Type | Infanterieregiment van de eerste reserve | |
Ontdubbeld van | 2de Linieregiment | |
Taalstelsel | Nederlandstalig | |
Onderdeel van | 12de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel Albert Pletinckx | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant G. Paynjon | |
Standplaats | Versterkte Positie Antwerpen Sector Kanaal van Turnhout-Massenhoven Commandopost te ‘s-Gravenwezel |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor ridder Robert Feyerick) | 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Baeten) 2de Compagnie Fuseliers (Lt Willy Bruynseraede) 3de Compagnie Fuseliers (Cdt Leon Van Driessche) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Fernand De Vuyst) |
II Bataljon (Majoor Edmond Louis) | 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Marcel Lootjens) 6de Compagnie Fuseliers (Lt Guy Rossel) 7de Compagnie Fuseliers (Lt Jospeh Seynaeve) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Achille Van De Putte) |
|
III Bataljon (Majoor Odile Belleter) | 9de Compagnie Fuseliers (Lt Hendrik Vanden Bulcke) 10de Compagnie Fuseliers (Cdt Raoul Verbist) 11de Compagnie Fuseliers (Lt Herman Bauwens) 12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Marcel Maertens) |
|
IV Bataljon (Majoor H. Kesterman) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt Adolf De Bondt) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt Willy Cottenie) 15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt Edouard Christiaens) |
|
Stafcompagnie (Luitenant Julien Eeckman) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein F. Simar) Peloton Verkenners (Onderluitenant Willem Willems) |
Staf/22Li
Het 22ste Linieregiment (22Li), een infanterieregiment van Eerste Reserve, is een ontdubbelingsregiment van het in vredestijd te Gent gekazerneerde 2de Linieregiment (2Li). Het 22Li wordt op 1 september 1939 gemobiliseerd bij afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan en wordt samen met het 2de Linieregiment en het 23ste Linieregiment (23Li) onder bevel geplaatst van de 12de Infanteriedivisie (12Div). Het regiment wordt bevolen door Kolonel Pletinckx. Na een korte periode in het Bruggenhoofd Gent verhuist de eenheid op 4 oktober samen met de rest van de 12Div naar de sector Massenhoven – Herentals aan het Albertkanaal. Eind november wordt de 12Div naar Bergen gestuurd. Op 4 januari 1940 verlaat de divisie Bergen om te verhuizen naar de rand van de Versterkte Positie Antwerpen (VPA). In januari 1940 neemt de 12Div stelling achter de anti-tankgracht [1] van de Versterkte Positie Antwerpen (VPA) tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten [2] en het Albertkanaal.

Opstelling van de 12de Infanteriedivisie op 9 mei 1940
De 12Div stelt de drie infanterieregimenten op in lijn, het 22Li neemt de noordelijke ondersector van de divisie voor zijn rekening en bemant posities tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten in het noorden en het Fort van ‘s Gravenwezel in het zuiden. Links van 22Li, ten noorden van het kanaal, staat het 34ste Linieregiment (34Li) van de 13de Infanteriedivisie (13Div) opgesteld terwijl rechts het 2Li heeft stelling genomen. Ten oosten van de anti-tankgracht houdt de 18de Infanteriedivisie (18Div) zich klaar om een vertragend manoeuvre uit te voeren tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (Vooruitgeschoven Stelling) en het Albertkanaal (Dekkingsstelling). Voor de stellingen van de infanterieregimenten van de 12Div voert het Eskadron Wielrijders van de 12Div (EskCy 12Div) verkenningen uit. In de ondersector van 22Li bevindt zich de Schans van Oudaan [3]. De Schans van Oudaan is één van de oude vestingen van WOI die tijdens het interbellum werd ingericht tot infanteriesteunpunt. Dit kleiner bolwerk is een tussenfort tussen de forten van ’s Gravenwezel en Schoten en ligt ongeveer 800m achter de anti-tankgracht. De schans wordt bemand door manschappen van de 9Cie van het 1ste Regiment Vestingseenheden (1SVE).
Het 22Li kan rekenen op de vuursteun van de IIIde Groep van het 7de Regiment Artillerie (7A). III/7A heeft stelling genomen in het gehucht Schoten-Bos.
I/22Li
Op 3 april 1940 neemt OLt Degroote van de 4Cie Mitrailleurs van I/22Li de bunker Y14 over van de 2de Directie van de Genie en de Versterkingen (2DGnV). Het betreft een bunker van de 2de Lijn die de dode hoeken opvult van de Interval- en flankeringbunkers van de anti-tankgracht [4].
II/22Li
In april 1940 neemt Lt De Bruyn van de 8Cie Mitrailleurs van II/22Li de bunkers Y18 tot Y23 over van Lt SBH Hiernaux van de 2DGnV.
IV/22Li
Op 3 april 1940 neemt OLt Gerard Verhé, van de 13Cie Mitrailleurs van IV/22Li, de bunkers Y13, Y15 en Y16 over van de 2DGnV.

Kapitein-commandant Achille Van De Putte (links) met zijn echtgenote en dochter voor een spiegeltent te ‘s Gravenwezel in het voorjaar van 1940 (foto Emmanuel Stockman).
Staf/22Li
Het divisiehoofdkwartier staat opgesteld in het oude Fort 2 te Wommelgem. Kort na middernacht alarmeert de divisiestaf alle eenheden. Ook bij het 22Li wordt tegen de ochtend iedereen op de gevechtsstellingen geplaatst. Het eskadron wielrijders van de divisie vertrekt naar zijn alarmstellingen op de noordelijke oever van het Albertkanaal te Schilde en Oedelem.
I/22Li
Het Iste Bataljon, bevolen door Majoor ridder Feyerick, bezet het rechter voorvak. I/22Li maakt de junctie met het 2Li ter hoogte van het Fort van ‘s Gravenwezel.
II/22Li
Het IIde Bataljon (II/22Li), onder bevel van Majoor Louis, bezet het linker voorvak en maakt de junctie met het 34Li dat ten noorden van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten staat opgesteld.
III/22Li
Het IIIde Bataljon (III/22Li), onder bevel van Majoor Belleter, bezet na ontvangst van het alarm de tweede linie. Het III/22Li krijgt het tactische bevel over de 9de Compagnie van het 1SVE. Deze compagnie, bevolen door Luitenant Janssens, bemant de schans van Oudaan en richt er een infanteriesteunpunt in met een achttal mitrailleurstellingen.
IV/23Li
De mitrailleurs, anti-tankkanonnen en mortieren van het IVde Bataljon (IV/22Li) worden zoals gebruikelijk in versterking gegeven aan de bataljons in eerste lijn. IV/22Li wordt bevolen door Majoor Kesterman.

Kolonel Albert Pletinckx
Staf/22Li
Vanaf de ochtend stromen Franse colonnes door de sector van de 12de infanteriedivisie. De eenheden behoren tot het Franse 7de leger en zijn onderweg naar Nederland om er zoals afgesproken onze noorderburen bij te staan.
Staf/22Li
Het IVde legerkorps meldt aan de 12de infanteriedivisie dat de eerste troepen van de 18de divisie zich door hun sector zullen terugtrekken na afloop van hun opdracht aan het Verbindingskanaal Maas-Schelde.

Soldaat Linus Verbrugghe en zijn kameraden van de medische dienst van het 22Li (foto Guy Verbrugghe).
Staf/22Li
Het Franse 7de leger beslist om Nederland opnieuw te verlaten en de eerste hun troepen trekken opnieuw door de sector van de 12de divisie, maar dan wel in zuidelijke richting. Rond het middaguur wordt gemeld dat de Duitse voorhoeden te Sint-Lenaarts het Verbindingskanaal Maas-Schelde bereikt hebben.
Het gros van de 18de Infanteriedivisie trekt nu door de Versterkte Positie Antwerpen en begeeft zich richting Deurne.
De Duitse opmars nadert langzaam maar zeker de vesting Antwerpen. De Belgische genie vernielt de bruggen op het eerste gedeelte van Verbindingskanaal Maas-Schelde en voert wegvernielingen uit op de invalswegen uit Turnhout. Als een der laatste geallieerde eenheden sukkelen de Franse 4de Dragons over de vernielde kruispunten na hun terugtocht uit Oostmalle.

Lt Van Severen (links), Cdt Van de Putte (midden) en de 7de compagnie te ‘s Gravenwezel (foto AMSAB).
Staf/22Li
Het Groot Hoofdkwartier besluit tot het verlaten van Antwerpen en de K.W. Stelling. Het veldleger moet in drie nachtelijke etappes naar een nieuwe linie tussen Terneuzen, Gent en Oudenaarde. De 12de infanteriedivisie zal zich tijdens de tweede nacht terugtrekken.
Er wordt die middag een luchtlanding gevreesd en het regiment krijgt het 1ste peloton van het eskadron wielrijders van de divisie in versterking voor het uitvoeren van anti-parachutistenacties.
Staf/22Li
Op het middaguur maken de troepen van het nabije 23Li contact met de vijand. Er breken vuurgevechten uit maar de vijand dringt niet aan om tot het Albertkanaal door te stoten, wetende dat een oversteek over de Nete zal plaatsvinden.
Tijdens de namiddag ontvangt de adjudant-majoor van het 22Li, Kapitein-commandant Paynjon, tijdens een overleg op de divisiestaf de orders voor de eerste etappe naar het westen. De infanterieregimenten van de 12Div en de 15Div moeten elk het equivalent van twee versterkte compagnies aanduiden als achterhoede van hun eerste echelons. Deze achterhoede zal tot zes uur na het vertrek van het gros van de troepen ter plekke blijven. Het gros zal de aftocht starten om 18u00, zodat de achterhoede dan ook pas om middernacht zijn dekkingsopdracht mag afbreken. Volgens de richtlijnen uitgevaardigd door het GHK aan de beide legerkorpsen in de Versterkte Positie Antwerpen, gaat ook het 22Li over tot de opname van de 9de compagnie van de Speciale Vestingseenheden binnen zijn slagorde: de lichte Maxim mitrailleurs zullen bij de aftocht toegevoegd worden aan de 12de compagnie van het 22Li, terwijl de zware mitrailleurs de 15de compagnie van het 22Li zullen versterken.
De achterhoede van het 22Li zal bevolen worden door Majoor Belleter en bestaan uit troepen van het IIIde Bataljon. Op divisieniveau zal Generaal-majoor Van Parijs, Commandant Infanterie, het bevel voeren over de achterhoede.
In de avond van 17 mei trekt het 22 Li zich terug uit de buurt van Antwerpen om te Wommelgem het Albertkanaal over te steken. De aftocht gaat vervolgens verder via Wommelgem, Borsbeek en Edegem. Het regiment zal via de de militaire noodbrug van Hemiksem de Schelde oversteken voor de verdere terugtocht richting Vlaanderen .
Detachement Belleter (Achterhoede III/22Li)
Majoor Belleter stelt zijn detachement op tegen 18u00 zodat de afmars van de rest van zijn regiment beveiligd kan worden. Aanvankelijk blijft het rustig voor de oude stellingen van het 22Li. Wanneer de vijand omstreeks 20u00 echter contact maakt met de achterhoede, breekt al snel paniek uit in Belgische rangen. Talrijke militairen besluiten om er van door te gaan en de hoofdmoot van het regiment trachten bij te benen, zodat tegen 20u30 de Duitsers over de anti-tankgracht raken en het eerste echelon van de positie kunnen bezetten.
Generaal-majoor Van Parijs komt tussenbeide en geeft een bevel aan Majoor Belleter om zowel bij de reguliere brug als ook bij de militaire noodbrug over het Albertkanaal te Wijnegem twee naar het noorden gerichte bruggenhoofden te organiseren. Hij stuurt ook telkens een stafofficier naar de beide bruggen met als opdracht het bevel tot vernieling te geven zodra het gros van het 22Li gepasseerd is. Van Parijs vertrouwt de zaak niet en is bereid om desnoods de achterhoede op te geven. Belleter vraagt toestemming om met de nog resterende troepen het Albertkanaal te mogen oversteken. De generaal antwoord dat hij zo lang mogelijk dient stand te houden op de noordelijke oever van het kanaal en zich vervolgens mag terugtrekken via de sluisdeuren van de sluis van Wijnegem. De bruggen van Wijnegem worden rond 22u00 opgeblazen. Uiteindelijk zal dit incident leiden tot het verlies van telkens twee compagnies van het 22Li, 23Li en 2Li en een batterij van 7A.
Staf/22Li
De regimenten van de divisie komen aan in hun kantonnementszone op de linkeroever tussen Kruibeke en de samenvloeiing van de Durme en de Schelde. Het 22Li bereikt via Hemiksem en Bazel het gehucht Steendorp ten oosten van Temse, waar gekantonneerd wordt. Om aan de aandacht van de Luftwaffe te ontsnappen wordt getracht om overdag zoveel mogelijk manschappen binnenshuis te laten blijven.
De 12de infanteriedivisie krijgt nieuwe bevelen en zal nu in reserve geplaatst worden achter het Afleidingskanaal van de Leie. Het gros van de infanterie moet per trein in één ruk tot achter het kanaal gebracht worden. De overige eenheden moeten zich te voet verplaatsen. De divisie zal er de sector Zomergem gaan bezetten. De verschillende regimenten moeten er kantonneren het gebied Zomergem-Hansbeke-Bellem-Ursel.
Het 22Li trekt die avond nog via Hogenakker, Elverzele en Waasmunster richting Lokeren. Daar zijn de manschappen getuige van het bombardement op de stationsomgeving. De buurt is er zo erg aan toe dat de geplande afreis per trein niet door kan gaan. Het 22Li laat dan maar naar Zeveneken marcheren.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.
Op weg naar Gent, slaagt een detachement van het IIIde bataljon van het 22Li er in om de Beervelde de trein te nemen. De rit brengt hen via Gent, Deinze, Waregem en Harelbeke naar Kortrijk.
Intussen is de rest van het regiment te voet onderweg.
Na een oponthoud te Kortrijk kan de trein met de troepen van het IIIde bataljon over Tielt, Torhout en Brugge naar Hansbeke rijden.
Inmiddels bereikt het gros van het 22Li na een tweede etappe te voet eveneens het dorp Hansbeke rond 23u00. Van daar uit wordt direct doorgemarcheerd naar Zomergem waar de manschappen ingekwartierd worden.
Tijdens de conferentie van Ieper besluiten de geallieerden dat de Belgen zich zullen terugtrekken van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Er zal een nieuwe linie uitgebouwd worden over het Leopoldkanaal, het Afleidingskanaal van de Leie en de Leie zelf. Deze linie zal op 23 mei volledig moeten zijn. Het IIde legerkorps wordt met de 11de en 12de infanteriedivisies toegewezen aan het Afleidingskanaal van de Leie.
Het 22Li verblijft in zijn nieuwe kantonnementen en vangt de laatkomers op. Er ontbreken nog heel wat militairen op het appel.
Een twintigtal manschappen en onderofficieren en twee officieren van de 9de compagnie van de Speciale Vestingseenheden worden bij de 9de compagnie van het 22Li gevoegd.
Het regiment is nog steeds te Zomergem. Het ontbreekt hen nog steeds aan munitie en collectieve bewapening.

De medische ploeg van de 12de compagnie van het 22Li (foto Ben De Staercke).
Het regiment bevindt zich nog steeds binnen de zone van het IIde Legerkorps dat verantwoordelijk wordt voor de verdediging van het gedeelte van het Afleidingskanaal van de Leie dat zich uitstrekt van de omgeving van Langestraat in het noorden tot het Kanaal Gent-Brugge in het zuiden. Deze zone is verdeeld in twee sectoren: de 12de Infanteriedivisie verdedigt de noordelijke sector en de 11de Infanteriedivisie de zuidelijke sector.
De regimenten van de 12de divisie worden van uit hun kantonnementen op hun gevechtsposities ontplooid. Het divisiehoofdkwartier wordt verplaatst naar Ursel, gevolgd door het eskadron wielrijders van de divisie. Aan het kanaal zal het eerste echelon bemand worden door het 23Li op de linkerflank en het 2Li op de rechterflank. Het 22Li zal het tweede echelon innemen. Alle eenheden zetten zich tussen 05u00 en 06u00 op weg.
De eerste bestemming voor de manschappen wordt het dorp Raverschootbrug aan de kanaaloever. Hier worden de ganse dag veldversterkingen aangelegd. Tijdens de late namiddag marcheert het regiment naar Bellem waar opnieuw schuttersputjes en loopgrachten moeten worden gegraven. Het rijpende graan in de velden wordt er gemaaid om het schootsveld vrij te maken.
Het 22Li neemt ten slotte positie in achter het 2Li en het 23Li ten oosten van Drongengoed Bos en Ursel met van noord naar zuid het IIde, Iste en IIIde bataljon in lijn. De overgebleven zware wapens van het IVde bataljon worden verdeeld opgesteld.
De 12de Infanteriedivisie van Luitenant-generaal De Wulf bevindt zich nu aan het Afleidingskanaal tussen Veldekens en Ronsele. Het 2Li ligt op rechts, het 23Li op links. Van elk bataljon bevinden zich twee bataljons in de voorste vuurlinie. Het 22Li bezet het tweede echelon. De manschappen hebben zich de voorbije 36 uur op verschillende stellingen moeten ingraven en zijn bijzonder vermoeid.
Het 22Li wacht van op het tweede echelon de Duitse aanval op het Afwateringskanaal af. Die namiddag slagen de Duitsers er in om bij het I/2Li het kanaal over te steken op de scheidingslijn tussen het 2Li en het 23Li. De beide bataljons zetten verschillende eenheden in om de aanval in te dijken en worden hierbij gesteund door het eskadron wielrijders van de 12de divisie. Het 22Li is voorlopig niet betrokken bij de gevechten en wacht af terwijl de Belgische tegenaanval zich ontwikkelt.

Soldaat Linus Verbrugghe en zijn kameraden tijdens de mobilisatie (foto Guy Verbrugghe).
Even voor middernacht tijdens de nacht van 24 op 25 mei legt Generaal-Majoor De Wulf de laatste hand aan zijn plannen voor de tegenaanval. Vooreerst vraagt hij aan Kolonel SBH Devloo om ter hoogte van het Kasteel van Ronsele zo veel mogelijk terrein te winnen om bij de uitvoering van de tegenaanval toe te laten dat de loopbrug zo snel mogelijk vernield wordt. Vervolgens besluit hij om met het Iste Bataljon van het 22li een frontale tegenaanval uit te voeren. Het bataljon is ondertussen onderweg naar de door De Wulf aangeduide startpositie. Deze strekt zich uit over een breedte van 650m waarvan de eerste 400 langsheen de kasseiweg tussen Leischoot en Ronselestraat lopen, en de laatste 250m langsheen de aardenweg tussen Ronselestraat en Ronsele. Kolonel SBH Devloo zal het bevel voeren over het I/22Li van zodra de actie zal starten. Het aanvangsuur van de operatie wordt bepaald op 04u30.
Het I/22Li komt aan op zijn startpositie om 03u50. De drie compagnies van het bataljon worden op een enkele lijn ontplooid over de aangeduide afstand van 650m. Het fuselierspeloton en de T13 pantserwagen van het Wielrijderseskadron der 12de Infanteridivisie staan opgesteld langsheen de kasseiweg die door Ronselestraat naar de Kanaaloever leidt. De IIde Groep van het 7A heeft intussen het bevel gekregen om op orders van het I/22Li te handelen. Er is snel een vuurplan opgesteld dat zich concentreert op het Duitse bruggenhoofd op de bevriende oever. Majoor Baekelandt vraagt om de kanonnen te mogen inschieten om de kans op friendly fire incidenten te verkleinden, maar dit wordt niet toegestaan. De verrassing moet zo groot mogelijk zijn. De beschieting start om 04u10 a rato van een salvo per batterij om toch maar een korte opportuniteit te bieden om het vuur te corrigeren. De eerste twintig minuten wordt aan hoog tempo gevuurd. Wanneer om 04u30 het startsein weerklinkt, worden de vuren stapsgewijs naar de kanaaloever verlegd.
De vorderende militairen stuiten al heel snel op de vijand die zich ondanks de relatieve rust van de afgelopen nacht op sommige locaties slechts 75 tot 100m voor de Belgische linies bevindt. De Duitsers hebben ook post gevat in enkele woningen aan de noordrand van Ronselestraat. Desondanks is verloopt de opmars volgens plan. Langsheen de Hoekstraat doorheen Ronselestraat vordert de T13 pantserwagen van het wielrijderseskadron, geflankeerd door FM30 schutter Soldaat Verhasselt, bevoorrader Soldaat Dirckx, Wachtmeester Mahieu, Brigadier Bergiers, Luitenant Osselaer en Kapitein t’Serstevens met zijn ordonnans Soldaat Struyven. De pantserwagen vuurt op alle zichbare doelen met explosieve granaten. De Duitse troepen zijn erg onder de indruk van het voertuig, temeer daar er nog geen PAK36 anti-tankkanon op de Belgische oever is. De 1Cie van het 22Li rukt op langs dezelfde as. Na 45 minuten hebben de troepen de helft van de afstand tot de kanaaloever afgelegd.
Links van de 1Cie vordert de 3Cie. Deze stuit op sterkere weerstand en het is ondertussen wel duidelijk geworden dat de Duitsers over een belangrijke troepenmacht beschikken. Kapitein-commandant Baeten van de 1Cie neemt de slabbakende opmars waar en laat een sectie Mi Maxim opstellen om de Duitsers in de flank te beschieten. Baeten vreest ook dat hij te snel vordert en verkrijgt toestemming van Majoor Feyerick om alleen zijn rechter peloton tot aan de kanaaloever te laten doorduwen en de rest van zijn troepen naar het centrum van het Duitse bruggenhoofd te laten pivoteren. Alzo wordt omstreeks 05u15 op de zuidflank van de Belgische tegenaanval de kanaaloever bereikt. Kapitein-commandant Baeten wordt wel in de dij geraakt en is buiten strijd.
Ook de T13 van het Wielrijderseskadron nadert de oever, maar wordt op zo’n 50m afstand van het doel gegrepen door meedere Duitse mitrailleuses. Drie bemanningsleden raken gewond. Dit zijn stukscommandant Wachtmeester Albert Vanhove en torenbemanningsleden Soldaten Vaesen en Bruylandt gewond. In de buurt van de T13 wordt Soldaat Struyven dodelijk getroffen.
Luitenant Osselaer bevindt zich op dat ogenblik even ten zuiden van Ronselestraat en besluit de pantserwagen te gaan zoeken. Hij vindt het verhakkelde voertuig en springt aan boord om met het C47 kanon nog enkele granaten af te vuren. De vijand gaat in dekking terwijl Chauffeur Soldaat Vanderstichel kan wegrijden om de rest van het peloton wielrijders te vervoegen. De T13 wordt deels achter een boom geparkeerd en Osselaer en Vanderstichel openen opnieuw het vuur op elk Duits mitrailleusenest dat waargenomen wordt. Wanneer de beide militairen er in slagen om na de derde poging een voltreffer te plaatsen op een groepje van een achttal vijanden, verschijen er plots tientallen Duitsers met de handen in de lucht. Het peloton neemt 97 vijandelijke militairen gevangen en stuurt deze in de richting van de commandopost van het I/2Li.
De volgende taak wordt het vernielen van de 200m verderopg gelegen loopbrug. Het peloton van Luitenant De Jonghe van de 1Cie van het 22Li herneemt de opmars en volgt de kanaaloever, gedekt door de T13 pantserwagen. Onder dekking van de kanaaldijk wordt het doel al snel bereikt. De T13 vernielt het oversteekpunt met enkele schoten, terwijl De Jonghe en zijn troepen de laatste Duitsers inrekenen die zich nog tussen de oever en het front van de 2Cie en de 3Cie schuil houden. Luitenant Osselaer rijdt verder tot aan de commandopost van het I/2Li en meldt het goede nieuws. Vervolgens wordt het voertuig achtergelaten nabij kilometerpaal 20,4 als statisch anti-tankgeschut. De motor is meermaals geraakt en de pantserwagen wordt onherstelbaar geacht.
Om 09u15 is de divisiestaf op de hoogte van de afloop van de actie. Generaal-majoor Van Parijs beveelt onmiddellijk de aflossing van het I/22Li door het I/2Li en stuurt het bataljon van Majoor Lardinois terug naar zijn oude posities. Of hij hierbij niet op de hoogte is van de grote verliezen van dit bataljon, of deze gewoon uit misprijzen negeert, is niet geweten. Lardinois en de restanten van de 2Cie bereiken rond 09u45 het eerste echelon van hun oude positie.
Ook het detachement van de 9Cie onder leiding van Kapitein-commandant ‘t Sjoen is gevorderd van de posities nabij het Kasteel van Ronsele dat het de vorige avond bereikt had. Dit detachement bereikt als eerste het westelijke landhoofd van de vernielde wegbrug naar Stoktevijver. Hier wordt een C47 anti-tankkanon in stelling gebracht, maar dit stuk moet al snel weer in dekking gebracht worden.
Om 11u10 meldt Majoor Lardinois dat hij met drie pelotons ontplooid is tussen kilometerpaal 20,0 en 19,0. Het gaat hier niet om volledige pelotons, maar om drie detachementen van in totaal acht gevechtsgroepen geleid door de Onderluitenanten Dewulf, Van de Velde en Storme. Achter deze linie is heeft het I/22Li op enige afstand van het kanaal halt gehouden. De militairen zijn doodop. Majoor Feyerick wacht ongeduldig op het bevel van Devloo om te mogen terugkeren naar zijn regiment. Tien minuten later beveelt Generaal-majoor Van Parijs aan Kolonel SBH Devloo om het Iste Bataljon af te lossen door het IIde Bataljon, en ook de 9Cie terug te sturen naar zijn onderkwartier. Van Parijs wil hiermee zo snel mogelijk een normale bezetting van het eerste echelon van het 2Li realiseren.
De aflossing van het I/2Li door het II/2Li komt echter maar zeer langzaam op gang, wat Majoor Feyerick bijzonder boos maakt. Hij beklaagt zich bij zijn regimentscommandant Kolonel Pletinckx die promt zijn Adjudant-majoor Commandant Paynjon los laat op de staf van het 2Li. Na een hevige discussie stuurt de Adjudant-majoor van het 2Li, Commandant Ring, een bevel naar het II/2Li om tegen 13u30 in het kwartier van het I/2Li te zijn. Het IIde Batjon vertrekt echter niet. Bataljonscommandant Majoor Milcamps merkt op dat nu de Duitse artillerie aangekomen is om de ondersector van het 2Li onder vuur te leggen het niet meer opportuun is om overdag grote verplaatsingen uit te voeren. Wanneer om 14u40 een Duitse observatieballon de hoogte ingaat, houdt ook Kolonel SBH Devloo de verplaatsing tegen.
Dit maakt dat het I/22Li nog steeds in open terrein is wanneer omstreeks 15u40 de stafgroep een reeks treffers te verwerken krijgt. Er vallen meerdere doden en gewonden. Onder de dodelijke slachtoffers is ook de adjunct van de bataljonscommandant, Luitenant Wante. Majoor Robert Feyerick zelf is zeer ernstig gewond en zal kort nadien overlijden. Kolonel Pletinckx laat het bevel overnemen door Kapitein-commandant Christiaens van de 15Cie. Nieuwe doden en gewonden vergroten de onrust binnen het bataljon zodat Pletinckx zelf het terrein opgaat om zijn troepen te bedaren.
Ondertussen is het II/2Li toch vertrokken om de 1.200m meter naar het kanaal af te leggen. Tegen 17u30 wordt de aflossing gestart op de commandopost van het I/2Li. Om 18u10 kan het zwaar aangeslagen I/22Li eindelijk het strijdtoneel verlaten. Luitenant-kolonel Timperman van het IV/2Li wordt uitgestuurd om de installatie van het II/2Li zo snel mogelijk af te ronden. De aflossing wordt uiteindelijk pas om 20u25 voltooid. De situatie bij het II/2Li is echter bijzonder onrustig. Zo wordt om 22u10 gemeld dat een deel van de 5Cie alweer van de kanaaloever is gevlucht. Het duurt tot 23u00 om orde op zaken te stellen. Tegen die tijd is de Duitse artilleriebeschieting sterk afgezwakt zodat de situatie bij het 2Li zich normaliseert.
Staf/22Li
Na de succesvolle tegenaanval is de westelijke oever van het Afleidingskanaal van de Leie volledig gezuiverd van vijandelijke elementen en opnieuw in Belgische handen. De invaller wil echter al snel een tweede poging wagen en lanceert vanaf 10u30 een reeks intense luchtaanvallen op de Belgische linies. De Duitse artillerie begint een nieuw voorbereidend bombardement rondom 13u00. De intensiteit van het bombardement neemt om 16u30 sterk toe en drie kwartier later volgt een nieuwe infanterieaanval.
Met een dubbele oversteekpoging in de ondersectoren van het 23Li en het 2Li kan de Duitse infanterie al snel twee kleine bruggenhoofden uitbouwen. Daarbij worden enerzijds het II/23Li en de staf van het 23Li al snel met overrompeling bedreigd. Te Stoktevijver maakt de vijand dan weer contact met het II/2Li en het III/2Li en ook hier worden de Belgische linies ingedeukt.
Het II/22Li krijgt het bevel een tegenaanval te ondernemen naar de stellingen van het 23Li via de as Most-Leischoot. Het III/22Li moet het 2Li gaan ontzetten met een tegenactie richting Ronsele en Stoktevijver.
De troepen van het II/22Li zetten zich als eerste in beweging. Met drie compagnies in lijn wordt gevorderd naar de ondersector van het 23Li. De tegenaanval bloedt dood nog voor de eerste eenheden Oostwinkel kunnen bereiken. Rond 20u00 is de situatie bij het 23Li bijzonder verward.
Later op de avond wordt het duidelijk dat het 23Li niet langer stand kan houden en zich van de kanaalzone terugtrekt. De tegenaanval van het II/22Li is nu volledig mislukt. Het I/29Li en het III/29Li van de naburige 11de infanteriedivisie worden ter versterking naar de ondersector van het 22Li gestuurd.
Rond Stoktevijver is ook het I/2Li is onder zware druk komen te staan. Het zuidelijke bataljon 2Li is daarentegen nog steeds meester van de meeste delen van de kanaaloever. Het 2Li bezet eveneens een tweede echelon aan de rand van een bos zo’n kilometer ten oosten van Ronsele. De tegenaanval van het III/22Li heeft meer ietwat succes en het bataljon slaagt er in op te rukken van zijn linies tussen Rijvers en de Urselse bossen naar de infiltratiezone rond Stoktevijver. De Belgen komen echter slechts bijzonder traag vooruit waardoor de vijand het overwicht kan behouden. Het bataljon blijft nog enige tijd oprukken richting Leischoot en splitst een deel van zijn manschappen af voor een bijkomende vorderingspoging naar Ronsele.
De beide detachementen slagen er toch in om tijdens de nacht de kanaaloever in het vizier te krijgen en de verlaten loopgraven gedurende enige tijd opnieuw te bezetten. Het III/22Li kan contact maken met de detachementen van het 2Li.
Krijgsgevangenen/22Li
Te Stoktevijver worden heel wat manschappen van de 1Cie van I/22Li krijgsgevangen genomen. Terwijl de colonne krijgsgevangen van de frontlijn wordt weggevoerd vallen ze onder Belgisch artillerievuur. Bij de beschieting komen de Sergeanten Auwerx en Ostijns, de Korporaal Mastelinck en de Soldaten Daeleman, De Cock, De Saele, Heytens, Ronsse, Teerlinck en Verplaetse om het leven. De Soldaten Van De Velde en Van Hyfte overleven de artilleriebeschieting en worden samen met de rest naar het Gentse afgevoerd.
De bevelhebber van het 29Li maakt contact met de staf van het 22Li in een bosrand ten noorden van Ursel. De stafofficieren van het 22Li zijn op nog post, maar de manschappen van de stafcompagnie hebben het hazenpad gekozen. De troepen van het Iste en IIIde bataljon van het 22Li arriveren eveneens te Ursel en verspreiden zich over het bos en de omliggende velden. De ganse buurt is echter verzadigd met Duitse eenheden en de Belgen die het 22Li ter hulp moeten schieten, vallen zelf onder hevig vuur van automatische wapens.
Het 22Li kan nog een dwarsstelling bezetten met elementen van het III/22Li vanaf het gehucht Ronselestraat tot aan de kanaaloever. Veel meer dan één compagnie blijft er niet over van dit bataljon. De Duitsers blijven aandringen en zullen die dag Kruipuit, Oostwinkel en Leischoot bezetten. De restanten van het 22Li vluchten verder weg.
Rond 10u00 vaardigt het IIde legerkorps nieuwe bevelen uit voor de terugtocht. De 12de divisie zal naar het gebied rond Den Hoorn ten westen van Knesselare gestuurd worden. De divisie zal voorlopig nier meer ingezet worden.
Het III/22Li bereikt als enige georganiseerde eenheid van het regiment de gemeente Straden rond 17u00, samen met het gros van het 2Li. Talrijke eenheden van de 12de divisie zijn echter volledig uiteengeslagen zijn uiteengeslagen en vluchten weg in kleine groepjes. Enkele detachementen komen terecht in de sector van de 11de Infanteriedivisie waar ook al allerlei eenheden door elkaar lopen. Tijdens de avond en nacht slagen het Iste, IIde en IVde bataljon er alsnog in om zo’n 500 ronddwalende militairen te verzamelen te Oostkamp.
In de nacht van 27 op 28 mei wordt het vaandel van het 22Li in de abdij te St-Andries bij Brugge verborgen.

Duitse militairen aanschouwen een Vickers Utility B trekker bij de capitulatie.
Staf/22Li
Het 22Li is niet langer strijdvaardig. Het samenraapsel dat te Oostkamp verzamelde wordt tijdens de nacht van 27 op 28 mei doorgestuurd naar Oudenburg. Pas als ze hier aankomen wordt de regimentscommandant ingelicht over de nederlaag. De eerste Duitse troepen komen te Oudenburg aan rond 10u30.
III/22Li
Het III/22Li bereikt tijdens de nacht van 27 op 28 mei de westrand van de baan van Ruddervoorde naar Torhout. De troepen houden hier halt en worden tijdens de ochtend op de hoogte gebracht van de Belgische overgave.
Krijgsgevangenen/22Li
Te Oudenburg worden alle wapens en uitrusting in een aantal toegewezen velden gedeponeerd worden. De manschappen blijven te Oudenburg enkele dagen doelloos afwachten. Na de Belgische capitulatie is de bezetter geconfronteerd met een grote massa Belgische en Franse krijgsgevangenen die op één of andere manier naar Duitsland moeten worden overgebracht. Pas op 1 juni krijgen ze orders van de Duitsers om te vertrekken.

Reisweg van de Rhenus 127 op 30 mei 1940 van Walsoorden tot Willemstad.
Krijgsgevangenen/22Li
Om de evacuatie van de krijgsgevangen naar Duitsland snel te laten verlopen wordt geopteerd voor het vervoer per rijnaak. Vanuit het Gentse worden de gevangen militairen via Axel en Zaamslag naar Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen gebracht. Hier wordt ingescheept om via het “Kanaal door Zuid-Beveland”, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn richting Duitsland te varen. Op donderdag 30 mei vertrekt rond 09u00 een konvooi van vier schepen richting Duitsland. Het schip de “Rhenus 127”, met aan boord uitsluitend Belgische krijgsgevangenen, vaart als tweede in het konvooi. Rond 19u30 wordt het Hollands Diep bereikt ter hoogte van Willemstad. Hier loopt het schip op een magnetische mijn die door de Duitse luchtmacht werd gedropt aan het begin van de oorlog. Aangezien er geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Er wordt aangenomen dat er ongeveer 1.200 man werd ingescheept, onder hen een aantal van het 22Li. In totaal worden 167 lichamen geborgen, vermoedelijk ligt het aantal slachtoffers nog hoger. Het 22Li telt 2 geïdentificeerde slachtoffers, de Soldaten René Van De Velde en Ghislain Van Hyfte [6].

Transport van krijgsgevangen per overbevolkte Rijnaken naar Duitsland
Krijgsgevangenen/22Li
Op 1 juni zal het regiment samen met de rest van de divisie naar Kaprijke en Bassevelde marcheren. De troepen zullen hier een tiental dagen verblijven alvorens in krijgsgevangenschap te vertrekken. De manschappen mogen er vrij rondlopen en enkelen maken er van de gelegenheid gebruik om de plaat te poetsen en naar huis terug te keren. Op 11 juni tenslotte worden de reservekaders en de miliciens gedemobiliseerd en vrij gelaten.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12/III | ALLEGAERT | Roger, V. | Kpl | 02.07.1914 | Gent | 24.05.1940 | Torhout | ||||
1/I | AUWERX | Pieter, L.N. | Sgt | 30.01.1911 | Lanaken | 26.05.1940 | Ronsele | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. | |||
11/III | BAUWENS | Herman | ![]() | Lt | 16.10.1910 | Gent | 26.05.1940 | Ronsele | |||
2/I | BAUWENS | Omer | ![]() | Lt | 27.07.1913 | Sint-Martens-Lierde | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood bij tegenaanval naar ondersector 23Li. Onderwijzer te Antwerpen. | ||
7/II | CHRISTIAENS | André, M. | Sdt | Mil | 14.04.1913 | Vichte | 25.05.1940 | Ronsele | |||
10/III | CHRISTIAENS | Julien | Sdt | Mil | 23.05.1914 | Zulte | 27.05.1940 | Ronsele | |||
14/IV | CLAEYS | Albrecht, L.K. | Sdt | Mil | 03.10.1915 | Brugge | 27.05.1940 | Oostwinkel | |||
14/IV | COPPENS | Albert, E.C. | Sgt | 17.05.1915 | Gent | 27.05.1940 | Oostwinkel | ||||
1/I | DAELEMAN | Paul, A. | ![]() | Sdt | Mil | 25.03.1915 | Denderleeuw | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. | |
14/IV | DE BOCK | Gerard, J. | ![]() | Sdt | Mil | 20.03.1913 | Welden | 27.05.1940 | Oostwinkel | ||
Onbekend | DE BOEVER | Raphaël, A. | Sdt | Mil | 33 | 16.04.1913 | Vurste | (Onbekend) | (Onbekend) | Vermist | |
8/II | DE BRUYN | Arnold | Lt | 12.04.1912 | St-Amandsberg | 26.05.1940 | Beernem | ||||
8/II | DE CLERCQ | Renaat, E. | Sdt | Mil | 26.02.1914 | Gent | 31.05.1940 | Sint-Andries | |||
1/I | DE COCK | Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 14.02.1913 | Lokeren | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname | |
4/I | DE JONGHE | Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 26.09.1913 | Menen | 26.05.1940 | Oostwinkel | ||
4/I | DE PREZ | August, R. | Sdt | Mil | 10.06.1913 | Sint-Maria-Oudenhove | 23.05.1940 | Sint-Amandsberg | |||
1/I | DE SAELE | Andries, A.B. | ![]() | Sdt | Mil | 11.12.1913 | Gits | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. | |
10/III | DE VOS | Maurice | 1SgtMaj | 06.05.1911 | Bassevelde | 26.05.1940 | Oostwinkel | ||||
3/I | DE VUYST | Raphaël, E.A. | OLt | 28.09.1913 | Gent | 25.05.1940 | Ronsele | ||||
4/I | DE VUYST | Fernand, A.J. | Lt | 26.03.1911 | Sint-Kruis | 27.05.1940 | Ursel | ||||
14/IV | DE WAELE | Octaaf, C. | ![]() | Sdt | Mil | 22.09.1913 | Oostakker | 26.05.1940 | Beernem | ||
8/II | DE WAELE | Adhemar | Sdt | Mil | 05.07.1913 | Lovendegem | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood in mitrailleusestelling | ||
3/I | DESMYTTER | Julien, J.B. | Adjt | 22.11.1915 | Le Havre (F) | 25.05.1940 | Ronsele | ||||
3/I | DUCHATEAU | Francis, A. | ![]() | Sdt | Mil | 23.10.1913 | Deinze | 25.05.1940 | Ronsele | ||
Staf/I | FEYERICK | Robert, L. | ![]() | Maj | 18/01/1892 | Gent | 25.05.1940 | Ronsele | |||
2/I | GOEMAN | André, J. | ![]() | Sdt | Mil | 09.02.1914 | Laarne | 25.05.1940 | Beernem | ||
12/III | HENSLEGERS | Richard, J.B. | ![]() | Sdt | Mil | 20.03.1914 | Gent | 24.05.1940 | Poperinge | ||
Onbekend | HEYTENS | Urbaan | Sdt | Mil | 05.10.1909 | Aarsele | 27.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | ||
12/III | HILLAERT | Karel, P.A. | ![]() | Sdt | Mil | 23.04.1912 | Oudegem | 26.05.1940 | Ronsele | Maxim schutter | |
8/II | LAHOUSSE | Urbain, R.C. | ![]() | 1SgtMaj | 28.05.1908 | Poperinge | 26.05.1940 | Oostwinkel | |||
12/III | LATEUR | Roman, R.J. | ![]() | Sdt | Mil | 06.04.1920 | Munte | 27.05.1940 | Knesselare | ||
Staf/III | LEMAIRE | Aloïs, R. | ![]() | Sgt | 25.11.1914 | Stekene | 30.05.1940 | Sint-Andries | Gerwond op 26/5 te Ronsele. Overleden aan zijn verwondingen in veldhospitaal van de abdij van Zevenkerken | ||
12/III | LIPPENS | Alfons, M. | ![]() | Sdt | Mil | 13.05.1913 | Zulte | 24.05.1940 | Poperinge | ||
1/I | MASTELINCK | Georges | Kpl | 19.10.1914 | Mariakerke | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | |||
1/I | OSTIJNS | Albert, A. | Sgt | 20.02.1915 | Ledeberg | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | |||
Staf/II | POREZ | François, M. | ![]() | Sdt | Mil | 28.03.1915 | Aalst | 26.05.1940 | Ursel | ||
12/III | ROBENSYN | Theofiel, C. | Sdt | Mil | 27.04.1915 | Wevelgem | 24.05.1940 | Poperinge | |||
1/I | RONSSE | Achiel, A. | ![]() | Sdt | Mil | 13.02.1912 | Zingem | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | |
1/I | TEERLINCK | Emiel, K.L. | ![]() | Sdt | Mil | 12.02.1913 | Sint-Martens-Lierde | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | |
13/IV | TROGH | Albert, E. | Sdt | Mil | 07.07.1915 | Aalst | 02.06.1940 | Elsene | |||
2/I | VAEL | Jules, A. | ![]() | Kpl | 12.01.1915 | Zele | 28.05.1940 | Sint-Andries | Gewond op 26/5 te Ronsele. Overleden aan zijn verwondingen in veldhospitaal van de abdij van Zevenkerken | ||
1/I | VAN DE VELDE | René, H. | ![]() | Sdt | Mil | 13.01.1913 | Kalken | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |
3/I | VAN DE WALLE | Marcel, A. | ![]() | Sgt | 20.01.1914 | Aalter | 25.05.1940 | Ronsele | |||
1/I | VAN DEN DORRE | Raphaël, G. | Sgt | 11.03.1915 | Schaarbeek | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door geweervuur. | |||
10/III | VAN DORPE | Marcel, C. | Sdt | Mil | 12.05.1912 | Trumilly (F) | 27.05.1940 | Ronsele | |||
Onbekend | VAN DURME | Urbain, B. | Sdt | Mil | 01.04.1915 | Aaigem | 28.05.1940 | Ronsele | |||
11/III | VAN GIELS | Albert, J. | Sdt | Mil | 27.07.1919 | Sint-Kruis-Winkel | 24.05.1940 | Ronsele | |||
Onbekend | VAN HYFTE | Ghislain, E. | ![]() | Sdt | Mil | 01.12.1913 | Oedelem | 07.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5. Brancardier. | |
14/IV | VAN LANGENHOVE | Hippoliet | ![]() | Sdt | Mil | 17.06.1914 | Zele | 26.05.1940 | Oostwinkel | ||
14/IV | VAN LUCHENE | André | Sdt | Mil | 13.09.1915 | Oeselgem | 25.05.1940 | Beernem | |||
11/III | VAN RO | Robert, J. | ![]() | Sdt | Mil | 04.10.1912 | Erwetegem | 27.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door geweervuur. | |
Onbekend | VAN WYNSBERGHE | Eugeen, A. | ![]() | Sdt | Mil | 15.01.1915 | Zwevegem | 18.09.1940 | Sint-Amandsberg | Verwond 27/05 te Ursel. Overleden in hospitaal. | |
Onbekend | VANHALST | Jozef | Sdt | Mil | 34 | 03.05.1914 | Marke | 22.06.1940 | Krems-am-der-Donau (A) | Krijgsgevangene | |
10/III | VERBIST | Raoul | ![]() | Cdt | 29/09/1898 | Antwerpen | 10.07.1940 | Sint-Amandsberg | Verwond 27/05. Overleden in hospitaal. | ||
4/I | VERMEULEN | Valentin, A.N. | ![]() | Sgt | 06.04.1911 | Ouwegem | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood in mitrailleurstelling. | ||
1/I | VERPLAETSE | Alexander, J. | Adjt | 03.03.1910 | Gent | 26.05.1940 | Oostwinkel | Gedood door Belgisch artillerievuur na gevangenname. Brancardier. | |||
8/II | VERVAET | Domien, C. | Sdt | Mil | 24.10.1913 | Lochristi | 23.05.1940 | Oostwinkel | |||
14/IV | VIAENE | Aimé, A. | ![]() | Sdt | Mil | 17.07.1915 | Welden | 25.05.1940 | Ursel | ||
Onbekend | WALLEBROEK | Petrus, M.J. | Sdt | Mil | 35 | 25.03.1915 | Breda (NL) | 19.07.140 | Gentbrugge | ||
3/I | WALRAET | Maurits, A.J. | Sdt | Mil | 31.12.1909 | Mater | 25.05.1940 | Ursel | |||
Staf/I | WANTE | Gustaaf, C.E. | OLt | 04.02.1913 | Gent | 25.05.1940 | Ursel/Ronsele | ||||
Onbekend | WULTEPUTTE | Désiré, M. | Sdt | Mil | 01.11.1914 | Lochristi | 27.05.1940 | Knesselare |
- De oude forten en schansen van de VPA zijn verbonden door een nieuw aangelegde anti-tankgracht. De graafwerken voor de anti-tankgracht werden gestart in 1939 en de gracht werd pas voltooid in mei 1940. Vanuit de forten en de schansen kan scherend vuur afgegeven worden over de anti-tankgracht. Tussen de forten en schansen werden nieuwe bunkers gebouwd. De hoofdwegen die de anti-tankgracht kruisen konden worden afgesloten met Cointet-elementen, de secundaire wegen waren voorzien van wegneembare militaire bruggen. Gedetailleerde beschrijving van de bunkers langs de anti-tankgracht te noorden en oosten van de VPA [On line beschikbaar]: http://www.antitankgracht.be/index-php/geschiedenis/ [Laatst geraadpleegd 10 augustus 2021]
- Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is één van de zeven Kempische kanalen die de Maas met de Schelde verbinden. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_dessel_turnhout_schoten/kanaal_dessel_turnhout_schoten [Laatst geraadpleegd 0§ oktober 2020].
- Achtergrondinformatie bij en foto’s van de Schans van Oudaan [On Line beschikbaar]: http://www.fortengordels.be/forten/schans-oudaan [Laatst geraadpleegd 6 oktober 2020]
- Niettegenstaande het 22Li al sinds januari 1940 stelling heeft genomen achter de anti-tankgracht zijn nog niet alle voorziene bunkers klaar voor gebruik. Zo wordt de aanbesteding voor de 2de lijn bunkers pas toegekend op 16 oktober 1939. Informatie met betrekking tot de bouw van de anti-tankgracht en de timing van de werken [On line beschikbaar], http://www.antitankgracht.be/index-php/de-bunkers/2de-lijn-bunkers/ [Laatst geraadpleegd op .
- Sergeant Aloïs Lemaire, Korporaal Jules Vael en Soldaat Renaat De Clercq overlijden aan eerder opgelopen verwondingen in het Militair Reserve Hospitaal Nr 33 dat zich in de Abdij van Zevenkerken te Sint-Andries (nabij Brugge) bevond. Sgt Lemaire en Sdt De Clercq zijn begraven op het militair ereperk vlakbij de Abdij.
- De Soldaten Van De Velde en Van Hyfte die omkwamen bij de ramp met de Rhenus te Willemstad (NDL) zijn niet krijgsgevangen genomen op het einde van de veldtocht aangezien deze krijgsgevangenen tot 1 juni in Oudenburg verbleven. Daar zij behoren tot de 1Cie van I/22Li zijn ze allicht gevangen genomen op 26 mei en hebben ze de artilleriebeschieting op de colonne krijgsgevangen van 1/I/22Li allicht overleefd.
- Achtergrondinformatie bij Korparaal Vael [On Line Beschikbaar]: https://www.zele.be/producten/detail/804/julius-vael# [Laatst geraadpleegd 26 juni 2022].
- Achtergrondinformatie bij Soldaat Van Langenhove [On Line Beschikbaar]: https://www.zele.be/hippolytus-van-langenhove# [Laatst geraadpleegd 26 juni 2022].
- Verbruggen, J.F., 1966, Ronsele (24 et 25 mai 1940): le surprise allemande du 24 mai et la contre-attaque belge du 25 mai, Publications de l’Université Officielle du Congo Lumbumbashi, vol. XII.