Reglementaire benaming | 20ste Regiment Artillerie | 20ème Régiment d’Artillerie | 20A | |
Type | Regiment veldartillerie van het actieve leger | |
Ontstaan uit | Regiment Artillerie van de Divisie Ardeense Jagers (RAChA) | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | 7de Infanteriedivisie | |
Bevelhebbers | Kolonel SBH Louis Rigano tot 11 mei 40 Majoor Albert Renson van 12 mei tot 02 juni 40 Kolonel SBH Georges Goethals vanaf 02 juni 40 |
|
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant L. Maquet | |
Standplaats | Dekkingsstelling Albertkanaal Sector Eigenbilzen-Lixhe |
|
Samenstelling | I Groep (Majoor René Gennart) |
1ste Batterij 4 x C75 M34 Bofors houwitsers (Cdt Gustave Dassy) 2de batterij 4 x C75 M34 Bofors houwitsers (Cdt Robert Palante) |
II Groep (Kapitein-commandant SBH Jules Vander Velde) |
4de Batterij 4 x C75 M34 Bofors houwitsers (Cdt Albert Dalcq) 5de Batterij 4 x C75 M34 Bofors houwitsers (Cdt M. Courtois) |
|
III Groep (Majoor Albert Renson) |
7de Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Lt M. Cambier) 8ste Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Cdt P. Geulette) 9de Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Kapt P. Lechat) |
|
IV Groep (Majoor Robert Carron) |
10de Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Lt J. Kistner) 11de Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Cdt Marie Neuville) 12de Batterij van 4 x Ob105 GP houwitsers (Kapt L. Rutot) |
|
Batterij Depot en Park (Onderluitenant L. Plichart) | ||
Stafbatterij (Luitenant E. Legrain) |
Staf/20A
Op 26 augustus 1939 wordt het Regiment Artillerie van de Divisie Ardeense Jagers (RAChA) gemobiliseerd te Temploux nabij Namen. Het regiment bestond dan uit twee groepen (I en II/RAChA) uitgerust met een unieke set van zestien houwitsers 75mm Bofors Model 34, speciaal ontworpen voor artilleriesteun in geaccidenteerd terrein zoals de Ardennen, en één groep (III/RAChA) uitgerust met houwitsers 105mm GP. Dit regiment was bijgevolg bijzonder geschikt voor het leveren van vuursteun tijdens operaties van de Ardeense Jagers in de Ardennen.
Het regiment was bovendien volledig gemotoriseerd en beschikte over LATIL en FN vrachtwagens voor het trekken van de kanonnen. Op 11 januari 1940 wordt het regiment omgedoopt tot 20A en op 16 april wordt het regiment versterkt met een vierde groep (IV/20A) eveneens uitgerust met houwitsers 105mm GP. IV/20A werd samengesteld uit reservisten van tweede reserve die gemobiliseerd werden tijdens fase D van het mobilisatieplan. Het betrof artilleristen van de vestingsartillerie die door het 34ste Regiment Artillerie (34A) een versnelde opleiding krijgen in Leuven en Tervuren, afgesloten met een schietoefening in Brasschaat. 34A was het Versterkings- en opleidingsregiment die de miliciens in opleiding en reservisten vrij van mobilisatie van 20A opving.
20A wordt aanvankelijk ten noorden van de Maas ontplooid: de Staf/20A in Wanzoul, I/20A nabij Moha – Antheit, II/20A nabij Landenne – Velaine, III/20A nabij Jehay – Saint-George sur Meuse en IV/20A te Bierwart.
Het regiment blijft op deze posities tot 26 april 1940 wanneer het doorgestuurd wordt naar de zone van het Iste legerkorps (I/LK) in Limburg. Op 29 april 1940 lost het 20A het 11de Regiment Artillerie (11A) af op zijn stellingen in de sector Eigenbilzen-Lixhe ten westen van het Albertkanaal. 11A divisieartillerie van de 5de Infanteriedivisie (5Div) vertrekt met zijn divisie naar de streek rond Brussel nadat deze werd afgelost door de 7de Infanteriedivisie (7Div). Vreemd genoeg blijft het 12de Regiment Artillerie (12A), tot dan de divisieartillerie van de 7Div, niet bij de 7Div maar wordt het doorgestuurd naar de 2Div ChA. 20A voert verkenningen uit naar Zuid-Limburg maar al gauw blijkt dat niet alle stellingen van 11A kunnen worden overgenomen omdat 20A over minder batterijen beschikt dan 11A (10 batterijen in plaats van 12).

Kolonel SBH Louis Rigano.
Op 9 mei staat het regiment als volgt opgesteld:
- de staf is gecolocaliseerd met het Hoofdkwartier (HK) van de 7Div te Genoelselderen
- één sectie van de 2de Batterij van I/20A staat op een stelling in eerste linie nabij de brug van Vroenhoven in de ondersector van het 18de Linieregiment (18Li)
- de 4de Batterij van II/20A staat op een vooruitgeschoven stelling in het centrum van Veldwezelt in de ondersector van het 2de Regiment Karabiniers (2C).
- de I/20A staat te Riemst in de ondersector van 18Li
- de II/20A(-) enkel bestaande uit de Staf en de 5Bij met één sectie (1/5/II) te Mopertingen en één sectie (2/5/II) in Hoelbeek, beiden in de ondersector van 2C.
- III/20A te Rosmeer in de ondersector van 18Li
- IV/20A nabij Zichen-Zussen-Bolder in de ondersector van het 2de Regiment Grenadiers (2Gr)
20A krijgt ook het bevel over de vuren van de kanonnen van het Fort van Eben-Emael. Hiervoor worden verschillende groeperingen gemaakt om de vuren te verdelen over de verschillende eenheden van de 7Div. De organisatie voor het gevecht is als volgt:
- 4/II/20A in steun van de Wielrijdersgroep van de 17Div
- Ondergroepering Noord bestaande uit II (-) en III/20A in directe vuursteun van 2C
- Ondergroepering Centrum bestaande uit I/20A en de kazematten Maastricht 1 en Maastricht 2 van het fort van Eben-Emael in directe vuursteun van 18Li
- Ondergroepering Zuid bestaande uit IV/20A, de kazemat Visé 1 van het fort van Eben-Emael in direct vuursteun van 2Gr
- de Koepels Noord en Zuid van het fort van Eben-Emael in algemene steun van de 7Div

Opstelling 14/V/14A en 4/II/20A in de ondersector van 2C (projectie op originele kaart).
Staf/20A
Luitenant Longhy, permanentieofficier op de commandopost (CP) van 20A te Genoelselderen, ontvangt het codewoord voor het alarm om 00u35 waarna het regiment in staat van alarm gebracht wordt. De kanonniers bemannen de stukken en zijn klaar tot vuren vanaf 01u30. Bij dageraad voeren Duitse luchtlandingstroepen een verrassingsaanval uit op de bruggen van Vroenhoven, Veldwezelt en Kanne alsook op het Fort van Eben-Emael. Hierdoor is de infanterie van de 7de infanteriedivisie vanaf ongeveer 04u30 over de ganse lijn in volle strijd verwikkeld. Van bij het begin van de actie vuren de Ondergroeperingen ‘Noord’, ‘Centrum’ en ‘Zuid’ op de bruggen over het kanaal en op de luchtlandingstroepen die op het dak van het Fort van Eben-Emael zijn neergekomen. Om 07u55 verkrijgt de 7de Infanteriedivisie ook het bevel over de Ondergroepering Oost van het 14de Regiment Artillerie (14A) om het verlies aan vuurkracht te compenseren ten gevolge van de vernietiging van de kanonnen in de kazematten Maastricht 1 en 2 en Visé 1 van het Fort van Eben-Emael door de Duitse aanvallers. De Ondergroepering Oost bestond uit twee groepen namelijk I/14A, uitgerust met 155mm houwitsers, en V/14A, uitgerust met 105mm kanonnen. 14A was het legerkorpsartillerieregiment van het I/LK.
Rond 08u00 zijn de meeste telefoonverbindingen tussen de Staf en de verschillende groepen onderbroken. De zeldzame radiotoestellen werken niet doordat de batterijen nog aan het opladen zijn na de radio-oefening die de vorige avond gehouden werd. Bij gebrek aan beter trachten de groepscommandanten de verbindingen open te houden met estafettes. De Staf/20A coördineert de vuuraanvragen die binnenkomen van het HK van de 7Div en van de verschillende commandoposten van de gesteunde eenheden door telkens de groepen aan te duiden die de vuren zullen uitvoeren. Om 09u00 krijgt Kolonel Rigano van de 7Div het bevel de tegenaanval van I/2Gr om de superstructuur van Eben-Emael te heroveren, te ondersteunen met een maximum aan batterijen. I/20A, IV/20 en V/14A worden hiervoor aangeduid en de officier Adjunct van IV/20A, Luitenant Moreau, wordt uitgestuurd naar het I/2Gr om de vuursteun te coördineren met de grondaanval. Lt Moreau komt omstreeks 11u15 toe op het RV aan kilometerpaal 14 van de weg Riemst-Eben-Emael.
De verwachtte versterkingen voor de tegenaanval komen maar met mondjesmaat toe; een eerste peloton (ongeveer 30 man) van 1/I/11Li om 13u15, een half peloton (ongeveer 15 man) om 13u45, het peloton van het EscCy7Div om 14u15. Er wordt gewacht op meer versterkingen maar door een misverstand in de communicaties tussen 7Div en 2Gr wordt de aanval om 17u00 afgelast. Na het afgelasten van de tegenaanval wordt Luitenant Moreau erop uitgestuurd om uit te vissen over welk geschut het fort van Eben-Emael nog beschikt. Hij zal slechts rond middernacht terugkeren om te melden dat alleen nog de kazemat Visé 2 en de koepel Zuid operationeel zijn. 20A telt aan het eind van de dag 17 doden en ettelijke gewonden en krijgsgevangen.
Een belangrijke voetnoot dient hier gemaakt te worden. Wanneer om 10u15 door de infanterieregimenten in lijn aan 20A en 14A gevraagd wordt de Duitse troepen te beschieten die zich, nog op Nederlands grondgebied, verplaatsen richting bruggenhoofden aan het Albertkanaal, wordt dit door het I/LK niet toegestaan. Een order van 14 april 1940 uitgevaardigd door het Groot Hoofdkwartier (GHK) gericht aan de Legerkorpscommandanten verbood namelijk het uitvoeren van beschietingen op Nederlands grondgebied zonder toelating van het GHK:
“L’entrée de troupes étrangères en Hollande n’entrainerait pas Ipso Facto pour nos troupes, l’autorisation de pénétrer en territoire hollandais, de la survoler, ou d’y agir par les feux, même si cette invasion menaçait directement nos frontières, et même si notre intervention était demandée par les hollandais. De telles actions sont subordonnées à l’autorisation préalable du Commandant en Chef”.
Deze door het GHK opgelegde beperking heeft de vijand een aanzienlijk voordeel geboden. Initieel werden enkel de bruggenhoofden zelf bestookt en de vijand kon zich vrij bewegen zowel ten oosten van de Maas als op de uitgangswegen van Maastricht richting België. Het verbod om op Nederlands grondgebied tussenbeide te komen kon niet onmiddellijk worden opgegeven omdat op dat ogenblik het GHK aan het verhuizen was van Brussel naar het fort van Breendonk. Pas in de late namiddag wordt het verbod artilleriebeschietingen op Nederlands grondgebied uit te voeren opgeheven.
2/2/I/20A (Sectie Luitenant Janot)
Lt Janot staat met zijn sectie opgesteld onmiddellijk achter de 2Cie van het 18Li, de compagnie die een steunpunt heeft ingenomen in Vroenhoven. De twee Bofors kanonnen staan opgesteld ten zuiden van de weg Maastricht – Tongeren en moeten flankvuur kunnen afgeven voor de stellingen van het 18Li. De twee stukken worden niet beschadigd gedurende de eerste luchtaanval en zijn omstreeks 05u45 klaar tot vuren maar de voorwaartse waarnemer van de sectie komt bij het bombardement om het leven. Daarenboven slaagt Lt Janot er niet in om in verbinding te treden met Lt Maquet de verbindingsofficier van 20A bij het 18Li en krijgt bijgevolg geen vuuraanvragen binnen. De ganse voormiddag wordt de sectie onder vuur genomen door de Duitse luchtmacht. Rond 16u00 valt de sectie onder rechtstreeks vuur van de Duitse parachutisten waarop de sectiecommandant beslist de kanonnen te laten springen en zich over te geven.
4/II/20A (Batterij Kapitein-commandant Dalq)
De 4de batterij van II/20A onder leiding van Kapitein-commandant Dalq staat opgesteld ten noorden van Veldwezelt in de ondersector van 2C. De houwitsers zijn volledig ingegraven in epaulementen overspannen met camouflagenetten. De stukken staan gericht naar het kanaal van Briegden-Neerharen om vuursteun te kunnen geven aan de Wielrijdersgroep van de 17Div die achter dit kanaal opgesteld stonden. De brug van Veldwezelt ligt bijgevolg niet in de sector van de 4de Batterij. Om 04u00 horen de manschappen dat de Nederlandse luchtdoelartillerie in actie komt en kort daarop zien ze de zweefvliegtuigen neerdalen ten zuiden van Veldwezelt. Gedurende een vol uur wordt de batterij aangevallen door Ju-87 Stuka vliegtuigen. Geen enkel stuk wordt uitgeschakeld maar de telefoonverbindingen daarentegen zijn verbroken. Om 05u10 worden parachutisten gedropt ten zuiden van Veldwezelt. Het gaat slechts om één peloton van 25 man maar tezelfdertijd worden een honderdtal poppen gedropt als afleidingsmanoeuvre. De sMG Trupp (Sectie zware machinegeweren) van het Duitse parachutisten peloton dat in versterking van het bruggenhoofd werd gedropt landde per vergissing niet op zijn geplande landingszone bij de brug van Veldwezelt maar een 1000 tal meter meer Westwaarts tussen de stellingen van II/2C en I/2C. Het Duitse mitrailleursnest wordt opgesteld op een 500 tal meter van de batterij en hield het kruispunt van de baan Maastricht-Mopertingen met de baan Lanaken – Vroenhoven onder vuur. Hierdoor werd de terugtocht naar de rest van de IIde Groep van 20A die zich in Mopertingen bevond afgesneden. Niet alleen de rest van II/20A maar ook de CP van 2C waar de Lt Wintgens, de verbindingsofficier van 20A, zich bevond kan niet meer bereikt worden. De 4Bij heeft enkel nog verbinding met de CP van II/2C die zich net ten noorden van hun stelling bevond.
Om 14u20 komt via de brug van Briegden een estafette van de Wielrijdersgroep van de 17Div een eerste vuuraanvraag binnenbrengen. Prompt wordt het vuur geopend. Intussen zijn vijandelijke elementen Veldwezelt langs het zuiden reeds binnengedrongen en de zuidflank van de batterij wordt bedreigd. Om 16u30 komt een vuuraanvraag binnen van Majoor Vandriessen, bataljonscommandant van II/2C met het verzoek de brug van Briegden onder vuur te nemen teneinde de springlanding van de brug te ontsteken. De vuren worden uitgevoerd maar de brug springt niet. Tijdens de uitvoering van de artillerievuren worden de manschappen onder vuur genomen door de Duitse infanterie vanuit Veldwezelt. De toestand is niet langer houdbaar, ofwel moet de stelling verlaten worden, of wel moetde Duitse infanterie uit Veldwezelt geneutraliseerd worden door rechtstreeks kanonvuur. Commandant Dalq opteert voor de laatste oplossing, de stukken worden met mankracht in de epaulementen van richting veranderd en de huizen waarin de Duitse infanterie stelling had genomen worden vernield door rechtstreeks artillerievuur. Voorlopig is de 4de Batterij van zijn belagers verlost weliswaar ten koste van drie gewonden.
Na de geslaagde actie worden de stukken opnieuw in de richting van het kanaal van Briegden gezet juist op tijd om op 20u00 de brug van Briegden opnieuw onder vuur te nemen. Elk stuk lost 20 schoten op de brug. Om 20u45 wordt opnieuw vuursteun geleverd ten voordele van de GpCy17Div op vraag van Majoor Denton die een estafette stuurde. Bij het invallen van de nacht blijft de batterij operationeel, maar kan niet langer effectief deel uitmaken van de verdediging van de sector en vecht voornamelijk voor zijn zelfbehoud. Cdt Dalq beslist om van de duisternis gebruik te maken om de stelling te ontruimen en laat de colonne vormen. De stukken worden met mankracht uit de epaulementen gehesen en naar de voertuigen geduwd om geen lawaai te maken. De resterende munitie wordt op de voertuigen geladen en rond middernacht staat de colonne klaar om de eigen linies te vervoegen.
I/20A (-)
De 1ste Groep van 20A onder bevel van Majoor Gennart levert directe vuursteun aan het 18Li en staat opgesteld te Riemst. De groep beschikt over de 1ste Bij en de 2de Sectie van de 2de Bij (de 1ste Sectie van Lt Janot bezet een vooruitgeschoven stelling vlak achter de eerste linie van het 18Li) . Vanaf ontvangst van het alarm worden de lijnen getest en de radioposten opgestart. De groep slaagt er niet in radioverbinding te maken om dat de batterijen van de radio’s plat zijn. Een waarnemingspost wordt door de transmissieofficier met zijn telegrafisten-seiners (TS) geïnstalleerd op de zolder van de pastorij van Riemst.
De ochtend verloopt rustig tot om 04u30 een massa vliegtuigen de stelling overvliegt. De groep wordt onophoudelijk vanuit de lucht aangevallen waardoor alle telefoonlijnen worden verbroken. Er worden geen gesneuvelden gemeld maar zeven FN vrachtwagens met munitie worden geraakt en ontploffen. Een ploeg wordt uitgestuurd om de lijnen te herstellen maar wordt aangevallen door de vijandelijke luchtmacht. Pas om 08u00 komt via Lt Maquet, artillerieverbindingsofficier bij 18Li, de eerste vuuraanvraag van het 18Li binnen. Een afsluitingsvuur wordt afgegeven 400 meter voor de brug van Vroenhoven. Deze aanvraag wordt herhaald om 10u50 en uitgevoerd om 11u00. Om 17u15 wordt op vraag van het fort van Eben-Emael een vuuropdracht gegeven om een punt op 400 meter ten noordoosten van de brug van Kanne te bestoken. De opdracht wordt uitgevoerd om 17u45. Comd 20A geeft opdracht aan de Iste Groep om gedurende de ganse nacht onderhoudsvuren uit te voeren op de brug van Vroenhoven en de superstructuur van het fort van Eben-Emael. Om middernacht wordt een salvo van 200 schoten afgevuurd op het dak van het fort.

De derde en vierde groep van 20A beschikten over 105mm houwitsers op luchtbanden (prentkaart uit 1939).
II/20A (-)
II/20A bestaande uit de een Staf en de 5de Batterij vormt samen met III/20A de Ondergroepering Noord onder bevel van Majoor Renson, tevens groepscommandant van III/20A. De Ondergroepering Noord levert directe vuursteun aan 2C. De staf van de groep en één Sectie (1/5/II/20A) stonden opgesteld in Mopertingen, de tweede Sectie (2/5/II/20A) staat opgesteld in Hoelbeek. De ganse ochtend vallen duikbommenwerpers en jachtvliegtuigen de stellingen aan. De sectie mitrailleurs van II/20A slaagt er in om een toestel neer te halen boven Mopertingen. De vuuropdrachten blijven mekaar snel opvolgen, en II/20A neemt ook de brug te Briegden voor zijn rekening. Deze brug was op 10 mei nog niet vernield en de vijand diende op afstand gehouden te worden tot de brug door een vernielingsploeg van de genie kan worden opgeblazen. Uiteindelijk gebeurt dit de 11 mei om 09u00 door een vernielingsdetachement van 6Gn.
III/20A
III/20A, bestaande uit een Staf en drie batterijen 105mm, nam de stellingen van I/11A ten zuiden van Rosmeer over. De Groep stond onder bevel van Majoor Renson maar wanneer die wordt aangeduid als commandant van de Ondergroepering Noord neemt Kapitein-commandant SBH Geulette, commandant van de 8ste Batterij, het bevel over als vervangend commandant. De Ondergroepering Noord heeft zijn CP geïnstalleerd in het Boelhof langs de baan van Kleine-Spouwen naar Mopertingen, III/20A heeft zijn CP opgesteld in het centrum van Rosmeer. III/20A die samen met II/20A de Ondergroepering Noord vormt levert directe vuursteun aan 2C. Gedurende de dag ondergaat de groep meerdere luchtaanvallen waarbij de Soldaten Maurisse Colot, Albert Laverdisse, Alois Parfonry, Roger Périn, Octave Staumont sneuvelen op de stelling in Rosmeer

Op de achtergrond het kasteel van Caester met daarin de observatiepost van IV/20A.
IV/20A
De IVde Groep van 20A staat opgesteld te Zichen-Zussen-Bolder en levert vuursteun aan het 2Gr. Het wachten na de afkondiging van het alarm wordt plots onderbroken wanneer de observatiepost in het kasteel van Caester om 04u30 meldt dat een massa vliegtuigen de observatiepost overvliegen. Kort daarop wordt de observatiepost door de Duitse luchtmacht uitgeschakeld. Vanaf 04u45 worden de batterijstellingen door Ju-87 Stuka’s aangevallen. De gehuchten Zichen en Zussen worden hevig gebombardeerd en er vallen 22 burgerslachtoffers. Als bij wonder worden geen artilleriestukken beschadigd. Dit is deels te wijten aan het feit dat IV/20 niet de stellingen van 11A in Wonck had overgenomen maar nieuwe stellingen in Zichen en Bolder had verkend en ingenomen. Wonck werd hevig gebombardeerd ook de voormalige stelling van 11A die eerder door Duitse verkenningsvluchten werd opgespoord. Om 05u10 vraagt Majoor Jottrand, commandant van Eben-Emael, de 7Div om de superstructuur van het fort onder vuur te nemen teneinde de parachutisten te verjagen. IV/20A wordt aangeduid voor deze opdracht en vuurt vanaf 05u30 tweehonderd schoten af op het fort. Deze opdracht wordt vanaf 06u00 overgenomen door V/14A. De vuren lokken een nieuw bombardement door de Luftwaffe uit waarbij de Soldaten Degauquier en Delhougne sneuvelen nabij hun kanonnen.
Ter hoogte van Lanaye onderneemt de de 3Cie van het 269ste Duitse Geniebataljon [1] om 08u00 een eerste poging om een pontonbrug te installeren over de Maas. De geniewerken worden waargenomen door de observatiepost van Loën (O32) en de IVe Groep opent het vuur om 08u30 met drie batterijen. De Duitsers staken de bouw van de brug en de 9Cie van III/2Gr weet te melden dat ook het geniematerieel op de oever vernietigd werd.
Omstreeks 10u00 begeeft Majoor Carron zich naar de CP van 2Gr om de vuursteun aan de geplande tegenaanval van I/2Gr gericht tegen de Duitse parachutisten op het dak van het Fort van Eben-Emael te coördineren. Hij verplaatst hiertoe zijn CP en installeert zich in de onmiddellijke omgeving van de CP van Kolonel Herbiet, commandant van 2Gr. Luitenant Moreau, de Officier Adjunct van IV/20A begeeft zich om 11u00 naar de CP van I/2Gr om de details uit te werken voor de vuursteun. In afwachting van de te leveren steun aan de tegenaanval ontketent IV/20A een tegenbatterijvuur op een vijandelijke batterij in de buurt van Eijsden. Om 13u25 ondernemen de Duitsers een nieuwe poging om de Maas te overschrijden, ditmaal ten zuiden van Lanaye. Comd 20A geeft de opdracht aan IV/20A en V/14A om deze pontonbrug over de Maas onder vuur te nemen. Beide groepen openen het vuur op de brug vanaf 13u35.

Resultaat van de uitwerking van de vuren van IV/20A en V/14A op de Duitse pontonbrug van Ternaaien.
De forten van Pontisse, Barchon en de kazemat Visé 2 van het fort van Eben-Emael mengen zich in de strijd. De Duitsers schorten vanaf 14u00 de oversteek van de Maas op onder druk van de artilleriebeschieting. Voor de tweede maal mislukt de overschrijding van de Maas maar de brug blijft voorlopig intact. De beschieting wordt op vraag van de 7Div hernomen vanaf 16u10 tot de pontonbrug wordt vernietigd om 18u12.
Majoor Carron krijgt om 17u00 bericht van de CP van 2Gr dat de tegenaanval van I/2Gr afgelast is. Vervolgens duidt hij Lt Moreau aan om contact op te nemen met het Fort van Eben-Emael om uit te zoeken welke kazematten nog intact zijn. Wanneer een tankcolonne wordt waargenomen nabij het bos van Breust (Eijsden) in Nederland krijgt IV/20 het bevel Eijsden en Breust onder vuur te nemen. V/14A neemt deel aan deze opdracht door het nabij gelegen Sint-Geertruide te beschieten. Om 20u50 wordt het bos van Beurst en Eijsden onder vuur genomen. De verliezen onder de Duitsers die samentroepen in het dorp Eijsden lopen hoog op, zij tellen 35 gesneuvelden en niet minder dan 140 gewonden [2]. Door de vernietiging van de pontonbrug en door de geleden verliezen wordt op 10 mei geen nieuwe poging meer ondernomen om de Maas nabij Lanaye te overschrijden. Uit frustratie laten de Duitsers de kerktoren van Visé springen omdat ze ervan overtuigd zijn dat de vuren vanuit deze toren geleid worden. Van de nacht wordt gebruik gemaakt om de artilleriestukken opnieuw van munitie te voorzien en de epaulementen te verbeteren. Rond middernacht komt Lt Moreau terug van het fort van Eben-Emael met de boodschap dat enkel de kazemat Visé 2 en de koepel zuid nog intact zijn.

Het 20A was als enige eenheid uitgerust met de lichtgewicht 75mm Bofors houwitser (foto Roger Lothaire, editionsdupatrimoine.be).
Staf/20A
De 7Div is er gedurende de ganse dag van de 10de mei niet in geslaagd succesvolle tegenaanvallen uit te voeren. Het volledige front van de 7Div staat dermate onder druk dat het weldra zal uiteenvallen. Vanaf 05u30 trekken massaal pantservoertuigen over de bruggen en de bruggenhoofden worden uitgebreid. Eens de voorste linies doorbroken zijn de artilleriegroepen een gemakkelijke prooi voor de vijand. Om 08u20 bereikt de vijand reeds de oostrand van Genoelselderen en zowel het HK van de 7Div als de CP van 20A worden ijlings ontruimd richting Piringen nabij Tongeren. Er worden nog drie moto estafettes uitgestuurd naar de verschillende groepen met de orders om terug te plooien maar het is reeds te laat, de groepen zijn reeds overmeesterd door de vijand. In Genoelselderen worden de diensten met onder meer de standaard van het regiment voorop gestuurd. Wanneer het Commando zich klaarmaakt om te vertrekken zijn de Duitse pantsers zo nabij dat ze enkel nog te voet door de velden kunnen ontkomen. Nabij Tongeren worden ze opgepikt door het Peloton De Bleedts van 2L maar wanneer dit peloton sidecars dekking moet zoeken voor vijandelijke vliegtuigen wordt Kolonel Rigano en zijn staf gevangen genomen. Alleen Cdt Maquet, de Adjudant-majoor van het regiment, die met de eerste moto vertrok weet te ontkomen. Lt Blampain, de vaandrig van 20A, die met de standaard voorop gestuurd werd, weet Piringen te bereiken. Hij is erin geslaagd gedurende de rest van de Achttiendaagse veldtocht en gedurende de ganse bezetting de standaard uit de handen van de Duitsers te houden.
Het regiment telt 38 gesneuvelden op het einde van de tweede dag van het conflict. Op 11 mei worden ook zo’n 850 militairen van 20A krijgsgevangen genomen, waaronder Kolonel Rigano en de Majoors Carron en Gennart. Het bevel over de rest van het regiment komt in handen van Majoor Renson. Van het ganse regiment blijven nog slechts 3 Bofors kanonnen over, 20A houdt virtueel op te bestaan.
4/II/20A
Bij de 4de batterij beslist Cdt Dalq dat hij via een holle weg die over de Sint-Antoniusberg loopt zal proberen Mopertingen te bereiken. Om 01u30 verlaat de batterij met Cdt Dalq op kop zo stil als maar kan Veldwezelt en passeert de CP van II/2C. Hij weet echter niet dat de Duitsers geïnfiltreerd zijn tussen het Iste en het IIIde bataljon van 2C en dat hij feitelijk reeds omsingeld is. Aan het einde van de holle weg overvallen Duitse infanteristen de colonne. Kapitein-commandant Dalq en de Soldaten Omer Devresse, Louis Laurent, Justin Lenelle, René Monfort en Ignace Moreau sneuvelen bij dit gevecht. Heel wat manschappen worden gevangen genomen. Enkele anderen maken van de verwarring gebruik om te voet te vluchten, maar al het materieel gaat verloren. De 4de batterij houdt op te bestaan.

Opstelling van III/20A ten zuiden van Rosmeer in de ondersector van 18Li (projectie op originele stafkaart).
I/20A (-)
Na de vuuropdracht op het fort van Eben-Emael wordt opdracht gegeven de brug van Vroenhoven onder vuur te houden met alle beschikbare stukken hetgeen ook uitgevoerd wordt. Wanneer om 04u00 de Staf van het 18Li Lafelt verlaat wordt de Lt Maquet, verbindingsofficier van I/20A, hiervan niet verwittigd. Hij probeert zijn groep in Riemst te bereiken maar dit wordt hem belet door de vijand. Hij maakt een omtrekkende beweging en bereikt de CP van 20A in Genoelselderen. Hij wordt door Kolonel Rigano vanuit Genoelselderen naar Riemst gestuurd maar hij kan de Iste Groep niet meer bereiken. Na Vlijtingen om 08u30 ingenomen te hebben rukt de vijand ook op richting Riemst. Tijdens het uitvoeren van een een artillerievuur op de brug van Vroenhoven omstreeks 08u30 wordt de 1ste Batterij van I/20 omsingeld door vijandelijke infanterie. Commandant Dassy slaagt er nog net in de stukken te laten springen vooraleer de batterij om 09u00 krijgsgevangen genomen wordt. Gealarmeerd door de gebeurtenissen bij de 1Bij worden de stukken van de 2Bij eveneens gesaboteerd. De manschappen proberen nog te ontsnappen aan de omsingeling maar hierbij sneuvelt de Luitenant Hallet en de Soldaten Durant, Dussart, Halin, Lemaire, Lepinois en Possen. De meeste manschappen worden samen met hun batterijcommandant, Cdt Palante, omstreeks 09u30 gevangen genomen. Enkelen kunnen ontsnappen, maar alle artilleriestukken gaan verloren en de Iste Groep houdt op te bestaan.
II/20A (-)
Kapitein-commandant SBH Vandervelde verliest elk contact met de commandant van de Ondergroepering Noord. Gedurende de ganse nacht voert de 5de Batterij beschietingen uit op de brug van Veldwezelt op vraag van 2C. Om 05u00 krijgt de batterij een vuuraanvraag binnen op 1500 meter voor hun stelling. Tijdens de uitvoering van de vuren wordt de batterij aangevallen door vijandelijke infanterie die in Mopertingen is geïnfiltreerd tot 500 meter voor de stelling van 1/5/II/20A. Cdt Vandervelde beslist zijn stelling te ontruimen maar bij het verlaten van de stelling rijdt één artillerietrekker met zijn kanon in een gracht. Het kanon wordt onklaar gemaakt en de vrachtwagen wordt in brand gestoken. De 5Bij slaagt er uiteindelijk nog in te ontsnappen met 3 van de 4 vuurmonden, overigens de enige drie kanonnen van 20A die nog gered konden worden.
III/20A
De ganse ochtend stromen militairen van 2Gr, 2C en 18Li, die de strijd al opgegeven hebben, doorheen de stellingen van 20A in Rosmeer. Om 05u10 wordt een artillerievuur ontketend op de brug van Veldwezelt, om 06u40 op de brug van Briegden. De artillerietrekkers van de kanonnen van III/20A bevinden zich samen met de rest van de dienstenbatterij in Membruggen, zo’n vijf kilometer meer naar het zuidwesten. In de vroege ochtend geeft Majoor Renson opdracht aan de artillerietrekkers om de stelling te vervoegen teneinde de kanonnen op te pikken. Wanneer Luitenant Norberg, de maintenance officier van het regiment, door Kolonel Rigano als moto estafette naar III/20A wordt gestuurd met het bevel terug te plooien op Piringen komt hij de artillerietrekkers van de IIIde groep tegen. De colonne onder leiding van de 1ste Wachtmeester Elias werd door de infanterie teruggestuurd met de boodschap dat de vijand de weg naar de stellingen van III/20A reeds afgesneden had. Lt Norberg poogt toch noch om tot bij de stellingen van de IIIde Groep te komen maar wordt onderweg onderschept en gevangen genomen. Inderdaad, de vijand treedt reeds rond 07u30 in contact met de Iste groep van 14A opgesteld in Vlijtingen en na een korte schermutseling waarbij I/14A uit zijn stellingen verjaagd wordt infiltreert de vijand in Rosmeer waar de commandopost van Majoor Renson opgesteld staat. De majoor organiseert de nabije verdediging van zijn stelling hierbij gesteund door een groepje van terugtrekkende infanteristen. De 7Bij wordt omstreeks 08u45 als eerste opgerold door vijandelijke tanks gevolgd door de 8Bij om 09u00 en uiteindelijk moet ook de 9Bij er om 09u15 aan geloven. Tijdens de gevechten op en rond de batterijstellingen sneuvelen Wachtmeester Massin, de Brigadier Degiampietro en de Soldaten Demyttenaere en Evrard. Majoor Renson moet de verdediging van Rosmeer opgeven en slaagt erin zich terug te trekken en II/20A te vervoegen. Vooraleer de artilleristen te voet de stelling verlieten werden de stukken nog gesaboteerd.

Opstelling van I en IV/20A in de ondersector van 2Gr (projectie op originele stafkaart).
IV/20A
Lt Moreau die terugkeerde van zijn liaison opdracht met het fort van Eben-Emael heeft een vuuropdracht meegekregen van Majoor Jottrand. De IVde groep vuurt om 00u30 200 schoten af op een bos ten noordoosten van het fort. Gedurende de nacht wordt de groep herbevoorraad met munitie en eten. Om 01u55 wordt vuursteun gevraagd om Duitse troepen te hinderen die het Albertkanaal oversteken ter hoogte van Kanne. Bij het 2Gr verloopt de Duitse opmars wat trager dan bij 2C en 18Li maar de voorste vijandelijke elementen duiken op in Zichen-Zussen-Bolder rond 03u00. Tegen de middag worden de artillerietrekkers op bevel van Majoor Carron naar voren gestuurd om de kanonnen te gaan oppikken. Op aanvraag van Comd 2Gr wordt om 13u00 vuursteun gegeven ten voordele van het tweede echelon van 2Gr. De situatie in de Ondersector van 2Gr verslechterd zienderogen. De verbindingswegen naar het HK van de 7Div zijn afgesneden waardoor 2Gr blijft weerstand bieden niet wetende dat de 7Div Genoelselderen reeds lang verlaten heeft. De drie batterijen blijven in stelling tot de vroege avond en om 17u30 wordt de laatste vuuropdracht afgewerkt om de Grenadiers te ondersteunen. De 12de batterij wordt als eerste omsingeld en de stukken evenals de artillerietrekkers worden één voor één door Duitse tanks uitgeschakeld. De 11Bij wordt kort hierna overmeesterd zonder dat de stukken vernield konden worden. De 10e Batterij die eerder al volledig zonder munitie gevallen was slaagt erin rond 17u30 de stukken aan te haken aan de artillerietrekkers en de aftocht aan te vatten. Ze nemen een veldweg richting Wonck maar lopen reeds na enkele kilometers in een hinderlaag. Bij de schermutseling waarbij de colonne wordt beschoten door enkele automitrailleurs komen de Soldaten Billy, Henrard en Herremans om het leven terwijl de Luitenanten Kistner en Eykerman tesamen met een twaalftal anderen gewond raken. De Duitsers maken de stukken buit. Tot overmaat van ramp worden de krijgsgevangenen in Wonck nog onder vuur genomen door het fort van Pontisse die het de Duitsers lastig maakt met zeer gerichte vuren.
Maj Carron, die zich terugtrok tesamen met de staf van IV/20A, en de staf van 2Gr schuilen in één van de vele grotten in de buurt van Zichen-Zussen-Bolder. Ze wachten de nacht af om in kleine groepjes te exfiltreren naar de eigen linies. Majoor Carron wordt rond 02u00 gevangen genomen. De voltallige IVde groep is nu krijgsgevangen en houdt eveneens op te bestaan.

Battle Damage Assessment van het bombardement op de bruggen van Maastricht. De bruggen worden niet geraakt, de bommen vallen in de Maas maar ook de Rechtstraat wordt getroffen.
Detachement Vandervelde
De Staf van II/20A, de 5de Batterij en een samenraapsel van 2C allen onder leiding van Kapitein-commandant SBH Vandervelde trekken verder weg van het gebied aan de Maas en slagen erin gedurende de nacht de zone van het III/LK te bereiken.
Detachement Renson
Majoor Renson die met een klein aantal manschappen van III/20A wist te ontkomen bereikt de eigen linies via Tongeren, Waremme, Moxe en Gembloux. Hij zal erin slagen het detachement Vandervelde te vervoegen in de buurt van Sombreffe. Majoor Renson neemt het bevel over van Cdt SBH Vandervelde
Krijgsgevangenen
De krijgsgevangenen van de 20A brachten de nacht door in Maastricht op de terreinen van de tegelfabriek “La Céramique”. Wanneer zij rond 08u00 de Sint-Servaasbrug passeren wordt die door de Blenheims van het RAF 107 Squadron aangevallen. Enkele bommen vallen in de stad en treft de colonne krijgsgevangenen die zich in de Rechtstraat bevond ter hoogte van de Sint-Servaasbrug [3]. Onder de Belgische krijgsgevangenen vielen er zeven dodelijke slachtoffers, waaronder Soldaat Pierre Zoller van 20A.
Detachement Renson
Het detachement trekt in de vroege morgen langs diverse wegen verder naar het zuiden en slaagt erin zich in verbinding stellen met het VIIde legerkorps. Majoor Renson ontvangt het bevel de sectie van de 5de batterij die nog over kanonnen beschikt naar Namen te sturen. Deze Sectie komt onder het bevel van Luitenant Fourmarier en zal vanaf dat ogenblik afzonderlijk optreden van de rest van de overblijvers die onder Majoor Renson zullen proberen de 7Div terug te vervoegen. Lt Fourmarier verliest in Namen echter weer contact met het VIIde korps.

De FN63 RMT vrachtwagen werd door het 20A gebruikt als artillerietrekker.
Detachement Maquet
Generaal-majoor Van Trooyen, commandant van de 7de infanteriedivisie, die alle restanten van de 7Div verzameld heeft in de buurt van de Heizel in Brussel, verlaat de divisie voor een nieuw commando. Die zelfde dag nog wordt Kolonel Duez, voordien commandant van het 18Li, aangesteld als bevelhebber ad interim. In deze hergroeperingszone wordt een detachement van 20A opgevangen in het gehucht Den Bos nabij Ternat. Cdt Maquet, Adjudant-majoor van het regiment, neemt het commando van het detachement dat uit een honderdtal manschappen bestaat. De divisie zal Brussel verlaten en nieuwe kantonnementen opzoeken in de buurt van Aalst op de westelijke oever van de Dender. De eenheden die over voertuigen beschikken doen de verplaatsing via de weg, de infanterie doet de verplaatsing te voet. Ondertussen werd door het GHK beslist dat de 7Div naar Frankrijk gestuurd zal worden om naar analogie van de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk opnieuw uitgerust te worden. Het detachement van 20A onder de hoede van de 7Div wordt doorgestuurd naar Steenhuize-Wijnhuize een deelgemeente van Herzele in Oost-Vlaanderen.

Een onbekende kanonnier van het 20A poseert met zijn zoontje in april 1940.
Detachement Fourmarier
Het detachement neemt stelling rond 16u00 in het gehucht “Milieu du monde” ten zuidoosten van Namen. Hier krijgen ze opdracht om verder te trekken naar Sint-Amandsberg. Nog steeds zonder nieuws van het VII/LK besluiten ze zich aan te hechten aan een groep van het 4LA en samen met deze groep verder westwaarts te trekken tot in Sint-Amandsberg.
Detachement Renson
Majoor Renson die nu de verschillende elementen van 20A groepeert die niet meer ingezet kunnen worden bereikt Tubize omstreeks 04u30 en trekt verder naar Hofstade waar ze de 16 mei toekomen omstreeks 02u00. Hier verneemt hij dat er ongeveer een honderdtal man van 20A kantonneert in Steenhuize-Wijnhuize. Het detachement van Cdt Mauquet komt onder bevel van Majoor Renson die nu samen met de 7Div naar Frankrijk zal doorreizen.
Detachement Renson
Kolonel SBH Duez verneemt in Assebroek nabij Brugge van Generaal Clément dat hij de 7Div naar West-Vlaanderen moet verplaatsen. Hij moet de Div onderbrengen in de buurt van Torhout-Lichtervelde. Het detachement van 20A wordt eerst doorgestuurd Koekelare, daarna naar Ichtegem. De verplaatsing wordt uitgevoerd langs de baan.
Detachement Renson
De restanten van 20A komen aan te Ichtegem-Kortemark, waar Majoor Renson de troepen hergroepeert. 20A telt dan nog zo’n 300 manschappen en 83 voertuigen, maar is niet langer gevechtsklaar. Er is geen geschut meer over.
Detachement Fourmarier
In Sint-Amandsberg duikt de Sectie van Luitenant Fourmarier weer op en slaagt hij erin terug aan te sluiten bij het VIIde Legerkorps. Zijn sectie trekt verder met dit korps naar het westen van het land ter ondersteuning van de 2de Divisie Ardeense Jagers. Voor het eerst sinds het begin van de Achttiendaagse veldtocht zal een detachement van 20A de Ardeense Jagers kunnen ondersteunen.

Majoor Albert Renson, bevelhebber 20A vanaf 12 mei 1940 (na-oorlogse foto).
Detachement Renson
Het detachement vertrekt naar Proven waar ze om 21u00 toekomen. Hier bekomen ze levensmiddelen voor vier dagen toegeleverd uit de depots van Poperinge. Ze krijgen opdracht op zich naar Montreuil in Frankrijk te begeven.
Detachement Renson in Frankrijk
Het detachement van Majoor Renson vertrekt richting Frankrijk in het kielzog van de 7de Infanteriedivisie en steekt de Frans-Belgische grens over te Watou rond 11u15. Via Saint-Omer bereiken ze Montreuil rond 17u15 waar Majoor Renson zich aanmeldt bij de Plaatsofficier.
Detachement Fourmarier
De Sectie van Luitenant Fourmarier wordt aangevuld met manschappen uit het Centre de Regroupement des Isolés de l’Artillerie dat te Poperinge is opgericht om kanonniers op te vangen die hun eenheid verloren hebben. Fourmarier ontvangt voornamelijk manschappen van de fortenartillerie van Luik en Namen
Detachement Renson in Frankrijk
Majoor Renson slaagt erin 1.600 liter benzine vast te krijgen in Neuville en nog eens 1.200 liter in Bouginville. Hiermee kunnen de 83 voertuigen volgetankt worden en de monding van de Somme bereiken. Wanneer ze in Abbéville toekomen staat de stad reeds in brand. Majoor Renson probeert een oversteekplaats te vinden en vertrekt op verkenning in Abbeville. Hij komt in een bombardement terecht en wanneer hij zich van tussen de brokstukken kan loswerken en terugkeert naar zijn colonne is die reeds doorgestuurd naar Rouen. Hij kan de colonne nog inhalen en trekt verder naar Conche-en-Ouche (departement Eure) via Evreux. Het detachement van Majoor Renson is letterlijk door het oog van de naald gekropen want in de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden die op weg waren naar Zuid-Frankrijk ingesloten door de Duitsers.

Duitse opmars van 16 tot 21 mei waarop Abbeville aan de Somme bereikt wordt.
Detachement Renson in Frankrijk
Majoor Renson bereikt Gaudreville-la-Rivière nabij Conche op 21 mei en verneemt er dat een gedeelte van de colonne is doorgereden naar het departement “Orne” en zich in L’Aigle bevindt. Beide groepen hergroeperen in Gaudreville-la-Rivière waar ze een week lang zullen kantonneren. Het detachement van 20A profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine om te recupereren. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt waarbij ze zullen proberen te beletten dat de Britse troepen die ingezet zijn op het vaste land terugkeren naar Engeland. Het detachement Renson staat nog steeds onder bevel van Kolonel Duez die zich met een beperkte Staf installeert in het gemeentehuis van Conches.

Gaudreville-la-Rivière ten oosten van Conches, hergroeperingszone van 20A ten zuiden van de Seine.
Detachement Renson in Frankrijk
De 7de Infanteriedivisie waarvan 20A nog steeds deel van uitmaakt blijft in de streek van Conches – L’Aigle kantonneren om terug op krachten te komen. Kolonel SBH Duez, commandant a.i. van de 7Div krijgt opdracht om alle geïsoleerde militairen die samentroepen tussen Conche en L’Aigle, alles tezamen zo’n 15.500 manschappen, te bevoorraden. Hij beseft dat ze nog niet buiten schot zijn en dat het maar een kwestie van tijd is vooraleer de Duitsers hun opmars naar het zuiden zullen verder zetten. 20A kantonneert nog steeds in Gaudreville-la-Rivière.
Detachement Renson in Frankrijk
Kantonneert in Gaudreville-la-Rivière.
Detachement Renson in Frankrijk
Kantonneert in Gaudreville-la-Rivière.
Detachement Fourmarier
In eigen land begint de slag aan de Leie. De 2de Divisie Ardeense Jagers gaat bij Deinze in stelling, met het 5ChA in Deinze zelf, 6ChA in Gottem en 4ChA in Olsene-Dentergem. Acht artilleriegroepen toebehorend aan 4LA en 12A worden toegevoegd voor directe vuursteun. Fourmarier’s sectie wordt ingedeeld bij het 4LA.
Detachement Renson in Frankrijk
Kantonneert in Gaudreville-la-Rivière.
Detachement Fourmarier
De Sectie van Luitenant Fourmarier krijgt versterking van twee stukken die door Lt Gothot werden meegebracht vanuit Meulebeke waar de 5Bij van 34A zich bevond. De Sectie nu met vijf vuurmonden wordt weer tot een volwaardige batterij uitgebouwd en omgedoopt tot 5/20A. Deze nieuwe batterij wordt overgeheveld naar de op 22 mei opgerichte Groep Artillerie VIIde Legerkorps en zal de komende twee dagen intens betrokken raken bij de gevechten. Naast de 5Bij/20A bestaat de geïmproviseerde Groep Artillerie VIIde Legerkorps nog uit de restanten van de beide batterijen Britse 6-duim houwitsers van de Versterkte Positie Namen.
Detachement Renson in Frankrijk
Kantonneert in Gaudreville-la-Rivière.
Detachement Renson in Frankrijk
Kantonneert nog steeds in Gaudreville-la-Rivière maar krijgt opdracht verder te trekken naar Ruffiac (Morbihan).
Detachement Renson in Frankrijk

Hergroeperingszone 7Div in Morbihan in Bretagne.
Na de Belgische capitulatie trekt de groep Renson steeds dieper Frankrijk in met de restanten van de 7de Infanteriedivisie. De colonne trekt verder via Mayenne, Chailland, Vitré, Janzé, Bain-de-Bretagne en Messac naar Ruffiac in het Bretoense departement Morbihan.
In Ruffiac wordt Majoor Renson op 30 mei door Kol SBH Duez op de hoogte gebracht dat de regering de ambitie heeft de 7de Infanteriedivisie, inclusief 20A, in Frankrijk terug op te richten.
Detachement Renson wordt Detachement Goethals in Frankrijk
Op 2 juni neemt Kolonel SBH Goethals te Ruffiac het bevel over van het Detachement Renson. Kol SBH Goethals was tot 9 mei defensie-attaché in de ambassade te Berlijn, via Zwitserland bereikte hij Poitiers waar hij op de hoogte werd gebracht van zijn nieuw commando . Hij begint met de uitbouw van een nieuw Artillerieregiment gebaseerd op de restanten van 20A.

Kolonel SBH George Goethals.
Detachement Goethals in Frankrijk
Op 4 juni krijgt het regiment opdracht om een nieuw kantonnement in te nemen te Rochefort-en-Terre iets ten zuiden van Ruffiac teneinde een verdere reorganisatie toe te laten. De installatie in Rochefort-en-Terre wordt beëindigd op 6 juni 1940, maar het regiment beschikt nog steeds niet over kanonnen.
Detachement Goethals in Frankrijk
Kapitein-Commandant Dufour, een actief officier van het 31ste Regiment Artillerie komt toe in Rochefort-en-Terre met een 400 tal manschappen hoofdzakelijk afkomstig van de 2de Batterij van de IIIde Groep van 31A (2/III/31A) . Het detachement van Cdt Dufour bestaande uit rekruten van de klas ’40 bestemd voor 14A werd door het Versterkings- en Opleidingcentrum Artillerie (VOC/Aie) naar Bretagne gestuurd ter versterking van 20A. Er komt onverwachts ook nog versterking uit Engeland. Op 03 juni verlieten een 400-tal Belgische militairen, die naar Engeland ontsnapt zijn na de capitulatie, het kamp van Tenby in Wales. Ze stappen in Milford-Haven aan boord van het Nederlands schip de Hr.Ms. Batavier II die hen op 04 juni afzet in de haven van Brest in Bretagne. Van daar uit worden ze doorgestuurd naar Morbihan waar de 7Div reorganiseert. De artilleristen van dit detachement worden aangehecht bij het 20A op 6 juni. Onder hen Cdt Res Dubois van 26A [4].
Detachement Goethals wordt 20A in Frankrijk
20A wordt op 7 juni officieel opnieuw uitgebouwd tot een regiment met twee groepen:
- een eerste groep onder bevel van Majoor Renson wordt gevormd met de restanten van III/20A en IV/20A.
- een tweede groep onder bevel van Kapitein-Commandant Dufour wordt gevormd met de restanten van I/20A en II/20A, versterkt met de 400 tal manschappen van 2/III/31A.
20A in Frankrijk
Een detachement met artillerietrekkers vertrekt op 13 juni naar de Bretoense kuststad Vannes om er Franse 75mm kanonnen uit een depot te gaan ophalen. De stukken dateren reeds uit WO1 en zullen worden gebruikt om het 20A, dat op dat ogenblik opnieuw zo’n 1.000 manschappen telt, uit te rusten. Er wordt begonnen met de overgave – overname maar op het laatste ogenblik beslist de Plaatscommandant van Vannes dat de kanonnen zullen worden overgemaakt aan het Franse 105de Bataljon Artillerie dat zijn kanonnen verloor tijdens gevechten in Noord – Frankrijk. Het detachement moet met lege handen terugkeren en 20A blijft zonder vuurmonden.
20A in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 kondigt Maréchal Pétain in een radiotoespraak aan de Franse bevolking de nakende capitulatie van Frankrijk aan. 20A kan de verdere heruitrusting met Frans materieel nu wel vergeten. De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis gooit het nu over een andere boeg. Hij vat het plan op om de 7Div zonder bewapening en materieel naar Engeland over te brengen. De uitvoering van dit plan mislukt echter omdat de Franse overheid weigert aan de uitvoering van het plan mee te werken. De 7Div is op zichzelf aangewezen om alsnog in Engeland terecht te komen. Nu het er ook voor de Fransen bijzonder slecht begint uit te zien en het land dreigt te capituleren onder de snelle vooruitgang van de Duitse Wehrmacht, geeft generaal Van Daele opdracht aan het 20A om zich naar Saint Nazaire te verplaatsen met het oog op een mogelijke inscheping naar Engeland. De Britten zijn immers al sedert 15 juni bezig met de evacuatie van hun troepen vanuit Saint Nazaire [5]. Het bataljon wordt klaargemaakt voor de verplaatsing.
20A in Frankrijk
Het vertrek naar het zuiden wordt nog bespoedigd wanneer op 18 juni het Franse front in Bretagne doorbroken wordt. De 7Div wordt opgedeeld in een gemotoriseerde colonne en een colonne te voet. De gemotoriseerde colonne met onder meer 20A, het 6Gn, het 7TTr en het TptK krijgen de marsroute Malestroit, Redon, Pontchâteau, Nantes en Montaigue-Vendée opgelegd. Vanuit Montaigue-Vendeé ten zuiden van de Loire wordt doorgereden naar Legé waar de divisie hergroepeert.
20A in Frankrijk
20A bereikt nagenoeg intact Legé maar de infanterieregimenten van de 7Div die de verplaatsing te voet moesten uitvoeren worden nagenoeg allen ingehaald door de vijand. Slechts een 200-tal infanteristen weet Legé te bereiken. Wanneer de Duitse voorhoede aankomt in Nantes wordt verder teruggetrokken naar het zuiden. Via Les Sables-d’Olonne, Lucon, La Rochelle en Rochefort wordt Pons ten noorden van Bordeaux bereikt waar de divisie opnieuw halt houdt. 20A krijgt een kantonnement toegewezen in Saint-Palais-de-Phiolin ten zuidwesten van Pons. Te Pons kan de Staf/7Div de verbinding met het MLV herstellen en verneemt er dat het de 7Div verboden wordt om nog naar Engeland in te schepen. Langzaam maar zeker wordt het duidelijk waarom een evacuatie naar Engeland niet meer mogelijk is wanneer de voorwaarden van de wapenstilstand die Frankrijk met Duitsland zal ondertekenen bekend raken. Hierop wordt beslist niet langer langs de kustlijn verder te trekken maar meer landinwaarts veiliger oorden op te zoeken. Vanuit Pons wordt verder doorgereisd naar Bordeaux om uiteindelijk halt te houden te nabij Toulouse. Er wordt gekantonneerd te Lherm en te Thédirac.
20A in Frankrijk
De Fransen capituleren en ondertekenen een wapenstilstandsverdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers sluit staat onder meer vermeld dat zij er zich toe verbinden de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren [6]. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten. 20A krijgt nu het bevel om de rest van de 7Div te vervoegen die zich heeft geïnstalleerd ten noordoosten van Pau.
20A in Frankrijk
20A krijgt in de zone van de 7Div kantonnementen toegewezen te Cravencères en Sauboires in de onmiddellijke omgeving van Manciet ten zuiden van de demarcatielijn. In Sauboires (Gers) maakt het regiment moeilijke tijden door. Het moreel van de mannen is gezakt tot een dieptepunt en na de Franse capitulatie zien de meeste het nut niet meer in om nog verder weerstand te bieden. Op 25 juni eisen de manschappen de repatriëring naar België en Kolonel Goethals heeft veel moeite om de discipline te bewaren.

Monument voor het 20A bij fort Eben-Emael.
Staf/20A in Frankrijk
Het Ministerie van Landsverdediging stuurt vanuit Frankrijk een militaire missie naar België om de terugkeer van de Belgische militairen naar België te regelen. Op 20 juli vergezelt Kolonel SBH Goethals de Luitenant-generaal Van Daele tijdens deze missie. Zij worden vergezeld door Cdt SBH Henri Bernard en Kapt SBH baron Franz Tilmans. De officieren verlaten Villeneuve-sur-Lot om 07u45, passeren de demarcatielijn en reizen via Bordeaux door naar Pithivier waar ze de nacht van 20 op 21 juli doorbrengen. De volgende dag komt het gezelschap om 19u00 toe in Brussel. Majoor Renson neemt in Sauboires, gedurende de afwezigheid van de korpscommandant, tijdelijk het bevel van 20A over.
Staf/20A in Frankrijk
Te Brussel ontmoet Generaal-majoor Van Daele de koning Leopold III en zijn persoonlijke raadgever Generaal-majoor Van Overstraeten. Die zelfde dag vindt een vergadering plaats tussen Kolonel SBH Goethals en de Duitse militaire bevelhebber voor ons land, Generaal von Falkenhausen. Er wordt bepaald dat de terugkeer naar ons land eerst zal geschieden voor de 7de Infanteriedivisie, vervolgens voor de Rekruteringsreserve en tenslotte voor de Versterkings-en Opleidingscentra. De Duitsers zullen de Belgische troepen de nodige steun verlenen voor de terugkeer en zullen garanderen dat de demarcatielijn die het bezette deel van Frankrijk afscheidt van het vrije zuiden van het land zonder problemen kan overgestoken worden [7].
20A in Frankrijk
20A wordt op 21 augustus naar het station van Manciet (Gers) vlakbij Sauboires gestuurd om er op 23 augustus de trein te nemen richting België. Majoor Renson wordt aangeduid als treincommandant. Na een lange treinreis van drie dagen komen de manschappen van 20A op 26 augustus aan te Brussel. Iedereen kan huiswaarts keren met de belofte van de Duitsers om niet geïnterneerd te worden, de militairen zijn vrij.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onbekend | ADAM | Albert Camille | ![]() | Wm | 16.02.1915 | Villers-la-Loue | 07.08.1940 | Villers-la-Loue | Overleden aan verwondingen. | ||
11/IV | ALBERT | Joseph Pierre Henri | ![]() | Adjt | BV | 26 | 25.09.1905 | Othée | 11.05.1940 | Roclenge sur Geer | |
7/III | ANDRE | Albert Ghislain Joseph | ![]() | Sdt | 26.11.1919 | Hompré | 26.11.1 | Tangerhütte (D) | Krijgsgevangene | ||
11/IV | ANDRE | Louis | ![]() | Lt | Res | 24.02.1902 | Virton | 12.05.1940 | Maastricht (NL) | ||
Onbekend | BASTIN | Joseph Gilles | Sdt | Mil | 25 | 15.10.1905 | Septon | 27.05.1940 | Poperinge | ||
4/II | BAUDET | Germain Fernand | Wm | BV | 08.10.1910 | Quaregnon | 20.05.1940 | Maastricht (NL) | |||
4/II | BERNIQUE | Georges Louis Joseph | ![]() | Brig | 18.03.1915 | Florenville | 14.09.1941 | Tombeek | |||
10/IV | BILLY | Albert Gilles Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 10.02.1920 | Porcheresse | 12.05.1940 | Wonck | |
8/III | COLOT | Maurice Arthur Alexis Ghislain | Sdt | Mil | 39 | 13.04.1920 | Vedrin | 10.05.1940 | Rosmeer | ||
4/II | DALCQ | Albert Léon Eduard | ![]() | Cdt | 20 | 31.05.1900 | Couvin | 10.05.1940 | Veldwezelt | Batterijcommandant. | |
1/I | DEGAUQUIER | Celestin Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 23.12.1919 | Quaregnon | 11.05.1940 | Riemst | Verwond 10/05 te Zichem-Zussen-Bolder. |
8/III | DEGIAMPIETRO | Georges Michel | ![]() | Brig | Mil | 34 | 06.06.1914 | Messancy | 12.05.1940 | Rosmeer | |
11/IV | DELHOUGNE | Leonard Jean Nicholas | Sdt | Mil | 11.07.1913 | Verviers | 10.05.1940 | Zichem-Zussen-Bolder | |||
11/IV | DELVAUX | Alexandre Julien | ![]() | Sdt | Mil | 24.04.1907 | La Louvière | 11.05.1940 | Roclenge sur Geer | ||
Onbekend | DEMYTTENAERE | Roger André Henri Pierre | Sdt | Mil | 09.10.1910 | Wervik | 11.05.1940 | Rosmeer | Brancardier | ||
12/IV | DENIS | François Louis | Sdt | Mil | 15.05.1910 | Chodes | 12.05.1940 | Maastricht (NL) | |||
4/II | DEVRESSE | Omer Leon Albert | Sdt | Mil | 02.04.1918 | Graide | 10.05.1940 | Veldwezelt | |||
7/III | DIET | Albert Joseph Ghislain | ![]() | Sdt | Mil | 09.04.1920 | Andenne | 10.05.1940 | Vlijtingen | ||
Onbekend | DURANT | Gustave Oscar | ![]() | Kpl | Mil | 06.05.1915 | Geraardsbergen | 10.05.1940 | Riemst | Telefonist-Seingever | |
Staf/I | DUSSART | Roger Louis Joseph | Sdt | Mil | 10.07.1919 | Saint-Martin | 10.05.1940 | Riemst | |||
7/III | EVRARD | Vincent Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 02.09.1919 | Falisolle | 11.05.1940 | Rosmeer | Brancardier | |
Staf/I | GENNART | René Leopold Hubert | ![]() | Maj | 07.07.1895 | Mettet | 27.09.1942 | Brussel | Overleden in Hulphospitaal 1 | ||
8/III | GODFROID | Adolphe Jules Joseph Albert Ghislain | Sdt | Mil | 09.05.1918 | Heyd | 11.05.1940 | Rosmeer | |||
Staf/I | HALIN | André Joseph | Sdt | Mil | 19.01.1909 | Marche | 10.05.1940 | Riemst | |||
1/I | HALLET | Camille Marie Alexis | ![]() | Lt | Res | 21.12.1900 | Offagne | 10.05.1940 | Zichen-Zussen-Bolder | Sectiechef. | |
Onbekend | HENRARD | Corneille Désiré Joseph | Sdt | Mil | 14.11.1919 | Moha | 11.05.1940 | Wonck | TptK 2PAMA/VIILK | ||
10/IV | HERREMANS | Felix | Sdt | Mil | 30.09.1908 | Meldert | 11.05.1940 | Wonck | |||
IV | JOIRET | Victor Jean Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 08.06.1910 | Flémalle-Haute | 10.05.1940 | Kanne | ||
Onbekend | LABIERE | Marcel | ![]() | Wm | 08.04.1919 | Bonnert | 01.07.1940 | Fallingbostel (D) | Krijgsgevangene | ||
Onbekend | LARGEFEUILLE | Dieudonné, Jacques | ![]() | Sdt | Mil | 20.05.1915 | Dison | 11.05.1940 | Bassenge | TptK 2PAMA/VIILK | |
4/II | LAURENT | Louis, Lucien Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 17.02.1914 | Poupehan | 10.05.1940 | Veldwezelt | ||
Staf/III | LAVERDISSE | Albert Fernand Ghislain | Sdt | Mil | 30.06.1916 | Saint Servais | 10.05.1940 | Rosmeer | |||
Staf/I | LEMAIRE | Theodule Emile Antoine | ![]() | Sdt | Mil | 02.03.1916 | Haut Fays | 10.05.1940 | Riemst | ||
4/II | LENELLE | Justin | Sdt | Mil | 18.10.1915 | Aubange | 10.05.1940 | Veldwezelt | |||
Staf/I | LEPINOIS | Marcel Edmond René | ![]() | Sdt | Mil | 28.06.1914 | Corbion | 10.05.1940 | Riemst | ||
8/III | MASSIN | Camile Alphonse Bethuin | ![]() | Wm | Mil | 11.07.1919 | Floreffe | 11.05.1940 | Rosmeer | ||
Staf/IV | MOISE | Albert Pierre Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 14.08.1911 | Roloux | 11.05.1940 | Zichen-Zussen-Bolder | ||
4/II | MONFORT | René Thomas Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 05.06.1912 | Bihain | 10.05.1940 | Veldwezelt | ||
4/II | MOREAU | Ignace | Sdt | Mil | 18.04.1920 | Quaregnon | 10.05.1940 | Veldwezelt | |||
7/III | PARFONRY | Alois Albert Gilles | ![]() | Sdt | Mil | 01.04.1917 | Marenne | 10.05.1940 | Rosmeer | ||
Staf/I | PARISSE | Albert | Wm | Mil | 01.07.1913 | Mellier | 10.05.1940 | Arlon | |||
8/III | PERIN | Roger Auguste Adolphe | Sdt | Mil | 22.11.1919 | Hancinelle | 10.05.1940 | Rosmeer | |||
Staf/I | POSSEN | Mathieu Hubert | Sdt | Mil | 25.10.1919 | Teuven | 10.05.1940 | Riemst | |||
8/III | PUFFET | Gustave Cyrille Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 03.10.1918 | Ohet | 11.08.1940 | Fallingbostel (D) | Krijgsgevangene |
3/I | ROMPEN | Joseph Henri Mathieu Antoine | Wm | Mil | 11.05.1912 | Melen | 11.05.1940 | s' Herenhelderen | |||
8/III | STAUMONT | Octave Henri Adoplhe Ghislain | ![]() | Sdt | Mil | 24.10.1919 | Nijvel | 10.05.1940 | Rosmeer | ||
Staf/III/4A | VAN DEN WEYGAERT | Antoon Hendrik Maria | Wm | Mil | 10.02.1909 | Antwerpen | 21.05.1940 | Brussel | Overleden aan verwondingen in Brugmanhospitaal. Gedetacheerd van 4A. | ||
8/III | ZOLLER | Pierre | ![]() | Sdt | 29.01.1918 | Athus | 12.05.1940 | Maastricht (NL) | Krijgsgevangene |
- De pontonbrug wordt gebouwd door de 3Cie van het 269ste Duitse Pionier Bataljon, het organiek geniebataljon van de 269(DEU)ID. Deze divisie had als opdracht om een bruggenhoofd over de Maas te veroveren ten zuiden van Maastricht. Bij de artilleriebeschieting sneuvelen meerdere soldaten van de 3Cie van het 269(DEU)Gn. Tien van hen liggen begraven op het Duits militair kerkhof van Lommel. Informatiebron: lijst gesneuvelde Duitse militairen begraven op het Duits militair kerkhof van Lommel.
- Eijsden, dorp onder vuur, Frans Roebroeks, Regionaal Historisch Centrum Limburg, Maastricht.
- Foto genomen op 12 mei boven Maastricht door de laatste Blenheim van het RAF 107 Squadron die het objectief overvloog met de bedoeling het resultaat van het bombardement te verifiëren (BDA – Battle Damage Assessment). De foto bevindt zich in de archieven van het Imperial War Museum. De foto is een stille getuige van de doodsoorzaak van de zeven Belgische militairen van 18Li, 14A en 20A die als krijgsgevangen langs de Rechtstraat afmarcheerden richting Sint-Servaasbrug.
- Verslag Cdt Dubois, Batterijcommandant 4Bij/II/26A in CHD te Evere. Na de achttiendaagse veldtocht is Cdt Dubois met enkele andere artillerieofficieren ontsnapt naar Engeland en via Engeland in Bretagne terechtgekomen om het 20A te versterken.
- Er bevonden zich nog heel wat Britse troepen (vooral RAF) in Bretagne die via Brest, Saint-Nazaire en Nantes terug naar Engeland verscheept moesten worden. De evacuatie van Britten vanuit Saint-Nazaire en Nantes kreeg de codenaam “Operation Aeriel” (zoals de evacuatie van Britten vanuit Duinkerke gekend is als “Operation Dynamo”) en vond plaats van 15 tot 25 juni. Allicht hoopte GenMaj Van Daele gebruik te kunnen maken van de schepen die de Britse troepen terug naar Engeland moesten brengen. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar] https://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Aerial [Laatst geraadpleegd 16 september 2022]
- Achtergrondinformatie over de ondertekening van de wapenstilstand tussen Duitsland en Frankrijk [On Line beschikbaar] https://nl.wikipedia.org/wiki/Wapenstilstand_van_22_juni_1940 [Laatst geraadpleegd 14 september 2022].
- Een handgeschreven verslag van de missie van GenMaj Van Daele te Brussel, opgesteld in het Frans door Kapt SBH baron Franz Tilmans, bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- La Fraternelle Royale des Chasseurs Ardennais, 2011. Pertes des Chasseurs Ardennais durant la deuxième guerre mondiale, [online] beschikbaar op: <http://www.fraternellechasseursardennais.be/> [geraadpleegd op 10 september 2011].
- Lothaire, R., 2011, L’artillerie légère de campagne belge de 1900 à 1940 – Tome I, Verviers: Editions du Patrimoine Militaire
- Historique des forces Armées N° C.1.56.5, Belgique, Titre V, l’action de l’artillerie.
- Si le 20ème Régiment d’Artillerie m’était conté, door J. Thonus, April 2008, Printhouse Défense.
- Lothaire, R., 2010, L’artillerie de campagne belge de 1900 à 1940: tome I, Verviers: Editions du Patrimoine Militaire.
- Slagorde officieren 20A, archief van de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.