Reglementaire benaming | 4de Regiment Lansiers | 4ème Régiment de Lanciers | 4L | |
Type | Regiment vervoerde cavalerie van de reserve | |
Ontdubbeld van | 1L, 1JP en 2JP | |
Onderdeel van | 2de Cavaleriedivisie | |
Bevelhebber | Luitenant-kolonel jonkheer Robert Jooris | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Maurice Libert | |
Standplaats | Demer/Gete-Stelling Ondersector Grimde-Bost Commandopost te Tienen |
|
Samenstelling | I Groep (Majoor jonkheer Jean de Gerlache de Waillimont) | 1ste Eskadron Fuseliers (Kapt Pierre Flamand) 2de Eskadron Fuseliers (Cdt Arthur Haquenne) 3de Eskadron Mitrailleurs (Lt R. Libert) |
II Groep (Majoor baron Gaston del Marmol) | 4de Eskadron Fuseliers (Lt E. Noterman) 5de Eskadron Fuseliers (Cdt baron Joseph Fallon) 6de Eskadron Mitrailleurs (Cdt baron Albert Cartuyvels de Collaert) |
|
7de Eskadron Motorwielrijders (Kapitein-commandant Jacques Demeulemeester) 8ste Eskadron Anti-Tankkanonnen C47 (Kapitein-commandant H. Binamé) Eskadron Transport (Kapitein-commandant Fernand Goebbels) |

Luitenant-kolonel jonkheer Robert Jooris (naoorloogse foto).
Staf/4L
Op 1 september 1939, bij afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, wordt te Neerwinden, Overwinden en Landen het 2de Regiment Vervoerde Cavaleristen opgericht met reservisten van het 1ste Regiment Lansiers (1L), het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) en het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP). Het regiment, bevolen door Luitenant-kolonel Jooris, beschikt initieel niet over moto’s, pantserwagens noch voertuigen en moest beroep doen op vrachtwagens van het Transportkorps van het Cavaleriekorps (CK) voor het vervoer van de manschappen en zware bewapening. De nieuwe formatie wordt later versterkt met een 7de Eskadron, dat als enige beschikt over motorwielrijders, en een 8ste Eskadron uitgerust met getrokken C47mm anti-tankkanonnen. Het 7de Eskadron zal als onafhankelijk eskadron motorwielrijders worden ingezet. Ongeveer twee derde van de opgeroepen reservisten voor het 2de Regiment Vervoerde Cavalerie behoorde tot de militieklas 36. Het merendeel van de andere manschappen behoorde tot de klas 32 en heeft zijn legerdienst nog gedaan bij de cavalerie te paard. Na de mobilisatie worden op 7 september alle elementen van het pas opgerichte 2de Regiment Vervoerde Cavaleristen in de kazerne van Tienen samengebracht. Op 16 september 1939 overhandigt Koning Leopold III aan Luitenant-kolonel Jooris de oude standaard van het 4de Regiment Lansiers op de Tiense Grote Markt. Het 2de Regiment Vervoerde Cavaleristen wordt dan ook omgedoopt tot het 4de Regiment Lansiers (4L).

Luitenant-kolonel Jooris ontvangt op de markt van TIenen de standaard van het 4L uit handen van Koning Leopold III.
Het 4L bracht de eerste vier maanden van de mobilisatie door te Hasselt, waar het in stond voor de bewaking van de ondersector tussen de bruggen over het Albertkanaal te Kuringen en Hasselt. Op 8 januari 1940 verhuisde het regiment naar de Sint-Maartenskazerne te Leuven. Bij het algemeen legeralarm van 13 januari wordt het 4L te Waver ontplooid waar het regiment tot 13 april zal verblijven. Tussen januari en april 1940 krijgt het regiment een bijkomend eskadron, het Eskadron Tranport (Esk Tpt), dat de transportmiddelen voor de gevechtseenheden levert. Het regiment kan zich vanaf nu afzonderlijk van het Transportkorps verplaatsen. Op 13 april volgt een verplaatsing naar het kanaal Brussel-Charleroi ter bewaking van de Belgisch-Franse grens. Deze opdracht is maar van korte duur want op 18 april wordt het 4L naar Tienen gestuurd waar het regiment zich onder bevel van de 2de Cavaleriedivisie (2CD) opstelt op de zuidflank van de Demer/Gete-Stelling. Deze vooraf geplande defensieve stelling staat dwars op het Albertkanaal en moet de eenheden die opgesteld staan achter dit kanaal ten oosten van Kwaadmechelen toelaten het gevecht af te breken en terug te plooien achter de K.W. Stelling eens de Dekkingsstelling wordt opgeheven. Het was immers niet de bedoeling het beslissend gevecht te voeren op de Dekkingsstelling maar wel op de K.W. Stelling, en dit samen met de Britten en de Fransen. Het CK heeft ruim voor de start van de vijandelijkheden al de opdracht gekregen de terugtocht van de Dekkingsstelling naar de K.W. Stelling te beveiligen. De 2CD zal, als eerste en voorlopig enige eenheid van het CK, deze defensieve stelling voorbereiden door er het 4L, 4Cy en 18A stelling te laten nemen. Na een laatste grote rotatie tussen het 4Cy en het 2Cy neemt de 2CD de slagorde aan zoals deze op de vooravond van de Duitse inval in voege was. In het kader van de verdediging van de Demer/Gete-Stelling bezet het 4L preventief een bruggenhoofd langs de rivier de Gete die een grote boog beschrijft langsheen de oostrand van de stad Tienen. Hiervoor richt het regiment zeventien afzonderlijke steunpunten in.
I/4L
Aan de vooravond van de oorlog staat de Iste Groep opgesteld van Overlaar tot Wulmersum.
- Het 1ste Eskadron bevindt zich op de uiterste zuidflank en bezet het onderkwartier tussen de oostrand van de gemeente Overlaar en de steenweg Tienen-Hanuit, ten noordwesten van het dorp Bost.
- Steunpunt 16 van Onderluitenant Dambois bevindt zich op de westelijke oever van de Gete.
- Steunpunt 15 van Luitenant Higuet ligt tussen de Gete en de Hannuitsesteenweg.
- Steunpunt 14 van Luitenant Martinet vergrendelt de Hannuitsesteenweg.
- Steunpunt 17 van Onderluitenant Alexandre bezet de brug over de spoorlijn aan de Potterijstraat.
- Het 2de Eskadron wordt opgesteld in het onderkwartier Wulmersum, tussen het spoorwegknooppunt van de de lijnen Tienen-Namen, Tienen-Luik en Tienen-Diest en de baan naar Hakendover. De pelotons liggen achter de spoorwegberm van de lijn Tienen-Diest en hebben de terreinen van de suikerraffinaderij in de rug.
- Steunpunt 13 van Luitenant Lenssen is opgesteld tussen de Hannuitssesteenweg en het spoorwegknooppunt.
- Steunpunt 12 van Onderluitenant Massin ligt in de vertakking van de spoorlijnen Tienen-Namen en Tienen-Luik.
- Steunpunt 11 van Luitenant Moreau de Melen en de commandopost van het eskadron bezetten het spoorwegknooppunt zelf.
- Steunpunt 10 van Luitenant Duquesnoy bezet te oostrand van de terreinen van de Tiense suikerfabriek.
- Steunpunt 9 van Luitenant Wautier ligt tussen het spoorwegknooppunt en de Wulmersumsesteenweg.
II/4L
De IIde Groep is op 9 mei ontplooid langsheen de nu verdwenen spoorlijn Tienen-Diest en de baan van Tienen naar Sint-Truiden rondom Grimde. De linies van deze groep reiken tot de zuidrand van Neerlinter.
- Het 5de Eskadron wordt opgesteld in het rechter onderkwartier, tussen de steenweg naar Wulmersum en de steenweg naar Sint-Truiden.
- Steunpunt 8 van Adjudant Vilet en Steunpunt 7 van Luitenant Beaufort bevinden zich op de Wulmersumsesteenweg, met steunpunt 7 aan de overweg op de spoorlijn Tienen-Diest. De commandopost van het eskadron is samengevoegd met het meer naar Tienen gelegen steunpunt 8.
- Steunpunt 6 van Luitenant de Renesse en Steunpunt 5 van Luitenant van Marcke de Lummen liggen achter de spoorlijn tussen de Wulmersumsesteenweg en de Sint-Truidensesteenweg.
- Het 4de Eskadron bezet het linker onderkwartier, tussen de steenweg naar Sint-Truiden, het station van Grimde en de brug over de zijarm van de Oude Gete.
- Steunpunt 4 van Luitenant Bage bewaakt het station van Grimde en de spooraansluiting naar de suikerfabriek en de Citrique Belge [1]. Ietwat ongelukkig installeert het Pl Park van het 26ste Bataljon Genie (Pl Park/26Gn) eind april een geniedepot in het Steunpunt 4 door meerdere vrachtwagens geladen met explosieven te parkeren in één van de hangars van de Citrique Belge (verder onderzoek moet uitwijzen wie er zich eerst bevond, de genie of de lansiers).
- Steunpunt 3 van Onderluitenant Orban is opgesteld op de kruising van de spoorlijn Tienen-Diest en de tramlijn Tienen-Sint-Truiden.
- Steunpunt 2 van Luitenant Ducarne en Steunpunt 1 van Onderluitenat Bryur vormen het noordelijke uiteinde van de linies, tot aan de overweg op baan naar Wommersom.
Staf/4L
De Staf/4L wordt rond 01u15 gealarmeerd in zijn kantonnement te Tienen. De verschillende ondereenheden worden op de hoogte gebracht van het alarm waarna de eskadrons de voorbereide steunpunten bemannen. Tegelijkertijd worden alle verloven ingetrokken. De Iste Groep van het 18de Regiment Artillerie (I/18A) komt rond 04u00 aan op zijn schootsstellingen te Sint-Margriete-Houtem en kan vanaf nu artilleriesteun leveren aan 4L. Om 04u50, nog voor de afkondiging van de algemene mobilisatie, worden de troepen opgeschrikt door het bombardement van het militair vliegveld van Goetsenhoven. Iedereen beseft dat het dit keer niet om een oefenalarm gaat maar dat de oorlog is uitgebroken. Dit wordt bevestigd wanneer de staf te Tienen om 06u45 via de NIR (Nationaal Instituut voor Radio-omroep – de toenmalige nationale radio) verneemt dat Duitsland België is binnengevallen. Kort daarna ontvangt de staf het bericht van de Staf/2CD dat Fase E van het mobilisatieplan, oftewel de algemene mobilisatie, afgekondigd werd.
De troepen wachten de ganse dag af. Het front ligt nog veraf en de gedurende de rest van de dag komt de dreiging exclusief uit de lucht. Het station van Grimde, de Sint-Truidenersteenweg en de spoorlijn Brussel-Luik worden gebombardeerd. Een vliegtuigbom valt in het steunpunt 6 van Luitenant de Renesse en maakt een zwaargewonde en vijf lichtgewonden. Een vijftal bommen slaat in rond het steunpunt 9 van Luitenant Wautier, zonder grote schade te veroorzaken. Ook steunpunt 5 meldt enkele inslagen.
II/4L
Rond 16u00 passeren enkele Franse Panhard pantserwagens (oftewel Auto-Mitrailleuses de Découverte – AMD) en moto’s met zijspan het station van Grimde om zich vervolgens via de Sint-Truidensesteenweg (oftewel N3) naar Sint-Truiden te begeven. De Staf/II/4L brengt de regimentstaf van 4L om 16u15 op de hoogte van de doortocht van de Fransen in zijn bataljonsvak [2].
7Esk/4L
De soldaten van het 7de Eskadron verblijven in de kazerne aan de Broekstraat wanneer ze op de hoogte gebracht worden van het alarm. Rond 02u30 halen ze hun motoren en voertuigen op die op de speelplaats van het nabijgelegen Onze-Lieve-Vrouwcollege geparkeerd stonden.
Volgens de rapporten van het Cavaleriekorps zou een detachement van het eskadron uitgestuurd worden naar Sint-Truiden. De staf van de 2de Cavaleriedivisie meldt evenwel dat het eskadron op de eerste oorlogsdag met één peloton de bruggen over de Gete bewaakt tussen Tienen en Hoegaarden en een vaste verkenningspost te Geldenaken bemant. Een tweede peloton wordt bij de divisiestaf in reserve geplaatst te Kersbeek-Miskom. Het laatste peloton blijft ter beschikking van de staf van de Brigade Vervoerde Cavaleristen.
8Esk/4L
De C47 kanonnen en zware mitrailleurs zijn verdeeld over de verschillende steunpunten.

De Tiense suikerfabriek in het onderkwartier van het 2de Eskadron.
Staf/4L
De Lansiers vormen een een versterkt bruggenhoofd op een boog langs de oostrand van Tienen. Deze positie moet de belangrijke weg van Luik naar Brussel en Leuven controleren. Het doel blijft om een eventuele vijandelijke opmars af te remmen terwijl het veldleger zich terugtrekt naar de K.W.-Stelling. Rond 17u00 komen de eerste elementen van het 3de Regiment Lansiers (3L) aan op de Demer/Gete-Stelling om zich te ontplooien tussen het 4L en het 2Cy. De ondersector van het 4L wordt daarop verkleind van Bost tot Grimde. Het eskadron moto’s bewaakt de spoorlijn van Luik naar Brussel tussen Bost en Ezemaal om de aansluiting te verzekeren met het pas aangekomen Franse 12ème Régiment de Cuirassiers van de 3ème Division Légère Motorisée.
I/4L
Er wordt geen contact gemaakt met de vijand, maar de Luftwaffe zal de stad opnieuw bombarderen. Vooral de spoorinfrastructuur wordt geviseerd zodat de keuze van het I/4L om zich langs de spoorwegberm in te graven eerder onfortuinlijk kan genoemd worden. De luchtaanvallen op de spoorweginfrastructuur hebben als neveneffect (oftewel collateral damage) dat er verschillende slachtoffers vallen onder de manschappen van I/4L. Omstreeks 10u00 vallen Stuka duikbommenwerpers de Hannuitsesteenweg aan. Luitenant Martinet meldt belangrijke materiële schade en burgerslachtoffers. De grootse aanval vindt plaats rond 14u00 en zal zo’n twee uur aanhouden. Het zijn opnieuw Duitse Stuka’s die het station van Tienen en de omgeving van de suikerfabriek viseren. De Iste Groep ligt middenin de actiezone. Een bom vernielt de metalen toren van de suikerfabriek waar het 2de Eskadron een observatieploeg geplaatst heeft. De observatiepost wordt opgeheven. Her en der raken lansiers gewond, waaronder ook de Luitenanten Huwart, Ghysen en Hanon. Huwart en Ghysen dienen afgevoerd te worden en zullen uiteindelijk in Frankrijk belanden waar ze aangehecht worden bij het Versterkings- en Opleidingscentrum van de Lichte Troepen (VOC/LT). Luitenant Duquesnoy en Luitenant Leroy zullen de pelotons Huwart en Ghysen overnemen.

Het station van Grimde aan de overweg met de N3
II/4L
Om 09u00 worden de fabrieksterreinen van de Citrique Belge gebombardeerd. Enkele bommen vallen op een veertigtal meter van de voertuigen met explosieven in het geniedepot. Omdat de aanwezigheid van deze explosieven een te groot risico oplevert voor de troepen van het 4Esk vertrekt het Pl Park/26Gn om 12u00 mits achterlaten van een depot met afgeladen geniematerieel nabij het station van Grimde. Niets te vroeg want om 13u00 wordt de citroenzuurfabriek opnieuw gebombardeerd waarbij de hangars waar een uur voorheen nog het geniedepot was in ondergebracht, volledig vernield worden. Tegen de avond wordt het station van Grimde geviseerd, niet in het minst omdat net voorbij de overweg op de N3 twee spoorwegkanonnen van het 5de Regiment Legerartillerie (5LA) tot stilstand zijn gekomen. De treinstellen die de kanonnen vervoeren staan geblokkeerd achter een ontspoorde goederentrein met artilleriemateriaal en blijven niet onopgemerkt door de Duitse luchtmacht die de treinstellen blijft bestoken.
Staf/4L
Op 12 mei dag krijgt het Cavaleriekorps het bevel over de Demer/Gete-stelling, een geïmproviseerde dwarsstelling die loopt langs het Albertkanaal van Beringen tot Lummen, vervolgens langs de Winterbeek van Lummen over Diest en Geetbets tot Tienen. Alle beschikbare cavalerie-eenheden zullen zo snel mogelijk naar die linie gebracht worden om er de Duitse opmars af te remmen tijdens de terugtocht van het veldleger naar de K.W. Stelling. Van noord naar zuid staan nu opgesteld op de Demer/Gete-stelling; de 14Div, de 2CavDiv en de 1CavDiv. Het 4L bevindt zich nog steeds rondom Tienen. Na de middag wordt het 3Li toegevoegd aan de Demer/Gete-stelling om ten westen van Tienen een tweede echelon te vormen. De eerste Duitse troepen bereiken de Demer/Gete-stelling nabij Tienen. Het 4L raakt betrokken in vuurgevechten en verdedigt zijn posities tegen de eerste aanvalspogingen van de vijand. Gedurende de late namiddag komt de noordelijke rand van Tienen even onder druk te staan. Rondom 19u00 volgt een tweede, grotere opmars parallel met de baan van Sint-Truiden naar Tienen en breken opnieuw gevechten uit. De Franse troepen ten zuiden van de Belgische posities blijven niet ter plekke en trekken zich tijdens de loop van de nacht terug uit het dorpje Meer.

Situatie te Tienen op 13 mei. Op positie A bevindt zich de trein met de spoorwegartillerie van de 9de Batterij van het 5de Regiment Legerartillerie. Op positie B staat een trein met artilleriematerieel die in twee gebroken is door een bominslag. Op positie C is het spoor eveneens door een vliegtuigbom beschadigd.
II/4L
De trein met de spoorwegkanonnen van II/5LA staat nu zonder bemanning te Grimde, midden in de stellingen van II/4L. Het treinstel wordt een eindje verplaatst door Sergeant Marchot van de Compagnie C47 op T13 van de 3de Infanteriedivisie, die tijdelijk aangehecht is bij het 4L. Marchot werkt in het burgerleven bij de NMBS en kan de locomotief opnieuw onder stoom brengen om het achtergelaten treinstel uit het schootsveld van de T13 pantserwagens weg te rijden. Het treinstel belandt zo ongeveer halverwege Grimde en Tienen, nog steeds achter de ontspoorde goederentrein uit Luik.
7Esk/4L
Naar het zuiden toe verzekert het 7de Eskadron de verbinding met de Franse troepen nabij Ezemaal. Het 5de en 7de Eskadron van het 3L worden reeds om 07u30 naar Ezemaal bij Tienen gestuurd om er het 7/4L te gaan versterken. De drie eskadrons komen onder bevel te staan van Cdt De Meulemeester en stellen zich op tussen Ezemaal en Bost. De spoorlijn wordt nog steeds als steunpunt gebruikt.
Het 3L en het 4L bemannen nog steeds de eerste linie van de ondersector zuid langsheen de Gete. Het tweede echelon van de ondersector wordt geleverd door het 3Li. De flankwacht wordt in het zuiden geleverd door het 2JP.
Het 4L is nog steeds opgesteld tussen Grimde en Bost ten zuidoosten van Tienen. De Iste Groep bezet enkele steunpunten rond het spoorwegknooppunt van Tienen. De IIde Groep concentreert zich op de baan komende van Sint-Truiden. Vanaf 08u00 is de Belgische artillerie opnieuw actief en wordt voor een tweede dag contact gemaakt met de vijand.
De Franse kurassiers zijn inmiddels definitief verdwenen en daardoor is de zuidflank van de Belgische linies wijd open komen te liggen. Na opnieuw een hevig bombardement op het station van Grimde trekt de flankwacht van het 2JP zich terug achter de Gete. Het duurt dan ook niet lang eer de vijandelijke infanterie op diverse locaties de posities van het regiment dreigt te infiltreren.
Tijdens de namiddag krijgt het regiment versterking van een detachement van het 1ste Regiment Lansiers, aangevoerd voor Kapitein-commandant Edouard Van Hove van het 4de Eskadron. Het detachement omvat twee pelotons fuseliers, vier T13 tankjagers en een sectie mitrailleurs. Het gros van het detachement wordt toegevoegd aan de stellingen van het regiment en ontvangt een twintigtal machinepistolen die het 4L teruggevonden heeft in een wagon van een gebombardeerd treinstel. De vier pantserwagens worden samen met zeven motoren naar diverse locaties in de stad gestuurd om de komende terugtocht van het 4L te helpen dekken.
Onderluitenant Capiau van 1L wordt tijdens de vooravond uitgestuurd op patrouille in no man’s land. Hij ontdekt echter geen Duitse troepen en rond 21u00 worden de meldingen van de frontlinie gunstiger. De vijand lijkt zich gedeisd te houden voor de komende nacht.
Het 4L trekt zich terug wanneer de Demer/Gete-stelling opgegeven wordt. De laatste elementen van het 4L verlaten Tienen rond 23u00, gedekt door het detachement van Kapitein-commandant Van Hove dat tot 03u00 tijdens de nacht van 13 op 14 mei op post zal blijven. De troepen worden te Vissenaken op klaarstaande vrachtwagens geladen en rijden vervolgens richting Leuven.
Het cavaleriekorps zal zich in de ruime streek tussen Mechelen en Dendermonde gaan reorganiseren en wordt in reserve geplaatst.
Het 4L moet die nacht via de brug van Wijgmaal de Vaart Leuven-Mechelen oversteken en zich achter de K.W. Stelling in veiligheid plaatsen. De tocht naar Leuven verloopt chaotisch door het drukke militaire verkeer en de duizenden burgers die op de vlucht zijn. Tijdens de ochtend bereikt het regiment Wijgmaal om er vast te stellen dat de brug reeds vernield is door de Belgen. De dichtstbijzijnde brug die nog intact is, bevindt zich te Haacht en de colonnes haasten zich om er de Vaart over te steken.
De eenheden raken verspreid en bereiken in kleine groepjes het dorp Londerzeel. De Staf, IIde Groep, 7de Eskadron en Eskadron Transport blijven in ter plekke. De Iste Groep wordt gekantonneerd te Steenhuffel.
Te Londerzeel en Steenhuffel wordt het 4L gehergroepeerd. Luitenant-Generaal de Neve de Roden, bevelhebber van het cavaleriekorps, heeft zijn hoofdkwartier geïnstalleerd in het kasteel van Eppegem. De ganse divisie verblijft nu in het gebied rondom de Zenne ten noorden van Brussel. Het is overduidelijk dat de eenheden aan een dringende reorganisatie toe zijn door de talrijke verliezen tijdens de eerste vijf oorlogsdagen. Met uitzondering van het 1G worden alle cavalerieregimenten herleid tot één enkele groep, aangevuld met elementen uit de overige eskadrons. Alle manschappen die na deze herschikking overblijven zullen onder leiding van Generaal-Majoor Ninitte naar Frankrijk gestuurd worden voor verdere reorganisatie en versterking. De Brigade Vervoerde Cavaleristen wordt opgeheven. Het 4L gaat naar de 1ste cavaleriedivisie. Het 2G naar de 2de Cavaleriedivisie.
Het veldleger zal zich in drie etappes terugtrekken van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het cavaleriekorps wordt aangeduid als onderdeel van de troepenmacht die de nieuwe aftocht moet beveiligen. De 2de cavaleriedivisie moet de Scheldeovergangen tussen Dendermonde en Hoboken bewaken. De 1ste cavaleriedivisie moet zich klaar houden rond Wetteren en Beervelde om de Moervaart en Lokeren te dekken. Indien nodig moeten de cavaleristen het Waasland binnentrekken om er de vijand tegen te houden.
Het regiment verlaat Londerzeel om 10u00 met bestemming Lokeren. Via Lippelo, Baasrode, Dendermonde en Zele rijden de colonnes twee uur later de stad binnen. Onderweg wordt een lange sliert stadsbussen uit Parijs gekruist die elementen van het Franse 7de Leger naar het zuiden afvoeren. De Lansiers ook meerdere keren gemitrailleerd door de Luftwaffe. Zowel tussen Lippelo en Baasrode als ook te Zele moeten de colonnes enige tijd halt houden om zich te verschuilen voor de vijandelijke vliegtuigen.
Het 4L stijgt uit te Lokeren vanaf 1730. De eskadrons worden verspreid opgesteld nabij de bruggen over de Durme tussen Lokeren en Waasmunster en krijgen een dubbele opdracht. Enerzijds moeten de bruggen gevrijwaard worden tegen mogelijke sabotageacties. Anderzijds moet bij een eventuele vijandelijke aanval de toegang tot de bruggen ontzegd worden.
Het 4L bevindt zich nog steeds langsheen de Durme tussen Lokeren en Waasmunster om er de bruggen over de rivier te bewaken en patrouilles uit te voeren in het Waasland. Er worden geen Duitse troepen ontdekt. De ganse dag lang stromen duizenden Belgische soldaten over de Durme bruggen en marcheren vermoeid richting Gent. De Lansiers trachten het verkeer zo goed mogelijk te regelen.
De Luftwaffe is bijzonder actief boven Lokeren en bombardeert het station en de brug over de Durme in de stad om alzo de Belgische aftocht te blokkeren. Ook het noodvliegveld wordt aangevallen. Er is luchtalarm met de regelmaat van de klok, maar er vallen geen slachtoffers bij het 4L.
De laatste Belgische troepen verlaten Antwerpen tussen 04u00 en 05u00 en de beide Scheldetunnels worden vervolgens vernield door de genie. De Duitsers hijsen reeds vroeg in de ochtend de hakenkruisvlag op de toren van de kathedraal. Op de linkeroever werken het 8J en 9J in alle haasten aan een tijdelijke verdedigingslinie tussen de forten van Kallo en Kruibeke.
Het wordt echter al snel duidelijk dat de Duitse troepen weinig moeite zullen hebben om de linkeroever van de Schelde te bereiken, en de 17de Infanteriedivisie dringend verder moet trekken naar het westen. Het Groot Hoofdkwartier bepaalt dat de 1ste Cavaleriedivisie de verdediging tussen Kallo en Kruibeke moet overnemen van de 17de Infanteriedivisie.
Tijdens de nacht van 17 op 18 mei bezet het 4L nog steeds de omgeving van Lokeren met de Iste groep in de stad zelf en de IIde groep langsheen de Durme tot aan Waasmunster. Vanaf 03u00 trekt het gros van de 6de infanteriedivisie door Zele. Even na 07u00 moet het regiment zich in verbinding stellen met de 1ste Cavaleriedivisie die in het ruime gebied rond Sint-Niklaas actief is. Samen met het 2Cy maakt het regiment ook plannen om alle binnenvaartuigen te vernielen op de Durme.
Het regiment breidt zijn posities uit naar de Scheldeoever tussen Dendermonde en Mariekerke. Om 13u00 meldt het 4L dat het zoals bevolen nu ook in contact is met het 2G van de 1ste Cavaleriedivisie.
Om 17u00 worden alle eskadrons onmiddellijk teruggeroepen naar Lokeren. Het 4L hergroepeert zich en wordt onmiddellijk verplaatst naar de oude dijk tussen Kallo en Kruibeke. Via Sint-Niklaas en Zwijndrecht snelt het regiment naar het Hoofd van Vlaanderen. Om 23u00 lost het regiment de 17de Infanteriedivisie af in de sector tussen de forten van Kallo en Kruibeke. Deze defensieve linie wordt gedekt door de eskadrons van de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie die Zwijdrecht bezet hebben en op de linkeroever patrouilleren.
Tijdens de nacht van 18 op 19 mei bezet de 1ste Cavaleriedivisie de zuidelijke oever van de Zeeschelde tussen Terneuzen en Kallo. Het 4L lost de 17Div af en bevindt zich nu in de ondersector tussen het Fort Sint-Marie (exclusief) en het Fort van Kruibeke (inclusief). Bij deze aflossing wordt Onderluitenant Massin van het 2/4L ernstig gewond in een friendly fire incident met troepen van het het 7J.
Deze ondersector die overgenomen wordt door het 4L start in het noorden met de Militaire Dijk die tot aan het gehucht Smoutpot loopt. Vervolgens loop de sector via de Militaire Baan naar het Fort van Kruibeke. De IIde Groep van 4L bezet het noordelijke bataljonsvak met het 4Esk in het noorden en het 5Esk in het zuiden, en de Iste Groep het zuidelijke bataljonsvak met het 2Esk in het noorden en het 1Esk in het zuiden. De baan van Antwerpen naar Sint-Niklaas vormt hierbij de scheidingslijn tussen de beide groepen. Het 5Esk en het 2Esk zullen de belangrijkste rol spelen tijdens de komende gevechten om Zwijndrecht. Het regiment wordt gesteund door de I/19A en de IV/19A. Het 2L vormt een tweede echelon met de Iste groep en het 7de eskadron dat te Haasdonk en Vijfwegen is ontplooid. Voor het 4L is er nog steeds de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie die de transversale tussen het gehucht Pijptabak en Burcht bezet en Zwijndrecht verdedigt.

Onderkwartier bezet door het 2de Eskadron op 19 mei.
In de tweede helft van de nacht van 18 op 19 mei is het aanvankelijk relatief rustig. Omstreeks 01u30 komt een vijandelijk artilleriesalvo neer op het fort van Zwijndrecht en even later klinkt in de verte mitrailleurvuur. Van zodra het dag wordt, is de Luftwaffe actief boven de Belgische posities en komt ook de Duitse artillerie opnieuw in actie. Het 4L meldt omstreeks 05u45 aan de divisiestaf dat de vijand onder dekking van een rookgordijn aanstalten maakt om te Antwerpen te Schelde over te steken. Luitenant Moreau de Melen van het 2Esk gaat op verkenning tot aan de oostrand van Zwijndrecht maar ontdekt hier geen vijandelijke troepen.
Het dorp Zwijndrecht valt vanaf 08u15 onder dicht artillerievuur. De Duitsers maken contact met de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie. Tussen 10u30 en 10u50 meldt het 4L dat deze groep onder toenemende vijandelijke druk komt te staan en er hier en daar vluchtende militairen gezien worden. De wielrijders worden ook vanuit de lucht gebombardeerd.
Het Cavaleriekorps beveelt dat het 4L dient op te rukken in oostelijke richting om de vijand terug te dringen tot op de rechter oever van de Schelde. Omstreeks 11u25 geeft het 4L het bevel tot de opmars. De korpsstaf laat weten dat het regiment in alle geval moet vorderen tot aan de posities van de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie tussen Pijptabak en Burcht, en zo mogelijk de ganse linkeroever dient te zuiveren.
Alvorens de tegenaanval kan georganiseerd worden, wordt de Wielrijdersgroep der 15de Infanteriedivisie echter teruggedreven tot aan de stellingen van het 4L, die op hun beurt steeds heviger gebombardeerd worden. Het is op dat ogenblik ongeveer 13u00. Het 4L wordt gedwongen tot het defensieve gevecht, en raakt al snel slaags met de vijand die richting Waasland wil doorstoten. Omstreeks 15u00 bereiken de aanvallers de drie zuidelijke steunpunten van het 2de Eskadron rondom het Fort van Zwijndrecht.
Het 1ste eskadron van het 2L is intussen aangekomen om samen met het eskadron pantserwagens van het 2L een tegenaanval naar Zwijndrecht ondernemen. De as van deze aanval wordt gevormd door de terreinstrook tussen de steenweg en de spoorweg van Antwerpen naar Sint-Niklaas.. De Belgen worden flink afgestraft bij het uitvoeren van hun aanvalspoging. Het aantal Belgische gesneuvelden stijgt zienderogen; onder hen ook Kapitein-commandant Cartuyvels de Collaert, bevelhebber het 6de Eskadron.
Het 4L tracht nu Zwijndrecht te omtrekken via de noordrand van het dorp, maar ook deze actie wordt geblokkeerd. De Duitsers voeren een tegenaanval uit en kunnen het Fort van Zwijndrecht innemen. Een peloton van het 7de eskadron wordt naar het fort gestuurd om de vijand te verjagen zonder in dit opzet te slagen.
De toestand wordt nog ernstiger voor de Belgen wanneer rond 18u00 hun artilleriesteun wegvalt door gebrek aan munitie. Het 4L voert nog een vertragend manoeuvre uit, maar verliest alweer aan manschappen en materiaal en moet zich samen met de andere Belgische troepen in de loop van de avond terugtrekken. Rond 18u30 verbreken de Belgen het contact en vatten de terugtocht aan. De algemene terugtocht vanuit het Waasland is nu aan de orde.
Onder dekking van het eskadron motorwielrijders en de pantserwagens van het 1L en 2L blazen de Lansiers de aftocht.
Via Nieuwekerke en Stekene bereiken de Lansiers de brug van Zelzate. Het 4L maakt van de duisternis gebruik om de lange verplaatsing naar Watervliet op de Belgisch-Nederlandse grens ten noorden van Eeklo uit te voeren. Het regiment komt aan omstreeks 06u00 en wordt hier even in reserve geplaatst voor een broodnodige rustpauze en reorganisatie. De commandopost wordt opgesteld aan de Molenstraat te Watervliet.
De verliezen opgelopen in de eerste tien oorlogsdagen zijn aanzienlijk. Een aantal van de eskadrons wordt herschikt van vier pelotons naar drie pelotons. Daarnaast is ook een belangrijk deel van de zware mitrailleurs verloren gegaan.
Het hoofdkwartier van het Cavaleriekorps is intussen naar naar kasteel Reesinghe op de baan van Maldegem naar Brugge verhuisd en deelt aan het eind van de dag de orders uit voor de komende dag: de 1ste Cavaleriedivisie moet zich opstellen vanaf de sector van de 17de infanteriedivisie aan het Kanaal Gent-Terneuzen vanaf de gemeente Terneuzen tot in Braakman langsheen de oever van de Schelde. De 2de Cavaleriedivisie zal achter de 1ste komen te liggen.
Net zoals de andere eenheden van de 2de Cavaleriedivisie, wordt ook het 4L ingezet bij de bewaking van van de zuidelijke Scheldeoever in Zeeland. De lansiers nemen de sector tussen Hoofdplaat en Braakman over en voeren patrouilles uit langsheen de Schelde. Het eskadron motorwielrijders moet te Breskens het 3L gaan versterken.
De Duitsers bezetten die dag Vlissingen aan de overkant van de rivier.
Omdat het Groot Hoofdkwartier een Duitse landing over te rivier vreest, wordt de cavaleristen een meer compacte opstelling bevolen. Het 4L neemt een kleinere ondersector in tussen Paulinapolder en de golf van Phillipine. Ten westen van Paulinapolder staat het 1L opgesteld. Ten oosten vervolgt het 3Cy en begint de Belgische stelling langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen.
Buiten enkele kleine artillerieduels blijft het relatief rustig tussen Paulinapolder en Phillipine. De Lansiers passen hun stellingen aan in functie van de verplaatsingen van andere eenheden en bestrijken de zone tussen Paulinapolder en Braakman.
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei verlaten de laatste Belgen het Kanaal Gent-Terneuzen om een volgende verdedigingslinie te organiseren aan het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal van de Leie. Hierdoor moet ook onze cavalerie zich terugplooien uit Zeeland.
Het 4L gaat over naar de 2de Cavaleriedivisie en rijdt zuidwaarts om zich in te graven achter het kanaal van Retranchement. De verplaatsing wordt nog tijdens de nacht van 23 op 24 mei voltooid. Het eskadron transport rijdt verder tot in Het Zoute en wordt hier zodra het dag wordt gebombardeerd door de Luftwaffe. Heel wat voertuigen gaan verloren.
Aan het eind van de middag wordt Kolonel SBH Serlez, bevelhebber van de 2de Cavaleriedivisie, met hoogdringendheid ontboden op het hoofdkwartier van het Cavaleriekorps. De divisie krijgt het bevel om zijn gemotoriseerde gevechtseenheden tijdens de nacht van 24 op 25 mei naar het zuiden te verplaatsen om bijstand te leveren na de Duitse doorbraak aan de Leie nabij Kortrijk ten koste van de 3de Infanteriedivisie. Het front dreigt hier te breken en het Groot Hoofdkwartier wil met een snelle verplaatsing van de 2de Cavaleriedivisie een vijandelijke opmars richting Ieper blokkeren. De divisie dient rondom Torhout te overnachten waar Kolonel SBH Serlez verdere bevelen zal ontvangen.
7de Eskadron
Het 7de Eskadron zal in Zeeuws-Vlaanderen blijven.
Het 4L verplaatst zich samen met de 2de Cavaleriedivisie naar het zuidelijke uiteinde van de Belgische Legerzone. Kolonel SBH Serlez dient zijn troepen in twee echelons te splitsen. Het gros van zijn eenheden wordt doorgestuurd naar de lijn Dadizele – Geluwe – Wervik en zullen hier een poging ondernemen om de Duitse opmars te blokkeren. Het gaat hier om het 1L, 2L, 3L, 2JP, 2 Cy en het 18A. Het 4L zal in de diepte opgesteld worden en wordt doorgestuurd naar de spoorlijn Roeselare-Ieper die bij een nieuwe terugtocht als volgende defensieve linie zal fungeren. Het 4L zal onder het bevel van de 1ste Infanteriedivisie komen te staan,
Het 4L komt rond het middaguur aan te Passendale, en wordt aanvankelijk opgesteld tussen de zuidwestrand van Roeselare en Passendale met de IIde Groep op het noordelijk kwartier en de Iste Groep op het zuidelijk kwartier. De scheidingslijn tussen de beide groepen ligt ter hoogte van het Vierkavenbos. De zuidelijke grens van de ondersector wordt gevormd door het station van Moorslede/Passendale,
Om 17u00 wordt de ondersector die toegewezen is aan het regiment naar het zuiden verschoven. De Iste Groep zal zijn kwartier behouden, terwijl de IIde Groep nu ten zuiden van de Iste Groep ontplooid wordt. Het nieuwe kwartier van de IIde Groep loopt vanaf het station van Moorslede/Passendale tot de Passendalestraat nabij de Tyne Cot oorlogsbegraafplaats.
Tijdens de avond van 25 mei is het 31ste Linieregiment aangekomen ten zuiden van de Passendalestraat. Dit regiment is weggehaald bij de 15de Infanteriedivisie om langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper de sector tussen Frezenberg en de Passendalestraat te bezetten.
7de Eskadron
Het eskadron motorwielrijders is achtergebleven tussen het Zwin en Breskens en voert de bewakingsopdracht langs de kust verder uit.
Het gros van het 4L is ontplooid langsheen de spoorlijn Roeselare-Ieper tussen de Passendalestraat in het zuiden en het Vierkavenbos in het noorden. In de loop van de voormiddag worden de posities van het 4L voor een derde keer bijgesteld. Het Groot Hoofdkwartier heeft nu de meeste eenheden de 15de Infanteriedivisie teruggeroepen van hun opdracht in de Westhoek om de zuidflank van het Belgische front te komen versterken. Bovendien is duidelijk geworden dat het Britse leger ten zuiden van Frezenberg teruggetrokken is en de zuidflank van de Belgische legerzone herschikt dient te worden.
Het 31ste Linieregiment wordt om 09u00 naar het noorden verschoven en zal nu post vatten tussen het station van Zonnebeke in het zuiden en het station van Moorslede/Passendale in het noorden. Vanaf dit punt zal het 4L de verdediging van de spoorlijn overnemen tot aan het Vierkavenbos. Vervolgens zal de 10de Infanteriedivisie opgesteld worden tot aan de zuidwestrand van Roeselare, met als meest zuidelijke regiment het 5de Regiment Jagers te Voet. Deze eenheden zijn nog onderweg.
De IIde Groep van het 4L wordt afgelost door de troepen van het 31Li en voert de verplaatsing van de vorige dag nu in omgekeerde richting uit, om alweer ten noorden van de Iste Groep opgesteld te worden. Na de aankomst van het 5J zal de IIde Groep dan opgesteld worden op het tweede echelon. Het 5J is echter nog niet ter plekke.

Definitieve opstelling van de Iste Groep van het 4L bij de aanvang van de gevechten nabij Passendale.
De Iste Groep behoudt zijn stellingen tussen het station van Passendale/Moorslede (exclusief) in het zuiden en het Vierkavenbos in het noorden. Het 1ste Eskadron bezet het zuidelijke onderkwartier en het 2de Eskadron het noordelijke onderkwartier. De commandopost van de groep bevindt zich even ten noordoosten van de Potegemshoeve.
De anti-tankversperring met spoorwagons op de lijn Ieper-Roeselare heeft geen enkel nut. Er dagen immers geen Duitse tanks op, maar wel infanteristen die makkelijk tussen de wagons door komen. Daarenboven zijn de gewassen in de meeste velden op volle lengte en kunnen de vijandelijk infanteristen op de meeste plaatsen ongezien vorderen. Op de koop toe heeft de gemeente Passendale kort voor de van de veldtocht de sloten laten uitdiepen zodat de Duitsers ook hiervan handig weten te gebruiken om te naderen.
Vanaf 11u00 meldt men langsheen de ganse spoorlijn contact met de vijand. Het zwaartepunt van de Duitse aanval komt er bij het Iste Bataljon en het IIde Bataljon van het 31Li. Het station van Passendale/Moorslede wordt verdedigd door de 1Cie van het 31Li die onder druk van de vijandelijke artilleriebeschietingen en een aanvalspoging omstreeks 15u00 een belangrijk deel van zijn posities opgeeft en zich lijkt terug te trekken.
Majoor de Gerlarche had dit reeds omstreeks 13u00 geanticipeerd door het peloton van Onderluitenant Alexandre naar de zuidflank van zijn kwartier te verschuiven, en ook de pelotons van Onderluitenant Dambois en Luitenant Paye een bijkomende mitrailleur toe te wijzen. Het peloton van Luitenant Moreau de Melen neemt de steunpunten van Onderluitenant Alexandre over.
De 1Cie van het 31Li wordt verjaagd van zijn steunpunten langsheen de spoorlijn zodat de rechterflank van het 4L met omsingeling bedreigd wordt. Onderluitenant Dambois laat twee van zijn mitrailleurs naar het zuiden richten. De vijand heeft echter de intentie om het dorp Passendale in te nemen en het komt dan ook niet onmiddellijk tot een rechtstreekse aanval op het onderkwartier van het 1ste Eskadron.
Toch moet het peloton van Onderluitenant Dambois zich vanaf 16u30 terugtrekken, zodat Kolonel Jooris besluit om de gehele rechterflank van het 1ste Eskadron te laten aanpassen en beveelt om een dwarsstelling te vormen ten zuiden van de Potegemshoeve,
De vijand rukt echter bijzonder snel op naar Passendale zodat deze dwarsstelling onhoudbaar wordt. De staf van de 15Div besluit om de Iste Groep van het 4L front te laten maken naar het zuiden door een nieuwe defensieve positie in te nemen tussen de spoorlijn en de Kleine Roeselarestraat, even ten oosten van de Potegemshoeve. De Iste Groep wordt eveneens versterkt door het 4de Eskadron dat nu samen met de rest van de IIde Groep eindelijk afgelost is door de troepen van het 5de Jagers te Voet.
De divisiestaf doet er alles aan om tussen de Passendalesteenweg, de Grote Roeselarestraat en de spoorlijn Roeselare-Ieper een continu front te organiseren. Vanaf de Passendalesteenweg worden vooreerst de 1Cie en 3Cie van het 43Li opgesteld, in de hoop de aansluiting te kunnen maken met achtereenvolgens de Groepering Balestrie, het IIIde Bataljon van het 43Li en de Iste Groep van het 4L. Het 4L wordt echter rondom 21u00 teruggetrokken naar een nieuw tweede echelon achter deze linie, zodat het III/43Li uiteindelijk verbinding dient te zoeken met het 5de Regiment Jagers te Voet, de meest zuidelijke eenheid van de naburige 10de Infanteriedivisie.
Het peloton van Onderluitenant Moreau de Melen heeft echter geen verbinding meer met zijn hoger echelon en zal dan ook achtergelaten worden langsheen de spoorlijn. Het peloton staakt de strijd rondom 21u30 en wordt gevangen genomen.
Het regiment wordt verplaatst naar een nieuwe positie op ongeveer 1.300m zuidwest van Oostnieuwkerke.
Kolonel Jooris verspreid omstreeks 02u50 nog een bevel om ter plekke stand te houden, maar het regiment zal geen contact meer maken met de vijand. Het 4L verneemt in de vroege ochtend het nieuws van de capitulatie en legt de wapens neer.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1/I | AMANT | Albert, O. | ![]() | Sdt | Mil | 36 | 10.11.1915 | Strée | 31.05.1940 | Moorsele | Verwond 27/5 te Passendale |
Staf/II | BAUWIN | Raymond, G.M. | Sdt | Mil | 28.03.1916 | Fooz | 26.05.1940 | Brugge | Verwond 23/5 Biervliet (NL) | ||
1/I | BELS | Maurice | Sdt | Mil | 21.01.1916 | Flémalle | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
Onbekend | CANTIGNEAU | Ulysse | Sdt | Mil | 30.08.1910 | Frameries | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
6/II | CARTUYVELS DE COLLAERT | Albert, Paul M. | Cdt | Res | 18.07.1897 | Namur | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
Onbekend | CHANDLER | Georges, A.P. | Sdt | Mil | 31.07.1908 | Liège | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
3/I | CHIF | Roger, A. | WM | Mil | 36 | 11.04.1916 | Châtelineau | 11.05.1940 | Tienen | Gedood bij luchtbombardement | |
5/II | COLSON | Louis, J. | Sdt | Mil | 02.06.1916 | Gosselies | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
1/I | COURTOY | Ernest, A.G. | Adjt | Mil | 37 | 27.11.1912 | Namur | 30.05.1940 | Brussel | Verwond 27/5 te Passendale | |
7 | DE BOECK | Victor | Sdt | Mil | 15.07.1916 | Brussel | 13.05.1940 | Bost | |||
3/2/I | DENUIT | Alphonse, P.G. | Sdt | Mil | 09.04.1916 | Istres (F) | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
Onbekend | DILLIEN | Dominique | Sdt | Mil | 14.03.1916 | Rouen (F) | 19.05.1940 | Melsele | Inslag bom | ||
1/I | DUBOIS | Ernest | Sdt | Mil | 07.10.1916 | Anhée | 27.05.1940 | Passendale | |||
3/I | DUQUESNOY | Pol, L. | Lt | Res | 12.03.1911 | Saint-Servais | 19.05.1940 | Melsele | |||
1/I | FLAMMAND | Pierre | ![]() | Kapt | Res | 03.07.1896 | Brussel | 27.05.1940 | Passendale | ||
2/I | GAUTHIER | René, V.Gh. | Sdt | Mil | 05.02.1916 | Andenne | 11.05.1940 | Tienen | |||
3/I | GILLET | Robert, J. | ![]() | Sdt | Mil | 14.11.1912 | Izel | 27.05.1940 | Passendale | Inslag bom | |
2/I | HERALY | Joseph | Sdt | Mil | 28.09.1916 | Paris (F) | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
7 | HEUSCH | Maurice, L. | Brig | BV | 37 | 01.01.1917 | Paris (F) | 20.05.1940 | Brugge | Kogel. Verwond 19/5 Zwijndrecht | |
Onbekend | HOGGE | Albert | (Onbekend) | 22.02.1916 | Battice | 18.08.1940 | Greifswald | Krijgsgevangene Priester-brancardier |
|||
Onbekend | HUTSE | Florian, A. | Sdt | Mil | 10.12.1912 | Gaurain-Ramecroix | 11.05.1940 | Tienen | |||
1/I | JANSSEN | Albert | Sdt | Mil | 11.09.1916 | Turnhout | 19.05.1940 | Melsele | |||
6/II | JOSEPHY | Raymond, A. | Sdt | Mil | 19.09.1916 | Dampremy | 27.05.1940 | Passendale | |||
1/I | LAFONTAINE | August, I. | Sdt | Mil | 22.04.1916 | Roeselare | 27.05.1940 | Passendale | |||
3/I | LEBOEUF | Robert, J. | Sdt | Mil | 17.05.1912 | Rochehaut | 19.05.1940 | Melsele | |||
3/I | LEBOUTTE | Alfred, J.J. | Lt | Res | 24.06.1910 | Heyd | 07.06.1940 | Sint-Amandsberg | Verwond 27/5 te Passendale | ||
2/I | LIMPENS | Jean, N. | ![]() | Brig | Mil | 36 | 12.09.1916 | Vorst | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |
2/I | MATAGNE | Arthur, R.J. | Sdt | Mil | 22.10.1918 | Fraire | 11.05.1940 | Tienen | Inslag bom | ||
Onbekend | MELOT | Désiré, A.A. | WM | Mil | 36 | 24.10.1916 | Haut-le-Wastia | 19.05.1940 | Zwijndrecht | ||
1/I | MILAIRE | Henri, D.A. | Sdt | Mil | 11.12.1915 | Villers-la-Ville | 19.05.1940 | Melsele | |||
1/I | MONTFORT | Joseph, M.R. | WM | Mil | 36 | 27.04.1916 | Ensival | 19.05.1940 | Zwijndrecht | ||
1/I | PETIT | Raymond | Sdt | Mil | 27.11.1916 | Ragnies | 27.05.1940 | Passendale | Koerier | ||
5/II | PHILIPPE | Joseph, E. | Sdt | Mil | 21.12.1912 | Chapon-Seraing | 11.05.1940 | Grimde | Inslag bom | ||
1/I | PLETINCKX | Albert, M.A. | Sdt | Mil | 21.01.1916 | Bouge | 27.05.1940 | Passendale | |||
2/I | PONLOT | Léon, M. | Brig | Mil | 37 | 17.01.1917 | Velaine-sur-Sambre | 19.05.1940 | Zwijndrecht | ||
Onbekend | RADELET | Marcel, P. | Sdt | Mil | 18.04.1912 | Seraing | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
6/II | RAHIER | Guillaume, J.M. | Sdt | Mil | 07.03.1912 | Verviers | 27.05.1940 | Passendale | |||
5/II | RENZEN | François, G. | ![]() | Brig | Mil | 32 | 27.11.1912 | Liège | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |
1/I | RIBANT | Victor, P.C. | Sdt | Mil | 26.04.1916 | Ophain-Bois-Seigneur-Isaac | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | ROBAT | Paul, E.G. | ![]() | Sdt | Mil | 29.08.1910 | Aische-en-Refail | 21.05.1940 | Brugge | ||
Onbekend | SCHONBRODT | Charles, P. | Sdt | Mil | 11.06.1916 | Andrimont | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
Onbekend | SCHU | Marcel, G.B. | WM | Mil | 36 | 22.08.1916 | Aiseau | 27.05.1940 | Passendale | ||
Onbekend | SURAY | Emile, M.C. | 1WM | BV | 29.11.1912 | Namur | 19.05.1940 | Zwijndrecht | |||
3/I | VAN DER BRACHT | Urbain, G.J. | ![]() | Sdt | Mil | 14.05.1912 | Zottegem | 18.05.1940 | Tienen | ||
8 | WALTZING | Marcel, J.F. | Sdt | Mil | 02.06.1912 | Rossignol | 28.05.1940 | Den Bosch (NL) | Verwond 19/5 Beveren-Waas | ||
3/I | WILMET | Albéric, A.G. | WM | Mil | 36 | 22.12.1915 | Ohain | 19.05.1940 | Zwijndrecht | ||
3/I | WOKE | Josué, L. | Sdt | Mil | 06.02.1916 | Marchienne-au-Pont | 27.05.1940 | Passendale |
- Achtergrondinformatie bij de fabriek Citrique Belge [On Line Beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Citrique_Belge [Laatst geraadpleegd 02 oktober 2020].
- Het gaat hier om voertuigen van het verkenningseskadron (oftewel Détachement de Découverte – DD) van de Franse Capitaine Renoult behorende tot het Franse 12e Régiment de Cuirassiers [12(FRA)RC]. Het 12(FRA)RC was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1(FRA)Leger en heeft hiervoor twee DD’s elk ter sterkte van een eskadron naar voor gestuurd om de marsroutes in België te verkennen en om vorderingen van de vijand vanaf het Albertkanaal te jalloneren. Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. Hij bundelde vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie, in een naslagwerk. [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 28 juni 2023].
- Dossier 4de Regiment Lansiers, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging
- Massin, R., 1941, Het 4de Lansiers in het gevecht, eigen beheer
- Stassin, G., jaartal onbekend, Cavalerie Motorisée, Brussel: Tank Museum.