Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen | HK/VOC
Etat-Major des Troupes de Renfort et d’Instruction | EM/TRI
Type  
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Groot Hoofdkwartier
Bevelhebber Luitenant-generaal Albert Wibier
Stafchef Kolonel Louis Le Cerff
Intendant Luitenant-kolonel Louis Bigonville
Standplaats Kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen, Etterbeek
Samenstelling Hoofdkwartier Commando
    1ste Bureau – Bewegingen/Operaties (Kapitein-commandant Georges Beumer)
    2de Bureau – Inlichtingen (Luitenant M. Kirchen)
    3de Bureau – Personeel (Kolonel SBH Arthur Carton)
    4de Bureau – Ravitaillering (Kapitein-commandant Vaessens)
    Compagnie Administratie (Kapitein-commandant Gaston Micke)
  1ste Versterkings- en Opleidingscentrum (1VOC)
  2de Versterkings- en Opleidingscentrum (2VOC)
  3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC)
  4de Versterkings- en Opleidingscentrum (4VOC)
  5de Versterkings- en Opleidingscentrum (5VOC)
  6de Versterkings- en Opleidingscentrum (6VOC)
  Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers (VOC/ChA)
  Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen (VOC/LT)
  Versterkings- en Opleidingscentrum Genie (VOC/Gn)
  Versterkings- en Opleidingscentrum Transportkorps (VOC/TptK)
  Versterkings- en Opleidingscentrum van het Luchtwapen (VOC/Lu)
  Opleidingscentrum van de Gezondheidsdienst (OCGD)
  Remontedepot van het Leger

Tijdens de mobilisatie

Kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen te Etterbeek.

EM/TRI
In normale omstandigheden stonden de verschillende regimenten en korpsen van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe miliciens. Omdat dit moeilijk lag voor de reeds gemobiliseerde regimenten, die hun vredesvoet kazerne verlaten hadden om hun gevechtsstellingen in te nemen, werden de laatst opgeroepen dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de klas ’40, samengebracht in Versterkings- en Opleidingsregimenten. Deze regimenten werden per divisie gegroepeerd in een Versterkings- en Opleidingscentrum (VOC, oftewel in het Frans Centre de Renfort et d’Instruction -CRI). Alle VOC’s stonden onder het bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-Major des Troupes de Renfort et d’Instruction – EM/TRI) [1] die zich tijdens de mobilisatie bevond in de kantoren van de Algemene Inspectie van de Infanterie en de Algemene Inspectie van de Intendance in de Etterbeekse kazerne Luitenant-generaal baron de Witte de Haelen. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van de Artillerie maakten hierop een uitzondering. De artillerie is tijdens de mobilisatie niet overgegaan tot de oprichting van een Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie; de verschillende Versterkings- en Opleidingsregimenten van de artillerie stonden rechtstreeks onder bevel van de EM/TRI.

De regimenten van de VOC’s bestonden uit Bataljons Instructie met de nog niet opgeleide jonge rekruten van de lichting ’40 en Bataljons Versterking die moesten instaan voor het opvangen van de oudere reservisten die pas zullen worden opgeroepen vanaf de afkondiging van de algemene mobilisatie. Het ging hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens geroepen oudere reservisten. De eerste miliciens van de klas 40 werden vanaf februari 1940 onder de wapens geroepen en vervoegden in maart de Bataljons Instructie van hun respectievelijke Versterkings- en Opleidingsregimenten. De Bataljons Versterking bestaan op dat ogenblik enkel uit kaderleden.

De 9de mei om 23u30 ontvangt het EM/TRI, bevolen door Luitenant-generaal Wibier, het algemeen alarm. De hoofdkwartieren van de verschillende Versterkings- en Opleidingscentra worden hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld.

Kasteel Sint-Anna te Watermaal, alarmkantonnement van de EM/TRI.

EM/TRI
Uit voorzorg tegen mogelijke Duitse luchtaanvallen op de vredesvoet kazernes, waarvan de ligging door de vijand gekend is, geeft de EM/TRI om 00u55 het bevel aan de verschillende VOC’s om de alarmkantonnementen voor dageraad nog in te nemen. Deze vooraf verkende alarmkantonnementen bevonden zich aan de rand van de grote garnizoenssteden of in kleinere steden rond de bestaande kazerne. Geheel onterecht was de verhuis naar alarmkantonnementen niet want tijdens de ochtend van de 10 mei worden verschillende kazernes door de Duitse luchtmacht gebombardeerd. Ook de EM/TRI nam zijn voorzorgsmaatregelen en verhuist bij eerste klaarte naar zijn alarmkantonnement in het Sint-Annakasteel [2] op de grens van Watermaal-Bosvoorde en Oudergem. Dit in 1902 gebouwde landgoed wordt ook aangeduid als Chateau Waucquez. Enige tijd later werd de kazerne de Witte met brandbommen gebombardeerd.

Om 05u50, nog voor de afkondiging van de algemene mobilisatie, ontvangt de commandant van 31A, een Versterkings- en Opleidingsregiment van de artillerie, het bevel van Luitenant-generaal Renard, Algemeen Inspecteur van Artillerie en Chef van het Commando Artillerie bij het Groot Hoofdkwartier (GHK) om in zijn alarmkantonnementen in Brussel te blijven. Het GHK heeft na de luchtlandingen aan het Albertkanaal de beslissing genomen om de vliegvelden rond de hoofdstad van de nodige bewaking te voorzien. De opdracht van de artillerie zal er in bestaan om de vliegvelden van Evere en Zaventem onder schot te houden in geval van een massale luchtlandingsoperatie op dit vliegveld. De EM/TRI, nochtans hiërarchisch echelon van 31A, is niet op de hoogte van de beslissing van het GHK om dit Versterkings- en opleidingsregiment in Brussel te houden. Tegen de avond staan negen van de tien instructiebatterijen van 31A klaar om indien nodig het vuur te openen op de Brusselse vliegvelden. De artilleriestukken zijn weliswaar bemand door rekruten van de klas ’40 met weinig ervaring.

Om 06u00 wordt fase E van het mobilisatieplan afgekondigd naar aanleiding van de Duitse aanval op België. De algemene mobilisatie wordt ingezet met het oproepen van de nog niet gemobiliseerde reservisten. Wanneer de tot dan toe vrijgestelde reservisten binnenkomen worden ook de Bataljons Versterking van de verschillende VOC’s geactiveerd. Eveneens om 06u00 geeft de EM/TRI het bevel de oorlogskantonnementen in Oost- en West-Vlaanderen in te nemen. Volgens het mobilisatieplan moesten de Versterkings- en Opleidingsregimenten zich verplaatsen naar diverse kleinere dorpen en steden in West- en Oost-Vlaanderen om zich aldaar in veiligheid te stellen voor de duur van de oorlog. Onmiddellijk wordt begonnen met de evacuatie van de Regimentsstaven en de Bataljons Instructie naar deze oorlogskantonnementen. De 10de mei komen ook de verschillende legerdepots onder bevel van de EM/TRI. Zij zullen worden aangehecht aan de verschillende VOC’s.

Het VOC/Lu dat tijdens de ganse mobilisatie onder bevel bleef van de Generaal-majoor Hiernaux, de commandant van de Militaire Luchtvaart, gaat na de afkondiging van de algemene mobilisatie over naar de EM/TRI. De verstandhouding tussen de EM/TRI en de Staf van de Militaire Luchtvaart (EM/Aé) blijft moeilijk. Deze laatste blijft richtlijnen geven aan het VOC/Lu zonder de EM/TRI hiervan op de hoogte te brengen

Zie de verslagen van de respectievelijke VOC’s voor meer gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen.

Kazerne Kolonel Rademakers te Brugge.

EM/TRI
De EM/TRI verlaat het Sint-Annakasteel rond 03u00 en verplaatst zich naar Brugge. Na een bijzonder snelle rit komt de staf hier aan te 05u00. De staf vindt onderdak in de Kazerne Kolonel Rademakers, het oude kwartier van het 4de Linieregiment.

Het Bataljon Instructie van het 55Li (I/55Li) van het 2VOC krijgt de opdracht deel te nemen aan de verdediging van Antwerpen. Het I/55Li zal worden ontplooid in een zone tussen het Albertkanaal, Wommelgem, Mortsel en de Schelde. De hoofdopdracht zal bestaan in het tussenbeide komen bij een eventuele luchtlanding. Het Iste Bataljon Instructie van het 55Li zet zich te voet op weg naar zijn nieuwe opdracht.

Omstreeks 22u00 neemt het Groot Hoofdkwartier (GHK) de beslissing dat zes Bataljons Instructie vanuit hun oorlogskantonnementen in het Gentse zich naar Brussel moeten verplaatsen voor een contra-parachutisten opdracht. Opgeschrikt door de gebeurtenissen bij de  7de Infanteriedivisie (7Div) aan het Albertkanaal slaat de paniek voor luchtlandingsoperaties overal in het land toe. Een haastige verdediging van de hoofdstad tegen mogelijke Duitse luchtlandingsoperaties wordt opgezet onder leiding van Luitenant-generaal ridder van Strydonck de Burkel, commandant van de 1ste Militaire Circonscriptie. In eerste instantie werden de verschillende Groepen van 31A rond de vliegvelden van de hoofdstad ontplooid. Vervolgens worden de Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC eveneens aangeduid voor deze opdracht. I/52Li, I/53Li, I/54Li, I/56Li en I/58Li worden tijdens de nacht vanuit Gent per spoor naar Brussel gebracht. Het I/55Li, dat al werd ingezet te Antwerpen voordat ze de verplaatsing naar Gent hebben kunnen maken, zal vanuit Antwerpen de hoofdstad vervoegen.

EM/TRI
De installatie te Brugge verloopt niet zonder enige moeite. Vooral de telefoonverbinding met het Groot Hoofdkwartier dat intussen verhuisd is naar Breendonk is bijzonder problematisch.

Oorlogskantonnementen van de verschillende VOC’s van de TRI.

EM/TRI
Omstreeks 11u30 geeft Generaal-majoor Fromont, onderstafchef van het Groot Hoofdkwartier, een mondeling bevel aan Luitenant-generaal Wibier om alle Versterkings-en opleidingstroepen onmiddellijk over te brengen naar Frankrijk. Het kantonnementsgebied van zijn formaties zal in samenspraak met de Franse legerstaf aangeduid worden. Wibier krijgt te horen dat hij onder het Groot Hoofdkwartier zal ressorteren maar naar eigen goeddunken kan handelen voor wat het transport en de installatie van zijn eenheden betreft. De EM/TRI krijgt de belofte van een zender-ontvanger om de verbinding met ons land in stand te houden. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse Leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Het Remontedepot van het Leger en de Opleidingscentra voor Onderluitenanten worden uit de structuur van de Versterkings–en opleidingstroepen gehaald. Het Remotedepot zal in ons land blijven, terwijl de Opleidingscentra voor Onderluitenanten op zelfstandige wijze naar Frankrijk overgebracht zullen worden. Er wordt tevens een uitzondering gemaakt voor eenheden van de TRI die tijdelijk ingezet worden ten voordele van de territoriale commando’s en onder meer rond de hoofdstad diverse bewakingsopdrachten uitvoeren. Zo zullen uiteindelijk een aantal infanterie- en artillerieformaties in Vlaanderen achterblijven. Het betreft 31A en de Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC.

Later op de dag verneemt generaal Wibier via Luitenant-generaal Renard van het Commando van de Artillerie van het Groot Hoofdkwartier dat de Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie zo goed als alle vuurmonden in ons land dienen achter te laten. De artillerie van het veldleger heeft namelijk gedurende de eerste drie dagen van de oorlog belangrijke verliezen geleden, 27 batterijen gingen verloren en er moeten dringend nieuwe eenheden gevormd worden om de tekorten aan te vullen. De vier Versterkings- en Opleidingsregimenten van de lichte artillerie beschikken samen slechts over achtentwintig batterijen voorzien van kanonnen, waarvan negen van 31A ontplooid zijn rond Brussel.In eerste instantie zullen alle C105L en Ob155 geschut en bijbehorende paardengespannen en materieel aan de Versterkings- en opleidingsregimenten ontnomen worden. Er was bijgevolg dringend nood aan een organisatie die zich een overzicht van de te vervangen batterijen moest verwerven en die de prioriteiten zou bepalen van de heruitrusting. Deze taak zou normalerwijze worden uitgevoerd door het VOC/Aie maar vreemd genoeg bestond bij de aanvang van de oorlog deze overkoepelende organisatie voor de Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie niet.

EM/TRI
Luitenant-generaal Wibier meldt dat de eerste formaties van de TRI zich klaarmaken voor het transport per trein naar Frankrijk. Wibier beklaagt er zich over dat er geen transportplan bestaat en dat bij gebrek aan voorbereiding alles op geïmproviseerde wijze dient te verlopen. Bovendien is de eindbestemming van de TRI nog steeds niet vastgelegd en dreigen de eerste treinstellen zonder duidelijk einddoel te vertrekken. Tenslotte zijn de eenheden van de TRI die uit Charleroi, Ath, Bergen en Doornik vertrokken zijn, nog steeds niet volledig aangekomen in hun mobilisatiekantonnementen in Vlaanderen waardoor deze formaties dan ook nog niet in staat zijn om aan de verplaatsing naar Frankrijk te beginnen. Ook is duidelijk geworden dat het voornemen om gebruik te maken van de treinstellen van het Franse leger geen geschikte oplossing biedt. Op diverse locaties zijn de nodige treinstellen slechts met moeite te verkrijgen en daarnaast lopen in andere stations uitstijgende Franse troepen en instijgende Belgische eenheden mekaar danig in de weg.

Op 14 mei wordt het VOC/Aie te Beernem opgericht met als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, voormalige regimentscommandant van het 32A. Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie. De verliezen geleden door artillerie van het veldleger moeten dringend aangevuld worden. Al gauw is duidelijk dat die nieuw op te richten batterijen en groepen opgebouwd moeten worden uit elementen van meerdere Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken beslist Kolonel Duquesnoy een beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de Versterkingsbatterijen door deze batterijen uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de Instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten die zijn kunnen ontsnappen aan gevangenname door de Duitsers. De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen op bevel van het GHK naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. De negen Instructiebatterijen van 31A die rond Brussel opgesteld staan maken hierop een uitzondering. Kolonel Duquesnoy beslist om een nieuw opleidingsregiment artillerie op te richten waarin alle instructiebatterijen van de Versterkings- en opleidingsregimenten, weliswaar zonder kanonnen, gecentraliseerd worden. Dit opleidingsregiment voor de artillerie, ook het “VOC/Aie detachement Frankrijk” genoemd, komt onder het bevel van Luitenant-kolonel De Bueger, voormalige commandant van 3DTCA. De regimenten die nu nog enkel beschikken over de Versterkingsbatterijen worden ondergebracht in het “VOC/Aie detachement Vlaanderen” onder bevel van Kolonel Duquesnoy.

EM/TRI in Frankrijk
Met uitzondering van een achterwacht van twee officieren, verlaat Luitenant-generaal Wibier samen met zijn staf zijn standplaats te Brugge om zich tevens naar Frankrijk te begeven. De staf zet er een flinke vaart achter en bereikt na een tocht over Saint-Omer en Abbeville de Franse stad Beauvais waar overnacht wordt.

De Staf van het 1VOC, de Schoolcompagnie, de Compagnie C47 en de Compagnie M76 verlaten als laatste detachement van het 1VOC Oostakker op 15 mei.

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier bereikt Parijs en zoekt de Belgische ambassade op. Hier heeft hij onder meer een onderhoud met Luitenant-generaal de Selliers de Moranville, bevelhebber van de Recruteringsreserve (CRAB: Centres de Recrutement de l’Armée Belge) die eveneens uit Vlaanderen geëvacueerd wordt. De beide generaals maken een overeenkomst voor de overplaatsing van een eerste contingent kaderleden van de TRI naar de CRAB om de chaotische situatie waarin de rekruteringsreserve verkeert, trachten te verlichten.

Kaart met aanduiding van de het 15de en het 16de territoriaal militair gebied in Zuid-Frankrijk

Kaart met aanduiding van de 15e Région Militaire (Marseille) en de 16e Région Militaire (Montpellier) in Zuid-Frankrijk (origineel Frans document).

Wibier ontmoet tevens Generaal Louis Colson, eerste stafchef van de Franse binnenlandse strijdkrachten, en verneemt tijdens dit gesprek dat in de meeste nog niet bezette gebieden van het nieuwe gastland bijzonder veel vluchtelingen uit het noorden aangekomen zijn. De enige oplossing voor de TRI bestaat er volgens de Fransen in om het gebied in te nemen tussen de departementen Haute-Garonne in het westen en Gard in het oosten. Deze zone omvat de Franse militaire gebieden; 15e Région Militaire (Marseille), 16e Région Militaire (Montpellier) en 17e Région Militaire (Toulouse). De definitieve bestemming van de TRI wordt hiermee vastgelegd.

Samen met de Franse Generaal Grandbouleau, onderstafchef, en de Kolonels Paquin en Clément wordt een lijst van in te nemen kantonnementen vastgelegd en wordt een transportplan opgesteld voor het tweede deel van de tocht. Twee Belgische regelingscommissies worden in plaats gesteld in de stations van Bordeaux en Narbonne om van hier uit de doorrijdende Belgische treinstellen naar hun eindbestemmingen te dirigeren. Nu pas worden de Franse territoriale commandanten van de 15e, 16e en 17e Région Militaire (Frankrijk was opgedeeld in verschillende territoriale militaire gebieden) op de hoogte gebracht van de nakende aankomst van de Belgen en krijgen zij de instructie om hun territoriale intendance klaar te houden voor de herbevoorrading van de troepen. Via lokale kranten en de radio wordt de komst van het Belgische leger bekend gemaakt aan de inwoners van de betrokken departementen.

De volgende kantonnementen worden toegewezen aan de Belgen:

  • 15e Région Militaire (Marseille)
    • 5VOC: Pont-Saint-Esprit
    • 6VOC: Pont-Saint-Esprit
    • VOC/ChA: Pont-Saint-Esprit
  • 16e Région Militaire (Montpellier)
    • EM/TRI: Montpellier
    • 1VOC: Barcarès
    • VOC/Gn: Castries
    • 2VOC: Saint-Cyprien
    • VOC/LT: Saint-Martin-Londres
    • VOC/Aie: Barcarès en Lodèves
  • 17e Région Militaire (Toulouse)
    • 3VOC: L’Isle-Jourdain
    • 4VOC: L’Isle-Jourdain
  • 18e Région Militaire (Bordeaux)
    • Depot Militaire Luchtvaart: Bordeaux

De staf van het 2VOC vat op 17 mei van uit het station Gent-Rabot de evacuatie naar Frankrijk aan. Ze hebben gewacht tot de opdracht van de instructiebataljons in Brussel werd beëindigd. De late vertrekdatum leidt er echter toe dat heel wat elementen van het 2VOC gegrepen worden in de Duitse omsingeling van de geallieerden in Noord-Frankrijk.

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier verlaat Parijs als een tevreden man. Verzekerd van de steun van het Franse leger, reist hij samen met zijn staf per trein verder via Chartres en Orléans. In deze laatste stad ontmoet Wibier Generaal-majoor Lambert, bevelhebber van het VOC/ChA.

Duitse opmars van 16 tot 21 mei waarop Abbeville aan de Somme bereikt wordt.

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI bereikt Vichy na een nieuwe etappe via Bourges en Moulin. Te Vichy laat Luitenant-generaal Wibier een telegram versturen naar de Franse Generaal Hanotte, chef van het XVIde militaire gebied te Montpellier, om zijn aankomst gepland voor 21 mei te bevestigen.

EM/TRI in Frankrijk
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat eenheden van de VOC’s ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtochtweg afgesneden. Luitenant-generaal Wibier en zijn staf bereiken via een reisroute over Saint-Flour het stadje Mende.

Op de hoek van de Place de la commédie, in de Mistrallaan bevond zich het HK TRI vanaf 21 mei.

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI komt aan te Montpellier en wordt met behulp van de staf van (FRA) Generaal Hanotte geïnstalleerd in de de gebouwen aan de Fréderic Mistrallaan n°8. Ook op diverse andere locaties doorheen de stad zullen steunorganismen van de TRI gehuisvest worden. Terwijl de EM/TRI nu druk aan de slag is met de installatie van de aankomende Belgische eenheden, wordt een nieuwe overeenkomst gesloten met Luitenant-generaal de Selliers de Moranville om een 2de en een 3de contingent van kaderleden in overtal toe te wijzen aan de Rekruteringsreserve.

EM/TRI in Frankrijk
De verschillende Versterkings- en opleidingscentra vormen de hoofdmoot van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk met ongeveer 76.000 man waarvan 30.000 rekruten van de klas ’40. De eenheden zijn verspreid over zeven Franse departementen (les Landes, les Basses-Pyrénées, le Gers, la Haute-Garonne, l’Aude, l’Hérault en le Gard).

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI tracht de essentiële diensten voor de TRI zo snel mogelijk op te starten. De volgende overeenkomsten worden gemaakt:

  • de Belgische militairen zullen het Franse militaire rantsoen ontvangen, maar de EM/TRI duidt op de noodzaak om de gebruikelijke wijn uit het rantsoen te halen
  • de TRI mag voorlopig de soldij in Belgische Frank blijven uitbetalen
  • het Belgische leger in Zuid-Frankrijk kan geen militaire opeisingen uitvoeren; officieren dienen dan ook voorlopig zelf hun logementkosten te dekken uit hun marsvergoeding
  • in afwachting van het op gang komen van een normale bedeling van uniformen en materieel, dienen de eenheden van de TRI uit hun reservevoorraden te putten
  • elk van de VOC’s ontvangt een lijst van burgerhospitalen die gebruikt kunnen worden voor de opname van zieke en gewonde militairen in afwachting van het operationeel worden van de gezondheidsdienst van de TRI

EM/TRI in Frankrijk
De Franse militaire overheden besluiten om niet te voldoen aan het verzoek van de Belgen om de VOC’s van alle levensmiddelen te voorzien. De Fransen zullen alleen brood en kleine etenswaren (koffie, suiker, specerijen, enz…) leveren. De EM/TRI dient zelf in te staan voor de ravitaillering aan vlees en groenten. De VOC’s dienen de nodige aankopen te verrichten blij plaatselijke groothandelaars. Geneesheer 1ste Kapitein Govaerts, chef van de gezondheidsdienst van de TRI, raadt alle eenheden aan om in de mate van het mogelijke hun militairen tegen tyfus te vaccineren.

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI meldt aan het Ministerie van Landsverdediging te Poitiers dat het nog niet over een intendant beschikt. De TRI mogen vanaf nu ook zelf militaire opeisingen onder Franse rechtsregels uitvoeren voor wat betreft:

  • kantonnementen en logementen
  • medische zorgen te verstrekken aan gewone en zieke militairen
  • dringende transporten over de baan
  • uitzonderlijke bevoorrading met levensmiddelen van detachementen die op geïsoleerde plaatsen verblijven

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier voert een reorganisatie door waarbij hij het 5VOC en het VOC/ChA laat onderbrengen in één groepering onder bevel van Generaal-majoor Lecrique. Hetzelfde gebeurt met het 3VOC en 4VOC die zich beiden in de buurt van Toulouse bevinden en die in een groepering worden ondergebracht onder bevel van Generaal-majoor Collinet en met het 6VOC en het VOC/Aie die onder bevel komen te staan van Generaal-majoor Coquenet.

EM/TRI in Frankrijk
Generaal-Majoor Lancksweert, Provinciecommandant van Limburg, meldt zich aan op de EM/TRI te Montpellier.

EM/TRI in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemt de Belgische regering in ballingschap in om de 7de Infanteriedivisie (7Div) terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden. Deze divisie werd in meerdere etappes van het Albertkanaal teruggetrokken tot Bretagne. Initieel wordt er aan gedacht om de 7Div op zijn originele sterkte terug te brengen. Hiervoor moet er in de eerste plaats een nieuwe stafchef divisie en twee nieuwe regimentscommandanten worden gevonden. Kol SBH Duez, commandant ad interim van de 7Div had eerder al de Minister van Landsverdediging verzocht om 4 majoors, 137 lagere officieren en 4.500 onderofficieren en manschappen naar Bretagne te sturen. Om de effectieven van deze divisie aan te vullen wordt gedacht aan de eenheden die onder bevel staan van de EM/TRI.

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier wordt op 30 mei via de Franse Legerstaf en de Commandant van de  “16ème région militaire” op de hoogte gebracht van de versterkingen die hij moet leveren aan de 7Div.  Dezelfde dag nog duidt hij de Kolonel SBH Van den Heede (regimentscommandant 61Li), en de Luitenant-kolonels Rustin (regimentscommandant 51Li) en Mary (regimentscommandant 62Li) aan om respectievelijk de functies van stafchef divisie en regimentscommandant van 2C en 2Gr uit te oefenen. Zij vertrekken nog dezelfde dag naar Bretagne.  Hij bepaalt ook de prioriteiten waar de manschappen vandaan moeten komen. In eerste instantie moeten de manschappen worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen, in tweede instantie onder de ervaren, maar meestal ook oudere, reservisten van de versterkingsbataljons van de Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s). Deze laatsten werden al die tijdens de beginfase van de oorlog naar het zuiden van Frankrijk doorgestuurd. Het is de bedoeling dat de instructiebataljons van de VOC’s, met de rekruten van de lichting 40, hun opleiding kunnen verderzetten. De VOC’s waarvan de versterkingsbataljons ten noorden van de Somme werden omsingeld en krijgsgevangen genomen, hebben geen andere keuze dan detachementen samen te stellen met jonge rekruten. Als bijkomende maatregel schrijft LtGen Wibier voor dat troepen omkaderd moeten zijn in verhouding met de geleverde effectieven en dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen actieve en reserveofficieren.

Kazerne Joffre te Montpellier waar de provoostdienst van de EM/TRI werd in ondergebracht.

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI stelt militaire regelingscommissies in plaats in de spoorwegstations van Montpellier, Béziers, Narbonne, Toulouse en Bordeaux. Hun taak bestaat er in om alle treinbewegingen van het Belgische leger in Zuid-Frankrijk te coördineren met de SNCF. Een centrale dispatching wordt opgezet in het station van Montpellier.

Een groep van 60 rijkswachters en 80 hulprijkswachters komt aan in Montpellier om er vanaf 1 juni de provoostdienst van het EM/TRI te vormen. De wordt gekazerneerd in de kazerne Joffre in Montpellier en staat initieel onder bevel van Adjudant Mélis tot wanneer hij wordt afgelost door Luitenant Nicolas voormalig districtscommandant van Bastogne.

2 juni

EM/TRI in Frankrijk
In samenspraak met de legerleiding wordt de slagorde bepaald voor de nieuwe divisies die het Belgische leger hoopt op te richten.  Deze divisies zullen 2 infanterieregimenten tellen van elk 3 bataljons, 1 artillerieregiment van 2 groepen, 1 geniecompagnie, 1 transmissiecompagnie, 1 anti-tankcompagnie met Frans 25mm geschut, 1 logistieke compagnie en tenslotte 1 medische compagnie.

Er wordt snel gereageerd op de oproep van de 7Div om versterkingen naar Bretagne te sturen. Ook de commandant van de “16ème région militaire” heeft zijn werk gedaan om de treinen die de manschappen naar Bretagne moeten brengen onmiddellijk beschikbaar te maken. De eerste treinen met versterkingen voor de 7Div verlaten op 2 juni al het zuiden van Frankrijk en zetten koers naar het station van Ploërmel in Bretagne. Volgende detachementen vertrekken vanuit de verschillende VOC’s:

  • op 2 juni vertrekt het detachement van het 6VOC onder bevel van Majoor Currinckx vanuit Capendu. Het detachement bestaat uit II/59Li (13 officieren en 550 onderofficieren en soldaten), II/4C (16 Offr en 1.000 OOffr en Sdt) en II/4Gr (14 Offr en 561 OOffr en Sdt).
  • op 2 juni vertrekt het detachement van het VOC ChA onder bevel van Cdt Lemercier vanuit Pont-Saint-Esprit. Het detachement wordt volledig geleverd door II/7ChA een gemengd versterkings- en instructiebataljon (18 officieren en 600 OOffr en Sdt).
  • op 2 juni vertrekt een klein detachement van het 5VOC onder bevel van Majoor De Vleeschouwer. Het detachement bestaat uit 26 Offr van het 11J.
  • op 3 juni vertrekt het detachement van het 1VOC onder bevel van Majoor Vanderghinste vanuit Montpaon. Het detachement bestaat uit I/54Li (20 Offr en 961 OOffr en Sdt) en I/53Li (10 Offr en 800 OOffr en Sdt).
  • op 3 juni vertrekt het detachement van het 2VOC onder bevel van Majoor Verschueren uit Cigean bestaande uit het II/56Li (5 Offr en 409 OOffr en Sdt)
  • op 3 juni vertrekt een detachement van het VOC Aie uit Limoux bestaande uit 17 Offr en 370 OOffr en Sdt van 2/III/31A, getraind in het gebruik van 75mm kanonnen.

Al deze detachementen komen vanaf 4 juni druppelsgewijs toe te Ploërmel. In totaal hebben de Versterkings- en Opleidingstroepen (TRI) 4 majoors, 140 officieren en 5.200 onderofficieren en manschappen in versterking gestuurd. Dit aantal wordt nog aangevuld door van hun eenheid geïsoleerde militairen die op eigen initiatief in Zuid-Frankrijk zijn terechtgekomen. 

Het Ministerie van Landsverdediging vraagt aan de EM/TRI om te bepalen in welke mate de TRI inzetbare militairen kunnen leveren na de geleverde versterkingen voor de 7Div. Luitenant-generaal Wibier antwoord dat:

  • in het gros van de instructiebataljons de rekruten van de klas 40 gemiddeld twee en een halve maand onder de wapens zijn
  • er slechts enkele honderden infanteristen en een 6.000-tal artilleristen en geniesoldaten van de klas 40 inzetbaar kunnen geacht worden
  • de TRI slechts over ongeveer 11.000 geweren en karabijnen beschikken

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier ontvangt de bevestiging dat het VOC/Lu aan de TRI onttrokken wordt en de militaire luchtvaart in Frankrijk als zelfstandig organisme zal opereren.
De EM/TRI draait eindelijk op volle kracht. De staf vaardigt op 3 juni zijn eerste Dagelijks Order uit. Zo wordt onder andere aan de eenheden verzocht om:

  • op zoek te gaan naar de locatie van de uit Brugge geëvacueerde archieven van de historische dienst van de krijgsmacht
  • een lijst aan te leggen van de leerlingen van de cadettenscholen van Namen en Saffraanberg
  • een lijst aan te leggen van militairen uit de Oostkantons, die inmiddels als Duits grondgebied bij het Reich ingelijfd werden

4 juni 1940

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier gaat in op een Frans verzoek om 20.000 Belgische militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. De VOC’s krijgen de uitdrukkelijke richtlijn om per compagnie slechts 3 officieren te voorzien en daarbij de officieren uit te kiezen die het minst geschikt zijn om het veldleger te vervoegen. De vierde compagnie dient aan een onderofficier toevertrouwd te worden. Gebrevetteerde instructeurs moeten in de mate van het mogelijke ontzien worden. Elke bataljonsstaf dient één arts en één officier van de administratie te omvatten. De eenheden worden niet bewapend. In een eerste bevel worden 13 bataljons samengesteld die elk zullen bestaan uit 4 compagnies van 250 militairen:

  • 3VOC en 4VOC: 2 bataljons versterking
  • 5VOC en VOC/ChA: 5 bataljons versterking
  • VOC/Lichte Troepen: 1 bataljon versterking
  • VOC/Gn: 2 bataljons versterking

Luitenant-generaal Wibier wil duidelijk zijn rekruten van de klas 40 behouden. De EM/TRI ontvangt van het Ministerie van Landsverdediging de som van 7.000.000 Belgische Frank. Het geld wordt cash afgeleverd door 1ste Kapitein Brohier en dient om de onkosten van de TRI te dekken. Luitenant-generaal Wibier moet echter vaststellen dat de Franse banken geen Belgische biljetten meer willen omwisselen en kan dan ook niets met de centen aanvangen.

6 juni 1940.

EM/TRI in Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren. Van de te leveren manschappen dienen er 16.000 aangeduid te worden door de EM/TRI. De EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten en de opleiding van de jonge rekruten stil te leggen. Onder Franse druk wordt het aantal werkbataljons nog uitgebreid met volgende eenheden:

  • De VOC’s zullen 18 bataljons van telkens 4 compagnies met 200 rekruten van de klas 40 voorzien. Elke compagnie zal omkaderd worden door twee officieren en twee onderofficieren. Telkens één peloton per compagnie zal zijn persoonlijke bewapening meenemen, met een dotatie van 60 patronen per militair.
  • Er zullen ook 6 bataljons van telkens 4 compagnies met 250 oudere reservisten samengesteld worden. Ook deze compagnies krijgen de zelfde omkadering, maar zullen nog steeds onbewapend zijn.

In de komende dagen zal dit aantal nog uitgebreid worden zodat uiteindelijk het equivalent van 34 bataljons zal aangeduid worden voor deze opdracht. Wibier voorziet dat zijn manschappen binnen de twee weken terug zullen zijn van deze opdracht. In totaal zullen ongeveer 31.000 militairen naar het noorden vertrekken, zonder duidelijke instructies of bestemming en niet voorzien van de nodige logistieke steun. De militairen dienen rantsoenen voor vier dagen mee te nemen en vertrekken in veldtenue zonder bepakking, met slechts één deken. De officieren betaalmeesters krijgen een voorschot van slechts 50 Belgische Frank per militair mee om vanaf de vierde dag ter plekke levensmiddelen aan te kopen. Deze zware nalatigheid of naïviteit zal zeer grote gevolgen hebben voor de TRI.

De EM/TRI verstuurd het Dagelijks Order nr 2 naar zijn eenheden. Hieruit blijken enkele van de vele uitdagingen waarmee de Belgen te kampen hebben bij het organiseren van het militaire leven in Frankrijk:

  • de bevelhebbers van de legerdepots krijgen een laatste waarschuwing om alle aanvragen voor materieel via de militaire keten te versturen en de hiërarchie niet te doorbreken
  • alle in Frankrijk aanwezige militairen die medisch ongeschikt zijn voor de dienst, dienen gedemobiliseerd te worden en beschouwd te worden als civiele vluchtelingen
  • het versturen van geïllustreerde prentkaarten naar België wordt omwille van de militaire veiligheid verboden
  • de VOC’s dienen hun personeel onderricht te geven in de Franse graadkentekens en moeten hun militairen er op wijzen dat de groetplicht eveneens ten overstaande van Franse militairen geldt
  • alle aanvragen voor medisch materieel en medicijnen zullen omwille van de penibele bevoorradingssituatie via de EM/TRI verlopen, dat eveneens de goederen zal ontvangen en verdelen
  • er wordt een recept verspreid voor het aanmaken van een gepaste oplossing voor het uitroken van de kantonnementen tegen vliegen en andere insecten
  • militairen die gearresteerd worden voor ernstige vergrijpen tegen de krijgstucht dienen doorgestuurd te worden naar het militaire auditoraat te Montpellier
  • alle eenheden worden er aan herinnerd om zo zuinig mogelijk om te springen met hun papiervoorraad: alleen bij hoge uitzondering mag van recto-verso afgeweken worden

De eerste Bataljons Werkkrachten verlaten kun kantonnementen voor de verplaatsing naar het noorden. Het vertrekt van deze eenheden zal plaatsvinden tussen 6 en 10 juni 1940.

EM/TRI in Frankrijk
Bij de 7Div verloopt de integratie van de versterkingen moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om in de schoot van de divisie de drie regimenten behoorlijk te reorganiseren. Generaal-majoor Van Daele, geeft te kennen dat hij niet opgezet is met de gestuurde versterkingen. Hij gaat niet akkoord met de beslissing die LtGen Wibier op 30 mei heeft genomen om in eerste prioriteit beroep te doen op de bataljons versterking van de VOC’s om de 7Div aan te vullen. Hij heeft zijn twijfels over de motivatie van de oudere militairen van de bataljons versterking en weigert de ongeveer 2.400 militairen van II/7ChA, II/4C, II/4Gr, II/56Li en II/59Li in zijn rangen op te nemen. Hij vraagt aan de EM/TRI om de afgewezen militairen te vervangen door jonge rekruten van de Instructiebataljons. Hieraan kan door de EM/TRI echter geen gevolg meer worden gegeven omdat ondertussen de bataljons instructie werden aangeduid voor het leveren van extra werkbataljons ten behoeve van het Franse leger en naar de regio rond Parijs werden gestuurd

Ondertussen wordt het Dagelijks Order nr 3 verzonden naar de eenheden van de TRI:

  • elke groep civiele vluchtelingen uit ons land dient uitgekamd te worden: mannen tussen de 19 en 35 jaar oud moeten doorgestuurd worden naar een Compagnie Arbeiders van de Recruteringsreserve, terwijl jongeren tussen de 16 en 18 jaar oud van wie de ouders zich niet ten zuiden van de Loire bevinden, opgenomen moeten worden in de dichtstbijzijnde Compagnie Jeugd
  • de VOC’s worden er aan herinnerd dat er steeds een officier van wacht dient aanwezig te zijn op hun staven
  • in noodgeval mogen de VOC’s ook gebruik maken van het eigen telefoonnet van de Franse Gendarmerie
  • de Belgische gezondheidsdienst te Montpellier zal geen ambulances meer uitsturen voor het verplaatsen van een enkele zieke
  • omwille van het grote aantal besmettingsgevallen, is het de Belgische militairen verboden om nog langer ijsroom of zeevruchten te nuttigen
  • alle kaderleden dienen het alcoholverbruik ten stelligste te ontraden en moeten de troep er aan herinneren dat de plaatselijke bevolking alleen met water aangelengde wijn drinkt en dit voorbeeld dient gevolgd te worden
  • de eenheden dienen hun militairen te onderrichten in de herkenning van vliegtuigen en moeten tegen 15 juni het nodige lesmaterieel aanvragen
  • alle leerling-piloten die nog zonder opdracht in onderhoud zijn van de VOC’s moeten onmiddellijk naar de vliegbasis van Cazaux doorgestuurd worden
  • bij gebrek aan benzineblikken mag op het depot van Pont-Saint-Esprit brandstof afgehaald worden in houten vaten en andere geschikte recipiënten

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI verstuurt Dagelijks order nr4:

  • alle militairen dienen ten allen tijde binnen de grenzen van hun kantonnement te blijven; wie zich elders bevindt zonder marsbevel, wordt gestraft
  • alle telegraaftaxen zullen voortaan betaald worden door het Ministerie van Landsverdediging
  • elke eenheid zal een hoeveelheid Franse opeisingsbons ontvangen om zelfstandig de nodige goederen te kunnen opvorderen
  • de VOC’s dienen op zoek te gaan naar terreinen die geschikt zijn voor het aanleggen van schietstanden voor kleine bewapening, tot en met het C47 anti-tankkanon
  • de EM/TRI zal op verzoek het nodige materieel level voor het herstellen van schoeisel
  • de VOC’s worden aangemoedigd om moestuinen te laten aanleggen door hun militairen; de EM/TRI verspreid een lijst van leveranciers van zaden en plantgoed
  • de weinige beschikbare voertuigen mogen alleen voor de dienst gebruikt worden; officieren worden er aan herinnerd dat verplaatsingen van en naar het restaurant en het logement geen dienstredenen zijn
  • alle eenheden die nog over militaire vrachtwagens van het type GMC en FN63 RMT beschikken, moeten dit melden aan de EM/TRI
  • de VOC’s dienen een nauwkeurige inventaris van de diverse allocaties van de voertuigen, paardenwagens en fietsen bij de houden

Kolonel Carton, chef van het 3de Bureau (Personeel) van de EM/TRI (naoorlogse foto).

De laatste Bataljons Werkkrachten reizen af uit hun kantonnementen en verplaatsen zich naar de streek van de Seine en de Marne voor hun opdrachten ten behoeve van het Franse leger. Sinds 4 juni is de situatie op het terrein echter drastisch gewijzigd. De snelle Duitse opmars maakt dat de Franse plannen om een tweede verdedigingsechelon uit te bouwen langsheen deze beide rivieren al achterhaald zijn. Aan het Franse front heerst de grootse chaos. Diverse Belgische eenheden komen aan op hun bestemming zonder contact te maken met hun Franse opdrachtgevers of krijgen onduidelijke instructies. De Franse intendance is niet in staat om onze bataljons te bevoorraden. Op diverse locaties vallen de werkkrachten ten prooi aan de Luftwaffe of worden onze militairen overrompeld door het Duitse grondoffensief. Talrijke militairen worden gevangen genomen of zullen verdwalen. Het avontuur zal de TRI helaas ook naar schatting 55 dodelijke slachtoffers kosten. De verliezen zullen oplopen tot ongeveer 18.500 militairen. De ellende zal aanhouden tot 19 juni en zal leiden tot een grondige reorganisatie van de TRI.

De toestand verbetert er niet op wanneer Italië op 10 juni de oorlog verklaart aan Frankrijk. Met de opening van een tweede front in de Franse Alpen komen de vijandelijkheden snel dichterbij, vooral voor het 5VOC en het VOC/ChA die zich respectievelijk in Bagnols-sur-Cèze en Point-Saint-Esprit bevinden. Op dat ogenblik vervangt generaal Lambert de Generaal-majoor Lecrique als groeperingscommandant aangezien deze laatste door ziekte in de onmogelijkheid is om het bevel nog te voeren.

EM/TRI in Frankrijk
Generaal-majoor Lambert wordt op 11 juni een eerste keer gepolst door de lokale Franse militaire autoriteiten om een bataljon ter beschikking te stellen ter verdediging van de Rhône vallei.

EM/TRI in Frankrijk
De Fransen vragen nu, bij hoofde van Générale de l’Armée Dossche, formeel de steun van de groepering 5VOC – VOC/ChA voor de verdediging van de Franse Alpen. Dit creëert een delicate situatie aangezien België niet in oorlog is met Italië en de Belgische troepen niet zomaar aan de zijde van de Fransen kunnen meestrijden. De vraag wordt via de EM/TRI doorgestuurd naar de Luitenant-generaal Denis die formeel weigert op het verzoek in te gaan.

EM/TRI in Frankrijk
De Franse regering valt. Eerste minister Paul Raynaud neemt ontslag en wordt vervangen door Maarschalk Philippe Pétain die zijn intentie bekend maakt om een wapenstilstand te sluiten met de Nazi’s. De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Henri Denis, zit te Poitiers een vergadering voor met de protagonisten van het Belgische leger in Frankrijk: Luitenant-generaal Wibier, Generaal-majoor Van Daele (commandant 7de Infanteriedivisie), Luitenant-generaal de Selliers de Moranville (commandant Rekruteringsreserve) en Luitenant-generaal Pouleur (commandant 2de Militaire Circonscriptie en inspecteur generaal troepen van het achtergebied). De militaire leiders besluiten na een diepgaande discussie dat een evacuatie van de Belgische militairen uit Frankrijk geen realistisch plan is en dat de enige optie er in bestaat om het lot van het Franse leger te delen.

EM/TRI in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier beweert slechts na de vergadering op de hoogte gebracht te zijn van het Franse voornemen tot capitulatie. Wibier is er van overtuigd dat de Duitse opmars zich nog enkele dagen zal voortzetten en de Belgische kantonnementen in de Rhône vallei alsnog zou kunnen bereiken. De generaal keert terug naar Montpellier. 

EM/TRI in Frankrijk
Te Poitiers besluit de kern van de Belgische regering na een dag van hevige discussie om toch het Franse grondgebied te verlaten en naar Londen uit te wijken. Luitenant-generaal Wibier geeft, zonder verdere consultatie met de Minister van Landsverdediging noch met de regering, volgende orders aan Generaal-majoor Lambert:

  • verbod om samen met de Fransen deel te nemen aan militaire operaties tegen de Italianen;
  • verhuis van de de groepering 5VOC – VOC/ChA, die zich op de vorderingsassen van de Duitsers bevinden, naar de hoogtes (Lussan) ten westen van Pont-Saint-Esprit en Bagnols-sur-Cèze
  • waar nodig verdediging van de kantonnementen zelfs indien dit leidt tot enkele verliezen.

EM/TRI in Frankrijk
De laatste Bataljons Werkkrachten keren terug van hun opdracht in het midden van Frankrijk. Het wordt duidelijk dat de inzet van de werkbataljons uitdraaide op een complete mislukking. Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. De terugkeer van de werkbataljons naar Zuid-Frankrijk verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen. De EM/TRI is een belangrijk deel van zijn effectief kwijt. Luitenant-generaal Wibier maakt het bilan op. Bij de opdracht sneuvelden 5 officieren, 1 onderofficier en 49 manschappen. Met zieken, gewonden, krijgsgevangenen en verdwaalde militairen lopen de verliezen op tot maar liefst 18.500. De VOC’s moeten dan ook gereorganiseerd worden en dienen hun slagorde aan te passen aan de nieuwe realiteit. Daarnaast heeft het moreel van de overgebleven troepen een fikse deuk gekregen. De Franse nederlaag, de mislukte opdracht van de militaire werkbataljons en het onduidelijke lot van onze krijgsmacht in Frankrijk zorgen er voor dat de motivatie bij velen verdwijnt.

EM/TRI in Frankrijk
Overtuigd van de nakende aankomst van de Duitse troepen binnen de Belgische kantonnementszone, laat Luitenant-generaal Wibier de VOC’s weten dat alle vertrouwelijke en geheime documenten vernietigd mogen worden.

EM/TRI in Frankrijk
De eerste eenheden van de TRI staken vanaf 23 juni de opleiding van de Belgische militairen in Frankrijk. De EM/TRI zal alsnog vragen om de instructie verder te zetten, in het bijzonder binnen de Schoolcompagnies waar nog examens voor de nieuwe kaderleden dienen afgenomen te worden. De laatste examens zullen op 4 augustus plaats vinden binnen het 6VOC.

EM/TRI in Frankrijk
In Frankrijk wordt een dag van nationale rouw afgekondigd om de slachtoffers van de Duitse inval te herdenken. De EM/TRI vraagt aan de VOC’s om dit in acht te nemen en waar mogelijk deel te nemen aan de plechtigheden. Te Bordeaux neemt het Ministerie van Landsverdediging inmiddels een eerste keer contact op met de Duitse bezetter om over de mogelijke terugkeer van de Belgische militairen te onderhandelen. Aanvankelijk komt het niet tot een akkoord.

EM/TRI in Frankrijk
De naar Londen uitgeweken Belgische regering laat bij monde van eerste minister Hubert Pierlot weten dat “de kwestie van de naar Frankrijk uitgeweken burgers en militairen ook in Frankrijk dient geregeld te worden”. Hiermee verbreekt de Belgische regering definitief de verbinding met het in Frankrijk verblijvende deel van ons leger en lijkt de enige uitweg uit een terugkeer naar ons land of de krijgsgevangenschap te bestaan.

EM/TRI in Frankrijk
De slagorde van de TRI is op 4 juli herleid tot [3]:

  • EM/TRI: Montpellier
  • 2de Versterkings- en Opleidingscentrum: Montpellier
    • 52ste Linieregiment: Clermont l’Herault
    • Regiment Hulptroepen: Grabels
    • Opleidingscentrum van de Gezondheidsdienst: Aniane
    • Opleidingscentrum van de Militaire Luchtvaart: Fabrègues
    • Tuchtcompagnie: Saint-Jean-de-Fos
  • 3de Versterkings- en Opleidingscentrum: Grenade
    • 51ste Linieregiment: Lévignac
    • 62ste Linieregiment: Grenade
  • 4de Versterkings- en Opleidingscentrum: L’Isle-Jourdain
    • 57ste Linieregiment: L’Isle-Jourdain
    • 61ste Linieregiment: Marestaing
  • 5de Versterkings- en Opleidingscentrum: Bagnols-sur-Cèze
    • 10de Regiment Jagers te Voet: Saint-Pons-la-Calm
    • 11de Regiment Jagers te Voet: Saint-Laurent-de-Carnols
  • 6de Versterkings- en Opleidingscentrum: Laredorte
    • 59ste Linieregiment: Rieux
    • 4de Regiment Karabiniers: Moux
    • 4de Regiment Grenadiers: Laure
  • Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers: Pont-Saint-Esprit
    • 7de Regiment Ardeense Jagers: Pont-Saint-Esprit
    • 1ste Regiment Hulptroepen: Gervais
  • Versterkings- en Opleidingscentrum Lichte Troepen: Lunel
    • 5de Regiment Karabiniers-Wielrijders: Lunel
    • 7de Gemotoriseerd Regiment: Lunel
  • Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie: Limoux
    • Regiment Artillerie: Pomas
    • 3de Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen: Verzeille
    • Regiment Hulptroepen: Quillan
  • Versterkings- en Opleidingscentrum Genie: Castries
    • 40ste Regiment Genie: Saint-Pauzille-du-Putois
    • 40ste Regiment Transmissietroepen: Castries
    • IVde Bataljon Spoorwegtroepen: Ganges
    • 5de Compagnie Pontonniers: Boisseron
    • 1ste Regiment Versterking Gn: Saint-Drézery
  • Versterkings- en Opleidingscentrum Transportkorps: Saint-André-de-Sangonis
    • 1ste Transportkorps: Saint-André-de-Sangonis

EM/TRI in Frankrijk
De EM/TRI laat weten aan de Inspecteur Generaal van de troepen dat de TRI nog zo’n 2.400 officieren en 57.000 onderofficieren en soldaten  tellen. De bevoorradingssituatie is bijzonder moeilijk geworden door de ontmanteling van de Franse intendance. De EM/TRI heeft een missie naar Marseille uitgestuurd om te proberen 50 ton aardappelen aan te kopen en wil de eigen broodproductie van het Belgische leger verder opdrijven. Verder wordt gemeld dat het moreel onder de troepen bijzonder slecht is. Dagelijks wordt door de manschappen gemanifesteerd en alleen bij het 5VOC en het VOC/ChA is de situatie nog min of meer onder controle [4]. 

EM/TRI in Frankrijk
Het Ministerie van Landsverdediging stuurt een militaire missie naar ons land om de terugkeer van de Belgische militairen naar België te regelen. De hoofdrolspelers van deze missie zijn Luitenant-generaal Van Daele, commandant van de 7de Infanteriedivisie, en Kolonel SBH Goethals, commandant van 20A.

EM/TRI in Frankrijk
Te Brussel ontmoet Luitenant-generaal Van Dale de koning Leopold III en zijn persoonlijke raadgever Generaal-majoor Van Overstraeten. Die zelfde dag vindt een vergadering plaats tussen Kolonel SBH Goethals en de Duitse militaire bevelhebber voor ons land, Generaal von Falkenhausen. Er wordt bepaald dat de terugkeer naar ons land eerst zal geschieden voor de 7de Infanteriedivisie, vervolgens voor de Rekruteringsreserve en tenslotte voor de Versterkings-en Opleidingscentra. De Duitsers zullen de onze troepen de nodige steun verlenen voor de terugkeer en zullen garanderen dat de demarcatielijn die het bezette deel van Frankrijk afscheidt van het vrije zuiden van het land zonder problemen kan overgestoken worden. Tot 25 augustus kan dit ook daadwerkelijk zo gebeuren.

EM/TRI in Frankrijk
Het Ministerie van Landsverdediging laat weten aan de EM/TRI dat de eerste treinen met terugkerende militairen van de de TRI op 1 augustus 1940 mogen vertrekken.

EM/TRI in Frankrijk
De Franse Generale Staf (Etat-major des Armées – EMA) beveelt de ontwapening van alle Belgische eenheden in Frankrijk. Wapens en munitie dienen ingeleverd te worden in door Belgische militairen bewaakte depots. De officieren mogen hun persoonlijk wapen behouden. Dit bevel wordt per nota aan LtGen Wibier overgemaakt door de Franse Luitenant-generaal Sciard, bevelhebber van de 17e Région Militaire [5]

EM/TRI in Frankrijk
Het Belgische plaatscommando te Narbonne wordt gesloten. De staf en de Compagnie Administratie worden voor de repatriëring naar ons land aangehecht bij het 6VOC.

De demarcatielijn vormde de grens tussen het bezette en niet-bezette deel van Frankrijk.

EM/TRI in Frankrijk
De Duitse troepen langsheen de demarcatielijn die het vrije zuiden van Frankrijk scheidt van het bezette noorden krijgen instructies om vanaf nu alle Belgische militairen die zich aanbieden onmiddellijk krijgsgevangen te maken. Tot 31 augustus wordt deze maatregel niet consequent toegepast.

EM/TRI in Frankrijk
Een laatste detachement van de EM/TRI bestaande uit 33 officieren en 41 manschappen verlaat Montpellier. Luitenant-generaal Wibier blijft alleen achter in Frankrijk en zal hier een vrij en rustig leven leiden. In juni 1942 zal de generaal ongestoord de demarcatielijn kunnen oversteken en naar ons land kunnen terugkeren. Zijn staf wordt echter op 31 augustus 1940 krijgsgevangen gemaakt. Na de oorlog ontstaat dan ook het vermoeden dat Wibier vooraf op de hoogte was van het lot van zijn staf.

EM/TRI in Frankrijk
Vanaf deze datum worden alle Belgische militairen die nog naar ons land willen terugkeren door de Duitsers stante pede naar de krijgsgevangenkampen doorgestuurd. De bezetter onderschept deze militairen in de meeste gevallen bij de oversteek van de demarcatielijn die het bezette van het niet-bezette deel van Frankrijk scheidt. De allerlaatste trein van de TRI keert op 9 september 1940 terug naar ons land. Ook deze militairen gaan de gevangenschap in.

Na de capitulatie

EM/TRI in Frankrijk
Er blijft nog een achterwacht in het zuiden van Frankrijk bestaan die tot februari 1941 een reeks depots voor bewapening, voertuigen en materieel zal beheren. De Duitsers behelpen zich op regelmatige wijze aan Belgische legeruitrusting en tegen medio 1941 is er van het Belgische leger in Zuid-Frankrijk geen spoor meer.

Slachtoffers

Geen gesneuvelden bekend.

Bibliografie en Bronnen

  1. Er werd voor deze website geopteerd om de Franstalige afkorting “EM/TRI” te gebruiken voor de “Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen” omdat in het volledige archief van defensie nergens een correcte Nederlandstalige afkorting werd gevonden. Wie documenten wenst te zoeken in het archief is meer gebaat bij de afkorting EM/TRI die in zeer veel archiefstukken terug te vinden is.
  2. Achtergrondinformatie bij het Sint-Annakasteel [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Ch%C3%A2teau_Sainte-Anne [Laatst geraadpleegd 18 april 2017].
  3. Nota nr 3834/636 van 4 juli 1940 geeft een samenvatting van de locaties waar de verschillende ondereenheden van de TRI zich bevinden in het zuiden van Frankrijk. Deze nota bevindt zich in het dossier EM/TRI bij Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  4. Nota nr 5153/907 van 18 juli 1940, opgesteld door de EM/TRI en gericht aan de Inspecteur Generaal van de Troepen waarin een overzicht wordt gegeven van de toestand binnen de eenheden onder bevel van de EM/TRI. Deze nota bevindt zich in het dossier EM/TRI bij Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  5. Franse nota van 4 augustus 1940 verzonden door de staf van de 17e Région Militaire, ondertekend door de Franse LtGen Sciard met de richtlijnen voor de ontwapening van de Belgische militairen in Zuid-Frankrijk. Deze nota bevindt zich in het dossier EM/TRI bij Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  6. Dossier EM/TRI, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Dit dossier bevat een groot aantal nota’s, richtlijnen en telegrammen die destijds door de EM/TRI werden opgesteld en verstuurd.
  7. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994.
  8. Europe in Exile: European Exile Communities in Britain, 1940-1945, door Martin Conway en José Gotovich, uitgeverij Berghahn Books, 2001