelcentrum te Olsene.

De provoost is eveneens verantwoordelijk voor het verzamelpunt voor krijgsgevangenen in het klooster der Zusters van Onze Lieve Vrouw te Waregem.

HK VII/LK
In de ochtend van 21 mei verlaat het hoofdkwartier van Kruishoutem naar Machelen-aan-de-Leie.  De tegenaanval van de 10de Infanteriedivisie in de Scheldebocht te Zingem wordt uitgevoerd tijdens de tweede helft van de nacht van 20 op 21 mei. De Duitsers hebben een groot deel van hun troepen teruggetrokken naar de rechteroever. De weinige nog aanwezige weerstandsnesten worden zonder veel problemen opgerold.

De 8ste Infanteriedivisie bereikt de aangeduide posities tussen Waregem en Kruishoutem en start met de installatie van zijn troepen om de rechterflank van de Belgische legerzone beter te beveiligen. Dat deze interventie niet tevergeefs is blijkt in de vooravond wanneer de Duitsers er in slagen om te Ename een bruggenhoofd te veroveren op het Britse leger. De 10de Infanteriedivisie krijgt de opdracht om een dwarsstelling op de Schelde te organiseren tussen Eine en Ooike.

HK VII/LK
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.

Voor het VIIde Legerkorps betekent deze terugtocht dat de 9de en 10de Infanteriedivisies doorheen de stellingen van de 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers langsheen de Leie zullen trekken om achter deze beide divisies in reserve te gaan. Hierbij worden enkele formaties overgeheveld naar de divisies die in de frontlijn komen te liggen. Zo gaat het 17Li over van de 9de Infanteriedivisie naar de 2de Divisie Ardeense Jagers. De rest van de 9de Infanteriedivisie zal rond Tielt in reserve geplaatst worden. Het gros van het 6J gaat over van de 10de Infanteriedivisie naar de 8ste Infanteriedivisie. De rest van de 10de Infanteriedivisie wordt opgesteld te Roeselare en langsheen het Kanaal van Roeselare naar de Leie. De meeste artillerie van deze divisies wordt toegevoegd aan de verdediging van de Leie. Ook een deel van het anti-tankgeschut wordt gedetacheerd naar de frontlinie.

In de Britse legerzone wordt Petegem bezet en vordert de vijand in de richting van Wortegem. Bij de 10de Infanteriedivisie volgt een nieuwe vijandelijke poging om de Schelde over te steken. Luitenant-generaal Deffontaine beveelt aan de 9de en 10de Infanteriedivisie om het contact met de vijand tegen 21u00 af te breken. De 8ste Infanteriedivisie moet zich nog overdag opnieuw terugtrekken over de Leie. De 2de Divisie Ardeense Jagers verlaat eveneens overdag zijn kantonnementen om de verdediging van de Leie voor te bereiden.

Om 14u35 stuurt Kolonel SBH Biévez, stafchef van het VIIIde Legerkorps, een kleine handgeschreven nota naar de staf van de 8ste Infanteriedivisie om deze terug te halen naar de Leie. De divisie dient tegen de ochtend van 23 mei klaar te zijn voor de strijd in de sector Ponthoek (exclusief) tot Wielsbeke (inclusief). Om het gemis van het 21Li te compenseren zullen de staf, het IIde, IIIde en IVde bataljon van het 6J overgaan van de 10de Infanteriedivisie naar de 8ste Infanteriedivisie. Ook het VIde Bataljon van de Speciale Vestingseenheden blijft aangehecht bij de divisie. Generaal-majoor Lesaffre moet onmiddellijk de springinrichtingen onder de bruggen over de Leie in zijn sector laten nakijken en krijgt de toestemming om deze naar eigen goeddunken te vernielen zodra de eigen troepen gepasseerd zijn.

Op de Leie worden de bruggen tussen Deinze (inclusief) en Sint-Eloois-Vijve (exclusief) bevestigd als ondermijnd en bewaakt door de Belgische genie. Vanaf Sint-Eloois-Vijve neemt de Britse genie de taak over. De British Expeditionary Force zal gebruik maken van de bruggen van Harelbeke en Kortrijk voor zijn terugtocht. Nabij de monding van het Kanaal van Bossuit naar Kortrijk en de Leie wordt een intergeallieerde verbindingspost opgesteld. Ten zuiden van de operatiezone van het VIIde Legerkorps zal het IVde Legerkorps plaats nemen met de 3de Infanteriedivisie en de 1ste Infanteriedivisie langsheen de Leie. De scheidingslijn tussen beide legerkorpsen wordt getrokken tussen Anzegem en Meulebeke. Om 18u00 wordt bevestigd dat het korps zal als volgt zal ontplooien:

  • Het hoofdkwartier zal opgesteld worden in Kasteel Ronceval op het grondgebied van Pittem nabij Tielt (ook nog: Kasteel Berghoek).
  • De 2de Divisie Ardeense Jagers verdedigt de noordelijke sector van het Leie-front tussen Deinze (inclusief) en Ponthoek (inclusief).
    • De divisie heeft zijn hoofdkwartier te Aarsele.
    • De ondersector noord van Deinze tot Leihoek wordt verdedigd door 5ChA.
    • De brede ondersector centrum tussen Leihoek en Gottem wordt verdedigd door 6ChA.
    • De ondersector zuid tussen De Knok en Ponthoek is toegewezen aan het 4ChA.
    • De infanterie van divisie wordt versterkt door het 17Li.
  • De 8ste Infanteriedivisie bezet de zuidelijke sector van het front tussen Ponthoek (exclusief) en Wielsbeke (inclusief).
    • De divisie heeft zijn hoofdkwartier reeds verplaatst naar het gehucht Krommendijk.
    • Het 19Li zal ondersector noord bezetten vanaf de brug van Ponthoek tot aan de samenvloeiing van de Leie met de Gaverbeek.
    • Het 13Li krijgt ondersector zuid toegewezen vanaf dit laatste punt tot Wielsbeke
    • Het II, III en IV/6J zullen samen met het I/21Li het tweede echelon van deze sector vormen.
  • De rest van de 10de Infanteriedivisie wordt doorgestuurd naar het Kanaal van Roeselare naar de Leie.
    • Het hoofdkwartier van deze divisie moet tegen 01u00 op 23 mei te Meulebeke functioneren.
  • De rest van de 9de Infanteriedivisie wordt langs de zuidrand van Tielt in reserve geplaatst.
    • Het hoofdkwartier moeten eveneens tegen 01u00 op 23 mei operationeel zijn te Tielt.

De korpsstaf zal voor de telefoonverbindingen naar het Groot Hoofdkwartier enerzijds en naar de divisiestaven anderzijds gebruik maken van het civiele telefoonnet. De 27ste Compagnie Transmissietroepen zal hiervoor de centrales van Oostrozebeke, Aarsele en Meulebeke draaiende houden. De divisiestaven krijgen de toestemming om zo nodig in rechtstreeks telefooncontact met het Groot Hoofdkwartier te treden. Ook de diverse radionetten worden opgestart. Met uitzondering van de artillerie, krijgen alle eenheden echter een volledige radiostilte opgelegd. Op het radionet niveau leger dient permanent geluisterd te worden. Op het net niveau korps zal om het uur gedurende tien minuten geluisterd worden. Divisies en lagere echelons mogen slechts in geval van nood zenden.

Geneeskundig Korps VIILK
Het medisch-chirurgisch centrum verhuist naar het Kasteel van Ardooie.

HK VII/LK
Tijdens de namiddag wordt de 10de Infanteriedivisie overgeheveld naar het IVde Legerkorps dat de zone ten zuiden van het VIIde Legerkorps verdedigt. De beide legerkorpsen krijgen zo elk twee divisies langsheen de Leie en een divisie in reserve.

Geneeskundig Korps VIILK
Het medisch-chirurgisch centrum is tegen de ochtend operationeel in het Kasteel van Ardooie.

Het medisch-chirurgisch centrum van het korps verneemt dat het zal verhuizen naar het klooster van de Zusters Paulinen te Lichtervelde. Dit klooster huisvest de plaatselijke meisjesschool.  In afwachting van het operationeel worden van het nieuwe centrum, zullen de installaties te Ardooie behouden blijven.

Provoostdienst VIILK
De provoostdienst wordt belast met het organiseren van Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen te Meulebeke voor militairen van alle eenheden van het legerkorps. De Rijkswachtkazerne van Tielt zal dienst doen als verzamelplaats voor krijgsgevangenen.

Provoost VII/LK
De Rijkswachters dienen te Tielt een Verzamelcentrum voor Geïsoleerde Militairen in te richten voor de 8ste Infanteriedivisie, 9de Infanteriedivisie en 2de Divisie Ardeense Jagers. Het centrum te Meulebeke wordt gesloten.

Geneeskundig Korps VIILK
Het medisch-chirurgisch centrum te Lichtervelde is nu volledig operationeel.  De installaties in het Kasteel van Ardooie worden definitief gesloten tegen 08u00.  Bij de inzet te Ardooie werden 60 patiënten opgenomen waarvan er 40 geopereerd werden.  Er waren ook 5 overlijdens.

HK VII/LK
Wanneer er op de staf berichten binnenlopen dat de Duitsers Meulebeke zouden genaderd zijn, verkrijgt een ongeruste Luitenant-generaal Deffontaine de toestemming van het Groot Hoofdkwartier om zijn staf te verplaatsen.  De generaal deelt zijn hoofdkwartier in twee echelons. Hij vertrekt zelf met het eerste echelon naar het Kasteel van Rysseleinde te Pittem waar de commandopost van de 9de Infanteriedivisie opgesteld staat en werkt van op deze nieuwe locatie vanaf 14u15. Van uit deze vooruitgeschoven commandopost hoopt Deffontaine een tegenaanval te organiseren in de sectoren van de 8ste en de 9de Infanteriedivisie om de vijand te verdrijven uit het veroverde gebied rond Ingelmunster, Meulebeke en Oostrozebeke. Deffontaine installeert zich in de kamer waar Luitenant-kolonel Thomas, commandant 4A en artilleriecommandant van de 9de Infanteriedivisie aan het werk is. Kort na de aankomst van Deffontaine en zijn gevolg komt ook het eerste echelon van de staf van de 8ste Infanteriedivisie aan op het kasteel.

De beide divisiecommandanten hebben een hevige discussie met Luitenant-generaal Deffontaine en kunnen hun bevelhebber met heel veel moeite doen inzien dat er zonder verse troepen geen enkele kans is op een succesvolle tegenaanval. Deffontaine stelt zich eerst argwanend op en is de vaste mening toegedaan dat het bij de infiltraties in het ganse actiegebied van de beide divisies slechts om een beperkte vijandelijke troepenmacht gaat en de beide divisiecommandanten defaitistisch zijn. In de vroege namiddag volgt dan toch een bevel voor de 9de Infanteriedivisie en de 8ste Infanteriedivisie om de posities langsheen het oostelijke deel van het Kanaal van Roeselare naar de Leie en langsheen de Leie op te geven en de zuidflank terug te trekken naar naar de Mandelbeek.

Het 2de Licht Regiment, de 16de Infanteriedivisie en het IIIde Bataljon van het 3de Regiment Grenadiers worden omstreeks 10u00 toegevoegd aan het VIIde Legerkorps.

Om 16u00 verspreidt Deffontaine per telefoon zijn instructies voor de komende nacht. Het legerkorps dient een nieuw front te organiseren dat loopt van Aarsele in het noorden, via de spoorlijn Deinze-Tielt en de spoorlijn Ingelmunster-Tielt tot aan het Kanaal van Roeselare naar de Leie en de stad Roeselare in het zuiden. Deze zone wordt onderverdeeld in vier sectoren:

  • Sector noord vanaf Aarsele tot kilometerpaal 13 op de spoorlijn Deinze-Tielt (ten oosten van Tielt) onder bevel van Luitenant-generaal Ley van de 2de Divisie Ardeense Jagers
    • Deze troepenmacht omvat de restanten van de 2de Divisie Ardeense Jagers, aangevuld met de staf, II/44Li en III/44Li.
  • Sector centrum tussen kilometerpaal 13 op de spoorlijn Deinze-Tielt en kilometerpaal 7 op de spoorlijn Ingelmunster-Tielt onder bevel van Luitenant-generaal Van Egroo van de 16de Infanteriedivisie.
    • Van Egroo heeft de beschikking over de restanten van de 8ste Infanteriedivisie en de 3de Infanteriedivisie, het Wielrijderseskadron van de 8ste Infanteriedivisie, en telkens één bataljon van 41Li, 42Li en 3Gr.
  • Sector zuid tussen kilometerpaal 7 op de spoorlijn Ingelmunster Tielt en kilometerpaal 40 op de spoorlijn Ingemunster-Roeselare (net ten westen van Ingelmunster) onder bevel van Generaal-majoor Lesaffre van de 8ste Infanteriedivisie
    • Deze troepen omvatten de staf en twee bataljons van 42Li, een bataljon van 16Li aangevuld met twee compagnies van 8Li, I/44Li en de IIde groep van 2LR.
  • Sector Mandel vanaf kilometerpaal 40 op de spoorlijn Ingemunster-Roeselare westwaarts tot in Roeselare onder bevel van Luitenant-generaal Vander Hofstadt van de 9ste Infanteriedivisie
    • Deze sector wordt verdedigd door de overgebleven eenheden van deze divisie.
  • Luitenant-generaal Deffontaine behoudt de staf en de Iste groep van het 2LR als allerlaatste reservemacht.

De schriftelijke bevestiging van deze orders zal de diverse divisiestaven bereiken tussen 18u00 en 20u00. Het VIIde Legerkorps bepaalt dat de inplaatsstelling tegen middernacht moet uitgevoerd zijn.

HK VII/LK
De verplaatsing van het hoofdkwartier naar het Kasteel van Rysseleinde te Pittem blijkt een slechte beslissing te zijn daar de opmars van de vijand onverhinderd aanhoudt.  Luitenant-generaal Deffontaine moet zijn hoofdkwartier reeds in de vroege ochtend van 27 mei verplaatsen zich naar het Kasteel van Zwevezele. Het hoofdkwartier is hier operationeel tegen 09u00. Deffontaine ontvangt versterking van Generaal-majoor Liénard, Commandant Infanterie van de 9de Infanteriedivisie. De generaal zal tot bij de capitulatie op het staf van het legerkorps werken.

De staf wordt een tweede keer verplaatst naar Wijnendale.  Tegen 17u00 komt het hoofdkwartier aan op het Kasteel van Wijnendale.  Deze locatie zal niet gebruikt worden.  De commandopost wordt in de tweede helft van de nacht van 27 op 28 mei opgesteld in de Sint-Vincentius-a-Paulo school te Wijnendale.

Geneeskundig Korps VIILK
Het medisch-chirurgisch centrum in het klooster van de Zusters Paulinen te Lichtervelde ondergaat een luchtaanval waabij twee doden en twee gewonden vallen.  De staf van het VII/LK besluit om het veldhospitaal te sluiten en over te brengen naar het Kasteel van Sparappelhoek dat gelegen is tussen Wijnendale en Aartrijke.  Dit kasteel is op dat ogenblik reeds ingericht als het medisch-chirurgisch centrum van het IVde Legerkorps.  De ontruming van de installaties te Lichtervelde vindt plaats in de avond van 27 mei.  De gewonden worden afgevoerd naar het medisch-chirurgisch centrum op van de Gezondheidsdienst van het Leger te Klerken/Zarren.

Te Lichtervelde werden 240 patiënten opgenomen.  Hierbij waren er 117 operaties en 30 overlijdens.

HK VII/LK
Het hoofdkwartier bevindt zich in de Sint-Vincentius-a-Paulo school te Wijnendale.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
StafMAESJuliaan, F.F.WMBV3519.09.1913Gent29.05.1940Sint-AndriesOverleden Hospitaal Abdij Zevenkerken
TptKDE RIDDERGuillaumeSdtMil2017.05.1900Brussel26.05.1940Tielt
StafFIVETRené, J.LtRes15.12.1893Roux25.05.1940Poeke
ARCA/TptKGODFROIDJoseph, Gh.SdtMil2528.06.1905Sart-Saint-13.05.1940Ath
2PAMA/TptKLARGEFEUILLEDieudonné, J.SdtMil3520.05.1915Dison11.05.1940Bitsingen (Bassenge)

Bibliografie en Bronnen

  1. Getuigenis Kapitein SBH Montjoie, Sectie Classified Archives, Ministerie van Defensie, Evere.
  2. Martens, M., 2004, Mei 1940: De Regio Tielt in de Vuurlinie, Tielt: De Roede van Tielt