3de Regiment Grenadiers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 3de Regiment Grenadiers | 3ème Régiment de Grenadiers | 3Gr
Type Infanterieregiment van de tweede reserve
Ontdubbeld van 1ste Regiment Grenadiers
Onderdeel van Staf, Iste en IIIde Bataljon: Maritieme Basis
IIde Bataljon: 18de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel Fernand Coibion
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Victor Van Dyck
Standplaats Staf, Iste en IIIde Bataljon: Belgische Kust, ondersector Wenduine – Knokke
Commandopost te Lissewege
IIde Bataljon: Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kwartier Oostmalle
Commandopost te Oostmalle
Samenstelling I Bataljon
(Kapitein-commandant Willem Jorissen)
1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Fernand Brohez)
2de Compagnie Fuseliers (Lt graaf Joseph de Renesse)
3de Compagnie Fuseliers (Lt Claude Dumont de Chassart)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Henri Jacqmain)
  II Bataljon
(Majoor Theo Lejeune)
5de Compagnie Fuseliers (Cdt Marcel Van Horen)
6de Compagnie Fuseliers (Cdt Ladislas de Brochowski)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt M. Massart)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Lodewijk Van Doorslaer)
  III Bataljon
(Kapitein-commandant Valdemar Monefeldt)
9de Compagnie Fuseliers (Cdt Henri Gérard)
10de Compagnie Fuseliers (Lt G. Dendauw)
11de Compagnie Fuseliers (Lt J. Loumaye)
12de Compagnie Mitrailleurs (Lt M. Uyttebroeck)
  Stafcompagnie (Kapitein-commandant Jean de Hulst)
Medische Compagnie (Geneesheer Luitenant A. Rener)
Peloton Verkenners (Luitenant Louis d’Oyere)

Tijdens de mobilisatie

Prins Albertkazerne (oftewel Grenadierskazerne) in de Karmelietenstraat te Brussel.

Staf/3Gr
Op 1 september 1939 worden initieel alleen de bataljonscommandanten, compagniecommandanten, rekenplichtigen en keuronderofficieren van het 3e Regiment Grenadiers (3Gr) opgeroepen in de Grenadierskazerne te Brussel. Zij moeten de mobilisatie van de rest van het regiment voorbereiden. Het mobilisatiedossier wordt bestudeerd en het mobilisatiekantonnement te Mechelen wordt verkend. Op 6 september wordt iedereen terug naar huis gestuurd tot nader order. Het 3e Regiment Grenadiers wordt uiteindelijk opgericht bij de afkondiging van Fase D van het mobilisatieplan op 20 september 1939 te Mechelen als ontdubbelingsregiment van het 1ste Regiment Grenadiers (1Gr). Op 20 september komen alleen de kaderleden toe te Mechelen. De mobilisatie van het gros van het regiment volgt op 22 september. Het 3Gr, een regiment van tweede reserve, is in hoofdzaak samengesteld uit miliciens van de oudere klassen 28, 29, 30 en 31. In de infanterieregimenten van tweede reserve ontbreekt het vierde bataljon met de bijkomende zware mitrailleurs, de mortieren en de anti-tankkanonnen C47mm. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat FM15/27 lichte mitrailleurs die in 1915 aangekocht werden. Bovendien ontbrak het aan DBT granaatwerpers en moesten de mannen het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van hun geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hadden. Het 3Gr wordt toegevoegd aan de 18de Infanteriedivisie (18Div) een divisie van tweede reserve. De twee andere infanterieregimenten van de 18Div zijn het 39ste Linieregiment (39Li) en het 3de Regiment Karabiniers (3C).  Het regiment wordt na zijn oprichting bevolen door Luitenant-kolonel Robberechts en verblijft tot 3 oktober 1939 in het Kamp van Beverlo voor een opleidingsperiode, samen met de overige formaties van de 18de Infanteriedivisie. Tijdens deze periode worden de militaire vaardigheden van de opgeroepen reservekaders en dienstplichtigen opgefrist. Op 4 oktober 1939 wordt het regiment per spoor naar Oostende gebracht waar het verantwoordelijk gesteld wordt voor de verdediging van de oostkust. Tijdens de uitvoering van deze opdracht overlijdt LtKol Robberechts op 17 november 1939.  Kolonel Coibion van de Hogere Directie van de Infanterie neemt het commando over.

In december 1939 wordt het 3Gr verplaatst naar het Bruggenhoofd Gent om daarna, in januari 1940, naar Diepenbeek achter het Albertkanaal te verhuizen. Eind januari komt Majoor Lejeune toe in het regiment en neemt het commando van het IIde Bataljon over van Cdt Van Hove die op zijn beurt compagniecommandant van de 5Cie wordt. In februari 1940 belandt het 3Gr te Herent in de Sector Leuven van de K.W. Stelling. Tenslotte komt het 3Gr samen met de rest van de 18Div op 24 februari 1940 aan op de Vooruitgeschoven Stelling langsheen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten [1] vanaf Dessel tot Sint-Lenaarts. De formatie zal hier de 9de Infanteriedivisie aflossen.

De regimentsstaf (Staf/3Gr), het Iste Bataljon (I/3Gr) en het IIIde Bataljon (III/3Gr) blijven echter niet bij de 18Div maar komen onder rechtstreeks bevel van het IVde Legerkorps (IV/LK) te staan als legerkorpsreserve. De staf wordt ingekwartierd te Mortsel Oude-God, het I/3Gr te Wilrijk en het III/3Gr te Borsbeek. Het IIde Bataljon (II/3Gr) en het Peloton Verkenners (Pl Vknr/3Gr) blijven bij de 18de Infanteriedivisie (18Div) in de Kempen. Het Groot Hoofdkwartier (GHK) beslist op 11 april om de Staf/3Gr, I/3Gr en III/3Gr naar West-Vlaanderen te sturen om er te worden afgedeeld bij de Maritieme Basis voor de bewaking van de Belgische kust.

Staf/3Gr, I/3Gr en III/3Gr bij de Maritieme Basis
Eens aangekomen in de kuststreek komt het regiment onder bevel te staan van Generaal-majoor Etienne Glorie, bevelhebber van de Maritieme Basis en tevens Provinciecommandant van West-Vlaanderen. De Maritieme Basis bestaat naast het 3Gr nog uit het Marinekorps, het 37ste Linieregiment (37Li), de Iste Groep en de 7de Batterij van de IIde Groep van het 5de Regiment Legerartillerie (I/5LA en 7/II/5LA) en tenslotte de Wielrijdersgroep van de 16Div (GpCy16Div). De commandopost van het 3Gr wordt te Lissewege opgesteld. Het regiment is verantwoordelijk voor de bewaking van het oostelijke deel van de Belgische kustlijn, het 37Li neemt het westelijk deel voor zijn rekening. Het I/3Gr bezet een bataljonsvak tussen Zeebrugge en de Nederlandse grens. De bataljonsstaf van I/3Gr heeft zich opgesteld te Zeebrugge. Drie compagnies verblijven in dit dorp. De vierde compagnie is te Knokke-Heist ingekwartierd. Het III/3Gr bezet een bataljonsvak tussen Wenduine en Zeebrugge. De staf van III/3Gr is ingekwartierd te Wenduine. Twee compagnies staan opgesteld rond Wenduine, de 9de Compagnie is te Blankenberge gestationeerd en de laatste compagnie blijft in algemene reserve te Lissewege bij de regimentsstaf. Het 3Gr kan rekenen op de vuursteun van de kanonnen van de 2de Batterij van I/5LA die opgesteld staan in gebetonneerde stellingen nabij het tramdepot van Knokke en van de 3de Batterij van I/5LA die verdeeld is in twee secties; een sectie staat op de havenpier van Zeebrugge, een tweede sectie staat net achter de havenpier op het vasteland. Daarenboven bevindt zich één spoorwegkanon C280mm L40 ALVF Krupp van de 7de Batterij van II/5LA op de spoorlijn Brugge – Zeebrugge ter hoogte van Lissewege.

Schets aan de hand van Luitenant-generaal Glorie met de opstelling van de troepen van de Maritieme Basis op 10 mei 1940.

Schets van de hand van Generaal-majoor Glorie met de opstelling van de troepen van de Maritieme Basis op 09 mei 1940.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het IIde Bataljon (II/3Gr) bevindt zich aan de vooravond van de oorlog nog steeds bij de 18Div in de Kempen. De taak van de divisie en II/3Gr op de Vooruitgeschoven Stelling bestaat er in om, door het uitvoeren van vernielingen aan de bruggen en het wegennet, de Duitse invallers af te remmen tot de eenheden die stelling moeten nemen achter het Albertkanaal hun stelling hebben ingenomen. Eens deze opdracht beëindigd mag de divisie terugtrekken binnen de perimeter van de Versterkte Positie Antwerpen (VPA). De 18Div is echter sterk uitgedund. Na de overplaatsing van de Staf/3Gr, I/3Gr en III/3Gr naar de kust komt het volledige 39Li onder bevel van het IV/LK te staan om de taak van 3Gr als legerkorpsreserve over te nemen. Ook het 26ste Regiment Artillerie (26A), organiek artillerieregiment van de 18Div wordt binnen de Versterkte Positie Antwerpen ingezet. Er resten de 18Div bijgevolg nog slechts vier infanteriebataljons, aangevuld met de Wielrijdersgroep van de 18Div (GpCy 18Div) en de Wielrijdersgroep van de 15Div (GpCy15Div). Luitenant-generaal Six, commandant van de 18Div, heeft wel nog het Iste Bataljon van het 17de Regiment Artillerie (I/17A) als artilleriesteun ontvangen. De uitgedunde divisie moet een bijzonder uitgestrekt front van ongeveer 40 Km bemannen. Daartegenover staat dat volgens planning de dekkingsopdracht van de 18Div in principe 24 uur na het begin van de vijandelijkheden afgelopen moet zijn. Dit is de tijd die nodig geacht wordt om de stellingen achter het Albertkanaal te bezetten en gevechtsklaar te maken.

De posities van het bataljon omvatten het kwartier Oostmalle dat strekt van Sint-Lenaarts in het westen tot Sint-Jozef in het oosten. De 7de Compagnie ligt op links, de 6de Compagnie in het centrum en de 5de Compagnie in het oosten. De pelotons mitrailleur van de 8Cie worden verdeeld over de drie fuselierscompagnies in lijn. De commandopost van II/3Gr staat opgesteld in de Steenovenstraat te Oostmalle (oftewel “Op de steenhovens” – lokale benaming). Tussen Sint-Lenaarts en de anti-tankgracht van de Versterkte Positie Antwerpen zijn geen troepen langsheen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten gestationeerd, maar de linies van II/3Gr worden verlengd door eenheden van de 13Div van Sint-Lenaarts via Brecht en Wustwezel tot Kalmthout. Vanaf Sint-Jozef neemt het 3de Regiment Karabiniers (3C) de linies over. Het bataljon wordt ondersteund door het 1ste Eskadron (minus een peloton) en twee secties mitrailleurs van GpCy 15Div. De eskadronsstaf van 1/GpCy 15Div bevindt zich bij de commandopost van II/3Gr in Oostmalle. Het 2de en 3de peloton van dit eskadron opereren van uit Meer en Meerle en zijn toegewezen aan de grensbewaking. Het Pl Vknr van 3Gr bevindt zich eveneens in de Steenovenstraat te Oostmalle en staat in voor de onmiddellijke beveiliging van de commandopost van II/3Gr. Naast bataljonscommandant van II/3Gr is Majoor Lejeune tevens de bevelhebber van Ondersector West van de 18de Infanteriedivisie. Deze ondersector loopt van Sint-Lenaarts in het westen tot Beerse in het oosten en omvat naast II/3Gr ook nog III/3C dat het kwartier Beerse bewaakt.

Projectie op recente kaart van de volledige divisiesector van de 18Div

Volledige divisiesector van de 18Div achter de Vooruitgeschoven Stelling, II/3Gr staat uiterst links opgesteld (projectie op recente kaart).

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De commandopost van het regiment, geïnstalleerd in het gemeentehuis van Lissewege, wordt vanuit Brugge door de staf van de Maritieme Basis op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Het alarm wordt onmiddellijk doorgegeven aan de ondereenheden. Het merendeel van de manschappen van het regiment ligt op dat ogenblik te slapen in rustkantonnementen op enkele kilometer van de kust. Slecht een beperkt aantal militairen, ongeveer een derde van het effectief, is van wacht op de stelling. Zodra het alarm gegeven wordt, neemt het regiment zijn gevechtsstellingen in. Om 06u30, even na het afkondigen van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden, verneemt de Staf/3Gr dat Franse en Britse troepen de Belgisch-Franse grens zullen oversteken om zich zoals afgesproken, naar hun ontplooiingszones in België en Nederland te begeven. De hoofdweg langsheen de Belgische kust (de Koninklijke Baan oftewel Route Royale) is door de Franse militaire planners aangeduid als “Itinéraire 1” (I-1), de meest westelijke van in totaal vijf opmarsroutes die het Franse 7de Leger [7(FRA)Leger] van Generaal Giraud [2] zal gebruiken bij zijn opmars naar Nederland. Vanaf 13u00 meldt de regimentsstaf de doortocht van de eerste gemotoriseerde troepen van het Franse leger op weg naar Zeeland. Het betreft verkenners die de marsroute moeten openen. Op de eerste oorlogsdag is Kol Coibion met spoedverlof. Hij zal rond de middag terugkeren naar zijn regiment om het bevel over te nemen van commandant a.i. Kapitein-commandant Monefeldt.

Dispositief van 3Gr(-) na de afkondiging van het algemeen alarm op 10 mei 1940

Dispositief van 3Gr(-) na de afkondiging van het algemeen alarm op 10 mei 1940 [3].

I/3Gr
Na ontvangst van het algemeen alarm bezet het bataljon zijn gevechtsposities. Terwijl de 1Cie verspreid wordt over de gemeentes Knokke en Heist nemen de drie andere compagnies hun steunpunten in te Zeebrugge. De oorlogscommandopost van het bataljon wordt paraat gemaakt te Zeebrugge.

III/3Gr
Tijdens de nacht van 9 op 10 mei 1940 is Sergeant Smekens van wacht bij de telefoon op de commandopost van het bataljon te Wenduine. Kort na 01u00 trommelt hij de officieren uit hun bed op aangeven van de regimentsstaf die de bataljonsstaf op de hoogte brengt van het algemeen alarm. Tegen 02u00 is de Staf/III/3Gr op post. De oorlogscommandopost van het bataljon wordt geopend te Wenduine, de eenheden worden uitgestuurd naar hun gevechtsposities en tegen 04u15 hebben de laatste troepen hun rustkantonnementen verlaten. De 12Cie neemt stelling te Wenduine, de staf van de 12Cie bevindt zich bij de bataljonsstaf. De 9Cie wordt ontplooid te Blankenberge. De 10Cie wordt opgesteld van De Haan tot Wenduine. De 11Cie houdt zich te Lissewege klaar om ingezet te worden als algemene regimentsreserve. Ten westen van III/3Gr, vanaf De Haan richting Oostende, bevinden zich de posities van het 37Li. Vanaf Blankenberge (exclusief) tot aan de Nederlandse grens neemt het I/3Gr over. Cdt Monefeldt komt even voor 13u30 aan bij zijn bataljon nadat hij het bevel over het regiment overgegeven heeft aan de uit verlof teruggekeerde Kol Coibion. De rest van de dag wordt besteed aan het inrichten van de diverse steunpunten. Bij valavond bevestigt Monefeldt dat twee derden van de manschappen op de steunpunten van wacht moeten zijn, terwijl het andere derde kan gaan slapen. Vanaf 03u00 moeten de gevechtsposities volledig bemand worden om een eventuele landing vanuit zee bij dageraad te onderscheppen.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het II/3Gr noteert om 03u07 de ontvangst van het algemeen alarm in zijn velddagboek, het alarm wordt om 03u30 doorgegeven aan de compagnies, het 1ste Eskadron van de GpCy 15Div en aan het Pl Vknr/3Gr. Iets na 06u00 wordt het bataljon op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie (Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de Duitse inval. De 18Div maakt zich klaar om te starten met zijn dekkingsopdracht. Vanaf de late voormiddag laat de staf van het IV/LK de bruggen over het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten ten oosten van Turnhout vernielen. De bruggen tussen Sint-Lenaarts en Turnhout blijven intact om de opmars van het 7(FRA)Leger niet te belemmeren. Het GHK en IV/LK weten echter niet dat hiermee de Franse opmarsroutes I-4 (Boulogne-Turnhout) en I-5 (Monteuil-Kasterlee) afgesneden worden [4].

Wanneer de eerste Franse verkenningstroepen in de vooravond toekomen in de sector van de 18Div, zijn onze zuiderburen bijzonder misnoegd over het feit dat dat de bruggen ten oosten van Turnhout in het water liggen en dat alle daarop volgende colonnes van het 7(FRA)Leger moeten omgeleid worden naar het gedeelte van het kanaal dat tussen Sint-Lenaarts en Turnhout ligt. Terwijl de Franse voorhoedes de Belgisch-Nederlandse grens oversteken, komt omstreeks 22u00 het detachement van Lieutenant de Villèle aan te Turnhout. Deze officier moet de link vormen tussen de westelijke en oostelijke opmarsroutes. De voorhoedes worden op korte afstand gevolgd door de 1er Division Légère Mécanique [1(FRA)DLM] die zijn verkenningsregiment het 6e Régiment de Cuirassiers [5] voorop laat rijden. Achter deze formatie komt de gemotoriseerde infanterie van het 4e Régiment de Dragons Portés met zijn gevechtsondersteunende elementen. Het zijn deze laatste formaties die vanaf 11 mei verwacht worden in de sector van de divisie. De 1(FRA)DLM laat weten dat het zijn commandopost te Oostmalle zal installeren. Door de komst van de Fransen wordt de opdracht van de 18Div gewijzigd, de divisie dient nu ter plaatse te blijven tot het 7(FRA)Leger zijn inplaatstelling beëindigd heeft. 

Grenadiers op de zeedijk van Heist in april 1940.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Na een rustige nacht meldt de regimentsstaf de regelmatige passage van nieuwe colonnes van het Franse leger. Hierbij horen nu ook detachementen die de Franse legerleiding langsheen onze kust wil ontplooien. Als eerste arriveert het IIIde Bataljon van het 225ème Regiment d’Infanterie [III/225(FRA)RI] per vrachtwagen. Dit bataljon maakt deel uit van het Détachement Maillot, een tijdelijke groepering die de voorhoede vormt  van de Franse 68ème Division d’Infanterie [68(FRA)DI] [6]. Deze groepering wordt bevolen door Luitenant-Colonel Maillot en omvat naast het III/225(FRA)RI ook nog de 59ème Groupe de Reconaissance de Division d’Infanterie [59(FRA)GRDI] en twee detachementen van de Franse marine voor het beheer van de havens. Deze troepen worden verspreid over Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge om de Noordzeeflank van het 7(FRA)Leger veilig te stellen tegen een eventuele Duitse amfibische operatie. Het III/225(FRA)RI neemt stelling te Zeebrugge. De rest van de 68(FRA)DI zet zich langzaam in beweging. Om 20u00 vertrekt het I/225(FRA)RI met de uit België teruggekeerde vrachtwagens vanuit Duinkerke naar Knokke waar het bataljon tijdens de nacht van 11 op 12 stelling neemt. De overige infanteriebataljons van de 68(FRA)DI zullen de verplaatsing te voet afleggen.

I/3Gr
Het I/3Gr ziet het III/225(FRA)RI in de loop van de dag per vrachtwagen toekomen in Zeebrugge waar het Franse bataljon stelling neemt in de haven en ook de bruggen bezet aan het westelijke uiteinde van het Leopoldkanaal, het Afleidingskanaal van de Leie en het Kanaal Brugge-Zeebrugge. De Franse militairen installeren zich zonder overleg rondom de posities van het I/3Gr. Eens het bataljon afgezet keren de Franse vrachtwagens terug naar Duinkerke om het I/225(FRA)RI op te halen. Dit bataljon komt tijdens de nacht van 11 op 12 mei aan te Knokke en neemt stelling op de zeedijk en rond het militaire vliegveld. In het bataljonsvak van I/3Gr staan nu drie bataljons opgesteld, één Belgisch en twee Franse.

III/3Gr
Het bataljon kent een nacht zonder incidenten. Ook het III/3Gr meldt de komst van Franse troepen. Na de middag komt Kol Coibion op inspectieronde.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De 1(FRA)DLM is inmiddels aangekomen in de Noorderkempen. Omstreeks 08u15 dient de commandant van deze divisie, Général de Brigade François Picard, zich aan op de commandopost van het II/3Gr. Hij ontmoet er de Nederlandse Kolonel Schmidt,
Territoriaal Bevelhebber Brabant (oftewel TBB) die het commando voert over de Nederlandse territoriale eenheden die in Noord-Brabant staan opgesteld tussen de Vesting Holland en de Belgische grens. Generaal Picard licht toe dat de rol van zijn troepen er in bestaat om een verbinding tot stand te brengen tussen de Belgische en de Nederlandse legers op de lijn ‘s Hertogenbos – Tilburg – Arendonk. Hij poogt te weten te komen of de Nederlandse troepen die op de Peelstelling ontplooid zijn, zich bij contact met de vijand eveneens zullen terugplooien op deze linie maar krijgt hierover geen duidelijk antwoord [7].

De commandopost van Majoor Lejeune wordt om 10u15 kortstondig beschoten door een Duits vliegtuig. Er is geen schade en Lejeune besluit ter plekke te blijven. Het bezoek van Generaal Picard wordt om 10u15 gevolgd door Lieutenant Gérard van de Franse genie. Deze officier heeft de opdracht meegekregen van Colonel Charbonier van het 121ème Régiment d’Infanterie om er voor te zorgen dat de Belgen niet op eigen houtje zouden overgaan tot het vernielen van de bruggen 8 (Oostmalsesteenweg te Rijkevorsel), 9 (Dorpsstraat te Sint-Lenaarts) en 10 (Klein Veerle) op het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het Franse leger plaatst eveneens eigen wachtdetachementen bij elke van deze drie voor hun opmars vitale bruggen. In de loop van de namiddag voert de Luftwaffe verscheidene luchtaanvallen uit op de bruggen 8, 9 en 10 in een poging om de Franse opmarsroute af te snijden.  De aanvallen worden uitgevoerd met bommen van klein kaliber en de overgangspunten blijven intact.  Bij brug 8 aan de Oostmalsesteenweg te Rijkevorsel vallen enkele gewonden onder de Belgische troepen waaronder ook Sergeant Georges Robin.  Een voltreffer op het nabijgelegen café ‘L’Autorail’ doodt de herbergier en zijn dochter.

Aan de bruggen blijft het de ganse dag erg druk.  De colonnes van het Franse leger rukken op richting Nederland.  In omgekeerde richting trekken Belgische en Nederlandse vluchtelingen het kanaal over.  Ook passeren er tientallen jonge mannen uit de Noorderkempen die het bevel opgevolgd hebben om de Rekruteringsreserve van het leger te vervoegen te Eeklo.

Het gemeentehuis van Lissewege waar de CP van 3Gr staat opgesteld tot 12 mei.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De chaos na de aankomst van de Franse troepen blijft voortduren. Kol Coibion kijkt vol verbazing toe wanneer de staf van het 225(FRA)RI op het gemeentehuis van Lissewege aankomt om er het hoofdkwartier van het regiment in te richten. Na overleg met de Maritieme Basis wordt besloten om het verdedigingsdispositief aan te passen. De ondersector van het 37Li wordt ingekort, het I/3Gr wordt uit Zeebrugge en Knokke weggehaald om post te vatten tussen Oostende en De Haan, het III/3Gr blijft opgesteld staan tussen Wenduine en Blankenberge maar bevindt zich nu op de rechterflank van het regiment. De Staf/3Gr krijgt opdracht om het dorp Lissewege over te geven aan het Franse leger en te verhuizen naar Wenduine.

III/3Gr
Bij de gasfabriek te Wenduine vindt een schietincident plaats wanneer wachtpost Soldaat Bellemans van de 10Cie  Albert Deprez, een plaatselijke inwoner, neerschiet. Bellemans had na de nodige waarschuwingen het vuur geopend en er wordt besloten dat hij correct handelde. Doorheen de ganse dag worden verschillende burgers gearresteerd door de nerveuze militairen. De arrestanten worden allen overgedragen aan de Rijkswacht van Blankenberge. Pelotonscommandant Luitenant Faurès van de zelfde 10Cie gaat over naar de diensten van het Militair Auditoraat op verzoek van het Ministerie van Landsverdediging. Hij wordt vervangen door Luitenant Druet.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
In Nederland nemen de Duitsers de stad Tilburg in en trekt het 7(FRA)Leger terug naar de lijn Breda-Turnhout. Voor de grenadiers verandert er voorlopig niks. De militairen wachten af op hun stellingen.  De bruggen over het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten blijven onderworpen aan regelmatige aanvallen door Duitse vliegtuigen.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De Maritieme Basis laat weten dat de 68(FRA)DI het 341ème Régiment d’Infanterie [341(FRA)RI] zal opstellen tussen Oostende en Blankenberge. Tijdens de nacht van 13 op 14 mei zal de verdediging van Blankenberge overgenomen worden door een detachement van dit regiment. Het verdedigingsdispositief van de Maritieme Basis wordt aangepast, het 3Gr neemt het gedeelte van de ondersector van 37Li tussen Oostende (exclusief) en Wenduine over. Vanaf Wenduine nemen de Fransen de verdediging van de kust over tot en met de Scheldemonding.

I/3Gr
Het Iste Bataljon is opgeschoven richting westen en staat nu opgesteld in een nieuw kwartier vanaf de vuurtoren van Oostende over Bredene tot De Haan. Links van I/3Gr bevindt zich in Oostende een bataljon van 37Li, rechts het III/3Gr.

III/3Gr
Met de geplande aankomst van het Franse 341(FRA)RI moet ook het III/3Gr zijn bataljonsvak aanpassen. De 9Cie krijgt het bevel om Blankenberge over te dragen aan een detachement van het Franse 341(FRA)RI en moet vervolgens naar Wenduine uitwijken om er het gros van het bataljon te vervoegen. De aflossing zal aan het eind van de dag starten. Het bataljon krijgt nu een bataljonsvak toegewezen tussen De Haan en Wenduine. Links van III/3Gr staat het I/3Gr opgesteld, rechts het 341(FRA)RI.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het bataljon wordt om 06u00 verwittigd dat de 18Div onder bevel geplaatst wordt van het 7(FRA)Leger. De stellingen achter het Kanaal Dessel – Turnhout -Schoten moeten kost wat kost verdedigd worden. Intussen verneemt de bataljonsstaf dat de vijand de Nederlandse stad Breda bezet zou hebben. De eindeloze sliert burgers op de vlucht voor het oorlogsgeweld lijkt inderdaad te bevestigen dat de vijand nadert. Omstreeks 13u00 komen enkele uitgeputte Rijkswachters aan bij de 5Cie. Ze zijn gevlucht van de grenspost van Meer toen de Duitsers hier onze landsgrens naderden. Meer ligt op amper 15Km voor de linies van het II/3Gr. Ten oosten van Turnhout zouden de Karabiniers contact gemaakt hebben met de vijand nabij Arendonk. Bij de Grenadiers blijft het nog steeds rustig. Aan de sluis van Rijkevorsel blijft het de ganse dag bijzonder druk met vluchtelingen die naar het zuiden willen. Bij een bominslag nabij de militaire loopbrug te Sint-Jozef raakt Sergeant Robin zwaargewond. Majoor Lejeune ontvangt een bevel van de divisiestaf om de motorvoertuigen en paardenkarren van het bataljon, die niet strikt noodzakelijk zijn voor het gevecht, om 21u00 door te sturen via Oostmalle en Vremde naar Broechem.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De regimentsstaf verneemt dat de Franse verkenners van de 59(FRA)GRDI ons land zullen verlaten om Zeeuws-Vlaanderen binnen te trekken en Breskens over te nemen van hun 60ème Division’ Infanterie behorende tot het 7(FRA)Leger. Het III/225(FRA)RI zal hen in de loop van de dag volgen. De operaties in Zeeland en Noord-Brabant zijn niet verlopen zoals verwacht, het 7(FRA)Leger moet de aftocht blazen. De weerstand van het Nederlandse leger is gebroken en de Nederlandse capitulatie is niet meer veraf. De Fransen stellen nu alles in het werk om de in Nederland ontplooide troepen veilig te laten terugkeren. De 68(FRA)DI moet het mogelijk maken dat de divisies van het 7(FRA)Leger ontplooid in Zeeland het gevecht kunnen afbreken. Dit betekent ook dat de eerder ingenomen stellingen langs de Belgische kust zullen worden opgeheven. De regimentsstaf overlegt met de Staf van de Maritieme Basis over hoe het vertrek van de Fransen zal worden opgevangen.

I/3Gr
Het bataljon staat opgesteld tussen Oostende en De Haan.

III/3Gr
De aflossing van de 9Cie door een detachement van het 341(FRA)RI wordt uitgevoerd tussen 02u45 en 03u50. De compagnie vervoegt Wenduine. Het bataljon wordt om 19u45 op een lager preadvies geplaatst ter voorbereiding van een nakende verplaatsing. Orders worden beloofd voor de komende nacht, maar zullen niet aankomen voor  het aanbreken van de ochtend van 15 mei.

Hof Zevenbergen te Ranst.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De druk op de Frans-Belgische linies tussen Turnhout en Dessel houdt ook tijdens de nacht van 13 op 14 mei aan. De 18Div krijgt kort om 02u30 het bevel tot de terugtocht van het 7(FRA)Leger en deelt zijn marsorders uit. De 18Div verlaat de Franse commandostructuur en dient zich terug te trekken over het Albertkanaal en de Nete tot binnen de Versterkte Positie Antwerpen. Het II/3Gr moet als enige eenheid van de 18Div te voet binnenlopen via de marsroute Oostmalle, Westmalle, Schilde, Oelegem, Broechem en Ranst waar gekantonneerd moet worden. De anti-tankgracht van de Versterkte Positie Antwerpen moet te Schilde overschreden worden. De terugtocht van II/3Gr wordt gedekt door het 4RDP dat tegen 06u30 zal aankomen op de lijn Sint-Lenaarts-Oostmalle-Zoersel-Zandhoven-Vierse. Het 7(FRA)Leger krijgt nu het bevel om zijn oorspronkelijke missie in Nederland definitief op te geven en wordt door het Grand Quartier Général teruggeroepen naar de Franse legerzone. 

Het bataljon doortrekt zoals opgelegd de bevriende linies achter de anti-tankgracht van de Versterkte Positie Antwerpen te Schilde in de ondersector van het 22ste Linieregiment (22Li). Het Pl Vknr passeert als eerste om 04u05, de bataljonsstaf en de motorvoertuigen passeren reeds rond 04u30, gevolgd  door de vier compagnies tussen 07u00 en 09u00. De 5Cie die de achterhoede vormt passeert om 09u15. Na de doortocht van de laatste Belgische troepen gaat het 22Li over tot het vernielen van het wegdek en de sluiting van de Cointet-hekkens.

Het bataljon meldt uiteindelijk om 16u00 dat de troepen te Ranst ingekwartierd zijn. De manschappen zijn uitgeput en de ganse namiddag zullen talrijke achterblijvers het kantonnement binnen strompelen. Het dorp Ranst ligt er verlaten bij, met uitzondering van enkele ondernemende cafébazen die achtergebleven zijn en hun laatste voorraad aan de militairen van de hand doen. Een paar verdwaalde Franse militairen lopen doelloos in de straten rond.

Militairen van het 3Gr te Wenduine.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis 
Nederland capituleerde tijdens de voormiddag van 15 mei waardoor bij de Maritieme Basis en bij de Fransen de vrees ontstaat dat de vijand vanuit Walcheren de Schelde zal oversteken om onze oostkust aan te vallen [8]. Als reactie op de Nederlandse capitulatie vertrekt ook het 341(FRA)RI richting Breskens nadat de rest van de 68(FRA)DI het bevel al heeft ontvangen om Zeeuws-Vlaanderen binnen te trekken. De 68(FRA)DI krijgt als opdracht de zuidelijke oever van de Zeeschelde te beveiligen. Door het vertrek van de Fransen moet het Belgisch dispositief terug aangepast worden. Het III/3Gr wordt nu aangeduid om de vertrekkende Fransen af te lossen.

I/3Gr
Het Iste Bataljon blijft zijn stellingen tussen Oostende en De Haan bezetten.

III/3Gr
Om 10u45 krijgt het bataljon eindelijk het verwachte marsorder. Het bataljon moet terug naar Blankenberge vertrekken om daar na het vertrek van de Fransen, de eerder verlaten stellingen terug in te nemen. De 10de Compagnie zal Wenduine blijven bewaken. De inplaatsstelling te Blankenberge start om 13u15 en wordt als volgt uitgevoerd:

  • De bataljonsstaf en de staf van de 12Cie worden ondergebracht te Uitkerke.
  • De 9Cie bewaakt Blankenberge.
  • De 10Cie bewaakt Wenduine.
  • De 11Cie wordt verspreid over Blankenberge en Uitkerke.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het bataljon meent te Ranst te zullen blijven, maar krijgt om 01u00 het bevel van de divisiestaf om zich naar Borsbeek te verplaatsen. Majoor Lejeune trommelt zijn troepen op en start de verplaatsing tussen 04u30 en 05u00. Na een korte etappe van een vijftal kilometer wordt het II/3Gr tijdelijk ondergebracht in het oude Fort III van Borsbeek. Vervolgens wordt gewacht op nieuwe bevelen. Lejeune verneemt omstreeks 09u00 dat het bataljon onder bevel komt te staan van het 3C en zal ontplooid worden langsheen het Albertkanaal tussen Kilometerpaal 77 en de brug van Oelegem. Hij vertrekt met de compagniecommandanten direct op verkenning. Wanneer hij terugkomt van verkenning verneemt hij dat de opdracht achter het Albertkanaal is afgeblazen en dat het II/3Gr min één compagnie zich onmiddellijk naar Boechout moet verplaatsen. Tevens moet II/3Gr één compagnie naar het Fort IV te Mortsel sturen om de bewaking van het HK van het IV/LK over te nemen van de daar aanwezige compagnie van het 39Li. Majoor Lejeune laat de 5Cie achter in Fort III te Borsbeek, stuurt de 6Cie naar Fort IV en vertrekt met zijn staf en de 7Cie naar Boechout waar kantonnementen worden opgezocht. De CP van het bataljon wordt opgesteld in het Sint-Gabrielcollege aan de Lange Kroonstraat te Boechout.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis 
Het Duitse leger wist op 13 mei een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en rukt nu door Noord-Frankrijk op naar de Atlantische kust. In het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Hierdoor moet het geallieerd dispositief aangepast worden.  Op 16 mei komt het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts een nieuwe defensieve stelling in te nemen. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd, moet deze verdedigingslinie worden prijsgegeven.  Tijdens de namiddag verspreidt het Groot Hoofdkwartier (GHK) de nodige bevelen voor de ontruiming van de KW Stelling tijdens de nacht van 16 op 17 mei. Het Belgisch leger zal zich terug trekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Vanaf Oudenaarde nemen de Britten de verdediging van de Schelde over. De Fransen zijn volop bezig met de repatriëring van wat overblijft van het 7(FRA)Leger. Voorlopig hebben de nieuwe orders geen impact op de opdracht van 3Gr.

Opstelling van eenheden van de 68(FRA)DI ten oosten van Blankenberge op 16 mei 1940 (originele schets velddagboek LtGen Glorie).Posities van de Franse 68ste Infanteriedivisie op 16 mei 1940.

Opstelling van eenheden van de 68(FRA)DI ten oosten van Blankenberge op 16 mei 1940 (originele schets dagboek Kol BEM De Pauw, Stafchef MarBasis).

I/3Gr en III/3Gr
De posities van de bataljons blijven ongewijzigd, het I/3Gr staat opgesteld tussen Oostende en De Haan, het III/3Gr staat opgesteld tussen Wenduine en Blankenberge. Franse eenheden bezetten de kust van Blankenberg (exclusief) tot de Scheldemonding en de zuidelijk oever van de Zeeschelde.

Opstelling van de 12Div en de 15Div langs de K.W. Stelling op 16 mei (projectie op recente kaart).

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Majoor Lejeune gaat op zoek naar de CP van 3C onder wiens bevel hij meent te staan maar kan de CP van 3C niet vinden, zij hebben zich verplaatst naar Ranst. Wanneer hij contact opneemt met de divisiestaf blijkt dat het niet nodig was om een compagnie achter te laten te Borsbeek en dat de eerder ontvangen orders fout werden geïnterpreteerd. De 18Div wordt in tweede lijn opgesteld achter de 12Div en de 15Div die zich in eerste lijn van de K.W. Stelling bevinden. Het 39Li neemt stelling tussen Sluis 10 van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en brug 36 van het Albertkanaal, het 3C wordt ten zuiden van het Albertkanaal achter de 15Div opgesteld  terwijl het II/3Gr als reserve van het IV/LK in Boechout wordt gestationeerd. Na kennisname van zijn nieuwe opdracht geeft Maj Lejeune vervolgens de 5Cie opdracht om zich onmiddellijk naar Boechout te verplaatsen. In de loop van de voormiddag vervoegt de 5Cie opnieuw het bataljon. Het II/3Gr(-) zal nu in Boechout in reserve blijven, de 6Cie blijft gedetacheerd bij het HK van het IV/LK in Fort IV te Mortsel. De rest van de dag wordt besteed aan de reorganisatie van het bataljon en de verdediging van het kantonnement in Boechout. Majoor Lejeune laat in de omgeving verschillende revolvers en pistolen opeisen, samen met enkele bijkomende fietsen en motorfietsen. In uitvoering van het bevel van het geallieerd oppercommando om de K.W. Stelling te verlaten krijgt de 18Div kort na 16u00 van het IV/LK het bevel om het afmarsgebied van de 12Div en de 15Div te ontruimen door het gros van zijn troepenmacht onmiddellijk te verplaatsen naar Mortsel en Kontich. Het 39Li, het 15Gn en de 18 Cie TTr moeten hun huidige standplaatsen opgeven om zich via de Krijgsbaan naar Mortsel te begeven. Het 3C, II/3Gr en de Groepering Wielrijders van de 18Div (GpCy 18Div) moeten zich van Boechout via Hove naar Kontich begeven. Het II/3Gr vertrekt tussen 17u00 en 18u00 voor een voetmars van een zestal kilometer. Te Kontich neemt het bataljon tijdelijk een kantonnement in.  In de loop van de avond krijgt de 18Div opdracht om zich op weg zetten naar de linkeroever van de Schelde. Het marsorder hiervoor bereikt de bataljonsstaf rondom 22u00. Het 3C, het II/3Gr en de GpCy 18Div zullen gedurende de nacht over de baan naar Temse terugtrekken en krijgen een marsroute aangewezen via Reet tot aan de brug over de Rupel te Boom. Van hier uit moet het dan verder via Kalfort, Puurs en Bornem tot aan de Schelde waar via de militaire brug Temse moet bereikt worden. Omstreeks 22u30 duikt de 6Cie, die vanuit Fort IV in Mortsel door het HK van het IV/LK werd doorgestuurd, op aan de militaire bootbrug over te Schelde te Hemiksem. Deze compagnie die eerder vertrok heeft zich niet gehouden aan het bevel om via Boom te marcheren (indien ze dit bevel al ontvangen hadden -TBC). De compagniecommandant ontbreekt en de stafofficier van de divisie die de passage controleert, stelt vast dat heel wat persoonlijke bewapening achtergelaten werd door de manschappen.

Staf/3Gr, I/3Gr en III/3Gr bij de Maritieme Basis
De posities van het regiment blijven ongewijzigd, de bataljons staan opgesteld tussen Oostende en Blankenberge.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Met uitzondering van de 6Cie bereikt het bataljon de brug van Boom om 00u55. Majoor Lejeune staat er op om de mars eveneens te voet af te leggen en leidt zijn troepen door de nacht naar de Schelde. Het II/3Gr fungeert als hekkensluiter van de divisie en komt aan te Temse omstreeks 05u30. De 6Cie vindt hier opnieuw aansluiting. De majoor installeert zijn CP aan de Kasteelstraat 26. De 6Cie wordt ontplooid als bewakingsdetachement van de bruggen over de Schelde. De rest van de dag wordt uitgerust te Temse.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Het GHK heeft beslist de 15de Infanteriedivisie (15Div) toe te voegen aan de verdediging van de kust om het hoofd te kunnen bieden aan een eventuele aanval vanuit Zeeland. Luitenant-generaal baron Raoul de Hennin du Boussu-Walcourt, bevelhebber van de 15Div, zal het bevel overnemen van de Maritieme Basis.  De troepen van de 15Div zijn per spoor onderweg naar de kust en worden verwacht tijdens de nacht van 18 op 19 mei. 

I/3Gr
De opdracht van I/3Gr blijft ongewijzigd, het bataljon bezet zijn stellingen tussen Oostende en De Haan.

III/3Gr
Te Blankenberge worden enkele steunpunten van de 11Cie gemitrailleerd door een Duits vliegtuig. Er vallen geen slachtoffers.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De 18Div zal onder bevel van het Iste Legerkorps (I/LK) komen te staan en wordt doorgestuurd naar het Bruggenhoofd Gent. Het I/LK zal deelnemen aan de verdediging van het Bruggenhoofd Gent en zal opgesteld worden vanaf Langerbrugge aan het kanaal Gent-Terneuzen tot Melle langs de Schelde. Ten noordoosten van Gent zal de 18Div postvatten vanaf het Grootdok in het noorden tot Destelbergen in het zuiden. Ten zuidoosten van Gent wordt de 16Div opgesteld met het 41Li in boogvorm tot Melle en het 44Li langs de Schelde. De 1Div zal in de Gentse binnenstad ontplooid worden. Het 16A zal vuursteun leveren aan het I/LK als korpsartillerie.

Het II/3Gr krijgt rond middernacht bevel om zich naar Lokeren te begeven en zet zich om 01u00 in beweging voor een voetmars van Temse tot Lokeren. Lokeren wordt bereikt om 08u30. Om 10u30 wordt het bataljon op de hoogte gebracht van de nieuwe opdracht van de 18Div in het Bruggenhoofd Gent. Het II/3Gr moet hierbij op de linkerflank postvatten langsheen de westrand van het Grootdok. Het bataljon zal vanuit Lokeren met vrachtwagens van de Legerautogroepering (LAuGpg) overgebracht worden naar het Bruggenhoofd Gent. De drie fuselierscompagnies elk verzegeld van de hun toebedeelde mitrailleursploegen van de 8Cie vertrekken als eerste. Door verkeerd stafwerk wordt het bataljon echter naar Eke aan de Schelde gedirigeerd.  De fout wordt pas ontdekt na het vertrek van de 5Cie en de 6Cie, zodat enkel de bataljonsstaf en de 7Cie naar de juiste bestemming gestuurd worden. De 5Cie en 6Cie worden afgezet in Eke in de loop van de namiddag. Ook hier wordt de vergissing duidelijk, maar de vrachtwagens zijn al vertrokken en het detachement zit zonder transport. De manschappen zijn te moe om een voetmars naar de haven van Gent aan te vatten en de Kapitein-commandanten Van Horen en de Brochowski besluiten tot 20u00 te wachten om de manschappen te laten rusten. De beide compagnies zullen tijdens de nacht van 18 op 19 mei naar het Grootdok terugmarcheren. De bataljonsstaf van het II/3Gr, de staf van de 8Cie en de 7Cie nemen hun nieuwe posities aan het Grootdok in.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De Staf/3Gr wordt op de hoogte gebracht dat het dispositief voor de verdediging van de westkust zal aangepast worden. De regimenten van de 15Div zullen kantonnementen innemen in het achtergebied van 3Gr.

I/3Gr
Bezet stellingen tussen Oostende en De Haan

III/3Gr
Om 14u45 laat de regimentsstaf weten dat het bataljon nogmaals verplaatst wordt en nu is toegewezen aan de verdediging van de kuststrook tussen Zeebrugge en Heist. Het batalon zal er de voormalige stellingen van I/3Gr terug innemen. III/3Gr zal hierbij versterking krijgen van de 3de Compagnie van het I/341(FRA)RI. De rest van het 341(FRA)RI is samen met de 68(FRA)DI aangehecht bij het 7(FRA)Leger.  De 68(FRA)DI is aangeduid om een Duitse landing vanuit Walcheren op onze kust te helpen voorkomen en bezet de kust van Zeeuws-Vlaanderen tussen Breskens en Heist. De opstelling van III/3Gr wordt als volgt:

  • De commandopost van het bataljon wordt ontplooid in het station van Zeebrugge.
  • De 9Cie verdedigt het sluizencomplex en de bruggen over het kanaal naar Brugge, het Afleidingskanaal van de Leie en het Leopoldkanaal in en om de haven.
  • De 10Cie wordt ontplooid in het dorp en op de havenmuur.
  • De 11Cie wordt opgesteld net ten westen van het dorp
  • De 3Cie van het 341(FRA)RI wordt verantwoordelijk voor de verdediging van Heist. De Franse Capitaine Laurens, bevelhebber van deze compagnie, komt aan op de bataljonsstaf omstreeks 20u45. Zijn compagnie wordt tegen 23u00 opgesteld.
Originele schets met de opstelling van II/3Gr aan het Grootdok te Gent, opgesteld door Maj Lejeune op19 mei 1940

Originele schets met de opstelling van II/3Gr aan het Grootdok te Gent, opgesteld door Maj Lejeune op19 mei 1940

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De Staf, die gisteren reeds toekwam in de haven van Gent, voert de nodige verkenningen uit voor de inplaatsstelling van het bataljon. Het II/3Gr bevindt zich op linkerflank van de nieuwe sector van 18de Infanteriedivisie. Het bataljonsvak van II/3Gr loopt grosso modo gelijk met de westelijke oever van het Grootdok. Links van II/3Gr staat  het 20ste Linieregiment (20Li) opgesteld als meest zuidelijke regiment van de 11de Infanteriedivisie (11Div) en van het IIde Legerkorps (II/LK). Op de rechterflank bevindt zich het 39Li.

De 5Cie komt aan tijdens de vroege ochtend, na een geforceerde mars van Eke doorheen Gent. De 6Cie heeft halt gehouden in de Gentse binnenstad en heeft de nacht doorgebracht in de omgeving van de Singel. De mannen zijn nu onderweg sinds 13 mei en de lange nachtelijke verplaatsingen hebben duidelijk hun tol geëist. De 6Cie vervoegt het bataljon in de loop van de ochtend. 

Nadat het bataljon voltallig is worden de drie compagnies ontplooid langsheen de westelijk kade van het dok, met de 5Cie in het noorden, de 6Cie in het centrum en de 7Cie in het zuiden. De steunpunten van 5Cie van Kapitein-commandant Van Horen zijn gesitueerd op de terreinen van een grote chemische fabriek. Van Horen heeft zijn commandopost opgesteld in het laboratorium van het bedrijf. De bataljonsstaf staat opgesteld aan de Industriekaai 181. 

Het bataljon kan zich tegoed doen aan proviand geladen op een goederentrein die de levensmiddelenvoorraden van de intendance uit Gent moet evacueren. De manschappen bekomen een flinke hoeveelheid corned beef en paté in blik. Het weer is prachtig en iedereen tracht zo veel mogelijk bij te slapen en uit te rusten.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
De opstelling van het regiment blijft ongewijzigd. Tijdens de avond wordt de kust op verschillende plaatsen gebombardeerd door de Luftwaffe. Er valt geen schade te noteren bij het regiment. Om 22u30 komt het bericht binnen dat het 37Li van de kust zal worden weggehaald en in versterking gestuurd wordt van de 13Div die staat opgesteld achter het Kanaal Gent – Terneuzen. Het 43Li is aangeduid om het 37Li te vervangen aan de westkust en zal de stellingen van 3Gr verlengen naar het westen toe. Intussen worden ook de andere regimenten van de 15Div in stelling gebracht, het 42Li neemt stelling te Blankenberge, het 31Li neemt stelling achter het Leopoldkanaal tussen Zeebrugge en De Siphon ten noorden van Damme en bezet er alle bruggen. Het 31Li houdt zich klaar om bij een mogelijke Duitse doorbraak ten zuiden van de de Westerschelde de toegang tot West-Vlaanderen te kunnen blokkeren.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Tijdens de nacht van 19 op 20 mei hoort de bataljonsstaf via de divisie dat de stad Aalst in handen van de vijand is. De manschappen worden om 03u30 in staat van alarm geplaatst en de stellingen blijven volledig bezet en gevechtsklaar tot het goed en wel dag geworden is. Er gebeurt echter niks. Het gewone werkritme wordt hervat.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Er wordt bevestigd dat het Duitse leger te Abbeville de Atlantische kust heeft bereikt en dat de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel afgesneden zijn, zonder realistische mogelijkheid om de omsingeling te doorbreken. Het geallieerde oppercommando beslist op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper om de Schelde-linie op te geven.

I/3Gr
Ten westen van het I/3Gr heeft het 37Li zijn stellingen verlaten en wordt aan de kust vervangen door het 43Li. Ten oosten van I/3Gr bevindt zich het 42Li dat zich te Blankenberge tussen I/3Gr en III/3Gr heeft opgesteld. Tijdens de avond volgt een Duitse luchtaanval op het woongedeelte van de Vuurtorenwijk (oftewel “den Opex”) te Oostende .

III/3Gr
Het III/3Gr bevindt zich nog steeds te Zeebrugge en ontvangt versterking van een detachement van het 42ste Linieregiment (42Li) bestaande uit de 9de Compagnie Fuseliers van het 42Li (9/III/42Li) en een deel van de 12de Compagnie Mitrailleurs (12/III/42Li). Dit detachement wordt in de haven van Zeebrugge opgesteld en neemt een naar Zeeuws-Vlaanderen gerichte positie aan. De 3de Compagnie van het 341(FRA)RI wordt teruggeroepen van Heist en in de Zeebrugse haven op de pier opgesteld. De stellingen van III/3Gr zijn landinwaarts verlengd door het 31Li dat zich nu achter het Leopoldskanaal bevindt.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het II/3Gr bevindt zich nog steeds te aan het Grootdok te Gent.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis 
De Belgische legerleiding beslist tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Dit om een voldoende groot bruggenhoofd te creëren zodat de Britten meer tijd krijgen om hun ontscheping naar Engeland voor te bereiden. Er wordt ook nog beslist om langs de IJzer een beperkte naar het oosten gerichte defensieve linie te organiseren. Het 3Gr wordt samen met de regimenten van de 15Div aangeduid voor deze opdracht.

I/3Gr en III/3Gr
Beide bataljons krijgen rond 1800 het bevel om hun posities tussen Oostende en Zeebrugge te verlaten en zich te voet naar Nieuwpoort te begeven. De mars wordt tijdens de nacht van 22 op 23 mei uitgevoerd.

Het Grootdok te Gent in vredestijd.

Het Grootdok te Gent in vredestijd.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
In de eerste fase van de aftocht naar de Leie, tijdens de nacht van 22 op 23 mei, zullen de 16Div en de 18Div herontplooien om de stad Gent te verdedigen; de 1Div zal de stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen, de 2Div en de 4Div zullen het bruggenhoofd Gent verlaten, terwijl ten zuiden van de stad de 1Div Ardeense Jagers en de 5Div nog achter de Schelde opgesteld blijven teneinde de terugtocht van de 2Div en de 4Div te ondersteunen. In de tweede fase, tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen de 1Div Ardeense Jagers en de 5Div zich vervolgens achter de Leie terugplooien.

De divisie krijgt het bevel om met vijf bataljons het eerste echelon van de 1ste Infanteriedivisie in het centrum van Gent over te nemen. Het eerste echelon van de nieuwe linie zal lopen vanaf de toegang tot het Grootdok in het noorden via de Voorhaven tot de samenvloeiing van de Leie en de Schelde in het zuiden. Het II/3Gr, twee bataljons van het 39Li en twee bataljons van het 3C zullen van noord naar zuid ontplooid worden. Het bataljon zal versterkt worden met 6 mortieren Van Deuren van de 10de Batterij van de IV/Groep van het 3de Regiment Legerartillerie (10/IV/3LA). Het II/3Gr gaat na het vallen van de duisternis in stelling langsheen de Voorhaven. met van noord naar zuid de 5de, 6de en 7de compagnie. De compagnie mitrailleurs stuurt een peloton in versterking van de overige compagnies. Aan de Meulestedebrug staan de 6 mortieren Van Deuren opgesteld. Ten zuiden van het bataljon zal het 39Li aansluiten.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis  
De eerste elementen van het regiment bereiken Nieuwpoort omstreeks 08u30. Na de mars van zo’n 40Km zijn er heel wat achterblijvers waarvan er velen met de kusttram het regiment zullen vervoegen. De troepen rusten uit tijdens de voormiddag en worden vervolgens ontplooid ten westen van de IJzer van Nieuwpoort-Bad tot Nieuwpoort-Stad, met front naar het oosten zoals tijdens WOI. De commandopost van het regiment installeert zich te Nieuwpoort-Bad. Wanneer, al dan niet terecht, Duitse verkenningsvoertuigen opgemerkt worden nabij de Frans-Belgische grens te Hondschote en Watou wordt het III/3Gr aangeduid om vijf pelotonssteunpunten te bemannen aan de westkant van Nieuwpoort om eventuele vijandelijke infiltraties vanaf de Franse grens tegen te houden en zo een vijandelijke actie in de rug te verhinderen. De onrust in de westhoek blijft echter aanhouden want de snelle Duitse doorbraak richting Abbeville doet de vrees ontstaan dat elementen van het Duitse leger wel eens België zouden kunnen bereiken via Noord-Frankrijk. Tijdens de avond krijgt het regiment het bevel om van front te wisselen en zich nu aan de overkant van de IJzer op te stellen met front richting westen teneinde een Duitse overvleugeling vanuit het zuidwesten te verhinderen. 

I/3Gr
Het Iste Bataljon bewaakt de zone tussen de badplaats en de stad en zal deze opdracht blijven uitvoeren tot laat in de avond het bevel gegeven wordt om post te vatten aan de andere kant van de IJzer. 

III/3Gr
Het IIIde Bataljon bezet het sluizencomplex en Nieuwpoort-stad met vier compagnies. De stellingen van III/3Gr zullen naar het zuiden toe verlengd worden door het 42Li. Wanneer Duitse gemotoriseerde verkenners worden opgemerkt ter hoogte van de Frans-Belgische grens wordt het dispositief van III/3Gr als volgt aangepast:

  • de 10Cie moet één peloton opstellen aan de Palingbrug en een tweede aan de brug over de Noordvaart te Sint-Joris.
  • de 11Cie moet één peloton opstellen aan de Pelikaanbrug over het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (oftewel Veurnevaart), één peloton bij de spoorwegbruggen over de Veurnevaart en de waterloop Veurne Ambacht en één peloton te Ramskapelle.
  • de 9Cie en de 12Cie blijven bij het sluizencomplex van Nieuwpoort.

‘s Avonds laat komt het bevel om identiek dezelfde sector te bezetten als diegene ingenomen gedurende de ochtend maar dan aan de andere kant van de IJzer, dit keer met front naar het westen, richting Nieuwpoort-Stad. De vier compagnies verdedigen nu het sluizencomplex en de rechter oever van de IJzer.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div

  • Staf/II/3Gr
    Bij het II/3Gr te Gent worden reeds tijdens de nacht verschillende bruggen in de stad vernietigd. Tussen 02u00 en 03u30 blazen de genietroepen de Meulestedebrug, de Voorhavenbrug en de Muidebrug op. De gebruikte hoeveelheid explosieven is enorm en de schade aan de omliggende woningen is dan ook aanzienlijk.  Tijdens de voormiddag gaat het bataljon samen met de Gentse politie over tot de inbeslagname van fietsen bij de plaatselijke bevolking. Majoor Lejeune wil genoeg fietsen verzamelen voor al zijn manschappen voor het geval de troepen er snel vandoor moeten. De vijand valt het stadscentrum binnen via de Keizerspoort, maar stoot niet door tot in de haven. De Grenadiers maken dan ook geen contact met de Duitsers. Rond 18u30 worden de acht grote brandstoftanks van de firma Purfina aan de Meulestedebrug opgeblazen door de genie.
  • 7/II/3Gr
    Rond 19u00 eisen de directeur van de vlasspinnerij La Linière Gantoise en een Gentse schepen dat de 7Cie de haven onmiddellijk verlaat omwille van het grote aantal vluchtelingen dat zich in die sector ophoudt. Het stadsbestuur wil niet dat er gevechten uitbreken. Cdt Massart weigert en het komt tot ongeregeldheden met de plaatselijke bevolking. De burgers druipen enige tijd later weer af. Om 22u00 dient een jongeman zich aan die beweert de zoon te zijn van de eerder op de dag betrokken fabrieksdirecteur. De man is de houder van een ultimatum dat door de Duitsers is opgesteld en dreigt met de terechtstelling van alle militairen die om 03u00 niet vertrokken zijn [9]. Cdt Massart stuurt Adjudant Janssens naar de bataljonsstaf met het ultimatum en de bevestiging dat de compagnie gewoon op post blijft. De Grenadiers blijven tot laat in de nacht op post en verlaten Gent samen met de overige Belgische troepen.
  • Pl Vknr/3Gr
    Zodra het dag wordt, beklimt Majoor Lejeune het verwrongen staalwerk van de Meulestedebrug om met zijn verrekijker trachten uit te vissen wat er in de binnenstad gaande is. Lejeune stelt vast dat er op het Belfort een vlag wappert. Luitenant d’Oreye van het peloton verkenners wordt met een patrouille de stad ingestuurd en zal later op de dag melden dat het om de Gentse banier gaat.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Wanneer blijkt dat er toch geen dreiging bestaat vanuit Noord-Frankrijk wordt alles nu in het werk gesteld om de haven van Duinkerke te beveiligen teneinde de British Expeditionary Force (BEF) toe te laten naar Engeland terug te keren. Het regiment wordt te Nieuwpoort afgelost door eenheden van het 42Li van de 15Div. De stellingen van het Iste Bataljon worden overgenomen door II/42Li en III/42Li en de beveiliging van het sluizencomplex wordt door het IIIde Bataljon overgedragen aan het XXX/GVCE. Het 3Gr dient nu de kustlijn tussen Lombardsijde en Blankenberge te bezetten. De commandopost van het regiment wordt opgesteld in het Hotel du Nord aan de Elizabethlaan 323 te Oostende. Het IIIde Bataljon wordt opgesteld van Lombardsijde tot en met de haven van Oostende, het Iste Bataljon vanaf de vuurtoren van Oostende tot Blankenberge.

I/3Gr
Het Iste Bataljon verdedigt het gedeelte van de kust van Oostende ten oosten van de havengeul tot en met Blankenberge.

  • De 1Cie bevindt zich ter hoogte van de Oostendse wijk de Opex.
  • De 2Cie staat opgesteld te De Haan,
  • De 3Cie staat opgesteld te Blankenberge.

III/3Gr
Het III/3Gr wordt als volgt opgesteld:

  • De 9Cie wordt opgesteld te Lombardsijde en Westende-Bad.
  • De 10Cie bewaakt de Oostendse kustlijn van het dorp Mariakerke tot en met de haven.
  • De 11Cie bezet het militair vliegveld van Stene nabij Oostende, het enige nog operationele vliegveld van de Belgische luchtvaarteenheden.
  • De 12Cie stelt enkele gevechtsgroepen samen uit de militairen van de stafgroep en plaatst deze in tweede echelon langsheen de zuidrand van Oostende.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het II/3Gr verlaat Gent vanaf 01u30 en richt zich in eerste instantie naar Merendree. Dankzij de voorzorgen van Majoor Lejeune zijn alle manschappen voorzien van een fiets. Eens het Afleidingskanaal van de Leie overgestoken is, gaat de tocht verder naar Hansbeke en Aalter. Het drukke militaire verkeer maakt dat het bataljon slechts langzaam vordert. Omstreeks 13u00 bestookt een vijandelijk jachtvliegtuig kortstondig de colonne. De vrachtwagen van de 5Cie wordt vernield en de manschappen van de compagnie komen vast te zitten achter het wrak. Kapitein-commandant Van Horen stuurt zijn troepen de omliggende velden in. De soldaten John en Martin raken gewond. Bij de 6Cie wordt voerder Soldaat Vertomme zwaar gewond wanneer zijn paardengespan geraakt wordt.

De 18Div zal de reserve van het Vde Legerkorps uitmaken en zal ingekwartierd worden in de dorpen en gehuchten ten oosten van Oostkamp. Het II/3Gr wordt gestationeerd te Drie-Koningen. Het Vde Legerkorps bezet de noordelijke sector van aan het Afleidingskanaal van de Leie tussen Strobrugge en Oostwinkel.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Het regiment behoudt zijn nieuwe posities tussen Lombardsijde en Blankenberge.

I/3Gr
Te Blankenberge ondergaat de 3Cie een hevig luchtbombardement waarbij de Soldaat Robert  Sanspeur om het leven komt. 

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Het bataljon overnacht in de bijgebouwen van Kasteel Drie Koningen. Na een oncomfortabele maar overigens rustige nacht, worden de compagnies omstreeks 11u00 opnieuw verzameld. Aan het Afleidingskanaal van de Leie voeren de Belgen een omvangrijke positiewissel uit. De 6de Infanteriedivisie heeft in de nacht van 24 op 25 mei het 9Li naar het zuidelijk front aan de Leie moeten sturen om er de Duitse doorbraak rond Kortrijk trachten te keren. In de ochtend krijgen ook de divisiestaf en het 1Gr het bevel om naar de Leie te vertrekken. De 6Div zal afgelost worden door de 18Div. De divisie krijgt de verdediging van lijn Kleit-Adegem-Ursel toegewezen en stuurt zijn formaties onmiddellijk uit. Het 39Li en 3C zullen per vrachtwagen getransporteerd worden van op instapplaatsen aan de Wellingstraat. Het II/3Gr zal per fiets naar Kleit rijden. Het 3C zal te Eetvelde afgezet worden en het 39Li aan de noordrand van het Drongengoedbos. De 18Div zal voor de overname van de sector van de 6Div samengesteld worden uit de volgende eenheden:

  • IIde Bataljon van het 3Gr
  • IIde Bataljon van het 3C
  • Iste Bataljon van het 39Li
  • IVde Bataljon van het Regiment Speciale Vestingstroepen Antwerpen
  • 7de Regiment Jagers te Voet
  • 1ste Regiment Karabiniers
  • Wielrijdersgroep van de 18de Infanteriedivisie
  • Wielrijderseskadron van de 6de Infanteriedivisie

Dit geheel zal artilleriesteun ontvangen van de vier groepen van het 6A. De Iste en IIIde groep van het 13A leveren bijkomende vuurkracht van op hun nieuwe posities te Kleit Kampel en Prinsenveld. Drie secties C40 Bofors kanonnen van de IXde groep van het 1DTCA staan in voor de luchtafweer.

Het bataljon rijdt via Knesselare naar Kleit. Het II/3Gr, I/39Li samengevoegd met de restanten van het 3C, en de Wielrijdersgroep van de 15Div worden van noord naar zuid op het derde echelon van de divisiesector opgesteld, onder bevel van commandant 3C. De aflossing van de 6Div wordt tegen 18u00 voltooid:

  • De commandopost van commandant 3C, bevelhebber van het echelon wordt op 1200m zuidoost van Kleit geïnstalleerd.
  • Het II/3Gr ontplooit de 6Cie, 7Cie en 5Cie van noord naar zuid ten oosten van Kleit en neemt een kwartier dat uitstrekt over een lengte van ongeveer 1.800m vanaf de baan van Maldegem naar Eeklo in het noorden tot even ten zuiden van het kruispunt te Kallestraat.
    • De 6Cie plaatst zijn meest noordelijke gevechtsgroep aan Kilometerpaal 32 van de baan van Maldegem naar Eeklo, net ten westen van Adegem.
    • De 7Cie neemt het centrale onderkwartier in, met de pelotons van de luitenants Livain en Waterschoot vooraan, gedekt door het peloton van Onderluitenant Masure. Kapitein-commandant Massart plaatst zijn commandopost bij het peloton Masure.
    • De 5Cie dekt het kruispunt te Kallestraat en heeft zijn meest zuidelijke gevechtsgroep nabij een aardeweg op zo’n 400m ten zuiden van dit kruispunt. Kapitein-commandant Van Horen installeert zijn commandopost even ten oosten van de Urselstraat, ongeveer halverwege Eelvelde en Maasbone. De pelotons van Luitenant graaf d’Alcantara en Onderluitenant Goossens liggen vooraan, gedekt door het peloton van Luitenant Lisse. Onderluitenant Goossens is verantwoordelijk voor het kruispunt van Kallestraat.

Staf/3Gr bij de Maritieme Basis
Na de Duitse doorbraak aan de Leie rukt de vijand op richting Tielt. Het front van het VIIde Legerkorps (VII/LK) staat onder ernstige druk. Het Groot Hoofdkwartier gaat dringend op zoek naar de allerlaatste beschikbare eenheden om de linies toch maar trachten intact te houden. De restanten van de 16de Infanteriedivisie (16Div) worden gebruikt voor een nieuwe gevechtsgroepering die onmiddellijk zal toegevoegd worden aan de verdediging Tielt en Pittem.  Het I/3Gr zal overgaan naar de 16Div. De regimentsstaf beschikt nu enkel nog over het IIIde Bataljon om zijn opdracht aan de kust voort te zetten. 3Gr krijgt wel het XIde Bataljon GVCE in versterking om het vertrek van I/3Gr te compenseren.

III/3Gr
Het IIIde Bataljon blijft aan de kust, maar dient de 9Cie af te staan aan het 42Li. De compagnie dient samen met de 7Cie van het 42Li een voorpost in te nemen op de IJzerstelling langsheen de Lovaart [10]. De 9Cie van 3Gr wordt hierbij opgesteld tussen Eggewaartskapelle en Fortem met als doel de brug van Oeren de blokkeren. Het 42Li zal korte tijd later eveneens verplaatst worden naar de streek rond Tielt, zodat de 9Cie alleen achterblijft. De compagnie zal tot het eind van de veldtocht op zijn positie aan de Lovaart blijven. De stellingen van de 9Cie aan de kust tussen Lombardsijde en Westende-Bad worden overgenomen door de 1Cie van het XXIV/GVCE onder leiding van Luitenant Grégoire. Deze compagnie komt onder bevel te staan van III/3Gr.

De Posterij van Pittem langs de Brugsesteenweg waar I/3Gr werd afgezet op 26 mei.

De Posterij van Pittem langs de Brugsesteenweg waar I/3Gr werd afgezet op 26 mei (vooroorlogse foto).

I/3Gr 
Om 12u00 wordt de bataljonscommandant door de regimentsstaf op de hoogte gebracht dat het I/3Gr zal overgeplaatst worden naar de omgeving van Tielt om er onder bevel te komen van de 16de Infanteriedivisie (16Div). Het I/3Gr, dat tot nu toe nog geen enkele confrontatie met de vijand heeft moeten aangaan, wordt om 15u30 aan de kust opgehaald door vrachtwagens en autobussen van de Legerautogroepering (LAuGpg) en naar Pittem getransporteerd waar de colonne zal worden opgewacht door een stafofficier van de 16Div.  Onderweg wordt de colonne voertuigen rond 19u00 aangevallen vanuit de lucht echter zonder schade te lijden. Om 21u55 wordt het bataljon afgezet op de T-splitsing van de baan Brugge – Kortrijk (Brugsesteenweg) met de baan Pittem -Tielt (Posterijlaan). Op het RV punt bevindt zich echter geen stafofficier van de 16Div waarop Cdt Jorissen zijn officier adjunct, de Luitenant Defraigne, uitstuurt naar het HK van het VIIde Legerkorps (VII/LK) dat zich volgens de orders verkregen voor vertrek bevindt in het kasteel Ronceval (oftewel kasteel Berghoek) te Tielt. Ondertussen zoeken de manschappen dekking in de gracht langs de Posterijlaan [11]. Om 22u30 wordt de Posterijlaan door de vijandelijke artillerie onder vuur genomen zonder echter verliezen te veroorzaken bij I/3Gr. Een half uur later keert Lt Defraigne terug met de boodschap dat het HK van het VII/LK zich niet meer te in het kasteel Ronceval bevindt. Om 23u10 worden Kapitein-commandant Jacqmain, Lt Defraigne en Onderluitenant Delcourt uitgestuurd om de streek te verkennen en op zoek te gaan naar de commandopost van de 16Div.  De rest van het bataljon blijft de terugkeer van de verkenners afwachten in de velden tussen de Posterij en het station van Pittem. Er gaat kostbare tijd verloren.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
Tijdens de nacht van 25 op 26 mei liggen de posities van de 18Div onder aanhoudend artillerievuur. De divisiestaf verwacht een vijandelijke stormaanval tegen de volgende ochtend. Die aanval komt er zoals verwacht. Zowel het 7J, 1C en ten zuiden gelegen 23Li worden frontaal aangevallen. Bij het 7J te Balgerhoeke en het 23Li te Ronse kunnen de Duitsers na de middag vaste voet krijgen op de westelijke kanaaloever. Het bataljon wordt om 14u00 in staat van alarm gebracht wanneer het bericht van de doorbraak te Balgerhoeke binnenloopt.

Een uur later volgt een bevel om het bataljon een tweetal kilometer oostwaarts te laten oprukken om zo het tweede echelon van de positie van het 7de Regiment Jagers te Voet te versterken. De limiet van de opmars wordt gevormd door een lijn tussen Kilometerpaal 30 van de baan van Maldegem naar Eelko, het gehucht Mollevijver en het gehucht Plassendale. Majoor Lejeune zal de opmars laten leiden door de 7Cie op de linkerflank en de 5Cie op de rechterflank, gedekt door de 6Cie. De compagnies vertrekken een twintigtal minuten later. De twee voorste compagnies kunnen de aangeduide posities tussen 16u30 en 17u00 bereiken. Bij de opmars van de 5Cie raken Korporaal Marique en de Soldaten Franck en Creton gewond. De drie compagnies installeren zich op hun nieuwe posities, samen met de nog aanwezige detachementen van het 7J. Tegen 18u00 maakt de oprukkende vijand contact met de linies van het II/3Gr. Majoor Lejeune begeeft zich samen met zijn adjunct Luitenant Van Drooghenbroeck naar de voorste linies om de verdere opmars van zijn bataljon naar de oever van het Afleidingskanaal van de Leie te organiseren. De 6Cie van Kapitein-commandant de Brochowski wordt aangemaand om dichter aan te sluiten bij de vermoedelijke linie van de 7Cie en 5Cie. Na enige aarzeling rukken de grenadiers verder op. De vijand is nog steeds onzichtbaar en er is slechts sporadisch vuur waar te nemen.

De 5Cie vordert voorbij Mollevijver en houdt halt op zo’n 550m van de kanaaloever. Bij de opmars sneuvelen Adjt KROLt Lagasse de Locht en de Soldaten Dedecker en Vandervaeren. De 7Cie bereikt Malecote. Vanaf dit punt komt de opmars vast te zitten onder druk van de uit Balgerhoeke vorderende Duitsers. Tussen de pelotons Waterschoot en Masure is tijdens het vorderen een opening ontstaan waarvan de vijand gebruik maakt om Luitenant Waterschoots peloton te infiltreren. Na een twintigtal minuten zijn de meeste militaire van dit peloton krijgsgevangen genomen. Enkele vluchtelingen kunnen ontsnappen, maar tegen 21u00 beseft Kapiteint-commandant Massart dat hij een flink deel van zijn compagnie kwijt is. Na het vallen van de duisternis krijgt de 5Cie het bevel van I/7J om terug te trekken naar Kleit.

Inmiddels hebben ook Majoor Lejeune en zijn bataljonsstaf besloten om zich enigszins naar het westen terug te trekken. De compagnies hebben geen contact meer met hun bataljonscommandant. Bovendien heeft de 6Cie ook een aantal van zijn gevechtsgroepen uit het oog verloren. Commandant de Brochowski stuurt Soldaat Matton naar voren om toch maar nieuwe orders in ontvangst trachten te nemen, maar zijn estafette zal niet meer terugkeren. Tegen 23u00 besluit de Brochowski om de vlucht van het strijdtoneel niet langer uit te stellen. Majoor Lejeune laat zijn bataljon te Kleit hergroeperen.

Inmiddels heeft de 18Div de toestemming gekregen om zijn sector te verlaten en alle troepen westwaarts terug te trekken.

Staf/3Gr, III/3Gr en XI/GVCE bij de Maritieme Basis
De opdrachten van 3Gr en zijn versterkingen worden vastgelegd in een nieuw order dat de Staf van de Maritieme Basis uitgeeft [12]. III/3Gr versterkt met 1/XXIV/GVCE verdedigt de kustlijn van de IJzer tot het kanaal Oostende – Brugge. De 1Cie van XXIV/GVCE staat opgesteld tussen Lombardsijde en Westende-Bad, de 10Cie bewaakt de Oostendse kustlijn van het dorp Mariakerke tot en met de haven, de 11Cie bezet het militair vliegveld van Stene nabij Oostende, de 12Cie stelt enkele gevechtsgroepen samen uit de militairen van de stafgroep en plaatst deze in tweede echelon langsheen de zuidrand van Oostende. XI/GVCE, onder bevel van Staf/3Gr stelt zich op tussen het kanaal Brugge – Zeebrugge en het kanaal Brugge – Oostende met steunpunten te Zeebrugge, Blankenberge en Wenduine. Ten westen van Nieuwpoort bevindt zich een ad hoc samengestelde Groepering GVCE bestaande uit XXIV/GVCE en XXV/GVCE.

I/3Gr bij de 16Div
Om 01u00 keren de drie uitgestuurde officieren terug met de boodschap dat de bataljonscommandant zich om 05u00 moet aanmelden op het HK van de 16Div gelegen op 1 kilometer noord van het kruispunt van de Tieltstraat en de Egemstraat. Om 01u15 zet het bataljon zich in beweging naar Pittem om halt te houden ter hoogte van het kruispunt van de Tieltstraat en de Egemstraat te Pittem en er verdere orders af te wachten. Cdt Jorissen meldt zich om 05u00 op het HK van de 16Div en wordt er om 06u00 op de hoogte gebracht van zijn nieuwe opdracht. De 16Div heeft een sector toegewezen gekregen  tussen kilometerpaal 13 en kilometerpaal 7 van de spoorlijn 73A Deinze-Tielt-Ingelmunster [13].  De divisie zal zich als volgt opstellen:

  • De eerste groepering op de linkerflank tussen kilometerpaal 13 en 10 zal bestaan uit  het I/41Li, de restanten van het III/41Li en de 1ste en 3de compagnie van het 18de bataljon Genie, onder het bevel van commandant 41Li, Majoor Van Steelandt.
  • een tweede groepering neemt de rechterflank in tussen kilometerpaal 10 en 7 met een formatie rond 6Cie, 7Cie en 8 Cie (minus een peloton) van het II/21Li, het I/3Gr en de 2Cie van het 18Gn, onder het bevel van Kolonel Vreux, regimentscommandant van het 25Li.

Het bataljon krijgt de opdracht om zich op te stellen tussen kilometerpaal 10 en kilometerpaal 7 van de spoorlijn van Tielt naar Ingelmunster.  Op de linkerflank van de nieuwe positie moet contact gemaakt worden met het I/42Li, en op de rechterflank zullen de troepen van het II/21Li aansluiten. Het bataljon moet als volgt worden ontplooid:

  • Kapitein-commandant Brochez wordt uitgestuurd naar Marialoop om hier een voorpostenlijn (oftewel grote wacht – grand garde) te installeren bestaande uit drie pelotons. Elke fuselierscompagnie levert een peloton voor de voorpostenlijn. Hij moet de vijand vertragen en de inplaatstelling van de andere compagnies langs de spoorlijn dekken.
  • De 1Cie, 2Cie en 3Cie krijgen elk een kwartier met een breedte van ongeveer 1Km toebedeeld en zullen in deze volgorde van noord naar zuid opgesteld worden.  Elk van de compagnies krijgt een peloton mitrailleurs van de 4Cie in steun.
  • Het echelon levensmiddelen staat opgesteld te Wingene onder bevel van Lt Lagneau, de Medische Hulppost te Pittem.
Spoorsplitsing ten zuiden van Tielt waar I/3Gr op 27 mei stelling moet nemen (projectie op recente kaart).

Spoorsplitsing ten zuiden van Tielt waar I/3Gr op 27 mei stelling moet nemen (projectie op recente kaart) [13].

Om 07u45 worden de compagniecommandanten door Cdt Jorissen gebriefd over hun opdracht waarna het bataljon zich om 08u30 te voet naar zijn stellingen begeeft.  Cdt Brohez vertrekt met de voorwacht op kop. De colonne volgt de Tieltstraat tot kilometerpaal 17 waarna een veldweg wordt ingeslagen richting kasteel Ronceval.  Om 09u30 komt Cdt Brohez de colonne tegemoet met de boodschap dat de vijand de spoorlijn Tielt-Ingelmunster op enkele plaatsen reeds bereikt heeft en dat hij te Marialoop geen voorpostenlijn kan installeren. Cdt Brohez neemt het commando van de 1Cie terug over, en zal proberen met zijn compagnie de spoorlijn alsnog te bereiken.  De 1Cie die ten zuiden van kasteel Ronceval vordert langs de Meulebeeksesteenweg (N399) botst om 11u00 op vijand op zo’n 200 meter van de splitsing van de spoorlijnen Tielt-Lichtervelde en Tielt-Ingelmunster.  De manschappen van de 1Cie worden vastgepind door mitrailleurvuur, vallen onder artillerievuur en worden eveneens bestookt door de Luftwaffe.  De 2Cie vordert via de spoorlijn Pittem – Tielt naar de spoorsplitsing maar wordt om 11u10 ten noordoosten van Robrechtegem gestopt. De 3Cie die de 2Cie volgt meldt om 11u30 dat hun opmars gestuit werd ten noordwesten van Robrechtegem op ongeveer een kilometer ten zuiden van de spoorweg Tielt-Pittem-Lichtervelde.  De verschillende compagnies  ontplooien nu op de plaatsen waar ze door de vijand gestopt werden. Er vallen talrijke gewonden door de aanhoudende artilleriebeschietingen en luchtbombardementen. 

De tijdelijk door de compagnies ingenomen stellingen worden tegen 13u30 door de vijand belaagd. Bij de gevechten sneuvelen de Soldaat Poelmans van de 2Cie en de Soldaat Van Driessche van de 3Cie. Er vallen ook gewonden waarvan enkele later aan hun verwondingen bezwijken. De compagniecommandanten van de 2Cie en de 3Cie laten de CP bataljon weten dat ze dreigen omsingeld te worden. Ook de CP bataljon dreigt overrompeld te worden en plooit om 15u30 terug op de Tieltstraat.  Op hetzelfde ogenblik beslissen de 2Cie en 3Cie hun stellingen op te geven en terug te trekken naar Pittem.  Ook hier worden de troepen aanhoudend gemitrailleerd door de Luftwaffe.  Een twintigtal Belgische motoren met zijspan behorende tot een cavalerieregiment komen uit de richting van Tielt aangereden en melden dat de stad in handen van de vijand is.  Cdt Jorissen geeft zijn compagnies opdracht te hergroeperen bij het kruispunt van de Tieltstraat en de Egemstraat.  Onderweg naar het centrum van Tielt wordt Cdt Jorissen zelf om 16u30  krijgsgevangen genomen, samen met het gros van zijn manschappen. Alleen Cdt Brohez slaagt erin aan krijgsgevangenschap te ontsnappen hij verzamelt zijn eigen compagnie maar ook manschappen van het 25Li onder bevel van Lt Lemarchand en militairen van nog twee andere eenheden. Door de velden maakt hij een omtrekkende beweging rond Pittem en slaagt erin om tegen middernacht de baan Brugge – Kortrijk te bereiken waar een defensieve stelling wordt ingenomen. Hij kan op dat ogenblik nog beschikken over Lt Bacq, Sgt KROLt Kervyn de Volskaerbeke en de Sgt Baert.

Enkele detachementen van het I/3Gr zullen aansluiting vinden bij de groepering van Majoor Rigal van het 12Li die eveneens rond Pittem actief is met als opdracht het gat in de Belgische linies trachten te dichten.

Het Groot Burkelhof ten westen van Kleit.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De overgebleven troepen van het bataljon trachten zich te Kleit te hergroeperen. Na kort overleg met zijn compagniecommandanten tussen 02u00 en 03u00 besluit Majoor Lejeune om een nieuwe verdedigingslinie te plaatsen langsheen de Ede, een beek die ten noordoosten en oosten van het dorp loopt. De troepen zijn echter compleet uitgeput. Het kader van de 5Cie is nog volledig, maar er ontbreken talrijke manschappen in de fuselierspelotons. De 6Cie is zijn tweede peloton kwijt. Ook Kapitein-commandant de Brochowski ontbreekt op het appel. De 7Cie is er het ergst aan toe. De drie pelotonscommandanten zijn allen achterwege. Er blijven nog een adjudant, vier onderofficieren en eenendertig manschappen over. Met dit alles wordt overgegaan tot een nieuwe stellingname langsheen de Ede. De beek staat echter zo goed als droog en de omliggende velden bieden geen goed uitzicht op het voorterrein. De manschappen graven zich zo goed mogelijk in en wachten in troosteloze toestand de ochtend af. De posities van het II/3Gr worden wel gedekt door twee T13 tankjagers. Wanneer deze voertuigen rondom 08u30 in volle vaart vertrekken richting Knesselare en er dicht bij de posities van de 7Cie geweervuur uitbreekt, beseft Majoor Lejeune dat de Duitsers opnieuw aansluiting gevonden hebben. Kapitein-commandant Massart laat zijn manschappen even voor 11u00 terugtrekken en vervoegt zelf de commandopost van het 7de Regiment Jagers te Voet op zo’n 600m ten westen van Kleit. Ook de 6Cie beveelt rond dit tijdstip de aftocht nadat het peloton van Luitenant Paquay heel wat manschappen heeft laten krijgsgevangen nemen.

Majoor Lejeune beveelt tegen 13u30 een nieuwe aftocht naar de Spelterbeek, een al even bescheiden waterloop op een tweetal kilometer ten westen van Kleit. De drie estafettes die het bericht moeten overmaken aan elk van de drie compagnies zullen echter niet in deze taak slagen. De uit het lood geslagen compagnies zijn immers reeds op eigen houtje aan de terugtocht begonnen. Onder hen ook de overblijvende militairen van 8Cie Mitrailleurs onder bevel van Kapitein-commandant Van Doorslaer [14], een veteraan van de Eerste Wereldoorlog. De staf van 8Cie ondergaat een luchtbombardement bij de doortocht in Oedelem. Hierbij sneuvelt de Soldaat Danzin. Kapitein-commandant Van Doorslaer raakt gewond en wordt in allerijl overgebracht naar het Militair Hospitaal van Brugge waar hij later aan de gevolgen van zijn verwondingen overlijdt.

Na de aftocht uit Kleit kan de orde niet langer hersteld worden binnen het bataljon. De compagnies hebben elke cohesie verloren. Luitenant Storms zal met een detachement van de 6Cie nog de stad Brugge bereiken. Kapitein-commandant Van Horen kan een groepje manschappen van zijn 5Cie verzamelen te Oostveld. Kapitein-commandant Massart van de 7Cie zal zich ophouden op de Groot Burkelhof, samen met de regimentsstaf van het 3C. Deze belangrijke hoeve ligt aan de Groot Burkeldreef op het grondgebied van Maldegem. Omstreeks 16u30 komt ook de verloren gewaande Kapitein-commandant de Brochowski aan op dit punt, samen met Luitenant d’Alcantara. Kolonel Bruyère van het 3C beschikt enkel nog over enkele restanten van zijn stafcompagnie. Cdt de Brochowski heeft nog twaalf militairen van de 6Cie en een dertigtal van de 5Cie. De kolonel van 3C beveelt om het Groot Burkelhof koste wat kost te verdedigen. In alle haasten graven de militairen zich in langsheen een bosrand nabij de hoeve. In de wijde omgeving wordt voortduren geschoten en het is de militairen duidelijk dat de vijand erg dichtbij zit. Kapitein-commandant Van Horen vervoegt deze positie met zijn detachement.

Wanneer tegen 18u30 de grenadiers min of meer geïnstalleerd zijn, blijkt echter dat Kolonel Bruyère alleen nog met enkele van zijn stafofficieren achtergebleven is op het Groot Burkelhof en de rest van het personeel van 3C het op een loopje gezet heeft. De vijand heeft het hof onder vuur en kort voor 19u00 zullen Kapitein-commandant de Brochowski en de Soldaat Vandersande sneuvelen. Cdt Van Horen en de overige militairen worden gevangen genomen.

Staf/3Gr en III/3Gr bij de Maritieme Basis
Het IIIde Bataljon is aan de kust gebleven en zal hier de wapens neerleggen.

I/3Gr bij de 16Div
Cdt Brohez wordt in de loop van de ochtend benaderd door een Duits voertuig voorzien van een witte vlag. De inzittende Duitse officier brengt hem op de hoogte van de Belgische capitulatie waardoor ook het laatste detachement van I/3Gr de strijd staakt. De restanten van het uit elkaar geslagen Iste Bataljon worden naar Oostkamp gebracht waar het ganse regiment gehergroepeerd wordt.

II/3Gr en Pl Vknr/3Gr bij de 18Div
De 18Div heeft zich teruggetrokken naar Oostkamp. De enkele restanten van het IIde Bataljon die zich in de streek van Brugge bevinden, zullen eveneens te Oostkamp verzamelen.

9Cie/III/3Gr
De 9Cie beëindigt de veldtocht aan de brug van Oeren op het Lovaart. Kapitein-commandant Gérard is niet op de hoogte van de positie van zijn regiment en kan zich ook niet in verbinding stellen met de staf van de Maritieme Basis. Hij besluit naar Brugge te trekken om inlichtingen. Cdt Gérard komt zo aan op het Groot-Hoofdkwartier waar hij tot zijn verbazing vaststelt dat de Staf/3Gr op geen enkele stafkaart terug te vinden is [15]. 

Na de capitulatie

Krijgsgevangenen/3Gr
Soldaat Milicien Hilaire Lootens is omgekomen bij een treinramp waarbij nog 96 andere Belgische militairen het leven verloren. Op 21 januari 1941 verlaten twee treinen, met elke 1.000 Belgische krijgsgevangenen aan boord, de Stalag I A te Stablack, een dorp op ongeveer 8,5 km van Preußisch Eylau (tegenwoordig Bagrationovsk in de Oblast Kaliningrad van de Russische Federatie). De gevangenen, hoofdzakelijk Vlamingen, waren net vrijgelaten en onderweg naar Antwerpen. Voor de eerste trein verliep de treinreis normaal maar voor de tweede trein werd de rit noodlottig. Op 22 januari rond 08u20 ’s morgens verlaat de trein het station van Gifhorn te Isenbüttel nabij Hannover. Het is nog donker, er hangt een dikke mistlaag en het sneeuwt. De trein was nog op snelheid aan het komen toen hij langs achter aangereden werd door een goederentrein. Bij de botsing worden 71 militairen op slag gedood en een honderdtal andere gewond. Later overlijden nog eens 26 krijgsgevangenen in het hospitaal van Braunschweig. De meeste slachtoffers werden begraven op de begraafplaats van Stalag IX A te Fallingbostel, enkelen op het kerkhof van Braunschweig [16].

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
8/IIDANZINEmile, P.G.SdtMil04.11.1909Schaarbeek27.05.1940OedelemGedood tijdens luchtbombardement op Oedelem.
6/IIDE BROCHOWSKILadislas, J.E.Cdt08.11.1896Antwerpen27.05.1940Maldegem
5/IIDEDECKERLionel, E.SdtMil16.02.1908Lodelinsart26.05.1940Adegem
7/IILAGASSE DE LOCHTCharles, L.G.AdjtKROLt28.10.1913Elsene26.05.1940Adegem
9/IIILOOTENSHilaire, LouisSdtMil3024.01.1910Mechelen22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
2/IPOELMANSEmielSdtMil3024.06.1910Kermt27.05.1940Tielt
3/ISANSPEURRobert, D.J.SdtMil04.10.1912Ronse25.05.1940BlankenbergeGedood tijdens luchtbombardement op Blankenberge.
5/IITOURNAYArsène, A.Sgt01.04.1908Villers-la-Ville27.05.1940Brugge
2/IVAN DE VELDEAlbert, E.SdtMil01.10.1910Hoeleden30.05.1940Bavikhove
8/IIVAN DOORSLAERLodewijk, J.Cdt02.021893Steenhuffel30.05.1940BruggeOp 26 mei gewond tijdens luchtbombardement op Oedelem, overleden in Militair Hospitaal van Brugge
3/IVAN DRIESSCHEJoseph, B.SdtMil12.02.1911Zele27.05.1940Pittem
Staf/IIVAN LAERMaurice, J.R.SdtMil06.01.1911Brussel27.05.1940Middelkerke
6/IIVANDERSANDEPierre, L.SdtMil09.07.1910Sint-Jans-Molenbeek25.05.1940Maldegem
8/IIVANDERVAERENEdmond, E.SdtMil12.03.1908Hoeilaart26.05.1940Adegem
6/IIVERTOMMENMattheiSdtMil02.09.1909Nieuwrode03.06.1940Brugge
2/IWYCKAERTJoannesSdtMil29.08.1910Gent06.06.1940Oudenaarde

Bibliografie en Bronnen

  1. Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is één van de zeven Kempische kanalen die de Maas met de Schelde verbinden. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_dessel_turnhout_schoten/kanaal_dessel_turnhout_schoten [Laatst geraadpleegd 18 juni 2022].
  2. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. Door de strikte neutraliteitspolitiek die ons land aan het eind van de dertiger jaren voerde is de Belgische politieke en militaire leiding echter niet op de hoogte van de precieze plannen van de Fransen.   “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
  3. Detailsnede van een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van de Belgische troepen op 10 mei 1940. De opstelling van de troepen werd op de kaart aangebracht in 1971 door LtKol Res Bikar. De kaart  bevindt zich in het Rijksarchief en is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2 [Laatst geraadpleegd 19 oktober 2022].
  4. Voor de opmars naar Nederland gebruikt het 7(FRA)Leger volgende vijf marsroutes;
    I-1: Marquise-Calais-Duinkerke-Adinkerke-Nieuwpoort-Oostende-Blankenberge-Westkapelle-Sluis-Schoondijk.
    I-2: Bergues-Hondschote-Gistel-Brugge-Eeklo-Zelzate-Antwerpen-Kalmthout-Rosendaal-Breda
    I-3: Waten-Zegerscappel-Oostcappel-Diksmuide-Torhout-Knesselare-Eeklo-Gent- Sint-Niklaas -Hemiksem- Sint-Lenaarts – Baarle-Nassau
    I-4: Boulogne-Arques-Cassel-Boezinge-Langemark-Lichtervelde-Tielt-Aarsele-Merelbeke-Zele-Dendermonde-Lier-Oostmalle-Turnhout
    I-5: Thérouanne-Hazebroeck-Ieper-Moorsele-Izegem-Ingelmunster-Kruishoutem-Melle-Schoonaarde-Mechelen-Herentals-Retie.
  5. De Franse 1er Division Légère Mécanique [1(FRA)DLM] bevolen door generaal Picard is samengesteld uit twee gemotoriseerde brigades (BLM) van elk twee tankregimenten. De 1(FRA)BLM (1er Bde Légère Mécanique) bevolen door Kolonel Brauer omvat het 4ème Regiment Cuirassiers en het 18ème Regiment Dragons. De 2(FRA)BLM bevolen door Kolonel de Beauchesne omvat het 4ème Régiment Dragons portés en het 6ème Cuirassiers. De divisie wordt gesteund door het 74RA. De 1(FRA)DLM is een onafhankelijke cavaleriedivisie behorende tot het 7(FRA)Leger die gebruikt wordt als voorhoede bij de inplaatstelling van deze grote eenheid.
  6. De Franse 68ème Division d’Infanterie [68(FRA)DI] bevolen door generaal Beaufrère heeft als opdracht de westflank van het 7de Franse Leger van generaal Giraud te beveiligen. Deze divisie omvat volgende eenheden: 224 RI, 225 RI, 341RI, 89RA, 289RA en 59GRDI. De 68(FRA)DI is een Franse infanteriedivisie van tweede reserve, een soort territoriale divisie, die niet het niveau haalt van de veel modernere gemotoriseerde divisies van het 7(FRA)Leger. De divisie is tijdens de mobilisatie ontstaan uit de Groupement du littoral du Nord (oftewel Groupement Tencé) en had de opdracht om de Franse kust oost en west van Duinkerke te beveiligen tegen een mogelijke Duitse ontscheping. De divisie staat onder bevel van het Frans maritiem commando “L’Amiral Nord”  (kan geïnterpreteerd worden als “Noordelijke Admiraliteit” die het bevel voert over een deel van de Franse marine maar ook over kustverdedigingseenheden) bevolen door de Franse Vice-Admiraal Abrial. Na de start van de vijandelijkheden, met de opmars van het 7(FRA)Leger naar Nederland, wordt de opdracht van “L’Amiral Nord” en bijgevolg ook van de 68(FRA)DI uitgebreid tot de volledige Belgische kust, een gedeelte van de Nederlandse kust ten zuiden van de Scheldemonding en met het westen van het eiland Walcheren waar het 224RI door de Franse marine wordt afgezet. De inplaatsstelling van de 68(FRA)DI in België wordt gecoördineerd door het 7(FRA)Leger. Door de neutraliteitspolitiek van België is er echter nooit in detail afgesproken welke de opdrachten van het Franse leger zullen zijn in België. Hierdoor valt de opstelling van de Franse troepen samen met die van de Maritieme Basis. De 68(FRA)DI zal steeds ietwat eigengereid opereren in functie van het Franse plan zonder echt te coördineren met de aanwezige Belgische strijdkrachten. 
  7. Achtergrondinformatie bij de Nederlandse Kolonel Schmidt, Territoriaal Bevelhebber Brabant (oftewel TBB) die het commando had over de Nederlandse territoriale eenheden die in Noord-Brabant stonden opgesteld tussen de Vesting Holland en de Belgische grens.  [On Line beschikbaar]:  http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=kolonel-schmidt—tbb  [Laatst geraadpleegd 8 juli 2022]. Hij was aanwezig op de CP van II/3Gr samen met de Franse generaal Picard.
  8. Achtergrondinformatie bij de Nederlandse capitulatie [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_aanval_op_Nederland_in_1940 en https://rezoord.nl/rezoordse-geschiedenis/wo-ii-de-capitulatie-van-nederland-in-rijsoord  [Laatst geraadpleegd 04 augustus 2022].
  9. Getypte nota opgesteld in uit het Duits vertaald Nederlands ondertekend door de “Stadtkommandant” van Gent waarin een ultimatum gesteld wordt aan de compagniecommandant van de 7Cie om zich onmiddellijk over te geven, zoniet zouden hij zijn manschappen na gevangename geëxcuteerd worden (origineel document). Extract van de brief “…In geval U tot de 24/V/1940, 3 uur Uw stelling niet obgegeven hebt, wordt U en Uw manschappen bei den gefangenname erschoten.” Eerste tekenen van de manier waarop de Duitse bezetter later tewerk zou gaan indien tegengewerkt. De tekst bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  10. De Lovaart is een kanaal in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het kanaal vormt een verbinding tussen het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke in de stad Veurne en de rivier de IJzer nabij Fintele in de gemeente Lo-Reninge.
  11. Achtergrondinformatie bij de Posterijlaan in Pittem [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/16087  [Laatst geraadpleegd 2 juli 2022].
  12. Geheime nota Nr 4364/1551 opgesteld in het Frans en uitgeven door de Staf Maritieme Basis op 27 mei 1940 met de geleding der strijdkrachten en opdrachten voor de eenheden onder bevel van de Maritieme Basis. De nota bevindt zich in het dossier van de Maritieme Basis bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  13. Achtergrondinformatie bij spoorlijn 73A [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_73A [Laatst geraadpleegd 2 juli 2022].
  14. Achtergrondinformatie bij Cdt Lodewijk van Doorslaer [On Line beschikbaar]: https://londerzeelwo1.files.wordpress.com/2017/04/voorstelling_van_boek-journal-de-classe-van-korporaal-lodewijk-jozef-van-doorslaer-in-de-groote-oorlog5.pdf [Laatst geraadpleegd 18 juni 2022].
  15. Het GHK verkeerde in de waan dat het voltallige 3Gr ter versterking naar de 16Div werd gestuurd. Dit blijkt uit naoorlogse briefwisseling tussen Generaal-majoor Van Overstraeten, militair raadgever van de Koning, en Kapitein-commandant Monefeldt, bataljonscommandant van III/3Gr. Cdt Monefeldt reageert op de publicatie van het boek , “Albert I, Leopold III: Vingt ans de politique militaire belge” geschreven door Van Overstraeten in 1946. Hij reageert op het feit dat het boek stelt dat het III/3Gr werd teruggeslagen te Tielt. Hij wenst dat een erratum wordt aangebracht waarin vermeld wordt dat het III/3Gr zich op het ogenblik van de feiten nog aan de Belgische kust bevond. Verder onderzoek moet nog uitwijzen waar het order van het GHK om het volledige 3Gr(-) in versterking te sturen van de 16Div werd gewijzigd, op de staf van de Maritieme Basis of op de staf van 3Gr zelf (TBC). De informatie betreffende III/3Gr in het boek van Generaal-majoor Van Overstraeten is weldegelijk fout en wordt niet als bron weerhouden.
  16. Achtergrondinformatie bij de treinramp van Isenbüttel in het Frans met onder meer een volledige naamlijst van de slachtoffers  [On Line beschikbaar]: http://www.maisondusouvenir.be/isenbuttel_stalag1a.php  en een bron in het Duits https://de.wikipedia.org/wiki/Eisenbahnunfall_von_Gifhorn_(1941) [Laatst geraadpleegd 29 juni 2022].
  17. Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans op 20 juni 1946 door Cdt Jorissen, bataljonscommandant van I/3Gr. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  18. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Cdt Brohez, Compagniecommandant van de 1Cie die de gebeurtenissen van 27 en 28 mei toelicht. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  19. Summier getypt verslag betreffende de gebeurtenissen van 27 mei, opgesteld in het Frans door Lt Res Bacq , Pelotonscommandant bij de 1Cie van I/3Gr. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  20. Summier getypt verslag betreffende de gebeurtenissen van 27 mei, opgesteld in het Frans door Lt Res graaf de Renesse, Compagniecommandant van de 2Cie van I/3Gr. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  21. Uitgebreid handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 3 mei 1949 door Lt Dumont de Chassart, Compagniecommandant van de 3Cie van I/3Gr. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  22. Bewaard velddagboek van II/3Gr, origineel document van mei 1940. Het velddagboek bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Een verkorte getypte versie werd opgesteld door de dienst archieven.
  23. Summier getypt verslag opgesteld in het Frans betreffende de logistieke organisatie tijdens de veldtocht van II/3Gr. Het verslag werd geschreven door Lt De Spiegeleer, officier bevoorrading (S4) van het bataljon. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  24. Gedetailleerd getypt bevel “Ordre pour l’organisation, l’occupation et défense du sous-secteur Noveau Bassin“, opgesteld in het Frans door de Staf/II/3Gr op 19 mei 1940 (origineel document). Het order bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  25. Enkele originele getypte uitvoeringsverslagen ter grootte van een halve bladzijde opgesteld door de Staf/II/3Gr en gericht aan de staf van de 18Div (originele documenten). Deze verslagen bevinden zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  26. Uitgebreid handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 1 augustus 1941 door Cdt Marcel Van Horen, Compagniecommandant van de 5Cie van II/3Gr.  Hoewel gedetailleerd komt  de timing voor wat de eerste dagen van de campagne betreft niet overeen met het velddagboek van II/3Gr. Cdt Van Hove plaatst de feiten van 13 en 14 mei één dag vroeger dan deze vermeld in het velddagboek.  Het handgeschreven verslag werd door de dienst archieven in de loop der tijden overgetypt. Beide verslagen, handgeschreven en getypt bevinden zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  27. Uitgebreide getypte prozatekst opgesteld in het Frans door Lt graaf d’Alcantara, pelotonscommandant bij de 5Cie van II/3Gr. De tekst bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  28. Uitgebreid handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Cdt Monefeldt, bataljonscommandant van III/3Gr. Het verslag bevindt zich in het dossier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  29. Slagorde officieren 3Gr, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  30. Journal des Marches et des Opérations (JMO) 1940, 225ème Régiment d’Infanterie. Bevat informatie over de ontstaansgeschiedenis van het regiment vlak voor de start van WOII, een volledige slagorde tot op niveau peloton en een velddagboek van 10 mei tot 4 juni 1940.
  31. Taghon, P., 1986, Gent mei 1940, Gent: Historica.

De veldtocht van het 3de Regiment Grenadiers is goed gedocumenteerd en in meerdere archieven zijn er heel wat bronnen met betrekking tot 3Gr beschikbaar. De gebeurtenissen vermeld op deze webpagina zijn bijgevolg afgetoetst aan meerdere onafhankelijke bronnen die over dezelfde feiten rapporteren. In de verschillende documenten van het dosier van 3Gr bij de Sectie Classified Archives van het ADIV bevinden zich meer details dan hier weergegeven, vooral dan betreffende het II/3Gr.