Reglementaire benaming | 6de Regiment Ardeense Jagers | 6ème Régiment de Chasseurs Ardennais | 6ChA | |
Type | Regiment lichte infanterie van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | 3de Regiment Ardeense Jagers | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | 2de Divisie Ardeense Jagers | |
Bevelhebber | Luitenant-kolonel J.E. Desmedt | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Georges Leclere | |
Standplaats | Dekkingsstelling Maas Ondersector Tihange – Wanze |
|
Samenstelling | I Bataljon (Kapitein-commandant R. Mathieu) | 1ste Compagnie Wielrijders (Lt M. Tacheny) 2de Compagnie Wielrijders (Cdt Joseph Lemercinier) 3de Compagnie Wielrijders (Lt M. Rassart) |
II Bataljon (Majoor Clément Pelzer) | 4de Compagnie Fuseliers (Lt E. Bourlard) 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Joseph Kretels) 6de Compagnie Fuseliers (Cdt Jean Nicolas) |
|
III Bataljon (Majoor François Le Roi) | 7de Compagnie Fuseliers (Cdt Louis Snoeck) 8de Compagnie Fuseliers (Lt A. Dujardin) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Pierre Lacroix) |
|
10de Compagnie Tuigen (Mortieren M76 en Anti-tankkannonnen C47) (Cdt M. Stevens) Stafcompagnie (Luitenant P. Bounameaux) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant F. Casters) |
Staf/6ChA
Het 6de Regiment Ardeense Jagers (6ChA) werd op 26 augustus gemobiliseerd te Erezée (Iste Bataljon) en Anheit (overige eenheden). Het regiment ontvangt zijn vaandel op 31 augustus tijdens een plechtigheid te Hoei. Gedurende de mobilisatieperiode blijft het 6ChA langsheen de Maas gestationeerd.
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden staat het gros van de 2de Divisie Ardeense Jagers nog steeds opgesteld langsheen de westelijke oever van de Maas, vanaf de samenloop met de Hoyoux te Hoei in het noorden tot nabij Andenne in het zuiden. Van elk regiment liggen het eerste en tweede bataljon aan de Maas, met het 6ChA op links, het 5ChA in het centrum en het 4ChA op de rechterflank van de divisie. Het hoofdkwartier van de divisie stond tot voor kort opgesteld in Fumal, maar is verhuisd naar Heron op ongeveer 5 Km achter de Maas.

Wielrijders van de Ardeense Jagers schuiven aan voor de maaltijd.
Het 6ChA bezet de ondersector Tihange-Wanze:
- het II/6ChA bevindt zich op de linkeroever van de Maas rondom de stationsbuurt te Hoei
- het III/6ChA sluit aan rond Statte en Wanze.
- het I/6ChA staat met zijn wielrijders in voor de bewaking van het Bruggenhoofd Hoei, met de 1ste compagnie in het westen te Vinalmont, de 2de compagnie nabij La Mallieue en de 3de compagnie rondom Tighange. De manschappen brengen de nacht door in hun kantonnementen in de dorpjes ten westen van deze stellingen.
- het regiment is ook verantwoordelijk voor de bewaking van de bruggen over de Maas tussen Engis en Anheit

De officieren van de staf van het 6ChA te Anheit in 1939.
Tijdens de ochtend bezet het regiment zijn gevechtsstellingen waar de eenheden van uit de lucht beschoten worden door de Luftwaffe.
Na de middag ontvangt het 6ChA het bevel om zijn posities te verlaten en de zuidelijke oever van de Mehaigne te vervoegen. De detachementen steken vanaf het vallen van de duisternis de rivier over en zetten zich op weg richting Ramillies.
Staf/6ChA
Het Groot Hoofdkwartier beslist om de Versterkte Positie Luik niet langer te verdedigen en stuurt de 3de Infanteriedivisie via de linkeroever van de Maas in de richting van Namen. De Duitse pantserdivisies die bij Maastricht het Albertkanaal overstaken, hebben intussen Tongeren al ingenomen en stromen naar het zuidwesten, zodat Namen de enige logische bestemming voor de Belgische aftocht wordt.
De 2de Divisie Ardeense Jagers zal ook naar Namen verplaatst worden om er nieuwe stellingen in te nemen aan de noordoost rand van de Versterkte Positie Namen. De regimenten moeten positie gaan in te nemen in de sector Cognelée-Gelbressée.
I/6ChA

Luitenant-kolonel J.E. Desmedt.
Het I/6ChA is echter rond de middag pas aangekomen in Ramillies en heeft adar een rustpauze ingelast. Kort na de middag wordt een detachement uitgezonden naar Wasseiges om naar Duitse parachutisten te gaan zoeken. Er wordt niemand gevonden. Ook elders rukken patrouilles uit na vals alarm. Die zelfde nacht nog wordt de korte verplaatsing naar Namen aangevat. Het I/6ChA richt zich op Eghezée.
II/6ChA en III/6ChA
Het II/6ChA en III/6ChA worden onmiddellijk doorgestuurd naar Namen. De beide bataljons richten zich op Cognelée.
Staf/6ChA
Het 6ChA bevindt zich nu op zijn nieuwe posities te Namen. Het gros van het regiment wordt ontplooid in de sector Marchovelette-Cognelée van de Versterkte Positie Namen.
I/6ChA
het I/6ChA maakt deel uit van de algemene reserve van het VIIde legerkorps en houdt zich op in het Grand Bois de Grande Salle. Kapitein-commandant Mathieu heeft zijn commandopost in het fort van Cognelée.
II/6ChA
Het II/6ChA is onder het bevel van het 5ChA komen te staan en heeft de buurt van Warisoulx nabij de Leuvense Steenweg ingenomen.
III/6ChA
Het III/6ChA is aangehecht bij het 4ChA en neemt stellingen in rond Petit-Sart.
Staf/6ChA
Terwijl de Duitse pantserdivisies doorheen Haspengouw oprukken naar de Franse sector van de Dyle-Stelling tussen Waver en Namen, blijft het 6ChA deel uitmaken van de verdedigingsgordel rond Namen.
Ten zuiden van de stad bereiken de eerste Duitse troepen de Maas en dringen te Houx door tot op de linkeroever om in de zone tussen Yvoir en Givet al snel een bruggenhoofd uit te bouwen. Ook te Sedan in Frankrijk wordt de rivier overgestoken. De Ardeense Jagers zullen voorlopig nog te Namen blijven en de stellingen van de divisie worden verlengd tot de ganse zone tussen Cognelée en de Maas om de gehele noordoost flank te dekken. Het 6ChA, met uitzondering van het Iste bataljon, zal het tweede echelon van deze sector bemannen en verplaatst zich bij het vallen van de duisternis opnieuw oostwaarts via Waret-la-Chaussée en Cognelée naar het Woud van Champion waar de nacht doorgebracht wordt onder de blote hemel.
I/6ChA
Het Iste Bataljon blijft de algemene reserve vormen van het VIIde legerkorps.
Staf/6ChA
Op 14 mei besluit het Groot Hoofdkwartier om de Versterkte Positie Namen op te geven. Alle Belgische eenheden zullen naar de stad terugtrekken, om van daar doorgestuurd te worden naar de streek van Charleroi. Hoe dat moet gebeuren is niet duidelijk, want de reisweg naar Charleroi doorkruist de zone van het Franse 1ste Leger en daar zitten alle wegen dicht. De terugtocht zal dan ook met de grootste moeite verlopen. Met uitzondering van het Iste Bataljon is het 6ChA inmiddels ontplooid op het tweede echelon van de sector Cognelée-Gelbressé. De eerste Duitse colonnes bereiken die dag de fortengordel rond de stad en diverse eenheden van de 2de Divisie Ardeense Jagers raakt betrokken in beperkte vuurgevechten. De forten rond Namen openen het vuur en raken betrokken in hevige duels met de Duitsers die intussen hun zwaar geschut in stelling gebracht hebben. De vijand heeft echter andere prioriteiten en zal te Namen niet aandringen. Tijdens de vooravond wordt het weer rustig voor de stellingen van divisie.
Detachement Lemercier/6ChA
Kapitein-commandant Lemercier, compagniecommandant van 2/I/6ChA die een beveiligingsopdracht uitvoert langs de baan Namen-Nijvel krijgt het bevel zijn opdracht te beëindigen en zich naar Saint-Martin te begeven waar het I/6ChA zich zal hergroeperen. Ter hoogte van Jemeppe-sur-Sambre wordt hij door de Fransen echter tegengehouden en doorgestuurd naar Courcelles ten noorden van Charleroi, waar hij met zijn compagnie de nacht van 14 op 15 mei zal doorbrengen.
Staf/6ChA, III/6ChA en 10Cie/6ChA
De 2de Divisie Ardeense Jagers verlaat de Versterkte Positie Namen om zich westwaarts terug te trekken. Het eerste doel van de verplaatsing wordt het oversteken van de Orneau, een bijrivier van de Samber nabij Grand-Leez en Gembloux. Het III/6ChA, de 10de Compagnie Tuigen en de regimentsstaf zetten zich die ochtend omstreeks 10u00 op weg via Namèche en Temploux. Het regiment legt die dag nog zo’n 15 Km af en overnacht te Balâtre en Saint-Martin.
II/6ChA
Het II/6ChA zal de achterhoede van de divisie vormen en moet om 11u00 als laatste eenheid aansluiten. Kort na het vertrek rijdt een Vickers Utility B trekker met een C47 anti-tankkanon over een Franse landmijn. Sergeant Lejeune en de Soldaten Verday, Leveque en Delmal komen om. Het kanon wordt achtergelaten.
Detachement Lemercier/6ChA
Bij gebrek aan nieuwe orders besluit hij om zich naar Bergen te begeven via Binche. Onderweg komt hij Lt Med Rucquoy, eenheidsgeneesheer van I/6ChA tegen die Cdt Lemercier laat weten dat het regiment volgens de orders van Generaal-majoor Ley moet hergroeperen in Le Quesnoy (F). Dit bericht wordt later nog bevestigd door Sgt Botte, transmissieonderofficier van I/6ChA die eraan toevoegt dat hij door de bataljonscommandant werd voorop gestuurd om een kantonnement te verkennen. Meer had Cdt Lemercier niet nodig om zich met zijn compagnie via Bavay naar Le Quesnoy te begeven.
Staf/6ChA
Het 6ChA trekt zich samen met de andere eenheden van de divisie terug naar het westen. Het regiment bereikt het Kanaal Brussel-Charleroi. Ook het Franse leger kruist dit kanaal en wil op de westelijke oever een tijdelijke stelling innemen om de Duitse achtervolging tegen te houden. De Franse genie heeft alle bruggen ondermijnd en is bijzonder woedend te moeten wachten op de Ardense Jagers. De Fransen blazen er te brug op zodra de laatste Ardeense Jagers bereiken. Het vervolg van de tocht naar Vlaanderen zal maar liefst drie dagen in beslag nemen. De marsroute van het 6ChA loopt via Nijvel, ‘s Gravenbrakel, Edingen (waar de eerste Britse troepen ontmoet worden) en vervolgens Geraardsbergen, Oudenaarde en Deinze.
Detachement Lemercier/6ChA in Frankrijk
In de loop van de dag komt de 2Cie toe in Le Quesnoy waar Cdt Lemercier contact opneemt met de Franse Plaatscommandant. Hij krijgt een kantonnement toegewezen waar hij tevergeefs wacht op de aankomst van de rest van zijn bataljon. Tegen de avond wordt hij door de Fransen op de hoogte gebracht dat de Franse linies te Sedan werden doorbroken en dat de vijand Le Quesnoy nadert. Hals over kop wordt de compagnie opgetrommeld en naar het westen gestuurd, opgejaagd door de oprukkende Duitsers.
De 2de divisie sukkelt verder naar het westen. De jagers hebben inmiddels zo’n 175 Km te voet achter de rug, waarvan 110 Km in nachtelijke etappes.
Staf/6ChA
De divisie bereikt de Leie nabij Deinze. Het gros van het regiment houdt halt te Petegem.
I/6ChA
Het I/6ChA wordt aangeduid om de beveiliging van het Groot Hoofdkwartier te verzekeren en zet zijn tocht verder. De Belgische legerleiding zal zich te Sint Andries nabij Brugge installeren en de wielrijders van het Iste Bataljon fietsen de staf achterna via Vinkt, Aarsele, Tielt, Pittem, Muiselaar, Egem, Schuiferskapelle, Wingene en Maria Aalter.
De divisie wordt in reserve geplaatst bij het Groot Hoofdkwartier. Terwijl het I/6ChA te Sint Andries aan zijn bewakingsopdracht begint, rust de rest van het regiment uit te Petegem.
Staf/6ChA
De 2de Divisie Ardeense Jagers krijgt het bevel om langsheen de westelijke Leieoever de zone tussen Astene en Olsene te gaan verkennen met het oog op een mogelijke stellingname. Aan het eind van de dag vertrekken de colonnes van het 6ChA uit Petegem om de ondersector Machelen-Grammene in de nemen. De korte tocht duurt een paar uur.
Detachement Lemercier/6ChA in Frankrijk
De 2Cie komt toe in Abbeville net voor de Duitsers de stad bereiken. Cdt Lemercier wil nog terugkeren naar het noorden in een poging zijn bataljon in België te vervoegen maar wordt door de Fransen doorgestuurd naar de Tallendier kazerne in Petit-Quevilly nabij Rouen, het verzamelpunt voor alle Belgische eenheden in Frankrijk. Aangekomen in Rouen meldt Cdt Lemercier zich aan bij Luitenant-generaal Vinçotte, commandant van de Opleidingscentra voor Onderluitenanten. Hij krijgt er te horen dat zijn compagnie op 26 mei kan inschepen aan boord van een trein die ze naar Pont-saint-Esprit zal brengen waar het Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers (VOC ChA) zich bevindt. De 2Cie van 6ChA wordt opgenomen in de getalsterkte van het VOC ChA.
Staf/6ChA
Na de Duitse doorbraak te Abbeville en de omsingeling van de geallieerde legers, besluit het oppercommando om de Schelde-linie op te geven. Tegen 23 mei moet het veldleger tussen Gent en Oudenaarde zich terugtrekken naar de Leie. Nu de volle verdediging van de rivier een feit is en andere formaties weldra zullen arriveren, krijgt de divisie dan ook een meer gepaste sector toegewezen. Het front wordt verkort tussen Deinze en Ponthoek. Op de noordflank komt het 5ChA te liggen aan de splitsing van het Afleidingskanaal en de Leie rond Deinze. In het centrum vat het 6ChA plaats rond Grammene en Gottem. Het 4ChA bezet de zuidflank tenslotte, tussen De Knok en Ponthoek. Het I/4ChA wordt aanvankelijk behouden als reservebataljon voor de divisie.
Generaal-majoor Ley brengt de namiddag door bij het 6ChA dat de centrale ondersector ingenomen heeft. Hij aanschouwt hoe de spoorbrug van Grammene in staat van verdediging wordt gebracht door het II/6ChA. Te Gottem inspecteert hij de stellingen van het III/6ChA in de voor de verdedigers gevaarlijke bocht in de Leie tegenover Machelen. Ley noteert dat de rivierbocht te Gottem bijzonder gevoelig lijkt voor een aanval.
De commandopost van Luitenant-kolonel Desmedt wordt opgesteld in een villa te Dentergem.
Het 6ChA werkt aan zijn nieuwe stellingen. Intussen trekken de laatste Belgische eenheden de Leie over.
De Belgische posities langsheen de Leie hebben hun definitieve vorm aangenomen. In het noorden verdedigt het VIIde legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de Divisie Ardeense Jagers die met het 4ChA, 5ChA, 6ChA en 17Li de sector Deinze-Oeselgem bezet. De sector Oeselgem-Wielsbeke wordt beveiligd door de 8ste Infanteriedivisie. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde legerkorps dat met de 3de Infanteriedivisie bestaande uit het 1Li, 12Li en 25Li de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt. Het 3Li, 4Li en 24Li van de 1ste Infanteriedivisie bemannen de laatste sector tussen Kortrijk en Menen. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 10de Infanteriedivisie van de Jagers te Voet leveren de reservestrijdkrachten.
De vijand bereikt op 23 mei de rivier in de sector van de meer naar het zuiden gelegen 8ste Infanteriedivisie. Bij de Ardeense Jagers hard verder gewerkt aan het verbeteren van de stellingen. Het 6ChA krijgt versterking van twee bataljons en een hoeveelheid collectieve vuurmiddelen van het 17Li en zal zijn ondersector als volgt zal organiseren:
- Het IIIde bataljon van 17Li zal op de linkerflank van de ondersector komen te liggen tussen Deinze en Grammene.
- Het IIde bataljon van 6ChA krijgt de verdediging van Grammene toegewezen.
- Het IIIde bataljon van 6ChA wordt ontplooid aan de rivierbocht te Gottem.
- De 9Cie bezet het dorp en graaft zich in rondom de kerk. Deze compagnie wordt aangevuld met het peloton mitrailleurs van Onderluitant Claes van de 13Cie van het 17Li.
- Het tweede echelon wordt gevormd door het IIde bataljon van 17Li dat tussen de gehuchten Dries en Terdonck post vat.
- De 5Cie zal aan de zuidflank van dit echelon komen te liggen rondom de hoeve Groot Terdonck nabij het kruispunt van de Dentergemstraat en de Terdonckstraat.
- Het 6ChA ontvangt tevens versterking van één peloton anti-tankkanonnen en één peloton mortieren van het 17Li. Ook de compagniestaven van de 13Cie en 15Cie van dit regiment worden toegevoegd aan het 6ChA.
- Het direct vuursteunelement is de IIde groep van 4A die zijn geschut op het kwartier Leihoek-Grammene gericht heeft.

Achtereenvolgende posities van de 2DivChA tussen 23 en 26 mei 1940.
De Duitsers ondernemen een eerste poging om de Leie over te steken in de sector van de 2de Divisie Ardeense Jagers. Gebruik makende van de beschutting die Machelen hen biedt, vallen de vijandelijke infanteristen het vooruitgeschoven peloton van het 6ChA aan in de in de Leiebocht van Gottem. Tegen 11u15 zijn drie van de vier Belgische mitrailleurs buiten gebruik en wordt het peloton tot overgave gedwongen. De vijand slaagt er vervolgens in om een bataljon de rivier te laten oversteken, maar deze troepen vallen onder zwaar Belgisch artillerievuur en kunnen het succes niet uitbuiten. Om 17u00 trekt het gros van de Duitsers zich terug naar de oostelijke oever. De vijand installeert wel enkele observatieposten in de boerderijen gelegen op de linkeroever van de Leiebocht.
Gottem wordt de ganse dag door zwaar onder vuur genomen door de Duitse artillerie. De commandopost van de 9Cie nabij de kerk incasseert hierbij enkele treffers.
Aan de Ponthoek te Olsene steken de Duitsers de Leie over in de ondersector van het 4ChA, maar dankzij tegenaanvallen van de Ardeense Jagers is tegen 21u00 de situatie daar hersteld.

Door Generaal-majoor Ley gemaakte schets van de gevechten op 25 mei 1940 (bron: CHD, Evere).
De eenheden van het Duitse 6de leger vallen opnieuw aan en proberen de rivier over te steken bij elk van de drie regimenten van de 2de Divisie Ardeense Jagers. Te Ponthoek loopt een Duitse aanval vast op het 4ChA. Ook het 5ChA kan aanvankelijk de Duitsers afhouden nabij Deinze. Het III/6ChA slaat te Gottem de eerste vier stormaanvallen af. De situatie lijkt onder controle.
Bij de ten noorden gelegen 4de Infanteriedivisie slagen de Duitsers er echter in een bruggenhoofd uit te bouwen te Meigem. Binnen de kortste keren komt het tot massale overgaven bij de eenheden van deze divisie en zo staan de Duitsers aan het eind van de dag stevig over de Leie. Langsheen de ganse rivier hebben talrijke Belgische eenheden zich moeten terugtrekken.
Tijdens de namiddag keert het I/6ChA terug van Sint-Andries waar het bataljon ontlast werd van zijn verdedigingsopdracht bij het Groot Hoofdkwartier. Het bataljon wordt toegevoegd aan het tweede echelon van de positie van 6ChA. Dit echelon wordt hiermee in twee delen gesplitst: het I/6ChA bezet het zuidelijke deel vanaf het gehucht Dries tot de noordrand van Dentergem, terwijl het II/17Li de gehuchten Dries en Terdonck verbindt. De Vondelbeek vormt de grens tussen de beide zones. De 5Cie en één peloton van de 6Cie van het 17Li komen onder het bevel van I/6ChA te staan.
Aan het eind van de dag moet ook het 5ChA terugtrekken van de kanaaloever om een nieuwe defensieve stelling in te nemen op enige afstand van het kanaal. Hierbij moet het 5ChA de verbinding te maken tussen het Afleidingskanaal en de 1ste Divisie Ardeense Jagers die in de strijd geworpen wordt op de lijn Lotenhulle-Vinkt om de vijandelijke doorbraak te blokkeren.
Bij valavond laat luitenant-kolonel Desmet laat het II/17Li weghalen van zijn tweede echelon om aan zijn noordflank een nieuwe dwarsstelling in te nemen op de steenweg van Deinze naar Tielt.
De Duitsers voeren tijdens de avond eveneens de druk op aan de zuidelijke flank van de ondersector van 6Cha. Tegenover Gottem voert de vijand schijnwerpers aan om het zicht van de Belgen te belemmeren. Steeds meer Duitse gevechtsgroepen steken tegenover Gottem de rivier over en voegen zich bij de aanval. Het vijandelijke bruggenhoofd wordt langzaam maar zeker vergroot. Tussen Viersczijn en Gottem wordt al snel van huis tot huis gevochten. In eerste instantie besluit Luitenant-kolonel Desmet om het III/6ChA af te lossen door het II/17Li. Dit laatste bataljon staat op het punt te vertrekken naar de noordflank van het 6ChA en krijgt omstreeks 23u00 het tegenbevel om naar de Leie op te rukken. Majoor Temmerman van het II/17Li vertrekt naar de commandopost van Majoor Le Roi van het III/6ChA om de nodige afspraken te maken voor de aflossing. De inzet van zijn bataljon wordt echter al even snel weer afgelast. Het III/6ChA zal Gottem blijven verdedigen. De 2de Divisie Ardeense Jagers vraagt om nieuwe versterking. Die komt er in de vorm van het Iste Bataljon van het 17de Linieregiment dat ten zuiden van Tielt in reserve gehouden werd.
Het Iste Bataljon van het 17de Linieregiment bereikt Dentergem omstreeks 01u00 en wordt onmiddellijk ontplooid op het tweede echelon van het 6ChA. Het regiment zal echter een paar uur later doorgestuurd worden naar het 5ChA.
Om 05u40 vallen de Duitsers alweer aan. Vijandelijke vliegtuigen en artillerie bestoken de Belgische stellingen langs de baan Deinze-Aalter. Rond 06u30 worden de stellingen van 6ChA te Gottem en omgeving hevig beschotten door de Duitse kanonnen. Om 08u00 verlegt het Duitse geschut het vuur naar achter en dringt de vijandelijke infanterie Gottem binnen. Veel Belgische steunpunten worden overmeesterd en uitgeschakeld. Bij de commandopost van het III/6ChA wordt er hevig gevochten en wordt de Duitse vooruitgang naar het noorden en het westen toe tijdelijk gestopt.
Langsheen de sector van het 6ChA bewegen de Duitsers zich in zuidwestelijke richting naar de posities van het 4ChA. De 7de compagnie komt onder zware druk te staan en begeeft onder de aanhoudende aanvallen. Ook de 8ste compagnie raakt in grote moeilijkheden. Rondom 14u00 slaagt een infiltratiepoging in de richting van de hoeve Groot Terdonck en bereikt de vijand Dentergem. Het II/6ChA heeft tijdelijk geen contact meer met het regiment. De druk op het 6ChA wordt bijzonder groot. Het 4ChA zal de strijd staken.
Het regiment ontvangt rond 17u00 het bevel om tot de aftocht over te gaan. De eenheden zullen verzameld worden tussen kilometerpaal 10 en 12,5 op de Deinsesteenweg tussen Aarsele en Tielt. Van hier uit worden de eenheden doorgestuurd naar het gehucht Flesse ten noordoosten van Tielt.
Rondom middernacht wordt het II/17Li ontlast van zijn taak bij het 6ChA, en vervolgens teruggetrokken naar de verzamelplaats van het 17Li te Schuiferskapelle.
De manschappen van het 6ChA overnachten in de woningen en boederijen te Flesse.
In de operatiezone van het VIIde Legerkorps blijft de druk op de frontlinie bijzonder groot. Ten oosten van Tielt heeft de 2de Divisie Ardeense Jagers versterking ontvangen van de staf/44Li, I/44Li en II/44Li om een nieuwe verdedigingslinie uit te bouwen tussen Tielt (exclusief) en Aarsele (exclusief). Deze linie zal in hoofdzaak langsheen de spoorlijn Deinze-Tielt open, en buigt nabij Aarsele af naar het noordoosten. Achter deze nieuwe frontlinie zullen de overgebleven eenheden van het 6ChA en het 5ChA opnieuw ontplooid worden.
De bataljons van het 6ChA hebben de nacht doorgebracht te Flesse en worden bij dageraad op nieuwe defensieve posities uitgezet :
- Ten westen van de nieuwe posities van het 6ChA zal het III/21Li aankomen om post te vatten tussen Flesse en Tielt.
- Het I/6ChA bezet het rechter kwartier van de nieuwe ondersector van 6ChA tussen het gehucht Flesse en de Deinsesteenweg. De steunpunten van het bataljon liggen langs beide zijden van de Kerkebosstraat, op zo’n 200 meter ten noorden van de steenweg.
- In het linker kwartier wordt het II/6ChA ontplooid vanaf de Hullebeek tot aan de velden ten oosten van de Processietraat.
- Het zwaar gehavende IIIde Bataljon stelt zijn overgebleven gevechtsgroepen op langsheen de beide oevers van de Hullebeek om de nieuwe posities toch maar enige dekking in de diepte te geven.
- Ten oosten van het II/6ChA worden de bataljons van het 5ChA opgesteld in de richting van de langsheen de bovenloop van de Neringbeek ten zuidoosten van Kanegem.
Het 6ChA en het 5ChA liggen nu in tweede linie achter het I/44Li en het II/44Li. Dit regiment valt vanaf de ochtend onder artillerievuur en krijgt tegen de middag te maken met een eerste vijandelijke infiltratie via de as Deinze-Tielt. Het II/44Li wordt als eerste overrompeld en zo komt het 6ChA opnieuw in het eerste echelon te liggen tussen 13u30 en 14u00.
Het II/6ChA valt onder zowel vijandelijk als ook bevriend artillerievuur, maar er volgt geen grondaanval. De hoofdas van de Duitse opmars loopt in de richting van Tielt en de vijand heeft niet direct de intentie om in de richting van Kanegem op te rukken. Ten westen van het I/6ChA wordt het III/21Li in de loop van de namiddag weggedrukt van zijn posities zodat het Iste Bataljon bedreigd worden. Luitenant-kolonel Desmedt stuurt de restanten van het IIIde Bataljon naar zijn rechter flank. De Beide partijen duelleren met mitrailleurvuur, maar het komt niet tot een Duitse grondaanval.
De Ardeense Jagers blijven tot ongeveer 17u00 op post en moeten vervolgens verder wegtrekken naar het noorden. De ganse divisie wordt teruggetrokken naar de Kapellebeek die achter de heuvelrug ten noorden van Schuiferskapelle loopt. Het 6ChA verbreekt enigszins moeizaam het contact met de vijand, maar komt toch zonder kleerscheuren weg.
Het 6ChA heeft zich tijdens de nacht teruggetrokken naar het dorpje Turfhouwe nabij Zedelgem. Enkele achtergebleven detachementen vernemen het nieuws van de Belgische overgave op hun stellingen rond Flesse.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
9/III | AMEL | Albert Hector Marie Florian | Sdt | 08.07.1917 | Hoei | 26.05.1940 | Gottem | |||||
1/I | ASEGLIO | Hubert Sylvain Gaston Joseph | Sdt | 04.10.1919 | Flémalle | 26.05.1940 | Gottem | |||||
9/III | BALLOT | Fiacre Aristide | Sdt | 15.03.1911 | Membre | 25.05.1940 | Gottem | |||||
6/II | BAYOT | Simon Joseph Ghislain | Sdt | 24.04.1915 | Louette-Saint-Denis | 14.05.1940 | Tihange | |||||
Staf | BEAUPAIN | Gerard François | Sdt | 12.05.1917 | Bovigny | 25.05.1940 | Tielt | Verbrand op hoeve D'Huyvettere | ||||
4/II | BECHET | Albert Henri Charles | ![]() | Sgt | 27.07.1915 | La Roche | 24.05.1940 | Tielt | ||||
7/III | BERNARD | Jules Jean Baptiste Albert | ![]() | Sgt | 29.04.1915 | Les Fossés | 05.07.1940 | Assenois | ||||
9/III | BETRAINS | Louis Joseph | ![]() | Sdt | 26.11.1912 | Tienen | 25.05.1940 | Tielt (De Flesse) | ||||
7/III | BORREMANS | Pierre | Sdt | 18.10.1909 | Anderlecht | 26.05.1940 | Gottem | |||||
4/II | CAPIAU | Pierre | Kpl | 22.09.1908 | Ukkel | 23.05.1940 | Grammene | |||||
9/III | COULON | Eugène Ovide Théophile | Sdt | 12.03.1909 | Gros-Fays | 03.07.1940 | Brugge | |||||
Staf | DASSENOY | Alphonse P.V. | ![]() | Sgt | 15.07.1918 | Longvilly | 25.05.1940 | Gottem | ||||
Staf | DEBOUTTE | Pierre J.L.P.A. | Sdt | 28.04.1909 | Deurne (Brabant) | 25.05.1940 | Tielt | |||||
10 | DELMAL | Lucien V.G. | Sdt | 28.07.1917 | Warzee | 15.05.1940 | Emines | Gedood door Franse landmijn | ||||
7/III | ENGLEBERT | Lambert A. | ![]() | Sdt | 18.09.1905 | Magnee | 12.05.1940 | Temploux | ||||
3/I | GATELLIER | Elie B.J. | ![]() | Sdt | 01.06.1906 | Ramagne | 27.05.1940 | Tielt | ||||
10 | GILLOT | Ernest J.A. | Kpl | 02.10.1916 | Anheit | 26.05.1940 | Gottem | |||||
9/III | GILQUIN | Jules Louis | Sdt | 05.06.1913 | Noirefontaine | 26.05.1940 | Gottem | |||||
7/III | GUILLAUME | Hubert C.J.A. | Adjt | 22.08.1916 | Bovigny | 26.05.1940 | Gottem | |||||
7/III | HOSTE | Jacques H.M. | Sdt | 25.10.1908 | Laken | 26.05.1940 | Gottem | |||||
7/III | LAHAUT | Paul | ![]() | Kpl | 06.03.1918 | Marche-en-Famenne | 26.05.1940 | Gottem | ||||
3/I | LEBRUN | Albert J.B.D. | ![]() | Sdt | 24.02.1914 | Marcinelle | 27.05.1940 | Tielt (De Flesse) | ||||
10 | LEJEUNE | Fernand Louis Joseph | ![]() | Sgt | 13.05.1916 | Cherain | 15.05.1940 | Emines | Gedood door Franse landmijn | |||
8/III | LEONARD | Valentin V.L. | Sdt | 01.04.1911 | Flemalle | 26.05.1940 | Gottem | |||||
10 | LEVEQUE | Henri D.G. | ![]() | Sdt | 14.06.1916 | Calais (F) | 15.05.1940 | Emines | Gedood door Franse landmijn | |||
10 | LOZET | Jean Joseph | ![]() | Sdt | 14.02.1916 | Arville | 21.05.1940 | Noyelles (F) | ||||
7/III | MAES | Walter D. | Sdt | 30.07.1910 | Schaarbeek | 26.05.1940 | Gottem | |||||
5/II | METRAL | Pierre A.L. | Sdt | 30.10.1908 | Elsene | 12.05.1940 | Cognelee | |||||
10 | NINANE | Augustin G. | ![]() | Kpl | 12.03.1916 | Tohogne | 25.05.1940 | Ardooie | ||||
9/III | NOISET | Antoine V. | Sdt | 20.02.1912 | Namen | 25.05.1940 | Gottem | |||||
3/I | OTOUL | Francois A.A. | Sdt | 07.09.1915 | Ougree | 27.05.1940 | Tielt (De Flesse) | |||||
9/III | PETRE | Alexis J. | Sdt | 16.06.1905 | Liège | 26.05.1940 | Lichtervelde | |||||
7/III | PIERARD | Joseph E.G. | ![]() | Sgt | 24.09.1914 | Nassogne | 25.05.1940 | Tielt | ||||
8/III | PIRE | Charles A. | Sgt | 29.09.1915 | Ben-Ahin | 26.05.1940 | Gottem | |||||
Staf | POLLET | Leopold C. | ![]() | Sgt | 29.12.1914 | Ploegsteert | 25.05.1940 | Tielt | ||||
9/III | ROCOUR | Joseph | ![]() | Sdt | 14.09.1913 | Vivegnis | 26.05.1940 | Gottem | ||||
6/II | ROSMAN | Celestin J. | ![]() | Sdt | 28.10.1912 | Battincourt | 12.05.1940 | Hoei | ||||
1/I | STAS | Leon E. | Sgt | 21.02.1916 | Bressoux | 01.06.1940 | Brugge | |||||
10 | TETTELIN | Philippe J. | ![]() | Sdt | 14.09.1918 | Sint-Jans-Molenbeek | 26.05.1940 | Gottem | ||||
7/III | THOMAS | Marcel M.H. | Kpl | 15.08.1909 | Luik | 26.05.1940 | Gottem | |||||
9/III | TOUSSAINT | Desire E. | Sdt | 11.07.1909 | Saint-Paer | 26.05.1940 | Gottem | |||||
3/I | VALENCOUR | Sylvain | Sdt | 10.05.1913 | Naninne | 27.05.1940 | Tielt (De Flesse) | |||||
10 | VERDAY | Norbert J.R.G. | Sdt | 06.06.1918 | Harre | 15.05.1940 | Emines | Gedood door Franse landmijn | ||||
8/III | VERTOMMEN | Jules | ![]() | Kpl | 22.11.1908 | Kraainem | 13.05.1940 | Fleurus | Verwond 12/05 te Namen. Overleden in hospitaal. | |||
6/II | WILLEME | Albert J. | Sgt | 22.03.1906 | Mouzaive | 25.05.1940 | Tielt | |||||
9/III | WINAND | Pierre N. | Kpl | 26.03.1912 | Cherain | 26.05.1940 | Gottem | |||||
9/III | YANSENNE | Eugene Jean Baptiste | Sdt | 00.01.1900 | Beyne-Heussay | 27.05.1940 | Tielt (De Flesse) |
- Martens, M., 2004, Mei 1940: De Regio Tielt in de Vuurlinie, Tielt: De Roede van Tielt