38ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de tweede reserve  
Ontdubbeld van 8ste Linieregiment  
Taalstelsel Nederlandstalig  
Onderdeel van 14de Infanteriedivisie  
Bevelhebber Luitenant-Kolonel August Dothée  
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Vincent Joris  
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Beringen – Viversel
 
Samenstelling I Bataljon (Majoor Edmond De Rycke) 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt René Swijsen)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Jean Koch)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Marcel Delsaux)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Edmond Wilmet)
  II Bataljon (Majoor Georges Pardaens) 5de Compagnie Fuseliers (Lt E. Van Reeth)
6de Compagnie Fuseliers (Cdt Robert Cneut)
7de Compagnie Fuseliers (Lt. C. Verachtert)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt E. Huys)
  III Bataljon (Commandant José Darrien) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt F. Dumoulin)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt Gaston Samain)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Vuye)
12de Compagnie Mitrailleurs (Kapt F. Degol)
  Stafcompagnie (Luitenant G. Arnould)
  Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein J. Vanden Abeele)
  Peloton Verkenners (Luitenant Paul Grenez)

Tijdens de mobilisatie

Staf/38Li
Het 38ste Linieregiment (38Li) wordt op 11 september 1939 gemobiliseerd bij de afkondiging van de eerste stap van Fase D van het mobilisatieplan  als ontdubbelingsregiment van het 8Li. Het 38Li wordt toegevoegd aan de 14de Infanteriedivisie (14Div), een divisie van tweede reserve. De tweede reserve was in hoofdzaak samengesteld uit miliciens van de oudere klassen ’28, ’29, ’30 en ’31. In de infanterieregimenten van de tweede reserve ontbreekt het vierde bataljon met de compagnie zware mitrailleurs, de compagnie mortieren en de compagnie anti-tankkanonnen C47mm. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat FM15/27 lichte mitrailleurs. Bovendien ontbrak het aan DBT granaatwerpers en moesten de mannen het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van een Lebel geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hadden. De lichte machinegeweren Chauchat FM15/27 dateren reeds uit de Eerste Wereldoorlog en zijn van bedenkelijke kwaliteit, de zware machinegeweren type Colt zijn al even oud [3].

De twee andere infanterieregimenten van de 14Div zijn het 35ste Linieregiment (35Li) en het  36ste Linieregiment (36Li). Aan de vooravond van de oorlog bezet de 14Div de sector Beringen – Stokrooie van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal. Het 38Li bezet de centrale ondersector van de 14Div vanaf de duiker van Helderbeek onder het Albertkanaal nabij van Beringen in het noorden tot en met de brug van Viversel in het zuiden. Links van het regiment ligt het 35Li en rechts verlengt het 36Li de stellingen achter het kanaal. In de ondersector van 38Li bevinden zich de bruggen van Genebos en Viversel.  Voorts is er nog een militaire veerpont te Eversel.

I/38Li
Het Iste Bataljon verdedigt het zuidelijke voorkwartier met de drie fuselierscompagnies op een enkele lijn.  In het noorden staat de 1Cie opgesteld tegenover de Kolenhaven.  Vervolgens sluiten de 2Cie en de 3Cie aan.  Dit bataljon wordt versterkt door drie C47 anti-tankkanonnen van de divisietroepen.

II/38Li
Het IIde Bataljon (II/38Li), onder bevel van Majoor Pardaens, bezet het noordelijke voorkwartier langsheen de oever van het Albertkanaal. Het II/38Li maakt de junctie met III/35Li op de limiet van beide regimenten.  Het bataljon heeft zijn drie compagnies in lijn langsheen de kanaaloever, met van noord naar zuid de 7Cie, 6Cie en 5Cie.  Dit bataljon wordt eveneens versterkt door drie C47 anti-tankkanonnen van de divisietroepen.

III/38Li
Het IIIde Bataljon bezet het tweede echelon van de ondersector van het 38Li.

Pl Vknr/38Li
Het Peloton Verkenners van 38Li (Pl Vknr/38Li), bevolen door Luitenant Grenez, is verantwoordelijk voor de beveiliging van de N72 Beringen-Hasselt en van de aanlooproutes naar de bruggen van Genebos en Viversel, waar het een reeks voorbereidde vernielingen moet uitvoeren ingeval van een vijandelijke opmars naar het Albertkanaal.

Het 38Li wordt ondersteund door de Iste Groep van het 1ste Regiment Artillerie (I/1A) die opgesteld staat ten westen van Lummen op enkele kilometers achter de stellingen van het 38Li. De I/1A is in versterking van het 22ste Regiment Artillerie, het organiek artillerieregiment van de 14Div. 

De staf en de commandopost van het regiment bevinden zich te Gestel.  De medische hulppost staat opgesteld aan kilometerpaal 64 van de Diestersesteenweg even ten zuidwesten van Paal.  De veldkeukens van het regiment zijn ondergebracht te Gestel en Geneiken.  Eveneens nabij Geneiken is het bevoorradingspunt voor infanteriemunitie.

Lummen 1940

Image 1 of 6

Het I/38Li defileert.

LtKol Dothée

Staf/38Li
Het regiment wordt om 01u30 in staat van alarm geplaatst door de staf van de 14Div.

De technische wachten van de genietroepen bij de bruggen van Genebos en Viversel krijgen om 03u30 de toestemming om de elektrische springinrichting aan te brengen ter verdubbeling van de dan reeds aanwezige pyrotechnische inrichting.

Om 04u30 meldt het 38Li dat alle stellingen langsheen het kanaal ingenomen zijn.  Vanaf de vroege ochtend wordt gewerkt aan het vrijmaken van het schootsveld tegenover de posities van het I/38Li en het II/38Li.  Op de noordelijke oever wordt bij I/38Li een stuk bos in brand gestoken.

De oorlogsmunitie wordt verdeeld en de wachtposten worden uitgezet. Kolonel Dothée bepaalt dat er ‘s nachts en bij mist patrouilles moeten worden uitgestuurd over het kanaal om het regiment tijdig te kunnen verwittigen bij een aanval.

Omstreeks 09u45 keert het peloton verkenners terug via de brug van Genenbos en de veerpont te Eversel.  Intussen trekken grote groepen vluchtende burgers over de beide bruggen in de ondersector van het regiment.

Het bruggetje van de N72 over de Winterbeek op het grondgebied van Heusden wordt om 14u30 met explosieven vernield door Luitenant Grenez van het Peloton Verkenners.  Even voor 16u50 worden op het Albertkanaal de bruggen van Viversel en Genenbos opgeblazen. De brug van Viversel valt slechts gedeeltelijk in het water.  Er moet een bijkomende poging ondernomen worden om het kunstwerk volledig te vernielen.  Bij de tweede explosie raakt een militair van de 3Cie gewond.

Om 21u30 keert het Peloton Verkenners terug binnen de linies.  De veerpont te Elversel zal dan alleen nog gebruikt worden voor het overzetten van patrouilles.  De ganse nacht blijft het kalm, maar de manschappen zijn bijzonder nerveus en er circuleren zoals overal geruchten dat Duitse parachutisten zullen landen.  De divisiestaf meldt onder meer een luchtlanding tussen Kuringen en Kermt.

Een Kapitein-commandant van het 38Li.

Een Kapitein-commandant van het 38Li.

Kort na 04u00 meldt de 7Cie dat in de naburige ondersector van het 35Li nu ook de brug te Beringen vernield werd.  Een goed uur later spot de 5Cie een vijandelijke pantserwagen op de noordelijke oever van het Albertkanaal.  Het voertuig houdt zich schuil tussen de huizen van Viversel en blijft buiten het bereik van de C47 kanonnen van het IIde Bataljon.  De bataljonsstaf vraagt een vuuropdracht aan bij het I/1A.  De Duitse verkenners trekken zich terug.

Tegenover de 1Cie duikt een grote groep vluchtende burgers op die alsnog het kanaal over willen.  De menigte roept dat de vijand naderbij is.

De regimentsstaf verneemt om 11u35 dat de Duitse hoofdmacht de as Genk-Bree zou bereikt hebben.  Ook de Neerpelt en Overpelt wordt de vijand gemeld.

Rond de middag duiken opnieuw Duitsers op op de baan van Viversel en worden de Belgische infanteristen onder vuur genomen. Intussen blijven bevriende troepen die de Vooruitgeschoven Positie langsheen het Verbindingskanaal Maas-Schelde bemanden, aankomen in de sector van het 38Li. De Luftwaffe wordt steeds meer actief boven het gebied en Dothée beveelt aan zijn troepen om zich zoveel mogelijk schuil te houden.

Kort na 16u00 duiken er ook Duitse verkenners per fiets op. Bij de Belgen vermoedt men dat het gros van de vijand nu niet veraf meer is. Alle manschappen ontvangen een aantal granaten.

Op het Groot Hoofdkwartier is het intussen duidelijk geworden dat de vijand na de overval op de 7de Infanteriedivisie op 10 mei het Belgische front aan het Albertkanaal heeft weten te breken en oprukt in zuidwestelijke richting tussen Hasselt en Luik. De algehele terugtocht van het oostelijke deel van het Albertkanaal werd bevolen en het veldleger zal post vatten achter de K.W. Stelling tussen Antwerpen en Leuven. Het Cavaleriekorps zal hierbij een tussenstelling bezetten langsheen de Demer en de Gete. Om de aftocht in goede orde te laten verlopen, krijgt de 14de Infanteriedivisie het bevel om de dwarsstelling van Lummen in te nemen en zich zo ten dele naar het oosten te draaien. Het 36Li zal de dwarsstelling van Lummen innemen en het 38Li zal het scharnierpunt van deze beweging vormen. Het moet het door het IIde bataljon bezette onderkwartier vergroten en zijn Iste bataljon gebruiken voor het maken met de verbinding met het 38Li. Het 35Li dient op post te blijven aan het Albertkanaal.

Even na 19u00 dagen enkele Duitse motorrijders op aan de Kanaalweg van Heusden naar Genenbos. Het II/38Li krijgt een zevental granaatinslagen te verwerken van een Duitse artilleriebatterij die nabij Viversel in stelling is gegaan. Na het vallen van de duisternis vuurt de vijandelijke artillerie sporadisch lichtgranaten af.

Na de 7de en de 4de infanteriedivisie, trekken die nacht ook de 1ste en 6de Infanteriedivisie van het kanaal terug. Het 38Li voert zijn positiewissel uit. De I/1A is verplaatst naar de Venusberg ten zuiden van Paal.

Aan het Albertkanaal verhuist het II/38 tijdens de nacht van 11 op 12 mei naar zijn nieuwe stellingen vanaf de brug van Beringen tot aan de brug van Genenbos. Het I/38 vervolgt deze lijn vanaf Genenbos tot Rekhoven en Molem, halverwege het kanaal en Lummen. Even na middernacht is iedereen op post op de nieuwe stellingen. Vanaf Rekhoven en Molem zal het 36Li aansluiten op de dwarsstelling van Lummen zelf.

Het regiment verneemt dat de noorderburen van de 6de Infanteriedivisie van het Albertkanaal weggetrokken zijn en dat de 14de infanteriedivisie nu als enige divisie overblijft aan de kanaaloever. Reeds tijdens de nacht ondernemen de Duitsers de eerste aanvalspogingen over het Albertkanaal en meldt het II/38Li dat er contact met de vijand gemaakt is.

Beringen wordt ingenomen en de Duitsers rukken op langs de noordelijke oever van het kanaal. Te Viversel trachten de Duitsers het kanaal over te steken via de slecht vernietigde brug. Even later worden bootjes te water gelaten en brengt de vijand enkele mitrailleurs in stelling. De druk op het II/38Li neemt gestaag toe.

Tijdens de ochtend lanceren de Duitsers een hevige aanval op de dwarsstelling tussen Halen en Genenbos. Het 36Li is nog niet op post waardoor de vijand makkelijk doorbreekt en het 36Li zich hals over kop terugtrekt. Het I/38 Li blijft echter op post.

Omstreeks 12u00 wordt de aftocht van de naburige Belgische divisies (de 1ste divisie op rechts en de 6de divisie op links) bevestigd. De 14de infanteriedivisie moet nog 24u stand houden aan het kanaal. Kort na de middag stromen de vluchtende militairen van het 36Li door de stellingen van het 38Li. Ook de Belgische artillerie blaast de aftocht in volle galop. De officieren van het 38Li moeten hard werken om de kalmte in het regiment te bewaren.

De situatie verslechtert snel wanneer om 16u30 de Duitse infanterie ook te Viversel het kanaal oversteekt en een klein bruggenhoofd op de Belgische oever uitbouwt. Bovendien bezet de vijand nu ook Meldert waardoor de zuidflank bedreigd wordt. En om 20u30 trekt in de westelijke ondersector het 35Li zich terug van het Albertkanaal waardoor de Duitsers hier eveneens ongestoord kunnen oversteken. Het 38Li stuurt een patrouille naar de loopgrachten van dit regiment en zo wordt bevestigd dat hun buren er van door gegaan zijn en de ganse noordflank open ligt. Het 35Li heeft heel wat uitrusting, wapens en munitie achtergelaten en is er hals over kop van door gegaan.

De commandopost van 14de infanteriedivisie is intussen ook al weg en Kolonel Dothée staat er alleen voor. Hij laat de noodvoorraad munitie uitdelen aan de manschappen. Er is geen verbinding meer met de divisiestaf en de radio van het regiment wordt door de Duitsers gestoord.

Tijdens de vroege ochtend wordt het snel duidelijk dat de vijand nu ook de rest van zijn artillerie in stelling heeft gebracht. De posities van het 38Li worden onder zwaar artillerievuur genomen. De vijand bevindt zich nu bijna volledig rondom het regiment en de omsingeling dreigt. Alleen Lummen lijkt nog onbezet te zijn.

Overzichtskaart van de Slag bij Lummen van 11 mei tot 13 mei 1940.

Overzichtskaart van de Slag bij Lummen van 11 mei tot 13 mei 1940.

Omstreeks 08u30 komt het I/38Li even onder druk te staan op de dwarsstelling, maar de Duitsers van het IR53 worden er afgeslagen. Tezelfdertijd voert de vijand echter brugslagmaterieel aan via de baan Heusen-Lummen en wordt het duidelijk dat er gezocht wordt naar een bijkomende oversteekmogelijkheid. Het regiment staat voor drie onmiddellijke problemen: de linkerflank dreigt overrompeld te worden, het vuur over het kanaal wordt te hevig en de dwasstelling nabij Lummen dreigt ingenomen te worden nu daar ook vijandelijke tanks zijn aangekomen. Kolonel Dothée besluit tot de aftocht via Geneiken en Meldert; de enige mogelijke route uit de omsingeling. Een peloton wordt voorop gestuurd om het kruispunt te Meldert vrij te maken van de invaller. De Duitsers staan op het punt Geneiken in te nemen.

Rond 11u30 maakt het 38Li aanstalten om zich onmiddellijk terug te trekken van het Albertkanaal. Het III/38 moet de achterhoede vormen, maar raakt niet snel genoeg weg en zal te Paal vrijwel intact gevangen genomen door een groep Duitse motorwielrijders wanneer de andere bataljons reeds onder weg zijn. Commandant Darrien zal in 1947 voor een onderzoekscommissie verschijnen maar wordt uiteindelijk niets ten laste gelegd.

Het I/38Li en II/38Li marcheren zo snel mogelijk uit het gebied weg via Meldert, Diest en Aarschot richting Mechelen. Er zijn geen paardenwagens meer en de bagage en reservemunitie wordt achtergelaten. De mannen dragen zoveel mogelijk zware Colt mitrailleurs mee, maar ook hiervan belanden er vele in de gracht om niet te veel tijd te verliezen bij de aftocht.

Onderweg worden gevluchte soldaten van het 35Li en 36Li waar mogelijk overtuigd om zich bij de eenheden van het 38Li te voegen. De aftocht verloopt aanvankelijk zonder weinig organisatie, maar in de buurt van Diest slaagt Kolonel Dothée er toch in een grotere groep manschappen bij mekaar te krijgen en op weg naar de K.W, Stelling komt het regiment min of meer opnieuw samen. De 1ste en de 6de compagnie zijn echter gevangen genomen aan het kanaal. De 7de compagnie is afgesneden van de anderen en trekt op eigen houtje naar Betekom.

De Duitsers staan in de sector van de 14de Infanteriedivisie nu stevig over het Albertkanaal en rukken verder op naar het zuiden. In alle haast werpen de Belgen een verdedigingslinie op tussen het Albertkanaal en Diest aan de dwarsstelling van de Winterbeek, waar het 1Cy en 2G ingezet worden. Te Zichem komt het 38Li deze oprukkende eenheden tegen en verwittigd hen dat er geen Belgen meer aan het Albertkanaal zijn. Het 38Li is het laatste regiment dat zich terugtrekt.

Kolonel Dothée rijdt in zijn voertuig vooruit tot Leuven waar het hoofdkwartier van de 14de Infanteriedivisie tijdelijk onderdak heeft gevonden. Hij krijgt er te horen dat het regiment via Breendonk en Ramsdonk naar Dendermonde moet om er zich te reorganiseren in twee bataljons. Intussen likt het regiment zijn wonden en telt de verliezen:

  • 46 officieren en ongeveer 1.800 manschappen ontbreken op het apel
  • het transmissiemateriaal en de veldkeukens zijn allemaal achtergelaten
  • er zijn geen zware wapens meer

Het 38Li passeert Diest, trekt verder naar de K.W. Stelling en komt aan te Betekom. Bij het passeren van Aarschot worden de mannen bevoorraad.

In een tweede nachtelijke etappe gaat het via Keerbergen richting Mechelen.

De K.W. Stelling wordt overschreden en het regiment bevindt zich nu in relatieve veiligheid.

Het regiment marcheert opnieuw door de nacht komt tegen de ochtend aan in de streek van Breendonk en Ramsdonk aan het Kanaal van Willebroek waar de reorganisatie begint: de overblijvende manschappen worden opnieuw onderverdeeld in twee bataljons en de compagnies en pelotons worden opnieuw samengesteld. Al het overtollige materiaal en voedsel wordt achtergelaten te Ramsdonk.

Na nog maar eens een nachtmars verplaatst het regiment zich richting Dendermonde om aldaar de Dender over te steken en nabij Appels nieuwe kantonnementen op te zoeken.

Het Groot Hoofdkwartier besluit om de volledige 14de divisie naar de kust te evacueren.

De ganse dag wordt gerust en zo goed mogelijk verder gewerkt aan de wedersamenstelling van de eenheden. Die avond om 21u00 doogestuurd naar het station van Schoonaarde waar het omstreeks 22u30 aankomt. De manschappen zullen er aan boord gaan van een troepentrein.

De trein die het 38Li moet oppikken, komt slechts omstreeks 06u00 toe. De mannen hebben de nacht in de open lucht doorgebracht op de spoorwegberm. Om 06u45 is iedereen ingestegen en zet de trein zich op weg naar West-Vlaanderen. De troep reist in goederenwagons en voor de officieren is een tweede klassewagon aangehaakt. Het spoornet zich echter potdicht en de trein moet heel regelmatig halt houden om ander verkeer door te laten. De nacht wordt doorgebracht in de wagons.

Na een treinreis van maar liefst 32 uur zonder eten of drinken, komt het 38Li om 15u00 aan te Esen nabij Diksmuide. De mannen vernemen dat inmiddels Brussel en Antwerpen gevallen zijn en de moed zakt hen dan ook in de schoenen.

Die avond nog wordt een ploeg onder Korporaal Royaux met een vrachtwagen teruggestuurd naar Ramsdonk om er toch maar de achtergebleven uitrusting en bevoorrading te gaan recupereren. Nabij Dendermonde is er geen doorkomen meer aan en wordt rechtsomkeer gemaakt. Bij een tussenstop aan een café in Wieze wordt dan maar de bierkelder leeggemaakt en tegen de ochtend komt Royaux aan te Esen met een camion vol bier.

Het 38Li blijft in kantonnementen te Esen terwijl het Groot Hoofdkwartier de reorganisatie afwacht en op zoek gaat naar een nieuwe opdracht voor het regiment. Intussen stoten de Duitsers in Noord-Frankrijk door naar de Kanaalkust om zo de geallieerden af te snijden.

Het regiment verblijft nog steeds te Esen.

Terwijl het regiment nog steeds in reserve is, wordt het duidelijk dat de Duitsers nu ook de zuidelijke flank van ons leger bedreigen vanuit Frans-Vlaanderen. Het Belgische oppercommando zoekt dringend naar een oplossing om die zuidflank te dekken en zal troepen opstellen langsheen de Belgisch-Franse grens en de Ijzer.

Om 14u00 krijgt het 38Li te horen dat het nu ook deel zal uitmaken van het Belgische plan om de zuidflank te beveiligen. Er arriveren vrachtwagens die het regiment dringend naar Diksmuide moeten brengen om de stad te helpen inrichten tot een antitankcentrum. Om 16u15 stijgt iedereen uit te Diksmuide. Het II bataljon stelt zijn commandopost op aan het kruispunt van de wegen naar Nieuwpoort en Oostende. Een sectie mitrailleurs en het peloton verkenners van het 36Li worden bij het regiment gevoegd en het II bataljon verkrijgt een C47 antitankkanon dat op de Steenweg naar Ieper wordt ingegraven.

Die nacht blijft het buiten het doortrekken van talrijke Franse colonnes rustig in Diksmuide.

Het 38Li krijgt nog maar eens versterking: zeven batterijen van 15A die hun kanonnen verloren hebben, worden als infanteristen bij het regiment gevoegd. Het II bataljon moet nu het noordoosten van Diksmuide verdedigen. Het peloton verkenners worden voorop gestuurd naar Oudekapelle. Het I bataljon blijft in de stad en de commandopost van het regiment verhuist naar de middenschool. Ook die dag komen de Duitsers niet in het zicht van het regiment.

Tijdens de ochtend worden vanuit het zuidoosten worden talrijke zware ontploffingen gehoord en in de daaropvolgende uren stroomt Diksmuide vol met Franse vluchtelingen en Belgische militairen die hun eenheid verloren hebben of gedeserteerd zijn. Het I/38Li installeert zijn compagnies langsheen de Ijzer, zeewaarts vanaf de brug van Diksmuide. Het II/38Li blijft op post.

Het 35Li dat zich ook te Diksmuide bevond, wordt naar de Leie gestuurd en afgelost door het 38Li. Het regiment moet zijn stellingen verlengen, maar krijgt wel een detachement van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum als allerlaatste versterking. Ten zuiden van Diksmuide moet het 1Li het Ieperlee kanaal tussen Diksmuide en Ieper verdedigen. De ganse streek wordt nog steeds doorkruist door verloren gelopen Fransen, Britten en Belgen.

Omstreeks 07u00 wordt Diksmuide vanuit de lucht aangevallen. De commandopost van het 38Li wordt daarbij vernietigd. Er vallen evenwel geen slachtoffers. De ganse dag door voert de Luftwaffe raids uit om de Fransen en Britten de doorgang van en naar Duinkerke te ontzeggen. Talrijke huizen in Diksmuide worden vernietigd of staan in brand. De luchtaanvallen zullen pas rond 20u00 ophouden.

Om 10u30 wordt een Belgische munitietrein in het station van Diksmuide geraakt door een vliegtuigbom. Er breekt brand uit en tot laat in de nacht zijn er regelmatig ontploffingen te horen.

Tijdens de namiddag wil een Brits detachement de brug te Kaaskerke tot ontploffing brengen, maar de Belgen gaan niet akkoord. Britse en Franse colonnes blijven de buurt doorkruisen.

Rond 22u00 ontvangt het regiment het bevel zich klaar te maken voor een verplaatsing naar Roeselare. Er komt echter vrijwel onmiddellijk een tegenbevel om naar de Ijzer te trekken en de rivier te verdedigen tussen Nieuwpoort en Diksmuide. Het II/38Li haast zich zo snel mogelijk te voet naar het noorden: Nieuwpoort is zo’n 20 Km ver en na dageraad aankomen zou zelfmoord betekenen. De Duitse vliegtuigen schieten immers op alles wat beweegt.

Omstreeks 06u30 krijgt ook Kolonel Dothee het bevel de wapens neer te leggen. Hij moet zijn manschappen weer naar Diksmuide brengen, maar wil dit bevel niet uitvoeren omdat de verder strijdende Franse troepen in de stad tot een treffen met de Duitsers te lijken komen. De kolonel laat dan maar de Ijzer oversteken en verzamelt zijn regiment te Kortemark. Onderweg worden de Belgen door enkele vijandelijke jachtvliegtuigen voor Fransen aanzien en nog maar eens gemitrailleerd vanuit de lucht. Helaas vallen er enkele slachtoffers. De ganse route ligt bovendien bezaaid met lijken van Franse militairen en vernielde voertuigen en de Belgische soldaten hebben dan ook meer dan genoeg van hun oorlog. Te Kortemark worden nieuwe kantonnementen opgezocht en de komst van de bezetter afgewacht.

Het 38Li komt op 2 juni aan te Ronse en wordt verzameld in het park van het kasteel ‘La Gache’. Op 10 juni worden alle miliciens naar huis gestuurd, terwijl de beroepsofficieren op de trein richting Duitsland worden gezet.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
9/IIIBERGHMANSAuguste, P.S.SdtMil3125.10.1911Brussel12.05.1940Lummen
9/IIIDE GEYTERMauriceKplMil3016.06.1910Sint-Joost-ten-Node12.05.1940Lummen
5/IIDE PAEPEAchielSdtMil2926.06.1909Stekene27.05.1940Diksmuide
4/IIDE WOLFEugène, A.SdtMil3016.01.1909Sint-Jans-Molenbeek12.05.1940Lummen
OnbekendDELANGHEJoannes, R.P.SdtMil3019.02.1910Gent24.05.1940Poperinge
2/IDERUYVERGaston, M.G.SdtMil3023.05.1910Virginal- Samme12.05.1940Lummen
7/IIGEIREGATRemi, S.SdtMil2927.06.1909Huise27.05.1940Diksmuide
OnbekendGRILLAERTMaurice, M.C.SdtMil3014.02.1909Gent24.05.1940Poperinge
StafLAENENJean, F. M. (Frans)SdtMil11.09.1907Laken10.05.1940ElseneVerwond te Evere op 10/05
9/IIILERATJules, J.SgtMil3131.12.1911Nalinnes12.05.1940Lummen
9/IIIROBBEHenri, R.SdtMil09.08.1910Moeskroen12.05.1940Lummen
OnbekendROUCKHOUTGerard(Onbekend)02.10.1910Oombergen16.07.1940Stablack (D)
9/IIIRUTTENJoseph, M.A.SdtMil3117.06.1911Sint-Lambrechts-Woluwe12.05.1940Lummen
2/ITIALANSRichard, E.L.AdjtKROLt29.03.1917Gosselies12.05.1940Lummen
3/ITIMMERMANSRené, T.H.KplMil3005.08.1910Brussel12.05.1940Lummen
OnbekendTIMMERMANSEdmondSdtMil2724.07.1907Meerbeke01.08.1940Lavamund (D)Krijgsgevangene
OnbekendVAN CAMPENHOUDTAndré, A.SdtMil15.07.1909Schaarbeek27.05.1940Diksmuide
OnbekendVANCOMPERNOLLEJosephSdtMil03.04.1919Torhout12.05.1940LummenMotorwielrijder
OnbekendVANDER SCHUERENFerdinandSdtMil3001.07.1910Vilvoorde22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
2/IVANDEURENPierreKplMil3025.09.1910Oudergem12.05.1940Lummen

Bibliografie en Bronnen

  1. Meulenijzer, V. 1941, Gevangen! Vier dagen oorlog aan t’ Albertkanaal. Vier maanden in het Stalag, Brussel: Ignis
  2. Royaux, R., jaartal onbekend, Historique des 8e, 16e, 38e et 58e régiments de Ligne 1939-1940, Brussel: Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie van de Belgische Strijdkrachten.
  3. De lichte mitrailleurs van de het type Chauchat FM15/27, die in 1915 in allerijl in Frankrijk aangekocht werden om een nijpend tekort aan mitrailleurs op te vangen, leverden tijdens de Eerste Wereldoorlog al problemen op. De mitrailleurs blokkeerden te vaak op cruciale momenten. Dit euvel was uiteraard nog niet opgelost tijdens WOII. Het wapen wordt vaak bestempeld als “the worst machine gun ever made”. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Chauchat [Laatst geraadpleegd 5 april 2021].