56ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 56ste Linieregiment | 56ème Régiment de Ligne | 56Li
Type Versterkings- en Opleidingsregiment  
Ontdubbeld van 6de Linieregiment  
Onderdeel van 2de Versterkings- en Opleidingscentrum  
Bevelhebber Luitenant-kolonel Omer Mény  
Standplaats Kazerne Onderluitenant Dupont te Berchem
Pensionaat Heilige Familie, Jan Moorkenslaan te Berchem
Samenstelling I Bataljon Instructie
(Kapitein-commandant Emile Guérin)
1ste Compagnie Fuseliers (Lt C. Van Berendoncks)
2de Compagnie Fuseliers (Lt C. Stessens)
3de Compagnie Fuseliers (Kapt E. Moens)
4de Compagnie Mitrailleurs (Lt H. Verbeeren)
  II Bataljon Versterking
(Kapitein-commandant Henri Redig)
5de Compagnie Fuseliers (Lt E. Van Langendonck)
6de Compagnie Fuseliers (Lt C. Collin)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt Jules Joris)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt F. Van Der Straeten)
9de Compagnie Klein Geschut (Lt C. Jansen)
  Compagnie Depot en Algemene Diensten (Kapitein-commandant Arthur Bailleul)

Tijdens de mobilisatie

Staf/56Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen. Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee opgedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen geboren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 moeten de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen. Hierdoor kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. Voor de opleiding van de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisieBinnen het AOD van de 2de Infanteriedivisie (AOD/2ID) moet het 6de Linieregiment (6Li) kaderleden leveren voor de oprichting van een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 bestemd voor 6Li zullen worden in samengebracht.

Onderluitenant Dupont kazerne Berchem

Kazerne Onderluitenant Dupont van Berchem, vredesvoetgarnizoen van het 6Li en kazerne waar het 56Li werd gemobiliseerd in maart 1940.

Gezien de mobilisatie bleef duren werd een meer gestructureerde oplossing gevonden voor de opleiding van de dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de lichting ’40, tevens laatst opgeroepen lichting dienstplichtigen. In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer. Zo wordt het 56ste Linieregiment (56Li) opgericht in de kazerne Onderluitenant Dupont (oftewel als Kazerne 7/8) van Berchem [1] als één van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum (2VOC), een eenheid van niveau divisie ontstaan uit het AOD/2ID [2]. De  twee andere opleidingsregimenten van het 2VOC zijn het het 55ste Linieregiment (55Li) en het 58ste Linieregiment (58Li).  Net zoals de andere infanterieregimenten van het 2VOC beschikt het 56Li op 09 mei over een Staf, een Iste Bataljon Instructie met de rekruten van de klas ’40 en een Compagnie Depot en Diensten. Het kaderpersoneel is een samenraapsel van oudere beroeps- en dienstplichtige officieren en onderofficieren van de actieve regimenten. Luitenant-kolonel Mény neemt initieel het bevel op van het regiment maar wordt nog tijdens de mobilisatie aangeduid als Stafchef van het 2VOC. Hij wordt als regimentscommandant vervangen door Majoor Verschueren die wordt aangesteld als commandant a.i. van het 56Li.

I/56Li
Het Iste Bataljon Instructie (I/56Li) wordt geactiveerd bij oprichting van het regiment en ontvangt vanaf maart 1940 de nieuwe rekruten van de klas ’40. Deze rekruten zullen bij het 56Li hun basisopleiding ontvangen met de bedoeling dat ze na het beëindigen van hun opleiding doorgestuurd worden naar het 6de Linieregiment (6Li) en zijn ontdubbelingsregimenten; het 28ste Linieregiment (28Li) en 36ste Linieregiment (36Li). Op 9 mei, aan de vooravond van de oorlog, is de opleiding van het eerste contingent nieuwe dienstplichtigen van de klas ’40 nog volop bezig. Het Iste Bataljon Instructie staat onder bevel van Kapitein-commandant Guérin.

II/56Li
Het IIde Bataljon Versterking (II/56Li) dat moest instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden bestond enkel uit kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (Fase E van het mobilisatieplan) bij het uitbreken van de vijandelijkheden. In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het II/56Li op non-actief geplaatst.

56Li

Een jonge rekruut van de klas ’40 van het 56Li.

Staf/56Li
De Staf/56Li ontvangt rond 01u00 het algemeen alarm van het 2VOC alsook het bevel om vanaf eerste klaarte vooraf verkende alarmkantonnementen in te nemen in de Antwerpse agglomeratie. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 2VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen.  De Staf neemt zijn intrek in het pensionaat Heilige Familie in de Jan Moorkenslaan 95 te Berchem [3].

Om 06u00 wordt de Staf/56Li in zijn commandopost aan de Jan Moorkenslaan verwittigd van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het Bataljon Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar de oorlogskantonnementen die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost-Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het 2VOC bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. Het voorziene oorlogskantonnement voor het 56Li is Zomergem ten noordwesten van Gent. Gedurende de rest van de dag maakt het regiment zich dan ook klaar voor de verplaatsing naar zijn oorlogskantonnement in Oost-Vlaanderen.

I/56Li
De rekruten van de klas ’40, die twee maanden geleden bij het I/56Li aan hun opleiding begonnen zijn, worden in de Dupontkazerne uit hun bed gelicht en verlaten bij eerste klaarte de kazerne om zich naar vooraf verkende alarmkantonnementen te begeven. De compagnies van I/56Li worden op verschillende locaties in Berchem ondergebracht. Hier ontvangen ze iets na 06u00 het bevel om zich naar Zomergem te begeven.

II/56Li
Terwijl de regimentsstaf en het Iste Bataljon Instructie zich installeren in hun alarmkantonnementen te Berchem wordt het IIde Bataljon Versterking in de Dupontkazerne geactiveerd na de afkondiging van de algemene mobilisatie. De oudere reservisten en vrijgestelden van het 6Li krijgen via het Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep (oftewel NIR, de openbare radiozender) te horen dat ze het 56Li moeten vervoegen. Het II/56Li moet deze reservisten die hun legerdienst deden bij het 6Li opvangen, voorzien van uitrusting en hun militaire vaardigheden opfrissingen. In de loop van de dag komen de eerste militairen bestemd voor het IIde Bataljon Versterking in de Dupontkazerne toe. Het blijft lange tijd onduidelijk of ook de 9Cie van Lt Jansen zal kunnen opgericht worden door de onzekerheid of er zich voldoende reservisten zullen aanmelden. II/56Li staat onder bevel van Kapitein-commandant Redig.

Oorlogskantonnementen van het 56Li te Zomergem ten noordwesten van Gent (projectie op recente kaart).

Staf/56Li
Omstreeks 22u00 neemt het Groot Hoofdkwartier (GHK) de beslissing dat vijf Bataljons Instructie zich vanuit hun oorlogskantonnementen in het Gentse naar Brussel moeten verplaatsen voor een contra-parachutisten opdracht. Opgeschrikt door de Duitse luchtlandingen nabij het Nederlandse regeringscentrum Den Haag [4] en de gebeurtenissen bij de 7de Infanteriedivisie (7Div) aan het Albertkanaal slaat de paniek voor luchtlandingsoperaties overal in het land toe. Een haastige verdediging van de hoofdstad tegen mogelijke Duitse luchtlandingsoperaties wordt opgezet onder leiding van de 1ste Militaire Circonscriptie (1MilCir) van Luitenant-generaal ridder Van Strydonck de Burkel. In eerste instantie werden de verschillende Groepen (naam van een bataljon bij de artillerie) van het 31ste Regiment Artillerie (31A), een Versterkings-en opleidingsregiment van de artillerie, rond de vliegvelden van de hoofdstad ontplooid. Het 31A houdt zich klaar om, ingeval van een luchtlandingsoperatie op één van de vliegvelden, de gelande troepen met artillerievuur te neutraliseren. Vervolgens worden de Bataljons Instructie van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum (1VOC) en het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum (2VOC) aangeduid voor deze opdracht.

I/56Li en Cie Depot en Dst/56Li
Terwijl de regimentsstaf in Berchem achterblijft verlaten het Iste Bataljon Instructie en de Compagnie Depot en Diensten zoals gepland de stad en verplaatsen zich in de loop van de dag per trein naar Zomergem waar kantonnementen worden opgezocht en ingericht. Na 22u00 bereidt I/56Li zich te Zomergem gedurende de rest van de nacht voor om de volgende ochtend al naar Brussel te vertrekken

II/56Li
De mobilisatie van het IIde Bataljon Versterking wordt voortgezet in de Dupontkazerne te Berchem.

Staf/56Li en II/56Li
De Staf en het IIde Bataljon Versterking bevinden zich nog steeds in Berchem en bereiden de verplaatsing naar hun oorlogskantonnement in Zomergem voor. Wanneer Majoor Verschueren, commandant a.i., in de namiddag de Staf/56Li en II/56Li in het station Antwerpen-Zuid de trein wil laten opstappen om zich naar hun oorlogskantonnement in Zomergem te begeven blijken de orders gewijzigd te zijn. Op de treinen die in Antwerpen-Zuid staan te wachten bevinden zich een 2.000-tal administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” [5] die vanaf 10 mei in de Adjudant Macheleinkazerne (kazerne 9-10) samengebracht waren en op 12 mei in het Centraal station op twee klaar staande treinen stapten.  De geïnterneerden moeten onmiddellijk naar Zuid-Frankrijk geëvacueerd worden en het 56Li krijgt de opdracht deze “gevangenen” te escorteren. De eerste trein vertrekt om 15u00, de tweede een half uur later.

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

I/56Li
De Bataljons Instructie van het 52ste Linieregiment (I/52Li), het 53ste Linieregiment (I/53Li), het 54ste Linieregiment (I/54Li), het 56ste Linieregiment (I/56Li) en het 58ste Linieregiment (I/58Li) worden tijdens de nacht van 11 op 12 mei vanuit Gent per spoor naar Brussel gebracht. 

Het I/56Li wordt in Zomergem op de trein gezet naar Brussel. De verschillende opgevorderde bataljons moeten steunpunten inrichten langs de invalswegen naar de Brusselse agglomeratie teneinde de toegang tot Brussel te ontzeggen aan vijandelijke parachutisten in het geval van een Duitse luchtlandingsoperatie in de buurt van de hoofdstad. De Brusselse agglomeratie wordt in zes sectoren verdeeld die bezet worden door de zes aangeduide Bataljons Instructie. I/56Li krijgt een bewakingszone aan de zuidwestrand van de stad toegewezen en stelt zich op in de gemeentes Ukkel en Vorst. De eenheid komt er onder het bevel te staan van de 1MilCir. Er worden steunpunten ingericht en patrouilles gelopen om eventuele vijandelijke parachutisten op te sporen.

Cie Depot&Dst/56Li
Deze compagnie blijft na het vertrek van I/56Li geïsoleerd achter in het oorlogskantonnement van Zomergem waar ze de aankomst voorbereiden van de Staf en II/56Li. Beiden zullen Zomergem echter nooit vervoegen.

Staf/56Li en II/56Li
Het GHK beslist dat de rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid naar Frankrijk zullen doorgestuurd worden om daar hun opleiding te vervolledigen.  Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen op 13 mei rond 14u00 het schriftelijk bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingscentra (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Het verklaart enigszins waarom de Staf/56Li en  II/56Li werden aangeduid om de geïnterneerden te escorteren die naar Frankrijk moesten worden afgevoerd. Normaal gezien had de verplaatsing naar Frankrijk voor het 56Li uitgesteld geweest tot het Iste Bataljon Instructie de opdracht voor de beveiliging van Brussel tot een goed einde had gebracht. Dit was trouwens het geval voor de andere eenheden van het 1VOC en het 2VOC. 

I/56Li
Het Iste Bataljon Instructie blijft te Brussel voor de uitvoering van zijn anti-parachutisten opdracht.

Cie Depot en Dst/56Li
De Cie Depot en Dst  blijft alleen achter in het oorlogskantonnement van Zomergem.

Staf en II/56Li
Beide eenheden zijn per trein onderweg naar het zuiden van Frankrijk.

I/56Li
Het I/56Li bevindt zich nog steeds te Brussel en voert er patrouilles uit op zoek naar Duitse valschermspringers. Er wordt evenwel niets gevonden. Intussen beslist het GHK om Brussel niet te verdedigen waarop de 1MilCir en het Ministerie van Landsverdediging starten met het ontruimen van hun hoofdkwartier. De hoofdstad zal worden opgegeven en als open stad aan de vijand overgelaten in de hoop dat deze laatste de hoofdstad ongeschonden zal laten. I/56Li blijft voorlopig nog ter plekke, ze worden belast met allerlei bewakingsopdrachten en met het uitvoeren van anti-parachutistenpatrouilles. Intussen worden de Brusselse vliegvelden door de Belgische genie gemijnd waardoor een vijandelijke luchtlandingsoperatie op de vliegvelden onwaarschijnlijk wordt.

Cie Depot en Dst/56Li
Deze compagnie verblijft nog steeds in Zomergem en komt onder bevel te staan van de Staf/58Li. 

I/56Li
De eenheden van het I/56Li blijven patrouilleren in de Brusselse rand en sturen ettelijke rapporten naar het plaatscommando van de stad. Rond 17u00 ontvangt Kapitein-commandant Guérin het bevel Brussel te verlaten, de anti-parachutisten opdracht wordt afgeblazen door de 1MilCir.

Cie Depot en Dst/56Li
Deze compagnie verblijft nog steeds in Zomergem.

Cie Depot&Dst/56Li
De compagnie verlaat Zomergem en begeeft zich naar het Rabot te Gent waar ‘s anderendaags per goederentrein naar Frankrijk zullen vertrekken.

Het kamp van St-Cyprien

Houten barakken van het kamp van St-Cyprien aan de Middellandse Zee.

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
Het naar Frankrijk uitgeweken deel van het regiment komt aan in het station van Elne, iets ten zuiden van Perpignan, in het Franse departement Basses-Pyrénées en verplaatst zich vervolgens naar het kamp van Saint-Cyprien. Dit kamp van houten barakken en tenten werd in februari 1939 gebouwd door de Franse overheid voor het opvangen van gevluchte republikeinse troepen van de Spaanse burgeroorlog. De levensomstandigheden in het kamp van Saint-Cyprien waren dermate slecht dat uitgekeken wordt naar een nieuw kantonnement. De meegereisde geïnterneerden worden hier overgeleverd aan de Fransen. Niet alle gedetineerden worden afgezet in het kamp van Saint-Cyprien.  Te Montauban, net voor Toulouse wordt een aantal gedetineerden per spoor afgevoerd naar het kamp van Sainte-Livrade-sur-Lot. De administratief gedetineerden wordten tijdens dit gedeelte van het traject geescorteerd door het peloton van Lt Julien Van Duppen van de 5Cie [6]

Cie Depot&Dst/56Li
Om 04u00 vertrekt hun trein met aan boord de 350 infanteristen van het IIde Bataljon Versterking van het 58ste Linieregiment (II/58Li), de Compagnie Depot en Diensten van het 58Li en zo’n 250 ongewapende Rijkswachters die de plaatselijke overheid naar Frankrijk wil evacueren. Cdt Bolly bataljonscommandant van II/58Li is aangeduid als treincommandant. Twee mitrailleurs worden op platte wagens in stelling gebracht. De rantsoenen worden verdeeld onder de manschappen a rato van twee dagrantsoenen per man. De meesten eten ondanks uitdrukkelijk bevel alles meteen op. De trein wordt echter weer tot staan gebracht en verlaat Gent pas omstreeks 12u00 om net voor half zes in De Pinte aan te komen. Het moreel krijgt een opdoffer wanneer de trein daar weer komt stil te staan en iedereen in de wagons moet overnachten. Kostbare tijd gaat verloren.

Het 56Li wordt tijdelijk ondergebracht in het interneringskamp van St-Cyprien (recente kaart).

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
De regimentsstaf en II/56Li bevinden zich nog steeds in het kamp van St-Cyprien waar de militairen gebeten worden door allerlei ongedierte. Ze zijn ver verwijderd van de opleiding die ze zouden krijgen om de oorlogsinspanning verder te zetten.

Cie Depot&Dst/56Li
De compagnie zit nog steeds op de trein en trekt met veel horten en storen via Deinze, Waregem en Kortrijk naar Moeskroen.

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
De regimentsstaf en II/56Li bevinden zich nog steeds in het kamp van St-Cyprien.

Stations in en rond Duinkerke waar een 15-tal Belgische treinen vastliepen.

I/56Li in Frankrijk
De trein van het I/56Li komt vast te zitten in Duinkerke waar zich al een aantal andere treinen bevinden met Belgische eenheden aan boord. Er kan geen voortgang richting zuiden meer gemaakt worden gezien de Franse genie grote delen van de spoorlijn richting zuiden tot ontploffing heeft gebracht. De vastgelopen treinen met Belgische militairen bevinden zich in drie verschillende stations in en rond de stad: Gare-VilleGare-Maritime in de haven en het rangeerterrein Dunkerque-Dunes nabij Saint-Pol-sur-MerKolonel Bruyère, bevelhebber van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum die samen met zijn staf per trein naar Duinkerke vertrok, zit eveneens vast. Hij neemt het bevel op van alle Belgische eenheden die in Duinkerke gestrand zijn. Het betreft naast de Staf van het 1VOC ook het I/55Li, het I/56Li en het I/58Li van het 2VOC samen met enkele instructie-eenheden van de Jagers te Voet en de Artillerie. De aanwezige Belgen trachten zich zo goed mogelijk te installeren rondom de stations in geïmproviseerde kantonnementen terwijl Kol Bruyère met zijn staf naar een oplossing zoekt om zo snel mogelijk uit Duinkerke weg te raken. Enkele officieren van de Staf/1VOC worden de duinen ingestuurd en verkennen ook Petite Synthe ten zuiden van Saint-Pol-sur-Mer om op zoek te gaan naar veiliger kantonnementen. De verschillende stations worden immers voortdurend gebombardeerd door de Luftwaffe. Alle wijken van Duinkerke, de duinen en de haven beginnen nu vol te stromen met ingesloten Britse en Franse militairen. 

Cie Depot&Dst/56Li
De trein van de Cie Depot&Dst/56Li verlaat nog tijdens de nacht van 18 op 19 mei de stad Moeskroen om even later in Tourcoing in Frankrijk aan te komen. Er heerst complete wanorde en het Franse spoorwegpersoneel lijkt te willen vluchten. Franse militairen lopen er doelloos rond. Cdt Bolly zet zijn tocht zo snel mogelijk verder en laat de trein weer vertrekken naar Roubaix.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
De regimentsstaf en II/56Li bevinden zich nog steeds in het kamp van St-Cyprien.

I/56Li in Frankrijk
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raakt het I/56Li definitief ingesloten door de Duitsers. Doordat het bataljon pas laat de toelating kreeg om zijn opdracht te Brussel te beëindigen en naar het zuiden van Frankrijk te vertrekken is hun terugtochtweg nu afgesneden. Intussen stuurt Kolonel Bruyère er nog maar eens een reeks patrouilles op uit om een uitweg uit Duinkerke te zoeken. Enkele ploegen van het I/56Li worden naar de stad gestuurd om voedsel en water te zoeken. Talrijke huizen staan in brand en er zijn ettelijke slachtoffers onder de burgerbevolking. Tijdens de avond komen de bevelhebbers van de Belgische bataljons samen om de toestand te bespreken waarna Kol Bruyère beslist de eenheden te verplaatsen van de haven naar de duinen omdat de luchtaanvallen op de stad steeds talrijker worden. 

Cie Depot&Dst/56Li in Frankrijk
Nog steeds onderweg per trein bereikt de compagnie in de namiddag het station van Bethune na eerst Rijsel, Haubourdin en Wavrin te zijn gepasseerd. In Bethune is de toestand al niet veel beter dan in Tourcoing. Een Franse onderofficier laat vier wagons met voedsel en paardenvoeder aanhaken samen met een platte wagen geladen met vaten wijn. De manschappen aan boord van de trein kunnen zich niet meer beheersen en overrompelen de wagons. Er wordt gevochten om de wijn en iedereen tracht zoveel mogelijk brood weg te stoppen. Cdt Bolly kan maar met grote moeite de situatie weer onder controle krijgen en de trein vertrekt die avond naar Hazebrouck. De Belgen zijn op zoek naar een route naar het zuiden van Frankrijk, maar kunnen door de Duitse opmars naar de Noordzeekust geen kant meer uit.

Renescure ten oosten van Saint-Omer waar de trein van II/58Li en de Cie Depot&Dst/56Li komt vast te zitten (recente kaart).

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
De regimentsstaf en II/56Li bevinden zich nog steeds in het kamp van St-Cyprien.

I/56Li in Frankrijk
In de loop van de ochtend vragen de Franse militaire autoriteiten de assistentie van twee Belgische bataljons om Duinkerke te helpen verdedigen. Kolonel Bruyère laat de aanwezige bataljonscommandanten elk een strootje trekken om te bepalen welke bataljons de opdracht zullen uitvoeren. Op die manier worden het I/55Li en het I/58Li aangeduid voor deze opdracht, het I/56Li wordt vrijgeloot.

Cie Depot&Dst/56Li in Frankrijk
De trein van het II/58Li en de Cie Depot&Dst/56Li is op weg van Hazebrouck naar Renescure net ten oosten van Saint-Omer en komt even voorbij dit station tot stilstand. Het spoor is geblokkeerd nadat een locomotief van een andere trein werd gebombardeerd. Er staat ondertussen al een ganse file op de sporen. Cdt Bolly moet wachten tot de late namiddag wanneer het spoor weer vrijgemaakt wordt. De mannen van het II/58Li maken nog maar eens een bange dag op de trein mee. Wanneer Duitse vliegtuigen opnieuw opduiken worden de Belgen vanuit de lucht aangevallen. Hierbij sneuvelt één soldaat van het II/58Li en vallen er ook drie gewonden waarvan enkele dermate ernstig dat ze naar het hospitaal van St-Omer moeten worden afgevoerd. Het moreel van de manschappen zakt ver onder nul wanneer duidelijk wordt dat er nog maar eens een nacht in de wagons moet worden geslapen.

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
Het 56Li verlaat het kamp van Saint-Cyprien, wordt op de trein gezet in het station van Elne en vertrekt aansluitend richting Montpellier. 

I/56Li in Frankrijk
Kolonel Bruyère en zijn staf vertrekken op 22 mei vanuit Duinkerke naar België. I/56Li blijft zonder duidelijke opdracht achter.

Cie Depot&Dst/56Li in Frankrijk
Nog steeds nabij Renescure wordt de trein voor een derde keer van uit de lucht aangevallen. De manschappen vluchten uit de trein en er breekt een ware paniek uit. Niemand heeft nog zin om in de trein op de volgende aanval te wachten. In kleine groepjes verlaat iedereen de streek. Enkelen willen naar Calais, anderen naar Abbeville. Cdt Bolly geeft nog aan zijn manschappen de richtlijn mee om het gevecht met de vijand te vermijden, tenzij men zeker is van de gunstige afloop. De meesten van de compagnie worden in de komende dagen zonder slag of stoot gevangen genomen door de Duitsers.

Staf/56Li en II/56Li in Frankrijk
Na de treinrit tot Montpellier wordt het regiment per vrachtwagen naar Saint-Georges-d’Orques, net ten westen van Montpellier, gebracht waar zij zich installeren. Volgende kantonnementen worden ingenomen:

  • Saint-Georges-d’Orques: Staf/56Li, Staf/II/56Li, 5Cie en 6Cie,
  • Celleneuve: 7Cie en Cie Algemene Dst/II/56Li,
  • Grabels: 8Cie.
  • Lavérune: 9Cie,

I/56Li in Frankrijk
De Belgen te Duinkerke worden bij dageraad zwaar gebombardeerd en even later krijgt het I/56Li het bevel Frankrijk te verlaten en opnieuw Vlaanderen in te trekken. Het I/56Li vertrekt te voet naar Adinkerke en vervolgens naar Bulskamp.

I/56Li
Het I/56Li duikt op te Bulskamp waar ze opnieuw onder bevel komen van Kolonel Bruyère. Kolonel Bruyère is nu bevelhebber van het “VOC in België”, een geïmproviseerde formatie samengesteld uit alle troepen van de VOC’s die de evacuatie naar Zuid-Frankrijk niet hebben gehaald en die naar België zijn teruggekeerd.

I/56Li
Het Iste Bataljon wordt doorgestuurd naar Hertsberge om zich onder het bevel te plaatsen van het 12de Linieregiment (12Li).  Dit regiment is na de slag aan de Leie herleid tot het equivalent van een bataljon, het I/12Li, dat doorgestuurd werd naar de streek van Tielt om de 16de Infanteriedivisie (16Div) bij de strijd om de stad te versterken.

Staf/56Li in Frankrijk
Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden.

Staf/56Li in Frankrijk
De aan het Albertkanaal teruggeslagen 7de Infanteriedivisie (7Div) is via heel wat omwegen naar de Bretoense zuidkust geëvacueerd. De divisie heeft zware verliezen geleden en is dringend aan versterking toe. De Versterkings-en Opleidingscentra in het zuiden van Frankrijk ontvangen het bevel om zo’n 140 officieren en 4.500 manschappen aan te duiden om de rangen van de 7Div opnieuw aan te vullen. Het merendeel van de versterkingen, 45 officieren en 1.650 manschappen, dient te komen van het 6de Versterkings- en Opleidingscentrum (6VOC) die de ontdubbelingsregimenten van de 7Div groepeert. De te leveren manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas ’40 met met minimum vier maanden dienst. 

31 mei 1940

Staf/56Li in Frankrijk
Maj Verschueren wordt gevraagd om twee compagnies aan te duiden ter versterking van de 7Div. Hij duidt het II/56Li aan om dit detachement samen te stellen. Hijzelf wordt ook verzocht de 7Div te vervoegen aangezien er een tekort was aan bataljonscommandanten bij de infanterie. Hij duidt Cdt Redig, bataljonscommandant II/56Li, aan als regimentscommandant a.i. van het 56Li. Cdt Redig zal het bevel over 56Li blijven voeren tot 13 juni.

Detachement Majoor Verschueren van II/56Li in Frankrijk
Op 1 juni wordt het detachement van II/56Li bestaande uit twee compagnies samengesteld, alles samen 5 Offr en 409 OOffr en Sdt. Dit detachement wordt bevolen door Majoor Verschueren die Lt Fiasse als adjunct meekrijgt. Eén van de compagnies wordt bevolen door Kapitein-commandant Joris. Het detachement wordt vanuit de kantonnementen van 56Li met vrachtwagens naar Gigean (Hérault) gebracht waar logementen worden opgezocht.  Op 3 juni vertrekt een trein uit het station van Gigean naar Ploërmel in Bretagne om er het 18e Linieregiment (18Li) van de 7de Infanteriedivisie te gaan versterken.

4 juni 1940

Staf/56Li in Frankrijk
De Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingscentra (EM/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier is deels ingegaan op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Orders worden verspreid om 10 werkbataljons samen te stellen. Aangezien het Versterkingsbataljon van het 56Li al twee compagnies heeft aangeduid voor de 7Div kan het 56Li niet gevraagd om een werkbataljon samen te stellen. Toch dienen zij nog een compagnie samen te stellen in steun van het werkbataljon van II/52Li.

5 juni 1940

Hergroeperingszone 7Div in Morbihan in Bretagne, 18Li bevindt zich in La Chapelle Caro.

Detachement Majoor Verschueren van II/56Li in Frankrijk
De twee compagnies die ter versterking naar de 7Div werden gestuurd ontschepen op 5 juni in het station van Ploërmel en worden langs de baan doorgestuurd naar La Chapelle Caro waar het 18Li zich bevindt. Vanaf die datum komen ze onder bevel te staan van Kolonel Duez, korpscommandant van 18Li. Ze krijgen een kantonnement toegewezen in Saint-Abraham. Majoor Verschueren krijgt het bevel over het Iste Bataljon van het nieuw samengestelde 18Li.

6 juni 1940.

Staf/56Li in Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren, 16.000 aan te duiden door de EM/TRI. De EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. Aangezien het I/56Li nooit in Zuid-Frankrijk is toegekomen en het II/56Li enkel nog over een staf en en een kleine compagnie beschikt wordt het 56Li dit keer vrijgesteld voor het leveren van een werkbataljon en hoeft het ook geen versterkingen te leveren voor andere werkbataljons.

8 juni 1940

II/56Li(-) in Frankrijk
Het reeds sterk gereduceerde II/56Li is druk bezig met het samenstellen van een compagnie van 250 man ter versterking van het II/52Li. II/52Li, onder bevel van Cdt Langie, levert de bataljonsstaf en twee compagnies van 250 man. II/52Li wordt versterkt met één compagnie van II/55Li onder bevel van Luitenant Brouwers en de compagnie van II/56Li onder bevel van Onderluitenant Goossens die wordt bijgestaan door OLt Smolderen. Initieel was het de bedoeling het werkbataljon naar Châlons-sur-Marne te sturen maar uiteindelijk vertrekt het 1.100 man sterke werkbataljon op 09 juni naar Bièvres (Seine-et-Oise) ten zuiden van Parijs.

Staf/56Li in Frankrijk
Na het vertrek van de compagnie van OLt Goossens blijven enkel nog de regimentsstaf en de staf van II/56Li achter in Saint-Georges-d’Orques. Omdat het regiment te klein geworden is om alle kantonnementsplaatsen te bezetten wordt het volledige 56Li samengetrokken in Grabels.

Detachement OLt Goossens van II/56Li in Frankrijk
Op 11 juni stijgt de compagnie van OLt Goossens te samen met de rest van II/52Li uit in het station van Bièvres en bivakkeert in het park van het kasteel van Mathurins. II/52Li wordt ter beschikking gesteld van het Xde Franse Legerkorps. Cdt Langie probeert te weten te komen welke opdracht hij moet uitvoeren maar het bataljon wordt de eerste twee dagen niet ingezet. Intussen komen ook I/61Li, I/64Li en II/7ChA toe in Bièvres. Op 13 juni naderen de Duitsers de Parijse noordrand waarop Cdt Langie in overleg met de commandanten van andere werkbataljons besluit om naar het zuiden terug te keren. Het werkbataljon trekt terug via Etampes en Angerville naar Orléans. De bataljonscolonne wordt opgeslokt door een stroom vluchtelingen die zich naar het zuiden verplaatst. Wanneer het bataljon de volgende ochtend min of meer compleet Arpajon bereikt houden ze er halt om zich te herbevoorraden. Ze krijgen eten van het gemeentebestuur maar de rantsoenen zijn ontoereikend om de ganse groep militairen te voeden. Enkele koeien worden neergeschoten en geslacht om de manschappen te bevoorraden. De 14de juni wordt de terugtocht voortgezet vanaf 13u30. Cdt Langie beslist het bataljon op te delen in kleine groepjes die langs twee marsroutes (de N20 en een parallelle weg) verder naar het zuiden zullen trekken. Cdt Langie probeert in verbinding te blijven met de detachementen door met fiets tussen beiden marsroutes te pendelen. De 15de juni ‘s avonds krijgen ze te horen dat de Duitsers snel oprukken richting Orléans waarop beslist wordt de manschappen met alle mogelijke voertuigen te vervoeren richting Loire. De stad Olivet, op een tiental km ten zuiden van Orlèans, wordt als rendez-vous punt aangeduid. Slecht een derde van de manschappen slaagt erin de Loire over te steken de rest, waaronder Cdt Langie, wordt door de Duitsers gevangen genomen wanneer die op 16 juni de oevers van de Loire bereiken.

13 juni 1940

Detachement Majoor Verschueren van II/56Li in Frankrijk
De integratie van de versterkingen in de 7Div verloopt moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om de drie regimenten van de 7Div behoorlijk te reorganiseren. Generaal-majoor Van Daele, de divisiecommandant van de 7Div, geeft te kennen dat hij niet opgezet is met de gestuurde versterkingen. Hij heeft zijn twijfels over de motivatie van de oudere reservisten van de Versterkingsbataljons en had liever de jonge rekruten van de instructiebataljons in versterking gekregen. De Fransen hadden ook al laten verstaan dat zij niet in staat waren om meer dan twee infanterieregimenten uit te rusten. Op 13 juni wordt het Dagelijks Order Nr 14 van de 7Div uitgevaardigd waarmee GenMaj Van Daele kenbaar maakt dat het 2de Regiment Grenadiers (2Gr) niet meer zal heropgericht worden en dat de divisie zal reorganiseren naar het model van de Franse lichte divisies. De volgende reorganisatie vindt plaats:

  • De 7Div zal slechts twee infanterieregimenten meer bevatten het 18Li en het 2de Regiment Karabiniers (2C);
  • De militairen die behoorden tot het oorspronkelijke 2Gr en die vanuit België met de divisie mee naar Frankrijk zijn getrokken worden gegroepeerd in één bataljon en aangehecht aan het 2C maar mogen hun kentekens behouden en zullen in 2C verder blijven bestaan als het Bataljon Grenadiers (II/2C);
  • Het Wielrijderseskadron van de 7Div (EskCy 7Div) gaat over naar het 18Li.

GenMaj Van Daele vraagt aan het EM/TRI om de afgewezen militairen van de Versterkingsbataljons te vervangen door jonge rekruten van de Instructiebataljons.

Detachement Majoor Verschueren van II/56Li in Frankrijk
Gezien het gebrek aan vertrouwen in de Versterkingsbataljons moet het II/56Li het 18Li alweer verlaten. Omdat er nog steeds werkbataljons te weinig zijn volgens de beloften gemaakt ten overstaan van de Fransen worden de twee compagnies van II/56Li samen met het II/59Li omgevormd tot een werkbataljon. Het detachement van II/56Li (4 officieren en 409 manschappen) komt nu onder bevel van Cdt Joris te staan. Het detachement van II/59Li (4 officieren en 420 manschappen) onder leiding van Lt Leroy en het detachement van Cdt Joris worden naar het station van Le Roc-Saint-André gebracht. Het detachement van Lt Leroy stapt uit te Auray (Morbihan) en het detachement van Cdt Joris spoort door tot Saint-Nazaire (Loire-Inférieure). Majoor Verschueren blijft bij het 18Li als bataljonscommandant van I/18Li.

17 juni 1940

Staf/56Li in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 kondigt Maréchal Pétain in een radiotoespraak aan de Franse bevolking de nakende capitulatie van Frankrijk aan. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet meer ver af. De Fransen zijn niet meer geneigd om de Belgische inspanningen om de strijd verder te zetten nog te steunen.

Pornichet ten westen van Saint-Nazaire waar het II/56Li gekantonneerd werd op 17 juni.

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
De manschappen van II/56Li belanden na een moeizame tocht via Pontchateau in de stad Saint-Nazaire waar ze om 19u00 toekomen. Een kantonnement wordt ingenomen in het centrum van de stad. De volgende dag begeeft Cdt Joris zich naar de Commandant d’Armes (oftewel Plaatscommandant) van Saint-Nazaire met de vraag welke de opdrachten zijn voor zijn werkbataljon. Hier krijgt hij te horen dat ze eigenlijk pas over 15 dagen verwacht werden en dat er voor het ogenblik geen opdrachten aan het werkbataljon kunnen gegeven worden.

Detachement OLt Goossens van II/56Li in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten. De terugkeer van het II/52Li naar zijn respectievelijke hergroeperingszone verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. Van de 500 uitgestuurde militairen van het II/52Li komen slechts een 300 tal terug, van de compagnie van OLt Goossens II/56Li komt niemand terug.

18 juni 1940

Staf/56Li in Frankrijk
Veel blijft niet meer over van het 56Li, het Iste Bataljon is nooit in Zuid-Frankrijk geraakt en het IIde Bataljon Versterking is ofwel gestrand in Saint-Nazaire ofwel gevangen genomen op de terugweg van de Seine naar hun kantonnement. Juist op dat ogenblik worden twee pelotons van het Iste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (I/GVCE) doorgestuurd naar het 56Li om er in de rangen te worden opgenomen. Het betreft de pelotons van Lt Bauwens en Lt Debacker die op 15 mei per spoor uit Brugge vertrokken als bewakingsdetachement voor een groep administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties die naar Frankrijk moesten worden afgevoerd. Deze 100 man versterking doen het tij echter niet keren. Door het algemene gebrek aan manschappen wordt het 2VOC op 18 juni grondig herschikt. Enerzijds worden het 55Li en 56Li opgedoekt en worden hun laatste rekruten van de klas ’40 bij het 52Li aangehecht. Anderzijds wordt een nieuw regiment opgericht, het 56ste Regiment Auxiliaire (56A), met de volgende samenstelling:

  • Iste Bataljon Versterking, met 200 reservisten van het 55Li en 100 reservisten van het 56Li
  • IIde Bataljon Hulptroepen, met een 112-tal manschappen van de GVCE
  • IIIde Bataljon Versterking, zonder manschappen maar met kader van het ontbonden 5de Legerdepot (5LD)
  • Compagnie Diensten, met manschappen van het 56Li

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
Om 04u00 wordt het werkbataljon van Cdt Joris nog bevoorraadt door de Franse Intendance maar om 14u00 wordt het II/56Li geconsigneerd in zijn kantonnement te Saint-Nazaire en door de Fransen ontwapend in navolging van de Franse overeenkomst met de Duitsers. De levensomstandigheden in het kantonnement zijn ver van schitterend waarop de detachementscommandant de Commandant d’Armes vraagt om een ander kantonnement toe te kennen.

Collège Saint-Louis in de Boulevard Albert 1er te Saint-Nazaire waar de manschappen van II/56Li werden opgesloten nadat ze werden krijgsgevangen genomen (foto van 1935).

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
De manschappen worden overgebracht naar het op 17 juni door de Britten verlaten kamp van Sainte-Marguérite Plage in Pornichet [7] langs de kust op 10 km ten westen van Saint-Nazaire. De Belgen krijgen van de Commandant d’Armes de opdracht te beletten dat het verlaten kamp geplunderd wordt. De volgende dag komen de Duitsers toe in Saint-Nazaire waarna Cdt Jorissen met de Duitse bevelhebber contact opneemt om hem te wijzen op de aanwezigheid van de Belgen. 

22 juni 1940

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
Frankrijk ondertekent de onvoorwaardelijke wapenstilstand met Duitsland in Compiègne en komt met de Duitsers overeen om de nog aanwezige Belgen in het niet bezette deel van Frankrijk te ontwapenen en aan de Duitsers uit te leveren. Het detachement van Cdt Joris valt echter buiten deze regeling omdat zij zich in het door de Duitsers bezette deel van Frankrijk bevinden. Over hun lot is nog geen regeling getroffen hetgeen OLt Fierens op 23 juni aanzet om te vertrekken met 117 man teneinde aan krijgsgevangenschap te ontsnappen.

 

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
De praktische modaliteiten voor de uitlevering uitlevering van Belgische militairen die vast zitten langs beide kanten van de demarcatielijn zullen nog een tijdje op zich laten wachten. Ondertussen neemt het Ministerie van Landsverdediging te Bordeaux een eerste keer contact op met de Duitse bezetter om over de mogelijke terugkeer van de Belgische militairen te onderhandelen. Het komt niet tot een akkoord.

16 juli 1940

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
De Duitsers laten de Belgen in Pornichet ongemoeid tot 17 juli waarna ze worden overgebracht naar het Collège Saint-Louis [8] gelegen in de Boulevard Albert 1er te Saint-Nazaire waar ze worden opgesloten. Op 19 juli worden in dit kamp ook de restanten van het III/18Li en het II/2C, onder leiding van Majoor Vanderghinste, ondergebracht.

6 augustus 1940

Detachement Cdt Joris van II/56Li in Frankrijk
De manschappen van II/56Li verblijven al drie weken in het Collège Saint-Louis zonder enige kennis van wat de toekomst zal brengen. Op 10 augustus worden ze door de Duitsers gescheiden van hun officieren en samen met de manschappen van II/18Li en II/2C  per trein terug naar ons land gestuurd. Ze komen ‘s anderendaags aan in het station Brussel-Zuid en worden vrijgelaten. De officieren worden op 6 september naar Duitsland afgevoerd om er voor de rest van de oorlog te worden gevangen gezet.

Na de capitulatie

Voor sommige militairen die de treinen met geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties begeleidden krijgt het verhaal nog een staartje. De omstandigheden waarin de gevangenen moesten leven tijdens hun tocht naar Frankrijk was bijzonder hard. De hermetisch afgesloten wagons waren overbevolkt en de hygiëne was beneden alle peil. De gevangenen zaten vaak heel lang zonder eten of drinken opgesloten. Dit alles leidde tot een onderzoek van een Duits militair gerechtshof tijdens de bezetting. Zo moest Lt Van Duppen pelotonscommandant bij de 5Cie van II/56Li voor een Duitse militaire rechtbank verschijnen in Wittlich. 

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
OnbekendVAN ESGuillaume, HubertAdjt31.01.1893Antwerpen20.06.1940Limburg (D)Krijgsgevangene
OnbekendVANDEVYVERGustaaf, A.SdtMil2612.11.1906Ronse16.07.1940Ronse
OnbekendVERTONGENFransSdtMil4012.01.1918Hingene15.07.1940Hohenstein (D)Krijgsgevangene

Bibliografie en Bronnen

  1. De kazerne OLt Dupont was de oude kazerne van het 6de Linieregiment (6Li). Voor het 6Li, dat steeds nauw verbonden geweest is met de stad Antwerpen, werd een nieuwe kazerne gebouwd op de Luchtbal te Ekeren. Deze kazerne raakte voltooid in 1939, het jaar van de mobilisatie, waardoor het 6Li amper enige maanden heeft doorgebracht in hun nieuwe kazerne. Achtergrondinformatie bij de Dupontkazerne te Berchem [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/antwerpen/ [Laatst geraadpleegd 02 februari 2022, vanaf 2 februari 2022 is de informatie verstrekt door deze site enkel nog beschikbaar tegen betaling en niet langer zichtbaar voor het grote publiek].
  2. De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 56Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 6Li.
  3. Achtergrondinformatie bij het instituut Heilige Familie in de Jan Moorkensstraat 95 [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/10954 [Laatst geraadpleegd 25 augustus 2022].
  4. Achtergrondinformatie bij de slag om Den Haag [Online beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_Den_Haag [Laatst geraadpleegd 25 augustus 2022].
  5. Achtergrondinformatie betreffende “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” naar Frankrijk geëscorteerd door het 56Li kan gevonden worden in document van het SOMA “Gewillig België” p. 167. [On Line beschikbaar]: http://www.senate.be/event/20070213-jews/doc/eindverslag.pdf [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022].
  6. Lt Van Duppen moest zich later tijdens de bezetting verantwoorden voor een Duitse krijgsraad voor het gedrag van zijn soldaten jegens de gevangenen. Dimitri Roden, ‘In naam van het Duitse volk!’, Het Duitse krijgsgerecht en de openbare orde in bezet België (1940-1944), 2014. Proefschrift voorgedragen tot het behalen van de graad van doctor in de geschiedenis – doctor in de sociale en militaire wetenschappen. [On Line beschikbaar]:  https://core.ac.uk/download/pdf/74615155.pdf  en https://www.journalbelgianhistory.be/en/system/files/article_pdf/chtp22_005_Roden.pdf [Laatst geraadpleegd op 2 april 2023]. Bij de voor mishandeling aangeklaagde Luitenant Res Jules Van Duppen wordt door de Duitse auditeur zelf een verzachtende omstandigheid ingeroepen: “In erster Linie sind die belgische und die französische Regierung dafür verantwortlich zu machen, dass derartige Ausschreitungen vorkomen, infolge der aufs Äusserste getriebenen Verhetzung der Bevölkerungen. Das Gericht ist überzeugt, dass auch der Angeklagte sich diesen Einflüssen nicht entzogen hat und dass sein schuldhaftes Unterlassen mit auf seine feindselige Einstellung zurückzuführen ist“. Extract uit Feldurteil in Personal-Akte Wittlich vs Van Duppen. Hiermee wordt verwezen naar de door de Belgische en Franse overheid aangewakkerde spionnenkoorts (toen ook al naar verwezen als ‘parachutitis’, de vrees voor vijandelijke acties achter de linies door met parachuten gedropte saboteurs en spionnen) in de aanloop van en tijdens de veldtocht.
  7. Het betreft een voormalige vakantiekolonie die in 1939 door de Franse staat werd aangeslagen voor het onderbrengen van uit Spanje gevluchte weeskinderen. Later werd het kamp ter beschikking gesteld van Britse militairen.
  8. Het Collège Saint-Louis gelegen aan de Boulevard Albert 1er Nr 10 te Saint-Nazaire werd in 1939 ter beschikking gesteld voor de opvang van Britse militairen van de RAF die in de regio ontscheepten tijdens de Schemeroorlog en de gebouwen gebruiken als kazerne. [On Line Beschikbaar]: http://www.lelancastria.com/index.php/fr/temoins-francais/100-m-barbin [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Op 17 juni 1940 verlieten de Britten Saint-Nazaire. Het college werd overgenomen door de Duitsers die er krijgsgevangenen in onderbrachten. De exodus van de Britten kadert in de “Operation Aeriel” vergelijkbaar met de “Operation Dynamo” in Duinkerke. In Saint-Nazaire loopt het desastreus af. De HMS Lancastria met meer dan 7.000 personen aan boord wordt gebombardeerd en zinkt. Er zijn slechts 2.700 overlevenden [On Line Beschikbaar]:
    https://www.cnrs-scrn.org/northern_mariner/vol20/tnm_20_407-418.pdf [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Huidige locatie van het college te zien via Google Streetview [On Line beschikbaar]:https://www.google.com/maps/@47.2678027,-2.2193801,3a,75y,268.95h,81.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1swqRdqX9OSGO_ghzoNx-EjQ!2e0!7i16384!8i8192  [Laatst geraadpleegd 26 augustus 2022]. 
  9. Synthesedossier TRI, hoofdstuk 2VOC, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen  en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  10. Dossier 56ste Linieregiment, Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  11. Cammaert, M., 1994, De geschiedenis van het 6 linieregiment, [n.p]: vzw 6 Linie.
  12. Jamart, J. 1994, L’armée belge de France en 1940, Bastenaken: Schmitz.
  13. Slagorde officieren 56Li bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.