21ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de eerste reserve
Ontdubbeld van 12de Linieregiment
Onderdeel van 8ste Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH Hubert Tries
Adjudant-majoor  
Standplaats Versterkte Positie Namen
Commandopost te Loyers
 
Samenstelling I Bataljon (Majoor Leclercq) 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Emile Renkin)
2de Compagnie Fuseliers (Lt Renard)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Sauvage)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Linon)
  II Bataljon (Majoor Jacques) 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Labay)
6de Compagnie Fuseliers (Lt Fallais)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt Puissant)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Collin)
  III Bataljon (Majoor Pierre Neuville) 9de Compagnie Fuseliers (Lt Gevaerts)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt M. Marit)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt G. Metten)
12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt G. Fivé)
  IV Bataljon (Luitenant-kolonel A. Georlette) 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt Delmotte)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt Watlet)
15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt Ghilain)
  Stafcompagnie (Luitenant Fraipoint)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant Rouvroy)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Jules de Faestraets)

Tijdens de mobilisatie

Staf/21Li
Het 21ste Linieregiment (21Li) is een ontdubbelingsregiment van het 12de Linieregiment (12Li) en is een infanterieregiment van Eerste Reserve. Het 21Li wordt gemobiliseerd te Loyers nabij Namen op 29 augustus 1939 bij afkondiging van Fase B van het mobilisatieplan. Het regiment is uitsluitend Franstalig en wordt samengesteld uit reservisten van de klassen 32, 33, 34 en 35 die bij 12Li hun legerdienst volbrachten. Het 21Li maakt samen met het 13Li en het 19Li deel uit van de 8ste Infanteriedivisie (8Div).

De 8Div is een onderdeel van het op 22 november 1939 opgerichte VIIde Legerkorps. Dit legerkorps is de opvolger van de Troupes de Défense du Luxembourg et de Namur (TDLN) en bewaakt de Maas tussen Engis en Andenne alsook de Versterkte Positie Namen (oftewel VPN).

II/21Li
Kapitein-commandant Dardenne komt samen met het kader van de 7Cie op 26 augustus 1939 als eerste toe in het mobilisatiekantonnement van II/21Li te Nameche. Op 27 augustus wordt het kantonnement ingericht door het installatiepersoneel, de logementen bij burgers worden klaargemaakt. In de loop van 28 augustus komt de rest van de compagnie druppelsgewijs binnen in het mobilisatiekantonnement. De dag nadien wordt de bewapening en de uitrusting geleverd, de pelotons worden samengesteld. Het 1Pl komt onder bevel te staan van Lt Res Guillaume met als pelotonsadjunct Adjt KROLt Lejeune, het 2Pl onder bevel van OLt Res Wanten en het 3Pl wordt bevolen door Adjt KROLt Stasse. De paraatstelling van de compagnie verloopt striktt volgens de richtlijnen van het mobilisatieplan. Op 30 augustus vertrekt het IIde Bataljon van het 21ste Linieregiment (II/21Li) naar Marche-les-Dames. De 7Cie wordt ondergebracht in  de feestzaal van Wartet en in de hoeve Donet. De officieren verkennen de opgelegde stellingen en laten prikkeldraadversperringen aanbrengen in afwachting van de bouw van betonnen schuilplaatsen. Er wordt dag en nacht gewerkt op de werven om de schuilplaatsen op tijd klaar te krijgen. De 5cie neemt stelling te Marchovelette, de 6Cie te Gelbressée terwijl de 7Cie samen met de 8Cie, de Staf II/21Li en een peloton C47mm in Wartet blijven. Deze posities blijven onveranderd tot eind oktober 1939. Bij de 7Cie wordt half oktober Adjt KROLt Stasse als pelotonscommandant vervangen door OLt Joris. Begin november verhuist het II/21Li naar Loyers, ten zuiden van de Maas. Na de verhuis wordt Cdt Dardenne vervangen door Cdt Puissant, Cdt Dardenne wordt doorgestuurd naar het 10de Regiment Hulptroepen van het Leger (10HuTL).

Staf/21Li
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden maakt de 8ste Infanteriedivisie nog steeds deel uit van de Versterkte Positie Namen.  De infanterie van de divisie zal ingezet worden om de intervals tussen de forten rond Namen te bezetten.  Hierbij moet het 21Li opgesteld worden tussen het fort van Maizeret en het fort van Dave in de zogenaamde ondersector Meuse-Meuse in de rivierbocht gevormd door de Maas ten zuidoosten van de stad.

Het regiment wordt gealarmeerd rond 01u00, en start met de ontplooiing van zijn bataljons.  Het Iste Bataljon en het IIde Bataljon nemen het eerste echelon in van Ondersector I in de Sector Meuse-Meuse die uitstrekt tussen de forten van Maizeret en Andoy.  Ten westen van het regiment zullen troepen van het 13Li de Ondersector II komen bezetten.

Het IIIde Bataljon bezet het tweede echelon van deze positie en bevindt zich meer naar de stad toe, van Brumagne over Loyers tot Bossimé. De commandopost van het regiment bevindt zich in het kasteel van Loyers.

Het 21Li ontvangt artilleriesteun van de IIIde Groep van 5A.  De batterijen van deze eenheid hebben hun schootsstellingen langsheen de zuidrand van het bos van Limoy. De 7de en de 8ste Batterij bevinden zich op vooruitgeschoven posities aan de zuidrand van Loyers om het actiebereik te vergroten.  Ook kan het regiment gebruikt maken van het Ob75 geschut van het fort van Andoy, en eventueel het Ob75 geschut van het fort van Maizeret.

De echelons van het regiment worden doorgestuurd naar de Rue d’Enhaive die Jambes met Lives-sur-Meuse verbindt.

Pl Vknr/21Li
Het Peloton Verkenners (Pl Vknr/21Li) staat in voor de beveiliging van de commandopost regiment in het kasteel van Loyers. Het peloton staat onder bevel van OLt de Faestaets.

Organisatie van de Versterkte Positie Namen in mei 1940.

Het kasteel van Loyers waar de commandopost van het 21Li zich bevond op 10 en 11 mei 1940.

Staf, I/21Li. II/21Li, IV/21Li
Het gros van het regiment blijft op zijn posities.  De staf van het regiment verlaat het Kasteel van Loyers en verhuist naar een nabijgelegen schuilplaats die tijdens de mobilisatie voorbereid werd.  Kolonel SBH Tries merkt op dat 11 mei een dag zonder noemenswaardige gebeurtenissen is.

Het 21Li trekt zijn voorposten terug tot binnen de linies van het VPN. De voorwaartse waarnemers van de III/5A melden de aanwezigheid van Franse troepen in het voorgebied van ondersector I. 

Tussen 19u00 en 19u30 worden de posities van het regiment gemitrailleerd door Duitse vliegtuigen.  De toren van de herenhoeve te Bossimé wordt hierbij zwaar beschadigd.

III/21Li
Het Groot Hoofdkwartier reageert op de Duitse doorbraak aan het Albertkanaal door alle troepen van het VIIde Legerkorps binnen de Versterkte Positie Namen te concentreren. Het 19Li en de 2de Divisie Ardeense Jagers zullen binnen de fortengordel teruggeroepen worden. De bruggen te Nameche, Sclayn en Andenne worden vernield. Te Namen zelf zal een groter aantal militairen naar de noordrand van de stad gestuurd worden.

Ten gevolge van deze maatregelen zullen het I/13Li en het III/21Li doorgestuurd worden naar Ondersector VI.  Het I/13Li zal nog tijdens de eerste helft van de nacht va 11 op 12 mei het noordelijk kwartier van ondersector VI bezetten dat loopt vanaf vanaf de kerktoren van Cognelée (exclusief) tot Marchovelette. Op de rechterflank zal het III/21Li moeten plaats nemen in het zuidelijk kwartier van ondersector VI tussen Marchovelette en Ville-en-Waret.  Deze verplaatsing zal plaats vinden op 12 mei.

Staf, I/21Li. II/21Li, IV/21Li
De 2de Divisie Ardeense Jagers en de 8ste Infanteriedivisie bevinden zich nu samen binnen de Versterkte Positie Namen. Ten noorden van de stad raakt de cavalerie van het Franse 1ste Leger slaags met de vijand te Hannuit. De Franse en Duitse legers meten hun krachten, en de weg naar de verdedigingslinie tussen Waver en Namen komt open te liggen voor de vijandelijke formaties.  Ten zuiden van de stad hebben formaties van het het Franse 9de Leger plaats genomen en worden de bruggen van Anseremme, Hastière en Heer-Agimont aan deze troepen overgedragen.

Met zicht op het noorden, de Pont de Jambes en de Pont du Luxembourg te Namen.

Met zicht op het noorden, de Pont de Jambes (voorgrond) en de Pont du Luxembourg (achtergrond) te Namen.

III/21Li
Het bataljon is toegewezen aan het 19Li dat ondersector VIbis op de noordelijke oever van de Maas verdedigt.  Het bataljon zal te Bossimé verzamelen en moet vervolgens de rivier oversteken via de militaire brug te Lives-sur-Meuse.  Bij de colonnevorming worden de eenheden aangevallen door de Duitse luchtmacht.  Er vallen vier doden en een vijftiental gewonden.

Het bataljon verplaatst zich vervolgens via Beez naar Gelbressée en stelt zich op aan weerszijden van de Route de Hannut.  Op deze baan is het erg druk met de colonnes van de troepen van het IIIde Legerkorps die uit terugtocht zijn van de Versterkte Positie Luik.  De manschappen van het IIIde Bataljon zijn erg onder de indruk van de verslagen sfeer die onder deze militairen heerst.

Het IIIde Bataljon moet tevens een gevechtsgroep sturen naar de Pont du Luxembourg ter versterking van de tactische wacht bij de springinrichting.

Ten zuiden van de stad is de vijand nabij Houx doorgedrongen tot op de linkeroever van de Maas en bouwt in de zone tussen Yvoir en Givet al snel een bruggenhoofd uit. Ook in Frankrijk wordt de rivier overgestoken. Hierdoor zal het behoud van Namen al snel in vraag getrokken worden door het VIIde Legerkorps.

Om 12u15 signaleert een verontruste Majoor Neuville van de III/5A dat gevluchte burgers de aanwezigheid van 500 tot 1.000 Duitse militairen melden in het dorp Gesves. Het bericht kan niet gecontroleerd worden maar de divisiestaf besluit geen risico’s te nemen. Het fort van Andoy gaat over tot de beschieting van het dorp. Na deze vuuropdracht blijft het gerucht van een vijandelijke aanwezigheid circuleren. Er zou alweer een luchtlanding aan de gang zijn. Er worden meermaals patrouilles uitgestuurd, maar die zullen telkens niets terugvinden.

III/21Li
Het bataljon blijft opgesteld te Gelbressée en maakt een eerste keer contact met de voorhoedes van het Duitse leger die naar de stad oprukken.

Militairen van het 21Li op een opgevorderde vrachtwagen te Marchienne-au-Pont in 1939.

De eerste Duitse colonnes bereiken de fortengordel rond de stad. Te Gembloers raken Duitse en Franse pantsers slaags in de eerste grote tankslag van de tweede wereldoorlog.

In de Ondersector I van de Sector Meuse-Meuse maakt het 21Li een eerste keer contact met vijandelijke grondtroepen die via de Chaussée de Marche te stad benaderen.  Kort na 15u00 spot een observatiepost van het regiment enkele vijandellijke voertuigen in de richting van het Château Orban.  Het geschut van de III/5A en van de forten van Maizeret en Andoy zal het doel onder vuur nemen.  Ten gevolge van dit incident wordt bevolen om de laatste Cointet anti-tankhekkens te vergrendelen en alzo alle toegangswegen definitief af te sluiten.  Kolonel SBH Tries verwacht een grondaanval tijdens de nacht van 14 op 15 mei.

III/21Li
Het bataljon steekt opnieuw de Maas over en keert terug naar ondersector Meuse-Meuse om opnieuw het tweede echelon van de postie van het 21Li in te nemen.

Om 07u00 beveelt het Groot Hoofdkwartier, bij monde van adviseur van de koning Generaal-majoor Van Overstraeten, aan het VIIde Legerkorps om de VPN op te geven en het veldleger in Vlaanderen te vervoegen. Deffontaine laat de evacuatie van de VPN onmiddellijk opstarten en heeft de uitdrukkelijke missie om zijn legerkorps nog voor 21u00 volledig ten westen van de lijn van de rivier de Orneau te brengen (de lijn Gembloers – Jemeppe – Fosses-la-Ville). De Samber zal de scheidingslijn van de marszones van de 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers vormen.

Hierbij zal de 8ste Infanteriedivisie ten zuiden van de Samber vorderen en de 2de Divisie Ardeense Jagers ten noorden van de rivier. De linkerflank van de marszone zal gedekt worden door één bataljon van het 13Li. De divisiestaf, met ook de commandant 5A, vertrekt eerst naar Floreffe en zal tijdens de namiddag doorreizen naar Auvelais. De formaties van de 8ste Infanteriedivisie die zich ten noorden van Namen bevinden krijgen de opdracht om de Samber over te steken te Floriffoux. De eindbestemmingen voor de eerste etappe worden aangeduid in het gebied tussen Auvelais, Falisolle en Aiseau-Presles.

Het 21Li vervoegt de evacuatie van de Versterkte Positie Namen.  Omstreeks 09u30 ontvangt de staf van het regiment zijn marsorders.  Het 21Li moet de rivier oversteken via de brug te Jambes, en moet zich op Jemeppe-sur-Sambre richten.  Hierbij moeten de colonnes de zuidelijke oever van de Samber volgen en via Salzinnes, Floreffe, Franière en Ham-sur-Sambre naar de brug te Jemeppe-sur-Sambre te marcheren.  Het IIIde Bataljon zal als eerste terugtrekken, gevolgd door het IIde Bataljon, Iste Bataljon en het Peloton Verkenners.  De mars zal op het middaguur starten.  De 35ste Compagnie van het VIde Bataljon Speciale Vestingseenheden zal de vaste achterhoede vormen en zal de bunkers in Sector Meuse-Meuse blijven bezetten tot na het vertrekt van de divisie.

Het IIde Bataljon verliest enige tijd met het samenbrengen van zijn paardenwagens in het bos van Lives en zal pas om 12u30 afmarcheren.  Het bataljon is de laatste Belgische eenheid die de brug van Jambes zal oversteken.  De brug wordt kort na de overtocht van het 21Li vernield.

Het regiment zal Jemeppe rond valavond bereiken.  Majoor Neuville van het IIIde Bataljon zorgt er voor dat de Franse genietroepen die de brug over de Samber bewaken de vernieling van dit kunstwerk zullen uitstellen tot na de passage van het regiment.

Het 21Li marcheert af via Jemeppe-sur-Sambre, Velaine, Keumiée, Lambusart, Pironchamps en Gilly richting Charleroi.

Het Franse leger is in volle aftocht uit ons land en te midden van onze bondgenoten trekken de colonnes van het 21Li voorbij Charleroi. De 8ste Infanteriedivisie beveelt aan het regiment om koers te zetten richting Soignies om van daar uit per trein naar Vlaanderen overgebracht te worden.

In de buurt van Binche houden de colonnes halt te Laval-Trahegnies. De etappe naar Soignies blijkt veel te lang en de manschappen zijn uitgeput.

Intussen zijn de Duitse troepen nabij Sedan door de Franse linies gebroken en rukt de vijand snel op richting Noordzee. De geallieerden moeten versneld terugtrekken. Het Belgisch leger besluit de K.W. Stelling te verlaten en zich naar de Schelde te verplaatsen. De Versterkte Positie Namen is nu helemaal verlaten door de Belgen.

Het regiment bereikt rondom 15u00 de gemeente La Roeulx ten noordwesten van La Louvière. De korpscommandant stuurt een detachement van het peloton verkenners op weg naar Soignies om na te gaan of zijn regiment hier wel degelijk per trein naar Vlaanderen kan getransporteerd worden. Het station van Soignies is echter gebombardeerd door de Luftwaffe en er rijden geen treinen meer. Het 21Li moet dan maar richting Bergen verder te trekken om onder dekking van de kanalen van Henegouwen zo snel mogelijk de westelijke oever van de Schelde te bereiken.  Hierbij moet over Jemappes en Boussu naar Quiévrain gemarcheerd worden. Rond 18u30 komen de colonnes aan nabij Bergen. Er wordt ten westen van de stad gebivakkeerd.

Het regiment zet koers naar Quiévrain.  Uit vrees voor nog meer Duitse luchtaanvallen wordt wordt besloten de stad te vermijden en naar Hensies af te buigen.  Het 21Li bereikt deze locatie rond de middag en en zal hier een lange pauze inlassen om de onderweg achtergebleven militairen af te wachten.  Heel wat manschappen zijn tijdens de lange marsen door vermoeidheid moeten afhaken of zijn vast te komen zitten in de talrijke Franse colonnes die eveneens op weg naar het westen zijn. Kolonel SBH Tries heeft nog steeds de opdracht om onder dekking van het Canal du Centre de westelijke oever van de Schelde te vervoegen.  Hij besluit dat er hem twee opties resten.  Een eerste mogelijkheid ligt in een mars van Hensies naar Crespin en Condé-sur-l-Escaut waar de dichtstbijzijnde brug over de rivier gesitueerd is.  Hiervoor moet het regiment zich op Frans grondgebied begeven.  Een tweede mogelijkheid is een mars van Hensies naar Bernissart, Blaton, Peruwelz, Wiers en Bléharies.  Het voordeel van deze route is dat het 21Li grotendeels op Belgisch terrein kan blijven.  De beide marsroutes worden verkend.  Het moeras van Harchies maakt dat de route naar Bernissart slechts bij lage grondwaterstand goed begaanbaar is.  De route naar Condé blijkt gebruikt te worden door het gros van de Franse troepen, en wordt dan ook vrijgehouden voor het militaire verkeer.  Hiermee is de beslissing gevallen.  Tries besluit Frankrijk binnen te trekken en bepaalt dat het 21Li om 18u45 de mars zal hervatten.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
Om het grensriviertje L’Hogneau over te kunnen steken, moet het 21Li via Quiévrain marcheren.  Hiervoor moet van uit Hensies via de Rue de Villers gemarcheerd worden.  Het Iste en het IVde Bataljon vertrekken voorop, maar worden kort na hun vertrek afgesneden van de rest van het regiment door een colonne pantserwagens van het Franse leger die het marktplein van Hensies kruist.  Tot overmaat van ramp valt een van de Franse voertuigen in panne op het plein.  De pantserwagen wordt prompt in brand gestoken door de bemanning zodat de staf van het 21Li, het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon vast te komen zitten. Kolonel SBH Tries duidt Luitenant-kolonel Georlette aan als aanvoerder van de colonne met het Iste en het IVde Bataljon (minus de staf en vier van de twaalf C47 kanonnen van de 14de Compagnie).  Georlette krijgt het bevel om zo snel mogelijk door Frankrijk marcheren en vervolgens een route uit te zoeken naar Deinze waar Kolonel SBH Tries het regiment opnieuw wil samenbrengen.  Tries zal de andere helft van zijn regiment bevelen.

Het detachement Georlette doorkruist Quiévrain en zet zijn mars verder naar Crespin en Condé-sur-l’-Escaut.  Hier steken de colonnes het Kanaal Hensies-Pommeroeul over.  Tussen Condé en de Belgische grens komt het detachement echter vast te zitten tussen de duizenden Franse militairen die zich in de richting van de Schelde begeven.  Bovendien zijn sommige zijwegen ontoegankelijk door overstromingen die door de Franse genie uitgevoerd zijn.  Luitenant-kolonel Georlette en zijn militairen worden meegesleurd in de richting van Valenciennes.  De troepen zullen de ganse nacht lang marcheren in de hoop alsnog een vrije doorgang naar ons land te kunnen vinden.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
De kolonel blijft aan het hoofd van het gros van het 21Li en leidt dit deel van het regiment naar Bernissart, Péruwelz en Wiers.  Het detachement omvat het merendeel van de staf, het IIde Bataljon, het IIIde Bataljon, en de staf en vier van de twaalf C47 kanonnen van de 14de Compagnie.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
De colonnes doorkruisen Valenciennces en komen bij dageraad aan te Denain.  Luitenant-kolonel Georlette hoopt nog steeds om zo snel mogelijk naar het noorden te kunnen marcheren.  Te Denain heeft hij contact met de Belgische Luitenant-kolonel Rongé die hem aanbeveelt om via Douai, Lens en Béthune naar Calais verder te trekken.  Het detachement zal uiteindelijk omstreeks 16u00 halt houden te Hénin-Lietard, ongeveer halverwege tussen Douai en Lens.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Het IIde en IIIde bataljon marcheert tijdens de nacht van 18 op 19 mei samen met de Staf, de 14de Compagnie en het Peloton Verkenners naar Bernissart. Vervolgens trekt deze colonne naar Péruwelz en Wiers.  Hier komt het detachement aan om 06u50.

De brug over de Scarpe te Saint-Amand-les-Eaux.

Tijdens de korte halte aldaar wordt Luitenant de Faestraets uitgestuurd naar de Schelde.  De oevers van de rivier worden verdedigd door troepen van de Franse 2de Noord-Afrikaanse Infanteriedivisie (2ème Division d’Infanterie Nord-Africaine) .  De commandant van het Peloton Verkenners verneemt dat de brug van Bléharies op het middaguur zal vernield worden, terwijl de bruggen te Mortange-du-Nord opgeblazen zullen worden zodra de laatste Franse troepen op de linkeroever aangekomen zijn. 

Kolonel SBH Tries wil zo snel mogelijk verder naar Bléharies maakt ook hier weer worden de Belgen opgehouden door de eindeloze colonnes van het Franse leger.  Hierdoor zal het detachement de brug te Bléharies niet tijdig kunnen bereiken, zodat de kolonel besluit om de grens over te steken.  Via Legies bereikt het gros van het regiment alzo de bruggen over de Schelde en de Scarpe te Mortange-du-Nord.  Om zo snel mogelijk opnieuw het Belgisch grondgebied te vervoegen willen de colonnes dan op Rongy en Lesdain marcheren.

Hier zal echter niets van in huis komen.  De Franse bevelhebber te Mortange-du-Nord eist dat de Belgen zullen ingezet worden bij de verdediging van de Scarpe.   De 2ème Division d’Infanterie Nord-Africaine (2DINA) zal immers langsheen de westelijke oever van deze bijrivier van de Schelde een defensieve positie bezetten tussen Bléharies in het noorden en Saint-Amand-les-Eaux in het zuiden.  De 2ème Division d’Infanterie Nord-Africaine is op dat ogenblik de meest noordelijke formatie van het 3ème Corps d’Armée, dat op zijn beurt tot het Franse 1ste Leger behoort. Nog meer naar het noorden toe start de Britse legerzone met de sector van de 48th Infantry Division.

De bevelhebber van de 2DINA legt uit dat de positie langsheen de Scarpe een tweede echelon vormt achter de frontlinie van het Forêt de Raismes en het Canal du Jard waar het III(FR) Corps in contact zou zijn met de vijand.  De beide bataljons van het 21Li worden naar Saint-Amand-les-Eaux bevolen en krijgen een etappe voorgeschoteld die het detachement zo’n 10Km verder van de Belgische legezone zal brengen.  Kolonel SBH Tries gaat akkoord op voorwaarde dat een kopie van zijn orders via de Franse militaire missie overgemaakt wordt aan het Belgische Groot Hoofdkwartier en dat de Franse intendance het detachement bevoorraadt.

De beide bataljons omvatten op dat ogenblik elk zo’n 700 militairen.  De rangen zijn flink aangevuld met militairen van andere eenheden van de 8ste Infanteriedivisie die tijdens de aftocht uit Namen verdwaald raakten en aansluiting maakten bij het detachement van Kolonel SBH Tries.  Het gaat hier in hoofdzaak om militairen van het 13Li en het 19Li.  

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
De beide bataljons vertrekken opnieuw rond 04u00 en doorkruisen Lens op het ogenblik dat de stad nogmaals een vijandelijke luchtaanval ondergaat.  Te Lens ontmoet Luitenant-kolonel Georlette de Belgische Luitenant-generaal Emile Galet.  Deze uit pensioen teruggeroepen opperofficier leidt de Belgische missie bij het Franse Groot Hoofdkwartier.  Galet kan bekomen dat het detachement van het 21Li te Béthune zal bevoorraad worden en vervolgens per trein zal overgebracht worden naar Calais.  De Belgische militairen zijn bijzonder blij met deze tussenkomst.

Ten oosten van Béthune loopt alle verkeer echter muurvast.  Tienduizenden vluchtelingen en militairen proberen in alle richtingen weg te komen van de vermeende vijand en de chaos is compleet.  Een Franse stafofficier overtuigt Luitenant-kolonel Georlette om zijn acht C47 anti-tankkanonnen op te stellen in de richting van het zuidoosten met de melding dat Duitse tanks in aantocht zijn van uit Arras.  De kanonnen zijn nog maar net in stelling gegaan wanneer een officier van de militaire missie van Luitenant-generaal Gallet arriveert met een bevel om onmiddellijk te voet verder te trekken naar Vlaanderen.  Hierbij moet Georlette eveneens zoveel mogelijk Belgische militairen die te Béthune teruggevonden kunnen worden, meenemen naar ons land.  De colonnes vertrekken onmiddellijk, maar twee C47 vuurmonden en hun trekkers gaan in de verwarring verloren.  Aan het eind van de dag bereikt het detachement Saint-Venent-sur-la-Lys.  Georlette heeft inmiddels ook een bevel ontvangen om naar Poperinge verder te trekken.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Het IIIde Bataljon wordt in eerste lijn opgesteld nabij de oostelijke brug over de Scarpe te Saint-Amand-les-Eaux. Het IIde Bataljon wordt naar Lecelles gezonden om hier toegevoegd te worden aan de reservemacht van de 2DINA.

Britse situatieschets van de verdediging van Hazebrouck.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
Het detachement van Luitenant-kolonel is inmiddels aangegroeid met zo’n 400 jongeren van de Rekruteringsreserve die in de chaos rond Béthune vastgelopen waren bij hun tocht naar het zuiden van Frankrijk.  De jongeren moeten tot in Poperinge begeleid worden.  Omstreeks 10u30 bereikt de ganse groep Hazebrouck.  Dit stadje is op dat ogenblik de standplaats van het General Headquarters van de British Expeditionary Force.  Ook bij dit hoofdkwartier is een Belgische militaire missie aanwezig, geleid door Luitenant-generaal Nysen.  Deze generaal plaatst de troepen van het 21Li zonder aarzelen ter beschikking van het Britse leger aangezien Hazebrouck uit westelijke en zuidelijke richting bedreigd word door de oprukkende Duitse colonnes.  Het Iste Bataljon is echter volledig uitgeput en niet langer strijdvaardig.  Luitenant-kolonel Georlette zal Hazebrouck verlaten met deze fractie.  Van het IVde Bataljon worden 12 Maxim mitrailleurs en drie C47 kanonnen toegewezen aan de verdediging van het Britse hoofdkwartier.  De caissons van de mitrailleurs vervoegen de colonne met het Iste Bataljon.  De Britten beloven dat de Belgische mitrailleurs per vrachtwagen zullen teruggebracht worden naar onze legerzone.  Dit zal niet gebeuren.

Detachement Luitenant Delmotte (13de Compagnie, 14de Compagnie)
Luitenant Delmotte wordt bijgevolg toegevoegd aan Woodforce, een ad-hoc samengestelde troepenmacht die het Britse General Headquarters dient te verdedigen. Het hoofdkwartier van de British Expeditionary Force beval daags voordien aan Colonel Wood om rondom de stad diverse steunpunten in te richten met alle mogelijke troepen die in de omgeving aanwezig waren. Deze kleine strijdmacht bestond aanvankelijk uit een enkel peloton van de Welsh Guards, maar zou tegen 24 mei aangroeien tot een allegaartje van Britse, Franse en Belgische elementen. Twaalf van de vijftien zware mitrailleurs die rond Hazebrouck in stelling gebracht worden, behoren toe aan de 13Cie van het 21Li. De compagnie van Luitenant Delmotte wordt toegevoegd aan de Sector South-West die onder bevel komt te staan van Captain Campbell van de Cameron Highlanders en bestaat naast de Belgische mitrailleurs nog uit twee anti-tankgeweren, één 25/18-ponder kanon en zestien fuseliers zal bestaan. De mitrailleurs worden per sectie opgesteld in zes steunpunten van telkens twee wapens.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Het IIIde Bataljon wordt gebombardeerd door de Duitsers. Er valt gelukkig slechts één gewonde. De Belgen worden niet bevoorraad door hun Franse bondgenoten en gaan dan maar in de omgeving op zoek naar voedsel en drinkwater. Bij het IIde Bataljon vervoegt Majoor Jacques de verkenning die uitgevoerd wordt door de staf van het 13ème Régiment de Tirailleurs Algériens van de 2DINA voor een eventuele ontplooiing op het tweede echelon van de Scarpe stelling tussen Maulde in het noorden en Saint-Amand-les-Eaux in het zuiden.  Op dit echelon liggen rond Maulke een tiental bunkers en kazematten van van de Maginot linie.  Tussen de beide locaties zijn hier en daar veldwerken voorbereid.  Het bataljon zal echter ingekwartierd blijven te Lecelles.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
Terwijl in de Belgische legerzone bepaald is dat de 8ste Infanteriedivisie deel zal uitmaken van de nieuwe stellingen aan de Leie, is het detachement nog steeds onderweg naar ons land.  De troepen bereiken Abeele en sturen de jongeren van de Rekruteringsreserve tot in Poperinge.  De militairen trekken vervolgens verder naar Watou.  In de loop van de avond wordt het detachement opgepikt door de Legerautogroepering (LAuGpg) met bestemming Oostrozebeke.

Detachement Luitenant Delmotte (13de Compagnie, 14de Compagnie)
Dit detachement bevindt zich nog steeds te Hazebrouck, in steun van het Britse hoofdkwartier.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Het IIde bataljon verblijft nog steeds nabij Lecelles en krijgt rond het middaguur te horen dat het een bataljon van het Franse 11ème Régiment de Zouaves zal moeten aflossen aan de oever van de Scarpe te Saint-Amand-les-Eaux.  Het batajon van de Zouaven verdedigt op dat ogenblik het zuidelijke deel van de stad, waaronder ook de Pont de Valenciennes.  Majoor Jacques en zijn compagniecommandanten vertrekken op verkenning. De posities van het IIIde Bataljon vallen een eerste keer onder vijandelijk artillerievuur.  Bij de 11de Compagnie vallen 12 gewonden.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
Tijdens de nacht van 22 op 23 mei worden het I/21Li en IV/21Li vanuit Watou teruggebracht naar de 8ste Infanteriedivisie. De troepen komen aan om 04u30 in Oostrozebeke. De bataljons worden samengevoegd en als een tactisch geheel in tweede lijn opgesteld achter het 13Li.

De ondersector van het 13Li start vanaf de samenloop van de Gaverbeek met de Leie en loopt tot aan Wielsbeke. Op 23 mei wordt deze zone naar het zuiden toe verlengd en neemt het 13Li de stellingen van het 1Li over tot aan de samenloop van het Kanaal van Roeselare met de Leie. Het Iste Bataljon ligt op de linkerflank. Het IIIde Bataljon ligt op rechts. De commandopost van het regiment is opgesteld in het cabaret Den Abeele op de baan Wielsbeke-Oostrozebeke. De overgebleven zware wapens van het IVde Bataljon worden verdeeld onder de eenheden. De divisiestaf wijst het uit Namen gevluchte VIde Bataljon Speciale Vestingtroepen aan het 13Li toe. Deze eenheid bestaat uit vier compagnies met enkele mitrailleurs en C47 anti-tankkanonnen en staat onder bevel van Kapitein-commandant Listray. Het I/21Li bemant het tweede echelon.

De Belgische posities nemen hun definitieve vorm aan. In het noorden bezet het VIIde Legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de Divisie Ardeense Jagers (4ChA, 5ChA en 6ChA) de sector Deinze-Oeselgem bezet, en de 8ste Infanteriedivisie (13Li, 19Li en 21Li) dat de sector Oeselgem-Wielsbeke verdedigt.  Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde Legerkorps dat met de 3de Infanteriedivisie (1Li, 12Li en 25Li) de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt, en met de 1ste Infanteriedivisie (3Li, 4Li en 24Li) de laatste sector tussen Kortrijk en Menen verdedigt. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 10de Infanteriedivisie leveren de reservestrijdkrachten van de beide legerkorpsen.

Detachement Luitenant Delmotte (13de Compagnie, 14de Compagnie)
In de namiddag wordt Hazebrouck een eerste keer aangevallen door Duitse pantserwagens die oprukken uit de richting van Saint-Omer.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Dit detachement is nog steeds aangehecht bij de 2ème Division d’Infanterie Nord-Africaine.  Het IIde Bataljon blijft ingekwartierd te Lacelles en is inmiddels uitgegroeid tot een effectief van net geen 900 door de verdere toestroom van diverse groepjes verdwaalde militairen. Ten noorden van de 2DINA hebben de Britse troepen de Schelde-linie opgegeven volgens de afspraken gemaakt tijdens de Conferentie van Ieper op 21 mei.  De Franse troepen zullen volgen op 24 mei.  Het stadje Maulde vormt nu het noordelijke eindpunt van de geallieerde linies.  De Luftwaffe is bijzonder actief boven het gebied en voert een zware luchtaanval uit op het gemoderniseerde Fort van Maulde.

Detachement Luitenant-kolonel Georlette (Iste Bataljon, IVde Bataljon (-))
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei blijft het relatief rustig aan de oever van de rivier. De Duitsers werken heel hard verder aan het aanvoeren van de nodige versterkingen voor een grootscheepse aanval op de Belgische zone tussen het Kanaal van Roeselare en Menen. De Belgen van het 21Li weten echter niet wat komen gaat en wachten gespannen af. Rond 15u00 begint het Duitse offensief ten zuiden van het 13Li. Een zwaar artilleriebombardement leidt tot een massale aanval over de rivier een uur later. Terwijl de vijand onder meer in de ondersector van het 1Li de rivier oversteekt, worden ook de stellingen van het 21Li zwaar gebombardeerd om de flank van de aanval te beveiligen en een Belgische tegenactie onmogelijk te maken.

Detachement Luitenant Delmotte (13de Compagnie, 14de Compagnie)
In de voormiddag wordt Hazebrouck opnieuw aangevallen van uit het zuidwesten.  Bij de gevechten sneuvelen de Soldaten Charlier, en Zehnpfennig en Korporaal Vanderghen van de 13de Compagnie.  Er vallen tevens enkele gewonden die meegenomen zullen worden door het Britse leger.  In de loop van de namiddag zal Woordforce een eerste keer gevoelig versterkt worden door de komst van de pantserwagens van de East Riding Yeomanry.  Op 25 mei komt de verlossing met de aankomst van het infanteriebataljon 1st (Buckinghamshire) Battalion, The Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry.  Het detachement van Luitenant Delmotte verlaat Hazebrouck aan het eind van de dag en keert terug naar ons land.  Hierbij worden twee van de drie C47 kanonnen, en alle Maxim mitrailleurs achtergelaten.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Omstreeks het middaguur beveelt het Groot Hoofdkwartier dat het detachement rond Kolonel SBH Tries moet terugkeren naar ons land.  De legerleiding laat aanvankelijk weten dat de eenheden zich naar Emmines ten zuiden van Rijsel moeten verplaatsen om van hier uit opgehaald te worden door de LAuGpg.   De colonne te voet vertrekt rond 18u00 en zet koers naar Orchies waar de bataljons een kantonnement inrichten.  Een detachement van het Peloton Verkenners wordt  uitgestuurd naar Emmerin om contact op te nemen met de autocolonne van de LAuGpg.

Detachement Kolonel SBH Tries (Staf, IIde Bataljon, IIIde Bataljon, 14de Compagnie)
Het detachement bereikt bij dageraad het Franse dorp Cappelle-en-Pévèle.  Ten gevolge van de grote aantallen vijandelijke vliegtuigen die actief op zoek zijn naar gelegenheidsdoelen in de wijde omgeving, wordt besloten om hier in dekking te gaan en niet verder te marcheren.  Na enkele uren lijkt de luchtdreiging te wijken en worden de voertuigen van de LAuGpg aangevoerd vanuit Emmerin.  De voertuigen komen aan te Capelle-en-Pévèle tegen het middaguur.

Tegen 16u00 kan het IIIde Bataljon instijgen, aangevuld met de 5Cie en een peloton mitrailleurs van de 8Cie van het IIde Bataljon.  Bij dit detachement worden eveneens vier C47 anti-tankkanonnen gevoegd.  Er is geen plaats meer voor de overige troepen, maar de bevelhebber van de autocolonne belooft om terug te keren en de rest van het IIde Bataljon tegemoet te rijden van zodra het eerste detachement afgezet is.

De terugtocht van de autocolonne loopt van Cappelle-en-Pévèle via Haubourdin, Armentières, Ieper, Poelkapelle, Hooglede en Lichtervelde tot in Tielt.

Het achtergebleven detachement splitst zich op in drie fracties:  een colonne met de militairen die over een fiets beschikken, een colonne met de paardenvoertuigen, en tenslotte een colonne met de manschappen die helaas te voet verder moeten.

Detachement Majoor Neuville (III Bon, 5 Cie, Pon Mi 8 Cie, Pon C47 14 Cie)
Het detachement dat als eerste vertrokken is met de voertuigen van de Legerautogroepering wordt afgezet bij zonsopgang in de omgeving van Pittem.  De vier C47 anti-tankkanonnen hebben onderweg moeten afhaken, en de Vickers Utiliy B trekkers zijn met brandstofpanne achtergebleven nabij Hooglede.

Direct na aankomst wordt het detachement gesplitst: de 5 Cie wordt doorgestuurd naar het 13de Linieregiment, terwijl de rest van de troepen overgaan naar de 2de Divisie Ardeense Jagers en ten noordoosten van Tielt opgesteld zullen worden.

Detachement Kapitein-commandant Labay (5 Cie, Pon Mi 8 Cie)
De 5de Compagnie vertrekt ter versterking van het 13de Linieregiment.  De restanten van dit regiment worden na de gevechten aan de Leie teruggetrokken naar de Mandelbeek.  De Compagnie moet aansluiten bij het 13Li te Ginste en zal hier in de vooravond aankomen, kort voor het tijdstip waarop de 8ste Infanteriedivisie het bevel krijgt om naar de lijn Tielt-Ingelmunster terug te plooien.

Detachement Majoor Jacques (6 Cie, 7 Cie, 8Cie (minus een peloton))
Dit detachement bereikt Pittem even voor 18u00 na een tocht over Ieper, Zonnebeke, Sleihage en Hooglede.  Een stafofficier van het VIIde Legerkorps legt uit aan Majoor Jacques dat zijn bataljon toegewezen wordt aan de verdediging van het rechter ondersector van de 16de Infanteriedivisie, die langsheen de spoorlijn van Tielt naar Ingelmunster loopt tussen kilometerpaal 10 en 7.   Deze formatie omvat naast het gros van het II/21Li ook nog I/3Gr en de 2Cie van het 18Gn, onder het bevel van Kolonel Vreux, regimentscommandant van het 25Li.

Het detachement Jacques moet zich opstellen langsheen de spoorlijn Tielt-Ingelmunster tussen kilometerpaar 8,5 en kilometerpaal 7.  Het komt hiermee op de uiterste rechter flank te liggen van de sector van de 16Div.  Jacques besluit om zijn 6Cie op het linker kwartier te plaatsen, en zijn 7Cie op het rechter kwartier, en laat zijn commandopost opstellen in Hoeve Ternacht.

Omstreeks 20u00 past de staf van de 16de Infanteriedivisie de opdracht aan.  Het detachement Jacques moet nu de verdediging van de spoorlijn Tielt-Ingelmunster overnemen tussen kilometerpaal 10 en 7, en krijgt ook het bevel over de 2Cie van het 18Gn.  De divisiestaf belooft de steun van vier MVD loopgraafmortieren van de sectie van Luitenant Wouters van de 11de Batterij van het 3de Regiment Legerartillerie.  De nieuwe opstelling wordt als volgt:

  • De 6Cie bezet de zone tussen kilometerpaal 8,5 en 10 van de spoorlijn.
  • De 7Cie sluit aan tussen kilometerpaal 7 en 8,5.
  • Bij kilometerpaal 8 wordt een peloton mitrailleurs van de 8Cie opgesteld.  De overige vier mitrailleurs worden verdeeld onder de compagnies.
  • De commandopost van Majoor Jacques wordt opgesteld in de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw aan de Beukboomstraat.
  • De medische hulppost wordt geopend in een hoeve aan de Meulebekestraat.

Jacques wordt eveneens verwittigd dat er nog troepen van de 8ste Infanteriedivisie en de 2de Divisie Ardeense Jagers in het voorterrein aanwezig zijn, en verwacht wordt dat deze door de nieuwe positie zullen terugtrekken.

Bij valavond komt de 11de Batterij van het 3LA aan, geleid door Luitenant Wouters.  Een sectie wordt opgesteld op het erf van een boerderij op zo’n 400m oost van de Meulbeekstraat.  De tweede sectie komt eveneens ten oosten van deze straat te staan, maar wordt een duizendtal meter naar het zuiden toe opgesteld.  Wouters is bijzonder ontevreden wanneer hem bevolen wordt om zijn veldtelefoonmaterieel te overhandigen aan de infanteristen.

Bij de ontplooiing van de troepen wordt het onduidelijk waar de 7Cie zich precies bevindt.  De eerste helft van de nacht verloopt verder relatief rustig.

Detachement Majoor Neuville (III Bon)
Het IIIde Bataljon stelt zich onder het bevel van de 2de Divisie Ardeense Jagers en wordt uitgestuurd naar Dentergem om hier de verbinding tot stand te brengen tussen deze divisie en de 8ste Infanteriedivisie.  Tegen 15u00 is Majoor Neuville met zijn troepen bij de kerk te Dentergem.  Neuville wacht nog steeds op orders voor de ontplooiing van zijn troepen wanneer hij omstreeks 18u00 verneemt dat de 2de Divisie Ardeense Jagers teruggetrokken wordt naar Flesse.  Het IIIde Bataljon tijdens de mars enkele keren onder vijandelijk geweervuur en bereikt Flesse tijdens de nacht van 26 op 27 mei.

Detachement Majoor Jacques (6 Cie, 7 Cie, 8Cie (minus een peloton))
Vanaf ongeveer 03u30 weerklinkt geweervuur voor de linies van het bataljon.  Even later meldt Adjudant Galoux per handgeschreven nota dat de overweg op de baan van Meulebeke naar Tielt in zijn kwartier reeds in handen blijkt te zijn van de vijand.  In het daarop volgende uur ontvangt de majoor twee verdere berichten die lijken te bevestigen dat de officieren van de 7Cie verdwenen zijn.  Luitenant Danloy wordt uitgestuurd om poolshoogte te nemen.

Tegen de ochtend worden de breedte van het onderkwartier van het II/21Li opnieuw verkort tot het deel van de spoorwegberm tussen kilometerpaal 7 en 8,5.  De compagnie worden samengebracht in deze zone, en er worden twee voorposten uitgezet op de Marialoopsteenweg.  Het bataljon behoudt de vuursteun van de zuidelijke sectie MVD-70 mortieren.

De situatie bij het bataljon wordt vanaf de vroege ochtend erg verwarrend.  Majoor Jacques heeft geen zicht op de toestand bij zijn compagnies.  Het contact met de 7Cie is geheel verloren, en de 6Cie wordt tussen 07u00 en 08u00 weggedrukt van zijn steunpunten.  Tegen 08u00 valt de commandopost van deze compagnie.  Korte tijd nadien komt ook de commandopost van de majoor onder artillerievuur te liggen.  De eenheden zijn tegen het middaguur alle buiten strijd.

Detachement Majoor Neuville (III Bon)
Tegen de ochtend van 27 mei heeft het VIIde Legerkorps een nieuwe defensieve linie gevormd die tussen Tielt en Aarsele die de troepen van de 16de Infanteriedivisie en 2de Divisie Ardeense Jagers omvat.  Het eerste echelon van dit deel van de zone van het VIIde Legerkorps loopt in hoofdzaak langsheen de spoorlijn Deinze – Tielt en wordt van west naar oost bezet door het I/41Li, I/44Li en III/44Li.

Het III/21Li wordt ontplooid als onderdeel van het tweede echelon in de sector van de 2de Divisie Ardeense Jagers.  Het bataljon wordt opgesteld tussen Flesse en Tielt met van west naar oost de 9Cie, 10Cie en 11Cie.  Bij de opstelling kan de 9Cie geen verbinding tot stand brengen met de troepen in de stad Tielt.  De 11Cie kan wel een continue linie realiseren met het I/6ChA.

Ten gevolge van de aanval op het I/41Li wordt het III/21Li omstreeks 13u00 naar het zuiden bevolen om het eerste echelon langsheen de spoorlijn Deinze-Tielt te versterken.  De 11Cie bereikt de spoorlijn zonder veel problemen en neemt plaats ten westen van de 9Cie van de 3Cie van het I/44Li.  De 10Cie en de 9Cie raken verstrengeld in de vijandelijke doorstoot naar Tielt.  De 9Cie slaagt er alleen in om zijn front te pivoteren naar de stad toe, maar de beide compagnies kunnen geen enkele vooruitgang maken.  Onder de talrijke slachtoffers bevinden zich ook Kapitein-commandant Marit en Luitenant Toumsin.

Ook het IIIde Bataljon ontvangt omstreeks 17u00 het bevel van de divisiestaf om terug te trekken naar de Kapellebeek die achter de heuvelrug ten noorden van Schuiferskapelle loopt. Majoor Neuville kan de aftocht volbrengen met nog een honderdtal manschappen.  De rest van het bataljon is verloren gegaan.

Het 21Li maakt het eind van de veldtocht mee in de omgeving van Tielt en Pittem.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1/IANTOINEAlberic, A.Kpl04.05.1914Anderlecht26.05.1940Wielsbeke
3/IBASTINNicolas, J.SdtMil27.08.1913Liège26.05.1940Oostrozebeke
OnbekendBECHOUXRobert, J.G.SdtMil10.12.1915Bois-et-Borsu24.05.1940Ooigem
1/IBECKERSRené, F.Sgt13.02.1915Liège26.05.1940Oostrozebeke
14/IVBERGEREmile, L.J.SdtMil08.04.1916Schaarbeek26.05.1940Wielsbeke
13/IVBOLANDJean, A.L.SdtMil25.12.1910Lambermont25.05.1940Ingelmunster
9/IIIBOLLINNEJean, J.R.SdtMil12.06.1911Mons-Lez-Liège27.05.1940Tielt
10/IIIBONTEMPSFélix, N.V.SdtMil14.09.1915Marchin27.05.1940Tielt
2/IBROSSELJean, L.M.SdtMil28.01.1914Membach26.05.1940Oostrozebeke
3/IBRUNEELThéodore, M.SdtMil01.06.1915Etterbeek26.05.1940Oostrozebeke
10/IIIBURLANDYArthur, E.T.SdtMil04.12.1911Theux30.05.1940Sint-Amandsberg
13/IVCHARLIERFrançois, J.SdtMil21.09.1914Welkenraedt24.05.1940Hazebrouck (F)
OnbekendCLOSETHenri, J.J.SdtMil3309.07.1912Schaarbeek05.06.1940BruggeVerwond op 27/5 in Pittem
2/ICOLLARDLibert, G.SdtMil15.07.1913Fléron27.05.1940Meulebeke
7/IICUYPERSAlbert, J.L.SdtMil05.08.1912Etterbeek26.05.1940Meulebeke
9/IIIDAENENAlfons, E.SdtMil22.09.1912Diepenbeek27.05.1940Tielt
10/IIIDANSGeorges, J.J.SdtMil12.09.1911Liège27.05.1940Tielt
1/IDE WILDEJean, L.E.SdtMil07.11.1911Liège26.05.1940Meulebeke
StafDECHAMPSJean, B.B.SdtMil3405.07.1914Gosselies29.05.1940Sint-Michiels
11/IIIDEKENSAlphonseSdtMil18.09.1906Kortessem29.05.1940Klerken
3/IDELBOVIERJoseph, J.SdtMil16.02.1906Liège12.05.1940Loyers
13/IVDELEPELEERIsidoorSdtMil26.02.1915Brussel27.05.1940Ingelmunster
OnbekendDELHAMENDEArmand, J.F.SdtMil13.04.1906Vinalmont12.05.1940Floreffe
OnbekendDEMOLHenri, A.SdtMil22.02.1914Sint-Jans-Molenbeek25.05.1940Ingelmunster
14/IVDEPAUWEmile, M.Kpl18.05.1914Luingne26.05.1940Meulebeke
StafDEPLOIGEJozef, M.A.SdtMil30.06.1912Overrepen26.05.1940Oostrozebeke
1/IDESTATTEJean, G.G.Kpl14.03.1912Huy24.05.1940Ooigem
1/IDIEULucien, A.A.Sgt24.06.1914Elsene26.05.1940Meulebeke
12/IIIDUMONTGeorgesSdtMil22.02.1920Courcelles27.05.1940Tielt
11/IIIDURANDEmile, J.D.SdtMil03.09.1911Seraing12.05.1940Fosses-la-Ville
15/IVDUYSENSJean, G.Kpl17.05.1914Battice26.05.1940Wielsbeke
OnbekendEMPAINLéon, A.F.SdtMil30.03.1915Binche27.05.1940Brugge
9/IIIEVERAERTSEmmanuel, J.Kpl28.03.1912Tienen27.05.1940Tielt
1/IEVRARDJoseph, D.Kpl13.03.1914Villers-le-Bouillet26.05.1940Wielsbeke
3/IFAMAEYBertrand, R.A.SdtMil10.09.1915Vorst26.05.1940Wielsbeke
2/IFRESONAlphonse, P.H.SdtMil02.04.1911Herstal27.05.1940Tielt
14/IVGELONJean, M.SdtMil26.11.1911Ans22.05.1940Waben (F)
StafGILLISPierre, P.C.Kpl10.03.1908Cheratte12.05.1940LoyersGezondheidsdienst
3/IGUSTINJoseph, A.LtRes13.12.1906Seraing26.05.1940Wielsbeke
14/IVHAESENPaul, M.J.Kpl16.06.1914Ougrée26.05.1940Oostrozebeke
1/IHAGNOULJules, J.SdtMil15.08.1913Orp-le-Grand27.05.1940Lichtervelde
2/IHAUDINLéon, V.Kpl19.11.1914Piéton02.06.1940Sint-Amandsberg
OnbekendHENDRICKXJoseph, H.SdtMil13.06.1915Liège26.05.1940Oostrozebeke
9/IIIHENDRIXJean, H.A.Sgt07.04.1914Waremme04.09.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
11/IIIHEUERTSJules, J.Kpl26.04.1910Seraing15.05.1940Meulebeke
3/IHOCHEJean, A.J.SdtMil13.12.1913Sint-Martens-Voeren26.05.1940Wielsbeke
8/IIHOFFELINCKAntoonSdtMil10.12.1904Sint-Gillis27.05.1940PittemBrancardier
OnbekendHOUBENChrétienSdtMil17.01.1904Teuven12.05.1940Loyers
OnbekendJOIRISHenri, L.SdtMil01.09.1912Liège26.05.1940Oostrozebeke
5/IILABAYEClément, H.J.CdtAct6/10/1895Liège26.05.1940Oostrozebeke
5/IILAHAUAlphonse, V.SdtMil04.01.1918Saint-Nicolas27.05.1940Pittem
11/IIILAKAYERaymond, M.L.Sgt02.11.1911Marchin12.05.1940Loyers
7/IILEHMANNJacques, Ph.Sgt23.10.1911Liège26.05.1940Meulebeke
3/ILIARDGustave, J.E.Sgt17.04.1912Hotton26.05.1940Wielsbeke
OnbekendLINZEMaurice, J.A.Kpl12.05.1915Liège26.05.1940Oostrozebeke
14/IVLOGNOULEmile, V.A.SdtMil12.03.1914Liège10.05.1940Aarschot
5/IIMALCORPSJean, E.J.SdtMil04.01.1912Mielen-boven-Aalst27.05.1940TieltGedood door artillerievuur. Telefonist-Seingever
4/IMAQUIGNYArthurSdtMil27.12.1914Etterbeek29.05.1940Zarren
10/IIIMARITMarcel, A.CdtAct20/06/1895Braine-le-Comte27.05.1940Tielt
9/IIIMATTHEUSRoger, A.Sgt02.05.1912Aarschot27.05.1940Tielt
13/IVMENURenéSdtMil04.09.1918Quevaucamps24.05.1940Watten (F)
1/IMEWISSENJoseph, A.S.SdtMil16.09.1915Val-Meer26.05.1940Oostrozebeke
OnbekendMOERSLouis, A.G.SdtMil07.11.1911Verviers26.05.1940Oostrozebeke
4/IMOREAUGustaaf, A.SdtMil26.06.1912Tienen25.05.1940Oostrozebeke
StafNAMOTTEAdelin, L.SdtMil28.09.1910Liège27.05.1940Pittem
2/IPAQUOTAlexandre, J.A.SdtMil01.06.1913Borlez26.05.1940Oostrozebeke
3/IPATIGNYEmile, J.L.SdtMil19.03.1912Schaarbeek26.05.1940Oostrozebeke
5/IIPOURTOISAlphonseSdtMil29.06.1914Haine-Saint-Pierre08.06.1940Cambrai (F)
5/IIRAXHONFrançoisSdtMil19.07.1914Soumagne26.05.1940Oostrozebeke
1/IRENKINEmile, H.CdtAct07.01.1900Liège26.05.1940Oostrozebeke
10/IIIROBERTAuguste, A.J.SdtMil13.02.1911Antheit27.05.1940Tielt
5/IIROSSINFOSSEJacques, S.C.OLtRes24.04.1910Pepinster26.05.1940Aarsele
13/IVRUTSAERTFlorent, A.SdtMil26.02.1914Wolvertem25.05.1940Ingelmunster
OnbekendSCHILDERMANSJean, E.SdtMil13.02.1905Rijmenam13.05.1940Gent
4/ISCHNONGSLucien, J.SdtMil07.12.1912Ougrée26.05.1940Oostrozebeke
10/IIISERVAISProsper, J.SdtMil17.05.1908Marchin27.05.1940Tielt
7/IISIMONJean, B.SdtMil3521.01.1915Liège27.05.1940Meulebeke
OnbekendSIMONSHenri, L.Kpl26.04.1912Oudergem27.05.1940Tielt
OnbekendSPIRLETGaston, F.J.SdtMil30.06.1915Montignies-sur-Sambre31.05.1940Gent
3/ITAELMANMarcel, V.SdtMil23.09.1915Solre-sur-Sambre07.06.1940Kortrijk
5/IITOMSONAlfred, J.J.LtRes27.10.1910Huy26.05.1940Oostrozebeke
10/IIITOUMSINGaston, T.M.LtRes08.10.1909Verviers27.05.1940Tielt
9/IIITRAPPENIERSJoannes, J.SdtMil27.10.1911Leefdaal27.05.1940Tielt
StafVAN BERGENLouis, M.J.SdtMil17.03.1912Nandrin27.05.1940Pittem
13/IVVAN HOUCKEAlfonsSdtMil20.12.1914Haaltert25.05.1940Ingelmunster
10/IIIVAN LAUWEAlexandre, A.J.SdtMil20.01.1914Ukkel27.05.1940Tielt
13/IVVANDERGHENLouis, V.L.Kpl24.04.1911Liège24.05.1940Hazebrouck (F)
StafVANDERSTAPPENJoannes, J.Aalm20.12.1904Antwerpen26.05.1940Krombeke
Staf/IIIVANDESANDEFrançoisSdtMil04.08.1913Zoerle-Parwijs27.05.1940Meulebeke
9/IIIVERGEZRené, N.G.Kpl19.01.1912Kessel-Lo26.05.1940Tielt
9/IIIVOERMANSLodewijk, M.J.SdtMil19.09.1912Tongeren27.05.1940Tielt
12/IIIWANETMarcel, J.SdtMil13.09.1915Braives26.06.1940Gent
5/IIWAUTERSJean, J.Kpl13.09.1913Liège26.05.1940Oostrozebeke
7/IIWILKINMaurice, F.G.SdtMil16.06.1913Spa28.05.1940Oudenaarde
OnbekendWILKINRoger, F.SdtMil19.07.1912Liège(Onbekend)(Onbekend)Vermist in mei 40
5/IIXHONNEUXAlbertSgt17.01.1915Bilstain26.05.1940Oostrozebeke
13/IVZEHNPFENNIGPaul, J.SdtMil26.06.1912Bressoux24.05.1940Hazebrouck (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. Velddagboek Woodforce, British Expeditionary Force, National Archives
  2. Martens, M., 2004, Mei 1940: De Regio Tielt in de Vuurlinie, Tielt: De Roede van Tielt.
  3. Vandenbroucke, J., 2020, La Position Fortifiée de Namur (P.F.N.) en mai 1940.  Tome 2: “du 10 au 24 mai et l’après-guerre”, Namur: eigen beheer.
  4. Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Dardenne, commandant van de 7Cie van 29 augustus 1939 tot 8 november 1939 wanneer hij overgeplaatst wordt naar de 12Cie van het 10de Regiment Hulptroepen. Het verslag bevindt zich in het Dossier Hulptroepen, bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.