10de Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 10de Regiment Artillerie | 10ème Régiment d’Artillerie | 10A
Type Regiment artillerie van de eerste reserve
Ontdubbeld van 11de Artillerieregiment
Onderdeel van 10de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH Robert Van Saceghem
Adjudant-majoor Kapitein L. Vanderryt
Standplaats K.W. Stelling
Sector Leuven
Commandopost te Meerbeek
Samenstelling I Groep (Majoor Julien Roskam) 1ste Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Cdt H. Nouwynck)
2de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Cdt Jean Van Damme)
3de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Cdt G. Devos)
  II Groep (Majoor François Peeters) 4de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Victor Grandjean)
5de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt A. Cantarella)
6de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt E. Laurent)
  III Groep (Majoor Jean de Schaepdrijver) 7de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt L. Delrivière)
8ste batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Georges Remy)
9de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt Gaston De Bruyere)
  IV Groep (Majoor Fernand Gautier) 10de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt G. Larri)
11de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Cdt Hector Portier)
12de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt R. Malchair)
  Stafbatterij (Luitenant R. Hecq)

Tijdens de mobilisatie

Staf/10A
Het 10de Regiment Artillerie (10A) wordt als ontdubbelingsregiment van het 11de Regiment Artillerie (11A) gemobiliseerd te Maarkedal nabij Oudenaarde op 1 september 1939 bij afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan. Het gros van de effectieven wordt geput uit reservisten van 11A behorende tot de militieklassen ’32 tot en met ’35. Het regiment wordt onmiddellijk na zijn mobilisatie als divisieartillerie aangehecht bij de 10de Infanteriedivisie (10Div) en zal bij deze divisie blijven gedurende de ganse mobilisatie. Na te zijn vervolledigd vertrekt 10A samen met de 10Div naar het westelijke uiteinde van de dwarsstelling Bierges – Ninove. Op 11 november 1939 komt de 10Div onder direct bevel van de Generale Staf van het Leger (EMGA) te staan als algemene reserve van het leger. De divisie wordt door de Generale Staf een eerste keer naar de Sector Leuven van de K.W. Stelling gestuurd. Op 27 november krijgt de 10Div opdracht om de Sector Westerlo van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal in te nemen. Deze sector ligt binnen de zone van het IIde Legerkorps (II/LK). 10A brengt de winter door achter het Albertkanaal. Op 10 april 1940 krijgt de divisie initieel het bevel om stelling te nemen rondom Waver achter de K.W. Stelling. Deze orders worden tijdens de verplaatsing naar Waver herroepen en de 10Div krijgt nu opdracht om de Sector Leuven opnieuw in te nemen. Op 12 april komt de divisie aan in Leuven.

Gedeeltelijke opstellingsschets van de 10Div te Leuven op 10 mei met vermelding van de ondersectoren van 5J en 6J. 3J staat meer naar het noorden opgesteld (projectie op originele stellingsschets van mei 1940)

Gedeeltelijke opstellingsschets van de 10Div te Leuven op 10 mei met vermelding van de ondersectoren van 5J en 6J. 3J staat meer naar het noorden opgesteld (projectie op originele stellingsschets van mei 1940) [2].

Aan de vooravond van de oorlog bewaakt de 10Div nog steeds als enige Belgische divisie de K.W. Stelling. Het divisiehoofdkwartier bevindt zich te Kortenberg. De drie infanterieregimenten staan in lijn opgesteld nabij Leuven. Het 3de Regiment Jagers te Voet (3J) bezet de noordelijke ondersector achter het Kanaal Leuven – Dijle [1] tussen Wespelaar (Tildonk) en Wijgmaal (Herent). Het 6de Regiment Jagers te Voet (6J) stelt zich op in het centrum van de divisiesector tussen Wijgmaal (Herent) en de Leuvense wijk Blauwput terwijl het 5de Regiment Jagers te Voet (5J) de zuidelijke ondersector voor zijn rekening neemt en zich opstelt in Leuven achter de spoorweg tussen Blauwput en Heverlee. Het 10de Regiment Artillerie staat verspreid opgesteld ten westen van Leuven en heeft zijn commandopost te Meerbeek.

I/10A
De Iste Groep (I/10A) kantonneert te Bertem en heeft zijn schootsstellingen op 2Km ten noordoosten van het dorpscentrum van waaruit het 5J ondersteunt

II/10A
De IIde Groep (II/10A) verblijft in Veltem-Beisem en staat opgesteld te Winksele ten behoeve van het 6J

III/10A
De IIIde Groep (III/10A) heeft zijn ravitailleringsechelon te Nederokkerzeel laten kantonneren en heeft stellingen ingenomen te Winksele-Delle voor vuursteun aan 3J

IV/10A
De IVde Groep (IV/10A) kantonneert te Meerbeek. Hun kanonnen bevinden zich ten westen van Leuven met twee batterijen in het Bertembos en een batterij te Veltem. De groep vormt het algemeen steunelement van de divisie

Staf/10A
Vanaf 01u30 worden de manschappen uit hun bed gelicht en naar hun posities gestuurd. Tegen de ochtend zijn alle batterijen klaar tot vuren. De ganse dag door wordt gewacht en toegekeken hoe de Luftwaffe ons land overvliegt. In de loop van de vooravond komen de eerste Britse troepen toe ten zuiden van Leuven nadat deze om 13u00 de Franse grens overstaken.  De British Expeditionary Force (BEF) bevond zich vanaf september 1939 in Frankrijk en stond klaar om bij een Duitse aanval op het westen de K.W. Stelling te bezetten vanaf Leuven tot Waver. De 10Div neemt op 10 mei nog steeds als enige Belgische divisie stellingen in langs de K.W. Stelling. Het divisiehoofdkwartier verhuist om 22u45 van Kortenberg naar Everberg waardoor het dichter bij de commandopost van 10A te Meerbeek komt te liggen.

Opstelling van 10Div op 11 mei 1940 na aflossing van 3J door de 5Div (bron: CDH).

Staf/10A
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei wordt de ondersector van het 3J overgedragen aan het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) behorende tot de pas toegekomen 5de infanteriedivisie (5Div). Het 3J dat wordt weggehaald uit de eerste lijn zal zich herontplooien tussen Doren in het noorden en kilometerpaal 20,9 op de Brusselsesteenweg om zo het tweede echelon van de 10Div te vormen. Na deze reorganisatie staat de divisie opgesteld met twee regimenten in lijn (5J en 6J) en één regiment in tweede echelon (3J). Ook de artilleriesteun aan de 10Div moet worden aangepast. Door het weghalen van 3J uit de eerste linie kan de vuursteun aan het 5J en 6J versterkt worden; het 5J krijgt nu directe vuursteun van I/10A en IV/10A terwijl het 6J wordt gesteund door II/10A en III/10A.

I/10A en IV/10A
De Iste en IVde Groep worden allebei in directe steun van het 5J geplaatst zonder dat nieuwe stellingen moeten worden ingenomen.

II/10A en III/10A
De IIIde Groep die niet langer 3J dient te steunen verplaatst zijn stellingen van Winksele-Delle meer zuidwaarts naar Herent en wordt in versterking gegeven van II/10 als vuursteunelement van het 6J.

Staf/10A
De 10Div bemant nog steeds de Sector Leuven aan de K.W. Stelling. Het Britse leger is nu volledig ontplooid aan de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven. Tijdens de eerste oorlogsdagen blijft enige onenigheid bestaan binnen het geallieerde oppercommando over de precieze scheidingslijn tussen de Belgische en Britse legerzone. Leuven als belangrijk wegenknooppunt, waar de N2 (Leuven-Maastricht) en de N3 (Leuven – Luik) vanuit het oosten toekomen is hierbij van enig belang. In februari 1940 bepaalt het Groot Hoofdkwartier (GHK) eenzijdig dat de stad Leuven binnen de Belgische legerzone valt, terwijl op 25 maart 1940 de Franse generaal Gamelin beslist dat de scheidingslijn (ook wel Gamelin-lijn genoemd) tussen het Belgisch en het Britse leger ter hoogte van Wijgmaal ligt, waardoor Leuven een zaak voor de Britten wordt. Deze beslissing werd door het GHK genegeerd en niet overgemaakt aan de 10Div. Het GHK is er niet bijzonder op gebrand om de 10Div uit Leuven weg te trekken vooraleer het gros van de troepen ontplooid ten oosten van Leuven, zich heeft teruggetrokken achter de K.W. Stelling.

Het Britse leger is bij het aanbreken van de dag volledig ontplooid op de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven, maar de verdediging van stad zelf blijft een punt van onenigheid. Generaal-majoor Bernard Montgommery, commandant van de 3(UK)Div, die in Leuven moest stelling nemen is nog steeds misnoegd over de aanwezigheid van de 10Div in de Sector Leuven. Hij adviseert zijn legerkorpscommandant, Luitenant-generaal Alan Brooke, om de 3(UK)Div stelling te laten nemen ten westen van Leuven in tweede echelon achter de 10Div. De ervaren Montgommery verkiest de toegangsweg tot Brussel te verdedigen vanaf het hoger gelegen terrein ten westen van de stad boven een gevecht in de agglomeraties van Leuven. Hij wordt echter teruggefloten en krijgt bevel Leuven binnen te trekken.

Deze discussies hebben voorlopig geen invloed op de opdracht van 10A. Alle groepen van het 10A blijven op post integendeel, het regiment wordt nog versterkt met de Iste Groep van het 4de Legerartillerieregiment (I/4LA).

I/10A en IV/10A
Rond 08u00 komt de, bij het IIde Legerkorps weggehaalde, Iste Groep van 4LA (I/4LA) met zijn zware 150L M17 Krupp houwitsers toe te Bertem en wordt in steun gegeven van het VI/LK. De houwitsers worden te Bertem ontplooid terwijl het ravitailleringsechelon opgesteld wordt in het park van Tervuren. Het VI/LK geeft de groep in versterking van de 10Div. Majoor Bigwood, groepscommandant van I/4LA, neemt contact op met Kolonel SBH Van Saceghem en verneemt dat zijn groep het I/10A en IV/10A zal versterken als vuursteunelement van het 5J.

Staf/10A
Om 06u50 bereikt het GHK eindelijk een akkoord met het Britse leger: de 10Div moet zich tijdens de avond van 13 mei terugtrekken uit Leuven en de Britten zullen de sector overnemen. De infanterie van de divisie, met uitzondering van 6J, verlaat nog die avond zijn stellingen en vertrekt naar Zaventem waar ze als reserve van het VI/LK ontplooid worden. Aangezien artillerie nooit in reserve wordt geplaatst blijft het 10A achter op de K.W. Stelling en wordt het regiment toegevoegd aan de artilleriegroepering van de 5Div die net ten noorden van Leuven heeft post gevat. 10A breekt in de late namiddag zijn stellingen op en maakt zicht klaar voor een verplaatsing naar het noorden. Het I/4LA verlaat 10A en wordt om 16u00 doorgestuurd naar Heide om er de artillerie van de 2de Infanteriedivisie (2Div) te versterken.

Staf/10A
Het 10A voert tijdens de nacht van 13 op 14 mei de stellingswissel uit om de sector van de 5Div te vervoegen. Hoewel de tocht slechts zo’n 15 km bedraagt, verloopt de verplaatsing bijzonder moeilijk door het drukke militaire verkeer. Het Belgische Cavaleriekorps (CK) verplaatst zich door het zelfde gebied naar het westen. De Britten zijn druk bezig met de laatste fase van hun stellingname te Leuven. Alle wegen zitten propvol.

Binnen de 5Div worden de artillerievuren verdeeld door Kolonel SBH Ceressia, raadgever artillerie van de 5Div en tevens commandant van het 11de Regiment Artillerie (11A), divisieartillerie van de 5Div. Door de aankomst van vier nieuwe artilleriegroepen in de divisiesector wordt de verdeling van de vuren aangepast.  Het regiment ontplooit zich tijdens de ochtend op de nieuwe posities. Door de aankomst van eerst 10A en later ook de IVde Groep van het 2de Regiment Legerartillerie (IV/2LA) beschikt de 5Div over maar liefst 108 stuks geschut in plaats van de organiek voorziene 48. Het 6J wordt echter niet tijdig afgelost door de Britten waardoor dit laatste regiment van de 10Div nog de ganse dag te Leuven zal blijven. De vijand maakt op 14 mei contact op de scheidingslijn tussen het 4J en 6J tussen Wijgmaal en Leuven maar wordt afgehouden mede dankzij het dichte artillerievuur.

I/10A en II/10A
I/10A en II/10A nemen stelling te Vierstraten (noord van Buken) en Buken en vormen samen met de IIIde Groep van 11A (III/11A) een ondergroepering onder bevel van Majoor Roskam, groepscommandant van I/10A. De ondergroepering van Majoor Roskam levert directe vuursteun aan het 2de Regiment Jagers te Voet (2J).

III/10A
III/10A neemt stelling in het gehucht Kastanjebos west van Herent waar zich ook het IV/11A bevindt. III/10A vormt samen met II/11A en IV/11A een ondergroepering onder bevel van Majoor Francisse, groepscommandant van IV/11A. Deze ondergroepering levert vuursteun aan het 4de Regiment Jagers te Voet (4J)

IV/10A
IV/10 wordt te Buken aan een ondergroepering toegevoegd bestaande uit IV/2LA (met zijn zware 220mm mortieren) en I/11A. Deze ondergroepering onder bevel van Majoor Pieltain, groepscommandant van I/11A, levert algemene vuursteun aan de 5Div.

Staf/10A
Het 6J heeft tijdens de nacht Leuven verlaten en is de 10de Infanteriedivisie achterna getrokken die nu aan het Kanaal van Willebroek de reserve vormt van het VI/LK. Het 10A vuurt nu exclusief voor de 5Div. De ganse dag door worden diverse interdictie- en tegenbatterijvuren uitgevoerd.

Staf/10A
Het 10A blijft in actie. Na de Duitse doorbraak tussen Waver en Namen zal het Belgisch leger de K.W. Stelling moeten verlaten en zich in drie nachtelijke etappes terugtrekken tot op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Ten zuiden van Oudenaarde zal het Britse leger nieuwe posities bemannen. De uiteindelijke bestemming van de 10Div wordt de Bovenschelde waar de troepen de sector aan de zuidrand van de Belgische legerzone moeten innemen. Het regiment verlaat die avond zijn stellingen en trekt weg naar het westen via Kampenhout, Perk en Vilvoorde tot in Merchtem. De bevoorradingscolonnes vertrekken in de vooravond. De schootsbatterijen verlaten de K.W. Stelling om 21u00.

III/10A
De 9de Batterij wordt gespot door de vijand en krijgt een stevig artilleriebombardement te verwerken. De eerste twee gekwetsten van de campagne worden afgevoerd.

Staf/10A
Het 10A trekt onder bescherming van de duisternis naar Merchtem. De tocht verloopt chaotisch: hoe dichter de colonnes de brug van Vilvoorde naderen, hoe dichter het verkeer komt te zitten. Na lang aanschuiven raken de artilleristen over het Kanaal van Willebroek. De laatste colonnes rijden om 11u30 Merchtem binnen. De tocht van 32 km heeft 14 uur geduurd: nauwelijks sneller dan 2 kilometer per uur!

De 10de Infanteriedivisie wordt die avond met vrachtwagens van de Legerautogroepering in een ruk verplaatst naar de Bovenschelde. Het 10A wordt opnieuw aangehecht bij zijn organieke divisie. De kanonnen en voertuigen van het 10A gaan de divisie via de baan achterna. Hun tocht naar de Schelde zal in twee nachtelijke etappes verlopen. Om 19u00 zetten de colonnes zich op weg naar Aalst. Onderweg heerst bij momenten een ware paniek onder de Belgische militairen van allerlei eenheden. Te Aalst raakt het regiment opnieuw verstrikt in de verkeerschaos rondom de Denderbruggen.

Staf/10A
Eens Aalst gepasseerd maakt het 10A een betere vooruitgang. Tussen 03u00 en 07u00 komen de groepen aan in hun kantonnementen voor die dag:

  • de staf en I/10A te Hillegem,
  • II/10A te Borsbeke,
  • III/10A te Oomberge
  • IV/10A te Burst.

De infanterie van de divisie wordt intussen opgesteld tussen Gavere en Oudenaarde, met op links het 3J en op rechts het 5J en met het 6J in reserve. De divisie wordt op zijn beurt aan de linkerflank ondersteund door de Belgische 9de Infanteriedivisie terwijl op de rechterflank de Britse 44ste infanteriedivisie aansluit.

Hoewel het 10A de ganse dag ter plekke moet blijven, zet Kolonel Van Saceghem zijn kanonniers al snel opnieuw de baan op. De korpscommandant vreest immers een snelle Duitse opmars en wil niet dat zijn regiment gegrepen wordt. Onder dekking van de 6de Batterij die zich naar het zuidoosten gericht heeft, gaan alle groepen op weg. De 6de Batterij sluit vervolgens achteraan aan. Op weg naar de Schelde vormt de IIIde Groep een mobiele achterhoede: batterij per batterij wordt op sleutelposities langsheen de marsroute voor korte tijd stelling genomen om direct te kunnen vuren moest de vijand opduiken.

Het regiment steekt tenslotte de Schelde over via de brug van Eine te Oudenaarde. De brug wordt door de Britten bewaakt en wanneer die ermee dreigen om de brug op te blazen, moeten de colonnes van 10A in volle draf de laatste kilometers tot aan de Schelde afleggen.

Om 17u00 steken de laatste voertuigen de Schelde over. Het regiment heeft een non-stop etappe van 90Km achter de rug, maar na een korte rust moeten de schootsposities ingenomen worden:

  • de staf vindt onderdak in het kasteel van Wannegem-Lede
  • I/10A en II/10A gaan te Ooike in stelling in steun van het 5J
  • III/10A steunt samen met 5 batterijen van het 5de Regiment Artillerie (5A) het 3J vanuit Mullem
  • IV/10A ontplooit te Heurne om er de Belgische voorposten over de Schelde te ondersteunen

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/10A
Het nieuwe Belgische front wordt uitgebouwd vanaf Terneuzen, over het Kanaal van Terneuzen, het Bruggenhoofd Gent en de Bovenschelde tot Oudenaarde. Vanaf Oudenaarde neemt het Britse leger over. De 10Div wordt aangehecht bij het VIIde Legerkorps.

De Jagers te Voet trekken hun voorposten terug over de Schelde en de twee vooruitgeschoven batterijen van de IV/10A worden naar Lede verplaatst. De staf verhuist naar Kruishoutem. De Luftwaffe is bijzonder actief die dag en talrijke posities worden verschillende keren gemitrailleerd.

Staf/10A
Omstreeks 09u00 ontdekt een Belgische patrouille de eerste Duitse eenheden op de andere oever van de Schelde. Het is de voorhoede van de 30ste Duitse Infanteriedivision [30 (DEU) ID] die tegen de avond wil aanvallen  met het 6de Duitse Infanterieregiment [6 (DEU) IR] ten noorden van Oudenaarde en met het 46ste Duitse Infanterieregiment [46 (DEU) IR] ten zuiden van de stad. De vijand wil twee bruggenhoofden vormen voor het vervolg van de opmars. 

Gedurende de ganse dag bestookt het 10A de Duitse stellingen. De groepen worden hierbij geholpen door de voorwaartse waarnemers in de kerktorens van Eine en Zingem. Een actie tegen het 5J wordt afgeslagen, maar rond 16u00 breekt een veel grotere aanval uit op het 3J.

Het 10A laat alle groepen richten op de Duitse posities en encadreert het vijandelijke offensief door zowel het front als de toegangswegen onder vuur te nemen. Het I/3J kan de vijand enigszins terugdringen. Het regiment vuurt tot diep in de nacht en krijgt ook heel wat tegenbatterijvuur te verwerken. De IVde Groep verliest personeel en materieel. De telefooncentrale van de IIde Groep wordt vernield.

Twee officieren van de artillerie.

Staf/10A
De Belgische artillerie start rond 03u00 met een nieuw bombardement op de Duitse troepen die in de buurt van Oudenaarde reeds de Schelde zijn overgestoken. De 6de Compagnie van het 6J zuivert hierop de reeds door de vijand veroverde rivierbocht te Zingem. De Duitse troepen nemen opnieuw defensieve stellingen in aan de oostkant van de Schelde. De invaller beslist daarop zijn 26 (DEU) IR naar het zuiden van Oudenaarde te verplaatsen waar door het 46 (DEU) IR nabij Petegem reeds een beperkt bruggenhoofd is geslagen ten nadele van de Britten .

De divisie blijft voorlopig ter plekke, maar bouwt wel in alle haasten een dwarsstelling uit ter hoogte van Heurne om een omsingeling te vermijden. Het Eskadron Wielrijders van de 10Div neemt Wannegem-Lede in om de wegen rondom Kruishoutem veilig te stellen.

De Iste Groep ondersteunt de Britten ten zuiden van Oudenaarde en verplaatst zich rond 19u00 naar Wannegem-Lede. De IIde Groep wordt na het vallen van de duisternis van Ooike naar Huise gestuurd.

Eerder op de dag hebben de geallieerden besloten dat na de Duitse doorbraak in Frankrijk de linies verder achteruit moeten. Voor de Belgen betekent dit dat ons leger zich tijdens de volgende twee nachten zal terugtrekken naar de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie.

Staf/10A
De dag verloopt relatief rustig, al is dat laatste wel relatief. De 10Div is nog steeds betrokken bij schermutselingen om de Duitsers, die nu ten zuiden van Oudenaarde aan de Belgische oever van de Bovenschelde staan, te beletten naar het noorden door te dringen. Het 10A voert vuuropdrachten uit ten voordele van het 5J op Ename en Neder-Ename. Voor het 3J wordt de Scheldebrug te Zingem opnieuw onder vuur genomen. Naar het zuiden toe worden doelen bestookt in Bevere en Leupegem om de Belgische dwarsstelling te beveiligen.

Tenslotte volgen de marsorders voor de aftocht naar de Leie. Het gros van het 10A vertrekt rond 21u00. De achterhoede verlaat om middernacht de Schelde.

Staf/10A
Het 10A trekt zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei terug naar de Leie. Via Kruishoutem, Olsene en Guiste worden de nieuwe linies bereikt. Het volledige regiment wordt afgesplitst van de 10Dv en zal overgaan naar de 8ste Infanteriedivisie (8Div). De infanterie van de divisie zal rond Roeselare in reserve gaan bij het IVde Legerkorps. De kanonnen daarentegen zijn bestemd voor het nieuwe Leiefront en moeten het 5A gaan versterken in de sector Oeselgem-Wielsbeke. Rond 10u00 verneemt Kolonel Van Saceghem echter dat de plannen gewijzigd worden. Alleen de IV/10A zal aan de Leie blijven ten dienste van de 8Div. Het regiment is nu gesplitst:

I/10A, II/10A en III/10A
De drie groepen 75mm kanonnen blijven dan toch bij hun organieke divisie en worden naar Ardooie gestuurd om er de 10Div in te halen. De divisie is intussen herleid tot het 3J, 5J en I/6J en moet stelling innemen achter het Kanaal van Roeselare tussen Roeselare en Izegem als onderdeel van de legerreserve. Het 5J bewaakt Roeselare, het 3J Izegem en het overgebleven bataljon van het 6J de zone tussen de beide steden. De drie groepen van het 10A ontplooien in de driehoek Tasse-Ardooie-Kruipendaarde.

IV/10A
De IVde Groep neemt stelling in rond het kruispunt van Ginst. Samen met de IV/5A vormen de stukken van Majoor Gautier het algemeen steunelement van de 8Div.

Staf, I/10A, II/10A en III/10A
Omstreeks 10u00 wordt het 10A doorgestuurd naar het Kanaal Ieper-Komen als onderdeel van de versterking van de zuidflank van de Belgische legerzone. Via Beveren, Hooglede, Westrozebeke, Passendale, Geluveld en Zandvoorde trekken de colonnes de Westhoek in. Te Geluveld verneemt de korpscommandant dat zijn drie groepen naar de 10Div moeten terugkeren en nog voor het vallen van de nacht Sint-Eloois-Winkel moet bereiken. Het ganse 10A maakt onmiddellijk rechtsomkeer. Kolonel Van Saceghem moet nog voor middernacht vurensklaar zijn, maar dat zal door de chaos op de wegen niet meer lukken voor de Iste en IIde Groep. Alleen de IIIde Groep die als laatste vertrokken was keert tijdig terug.

IV/10A
De IVde Groep komt in actie aan het Leiefront.

Staf, I/10A, II/10A en III/10A
De IIde Groep die nog maar net Westrozebeke voorbij was toen het bevel tot terugkeren gegeven werd, komt even na middernacht het eerst aan te Sint-Eloois-Winkel. De Iste Groep zit compleet vast in het militaire verkeer en komt pas om 03u00 aan. De 10Div gaat stand-by op de lijn Ledegem/Rollegem-Kapelle/Sint-Eloois-Winkel/Sint-Catharina-Kapelle om tussenbeide te komen bij een mogelijke terugtocht van de divisies aan de Leie. De artillerie wordt als volgt ontplooid:

  • Kolonel Van Saceghem plaatst zijn staf te De Vinke
  • I/10A steunt 5J te Rollegem-Kapelle en krijgt ook de I/1A onder zijn bevel
  • II/10A steunt I/6J nabij Lendelede
  • III/10A steunt 3J vanuit De Vinke met toevoeging van de II/1A

De Duitse opmars bereikt al snel de linies van de 10de Infanteriedivisie maar wordt toch enigszins afgeremd door hevig artillerievuur van de Belgen. Van elke groep van het 10A wordt ook een batterij verplaatst naar de frontlinie om zo nodig met rechtstreeks vuur tussenbeide te kunnen komen.

Na de middag wordt het duidelijk dat de Belgen moeten wijken en wordt besloten de frontlinie zo’n 2 km terug te trekken. Het II/10A wordt dan ook verplaatst naar Okene. Tijdens de stellingwissel krijgt de 4de Batterij een voltreffer en moet ettelijke slachtoffers achterlaten. Het 9de Linieregiment (9Li) is intussen het I/6J en het 3J komen versterken en aflossen.

IV/10A
Om 01u45 gaat de IVde Groep over naar de 9de Infanteriedivisie en wordt verplaatst naar het gehucht Kruipendaarde op de baan Roeselare-Izegem. Samen met de IV/4A wordt zo een groepering indirecte vuursteun gevormd voor het 8ste Linieregiment (8Li).

IV/10A
Na de Duitse doorbraak aan de Leie rukt de vijand al snel op richting Roeselare en Ieper. Het Kanaal van Roeselare komt pal in de opmarsroute te liggen. De IVde Groep moet nu front maken naar het oosten. Om 23u00 volgt een evacuatiebevel.

III/10A
De III/10A maakt rond 20u15 contact met Duitse infanteristen en valt onder vijandelijk vuur nabij het gehucht Tasse op de baan van Ardooie naar Roeselare. De groep trekt zich naar het noorden terug en zoekt nieuwe posities op in de buurt van de Gistberg aan de noordrand van Roeselare.

IV/10A
Rond middernacht verlaat de groep Kruipendaarde om rond 04u00 opnieuw stelling in te nemen ten noorden van Biesgat nabij Tielt om hier een nieuwe tactische groepering te vormen met de VI/14A. Deze groepering zal het vuursteunelement vormen van de formatie rond de 16de Infanteriedivisie die onder leiding van Luitenant-generaal Van Egroo het centrale deel van de operatiezone van het VII/LK verdedigt. De groepering zal zijn orders ontvangen van op het hoofdkwartier van Van Egroo te Nachtegaal. Na verscheidene vuuropdrachten te hebben uitgevoerd, gaat de groep rond 16u00 de baan op richting Wingene. De colonnes worden echter in volle verplaatsing gegrepen door de oprukkende Duitsers. Het laatste paardengespan wordt vernield en het kanon wordt achtergelaten. De groep ontplooit onmiddellijk te plekke, halverwege de baan Tielt-Wingene, maar maakt geen verder contact met de vijand meer. Bij valavond gaan de artilleristen opnieuw de baan op.

III/10A
De IIIde Groep is klaar tot vuren op zijn nieuwe stellingen op de Gitsberg aan de noordrand van Roeselare. Majoor De Schaepdrijver ontvangt een geschreven bevel van Luitenant-kolonel Frérotte, artilleriecommandant van de 9de Infanteriedivisie, om de wapens neer te leggen en zoveel mogelijk manschappen direct naar huis te sturen. De majoor laat de manschappen gaan en stelt de volgende dag een colonne samen van vier vrachtwagens die het achtergebleven personeel van zijn groep samen met in de buurt teruggevonden detachement van het provoostschap van de 10de Infanteriedivisie vervoeren naar Oordegem, Deinze en Gent om vervolgens tot in Aalst door te rijden. Aalstenaar Jean De Schaepdrijver kan hier gewoon terug naar huis keren en zal onder de oorlog zijn functie als bestuurder van de kolenhandel NV Deboe en Scheerlinckx blijven uitvoeren.

IV/10A
De IVde Groep bevindt zich te Ruddervoorde wanneer er bevolen wordt halt te houden. Ook voor de manschappen van Majoor Gautier is de veldtocht voorbij.

Na de capitulatie

Kolonel Van Saceghem wordt krijgsgevangen genomen en overgebracht naar het OFLAG IX/A-Z te Rotenburg an der Fulda [3].

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
IIADAMSRemi, M.SdtMil3930.07.1918Sint-Lodewijk (Deerlijk)26.05.1940RoeselareBrancardier
6/IIBARTELLouis, L.SdtMil3209.11.1912Binche26.05.1940Ardooie
9/IIIBULTOTRobert, A.J.SdtMil3125.01.1911Pont-à-Celles26.05.1940Rumbeke
2/ICAPARTMarcel, J.SdtMil3903.11.1919Pecq25.05.1940IzegemBrancardier
7/IIICLEMENTEdmondSdtMil3325.07.1913Jumet17.05.1940Merchtem
IIDEMANGHONWalterWMBV02.09.1906Tournai29.05.1940GeraardsbergenVerwond op 27.05 te Ardooie
10/IVPLICHARTHenri, A.E.WMMil3201.07.1912Manage27.05.1940Wingene
Staf/IIIRENAUTHubert, H.SdtMil2827.03.1908Antoing18.05.1940Winksele
9/IIISOLBREUXRobert, G.L.SdtMil3215.02.1912Meslin-l’Évêque25.05.1940Rumbeke
IISOYEZJulesSdtMil3402.09.1914Gaurain27.05.1940Koolskamp

Bibliografie en Bronnen

  1. Het Kanaal Leuven – Dijle fungeert als lateraal kanaal van de Dijle. Het kanaal vertrekt aan de Vaartkom in Leuven en eindigt in de samenvloeiing Zenne-Dijle (bij het Zennegat). Tijdens de achttiendaagse veldtocht werd deze waterweg Leuvense Vaart genoemd. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Leuven-Dijle [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanaal_Leuven-Dijle [Laatst geraadpleegd 5 juli 2020].
  2. De ingekleurde versie van de originele stellingsschets van 10 mei 1940 toont de voor en achterlimiet van zowel het 1ste als het 2de Echelon van de K.W. Stelling in de Leuvense binnenstad alsook de regimentsgrens tussen 5J en 6J.  De Tiensepoort en de spoorwegbrug van de Tiensesteenweg (N3) liggen duidelijk in de ondersector van 6J. De militaire stafkaart van voor 1940 toont ook duidelijk aan dat de oostrand van Leuven toentertijd relatief weinig bebouwd was op de wijk Blauwput na. Originele stellingsschets is te vinden in het dossier van de 10Div, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Evere.
  3. Kolonel Van Saceghem leest een grafrede voor tijdens de begrafenis van de op 14 mei 1941 overleden Cdt Buisseret van de Staf/10Div. FULDA-ECHO, Périodique. Journal (polycopié) des prisonniers de l’Oflag IX/A-Z – Année 1940: 6 numéros, du n°1, daté du 1/10/40, au n°6, daté du 15/12/40, en tout 68 pp. – Année 1941: du n°7 daté du 1/1/41, au n°12, daté du 1/10/41. Concerne l’Oflag IX-A/Z (Rotenburg a/d.Fulda). Le n°10 (mars/avril/mai 1941) comporte un supplément, contenant l’éloge funèbre du Cdt BUISSERET*, George, +14.5.41, prononcé par le Col.VAN SACEGHEM. Andere informatie die dit bevestigen [On Line beschikbaar]: https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=64856 en https://hinterstacheldraht.jimdofree.com/belgier/einzelne-belgische-offiziere/ernest-bodart/ [Laatst geraadpleegd 5 juli 2020].