Reglementaire benaming | 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders | 2ème Régiment de Carabiniers-Cyclistes | 2Cy | |
Type | Licht infanterieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Onderdeel van | 2de Cavaleriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel SBH Albert Mersch | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant G. Vermandel | |
Standplaats | Demer/Gete-Stelling Ondersector Halen – Oplinter Commandopost in het kasteel te Kortenaken |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Georges Doneux) | 1ste Compagnie Wielrijders (Cdt L. Severin) 2de Compagnie Wielrijders (Lt M. Chevalier) 3de Compagnie Wielrijders (Lt L. Martin) |
II Bataljon (Majoor P. Devaux) | 4de Compagnie Wielrijders (Cdt A. Georges) 5de Compagnie Wielrijders (Cdt G. Denève) 6de Compagnie Wielrijders (Cdt Emile Opalvens) |
|
7de Compagnie C47 Anti-tankkanonnen (Lt G. Beekkers) Stafcompagnie (Lt R. François) |
Het 2de Regiment Carabiniers-Wielrijders was een regiment van het actieve leger dat in vredestijd over drie standplaatsen verdeeld was: de staf en het IIde Bataljon waren ingekwartierd te Eupen, het Iste Bataljon te Malmédy en de Compagnie C47 te Verviers.
Het regiment werd op 25 augustus 1939 gemobiliseerd. De miliciens van de klas 39 die op dat ogenblik in actieve dienst waren, werden toegewezen aan twee detachementen bestaande uit elk drie pelotons aangevuld met één sectie anti-tankkanonnen voor het surveilleren van de oostgrens van uit alarmkantonnementen te Jalhay en Stavelot-Francorchamps. De actieve kaderleden die toegewezen waren aan het ontdubbelingsregiment 4Cy vertrokken naar de mobilisatieplaats van deze laatste eenheid te Leuven. De reservisten van de klassen 37 en 38 toegewezen aan het 2Cy werden gemobiliseerd te Thier nabij Luik. Uit deze fractie werden de overige pelotons samengesteld.
De eerste zes maanden van de mobilisatie was het regiment met zijn klas 37 en 38 opgesteld langsheen de Ourthe, terwijl de detachementen met de klas 39 de grensbewakingsopdracht bleven vervullen. Op 1 mei 1940 werd het 2Cy afgelost door het 4Cy. Het regiment vertrok naar de Demer/Gete-Stelling.
Aan de vooravond van de Duitse inval strekken de posities van het 2Cy zich uit van Halen tot en met de molen van Oplinter. Ten noorden van het regiment bevinden zich geen Belgische troepen, maar worden de posities gedekt door een reeks kunstmatige overstromingen die op de Demer aangelegd werden. De commandopost van het regiment staat opgesteld in het kasteel van Kortenaken. Het II/2Cy bewaakt de rivieroever van Halen tot de noordrand van Budingen. Het I/2Cy vervolgt de stellingen van Budingen tot de molen van Oplinter. Vanaf Oplinter tot Bost beschermt het 4de Regiment Lansiers (4L) de stad Tienen. Het regiment wordt versterkt door twee pelotons luchtafweermitrailleurs van de 2de Cavaleriedivisie. De batterijen van de IIde Groep van het 18de Regiment Artillerie (II/18A) hebben hun schootsstellingen op enige afstand achter de linies van de cyclisten en zijn op post voor het leveren van eventuele vuursteun.
De frontlinie van het regiment wordt gevormd door de Gete en strekt zich uit over een afstand van maar liefst 19Km. Het laagliggende oevergebied tussen Halen en Tielen is bijzonder drassig en vormt een voldoende barrière tegen voertuigen. In de vallei van de Gete zijn diverse kunstmatige overstromingen van geringe diepte aangelegd. Ten oosten van de dorpskern van Budingen heeft de genie een korte anti-tankgracht aangelegd om een doorstoot via de relatief drogere zone tussen Terweiden en Budingen tegen te gaan.
De uitrusting van het regiment laat enigszins te wensen over. Het 2Cy beschikt dan wel over een volledige dotatie aan militaire fietsen, maar de meeste banden zijn al enige jaren oud en behoorlijk versleten. Het wagenpark is ook niet zonder mankementen. De door Vickers in 1936 geleverde trekkers van het cavalerie-type voor het anti-tankgeschut worden beschreven als versleten.
De regimentsstaf wordt om 02u30 gealarmeerd en brengt zijn eenheden onmiddellijk op de hoogte. Het Iste bataljon wordt om 02u50 opgebeld door de staf. Een goed half uur later start de installatie op de gevechtsposities:
- De commandopost van het regiment blijft doorwerken op het kasteel te Kortenaken.
- De commandopost van het Iste bataljon bevindt zich te Budingen en zal verplaatst worden naar Drieslinter. Majoor Doneux installeert zich in een woning op de baan van Drieslinter naar Ransberg net buiten de dorpskom.
- De 1ste Compagnie stelt zijn commandopost op in de dorpskern van Oplinter.
- Het 1ste Peloton van Onderluitenant Pahaut bezet een steunpunt rond de molen van Drieslinter om de overstroming tussen de spoorlijn Tienen-Diest en de Gete in de richting van Wommersom te dekken. Het peloton is hiervoor aangevuld met een C47 anti-tankkanon en drie mitrailleurs.
- De 2de Compagnie heeft zijn commandopost op de Rotpachthoeve nabij overweg op de spoorlijn Tienen-Diest te Budingen.
- De bevoorradingsplaats voor munitie wordt opgesteld te Zuurbemde.
- De 1ste Compagnie stelt zijn commandopost op in de dorpskern van Oplinter.
- Het eerste van de beide luchtafweerpelotons staat opgesteld te Geetbets. Het andere peloton bevindt zich te Loksbergen.
- De medische hulppost van het regiment wordt te Kortenaken geopend.
- Het wagenpark wordt doorgestuurd naar de kasteelhoeve te Waanrode.
- Het levensmiddelenechelon voor de staf en de Compagnie C47 wordt naar Vroente gestuurd. Het Iste bataljon heeft zijn veldkeukens te Hoeleden nabij de Velpe. Het IIde bataljon stelt zijn veldkeukens op te Loksbergen.
- Het kerkplein van Kersbeek-Miskom wordt aangeduid als de bevoorradingsplaats van het regiment.

Het trompetterkorps van 2Cy te Eupen in 1939.
Het 2Cy telt heel wat miliciens uit het oostelijke deel van de provincie Luik in zijn rangen en zal op de eerste oorlogsdag moeten vaststellen dat een pak verlofgangers achterwege zal blijven en nooit hun regiment zullen vervoegen door de grote snelheid van de Duitse opmars.
De staf van de 2de Cavaleriedivisie beveelt dat ten alle tijde 1/3 van het personeel op post dient te blijven op de diverse steunpunten. Het overige 2/3 zal overdag gebruikt worden voor het aanleggen van veldversterkingen en mag bij nacht uitrusten. De beide bataljonsstaven dienen ook elk een peloton fuseliers te behouden in de nabijheid van de commandoposten om bij een eventuele luchtlanding tussenbeide te kunnen komen.
Op de commandopost worden omstreeks 08u00 Duitse vliegtuigen waargenomen die in de richting van Tienen vliegen. Het betreft hier de luchtaanval op het militaire vliegveld van Goetsenhoven. De regimentsstaf vraagt aan de bataljons om elk twee Maxim mitrailleurs en twee FM30 machinegeweren in luchtafweerstelling te plaatsen.
Er wordt de ganse dag druk doorgewerkt aan de stellingen. Kolonel Mersch laat de helft van de manschappen de posities bemannen, terwijl de andere helft aan het werk blijft.
In de loop van de namiddag worden parachutisten gemeld in de richting van Zoutleeuw. Het regiment stuurt twee patrouilles uit, maar die ontdekken geen Duitse militairen. In de omgeving van Wommersom stuit een patrouille op de voorhoede van de Franse dekkingstroepen die de Demer/Gete-Stelling naar het zuiden zullen verlengen door een stellingname ten zuiden van Tienen.
De regimentsstaf laat enkele wachtposten uitzetten op de oostelijke oever van de rivier nabij enkele belangrijke punten doorheen het overstromingsgebied. Zo wordt een versterkte wachtpost geplaatst nabij de samenvloeiing van de Kleine Gete en Grote Gete nabij Budingen. Een tweede wachtpost wordt uitgestuurd naar de overweg ten oosten van het station van Neerlinter op de nu verdwenen spoorlijn 22 Tienen-Diest. Ook nabij te afdamming op de rivier ten noorden van Bos wordt een schildwacht geplaatst. Tenslotte komt er een wachtpost op zo’n 200m ten zuiden van de brug van Budingen.
Vanaf de avond van 10 mei beginnen de eerste Belgische troepen die zich terugtrekken van het grensgebied en het Albertkanaal door de posities van de cyclisten te stromen om zich naar de K.W. Stelling te begeven.
Het Cavaleriekorps (CK) krijgt het bevel over de Demer/Gete-stelling, de dwarsstelling van Lummen en de sector aan het Albertkanaal ten noorden van Lummen om de aftocht van het leger naar het westen te dekken. Alle beschikbare cavalerie-eenheden zullen zo snel mogelijk naar die linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen tijdens de terugtocht van het veldleger naar de K.W. Stelling. Ten noorden van de cyclisten zal het 36ste Linieregiment in stelling gaan langs de dwarsstelling van Lummen. Ten zuiden moet het 3de Regiment Lansiers post vatten tussen de posities van het 2Cy en het 4L. Deze troepen zullen in de loop van de namiddag toekomen.
De stellingen worden aanhoudend overvlogen door Duitse toestellen. In het station van Drieslinter wordt omstreeks 11u40 een achtergelaten treinstel van het spoorweggeschut van het 5de Regiment Legerartillerie gebombardeerd door een formatie Dornier Do17 bommenwerpers. Soldaat Pierre Mommens komt om bij deze aanval. De posities van de beide pelotons luchtafweermitrailleurs worden meermaals beschoten.
De regimentsstaf laat weten dat het spoorwegstation van Rotselaar gebruikt zal worden als overlaadplaats voor levensmiddelen door het Autopeloton voor Ravitaillering van de divisietroepen. Dit zelfde peloton zal de eenheden van het regiment bevoorraden met benzine van op het kerkplein te Kapellen nabij Glabbeek.
Omstreeks 10u00 duiken enkele Britse pantserwagens op van het 12th Royal Lancers, de dekkingsmacht van de Britse 3rd Infantry Division. De Britten gaan akkoord tot samenwerking met het 2Cy en stellen twee pantserwagens op te Halen, twee te Geetbets, één te Budingen en twee bij de commandopost van het regiment te Kortenaken. De Britse lansiers zullen echter onafhankelijk blijven opereren van het Belgische leger en zullen op 13 mei op aangeven van hun eigen hoger echelon terugtrekken richting K.W. Stelling.
Het 3L komt vanaf 17u00 aan op de Demer/Gete-Stelling en start twee uur later met het opstellen van zijn manschappen langsheen de rivieroever. Het 3L wordt tussen het 4L en het 2Cy geschoven zodat de linies van de cyclisten verkort kunnen worden van Halen tot de spoorwegbrug te Drieslinter:
- Het IIde Bataljon bezet nu het kwartier van Halen tot aan de molen van Geetbets.
- De 5de Compagnie bevindt zich in het noordelijk onderkwartier van Halen tot aan de brug van Rummen (exclusief).
- De 4de Compagnie bewaakt het zuidelijk onderkwartier tussen de brug van Rummen (inclusief) tot de molen van Geetbets.
- Het gros van de compagnie is verdeeld over drie steunpunten rond de brug van Rummen.
- Aan de molen van Geetbets wordt een bruggenhoofd op de oostelijke oever van de Gete behouden onder leiding van Luitenant Techeur. Ten zuiden van dit bruggenhoofd starten de posities van het Iste Bataljon.
- De compagnie is versterkt met twee C47 anti-tankkanonnen en één peloton mitrailleurs.
- Het levensmiddelenechelon van het bataljon zal naar Loksbergen verplaatst worden.
- De commandopost van het bataljon wordt ondergebracht in de Rozenhoeve op het grondgebied van de gemeente Geetbets.
- Het Iste Bataljon concentreert zich tussen de molen van Geetbets en Drieslinter.
- De 1ste Compagnie bezet het noordelijk onderkwartier tussen de molen van Geetbets en de zuidrand van Budingen.
- De 2de Compagnie vervolgt de linies vanaf Budingen tot de spoorwegbrug te Drieslinter.
- Adjudant KROLt Donneux, OLt Pregneux, OLt Koch en Adjudant KROLt Coulon bevelen elk een steunpunt langsheen de rivier. Luitenant Thirion heeft een steunpunt achter de berm van de spoorlijn Tienen-Diest.
- De commandopost van de compagnie is opgesteld in het gehucht Terhagen.
- Het levensmiddelenechelon van het bataljon zal naar Loksbergen verplaatst worden.
- De commandopost van het bataljon wordt ondergebracht in het Roelhof, ten noordwesten van Budingen.
Tijdens de nacht van 11 op 12 mei zal de commandopost van het regiment zich verplaatsen van het kasteel van Kortnaken naar de rand van een stuk bosland even ten zuidoosten van het dorp.

Morris CS9 pantserwagen van het 12th Royal Lancers.
De eerste berichten over de nakende vijandelijke opmars bereiken het regiment in de loop van de voormiddag. Omstreeks 10u00 is het 2Cy op de hoogte van de evacuatie van Sint-Truiden door de Franse dekkingstroepen en de oversteek van de Kleine Gete te Neerlanden door Duitse verkenners. De regimentsstaf krijgt tevens te horen dat het Franse leger twee divisies koloniale Marokkaanse troepen naar de Gete stuurt, maar dit bericht blijkt niet te kloppen.
Het 1Cy heeft zich intussen van Sint-Truiden naar Tienen en de Demer/Gete-Stelling teruggetrokken. Het IIde bataljon en het gros van de C47 anti-tankkanonnen van dit regiment worden aangehecht bij het 2Cy met de opdracht om het tweede echelon van de posities te versterken. Het Iste bataljon van het 1Cy wordt doorgestuurd naar de dwarsstelling op het Albertkanaal langsheen de Winterbeek. In de late namiddag, net voor de aanvang van de verplaatsingen, zullen de beide bataljons van het 1Cy een tegenbevel ontvangen om samen aan deze dwarsstelling post te vatten.
De ondersector noord krijgt de steun van de II/18A, II/1A en IV/1A die hun batterijen te Loksbergen, Blekkom en Kortenaken ontplooien.

Duitse aanval te Drieslinter op 12 mei.
De aftocht van de Belgen doorheen de stellingen van de Cyclisten duurt voort. Over de brug van Rummen passeren onder meer detachementen van het 3Li, 7Li en 15Li, waaronder eveneens de stafgroep van dit regiment onder leiding van Kolonel Warmoes. Wanneer het 3Li en het 24Li door de Demer/Gete-Stelling trekken, wordt besloten de beide regimenten tijdelijk toe te voegen aan de 2de Cavaleriedivisie. Het 3Li en 24Li wordt respectievelijk toegewezen aan de ondersector zuid en de ondersector noord langsheen de Gete en moeten er het tweede echelon vormen. Alleen het 3Li zal ter plekke blijven.
De kleinere bruggen over de rivier worden nog voor de middag vernield. Even later worden Duitse troepen gemeld te Orsmaal en Gussenhoven. De brug te Halen wordt om 11u30 opgeblazen. Rondom 14u00 krijgen de de cyclisten het bevel om de overige bruggen over de Gete te Geetbets, Budingen en Rummen te vernielen. Binnen het hierop volgende half uur wordt contact gemaakt met de vijandelijke verkenners wanneer eenheden van de Duitse 31. Infanteriedivision de rivier bereiken te Rummen, Budingen en Drieslinter. De Luftwaffe is bijzonder actief en voert verscheidene aanvallen uit op de Belgische posities.
Het zwaartepunt van de vijandelijke aanval ontwikkelt zich nabij de spoorbrug te Drieslinter waar het omstreeks 15u30 tot een bestorming van de rivieroever komt. De troepen van het 2Cy en het 3L slagen er in om de vijand af te houden met vuursteun van de II/18A. Gelukkig blijft het tot een enkele aanval en ondernemen de aanvallers hier geen ernstige oversteekpoging meer.
Even na 20u00 worden de linies ten noorden van Budingen onder vuur genomen door Duitse mortieren en anti-tankkanonnen. De aanval ontwikkelt zich niet en tegen 21u00 wordt het opnieuw rustig.
Eveneens rond 20u00 dringt de korpscommandant van het 2Cy er op aan dat het 24Li uit zijn ondersector moet verdwijnen omdat het moreel van de infanteristen te veel te wensen overlaat. Ettelijke soldaten van het 24Li zijn immers aan het plunderen geslagen in de leegstaande huizen terwijl talrijke steunpunten en loopgrachten verlaten worden door manschappen die het oorlogsgeweld niet willen afwachten. De misnoegde commandant van de 2de Cavaleriedivisie stemt onmiddellijk in met het verzoek en beveelt het 24Li richting Leuven te vertrekken. Het 1ste Regiment Gidsen (1G) zal het tweede echelon van de ondersector noord overnemen.
De Duitsers trekken zich terug tot op enige afstand van de rivieroever en wachten versterkingen af. In de nacht van 12 op 13 mei melden verschillende detachementen dat er geluid van omvallende bomen waargenomen wordt. Het 2Cy vermoedt dat de Duitsers aan overschrijdingsmiddelen werken. Het regiment stuurt enkele patrouilles uit, maar met uitzondering van een enkele ploeg die in een vuurgevecht met vijandelijke schildwachten verzeild raakt, wordt geen contact gemaakt.
Luitenant Chevalier wordt uitgestuurd met een vernielingsploeg en slaagt er in om de spoorbrug op de lijn van Dieslinter naar Zoutleeuw op te blazen.
Het 2Cy bemant nog steeds de eerste linie van de ondersector noord langsheen de Gete. Het tweede echelon van de ondersector wordt nu bezet door het 1G. De flankwacht wordt in het noorden geleverd door het 1JP, versterkt door de wielrijders van de 1ste en 14de infanteriedivisies en het eskadron pantserwagens van het 2L.

De vernielde brug over de Velpe in de Nederstraat te Halen [1].
Te Halen, Donk, Rummen en Bos ondernemen de aanvallers regelmatig nieuwe pogingen om in de Belgische linies te infiltreren. Te Geetbets zullen enkele Duitse detachementen kunnen doordringen tot aan het eerste echelon, maar de linies blijven gelukkig intact.
Intussen stellen de Duitsers nieuwe mortieren en veldartillerie op ten oosten van Halen. Om 15u20 wordt het vuur geopend op de stad. De beschieting houdt aan tot ongeveer 20u00 wanneer een nieuwe aanval op zowel de noord- als zuidflank van de posities van de 5Cie volgt. Ook deze aanval leidt niet tot een Duitse doorbraak. Kapitein-commandant Denève raakt gewond bij een poging om een detachement van zijn compagnie van een dreigende omsingeling te ontzetten.
De Duitsers zijn er intussen in geslaagd om enkele door onze genie aangelegde dijkjes te doorbreken zodat in de loop van de avond het waterpeil van de overstromingen ten zuiden van de baan van Geetbets naar Rummen snel zal dalen en het terrein dreigt droog te vallen.
Kolonel Mersch ontvangt om 21u00 het bevel om de ondersector op te geven en zich terug te trekken onder dekking van een achterhoede gevormd door het 1G. Het Cavaleriekorps zal zich na het verlaten van de Demer/Gete-Stelling in de ruime streek rond de Zenne ten noorden van Brussel gaan reorganiseren en wordt in reserve geplaatst. Het 2Cy wordt doorgestuurd naar de kantonnementszone van de 2de Cavaleriedivisie ten westen van Mechelen en zal te Leest ingekwartierd worden. Mersch krijgt voor deze verplaatsing een marsroute opgelegd via Waanrode, Bekkevoort, Tielt-Winge, Houwaart, Wezemaal, Rotselaar, Wespelaar, Over-de-Vaart.
Om de veiligheid van de mars te verzekeren, zal het 2Cy twee achterhoeden vormen die elk versterkt worden met een C47 anti-tankkanon. Een eerste achterhoede zal opgesteld worden te Waanrode en het tweede detachement zal halt houden bij het kruisen van de steenweg Leuven-Diest te Bekkevoort.
Het wagenpark vertrekt als eerste om 23u00. De rest van het regiment verlaat zijn posities rond middernacht. De vijand is bijzonder actief en vuurt regelmatig lichtgranaten af boven de Belgische linies. Er wordt ook af en toe gevuurd. Het 2Cy kan zonder incidenten wegkomen.
2Cy
Het regiment verlaat de Demer/Gete-Stelling vanaf middernacht. Bij de overtocht van het riviertje de Velpe worden ook hier de bruggen met explosieven vernield. Vervolgens zetten de eenheden koers naar Haacht.
2de Compagnie/2Cy
Het gros van de compagnie staat tegen 02u00 verzameld op de baan van Budingen naar Drieslinter. Alleen Onderluitenant Prigneau ontbreekt, samen met het personeel van zijn steunpunt. Luitenant Chevalier duidt 1ste Sergeant Gailly aan om achterop de motorfiets van Soldaat Fyon terug te keren naar de voorste linies om het ontbrekende detachement aan te manen te vertrekken. Gailly is bijzonder angstig en weigert de opdracht te aanvaarden zodat Fyon alleen vertrekt.
2Cy
- De installatieploeg van het regiment komt aan te Leest en Hombeek en zoekt nieuwe kantonnementen voor de manschappen. Bij het Iste Bataljon worden deze als volgt uitgekozen:
- Majoor Doneux zal bij de weduwe Voet te Leest-Dorp 45 verblijven.
- De 1Cie verblijft aan de Tiendeschuurstraat. De commandopost wordt opgesteld in de woning aan nummer 5. De bevelhebber verblijft op de hoeve Dallemane.
- De 2Cie zal ondergebracht worden in de dorpskern en krijgt zijn commandopost op het gemeentehuis.
- De 3Cie krijgt zijn commandopost aan de Vinkstraat 3.

De Duitsers bouwden al snel een noodbrug over de Velpe te Halen.
Het gros van het Iste bataljon kruist om 09u00 de K.W. Stelling te Haacht, gevolgd door het IIde bataljon omstreeks 11u00. Bij het binnenrijden van Leest schouwt Kolonel Mersch zijn troepen. De regimentsstaf, het Iste Bataljon en de Compagnie C47 krijgen onderdak te Leest. Het IIde Bataljon, het 26ste Geniebataljon en twee pelotons van het Eskadron Luchtafweermitrailleurs van de 2de Cavaleriedivisie worden ingekwartierd te Hombeek.
De manschappen rusten uit van de voorbije vier dagen. Er wordt een volledig appel uitgevoerd en de slagorde wordt aangepast. Kapitein-commandant Denève is voorlopig buiten strijd en wordt afgelost door Luitenant Chevalier. Luitenant François komt over van de stafcompagnie en neemt het bevel op over de 2de compagnie. De stafcompagnie krijgt Onderluitenant Lenfant als nieuwe bevelhebber.
Eén C47 anti-tankkanon wordt overgegeven aan het 1ste Regiment Jagers te Paard zodat het regiment zijn anti-tankcompagnie herleid ziet tot vijf bruikbare vuurmonden. Er ontbreken ook een zestal zware mitrailleurs die bij de aftocht achtergelaten werden. Het overtallige personeel vertrekt via Vilvoorde, Merchtem en Aalst naar Smetlede met de belofte daar aldaar nieuwe kanonnen bekomen kunnen worden.
De volledige 2de Cavaleriedivisie is aangekomen in zijn kantonnementsgebied en de logistieke diensten worden georganiseerd. De levensmiddelen voor het 2Cy zullen dagelijks om 10u00 geleverd worden te Leest. De bestelwagen van het militaire postkantoor zal iedere dag om 10u30 de post leveren en ophalen te Hombeek. Iedere dag kunnen tussen 18u00 en 1930 aan de Hertstraat te Heffen lege benzineblikken omgewisseld worden voor volle. Elke twee dagen zal het Geneeskundig Korps van de divisie zieken en gewonden komen ophalen voor transport naar de medische hulpplaats aan de Hoogstraat te Zemst.
Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het Cavaleriekorps, heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. De ganse divisie verblijft nu in het gebied rondom de Zenne ten noorden van Brussel. Het is overduidelijk dat de eenheden aan een dringende reorganisatie toe zijn door de talrijke verliezen tijdens de eerste vijf oorlogsdagen. Met uitzondering van het 1G worden alle cavalerieregimenten herleid tot één enkele groep, aangevuld met elementen uit de overige eskadrons. Alle manschappen die na deze herschikking overblijven zullen onder leiding van Generaal-Majoor Ninitte naar Frankrijk gestuurd worden voor verdere reorganisatie en versterking. De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt opgeheven. Het 4L gaat naar de 1ste Cavaleriedivisie. Het 2G over naar de 2de Cavaleriedivisie.
De cyclisten blijven die dag te Leest en Hombeek. Generaal-majoor Beernaerts, commandant van de 2de Cavaleriedivisie, bezoekt het kantonnement.
Even voor de middag krijgt de 2de cavaleriedivisie de waarschuwing dat tijdens de nacht van 15 op 16 mei de divisie zich verder van de K.W. Stelling dient te verwijderen en zo’n 50 Km westwaarts moet. Het 2Cy zal ingekwartierd worden te Valk ten westen van Sint-Niklaas en krijgt een marsroute opgelegd die via Willebroek, Puurs, Bornem en Temse loopt.
De regimenten krijgen de toestemming om te Brussel het nodige materiaal op te eisen om de verliezen van de voorbije dagen weer goed te maken. Het 2Cy verzamelt bijkomende fietsen en klein herstellingsmaterieel.
De regimentsstaf verstuurt de orders voor de komende verplaatsing maar Valk om 21u40:
- De colonne met de motorvoertuigen dient onmiddellijk gevormd de worden op de baan van Hombeek naar Leest, met de kop van de colonne aan de kerk van Leest. Luitenant Boyens zal de colonne leiden. Het bagage-echelon wordt aangevoerd door Sergeant Pirotte. De veldkeukens zullen zich onder aanvoering van Sergeant Vandevelde verplaatsen. De munitievrachtwagens tenslotte worden geleid door 1ste Sergeant-Majoor Bughir.
- De reparatiewagens en de ambulances zullen bij hun bataljons blijven en volgen de troepen per fiets.
- De regimentsstaf en de C47 anti-tankkanonnen zullen 20 minuten na de vrachtwagens vertrekken, gevolgd door het Iste Bataljon 5 minuten later en het IIde Bataljon nog eens 10 minuten later.
- De eindbestemming zal onderweg bevestigd worden.
- De colonnes krijgen het bevel om vanaf dageraad een afstand van 100m aan te houden tussen de pelotons om de schade bij een eventuele luchtaanval te beperken.
Kort na middernacht wordt de marsroute naar Valk aangepast om de stad Sint-Niklaas te vermijden. De manschappen wachten nog steeds af in hun kantonnementen te Leest en Hombeek. Er worden eveneens instructies verspreid voor het personeel in overtal dat zich nog steeds te Smetlede bevindt. Er wordt bevestigd dat deze militairen naar de Versterkings- en Opleidingscentra in Frankrijk zullen geëvacueerd worden.
In de late voormiddag loopt het bericht binnen op de staf van de 2de Cavaleriedivisie dat het veldleger zich in drie nachtelijke etappes zal terugtrekken van de K.W. Stelling naar de een nieuwe verdedigingslijn die over Terneuzen-Gent-Oudenaarde loopt. Het Cavaleriekorps wordt aangeduid als onderdeel van de troepenmacht die de nieuwe aftocht moet beveiligen. De 2de Cavaleriedivisie moet de Scheldeovergangen tussen Dendermonde en Hoboken bewaken. De 1ste Cavaleriedivisie moet zich klaar houden rond Wetteren en Beervelde om de Moervaart en Lokeren te dekken. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden.
Ook het 2Cy wordt naar de Schelde gezonden en tussen 09u30 en 10u00 laat Kolonel Mersch nieuwe orders verspreiden:
- Het I/2Cy wordt uitgestuurd via Willebroek en Temse naar de bruggen over de Schelde te Hoboken, Hemiksem, Rupelmonde en Temse. Op de eerste drie locaties zou zich een militaire bootbrug bevinden, maar even later zal blijken dat de overgang te Rupelmonde niet gerealiseerd is. De opdracht van het bataljon wordt uitgebreid met de verdediging van de bruggen over de Durme te Hamme en Waasmunster. Hiervoor zal Majoor Doneux de versterking ontvangen van twee pelotons luchtafweermitrailleurs van de divisietroepen.
- De commandopost van het bataljon zal te Temse opgesteld worden.
- Majoor Doneux verblijft bij de familie Van Der Schuerens aan de Oeverstraat 32. De overige stafofficieren worden in de aanpalende panden ingekwartierd en de commandopost wordt opgesteld in de woning van Juffrouw Wauteurs aan de Oeverstraat 7.
- De 1ste Compagnie dient zijn troepen te verdelen over Hoboken, Hemiksem en Rupelmonde en zal zijn commandopost te Bazel installeren.
- De 2de Compagnie krijgt de verdediging van de bruggen te Temse, Hamme en Waasmunster op zich en plaats zijn commandopost te Elversele.
- De drie compagnies openen hun commandopost in de lokalen van de Rubenszaal aan de Oeverstraat.
- De zware luchtafweermitrailleurs worden verdeeld over Hoboken, Hamme en Waasmunster.
- De commandopost van het bataljon zal te Temse opgesteld worden.
- Het II/2Cy wordt verplaatst via Dendermonde naar Heet en Molenhoek ten zuiden van Hamme.
- Het regiment zal vuursteun ontvangen van de II/18A.
Het I/2Cy vertrekt rond 11u15 en kan omstreeks 14u00 zijn commandopost openen te Temse.

De staf van het 2Cy tijdens de mobilisatiemaanden.
In de nacht van 16 op 17 mei ontvangt Kolonel Mersch verschillende orders voor de aanpassing van zijn dispositief. Deze orders volgen elkaar in snel tempo op en lijken enigszins contradictorisch. Het Groot Hoofdkwartier is op zoek naar de meeste gepaste reactie op de snelle ontwikkelingen in Zeeland waar het Franse 7de Leger weggedrukt wordt naar het westen. Er wordt besloten om een deel van de cavalerie front te laten maken naar het noorden om een mogelijke Duitse aanval over de Schelde te kunnen blokkeren. Het 2Cy herschikt uiteindelijk zijn troepen tijdens de vroege ochtend van 17 mei. Rond 05u00 worden de volgende orders gegeven:
- Het I/2Cy zal de linker oever van de Schelde dekken tussen Kruibeke in het noorden en de samenloop van de Durme en de Schelde in het zuiden. De verdediging wordt hierbij geconcentreerd rond Hoboken, Hemiksem, Rupelmonde en Temse.
- De commandopost zal verplaatst worden naar Bazel en wordt ondergebracht bij Alfons De Keersmaker aan de Hoogstraat 1. Majoor Doneux wordt ingekwartierd bij Jules De Jonghe aan de Hoogstraat 6D.
- De medische hulppost wordt opgesteld bij Alfons Broeck aan de Hoogstraat 14..
- De bruggen over de Schelde zullen bewaakt worden door telkens een versterkt peloton. In de tussenliggende gebieden zullen vaste posten ter grootte van een gevechtsgroep opgesteld worden en zo nodig patrouilles uitvoeren.
- De brug van Hemiksem krijgt één peloton van de 1Cie, 2 mitrailleurs en 1 C47 kanon.
- De brug te Hoboken zal verdedigd worden door één peloton van de 1Cie, 1 mitrailleur en 1 C47 kanon.
- De 1Cie levert ook vaste posten te Kemphoek, Doorn en Kruibeke en stelt zijn commandopost op te Kruibeke.
- De bruggen van Temse zullen bewaakt worden door één peloton van de 2Cie, 2 mitrailleurs en 1 C47 kanon.
- Te Rupelmonde wordt eveneens één peloton van de 2Cie en 2 mitrailleurs geplaatst.
- De 2Cie levert vaste posten te aan de molen van Tielrode, de baan van Temse naar Sint-Niklaas, de baan van Temse naar Velle, het Schouselbroek en de baan van Beveren-Waas naar Steendorp.
- De commandopost van de 2Cie zal te Steendorp geplaatst worden.
- Het II/2Cy neemt de verdediging van de Durme over vanaf Waasmunster tot aan de Schelde en zal front maken naar het noorden. De bruggen te Hamme en Waasmunster worden ondermijnd.
- Alle voertuigen die niet direct nodig zijn bij een gevecht worden doorgestuurd naar Drongen.

Groepsfoto van een compagnie van het 2Cy van de klas 1937.
Staf/2Cy
De regimentsstaf meldt om 01u00 dat de ondermijning van de bruggen over de Durme en de Schelde compleet is en de springinrichtingen aangesloten worden. De beide bataljonscommandanten krijgen de volmacht om zelfstandig te beslissen over het tijdstip van de vernieling. De bruggen mogen in geen geval intact in handen van de vijand vallen. Eens de bruggen vernield zijn, dienen de bataljons zich naar Heet te begeven.
Tijdens de nacht van 17 op 18 mei komen aan de bruggen van Hoboken en Hemiksem twee detachementen toe van het Regiment Antwerpen van de Speciale Vestingseenheden. Het gaat om compagnies van het Vde Bataljon. Deze troepen worden toegevoegd aan de verdediging van de bruggen en komen onder tijdelijk bevel van de 2de Cavaleriedivisie te staan.
De ganse nacht lang passeren duizenden militairen over de bruggen te Hoboken, Hemiksem en Temse. De voorlaatste etappe van de terugtocht van het veldleger naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde is in volle gang. De 2Cie noteert te Temse onder meer de passage van eenheden van de 15de Infanteriedivisie, 1ste Infanteriedivisie en de Grenswielrijders.
Om 09u15 wordt de springlading onder de brug van Hoboken aangezet. De brug van Hemiksem wordt kort na 13u00 opgeblazen. De succesvolle vernieling zal om 13u20 aan de bataljonsstaf per radio bevestigd worden door de 1Cie. De compagnie is intussen gestart met de terugtocht naar Heet.
De 2de Cavaleriedivisie deelt nieuwe orders uit om 12u35. De divisie blijft verantwoordelijk voor de verdediging van de Scheldeoever tussen Kruibeke en Dendermonde, maar de verdediging van de Durme wordt herleid tot telkens een peloton nabij de bruggen te Hamme en te Waasmunster. De rest van het 2Cy zal langsheen de Schelde post vatten:
- Het I/2Cy zal de Scheldeoever opnieuw bezetten tussen Kruibeke en de samenloop met de Durme. De 1Cie wordt teruggestuurd naar zijn oude posities.
- Het II/2Cy (minus twee pelotons) wordt doorgestuurd naar Kastel om de Scheldebocht tegenover Sint-Amands in te nemen.
De divisiestaf laat weten dat de vijand tegenover Sint-Amands de rivier zou hebben overgestoken. Het IIde Bataljon stelt echter vast dat alles rustig is. In deze zone opereert ook een detachement van het 2de Regiment Jagers te Paard dat eveneens ontkent dat er vijandelijke troepen gezien werden. Majoor Devaux ontplooit zijn troepen langsheen de dijk van Kastel, met front naar het oosten.
Tijdens de vooravond wordt het volledige 2Cy doorgestuurd naar de oever van de Schelde tussen Kruibeke en de Durme:
- De commandopost zal verplaatst worden naar een huis aan Kilometerpaal 7 op de baan van Beveren-Waas naar Steendorp.
- De I/18A zal vuursteun verlenen aan het regiment. Elk bataljon krijgt een batterij als rechtstreeks vuursteunelement. De derde batterij blijft beschikbaar op echelon regiment.
- Het I/2Cy verkleint zijn kwartier en verdedigt de zone tussen Kruibeke en Rupelmonde (inclusief).
- Het bataljon behoudt zijn commandopost te Bazel.
- De 1/I/18A levert het rechtstreeks vuursteunelement.
- De 1Cie bezet het noordelijk onderkwartier en zal zijn commandopost te Kemphoek plaatsen.
- Het 1ste Peloton van Onderluitenant Pahaut wordt opgesteld tegenover Hoboken en heeft zowel de Cockerill Yards scheepswerf als het veer over de Schelde in zijn onderkwartier.
- De 2Cie krijgt het zuidelijk onderkwartier aangeduid en dient zijn commandopost te Rapenberg op te stellen.
- Elke compagnie wordt versterkt met een peloton mitrailleurs en een C47 anti-tankkanon.
- Het II/2Cy dient post te vatten tussen Rupelmonde (exclusief) en de Durme.
- De 5Cie zal opgesteld worden tussen Rupelmonde (exclusief) en Temse (exclusief).
- De 4Cie krijgt het onderkwartier tussen Temse (inclusief) en Tielrode toebedeeld.
- De scheidingslijn tussen de beide bataljons loopt 500m oost van de kerk van Steendorp.
- Elk bataljon dient twee gevechtsgroepen in reserve te houden om tussenbeide te komen bij een mogelijke aanval over de rivier.
- De bevoorradingsplaats voor het regiment wordt geplaatst in het dorpje Lauwershoek.
Het II/2Cy verlaat de dijk van Kastel en bereikt Temse rond 19u00, net op het ogenblik dat de brug over de Schelde ook hier opgeblazen wordt. Alle overgangen tussen Antwerpen en Dendermonde zijn nu vernield.
De installatie van de troepen wordt tegen middernacht afgerond.

Cokerill Yards te Hoboken in 1938.
Tussen Schelle en Hemiksem duiken in de voormiddag vijandelijke verkenners op. De detachementen van het 2Cy openen het vuur en laten eveneens het geschut van de I/18A tussenbeide komen. Te Hemiksem worden de petroleumopslagtanks in brand geschoten door de Belgische artillerie. Een aantal binnenvaartuigen die zich op de petroleumterminal bevinden vatten eveneens vuur en breken van de kade los. De wind drijft de schepen naar de westelijke oever waar het riet al snel in brand schiet. Enkele gevechtsgroepen van het 2Cy dienen hun stellingen te verlaten en vallen onder vijandelijk vuur. De Duitsers hebben een mitrailleur opgesteld in de watertoren van Hemiksem die zo vrij spel krijgt op de linkeroever. De cyclisten riposteren om de vijand zo goed mogelijk te onderdrukken.
Tegenover de Cockerill Yards scheepswerf te Hoboken bevindt zich het 1ste Peloton van de 1ste Compagnie geleid door Onderluitenant Pahaut. De officier beschikt over het enige C47 kanon dat aan de compagnie is toegevoegd en gebruikt de vuurmond voor het bestoken van vier vaartuigen die zich aan de kade van de werf bevinden in de hoop deze tot zinken te kunnen brengen. Een Duitse mitrailleur ontdekt de positie van het kanon en Pahaut laat het stuk onmiddellijk uit stelling halen. Bij deze operatie raakt stukscommandant Sergeant Carabin zwaar gewond door een schot in de rug. Bemanningslid Soldaat Leblanc wordt aan het been getroffen.
De vuurgevechten aan dit noordelijke uiteinde van de ondersector te Kruibeke worden als maar heviger. De posities van de 1Cie worden aanhoudend bestookt door Duitse mitrailleurs en mortieren. Ook op de terreinen van Cockerill Yards breekt brand uit. Dikke rookwolken waaien over de rivier en talrijke manschappen van de 1Cie besluiten hun gasmasker op te zetten, wat het vuur van de Belgen er niet effectiever op maakt.
Ten noorden van de ondersector van het 2Cy zal de Duitse infanterie de Schelde oversteken en oprukken richting Zwinjdrecht. Troepen van het 1L, 2L en 4L zullen contact maken met de vijand in de pogingen om de vijandelijke opmars af te remmen.
Het regiment krijgt die dag ook versterking van het 7de eskadron pantserwagens van het 1L.
Bij de 5Cie komt het niet tot gevechten, maar zullen Adjudant KROLt Van Puyenbroeck en Soldaat Vermeulen gewond raken bij een oversteekpoging over de Schelde voor het uitvoeren van een patrouille. Jan Van Puyenbroeck zal ‘s anderendaags te Sint-Niklaas overlijden.
Tegen de avond ontvangt Kolonel Mersch het bevel zich op de Moervaart en de Stekense Vaart terug te plooien om te assisteren bij de laatste fase van de terugtocht naar het Kanaal Gent-Terneuzen. Het regiment dient zich te verplaatsen via Temse, Hoogkameren, Tereken, Belsele, Schrijberg en Sinaai en moet zijn commandopost opstellen te Klein-Sinaai. De aftocht gedekt worden door de pantserwagens van het 1L en de 1Cie.
De nieuwe posities van het 2Cy worden als volgt bepaald:
- Het I/2Cy zal het oostelijk kwartier bezetten.
- Het II/2Cy dient het westelijk kwartier in te nemen.
- Het wagenpark zal te Kruisstraat opgesteld worden.
De eenheden komen zonder veel problemen weg en bereiken rond middernacht hun nieuwe posities.

De mitrailleurs van het 2Cy werden met gemotoriseerde caissons vervoerd.
Het plan tot een stellingname langsheen de Moervaart en de Stekense Vaart wordt afgeblazen tijdens de tweede helft van de nacht van 19 op 20 mei. Om 04u00 volgt een bevel om onmiddellijk naar de westelijke oever van het Kanaal Gent-Terneuzen door te trekken. De marsroute loopt via Kruisstraat en Zuiddorp naar Westdorp, Sas-van-Gent, Watervliet tot Biervliet. Het hoofdkwartier van het Cavaleriekorps bevestigt dat de 1ste Cavaleriedivisie zich dient op te stellen langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen vanaf de sector van de 17de Infanteriedivisie over Terneuzen zelf tot in Braakman; de 2de Cavaleriedivisie zal ten westen van de 1ste komen te liggen en in reserve geplaatst zal worden..
Het 2Cy overschrijdt het Kanaal Gent-Terneuzen via de bruggen van Zelzate en Sas van Gent. Het II/2Cy bereikt Biervliet rond 09u00, gevolgd door het I/2Cy omstreeks 11u00. De manschappen worden ingekwartierd in de ruime Zeeuwse hoeves en kunnen enkele uren uitrusten. Het I/2Cy voert een volledig appel uit en stelt vast dat bij de schermutselingen van de dag voordient 4 gewonden vielen. Er zijn tevens 3 vermisten en 21 militairen achterwege.
Majoor Doneux ontvangt om 21u00 de opdracht om één compagnie door te sturen naar de golf van Philippine om hier een detachement van 241e Régiment de Ligne. Dit regiment behoort tot de Franse 60e Division d’Infanterie, een onderdeel van het 7de Leger. De aflossing moet tijdens de vroege ochtend van 21 uitgevoerd worden, maar er dient onmiddellijk een patrouille te vertrekken samengesteld uit een officier en een beroepsonderofficier om contact te maken met de Fransen.
Tijdens de avond ontvangt het Cavaleriekorps het bevel zijn hoofdkwartier naar Sint-Laurentius te verplaatsen en alle beschikbare eskadrons pantserwagens te Zwevezele te hergroeperen om er aan de reserve van het Groot Hoofdkwartier te worden toegevoegd.
Twee pelotons van de 1Cie vertrekken naar Philippine en kunnen hier rond 04u00 het bataljon van het Franse 241e Régiment de Ligne aflossen. De compagniecommandant zal om 11u00 bevestigen dat zijn troepen op het terrein geïnstalleerd zijn.
De Duitsers bezetten die dag Vlissingen aan de overkant van de Schelde. Kolonel Mersch krijgt rond de middag te horen dat de 2de Cavaleriedivisie zal ingezet worden bij de surveillance van de zuidelijke oever van de Zeeschelde. Het 1JP/2JP en het 2Cy zullen de Franse 68e Division d’Infanterie aflossen en nemen de bewaking over van de Scheldeoever tussen Breskens en Hoofdplaat. Het regiment ontvangt een marsroute via Assenede, Watervliet, Ijsendijk en Schoondijk richting Scheldemonding.
Om 13u10 wordt dit bevel echter ingetrokken en vervangen door een nieuwe opdracht om de beide bataljons te Biervliet en te Ijzendijke in reserve van de divisie te plaatsen. Kolonel Mersch dient zijn hoofdkwartier op te stellen in Roodenhoek. Hij duidt het I/2Cy aan voor Ijzendijke en het II/2Cy voor Biervliet.
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei.

Opstelling van 5/II/2Cy te Humbeek-Sas-van-Gent.
Het 2Cy bevindt zich nog steeds te Biervliet en Ijzendijke. De kolonel verwacht dat zijn regiment twee tot drie dagen zal kunnen uitrusten te Sluis en laat verdere orders opmaken voor de dagelijkse routine in de kantonnementen. De avondklok wordt ingesteld voor de burgerbevolking en de compagnies krijgen een beurtrol opgelegd voor het patrouilleren in de omgeving.
Om 16u00 beveelt de 2de Cavaleriedivisie aan het 2G en het 2Cy om onmiddellijk naar het Kanaal Gent-Terneuzen terug te keren en er de sector van Sas van Gent tot Zelzate over te nemen van de 6de Infanteriedivisie en de 17de Infanteriedivisie. Het 2Cy zal hierbij ontplooid worden in de ondersector van het 1ste Regiment Grenadiers, en een deel van de ondersectoren van het 1ste Regiment Karabiniers en 7de Regiment Jagers te Paard. Het 2Cy krijgt een marsroute opgelegd via Maagd-van-Gent, Boekhoute en Valk. De posities van het regiment zullen zich uitstrekken van Sas-van-Gent in het zuiden tot aan de rand van Sluiskil in het noorden. Het I/2Cy zal in het noordelijk kwartier post vatten en het II/2Cy in het zuidelijk onderkwartier. De schedingslijn tussen de beide bataljons wordt te Humbeek-Sas-van-Gent bepaald, dat door het II/2Cy bezet wordt. De commandopost van het regiment dient te Groenendijk opgesteld te worden. Een batterij van de III/17A zal vuursteun leveren. Het wagenpark wordt te Damme ondegebracht.
De ondersector van het 2Cy wordt gedomineerd door de drie sluizen van Sas-van-Gent. De meest westelijke ligt op de oude Sassevaart die doorheen de kern van de gemeente loopt. Even ten oosten bevindt zich te tweede sluis op het oorpsronkelijke 24-meter brede Kanaal Gent-Terneuzen. Bij de verbreding van het kanaal in 1885 werd tenslotte een derde sluis aangelegd die het dichtst naar de vijand toe ligt. De sluisdeuren zijn nog steeds intact om de waterstand in het kanaal op peil te houden en vormen dan ook een potentieel erg gevaarlijk punt in de Belgische linies. De drie bruggen van de Oostpoortweg zijn met explosieven vernield. Tussen Sas-van-Gent en het westelijke eiland in het kanaal ligt ook nog een brug voor het tramspoor. Deze brug is ondermijnd, maar nog intact en beschikt over een technisch detachement van de genie die de vernieling bewaakt. De opstelling van het regiment wordt als volgt geregeld:
- Het I/2Cy bevindt zich in het noordelijk kwartier.
- Het bataljon plaatst zijn commandopost te Valk.
- Het II/2Cy bezet het zuidelijk kwartier.
- De 5Cie bezet het sluizencomplex van Sas-van-Gent en deelt zich op in zes steunpunten.
- Op het eilandje tussen de middensluis en de oostelijke sluis bevindt zich een steunpunt bij de sluis en een steunpunt aan de brug van de Oostpoortweg. Deze locatie vormt tevens de uitvalsbasis van een patrouille. De hoofdbewapening van de steunpunten bestaat uit twee FM30 machinegeweren en twee zware mitrailleurs.
- Op de linker oever van het kanaal wordt de hoofdweerstandslinie gevormd door drie steunpunten.
- De commandopost van de 5Cie wordt aan het Bolwerk geplaatst.
- De 4Cie neemt het onderkwartier in tussen Sas-van-Gent en de ondersector van het 2de Regiment Gidsen.
- De compagnie verdeelt zijn troepen over drie steunpunten langsheen het kanaal. Van noord naar zuid worden de pelotons van Luitenant Rawoe, Adjudant Ledoux en Luitenant Lambrecht opgesteld. De pelotons van Rawoe en Lambrecht zijn aangevuld met telkens één sectie mitrailleurs.
- Het 2de Peloton van de 3Cie wordt bij gebrek aan zware mitrailleurs omgevormd tot een fuselierspeloton dat uit twee gevechtsgroepen zal bestaan. Deze beide gevechtsgroepen worden
- De commandopost van het bataljon bevindt zich te Humbeek-Sas-van-Gent.
- De 5Cie bezet het sluizencomplex van Sas-van-Gent en deelt zich op in zes steunpunten.
- Het regiment ontplooit zijn commandopost te Staak.
- De bevoorradingsplaats van het regiment wordt ingericht in een hoeve op zo’n 600m ten noodwesten van Assenede.
De aflossing van de posities vindt plaats vanaf de avond en duurt tot even voor middernacht. De troepen van de 6de Infanteriedivisie die het kanaal verlaten, melden dat de eerste vijandelijke patrouilles gesignaleerd werden ten oosten van Sas-van-Gent. De 4Cie meldt om 22u00 dat de verbinding met het 2de Regiment Gidsen gerealiseerd is.
De veldversterkingen die aangelegd werden door de Karabiniers en Grenadiers stellen Kolonel Mersch bijzonder tevreden. De steunpunten zijn volledig uitgegraven en beschikken in de meeste gevallen over een versterkte schuilplaats. Er zijn ook wisselstellingen in de nabijgelegen woningen voorzien.
Het Cavaleriekorps heeft nu de 6de en de 17de infanteriedivisies aan het kanaal afgelost. Van noord naar zuid het 3Cy, 1Cy, 1G, 4Cy, 2Cy en 2G ontplooid langsheen de kanaal tussen Terneuzen en Zelzate.

Eerste en tweede opstelling van de 4/II/2Cy.
De nacht van 22 op 23 mei verloopt rustig in de ondersector van het 2Cy. Vanaf 08u00 maken Duitse patrouilles contact met het peloton van Luitenant Lambrecht op de uiterste zuidflank van de positie. De vijand maakt gebruikt van de beboste zone die zich tegenover dit punt bevindt en kan binnen het half uur doordringen tot de dijk tegenover de twee overige steunpunten van de 4Cie. Achter deze beschutting kan een verdere aanval op het kanaal georganiseerd worden. De 4Cie laat de artillerie en DBT granaatwerpers tussenbeide komen, maar het vuur is weinig effectief. De compagnie valt trouwens zelf onder vijandelijk artillerievuur waarbij Soldaat Kiekens gedood wordt. De soldaten Weris en Bastin raken gewond en dienen afgevoerd te worden.
Op bevel van het Groot Hoofdkwartier laat Kolonel Mersch een patrouille van de 5Cie uitsturen richting Westdorp. De patrouille bestaat uit acht fuseliers en twee machinepistool schutters. De verkenningsopdracht verloopt zonder incidenten en er worden geen vijandelijke troepen ontdekt.
Tegenover het I/2Cy blijft het ondertussen rustig. Vijandelijke vliegtuigen mitrailleren met zekere regelmaat te Belgische linies, maar de vijandelijke infanterie houdt zich gedeisd.
De Duitsers ontketenen vanaf 13u00 een artilleriebombardement op de stellingen van het II/2Cy. De beschietingen houden aan tot 18u00 met uitzondering van enkele korte tussenpozen. De Luftwaffe bombardeert enkele keren de stadskern van Sas-van-Gent. Tegenover de 4Cie ondernemen de Duitsers een oversteekpoging die echter al snel weer afgebroken wordt.
De verdedigers van de 5Cie op het oostelijke eilandje te Humbeek-Sas-van-Gent worden bestookt door mitrailleur-, anti-tank- en mortiervuur. De twee Maxim mitrailleurs raken onherstelbaar beschadigd, terwijl een van de FM30 lichte machinegeweren blokkeert. De vuurkracht van het Belgische detachement wordt hiermee tot een minimum herleid. Kolonel Mersch geeft de toestemming om het eilandje te evacueren en de verdedigingslijn terug te brengen naar de westelijke oever van het kanaal. De evacuatie geschiedt via een klein bruggetje waarover een smalspoor loopt. Het kunstwerk wordt na de aftocht met explosieven vernield.
Ook op 23 mei steken de Duitsers in de sector van het 37Li het kanaal over. Het 37Li wordt overrompeld en zowel het 32Li en het 2G komen onder enige druk te staan. Het I/18A wordt ingezet om de vijandelijke aanval te Zelzate trachten in te dijken. Het 2G dreigt ten dele omsingeld te worden en dient zich op bevel van de 2de Cavaleriedivisie van de kanaaloever terug te trekken. Ten gevolge van deze beslissing krijgt de 4Cie de taak om een dwarsstelling aan de zuidelijke flank van de ondersector van het 2Cy te bezetten.
De drie pelotons die zich langs de kanaaloever bevinden, verplaatsen zich vanaf 22u45 om front te maken naar het zuiden. De rechterflank van het peloton Lambrecht neemt de Hoeve de Poel in, waar aansluiting gemaakt wordt met troepen van het 2L die de dwarsstelling verlengen naar het westen. Omdat het regiment niet over een reservemacht beschikt en een opstelling in de diepte op deze nieuwe zuidflank nodig is, laat Kolonel Mersch ook nog twee pelotons weghalen bij het I//2Cy om een tweede echelon te vormen achter de nieuwe posities van de 4Cie.
Dit manoeuvre blijkt echter niet noodzakelijk. Tijdens de eerste helft van de nacht van 23 op 24 mei houdt de Duitse aanval tegenover Zelzate op. De vijand consolideert zijn posities en besluit de actie te pauzeren tot ‘s anderendaags.
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen de laatste Belgen het Kanaal Gent-Terneuzen verlaten om een volgende verdedigingslinie te organiseren aan het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal van de Leie. Hierdoor moet ook onze cavalerie zich terugplooien. Het 2Cy ontvangt om 01u00 het bevel om zijn ondersector op te geven en de terugtocht aan te vatten richting Oostburg in Zeeland. De marsroute loopt via Assenede, Bassevelde, Kaprijke, Sint-Laureins, Eede, Aardenburg en Draaibrug. De eenheden dienen tussen 02u30 en 03u30 de Belgisch-Nederlandse grens ten westen van Sas-van-Gent te passeren. Het I/2Cy leidt de aftocht, gevolgd door het II/2Cy.
De Duitse troepen lanceren bij dageraad een nieuwe aanval op de ondersector van het 2Cy en moeten ontdekken dat de frontlinie niet langer bemand is.
Kolonel Mersch verneemt dat het 2Cy in reserve geplaatst wordt. Het Iste bataljon dient ingekwartierd te worden in Oostburg en het IIde bataljon zal doorgestuurd worden naar Sint-Margriete. De ganse streek zit boordevol vluchtelingen en het installatiepersoneel slaagt er maar met moeite in om voldoende logement te vinden. De eenheden bereiken kun kantonnementen tussen 07u00 en 08u00.
Na een heel korte rustperiode krijgt het regiment reeds om 08u00 het bevel om richting Sluis te vertrekken. Hier moet het regiment de oostrand van de stad innemen om dekking in de diepte te bieden aan de verdedigingslinie die door de Belgische troepen langsheen het Afleidingskanaal van de Leie en het Leopoldkanaal ingenomen wordt. Deze stelling wordt ondersteund door de 1ste en 2de batterij van het I/17A. De troepen komen tegen 11u00 aan op hun nieuwe posities. Het tracé van de verdedigingslinie loopt ongeveer gelijk met de oude bastions rondom het stadje. Het I/12Cy neemt in het noordoosten van Sluis plaats en het II/2Cy in het zuidoosten en zuiden. De commandopost van Kolonel Mersch komt op zo’n 500m ten westen van de stad te staan. De kolonel laat weten dat 2/3 van de manschappen mogen beschikken in het kantonnement, terwijl de stellingen bezet dienen te blijven door 1/3 van de troepen. Alle civiele verkeer te Sluis wordt verboden.
Het regiment wordt echter tijdens de nacht van 24 op 25 mei naar het zuiden bevolen om daar bijstand te leveren bij het keren van vijandelijke opmars na de Duitse doorbraak aan de Leie nabij Kortrijk ten koste van de 3de Infanteriedivisie. Het front dreigt hier te breken en het Groot Hoofdkwartier wil met een snelle verplaatsing van het gros van de gevechtsmacht van de 2de Cavaleriedivisie een doorbraak richting Ieper blokkeren. Het 2Cy ontvangt nieuwe marsbevelen omstreeks 19u30. De verdediging van Sluis moet overgedragen worden aan het 2de Regiment Gidsen en het regiment dient zich onmiddellijk naar Torhout te begeven.
De mars naar het zuiden start om 22u00. De regimentsstaf rijdt voorop, gevolgd door de 7Cie, I/2Cy en II/2Cy. De eerste uren verlopen tergend langzaam onder druk van de vele verkenningstoestellen van de Luftwaffe die zeer regelmatig lichtgranaten afwerpen. De marscolonnes moeten telkens halt houden en in dekking gaan. De mars leidt via Westkapelle, Damme, Brugge, Waardamme en Ruddervoorde naar Griete, een dorpje ten oosten van Torhout.

De 4Cie op het tweede echelon van 2JP te Dadizele op 25 mei 1940.
Vanaf Waardamme besluit Kolonel Mersch tactisch te vorderen en wordt een voorhoede samengesteld uit een detachement van het Iste Bataljon. Het regiment rijdt Griete binnen rond 07u00. Omstreeks 11u00 wordt het 2Cy doorgestuurd richting Ter Hand via de steenweg Torhout-Roeselare en Moorslede.
Het I/2Cy rijdt tussen 11u00 en 12u00 door Roeselare en bereikt Ter Hand tussen 15u45 en 16u30. Het bataljon heeft tijdens de verplaatsing het wagenpark doorgestuurd naar de zone tussen Westrozebeke en Oostrozebeke. De munitievrachtwagens worden langsheen de Spilstraat opgesteld. De fietsenstallingen worden gepositioneerd op de baan van Geluwe naar Beselare, op zo’n anderhalve kolimeter . Van hier uit marcheren de compagnies naar hun onderkwartieren.
Na zijn succesvolle doorbraak aan de Leie zowel ten zuiden als ten noorden van Kortrijk, wil de vijand doorstoten in de richting van zowel Roeselare als Ieper. Terwijl de 10de Infanteriedivisie door het Groot Hoofdkwartier aangeduid wordt om de opmars naar Roeselare trachten af te stoppen, bouwt de legerstaf ook een nieuwe verdedigingslinie uit op de lijn Dadizele – Geluwe – Wervik. Het Groot Hoofdkwartier plaatst hier een in der haast samengestelde formatie rond de kern van de 2de Cavaleriedivisie. Kolonel SBH Libbrecht, commandant a.i. van deze divisie, verdeelt zijn eenheden over twee ondersectoren:
- De Ondersector Noord tussen Dadizele en Geluwe zal bezet worden door I/2L, I/2JP, II/2Cy en I/18A allen onder bevel van commandant 2L.
- Het II/2Cy plaatst zijn 5Cie op links, tussen de baan van Menen naar Roeselare en het dorp, en zijn 4Cie op rechts, tussen Dadizele en Geluwe. Het bruggetje van de baan van Menen naar Roeselare over de Heulebeek wordt ondermijnd en bewaakt door een van de pelotons van de 5Cie. Langsheen de steenweg patrouilleren op dat ogenblik nog enkele Britse pantserwagens.
- De Ondersector Zuid tussen Geluwe en Wervik zal bezet worden door I/3L, II/1L, I/2Cy en II/18A onder bevel van commandant 3L. Om 19u00 zal de Ondersector Zuid nog eens versterkt worden met de Wielrijdersgroep van de 17de Infanteriedivisie onder bevel van Majoor Derton. De eskadrons van deze groep zullen tussen 20u00 en 21u00 op het terrein ontplooid worden.
- De 1Cie wordt opgesteld net achter het dorp Geluwe. Luitenant Logist bezet met zijn peloton een steunpunt dwars over de Ieperstraat. Onderluitenant Pahaut en zijn peloton hebben hun steunpunt aan de Beselarestraat. De commandopost van de compagnie bevindt zich wat verderop langs deze baan. Onderluitenant Lenfant bezet het derde steunpunt aan de Magerheidstraat. Deze steunpunten hebben allen een erg beperkt gezichtsveld en bevinden zich op een 100-tal meter van de bebouwde kom van Geluwe. De 2Cie verlengt deze linie naar het zuidwesten.
- Het bataljon is versterkt met twee C47 anti-tankkanonnen.
- Tussen Dadizele en Ledegem is het II/2Cy ook verantwoordelijk voor de verbinding met de 10de Infanteriedivisie . Ledegem is op dat ogenblik bezet door het III/5J van deze divisie. Het II/2Cy slaagt er maar met moeite in om de manschappen zo op te stellen dat er geen opening overblijft tussen de beide formaties die door de vijand zou kunnen uitgebuit worden.
- Kolonel Mersch zal zijn commandopost installeren op de Hoeve Colliemolen.
- Kolonel Libbrecht bevestigt dat bij een aftocht de divisie zal terugplooien op de spoorlijn Roeselare-Ieper waar het leger gestart is met het aanleggen van een anti-tankbarrière die uit goederenwagons zal bestaan.
Rond 17u00 vallen de Duitsers het dorp Geluwe en de omliggende velden onverwachts aan nadat de Britten zich zonder waarschuwing hebben teruggetrokken. De schuttersputjes en loopgrachten van de lansiers zijn nog niet volledig afgewerkt en de militairen beschikken slechts over een onvolledige dekking. Daarenboven is er door de Britse terugtocht een opening van minstens 2Km ontstaan tussen Geluwe en het naburige Britse 12th Royal Lancers. De Wielrijdersgroep van de Belgische 17de infanteriedivisie wordt nog snel in de bres geworpen en neemt stelling net net noorden van Wervik, maar deze reeds verzwakte eenheid is veel te klein om een goede verdediging te organiseren en heeft bovendien geen zware wapens.
Bij het 2Cy blijft het contact voorlopig nog beperkt tot sporadische artilleriebeschietingen en het regelmatig geratel van vijandelijke mitrailleurs. De cyclisten werken in alle haasten aan het inrichten van hun verdedigingslinie.
Rond middernacht steken de Britten ten zuiden van Wervik te Leie over om zich verder terug te trekken richting Duinkerke. De zuidelijke flank van het Belgische leger komt nu bloot te liggen.

Een onderluitenant van het 2Cy.
Omstreeks 03u30 lanceren de invallers bij het eerste daglicht een nieuwe aanval op de linies van de Belgen. De actie wordt geopend met een zware artilleriebeschieting van het dorp Geluwe. Gedurende de komende drie uur wordt de druk opgevoerd. Op de zuidflank van Kolonel Libbrechts sector infiltreren de Duitsers tussen de Belgische eerste en tweede linies en bij dageraad wordt de baan Geluwe-Wervik overgestoken. De vijand slaagt er in om Geluwe binnen te dringen. Meer naar het noorden toe worden te Panemolen eveneens infiltraties gemeld in de scheidingszone tussen het 3L en het 5de eskadron van het 1L. De 2de Cavaleriedivisie beveelt om 06u35 de onmiddellijke aftocht uit het eerste echelon. Het 1L wordt teruggetrokken naar Frezenberg, 3L naar Sint Juliaan en dienen post te vatten langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper. Het 2Cy dient zijn posities te behouden om de aftocht te dekken.
Terwijl de cavaleristen doorheen de posities van het 2Cy terugtrekken, vallen de linies van het regiment onder een steeds dichter artillerie- en mitrailleurvuur. De vijandelijke infanterie laat niet op zich wachten en rondom 07u30 openen de anti-tankkanonnen en DBT granaatwerpers van het regiment het vuur. Op enkele locaties slagen de Duitsers er in om het echelon tot op enkele honderden meters te naderen.
Kolonel Libbrecht laat ook het 2Cy terugtrekken vanaf 09u30. Het regiment dient zich op Passendale te richten en zal het contact met de vijand afbreken onder dekking van de T15 en T13 pantserwagens van de cavalerie. De dorpskernen van Ter Hand en Dadizele liggen onder aanhoudend vijandelijk artillerievuur en de start van de mars is dan ook bijzonder gevaarlijk.
De regimentstaf wacht de komst van zijn troepen af te Pottegemsgoed nabij Zonnebeke. De verschillende detachementen komen slechts met mondjesmaat toe en aanvankelijk vreest Kolonel Mersch dat heel wat van zijn troepen in de achtervolging gegrepen zijn en de verliezen bijzonder hoog zullen oplopen. Enkele uren later zal blijken dat enkel het Iste bataljon een belangrijk aantal van zijn militairen verloren heeft, terwijl het IIde bataljon zo goed als volledig gemeld wordt. Heel wat militairen zijn te voet moeten terugtrekken uit de gevechten rond Dadizele nadat enkele van de fietsstallingen geraakt werden door Duits artillerievuur. De Compagnie C47 meldt één vuurmond verloren te hebben.
Tegen het middaguur is het 2Cy weer inzetbaar. De 2de Cavaleriedivisie laat het regiment stelling nemen op het tweede echelon van de posities van het 4de Regiment Lansiers dat ontplooid is langsheen met de spoorwegwagons aangelegde anti-tankversprerring op de lijn Ieper-Roeselare. Het 4L is ontplooid tussen Passendale in het noorden en Zonnebeke in het zuiden
Het 2Cy wordt vanaf 13u00 ontplooid met het I/2Cy in het westen en het II/2Cy in het oosten. Alweer zetten de manschappen zich aan het graven om zo snel mogelijk een reeds steunpunten uit te bouwen. Het II/2Cy moet rond 17u30 zijn werkzaamheden staken wanneer het bataljon doorgestuurd wordt naar Passendale om de linies van het 4L te verlengen in de richting van Roeselare. Het I/2Cy wordt korte tijd nadien aangeduid om deze verplaatsing te volgen en het tweede echelon achter II/2Cy te vormen. Het eerste echelon loopt langsheen de spoorlijn. Het tweede echelon volgt grosso modo de Grote Roeselarestraat en de Nachtegaalstraat.
De nieuwe posities van het regiment strekken zich uit over een erg brede ondersector tussen de zuidrand van Roeselare en de noordrand van Passendale. Er wordt de ganse nacht gegraven aan de broodnodige veldversterkingen.
Het 2Cy wordt vanaf 07u00 afgelost door het 5de Regiment Jagers te Voet dat op dat ogenblik ongeveer twee keer meer troepen telt dan het 2Cy en over een grotere dotatie aan steunwapens beschikt.
Het regiment wordt teruggetrokken naar Staden, Vuilpan en Luihoek en mag zijn militairen inkwartieren over deze drie gemeentes. Ook hier zijn echter zoveel militaire en civiele vluchtelingen op de dool dat het duurt tot 13u00 eer de manschappen kunnen uitrusten. De eenheden zijn verspreid over talrijke huizen en gebouwen wat de communicatie erg zal bemoeilijken.

Anti-tankkanon van het 2Cy op oefening te Elsenborn in 1939.
De anti-tankversperring met spoorwagons op de lijn Ieper-Roeselare heeft geen enkel nut. Er dagen immers geen Duitse tanks op, maar wel infanteristen die makkelijk tussen de wagons door komen. Daarenboven zijn de gewassen in de meeste velden op volle lengte en kunnen de vijandelijk infanteristen op de meeste plaatsen ongezien vorderen. Op de koop toe heeft de gemeente Passendale kort voor de van de veldtocht de sloten laten uitdiepen zodat de Duitsers ook hiervan handig weten te gebruiken om te naderen.
Vanaf 11u00 meldt men langsheen de ganse spoorlijn contact met de vijand. Er wordt een eerste bres geslagen in de spoorlijn dat er van Zonnebeke tot Passendale heeft post gevat. De weg naar Passendale ligt open en het 31Li desintegreert snel. Ook het 4L dat aan de linkerflank van het 31Li ligt, moet zich terugplooien. Het 43Li krijgt het eveneens erg lastig.
Het 2Cy wordt om 17u00 ter beschikking gesteld van de 15de Infanteriedivisie om een doorbraak op de zuidflank van de Belgische legerzone te helpen vermijden. Kolonel Mersch stuurt onmiddellijk een peloton wielrijders en een C47 anti-tankkanon uit naar de zuidrand van Westrozebeke met als opdracht om ter hoogte van Kilometerpaal 13 van de baan van Westrozebeke naar Passendale een wegblokkade te versterken die hier aangelegd wordt door het Eskadron Marx van het 1ste Regiment Lansiers.
De rest van het regiment vertrekt om 19u00 eveneens naar Westrozebeke in tactische formatie met het II/2Cy op kop. Dit bataljon trekt rondom de dorpskern heen en ontplooit zich bij het vallen van de nacht tussen Westrozebeke en Poelkapelle. Het I/2Cy stelt zich op tussen Westrozebeke en Oostnieuwkerke zodat de beide zijden van de baan naar Passendale gedekt zijn. Deze ontplooiing laat toe aan het Eskadron Marx van 1L om zich terug te trekken.
Het regiment wordt kort nadien teruggetrokken om zich ten zuiden van Westrozebeke in waaiervorm te concentreren. Kolonel Mersch stelt zijn commandopost aanvankelijk op in de Hoeve Heidemolen maar verhuist kort nadien op bevel van de staf van de 15de Infanteriedivisie naar een boerderij op zo’n 500m ten westen van Westrozebeke.
Het regiment moet aansluiting maken met het nog operationele elementen van het 1L, 4L en 43Li die eveneens in de buurt opgesteld worden in een poging om een continu front te realiseren.
Tegen de ochtend zijn de troepen van het 2Cy aanwezig op de hun aangeduide posities rondom Westrozebeke. De manschappen merken op hoe kort na 04u00 de activiteit van zowel de Belgische als Duitse artillerie afneemt. Een goed uur later verneemt Majoor Devaux als eerste het nieuws van de Belgische overgave. Kolonel Mersch bevestigt het bericht korte tijd nadien.
De eerste Duitsers bieden zich aan op de commandopost van de kolonel omstreeks 07u15. Het 2Cy dient zich naar Passendale te begeven om zijn bewapening over te dragen aan de vijand. Kolonel Mersch wil de manschappen echter de vernedering besparen en krijgt de toestemming om de wapens ter plekke te verzamelen en per vrachtwagen naar Passendale over te brengen.
Het commando lukt er in om het vaandel in te leveren op het Groot Hoofdkwartier waarna het in de Abdij van Sint-Andries te Brugge verborgen zal worden voor de vijand.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
6/II | BOUVART | Alphonse, Emile | Kpl | Mil | 39 | 28.01.1920 | Carnières | 23.05.1940 | Sas van Gent (NL) | Gedood op mitrailleurstelling. | |
Onbekend | CHARLIER | Camille, Olivier Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 36 | 14.04.1916 | Brume | 04.08.1940 | Prenzlau (D) | Krijgsgevangene |
2/I | DAVID | André, M.J. | Sdt | Mil | 22.02.1916 | Liège | 26.05.1940 | Geluwe | |||
7 | DEWIT | Alfred | Sdt | Mil | 31.03.1919 | Brussel | (Onbekend) | Oostende | |||
2/I | DUBOIS | André, P.J. | Kpl | Mil | 39 | 27.11.1919 | Forchies-la-Marche | 13.05.1940 | Budingen | ||
5/II | GAUTHIER | Leopold, L.J. | ![]() | Sgt | Mil | 39 | 10.01.1920 | Lorette (F) | 29.05.1940 | Brugge | Verwond 23.05 bij inplaatsstelling granaatwerpers aan middensluis te Sas-van-Gent. |
2/I | GREGOIRE | Robert | Sdt | Mil | 13.04.1920 | Verviers | 26.05.1940 | Geluwe | |||
7 | HARVENGT | Georges, P. | Sdt | Mil | 18.05.1920 | Houdeng-Aimeries | 27.05.1940 | Steenkerke | Gedood bij vliegtuigcrash op hoeve Camille Bulcke. | ||
2/I | HEMELAERS | Eugène, A. | Sdt | Mil | 26.01.1919 | Jemeppe-sur-Meuse | 26.05.1940 | Geluwe | |||
5/II | HUBAUT | Emile, Lucien Léon | Sdt | Mil | 13.04.1920 | Anderlues | 23.05.1940 | Sas van Gent (NL) | Gedood bij terugplooien voorpost. | ||
4/II | KIEKENS | Pierre, Léopold | Sdt | Mil | 31.03.1919 | Vorst | 23.05.1940 | Sas van Gent (NL) | Gedood in bombardement. | ||
1/I | LAMBERT | Emile, R. | Sdt | Mil | 26.05.1917 | Brussel | 26.05.1940 | Geluwe | |||
Onbekend | MARTINI | Jean, M.A. | Sgt | Mil | 39 | 26.08.1919 | Verviers | 26.05.1940 | Geluwe | ||
7 | MELOTTE | Jean, F. | ![]() | Sdt | Mil | 07.02.1915 | Waimes | 26.05.1940 | Geluwe | ||
1/I | MOMMENS | Pierre, A. | Sdt | Mil | 16.09.1916 | Etterbeek | 11.05.1940 | Drieslinter | Gedood bij luchtbombardement op station. | ||
7 | PECHE | Servais, L.J. | Kpl | Mil | 38 | 05.05.1919 | Lambermont | 28.05.1940 | Geluwe | ||
Onbekend | PEETERS | Joseph, A. | Sdt | Mil | 19.10.1912 | Tubize | 12.05.1940 | Nivelles | |||
1/I | SERNEELS | René, E. | Sdt | Mil | 13.03.1918 | Schaarbeek | 26.05.1940 | Geluwe | |||
Onbekend | SERVAIS | Jean, F.J. | Sdt | Mil | 23.02.1912 | Seloignes | 26.05.1940 | Geluwe | |||
4/II | STUCKENS | Pierre | Sdt | Mil | 24.01.1919 | Anderlecht | 14.05.1940 | Rotselaar | |||
1/I | TERWAGNE | Emile, G.H. | Sdt | Mil | 07.09.1911 | Esneux | 26.05.1940 | Geluwe | |||
2/I | THIBAUT | Nicolas, M.G. | Sgt | Mil | 39 | 21.04.1917 | Clermont-sous-Huy | 27.05.1940 | Geluwe | ||
5/II | VAN DE LOOK | Camille, Léon Albert | Kpl | Mil | 39 | 09.01.1920 | Schaarbeek | 23.05.1940 | Sas van Gent (NL) | Gedood bij terugplooien voorpost. | |
2/I | VAN HAEGENBORGH | Victor, L. | Sdt | Mil | 15.12.1916 | Elsene | 26.05.1940 | Geluwe | |||
5/II | VAN PUYVELDE | Jan, A. | Adjt | KROLt | 38 | 02.01.1915 | Haarlem (NL) | 20.05.1940 | Sint-Niklaas | Gewond op 19.05 bij oversteekpoging van de Schele voor een patrouille. |
- Het huis uiterst links op de foto van de vernielde brug over de Velpe te Halen werd na de oorlog opnieuw opgebouwd en is zichtbaar met Google Streetview aan de rechterkant van de Nederstraat eens voorbij de brug. Hierdoor kan de locatie van de foto exact achterhaald worden. [On Line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@50.9483356,5.1169108,3a,75y,284.92h,73.61t/data=!3m6!1e1!3m4!1sBYDIAgxhfOnR0EdYpKYfjA!2e0!7i16384!8i8192 [Laatst geraadpleegd 5 april 2021].