2de Cavaleriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 2de Cavaleriedivisie | 2CD
2ème Division de Cavalerie | 2DC
Type Cavaleriedivisie  
Ontdubbeld van n.v.t.  
Onderdeel van Cavaleriekorps  
Bevelhebber Generaal-majoor Joseph Beernaert
Commandant Cavalerie Generaal-majoor Robert Ninitte
Stafchef Luitenant-kolonel SBH Léon Lambert
Commandant Transportkorps Majoor Georges Cordier
Intendant Luitenant Intendant François Motte
Standplaats Demer/Gete-Stelling
Commandopost Bondgenotenlaan 74 te Leuven
Organieke Eenheden Hoofdkwartier  
  (1ste Regiment Lansiers) -> Afgedeeld bij IIIde Legerkorps
  (1ste Regiment Jagers-te-Paard) -> Afgedeeld bij Groepering Ninitte
  2de Regiment Karabiniers-Wielrijders  
  (4de Regiment Karabiniers-Wielrijders) -> Afgedeeld bij IIIde Legerkorps
  Bataljon T13 2CD  
  18de Regiment Artillerie  
  26ste Bataljon Genie -> Minus 2de Compagnie
  29ste Bataljon Transmissietroepen
  Geneeskundig Korps/2CD Staf (Med 1Kapt Antoine Stouffs)
    Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med Kapt J. Monfils)
    Ambulance Cavaleriedivisie (Med Kapt O. Maniette)
  Compagnie Intendance/2CD  
  Transportkorps/2CD Staf (Cdt Zénobe Evrard)
    Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt P. Lechat)
    Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt P. Joiris)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Cdt Léopold Dumont de Chassart)
    Autopeloton voor Materieel (Lt J. Laurette)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Lt A. Delwarte)
  Eskadron Luchtafweermitrailleurs (Kapitein-commandant A. Garcia)
  Provoost (Kapitein-commandant Valère Paillot)
Tijdelijke Eenheden Staf, Brigade Vervoerde Cavaleristen
  4de Regiment Lansiers
  2de Compagnie, 30ste Bataljon Transmissietroepen

Tijdens de mobilisatie

Staf/2CD
De 2de Cavaleriedivisie (2CD) is een actieve cavaleriedivisie die in vredestijd bestond uit een staf (Staf/2CD) gevestigd te Namen, het 1ste Regiment Lansiers (1L) gekazerneerd in Spa, het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) gelegerd te Leopoldsburg, het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP) gekazerneerd te Namen, het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy) waarvan het  Iste Bataljon gekazerneerd is te Eupen, het IIde Bataljon te Malmedy en de Compagnie C47 te Verviers.

De divisie wordt op oorlogsvoet gebracht op 26 augustus 1939, bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan. In een eerste stadium worden het 1ste Regiment Lansiers (1L), het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP), het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP), het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy) en het 18de Regiment Artillerie (18A) op volle sterkte gebracht. Op 1 september, bij de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, vervoegen ook het 26ste Bataljon Genie (26Gn) en het 29ste Bataljon Transmissietroepen (29TTr) de divisie. De eerste bevelhebber van de 2CD is Luitenant-generaal Jules Bricquet. 

De divisie wordt vrijwel onmiddellijk opgesplitst. Het 1L en 2Cy werden aangehecht bij het IIIde Legerkorps (III/LK) en ontplooid tussen Luik en de Belgisch-Duitse grens. Het 2JP verlaat de divisie definitief en wordt aanvankelijk op de Samber opgesteld met front naar de Franse grens. De rest van de divisie komt op 27 augustus 1939 aan te Hasselt om initieel stelling te nemen op de Vooruitgeschoven Stelling. Het 1JP vertrekt onmiddellijk na zijn mobilisatie vanuit zijn vredesvoet garnizoen te Beverlo naar het Kanaal Bocholt-Herentals om er stelling te nemen. Voor deze opdracht krijgt de divisie ook het bevel over het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) en een bataljon van het 11de Linieregiment (11Li). Op 7 september krijgt de 2CD al een nieuwe opdracht en moet zich naar Ronse begeven om de Frans-Belgische grens te bewaken. De verdediging van de Vooruitgeschoven Stelling wordt overgenomen door een ad hoc samengestelde groepering bestaande uit elementen van de 2CD en het Cavaleriekorps (CK). Deze formatie zal vanaf nu worden bevolen door Generaal-majoor Ninitte, de commandant van de cavalerie van de 2CD. De Groepering Ninitte blijft achter in Limburg om de Vooruitgeschoven Stelling te bemannen. Het 4de Regiment Karabiniers-Wielrijders (4Cy) lost het 1JP af achter het Kanaal Bocholt – Herentals waarna het 1JP eveneens naar de Frans-Belgische grens vertrekt. In Zuidwest-Vlaanderen en Henegouwen kreeg de divisie het 1JP, 3L en 3J ter beschikking.

Generaal-majoor Beernaert, bevelhebber van de 2CD vanaf 26 december 1939.

De zieke Luitenant-generaal Jules Bricquet wordt op 17 december ad interim vervangen door Generaal-majoor Werner Goffinet. Op tweede kerstdag neemt Generaal-majoor Joseph Beernaert het bevel over. De 2CD wordt begin januari te Brussel in reserve van het leger geplaatst van waaruit ze in februari deelnemen aan enkele grote manoeuvres.

De slagorde werd met de regelmaat van de klok gewijzigd en de gevechtseenheden worden geroteerd tussen opdrachten in Limburg, de lijn Halle-Ninove en Henegouwen. Op 31 januari 1940 wordt te Brussel het Eskadron T13 Tankjagers van de 2CD opgericht maar bij gebrek aan voertuigen op 11 april alweer ontbonden. Ter compensatie wordt de divisie wel versterkt met een ad-hoc  samengestelde formatie bestaande uit de Compagnie T13 van de 8ste Infanteriedivisie, de Compagnie T13 van de Versterkte Positie Namen en het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps. Deze drie eenheden worden samengevoegd tot het Bataljon T13 van de 2de Cavaleriedivisie (Bn T13 2CD).  Het Bn T13 2CD, dat in Brussel is gestationeerd, zal nooit als dusdanig aan de strijd deelnemen en al even snel weer uit elkaar gerukt worden door het Groot Hoofdkwartier (GHK).

Wat overblijft van de 2CD, die heel wat eenheden heeft moeten afstaan aan de Groepering Ninitte en het III/LK, wordt in april 1940 ontplooid op de Demer/Gete-Stelling. Het hoofdkwartier wordt voor deze opdracht te Leuven opgesteld. Deze vooraf geplande defensieve stelling staat dwars op het Albertkanaal en moet de eenheden die opgesteld staan achter dit kanaal ten oosten van Kwaadmechelen toelaten het gevecht af te breken en terug te plooien achter de K.W. Stelling eens de Dekkingsstelling wordt opgeheven. Het was immers niet de bedoeling het beslissend gevecht te voeren op de Dekkingsstelling maar wel op de K.W. Stelling, en dit samen met de Britten en de Fransen.

Het CK heeft de opdracht gekregen de terugtocht van de Dekkingsstelling naar de K.W. Stelling te beveiligen en zal dit doen door het innemen van de Demer/Gete-Stelling. De 2CD zal, als eerste eenheid van het CK, deze defensieve stelling voorbereiden door er het 4L, 4Cy en 18A preventief stelling te laten nemen. Na een laatste grote rotatie tussen het 4Cy en het 2Cy neemt de divisie de slagorde aan zoals deze op de vooravond van de Duitse inval in voege was. 

Staf/2CD
De divisie wordt om 01u15 in staat van alarm gebracht door een telefoonbericht van het Groot Hoofdkwartier.  Tegen 02u30 zijn alle eenheden verwittigd.  Het eerste echelon van het divisiehoofdkwartier wordt naar voren verschoven en is om 08u00 operationeel in het Kasteel Hogemeyer te Kersbeek-Miskom. Het tweede echelon blijft verder werken aan de Bondgenotenlaan 74 te Leuven.  De divisie is dan als volgt ontplooid:

  • Het 2Cy bezet Ondersector Noord tussen Halen in het noorden en de Molen van Broeckem aan de Utsenakenweg te Oplinter in het zuiden.  De staf van het regiment en van II/18A bevinden zich te Kortenaken
  • De Brigade Vervoerde Cavaleristen bezet met het 4L de Ondersector Zuid die uitstrekt vanaf de molen van Oplinter tot aan de oost- en zuidrand van de stad Tienen.  Het regiment wordt ondersteund door de I/18A, waarvan de staf zich te Sint-Margriete-Houtem bevindt.  De brigadestaf is verplaatst naar zijn operationele commandopost nabij kilometerpaal 41,5 op de steenweg van Tienen naar Leuven. De 2de Compagnie van het 30TTr verzorgt de communicatie.
  • De Staf van het 26ste Bataljon Genie heeft Leuven verlaten en kantonneert te Kersbeek-Miskom.  De 1ste Compagnie bevindt zich te Waanrode, het Pl Park te Tienen en de 2de Compagnie bevindt zich te Hasselt en is afgedeeld bij het Cavaleriekorps.
  • De staf van het Transportkorps en het Autopeloton voor Materieel hebben zich te Molenbeek-Wersbeek geïnstalleerd.
  • Het Autopeloton voor Artilleriemunitie en het Autopeloton voor Infanteriemunitie worden te Meensel-Kiezegem opgesteld.
  • Het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark staat opgesteld in de Rijschoolstraat 2.
  • De staf van de Compagnie Intendance en de Sectie Beenhouwerij kantonneren in het stedelijk slachthuis op de Kapucijnenvoer.  De Sectie Levensmiddelen heeft aanvankelijk zijn standplaats in het station van Rotselaar dat als bevoorradingsstation van de divisie fungeert.

Om 09u15 vraagt het Groot Hoofdkwartier om de voorbereide vernielingen met nummers 26 tot en met 35 te voorzien van hun explosieve ladingen.  Het gaat hier om bruggen over de Gete tussen Halen en Tienen.  Het 26Gn voert de opdracht uit.  Later op de dag wordt hetzelfde gedaan met vernielingen 18 tot en met 25bis.  Dit is een reeks bruggen ten zuiden van Tienen die ondermijnd wordt door de 3de Compagnie van het 31ste Linieregiment.

Het Groot Hoofdkwartier bevestigt om 17u30 dat de divisie het bevel zal krijgen over het 3de Regiment Lansiers dat nu nog de stad Hannuit zal verdedigen en na de afloop van deze actie op de Demer/Gete-Stelling verwacht wordt.  De Brigade Vervoerde Cavaleristen krijgt hierop de instructie om zich klaar te maken voor de aankomst van dit regiment binnen zijn ondersector.  Later op de avond laat het Groot Hoofdkwartier echter weten dat het 3L na hun terugtocht uit Hannuit naar Waver zal gestuurd worden om van hieruit via een omweg de Belgische linies te vervoegen.  Nog later op de avond wordt duidelijk dat het 3L nog tot ‘s anderendaags 11 mei te Hannuit zal blijven.

Omstreeks 21u15 meldt de bevelhebber van de Brigade Vervoerde Cavaleristen dat de staf van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers aangekomen is te Orp-le-Petit.  Dit regiment is de voorhoede van de 3ème Division Légère Méchanique.  De staf van het 2Cy voegt hier aan toe dat er eveneens Franse troepen te Wommersom gesignaleerd zijn.

Transportkorps/2CD
Het Autopeloton voor Infanteriemunitie wordt om 04u00 uitgestuurd naar het munitiedepot van Meerdaal Bos ten zuiden van Leuven.  De colonne vertrekt om 04u20 en is een half uur later ter plekke.  Het peloton laadt 60 ton munitie op de ongeveer dertig beschikbare vrachtwagens.  Omstreeks 08u15 wordt het peloton naar Meensel-Kiezegem bevolen.  Te voertuigen vertrekken rond 08u40 en rijden rond 09u00 over de Leuvense vesten.  De eenheid arriveert in de deelgemeente Meensel om 10u05 en wordt ingekwartierd.  Pelotonscommandant Luitenant Lechat verblijft in de woning van de familie Verheyen.  Hij overlegt in de loop van de voormiddag met de veldwachter over de verduisteringsmaatregelen in het dorp.

Om 21u50 krijgt het peloton de opdracht om te Tienen het 4L met lichtspoormunitie te bevoorraden.  De rit wordt tijdens de nacht uitgevoerd.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs/2CD
Twee van de vier pelotons worden afgedeeld bij het 4L te Tienen.  De andere helft van het eskadron verzekert de luchtverdediging van de kantonnementen van het transportkorps.

Staf/2CD
Omstreeks 01u30 deelt het Groot Hoofdkwartier mee dat de eenheden van het Bataljon T13 2de Cavaleriedivisie overgegaan zijn naar het VIde Legerkorps.

De Brigade Vervoerde Cavaleristen laat in de loop van de ochtend weten dat ten gevolge van een luchtaanval de Sint-Truidensesteenweg onderbroken is te Grimde.  De divisiestaf beveelt om het wegdek te herstellen.

Op het Groot Hoofdkwartier wordt besloten om het 3L na zijn terugtocht op te stellen langsheen de Gete tussen het 2Cy in het noorden en het 4L in het zuiden.  De divisie wordt om 12u05 ingelicht over dit besluit.  Het 3L zal echter nog tot ongeveer 14u00 te Hannuit blijven. Het regiment bereikt de Demer/Gete-Stelling in de vooravond en wordt onmiddellijk ontplooid tussen Drieslinter in het noorden en Tienen in het zuiden.

De divisiestaf krijgt een eerste keer te maken met troepen van de British Expeditionary Force wanneer omstreeks 16u15 een detachement van het 12th Royal Lancers op de commandopost passeert.

Een goed uur later komt Majoor Coomans van de II/2L aan.  De majoor laat weten dat zijn groep de opdracht heeft om zich na hun terugtocht uit Tongeren eerder op de dag te Kerkom te hergroeperen.  Na de aankomst te Kerkom wordt de eenheid naar Roosbeek gezonden.

Geneeskundig Korps/2CD
De staf van het Geneeskundig Korps bevindt zich in het pensionaat van de Zusters Dominicanessen te Sint-Joris-Winge.  De medische hulpplaats van de divisie is operationeel in de Rijkswachtbrigade van dezelfde gemeente.  Er zijn laadpunten voor de ambulancevoertuigen te Bunsbeek, Vroente en Rijnrode.

Bij een Duitse luchtaanval op spoorwegknooppunt nabij het station van Grimde raakt Apotheker Kapitein Romedenne zwaar gewond.

Intendance/2CD
Na de luchtaanvallen op Rotselaar van 10 en 11 mei wordt besloten om het bevoorradingsstation van de divisie naar veiliger oorden te verplaatsen.  Het station van Herent wordt aangeduid als nieuwe standplaats.  De sectie levensmiddelen van de Compagnie Intendance en de vrachtwagens van de gelijknamige sectie van het Autopeloton voor Ravitaillering worden verhuisd naar de terreinen van het station.  Ook het militaire postkantoor voor de divisie, met codenummer SPB 20, opereert nu van uit Herent.

De stad Leuven heeft ook te lijden onder het geweld van de Luftwaffe.  Het stedelijke slachthuis op de Kapucijnenvoer is zwaar beschadigd.  Gelukkig zijn het administratieve gebouw en een van de slachtzalen gespaard gebleven zodat de sectie beenhouwerij en de compagniestaf verder kunnen werken.

Transportkorps/2CD
Het Autopeloton voor Infanteriemunitie levert in de voormiddag 2,400 geweerpatronen aan de divisiestaf.  Ook nog in de voormiddag worden in de kantonnementen de Meensel loopgraven aangelegd die als schuilplaats bij luchtaanvallen moeten dienen.  Ook worden de camouflage van de vrachtwagens voltooid: alle onderdelen in chroom worden overschilderd en de voor- en achterlichten worden verduisterd.

Het peloton levert 10,000 FM30 patronen en lichtseinpatronen aan het 4L, plus pistool- en geweermunitie aan de divisiestaf en het 29ste Bataljon Transmissietroepen.

Staf/2CD
De staf van Generaal-majoor Beernaert bevindt zich nog steeds te Kersbeek-Miskom. Om 12u35 wordt door Kapt Stuyvers van de Staf/2CD aan de Comd 26Gn het bevel gegeven  om alle bruggen over de Gete tot en met Tienen te laten springen. Ten zuiden van Tienen mag nog niets tot ontploffing gebracht worden omdat deze bruggen in de sector van de Fransen liggen en er momenteel nog niet geweten is wie bevoegd is om het bevel tot springen te geven.

In de late namiddag bereikt het 2de Regiment Jagers te Paard bereikt de Demer/Gete-Stelling na zijn terugtocht uit de Ardennen via Hannuit.  Het 2JP krijgt de opdracht de zuidflank van Demer/Gete-stelling te beveiligen en de verbinding te vormen tussen de Belgische linies en het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers, een verkenningsregiment van de 3ème Division Légère Mechanique.  Het regiment wordt vanaf 17u30 opgesteld tussen Tienen en Hoegaarden.

Omstreeks 20u00 meldt de staf van de 1ste Infanteriedivisie dat een detachement van het 4de Linieregiment te Budingen slaagt geraakt is met de vijand.  De schermutselingen vonden plaats in de richting van het station van Drieslinter.  Het regiment heeft besloten om het IIde Bataljon ter plekke te ontplooien, met twee compagnies te Budingen en een derde compagnie te Terhagen. Het 26ste Bataljon Genie bevestigt even later dat de beide bruggen over te Gete te Drieslinter met succes vernield werden.

Ook in het noorden van de sector wordt melding gemaakt van gevechten.  Om 20u15 belt de bevelhebber van het 2Cy naar de staf om te melden dat het 36ste Linieregiment te Lummen aangevallen is.  De Duitsers zouden in aantocht zijn over Schalbroek en Linkhout.  De staf vraagt dan ook aan de 1ste Infanteriedivisie om hun Wielrijderseskadron door te sturen naar Loksbergen.  Ook de Wielrijdersgroep der 14de Infanteriedivisie wordt naar deze locatie gestuurd.  Samen met het 7de Eskadron van het 2L zullen de eenheden ingezet  worden voor de bewaking van het deel van de Demer/Gete-Stelling dat zich tussen Diest en Halen bevindt.  De stad Diest wordt verdedigd door het 1ste Regiment Jagers te Paard.  Tussen Halen en Drieslinter bevindt zich nog steeds het 2de Regiment Karabiniers-wielrijders.

De divisiestaf verneemt in de loop van de avond eveneens dat het 1L tijdens de nacht van 12 op 13 mei in de sector zal aankomen na verplaatsing van via Waver, Hamme-Mille en Leuven naar Bekkevoort.

Transportkorps/2CD
Het Autopeloton voor Infanteriemunitie levert in de voormiddag munitie aan de Brigade Vervoerde Cavaleristen te Bunsbeek en aan het 2Cy te Vroente.  Om 17u00 vraagt de divisiestaf om het peloton uit te sturen naar het Groot Legerpark te Antwerpen voor een volledige herbevoorrading.   De colonne vertrekt om 19u10 naar Fort 4 te Antwerpen en Fort 8 te Hoboken.  De missie zal tot ‘s anderendaags duren.

Staf/2CD
Even na middernacht laat het Cavaleriekorps weten dat de 1ste Infanteriedivisie doorgestuurd wordt naar het westen, met uitzondering van het 3de Linieregiment en de staf en de drie groepen van het 1ste Regiment Artillerie.  Deze eenheden blijven onder het bevel staan van de 2de Cavaleriedivisie.

De Staf/2CavDiv vervolledigt nog tijdens de nacht zijn artillerieplan voor de komende afstoppingsactie aan de Demer/Gete-stelling. De divisieartillerie is nu versterkt met de IIde, IIIde en IVde Groep van het 1A en de Iste en IIIde Groep van het 19A en het beschikbare geschut zal als volgt opgesteld worden:

  • de I/18A en III/1A komen onder het bevel te staan van de I/18A en zullen vuursteun leveren aan de Ondersector Zuid tussen Tienen en Drieslinter van op de stellingen rond Boeslinter (1ste Batterij 18A), Sint-Margriete-Houtem (2de Batterij 18A), Sint-Martens Vissenaken (3de Batterij 18A) en Bunsbeek (III/1A)
  • de II/18A krijgt II/1A onder zijn bevel en dekt de Ondersector Noord die van Drieslinter tot Halen loopt van op stellingen te Loksbergen (5de en 6de Batterij 18A), Blekkom (II/1A) en Ransbergen (4de Batterij 18A)
  • de I/19A, III/19A en IV/1A vormden de gezamenlijke steungroepering van de divisie onder bevel van de III/19A en staan respectievelijk te Boeslinter, Ransberg en Kortenaken

Omstreeks 05u15 laat het Cavaleriekorps weten dat er ten noorden van de hoofdstad verzamelplaatsen ingericht worden om de talrijke militairen op te vangen die bij de terugtocht naar de Demer/Gete-Stelling verdwaald zijn.  Voor het 2G, 1JP en 1Cy zal dit te Meisse gebeuren.  Het 1G, 2L, 2JP en 3Cy hebben een verzamelpunt te Brussegem.  Het transportkorps tenslotte zal zijn dolende militairen te Merchtem trachten op te vangen.

Het 26Gn meldt aan de divisiestaf dat met de vernieling van de trambrug te Halen alle bruggen over de Gete en de Demer binnen de sector van de divisie vernield zijn.  Te Zichem en te Tisselt zijn twee loopbruggen over de Demer aangelegd.

Om 07u15 komt een bevel toe van het Cavaleriekorps om een van de aangekomen groepen van het 1L te Roosbeek samen te voegen met het detachement van het 2L dat in dit dorp op nieuwe orders wacht.  Daarnaast laat de korpsstaf weten dat de divisie versterkt zal worden met het Wielrijderseskadron en de Compagnie T13 van de 10de Infanteriedivisie.  Deze beide eenheden moeten toegevoegd worden aan de dwarsstelling tussen Tienen en Halen op de zuidflank.  Het Cavaleriekorps heeft tevens de tussenkomst verzocht van de pantserwagens van de Britse dekkingstroepen van het 12th Royal Lancers, maar deze zullen zich niet in de strijd aan de Gete werpen en blijven onder eigen bevel opereren.

De stad Halen wordt tijdens ochtend een eerste keer aangevallen door vijandelijke grondtroepen.  Het 2Cy alarmeert de divisiestaf rondom 07u30 en krijgt het bevel om de stad tot elke prijs in handen te houden.  Het 1G en het Detachement Hédo van het 1L worden op het tweede echelon van Ondersector Noord opgesteld.  Ook te Tienen breken de eerste gevechten uit met de Duitse voorhoede.  De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt vanaf 09u30 aangevallen.  Het 3Li bezet het tweede echelon van Ondersector Zuid.  Het Wielrijderseskadron en de Compagnie T13 van de 10de Infanteriedivisie worden naar Oorbeek uitgestuurd.

Hoewel de cavaleristen de vijand aanvankelijk kunnen afhouden, neemt de Duitse druk gestaag toe. In het zuiden tracht de vijand rond Tienen naar Hoegaarden door te stoten en alzo de Demer/Gete-stelling te omsingelen.  Ook de stad Halen wordt opnieuw aangevallen.

De staf van het Cavaleriekorps deelt mee om 13u55 dat de Demer/Gete-Stelling tijdens de nacht van 13 op 14 mei geëvacueerd zal worden.  De 2de Cavaleriedivisie krijgt de opdracht om via de bruggen van Wijgmaal en Tildonk de Vaart Leuven-Mechelen over te steken.  Tijdens de rest van de namiddag blijven nieuwe meldingen over het verloop van de gevechten toestromen.  Omstreeks 18u30 wordt gemeld dat de Franse troepen ten zuiden van Hoegaarden zich terugtrekken en het 2de Regiment Jagers te Paard hiermee zonder flank dekking is komen te vallen.

De terugtocht naar het westen start om 21u30 met het Transportkorps en de Gezondheidsdienst, gevolgd door de overige gevechtsondersteundende elementen.  De gevechtseenheden zullen vanaf 23u30 het contact afbreken, en de achterhoede tenslotte moet om 02u30 de afmars aanvatten.  De Demer/Gete-Stelling wordt in het algemeen zonder grote incidenten opgegeven.  Alleen te Tienen blijven de gevechten met de vijand aanhouden tot laat in de nacht.

Transportkorps/2CD
Het Autopeloton voor Infanteriemunitie keert terug uit Antwerpen rondom 09u00 en start onmiddellijk met een nieuwe verdeelronde onder de eenheden.  Het 2Cy, 4L, 3L, 1JP, 2JP en 3Li worden bevoorraad.

Staf/2CD
De divisiestaf verlaat Kersbeek-Miskom tegen 01u00 en komt aan te Hofstade omstreeks 04u00.  Na de terugtocht van de Demer/Gete-Stelling arriveert ook de rest van de divisie aan in zijn kantonnementszone ten westen van Mechelen.  De troepen worden als volgt ingekwartierd:

  • Divisiestaf, 2de Regiment Jagers te Paard, 29ste Bataljon Transmissietroepen, één peloton van het Eskadron Luchtafweermitrailleurs, Provoostdienst: Hofstade
  • 1ste Regiment Lansiers: Muizen.
  • 4de Regiment Karabiniers Wielrijders: Weerde.
  • Regimentsstaf, I/2Cy, Cie C47/2Cy: Leest.
  • II/2Cy, 26ste Geniebataljon, twee pelotons van het Eskadron Luchtafweermitrailleurs: Hombeek.
  • 18de Regiment Artillerie: Willebroek en Blaasveld.
  • Transportkorps, Eskadron Luchtafweermitrailleurs (minus 3 pelotons): Zemst.
  • 1ste Regiment Jagers te Paard: Tisselt en Heffen.
  • Intendance: Zellik, waar het militaire postkantoor en de bevooradingsplaats voor de 2de Cavaleriedivisie in het spoorwegstation geplaatst worden.
  • Geneeskundig Korps: de medische hulpplaats voor de divisie wordt geïnstalleerd in het Relegemasiel aan de Hoogstraat 69 te Zemst.

Generaal-majoor Robert Ninitte en zijn stafgroep van de op 11 mei ontbonden Groepering Ninitte sluiten zich opnieuw aan bij de divisiestaf.  Voor het eerst sinds november 1939 is de staf hiermee terug volledig. De eerste vier oorlogsdagen hebben een bijzonder zware tol geëist van de cavalerie.  De talrijke acties, vijandelijke luchtaanvallen en lange verplaatsingen hebben tot heel wat verliezen aan manschappen en materieel geleid.  Het volledige Cavaleriekorps is dan ook aan reorganisatie toe.

Transportkorps/2CD
Het transportkorps trekt zich terug naar Zemst.  Het Autopeloton voor Infanteriemunitie wordt ingekwartierd te Laar.

Intendance/2CD
Door een gebrekkige communicatie tussen de divisiestaf en de Compagnie Intendance, loopt de aftocht van deze eenheid enige vertraging op.  De compagniestaf en de sectie beenhouwerij verlaten Leuven pas tijdens de ochtend van 14 mei.  Intendant Luitenant Motte rijdt na het vertrek om via Herent waar ook de sectie levensmiddelen en de bijhorende voertuigen van het Autopeloton voor Ravitaillering de colonne vervoegen.  De compagnie recupereert eveneens het personeel van het militaire postkantoor dat bij gebrek aan eigen voertuigen nog steeds aanwezig is in het dorp.  Na een tussenstop op de divisiestaf te Hofstade bereikt de compagnie het dorp Eppegem op tegen het eind van de dag doorgestuurd te worden naar Zellik.

Staf/2CD
Op 15 mei heeft Luitenant-generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het Cavaleriekorps, zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. Het volledige Cavaleriekorps verblijft nu rondom de Zenne ten noorden van Brussel.

De beide divisies van het korps worden grondig gereorganiseerd.  Met uitzondering van het 1G worden alle cavalerieregimenten herleid tot één enkele groep, aangevuld met elementen uit de niet strijdvaardige eskadrons. Alle manschappen die na deze herschikking overblijven zullen onder leiding van Generaal-majoor Ninitte naar West-Vlaanderen gestuurd worden voor verdere reorganisatie en versterking.

De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt opgeheven.  Het 4L gaat over naar de 2de Cavaleriedivisie.  Ook het Eskadron Brumagne wordt toegevoegd aan de divisie en komt onder direct bevel van de divisiestaf te staan.  Dit eskadron was voorzien op de slagorde van de Brigade Vervoerde Cavaleristen als anti-tankeskadron uitgerust met T13 pantserwagens, maar werd door een gebrek aan voertuigen ingezet als een eskadron fuseliers.  De eenheid beschikte over een beperkte collectieve bewapening van slechts tien FM30 lichte machinegeweren en werd op vrachtwagens vervoerd.

De divisie krijgt eveneens het bevel over het 33ste Bataljon Genie (33Gn) van het Legergenieregiment. Kolonel SBH Serlez wordt aangeduid als de nieuwe divisiecommandant. De beide cavaleriedivisies krijgen de toestemming om de nodige voertuigen op te vorderen in de regio Brussel om alzo het wagenpark weer op volle sterkte te brengen.

Staf/2CD
De nieuwe bevelhebber van de divisie, Kolonel SBH Serlez, komt om 08u30 aan op het hoofdkwartier.  Kolonel SBH Libbrecht, voormalig commandant van het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP),  wordt aangeduid als nieuwe Commandant Cavalerie van de divisie ter vervanging van GenMaj Ninitte. GenMaj Ninitte wordt aan het hoofd gezet van een groepering die de overtallen van de cavalerie, ontstaan na de reorganisatie van het Cavaleriekorps, naar Frankrijk moet evacueren. De divisiestaf moet een deel van zijn personeel afstaan aan de nieuwe Groepering Ninitte.  De vrijgekomen functies worden ingevuld door stafofficieren van de ontbonden Brigade Vervoerde Cavaleristen.

Op 16 mei deelt de Staf/CK de onverwachte beslissing van het geallieerd opperbevel mee om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd moet de stelling op bevel van de Franse Generaal Bilotte worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger, dat riskeert langs beide flanken overvleugeld te worden, zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde onder dekking van het Cavaleriekorps. Het Belgische plan voorziet dat deze terugtocht in twee nachtelijke etappes zal verlopen die beschermd worden door tijdelijke verdedigingslinies. Tijdens de eerste nachtelijke etappe moeten alle eenheden het Kanaal van Willebroek overschreden hebben. De tijdelijke verdediging van het Kanaal van Willebroek zal op 16 en 17 mei uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie, de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en 2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR). Tijdens een tweede nachtelijke etappe moeten de eenheden van het veldleger de Dender overschreden hebben. De 1ste Divisie Ardeense Jagers (1DivChA) zal instaan voor de tijdelijke verdediging van de Dender op 17 en 18 mei. De Versterkte Positie Antwerpen moet standhouden tot de nacht van 17 op 18 mei. Het CK beveiligt de flank van de terugtocht door de cavaleriedivisies stelling te laten nemen op de westelijke Schelde-oever en in het Waasland. De 2CD moet de Scheldeovergangen bewaken tussen Hoboken in de zuidrand van de Versterkte Positie Antwerpen en Dendermonde. De 1CD moet zich klaar houden te Wetteren en Beervelde om op bevel de Moervaart van Mendonk tot Lokeren te bezetten. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden.

In het kader van deze nieuwe omwenteling ontvangt de divisie rond 09u00 een nieuwe reeks opdrachten:

  • Eén bataljon van het 2Cy moet via Willebroek en Temse naar de Schelde gezonden worden om de bruggen te bewaken te Temse, Rupelmonde, Hemiksem en Hoboken.  Tevens moeten de bruggen over de Durme te Hamme en Waasmunster van bewakingsdetachementen voorzien worden.
  • Het gereorganiseerde 2JP (Groep de Brabandère) wordt uitgestuurd naar De Klinge om de linkeroever van de Schelde te gaan bewaken.  Er dienen onder meer officiersverkenningen uitgestuurd te worden naar Kallo, Doel, Graauw en Groenendijk.
  • Het 4L krijgt de taak om de bruggen over de Durme te bewaken tussen Lokeren (inclusief) en Waasmunster (exclusief).  Ook het tweede bataljon van het 2Cy wordt langsheen de rivier opgesteld om de bruggen te bezetten vanaf Waasmunster (inclusief) tot aan de Schelde.  Het 18A zal vuursteun leveren aan deze beide eenheden.
  • Het 1JP wordt toegewezen aan de verdediging van de bruggen te Dendermonde.
  • Het Eskadron Brumagne wordt te Zele in reserve geplaatst.
  • Het 26Gn moet zijn compagnies verdelen over Temse en het gehucht Hooigat te Hamme.  De bataljonsstaf blijft te Dijk,
  • De commandopost van de divisie installeert zich vanaf 15u00 te Veldeke.  Ook de Provoostdienst en de staf van het 29TTr kantonneren in deze gemeente.

Het gros van de troepen verplaatst zich via Lippelo, Baasrode en Dendermonde naar het Waasland.  De inplaatsstelling van de troepen wordt voltooid tussen 16u00 en 18u00.

Geneeskundig Korps/2CD
Het Geneeskundig Korps wordt opgesteld te Overmere.

Intendance/2CD
Het dorp De Pinte wordt het nieuwe bevoorradingsstation voor de divisie tijdens tijdens de inzet in het Waasland.

Transportkorps/2CD
De staf van het transportkorps wordt opgesteld te Overmere.

Eskadron Luchtafweermitrailleurs/2CD
Het eskadron beschikt nog over vijf inzetbare pelotons.  Hiervan worden twee pelotons toegewezen aan het transportkorps, twee pelotons aan het 2Cy en een peloton aan het 4L.

Staf/2CD
De opstelling van de divisie wordt enigszins aangepast om de dekking van de linkeroever van de Schelde tussen Dendermonde en Antwerpen te versterkten:

  • Het gros van de Groepering De Brabandère van het 2JP wordt teruggeroepen en doorgestuurd naar Dendermonde voor de verdediging van de stad.  De bewakingsopdracht van uit De Klinge wordt toevertrouwd aan het 1ste Eskadron.  De officiersverkenningen zullen bemand worden door officieren van de regimentsstaf van 2JP.
  • De Groepering Gysels van het 1JP is ontplooid langsheen de Schelde tussen Schoonaarde en de samenvloeiing met de Durme.
  • Het 2Cy moet een bataljon toewijzen aan de verdediging van de bruggen over de Schelde te Hoboken, Hemiksem, Rupelmonde en Temse, en een bataljon aan de verdediging van de bruggen over de Durme tussen Waarmunster en Hamme.

De dag verloopt zonder grote incidenten.  In het operatiegebied van de divisie zijn diverse genie-eenheden druk bezig met het voorbereiden van vernielingen.  Het 20Gn ondermijnt de bruggen over de Durme tussen Lokeren en de monding van de rivier.  Het 32Gn is aan het werk op de Dender tussen Erembodegem en Dendermonde, en op de Schelde tussen Dendermonde en Gent.  Tussen Dendermonde en Temse worden de bruggen ondermijnd door het 21Gn.  De militaire bruggen van Hoboken en Hemiksem worden voor vernieling voorbereid door het Bataljon Pontoniers.

Omstreeks 20u30 laat het Cavaleriekorps weten dat de vijand zich te Waarde in Zeeland zou klaarmaken voor een stormlanding over de Schelde,  Het 2G en het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers worden ontplooid in Zeeuws-Vlaanderen.  In geval van een vijandelijke oversteek zal de 2de Cavaleriedivisie uitgestuurd worden naar de zuidelijke Scheldeoever ten westen van Doel.

Even later beveelt het Cavaleriekorps om alle eenheden die niet noodzakelijk zijn voor het gevecht te evacueren achter de nieuwe frontlijn die van Terneuzen over Gent naar Oudenaarde zal lopen.  Zo moet het transportkorps via de zuidelijke oever van de Schelde en de zuidrand van Gent naar de regio Drongen overgebracht worden.  De gevechtseenheden dienen alle niet strikt noodzakelijke voertuigen eveneens door te sturen.

Omstreeks 20u00 vindt nabij de autotunnel onder de Schelde te Antwerpen overleg plaats tussen stafofficieren van de 2de Cavaleriedivisie en het Vde Legerkorps dat die nacht de Versterkte Positie Antwerpen zal verlaten.  Het Vde Legerkorps verwacht dat de laatste eenheden tegen 04u00 de Schelde zullen oversteken.  Het bruggenhoofd op de Linkeroever zal tijdens de evacuatie bewaakt worden door de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie.

Geneeskundig Korps
Geneesheer Adjudant Perbal wordt gedetacheerd naar het 2de Cyclisten en zal de divisie niet meer vervoegen voor het eind van de veldtocht.

Staf/2CD
Tijdens de tweede helft van de nacht van 17 op 18 mei melden de eenheden van de divisie zowel de doortocht van de laatste Belgische troepen als ook de aankomst van de eerste vijandelijke verkenners.  Het 4L laat weten dat de 6de Infanteriedivisie even voor 03u00 doorheen Zele gepasseerd is en onderweg is naar Eeklo.  Ook elders worden met grote regelmaat de talrijke verplaatsingen van het veldleger gemeld.

Het 1ste Eskadron van het 2JP wordt teruggeroepen naar Dendermonde ter verdediging van de stad.  Ten zuiden van Dendermonde wordt de 1ste Divisie Ardeense Jagers langsheen de Dender opgesteld.

De divisiestaf verneemt om 08u40 dat de commandopost van het Cavaleriekorps naar Lokeren is overgebracht en de 1ste Cavaleriedivisie naar het noorden verplaatst wordt om de zuidelijke oever van de Zeeschelde te dekken.

Om 09u15 meldt het 2Cy dat de brug van Hoboken met explosieven vernield werd.  Het regiment moet het westelijke landhoofd blijven verdedigen.  Een goed half uur later laat het 1JP weten dat de brug van Baasrode eveneens opgeblazen is.  Het 1JP krijgt het bevel om zijn troepen te ontplooien langsheen de Schelde vanaf Dendermonde tot tegenover Branst.  Tussen dit punt en de samenvloeiing met de Durme wordt het Eskadron Brumagne ontplooid.

Omstreeks 10u00 meldt het 2Cy dat het Vde Legerkorps na de evacuatie van Antwerpen een groepering heeft samengesteld die de verdere aftocht van het korps moet dekken.  Deze groepering omvat de pelotons verkenner van het 7J, 8J en 9J, versterkt met versterkt met de Gp Cy 15Div en een compagnie T13 tankjagers (TBC van welke divisie).  Het geheel staat rechtstreeks onder het bevel van de divisiestaf. De groepering wordt naar het Hoofd van Vlaanderen gestuurd en zal ontplooien ten oosten van de forten van Kruibeke en Kallo.

Een goed uur later wordt gemeld dat de 17de Infanteriedivisie teruggestuurd wordt van uit de omgeving van Sint-Niklaas om met het 7J en 8J te nemen achter de dijk die Kruibeke en Kallo verbindt. Het 9J zal in reserve geplaatst worden achter de beide regimenten.

Kort voor de middag stuurt het 2Cy een nieuwe sitrep door: de brug van Hemiksem is nog intact omdat nog niet alle troepen gepasseerd zijn.  Er worden nog elementen van de 12de Infanteriedivisie verwacht.  Zowel de autotunnel als de voetgangerstunnel te Antwerpen zijn vernield.  De vijand zou nog geen poging ondernemen om de Schelde over te steken.

Op de middag is de situatie van de divisie als volgt:

  • Het 4L bewaakt nog steeds de zuidelijke oever van de Durme, ondersteund door I/18A.
  • Het 2Cy heeft zijn Iste Bataljon langsheen de Schelde tussen Hoboken en de monding van de Durme.  Het IIde Bataljon heeft telkens een peloton bij de bruggen van Hamme en Waasmunster en de rest van de eenheid nabij de commandopost van het regiment.
  • Het Eskadron Brumagne bevindt zich tussen de monding van de Durme en Branst.
  • De Groepering Gysels van het 1JP bewaakt de Schelde tussen Branst en Dendermonde.
  • De Groepering De Brabandère van het 2JP bezet Dendermonde, ondersteund door II/18A.

De vijand wordt enige tijd later gemeld op de baan van Baasrode naar Dendermonde zodat de II/18A voor de eerste keer in actie komt.  Het I/18A dient van front te wisselen en zich naar het zuiden te richten zodat ook deze groep kan ingezet worden.  Het II/2Cy wordt naar Moerzeke bevolen om vervolgens de opstelling langsheen de bocht in de Schelde rond Kastel te versterken.  Kolonel SBH Serlez verkrijgt eveneens de toelating van het Cavaleriekorps om indien nodig de op de rechterflank gelegen groep van het 4L te mogen inzetten.  Het zal echter rustig blijven in de ondersector van 1JP en de Duitsers zullen geen aanstalten maken om hier de Schelde over te steken.

Om 13u45 laat het 2Cy weten dat een half uur voordien de brug van Hemiksem vernield werd.  Het regiment bewaakt nog steeds de brug van Temse die voorlopig nog opengehouden wordt voor de laatste troepen van de 15de Infanteriedivisie.

Kort voor 17u00 wordt de I/17A in steun gegeven van de divisie.  De staf besluit om deze artilleriegroep toe te voegen aan het 1JP.

Omstreeks 17u30 ontvangt Kolonel SBH Serlez nieuwe orders op de staf van het Cavaleriekorps.  Deze orders omvatten een reeks verplaatsingen naar een nieuwe frontlinie om de Duitsers de vrije toegang tot het Waasland te ontzeggen en alzo de laatste fase van de aftocht van het IVde Legerkorps en het Vde Legerkorps mogelijk te maken.  De sector van de divisie wordt verdeeld in drie ondersectoren:

  • Ondersector Noord
    • Het 4L moet front maken tussen Kruibeke en Kallo.  Het regiment zal ondersteund worden door de I/19A en IV/19A.
    • Achter het 4L zullen de troepen van het 2L als reservemacht opgesteld worden.  De pantserwagens van het 2L zullen Haasdonk en Vijfwegen bezetten.
    • Ook het Eskadron Pansterwagens van het 1G wordt toegevoegd aan de reservemacht van Ondersector Noord.
  • Ondersector Centrum
    • Het 2Cy zal de Scheldeoever dekken tussen Kruibeke en de monding van de Durme, ondersteund door I/18A
  • Ondersector Zuid
    • Het Eskadron Brumagne, het 1JP en het 2JP behouden hun opdrachten tussen de monding van de Durme en Dendermonde, ondersteund door II/18A.
    • Het 1L zal nabij Zogge in reserve gehouden worden.
    • Deze ondersector staat onder het bevel van Kolonel SBH Libbrecht.
  • Ten westen van Kallo bevindt zich de 1ste Cavaleriedivisie.
  • Ten zuiden van Dendermonde verdedigt de 1ste Divisie Ardeense Jagers de Dender.

De eenheden van de divisie worden tussen 17u45 en 18u00 verwittigd.  Serlez zal zijn commandopost tegen 21u00 verplaatsen naar Tereken, even ten westen van Sint-Niklaas.  Ook het Eskadron Pantserwagens van 1G wordt hier opgesteld.  Het Groot Hoofdkwartier bevestigt deze orders en laat via Stafofficier Kapitein SBH Montjoie weten dat deze nieuwe posities tot 20u00 op 19 mei moeten verdedigd worden.

Tenslotte worden rond 21u15 ook het Eskadron Pantserwagens van 3L en de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie onder het bevel geplaatst van het 4L.

Gezondheidsdienst/2CD
Het geneeskundig korps zal de medische hulpplaats inrichten te Belsele.  Een tweede, kleinere hulpplaats wordt te Aardenburg geopend met de middelen van de tweede sectie van de Ambulance.  De laadpunten voor de ambulancevoertuigen worden opgesteld te Haasdonk en Durmen.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance wordt teruggetrokken naar Pittem.  Het dorp Laarne zal fungeren als nieuwe bevoorradingsplaats van de divisie voor levensmiddelen en post.  Benzine zal verdeeld worden te Zele.

Transportkorps/2CD
Het transportkorps zal zijn commandopost te Kaprijke installeren.  Het Autopeloton voor Artilleriemunitie en het voorwaartse echelon van het Autopeloton voor Infanteriemunitie worden te Moortelhoek gestationeerd.

Staf/2CD
Tijdens de nacht van 18 op 19 mei worden de bruggen te Dendermonde vernield.  Het 2JP bezet nu enkel de linkeroever van de Schelde.

In het noorden meldt het 4L omstreeks 05u45 dat de vijand onder dekking van een rookgordijn aanstalten maakt om te Antwerpen te Schelde over te steken.  Het dorp Zwijndrecht valt vanaf 08u15 onder artillerievuur.  De Duitsers maken contact met de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie en tussen 10u30 en 10u50 meldt het 4L dat deze groep onder toenemende vijandelijke druk komt te staan en er hier en daar weg vluchtende militairen gezien worden.  Het Cavaleriekorps beveelt dat het 4L dient op te rukken in oostelijke richting om de vijand terug te dringen tot op de rechter oever van de Schelde.  Omstreeks 11u25 geeft het 4L het bevel tot de opmars.  De korpsstaf laat weten dat het regiment in alle geval moet oprukken tot aan de posities van de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie op de transversale tussen het nu verdwenen gehucht Pijptabak en Burcht.  De groep plooit zich echter terug in de richting van Zwijndrecht.

Het 4L raakt al snel slaags met de vijand die zo snel mogelijk richting Waasland wil doorstoten. Het 1ste eskadron van het 4L moet samen met het eskadron pantserwagens van het 2L een tegenaanval naar Zwijndrecht ondernemen, maar de Belgen worden flink afgestraft bij het uitvoeren van hun poging.  Het 1L wordt vervolgens uitgestuurd om Zwijndrecht te omtrekken via de noordrand van het dorp, maar ook deze actie wordt geblokkeerd. De Duitsers voeren een tegenaanval uit en kunnen het Fort van Zwijndrecht innemen. Een peloton van het 7de eskadron wordt naar het fort gestuurd om de vijand te verjagen zonder in dit opzet te slagen.

2de Cavaleriedivisie op 19 mei 1940 rond 18u30

Situatie van de 2de Cavaleriedivisie op 19 mei 1940 rond 18u30.

De actie van het 4L en het 2L kan de situatie niet keren. Ook een interventie door het peloton van Luitenant Gailly van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps kan niet baten. Omstreeks 18u20 wordt de algemene aftocht naar de Moervaart bevolen.  Het 4L zal als eerste terugtrekken vanaf 18u30, gevolgd door de Wielrijdersgroep van de 15de Infanteriedivisie om 19u30 en het 2L om 20u30.

Het Cavaleriekorps laat om 20u00 echter weten dat de divisie onmiddellijk zal doortrekken naar de omgeving van Watervliet.  De commandopost van Kolonel SBH Serlez verplaatst zich aan het eind van de dag naar Zuiddorp.

Staf/2CD
Na een kort oponthoud te Zuiddorp verlaat het hoofdkwartier dit dorp om 02u30 en vestigt zich te Watervliet,  De eenheden van de divisie worden verspreid onder de dorpen Watervliet, Waterland-Oudeman, Ijzendijke en Sint-Margriete.

De Belgische verdedigingslinie aan het Kanaal Gent-Terneuzen heeft zijn definitieve vorm aangenomen. In het noorden bewaakt de 1ste Cavaleriedivisie de sector van Terneuzen tot Sluiskil. In het centrum ligt het Vde Legerkorps met de 17de en 6de Infanteriedivisies tussen Sluiskil en Zelzate. Het zuidelijke deel van het kanaal is voor rekening van het IIde Legerkorps met de 13de en 11de Infanteriedivisies tussen Zelzate (exclusief) en de Ringvaart. Het Iste Legerkorps zorgt door de verdediging van Gent met de 18de en 16de Infanteriedivisie.

Het 1JP wordt aangeduid om drie detachementen te leveren van telkens een eskadron aangevuld met enkele pantserwagens om post te vatten te Moerbeke, Wachtebeke en Sint-Kruis-Winkel en vanop deze drie locaties de vijandelijke opmars door het Waasland op te wachten.

Intendance/2CD
Bij de ontplooiing van de divisie in Zeeuws-Vlaanderen, wordt de Compagnie Intendance opgesteld te Middelburg.

Staf/2CD
De staf van de 2de Cavaleriedivisie bevindt zich te Ijzendijke.  Om 08u10 laat het Cavaleriekorps weten dat het 4Cy en de IV/19A overgaan naar de 1ste Cavaleriedivisie.  Kort nadien laat het 1JP weten dat twee van de drie verkenningsdetachementen terug binnen de eigen linies zijn.  Ook het derde detachement wordt hierop teruggeroepen.

Het peloton van Luitenant Gailly van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps verlaat om 10u00 de 2de Cavaleriedivisie en vertrekt naar Zwevezele.  Er blijven bij dit peloton nog twee tanks over.

Omstreeks 11u00 deelt de staf nieuwe orders uit.  De divisie zal ontplooid worden langsheen de zuidelijke oever van de Zeeschelde tussen Breskens en de Braakman zeearm met van west naar oost het 1JP, 2JP, 2Cy en 4L.

Dit bevel wordt echter om 12u45 ingetrokken door het Cavaleriekorps.  De korpsstaf heeft vernomen dat de Franse 68ème Division d’Infanterie zich zal terugtrekken van de oever van de Schelde en de Belgen bijgevolg alleen verantwoordelijk worden voor de verdediging tegen een mogelijke Duitse landing vanuit Walcheren.  Hiervoor zijn meer troepen nodig en het 3L zal d3 2de Cavaleriedivisie komen versterken.

De divisie moet zich nu ontplooien vanaf Breskens in het westen met het 3L, aangevuld met het Eskadron Motorwielrijders van 4L, vervolgens het 2JP, 1JP, 1L en tenslotte het 4L langsheen de westelijke en zuidelijke oever van de Braakman zeearm.  Het 2Cy zal in reserve gaan met een bataljon te Biervliet en een bataljon de Schoondijke.  Ook het Eskadron Brumagne en het Eskadron Pantserwagens van 1L maken deel uit van de divisiereserve en worden te Ijzendijke geplaatst.  Het 2L tenslotte moet onder rechtstreeks bevel van de korpsstaf geplaatst worden te Sint-Laureins.

Omstreeks 16u15 wordt nog een kleine wijziging doorgevoerd aan de geplande opstelling.  De posities van het 2Cy worden enigszins aangepast met nu een bataljon te Biervliet en een bataljon te Ijzendijke.

Het 3L wordt tussen 22u00 en 23u00 te Mollekot verwacht.  De divisie zal eveneens de I/19A in steun krijgen.  Deze artilleriegroep moet eveneens tussen 22u00 en 23u00 te Maagd van Gent rendez-vous maken met de divisiestaf.

De divisiestaf verlaat Watervliet na het vallen van de nacht en is vanaf 23u00 operationeel te Ijzendijke.

Staf/2CD
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.

De staf van de 2de Cavaleriedivisie bevindt zich nog steeds te Ijzendijke.  De stellingname langsheen de zuidelijke oever van de Zeeschelde is in goede orde verlopen.  De I/19A wordt echter om 09u10 alweer aan de divisie ontnomen en moet doorgestuurd worden naar Drongengoedbos aan het Afleidingskanaal van de Leie.  De divisie omvat nu het 1JP, 2JP, 1L, 3L en 4L, het 2Cy, het Eskadron Brumagne, het 18A, 26Gn, 29TTr en de reguliere steunelementen.

Om 13u15 krijgt de divisiestaf het bevel om zijn transportkorps en de intendance tijdens de nacht van 22 op 23 mei door de sturen naar Damme.

Omstreeks 16u00 beveelt het Cavaleriekorps dat Kolonel SBH Libbrecht zich aan het hoofd dient te plaatsen van een groepering bestaande uit het 2Cy en het 2G en twee batterijen van de I/18A om naar het Kanaal Gent-Terneuzen terug te keren en er tegen 20u00 de sector van Sas van Gent tot Zelzate over te nemen van de 6de Infanteriedivisie en de 17de Infanteriedivisie.  Deze ontplooiing moet de beide infanteriedivisies toelaten om de afmars naar het Afleidingskanaal van de Leie aan te vatten.  Libbrecht moet zich naar het hoofdkwartier van het Vde Legerkorps te Kaprijke begeven om de details van de aflossing te bespreken.  Vervolgens moet hij zijn commandopost opstellen te Assenede.

De zuidelijke oever van de Zeeschelde zal nu als volgt verdedigd worden:

  • Het 3L bezet Ondersector West tussen de Groese Polders (inclusief) en de dorpskern van Breskens (inclusief), en wordt gedekt op zijn linkerflank door het Eskadron Motorwielrijders van het 4L dat tussen de Groese Polders en het Zwin zal patrouilleren.  Het geheel wordt ondersteund door een batterij van de II/18A.
  • Het 1JP beveelt Ondersector Centrum tussen Breskens (exclusief) en Hoofdplaat (inclusief) met van west naar oost 2JP, 1JP en 1L.  Deze formatie zal ook een batterij van II/18A in steun krijgen.
  • Het 4L bezet Ondersector Oost tussen Hoofdplaat (exclusief) en de zuidpunt van de Braakman zeearm.  Dit regiment zal eveneens ondersteund worden door een batterij van II/18A.
  • Het 26Gn krijgt de opdracht om alle aanlegplaatsen tussen Terneuzen en Breskens te saboteren.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance vertrekt aan het eind van de dag naar Damme, samen met het transportkorps van de divisie.

Staf/2CD
Vanaf 05u30 melden diverse eenheden dat hun posities onder vuur genomen worden door de Duitse artillerie die op Walcheren in stelling is gegaan.  Het Cavaleriekorps beveelt hierop de vernieling van de veerhaven van Breskens.  Het 26Gn meldt echter dat het niet de middelen heeft om zo’n uitgebreide sabotageactie aan te vatten.

Om de verdediging van de oever van de Schelde te versterken, wordt Kolonel SBH Morel de Westgaver, Cavaleriecommandant van de divisie, aangeduid als bevelhebber van de kuststrook tussen het Zwin en de gemeente Hoofdplaat.  Morel de Westgaver moet de posities versterken met de troepen van het 1G, twee batterijen van het 17A en de IVde Groep van het 13A.  Ook wordt een peloton pantserwagens van het 1L toegevoegd aan het Eskadron Motorwielrijders van het 4L.  Alle overige eenheden in deze sector behouden hun posities.

De eerste elementen van het 1G worden vanaf 16u30 te Ijzendijke gespot.  Het Cavaleriekorps vraagt echter om het regiment niet te ontplooien, maar voorlopig te Schoondijke stand-by the houden.

De opstelling van de divisie wordt in de loop van de avond aangepast ter ondersteuning van de tweede fase van de aftocht van het veldleger van het Kanaal Gent-Terneuzen naar het Afleidingskanaal van de Leie.

Het 1JP van Majoor Gysels wordt teruggetrokken van de oever van de Schelde en begeeft zich via Boekhoute naar Mollekot, een gehucht ten zuiden van Ponte-Avancé.  Gysels zal bijkomende steun ontvangen van twee batterijen van de II/18A,  een peloton luchtafweergeschut en het Eskadron Pantserwagens van het 3L.   De groep moet in stelling gaan tussen het zuidelijke uiteinde van de Braakman zeearm en grenspaal 10 op het Leopoldkanaal.  Ten zuiden van de posities moet contact gemaakt worden met het 4Cy.  Ten noorden moet het Eskadron Brumagne de verbinding met de oever van de Schelde maken.  De staf van het 1JP en het eskadron pantserwagens blijven achter aan de Scheldeoever.

Ten gevolge van het vertrek van het 1JP, spreidt het 1L zijn troepen uit om de voormalige posities van het 1L langsheen de oever van de Schelde eveneens te bezetten.

Om 22u00 komt een nieuw bevel toe van het Cavaleriekorps: het 4L moet verplaatst worden naar Retranchement om hier een defensieve perimeter in te richten.  De vrachtwagens moeten te Zoute opgesteld worden.  Het regiment wordt onder het directe bevel van het Cavaleriekorps geplaatst.

De 2de Cavaleriedivisie houdt het 2Cy in reserve met een bataljon te Oostburg en een bataljon te Zoutzande.  Ook de pantserwagens van het 2L worden in reserve gehouden te Nieuwvliet, terwijl de pantserwagens van 1L te Oostburg opgesteld worden.  Het divisiehoofdkwartier zal eveneens overgebracht worden naar Oostburg.  Het 26Gn moet naar Knokke vertrekken.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance verplaatst zich naar Lissewege.

Staf/2CD
Het divisiehoofdkwartier is vanaf 02u00 operationeel te Oostburg.  De taak van de divisie bestaat er nog steeds in om de kust van Zeeuws-Vlaanderen te verdedigen tussen het Zwin in het westen en Hoofdplaat in het oosten.  Om 05u30 verliest Kolonel SBH Serlez echter het gros van zijn reserve wanneer het Cavaleriekorps het 2Cy naar Sluis beveelt.  Na enige discussie met de korpsstaf over dit bevel, worden omstreeks 10u00 ook de beide batterijen van de I/17A naar Sluis bevolen.

Kolonel SBH Serlez wordt om 18u00 met hoogdringendheid ontboden op het hoofdkwartier van het Cavaleriekorps.  De divisie krijgt het bevel om zijn gemotoriseerde gevechtseenheden tijdens de nacht van 24 op 25 mei naar het zuiden te verplaatsen om bijstand te leveren na de Duitse doorbraak aan de Leie nabij Kortrijk ten koste van de 3de Infanteriedivisie. Het front dreigt hier te breken en het Groot Hoofdkwartier wil met een snelle verplaatsing van de 2de Cavaleriedivisie een vijandelijke opmars richting Ieper blokkeren. De divisie dient rondom Torhout te overnachten en Kolonel SBH Serlez zal hier verdere bevelen ontvangen. De commandopost moet naar Lichtervelde overgebracht worden.

De divisie zal tijdens de verplaatsing onder het directe bevel van het Groot Hoofdkwartier staan.  De diverse eenheden worden vanaf 20u00 op de hoogte gebracht en dienen elk een verbindingsofficier naar Sint-Andries te sturen.  Tegen 22u00 zijn de nodige marsoders verspreid:

  • Het hoofdkwartier, het 29TTr en het 2Cy zullen halt houden ten zuiden van Torhout
  • Het 1L zal zich op Kortemark richten, het 2L op Lichtervelde en het 3L op Elle nabij Kortemark
  • Het 1JP zal halt houden nabij Kilometerpaal 8 op de baan van Torhout naar Roeselare
  • Het 18A zal aan de zuidrand van Torhout stationeren
  • Bij aankomst moeten elk van de vier cavalerieregimenten patrouilles naar het zuiden uitsturen om een verdere opmars voor te bereiden.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance verplaatst zich naar Vlissegem.

Staf/2CD
De staf van de 2de Cavaleriedivisie bereikt Lichtervelde tussen 24u00 en 01u00. Kolonel SBH Serlez begeeft zich intussen naar Sint-Andries om zijn bevelen in ontvangst te nemen en vervoegt zijn hoofdkwartier rond 04u00. De verdediging van de sector Dadizele – Geluwe – Wervik wordt toevertrouwd aan de Cavaleriecommandant van de divisie, Kolonel SBH Libbrecht, die de hem toegewezen eenheden verdeeld over twee ondersectoren:

  • De Ondersector Noord tussen Dadizele en Panemolen (inclusief) zal bezet worden door 2L en 2JP op het eerste echelon, II/2Cy op het tweede echelon en zal vuursteun ontvangen van I/18A. Deze groepering komt onder bevel van commandant 2L, Kolonel d’Orjo.
  • De Ondersector Zuid tussen Panemolen (inclusief) en Geluwe zal bezet worden door I/3L, II/1L op het eerste echelon, I/2Cy op het tweede echelon en wordt gesteund door de artillerie van II/18A. Deze groepering komt onder bevel van commandant 3L, Luitenant-kolonel Dugardin.
  • Kolonel Libbrecht verneemt dat bij een aftocht de divisie zal terugplooien op de spoorlijn Roeselare-Ieper waar het leger gestart is met het aanleggen van een anti-tankbarrière die uit goederenwagons zal bestaan.

De commandopost van de divisie wordt tegen 09u30 vooruitgeschoven naar Moorslede. Een half uur later treedt Serlez in verbinding het IVde Legerkorps te Roeselare.

Het 4L vervoegt de divisie omstreeks 11u30 en zal opgesteld worden langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper.  In de vroege namiddag gaat de 2de Cavaleriedivisie over naar het Iste Legerkorps.

Omstreeks 13u00 vallen de eerste vijandelijke artilleriegranaten op Geluwe.  Een goed uur later is de ontplooiing van de 2de Cavaleriedivisie afgerond.  De divisie maakt contact met de vijand vanaf 15u00. Het zwaartepunt van de aanval ontwikkelt zich in de richting van Geluwe.  Doorheen de ganse sector breken vuurgevechten uit die zullen aanhouden tot de divisie zich zal terugtrekken.

Het Iste Legerkorps laat omstreeks 16u40 weten dat de Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie onderweg is naar Beselare.  De groep zou van hier uit Geluwe moeten gaan versterken.  Tegen 18u00 laat de korpsstaf weten dat ook het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie aan het dispositief zal toegevoegd worden en naar Ondersector Noord zal toegevoegd worden.

Kolonel SBH Serlez tracht op zijn rechterflank het contact te behouden met de troepen van de Britse 4th Infantry Division, maar die laten via een verbindingsofficier weten dat hun operatiegebied ten zuiden van de Leie ligt en er niet kan tussengekomen worden in de Belgische legerzone.  In het achtergebied van de 2de Cavaleriedivisie staat nog een Britse artilleriebatterij met 6″ geschut opgesteld, maar die vertrekt in de loop van de vooravond.

De gevechtseenheden melden diverse infiltraties, maar omstreeks 20u00 lijken de gevechten tot af te nemen.  Het front van de divisie lijkt nog behoorlijk intact.  De Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie is nu ten zuidwesten van Geluwe in schermutselingen verwikkeld geraakt en bevestigt inderdaad dat er op de rechterflank een zone is tussen de Belgische en Britse linies waar de vijand vrij kan oprukken.  Serlez vreest dat hij omsingeld gaat worden.

Gezondheidsdienst/2CD
De medische hulpplaats van de divisie verlaat Aardenburg tijdens de tweede helft van de nacht van 24 op 25 mei en wordt tijdens de vroege ochtend van 25 mei ontplooid aan de Ommegang te Westrozebeke.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance verplaatst zich naar Aartrijke.

Staf/2CD
Tijdens de tweede helft van de nacht laat het Iste Legerkorps eerst weten dat Kolonel SBH Serlez op eigen initiatief mag terugtrekken van de lijn Geluwe-Dadizele, maar beveelt vervolgens dat de divisie toch te allen prijze stand dient te houden.  Rondom 06u00 meldt Ondersector Zuid dat de Duitsers een nieuwe aanval gelanceerd hebben en Geluwe zou gevallen zijn.  Uit Ondersector Noord komt een bericht dat Ledegem gevallen is.

Het Iste Legerkorps beveelt even voor 06u30 de onmiddellijke aftocht naar de spoorlijn Roeselare-Ieper.  Kolonel SBH Libbrecht moet de terugtocht naar de nieuwe linie coördineren, terwijl de divisiecommandant zich onmiddellijk zal verplaatsen met het gros van zijn hoofdkwartier.  De gevechten op de lijn Geluwe-Dadizele hebben de divisie heel wat middelen gekost. Het 1L is tot de helft herleid; het 3L is het equivalent van één eskadron kwijt en ook bij de Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie zijn heel wat verliezen.

Om 08u50 wordt een nieuwe commandopost geopend op een locatie even ten noorden van Oostnieuwkerke.  Kolonel SBH Serlez pleegt overleg met de bevelhebber van het Iste Legerkorps en krijgt een nieuwe opdracht.  Serlez zal de reservemacht van het legerkorps bevelen.  Die bestaat nog uit de Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie, het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie, het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers, het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders, het 2de Regiment Jagers Te Paard en het 1ste en het 2de Regiment Lansiers.  Serlez bezoekt zijn eenheden om een stand-van-zaken op te maken.  Deze eenheden zijn sterk uitgedund:

  • Wielrijdersgroep 17Div: 148 manschappen, 8 lichte machinegeweren en 1 mitrailleur
  • Wielrijderseskadron 1Div: 70-tal manschappen, 8 lichte machinegeweren en 1 mitrailleur
  • Bn Moto ChA: een compagnie van twee pelotons met telkens een licht machinegeweer, twee C47 anti-tankkanonnen en twee mitrailleurs
  • 2Cy: drie verzwakte en een min of meer volledige fuselierscompagnies, 10 mitrailleurs, 1 C47 anti-tankkanon en 4 DBT granaatwerpers
  • 1L, 2L en 1JP: vier verzwakte eskadrons, met één T13 en vier T15 pantserwagens, 1 anti-tankkanon C47 en een tiental lichte en zware mitrailleurs.

Omstreeks 10u30 wordt het hoofdkwartier verschoven naar het noordoosten van Staden.  De commandopost nabij Oostnieuwkerke wordt overgenomen door de staf van de 1ste Infanteriedivisie.

Bezorgd over een vijandelijke omsingeling op de zuidflank, beveelt het Iste Legerkorps om 16u45 om een dwarsstelling tussen Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle te bezetten met het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers, versterkt door het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie en de pantserwagens van 2L en 2JP.  De stellingname moet tegen 19u00 voltooid zijn.

Omstreeks 22u00 laat het Iste Legerkorps weten dat niet de staf van de 1ste Infanteriedivisie zich nabij Oostnieuwkerke bevindt, maar wel de staf van de 15de Infanteriedivisie.  Deze formatie heeft het bevel in handen gekregen van het gros van de frontlinie langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper.  Ook deelt de korpsstaf mee dat er Britse en Franse troepen verwacht worden ten zuiden van de dwarsstelling Zonnebeke-Langemark om het geallieerde front weer continu te maken.  Er zou op 27 mei zowel een Frans tankregiment als ook het Britse 12th Royal Lancers moeten aankomen.  Het zal hier om ijdele hoop blijken te gaan.

Gezondheidsdienst/2CD
Westrozebeke wordt meermaals aangevallen door de Luftwaffe.  Aan het eind van de dag krijgt de ambulance het bevel om de medische hulpplaats over te brengen naar Haaszakhoek nabij Kortemark.  De installatie te Haaszakhoek verloopt erg traag door de honderden vluchtelingen die zich in het dorpje bevinden.  De hulpplaats is nog maar net geopend of de gewonden stromen alweer toe.  Onder hen deze keer ook tientallen burgers.  Er is geen elektriciteit meer in het dorp, zodat de verlichting met petroleumlampen gebeurd.

Transportkorps/2CD
Het transportkorps krijgt het bevel om een voorwaartse groepering samen te stellen.  Deze groepering moet tegen 27 mei te Lokkedijze gestationeerd worden en dient te bestaan uit:

  • Een sectie brandstof met 1 vrachtwagen voor benzineblikken en 2 tankwagens
  • Een sectie munitie met 3 vrachtwagens voor geweermunitie, 1 vrachtwagen met handgranaten en 4 vrachtwagens granaten voor het C47 anti-tankgeschut
  • Een vrachtwagen met gasbeschermingsmateriaal
  • Een sectie materiaal met 3 vrachtwagens
  • Een sectie levensmiddelen met 2 vrachtwagens

Deze groepering moet voor een snellere bevoorrading van de frontlijn zorgen.  De gevechtseenheden mogen echter geen voorraden afhalen zonder uitdrukkelijke toestemming van de divisiestaf.

Staf/2CD
De vijand heeft geen enkele moeite om het front langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper te infiltreren en tegen 09u45 is het 3L in gevechten verwikkeld geraakt tussen Zonnebeke en Frezenberg.  Het 1ste eskadron van het 1JP versterkt door twee T15 pantsers van het 2L worden vooruit gestuurd om de aanval te counteren.  Het eskadron zal de gevechtszone slechts tegen 13u00 bereiken.

Het Iste Legerkorps vraagt om de bezetting van de dwarsstelling Zonnebeke-Langemark te versterken en Kolonel SBH Serlez neemt de volgende maatregelen:

  • De dwarsstelling zal bevolen worden door Kolonel d’Orjo van 2L van uit Poelkapelle.
  • De opstelling van het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers, nog steeds versterkt door het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie, wordt verkort en zo wordt een Kwartier Zuid bepaald.
  • Het nieuwe Kwartier Noord zal bezet worden door Wielrijdersgroep 17Div.
  • Het 1L en het 2JP zullen bijkomende mitrailleurs leveren.
  • Het Eskadron Luchtafweermitrailleurs moet twee pelotons doorsturen naar de zuidoost rand van Poelkapelle hier als grondwapens ingezet te worden.

Deze groepering zal eveneens bevolen worden door de 15de Infanteriedivisie.  Deze divisiestaf laat weten dat achter de dwarsstelling Zonnebeke-Langemark het Iste bataljon van het 43Li een tweede echelon heeft ingenomen.  Omstreeks 10u45 tenslotte wordt Kolonel SBH Libbrecht aangeduid als bevelhebber van de dwarsstelling Zonnebeke-Langemark.  Hij wordt zo de tussenschakel tussen de Groepering d’Orjo en het 3L enerzijds en de staf van de 15de Infanteriedivisie anderzijds.

Het Iste Legerkorps weet dat zijn formaties onder bijzonder grote druk staan en laat om 14u20 weten om geen tegenaanvallen meer uit te voeren, maar bij vijandelijke infiltraties het eigen terrein stapsgewijs prijs te geven.  Er worden versterkingen beloofd tegen 07u00 op 28 mei in de vorm van het het 1ste Licht Regiment.

Om 16u00 wordt de I/2L tot de inzet geroepen en toegevoegd aan de 15de Infanteriedivisie om rondom Moorslede het 4de Regiment Lansiers bij te staan aan de spoorlijn Roeselare-Ieper.  Door een nieuwe aanval dreigt de verbinding tussen het 4L en het 31Li verbroken te worden.

Het 3L meldt omstreeks 16u30 dat het regiment niet langer stand kan houden tussen Frezenberg en Zonnebeke.  Het Iste Legerkorps beveelt om alle nog inzetbare troepen door te sturen naar Poelkapelle en Passendale.  De nog overgebleven elementen van het 2JP worden uitgestuurd, samen met de restanten van het 1L, in een poging om tussen de beide dorpen een nieuwe defensieve linie uit te bouwen.  Tevens laat de korpsstaf het 2Cy uitsturen naar het achtergebied van het 31Li.  De bevelhebber van het Iste Legerkorps, Luitenant-generaal de Neve de Roden, laat een order verspreiden om alle vluchtende militairen ter plekke neer te schieten.

Dat de korpsstaf radeloos wordt blijkt uit het bevel om ook de genie in te zetten als infanteristen.  Het 21Gn wordt toegewezen aan de verdediging van Spriet, Poelkapelle en Westrozebeke.  Het 26Gn moet de dorpen Vijfwegen en Stadenberg gaan bezeten.

Omstreeks 18u00 is de situatie bij de divisie als volgt:

  • Cavaleriecommandant Kolonel SBH Serlez tracht nog steeds de dwarsstelling Zonnebeke-Poelkapelle in handen te houden met:
    • Wielrijdersgroep 17Div
    • Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers
    • Wielrijderseskadron 1Div
    • De pantserwagens van 2JP, 1L en 2L
    • 2JP
    • 3L
    • 1L
    • Twee compagnies van 43Li
  • Het 2Cy is in ontplooiing achter de linies van 31Li
  • Het 4L aangevuld met 2L zijn in gevechten verwikkeld ten noorden Passendale

Met uitzondering van het gebied rond Passendale dat nu in vijandelijke handen is, zijn de linies van de 2de Cavaleriedivisie aan het eind van de dag nog relatief intact.  Rond 19u30 ontvangt het 1LR een nieuwe opdracht: de eskadrons worden naar het zuiden gestuurd om zich te Vijfwegen klaar te houden voor een inzet in de zone van het Iste Legerkorps.  Er wordt gepland om de Rijkswachters ten zuidwesten van Westrozebeke te ontplooien om tussen de posities van het 31Li en het 4L de bres in de linies rond Passendale te dichten.

Gezondheidsdienst/2CD
De medische hulpplaats is nog steeds operationeel te Haaszakhoek.  Wanneer tijdens de ochtend Duitse vliegtuigen vlugschriften uitwerpen om de Belgische militairen ervan te overtuigen zich over te geven, ontstaat een hevige ruzie tussen Geneesheer Kapitein Monfils en Aalmoezenier Gielen over het lot van het Belgische leger.  De aalmoezenier verwijt de kapitein een defaitist te zijn.  Geneesheer 1ste Kapitein Stouffs moet tussenbeide komen om de gemoederen te bedaren.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance krijgt aan het eind van de dag het bevel om zich te Keiem te installeren.

Staf/2CD
Het hoofdkwartier van de 15de Infanteriedivisie klinkt even na middernacht zelfverzekerd met een melding dat de bres in de linies rond Passendale gedicht is.  De 2de Cavaleriedivisie maakt een nieuwe stand-van-zaken op:

  • Kolonel SBH Serlez bezet nog steeds de zuidelijke vleugel van de linies in de richting van Langemark.  Het 3L is verplaatst naar zijn linkerflank om de verbinding met de overige troepen te verzekeren.
  • Het 2Cy is in stelling gegaan dwars op de baan van Westrozebeke naar Poelkapelle.  Het 1ste Licht Regiment zal hier niet meer ingezet worden.  Het 2Cy beschikt tevens over het II/43Li
  • Het 4L bezet nog steeds te linkerflank maar heeft zich nu in tegenwijzerzin gedraaid om front te maken naar het zuiden.  Het 4L is versterkt met de restanten van 2L en het III/43Li, en de overblijvende troepen van het 31Li.
  • Het hoofdkwartier van de divisie bevindt zich nog steeds ten noordoosten van Staden.
Toestand bij de 2de Cavaleriedivisie op het tijdstip van de capitulatie.

Toestand bij de 2de Cavaleriedivisie op het tijdstip van de capitulatie.

Reeds om 01u00 laat de staf van het Iste Legerkorps weten dat alle vaandels en standaarden in het geheim binnengebracht moeten worden op het hoofdkwartier.  Serlez besluit hierop dat de capitulatie nabij moet zijn.

De overgave wordt inderdaad bevestigd om 04u30 door Kapitein-commandant SBH Staquet, afgevaardigde van het Groot Hoofdkwartier bij het Iste Legerkorps.  De 2de Cavaleriedivisie verwittigt zijn eenheden en verlaat Staden om 09u00 om zich vervolgens te Poelkapelle te installeren.

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance ontvangt het bericht van de overgave om 08u25.

Na de capitulatie

Intendance/2CD
De Compagnie Intendance zal pas op 10 en 11 juni te Waarschoot gedemobiliseerd worden.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota

Bibliografie en Bronnen