Type | Infanterieregiment van de tweede reserve | |
Ontdubbeld van | 13de Linieregiment | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | 15de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel Frans de Wespin | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Clément Moiny | |
Standplaats | Dekkingsstelling Albertkanaal Ondersector Oelegem – Viersel Commandopost te Broechem |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Maurice Nicaise) | 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Arthur Van den Broeck) 2de Compagnie Fuseliers (Lt L. Pierret) 3de Compagnie Fuseliers (Cdt Jean Baudot) 4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt J. Kaeckenbeeck) |
II Bataljon (Majoor Jules Philippart) | 5de Compagnie Fuseliers (Lt René Detaille) 6de Compagnie Fuseliers (Cdt Alfred Miserez) 7de Compagnie Fuseliers (Lt M. Bailly) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Louis Lieffrig) |
|
III Bataljon (Kapitein-commandant Odilon Renaud) | 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Roger Ducachet) 10de Compagnie Fuseliers (Cdt Pierre Langlois) 11de Compagnie Fuseliers (Lt S. Massart) 12de Compagnie Mitrailleurs (Lt R. Vigenon) |
|
Stafcompagnie (Luitenant A. Fontinoy) | ||
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant M. Bluard) | ||
Peloton Verkenners (Luitenant Joseph Paquet) |
Staf/43Li
Het 43ste Linieregiment (43Li) wordt op vrijdag 22 september 1939 gemobiliseerd ontdubbelingsregiment van het 13Li. Het regiment wordt toegevoegd aan de 15de Infanteriedivisie (15Div), een divisie van tweede reserve. De tweede reserve was in hoofdzaak samengesteld uit miliciens van de oudere klassen ’28, ’29, ’30 en ’31. In de infanterieregimenten van de tweede reserve ontbreekt het vierde bataljon met de zware mitrailleurs, mortieren en de anti-tankkanonnen C47mm. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat FM15/27 lichte mitrailleurs die in 1915 aangekocht werden en van eerder bedenkelijke kwaliteit zijn. De zware mitrailleurs Colt zijn al even oud en hebben eveneens jaren in het vet gestaan in één of ander depot. Bovendien ontbrak het aan DBT granaatwerpers en moesten het regiment het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van het geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hadden.
De twee andere infanterieregimenten van de 15Div zijn 31Li en 42Li. Onmiddellijk na de mobilisatie trok het regiment in oktober 1939 naar het Kamp van Beverlo voor een korte trainingsperiode samen met de rest van de 15Div. Na een periode in het Bruggenhoofd Gent wordt het regiment opgesteld aan de K.W. Stelling in de buurt van Halle en Ninove. Uiteindelijk wordt het regiment op 27 november 1939 naar het Albertkanaal ten oosten van Antwerpen verplaatst, wat voor een eenheid van de tweede reserve eerder ongebruikelijk is. Daar zullen de eenheden verblijven tot het uitbreken van de oorlog.

Sergeant KROLt Georges Marescaux van de 5/II/43Li.
Het 43Li brengt de nacht door in zijn kantonnementen aan het Albertkanaal te Broechem, Oelegem en Viersel wanneer kort na middernacht de alarmmelding binnenloopt op de commandopost. Het velddagboek vermeldt dat het bericht om 01u50 per telefoon aankomt. Het 43Li bevindt zich in de linker ondersector van de 15de Infanteriedivisie en heeft zijn voorste linies tussen Oelegem en de samenloop van de Nete en het Albertkanaal nabij Viersel. De eenheden worden verwittigd en nemen hun posities in:
- De staf van het regiment bevindt zich te Broechem
- Het Iste bataljon heeft zijn commandopost nabij de Schans van Massenhoven en bemant het linker kwartier van het eerste echelon.
- Het IIIde bataljon heeft zijn commandopost te Viersel en neemt de rechterflank van het eerste echelon voor zijn rekening. De 9Cie bezet het onderkwartier bij de brug van Massenhoven, en de 11Cie bewaakt het onderkwartier bij de brug van Viersel. De 10Cie bezet het tussengebied.
- Het IIde bataljon is verantwoordelijk voor de tweede verdedigingslinie en heeft zijn commandopost eveneens te Broechem.
- Het regiment kan rekenen op vuursteun van de 75mm kanonnen van de I/23A en het infanteriesteunpunt in de Schans van Massenhoven.
- De bagage-echelons vertrekken naar Reet.
Het regiment wordt op links omkaderd door het 23Li van de 12Div, en op rechts door het 31Li.
Het peloton verkenners wordt zoals voorzien in de planning in twee gesplitst: de 1ste gevechtsgroep steekt met rubberboten het Albertkanaal over en vertrekt naar zijn voorpost te Zandhoven. Deze post wordt vanaf 02u15 bemand. Het steunpunt ligt op zo’n 150m ten noorden van de kerk van Zandhoven, waar een observatiepost van de Artillerie Meetdienst geïnstalleerd is. De 2de gevechtsgroep blijft bij het regimentshoofdkwartier om de nabije verdediging tegen mogelijke luchtlandingen te verzekeren.
De bataljons melden omstreeks 05u00 dat alle commandoposten bemand zijn. De inplaatsstelling van de troepen wordt tegen 06u30 voltooid.
Om 09u15 vraagt de divisiestaf, die inmiddels in het Kasteel De Bist is opgesteld, om een detachement van twaalf fuseliers naar het kasteel te sturen om de nabije verdediging te versterken. Het IIde Bataljon doet het nodige.
Volgens de planning zou het regiment op de eerste oorlogsdag een aantal bijkomende vrachtwagens moeten ontvangen via de divisiestaf. Deze laat in de loop van de namiddag weten dat deze voertuigen niet geleverd kunnen worden.
Kapitein-commandant Langlois keert omstreeks 15u30 terug uit verlof en neemt het bevel over zijn 10de Compagnie over. Ook de Kapitein-commandanten Van Den Broeck van de 1ste Compagnie en Liefferig van de 8ste Compagnie zijn nog achterwege. Zij zullen respectievelijk op 11 en 12 mei aankomen.
Tegen 17u00 komen de eerste troepen van het Franse 7de leger aan binnen de ondersector het regiment. Het gaat om de staf van de Franse verkenningseenheid 6ème Régiment de Cuirasiers onder leiding van Kolonel Dario. De Fransen vragen bij hun tussenstop maar liefst 700 Liter benzine om hun pantserwagens te kunnen bevoorraden. Het verzoek wordt doorgegeven aan de divisiestaf die de brandstof zal leveren te Lammerenberg.
Het 43Li blijft in stelling langsheen het Albertkanaal. Terwijl het Franse 7de leger verder noordwaarts trekt, komen de eerste vluchtelingen uit Nederland aan op het Albertkanaal. Kolonel de Wespin bepaalt dat vanaf nu alle militairen steeds hun helm, wapen en munitie op zich dienen te hebben. De draadafsluitingen rondom de mijnenvelden in het voorgebied van het regiment worden weggehaald. Het 43Li controleert zo goed mogelijk het verkeer over de bruggen over het kanaal om mogelijke Duitse agenten te onderscheppen. Er worden ook regelmatig patrouilles uitgevoerd om vijandelijke luchtlandingen op te sporen. Er wordt natuurlijk niets verdachts gevonden.
Even voor 11u00 arriveert de divisiecommandant, Luitenant-generaal de Hennin, op de regimentsstaf. De generaal deelt me dat ten noorden van Visé twee bruggen over de Maas in vijandelijke handen gevallen zijn.
Het Groot Hoofdkwartier besluit op 11 mei om de oostelijke helft van het Albertkanaal op te geven en alle troepen het veldleger ten oosten van Tessenderlo terug te trekken tot aan de K.W. Stelling. De 15de divisie blijft echter op post. De troepen bevinden zich immers aan de uiterste westflank van het Albertkanaal en zijn hier voorlopig nog veilig.
De divisiestaf laat weten om 19u30 dat ook tijdens de nacht van 11 op 12 mei Franse troepenbewegingen naar het noorden verwacht worden. De Fransen zullen voornamelijk gebruik maken van de as Emblem-Lammerenberg-Massenhoven. Het regiment moet deze baan volledig vrijhouden van militairen en burgers. Tijdens de nacht zal de brug van Massenhoven voorbehouden worden voor het Franse leger. Ten noorden van de brug moeten alle vluchtende burgers naar de secundaire wegen afgeleid worden. Tijdens de komende nacht zullen Franse troepen ook gebruik maken van de barakken van de 7Cie en 8Cie.
Pl Vknr/43Li
In de tweede helft van de nacht van 10 op 11 mei moet het peloton een patrouille uitsturen naar Hagenbroek omdat hier een luchtlanding aan de gang zou zijn. Er werden enkele parachutes waargenomen, maar er zijn geen vijandelijke elementen in de omgeving. Om 23u00 krijgt het peloton twee patrouilleopdrachten: een eerste ploeg moet op de de as Broechem-Emblem patrouilleren, en een tweede ploeg moet uitgestuurd worden naar de driehoek Broechem-Emblem-Lammerenberg.
Het blijft aanhoudend druk aan de bruggen over het kanaal. De verkeersstroom loopt nu uitsluitend richting zuiden en bestaat voornamelijk uit vluchtelingen. De divisiestaf laat weten om 09u35 dat de 18Div in aftocht is van de Voortuitgeschoven Positie, en het IIde en IIIde Bataljon van het 3de Regiment Karabiniers plus de Wielrijdersgroep der 18Div via de brug van Massenhoven zullen terugtrekken. Dit bericht is voortijdig en deze troepen zullen zich pas in de tweede helft van de nacht van 13 op 14 mei aanmelden.
Aan dezelfde brug van Massenhoven trekken rondom het middaguur honderden Nederlandse soldaten voorbij. De bevriende troepen worden naar Antwerpen gedirigeerd om van hieruit naar Zeeland doorgestuurd te worden.
Omstreeks 17u15 wordt dan weer gemeld dat een Franse tankcolonne onderweg is vanuit Mechelen naar de Kempen en van de bruggen van Massenhoven en Viersel zal gebruikt maken.
Pl Vknr/43Li
Het peloton moet een wachtpost van vier militairen uitzetten op een uitgestrekt terrein nabij de commandopost van het regiment, om alarm te kunnen geven bij een eventuele luchtlanding.
De manschappen blijven de ganse dag lang op post. Het Franse 7de leger trekt nu in tegenovergestelde richting over het Albertkanaal en blaast de aftocht naar Vlaanderen en Frankrijk. Bij de bruggen van Oelegem en Viersel krijgen de compagniecommandanten de autoriteit om op eigen initiatief de overgangen over het Albertkanaal te vernielen. Aan de bruggen van Massenhoven en Viersel zijn Franse genietroepen aangekomen om de kunstwerken te vernielen na de doortocht van de eigen troepen. Dit zorgt voor wrevel.
De divisie krijgt het bevel om het Albertkanaal ten oosten van de monding van de Nete te verlaten. Het 31Li en het 42Li dienen zich achter de Nete terug te trekken om de verbinding te maken tussen de Versterkte Positie Antwerpen en de K.W. Stelling. Het 43Li zal op de linkerflank van de divisie blijven, maar moet zijn stellingen verplaatsen naar de Tappelbeek om zich alzo te ontplooien tussen Oelegem in het noorden en de Nete in het zuiden. De Schans van Massenhoven en het Fort van Broechem zullen de nieuwe stellingen ondersteunen. De verplaatsing moet tijdens de nacht van 13 op 14 mei uitgevoerd worden.
Om 22u30 vat het 43Li de korte verplaatsing aan. Het IIIde bataljon levert de achterhoede en laat de 9de compagnie nabij de brug van Massenhoven en de 11de compagnie nabij de brug van Viersel. Het bataljon zal een half uur later vertrekken.
Pl Vknr/43Li
Om 15u00 wordt de 1ste gevechtsgroep van het peloton verkenners teruggeroepen uit Zandhoven. De gevechtsgroep wordt toegevoegd aan de bewaking van de commandopost van het regiment.
Rondom 05u00 komt het regiment aan op zijn nieuwe posities. De troepen blijven op de linkerflank van de 15de Infanteriedivisie en bevinden zich nu achter de Tappelbeek en de Nete. Ten noorden van het regiment ligt het 23Li nog steeds op zijn stellingen binnen de Versterkte Positie Antwerpen. Ten zuiden sluit het 31Li aan vanaf Emblem. Het regiment staat als volgt opgesteld:
- Het noordelijke kwartier van het eerste echelon loopt vanaf Oelegem tot aan de duiker van de Tappelbeek onder het Albertkanaal en Lammerenberg (exclusief). Deze zone wordt bezet door het Iste Bataljon met de 3Cie op links, de 1Cie op rechts, en de 2Cie in de diepte. De 3Cie krijgt een C47 kanon om de brug van Oelegem te dekken. Een tweede C47 kanon wordt in reserve gehouden. Elk van de drie compagnies krijgt eveneens de steun van een peloton mitrailleurs van de 4Cie. Het gevechtsechelon van het bataljon wordt te Vremde geplaatst. Het levensmiddelenechelon komt te Broechem te staan, en het bagage echelon wordt doorgestuurd naar Ruisbroek. De commandopost van het bataljon wordt opgesteld te Broechemhof.
- Het zuidelijke kwartier van het eerste echelon wordt gevormd door de Tappelbeek tussen Lammerenberg (inclusief) en de Kleine Nete. Deze linie wordt bezet door het IIde bataljon dat twee C47 anti-tankkanonnen en drie secties Mortieren Van Deuren in versterking gekregen heeft.
- Het tweede echelon loopt tussen Oelegem en Broechem en is toegewezen aan het IIIde Bataljon. Dit bataljon is nog steeds versterkt met drie C47 anti-tankkanonnen en zal voorlopig zijn 9de Compagnie behouden bij de brug van Massenhoven en zijn 11de Compagnie bij de brug van Viersel.
- De 10de Compagnie is met een van de C47 vuurmonden uitgestuurd naar een voorpost rondom Kilometerpaal 17 op de Nijlensesteenweg tussen Mol-ter-Nete en Nijlen. Tussen Nijlen en Kessel is eveneens het IIIde Bataljon van het 31Li op de voorposten ontplooid.
- De staf van het regiment staat opgesteld in kasteel Bossenstein even ten noordoosten van Broechem.
De I/23A is nog steeds verantwoordelijk voor indirecte vuursteun. Ook de infanteriesteunpunten van de Schans van Massenhoven en het Fort van Broechem worden toegewezen aan de commandant van het 43Li. Het dorp Viersel is tegen het middaguur geheel ontruimd van zijn burgerbevolking. Er is echter heel wat vee achtergelaten door de boeren.
Rondom de brug van Viersel bevinden zich ook nog een aantal eenheden van het Franse 7de Leger die met mitrailleurs, anti-tankgeschut en twee pantserwagens de toegangswegen naar de brug beveiligen. Deze troepen zullen tot ongeveer 20u00 ter plaatse blijven.
Voor de Tappelbeek en de Nete is een strook land onder water gezet. Over de Tappelbeek wordt te Lammerenberg een loopbrug geslagen om het peloton verkenners toe te laten op de vijandelijke oever te kunnen patrouilleren. De loopbrug over de Tappelbeek blijft tot 22u00 over deze waterloop liggen. Vervolgens wordt het bruggetje door de verkenners met benzine overgoten en in brand gestoken. De vlammen halen niks uit en tot overmaat van ramp openen bevriende troepen het vuur op de verkenners.
Kort voordien heeft de divisiestaf laten weten dat Sint-Lenaarts, Malle en Zoersel zouden ingenomen zijn door de vijand. De 9Cie en de 11Cie van het 43Li die zich nog aan de bruggen van Massenhoven en Viersel bevinden, worden onmiddellijk teruggeroepen. De brug van Viersel wordt om 21u45 opgeblazen, gevolgd door de brug van Massenhoven om 22u38 opgeblazen. Hierop marcheren de 11Cie, 9Cie en de staf van het IIIde Bataljon in deze volgorde naar het tweede echelon.
De staf van de naburige 12Div meldt dat de laatste Franse troepen zich door hun sector terugtrekken.
De brug over de Nijlenbeek in de gelijknamige gemeente wordt om 00u20 met explosieven vernield. Een paar uur later meent de staf van het IIde Bataljon dat in de richting van Viersel geweerschoten gehoord worden. Het incident wordt gemeld aan de divisiestaf die beveelt om drie gevechtsgroepen uit te sturen om het gebied rond het dorp Viersel uit te kammen.
De stellingen van het 43Li bevinden zich aanvankelijk niet in het directe opmarsgebied van de Duitse troepen. Het blijft dan ook relatief rustig achter de Tappelbeek en de Kleine Nete. De loopbrug over de Tappelbeek wordt rondom 10u00 met zware bijlen in stukken gehakt en vernield.
Het 43Li krijgt het IIde Bataljon van het 1ste Regiment Hulptroepen (II/1HuT) in steun. Dit bataljon bevindt zich te Broechem en zal van hieruit ingezet worden om de westelijke berm van de Tappelbeek tussen Massenhoven en Emblem voor te bereiden op een eventuele onderwaterzetting van het gebied ten westen van de Kleine Nete. Daarnaast is ook nog een van de technische burelen van de 2de Directie van de Genie en de Versterkingen (2DirGnV) ingekwartierd aan de Peterdonkstraaat 28 te Broechem. Dit detachement bestaat uit Luitenant Sansen en 7 overige militairen, en wordt in onderhoud geplaatst bij de 9Cie van het 43Li.
Het peloton verkenners wordt rond 14u00 teruggestuurd naar de brug van Massenhoven over het Albertkanaal om na te kijken of dit kunstwerk wel degelijk door de Belgische genie is opgeblazen. Luitenant Paquet vertrekt met een ploeg van drie verkenners. De brug ligt slechts ten dele in het water en op de noordelijke oever zijn reeds de eerste Duitse troepen aangekomen. Paquet brengt verslag uit, waarop de divisiestaf zal besluiten om de genie een tweede poging te laten wagen om de brug geheel in het kanaal te laten storten.
Om 02u30 worden de voorposten van de nieuwe stelling van het 43Li teruggebracht tot enkele observatiedetachementen. Om 03u10 vernielt de genie de brug van Oelegem. Tien minuten later meldt Luitenant Borsu van de 9Cie dat bij de brug van Massenhoven een detachement van de genie is aangekomen. De hoofd bekommernis van de genie-soldaten zijn de bogen van de brug die nog steeds boven het wateroppervlak uitsteken. Deze metalen bogen worden om 04u15 met explosieven in stukken gesneden.
Rondom 11u00 worden meermaals Duitse verkenners gemeld tegenover de brug over de Kleine Nete te Mol-ter-Nete. Kolonel de Wespin beveelt om de hoogte van de onderwaterzetting te vergroten om de vijand van de oever van de rivier weg te houden. Het IIde Bataljon verkrijgt eveneens een hoeveelheid prikkeldraad en piketten om de voorste linies te versterken. De troepen van het IIde Bataljon van het 1ste Regiment Hulptroepen krijgen het advies om de werkzaamheden langsheen de baan van Massenhoven naar Emblem overdag te staken. Het wordt te gevaarlijk om in het zicht van de vijand te werken.
Het Groot Hoofdkwartier besluit in samenspraak met de geallieerden om de K.W. Stelling op te geven en terug te trekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Tijdens de nacht van 16 op 17 mei moeten alle troepen ten zuiden van de Nete de aftocht aanvatten. De troepen ten noorden van de Nete zullen een dag langer ter plaatse blijven. Om er na de eerste fase van de aftocht naar het westen voor te zorgen dat de zuidflank van de divisie niet bloot komt te liggen, zullen de troepen van de 15de Infanteriedivisie tijdens de nacht van 16 op 17 mei herschikt worden om het ganse gebied tussen het Albertkanaal, Lier en Boom te bezetten en alzo een naar het zuiden gerichte dwarsstelling in te nemen.
Vooreerst wordt Kapitein-commandant Renaud, bevelhebber van het IIIde Bataljon, in de namiddag ontboden op de divisiestaf. Het 43Li moet twee detachementen leveren voor de flankwachten van Walem, Duffel en Boom. Het gros van het IIIde bataljon van Commandant Renaud wordt aangeduid voor deze opdracht. De 9de Compagnie, en drie secties van de 12de compagnie blijven aangehecht bij de staf van het regiment, maar Renaud ontvangt wel tijdelijke versterking van drie T13 tankjagers. Renaud zal zijn troepen tijdens de eerste helft nacht van 16 op 17 mei naar hun nieuwe opdrachten moeten begeleiden.
Vervolgens wordt de bezetting van de Schans van Massenhoven en het Fort van Broechem tot een minimum herleid. De zware en lichte mitrailleurs behouden nog respectievelijk 4.000 en 3.000 patronen. Alle overige munitie en materieel worden geëvacueerd. Elk van de bolwerken mag twee vrachtwagens behouden om de nog aanwezige militairen en mitrailleurs te kunnen transporteren.
Ook het Peloton Verkenners wordt ingezet bij de voorbereidingen tot de aftocht. De wielrijders worden in kleine groepjes uitgestuurd om binnen de ondersector van het 43Li alle wegwijzers te gaan verwijderen.
Bij de drie infanteriebataljons worden de munitievoorraden volledig aangevuld. De secties Mortieren Van Deuren krijgen om 20u00 het bevel om de aftocht naar het westen te starten. De mortieren moeten om 04u00 tijdens de nacht van 16 op 17 mei rendez-vous maken in Kontich en moeten vervolgens doortrekken naar Ursel.
Ook het IIde Bataljon van het 1ste Regiment Hulptroepen moet vertrekken. Het bataljon moet tegen 01u00 de westrand van Edegem vervoegen om van hier uit naar Bazel te marcheren. Het bataljon moet hier de overige eenheden van de Hulptroepen vervoegen en verdwijnt alzo uit de slagorde van het 43Li.
Staf/43Li, I/43Li, II/43Li, Schans van Massenhoven, Fort van Broechem
Het gros van het regiment bevindt zich nog steeds tussen Oelegem en de Kleine Nete, langsheen de Tappelbeek. Er wordt de ganse dag gewaakt. Om 14u00 ontvang Kolonel de Wespin van de divisiestaf de marsorders voor zijn hoofdmoot. Het regiment moet om 18u00 zijn posities opgeven om naar Elversele terug te trekken. De marsroute leidt via Broechem, Vremde, Hove, Kontich, Reet en Boom waar de Rupel zal gekruist worden. Vervolgens moet het 43Li via Ruisbroek, Puurs en Bornem naar de brug van Temse. Majoor Philippart zal de achterhoede van de divisie bevelen.
Het gros van het regiment zal met een half uur vertraging om 18u30 vertrekken. De regimentsstaf marcheert voorop, gevolgd door de garnizoenen van de Schans van Massenhoven en het Fort van Broechem, en het IIde en Iste Bataljon. De colonne passeert Kontich rondom 21u50 en zal vanaf dat punt slechts langzaam vooruit komen.
Detachement Renaud (III/43Li, minus 9Cie)
Even na middernacht zet de groep Renaud zich op weg via Broechem, Vremde, Boechout, Kontich en Duffel. Het detachement van IIIde Bataljon moet tot nader order de overgangspunten over de Nete bewaken:
- brug van Walem: 11de compagnie
- spoorwegbrug van Walem: een peloton van de 10de compagnie
- spoorwegbrug van Duffel: de rest van de 10de compagnie
De inplaatsstelling van de detachementen gebeurt rondom 06u30. Elk van de detachementen krijgt een T13 tankjager toegewezen. Ten oosten van het detachement Renaud wordt de wegbrug van Duffel bewaakt door het II/42Li. Alle bruggen zijn ten minste gedeeltelijk vernield. Tijdens de voormiddag blijft alles rustig. Rondom 14u15 worden twee vijandelijke verkenners verjaagd nabij de brug van Walem. Een goed uur later valt de 11de compagnie onder mitrailleur- en mortiervuur. Een Belgische gewonde wordt afgevoerd. De T13 schakelt er twee Duitse voertuigen uit.
Rond 17u00 slaagt de invaller er in de wegbrug van Duffel over te steken en het II/42Li terug te dringen. De Duitse troepen dringen door tot in Duffel en bedreigen nu ook het detachement Renaud. Een peloton fuseliers en een sectie mitrailleurs van de Wielrijdersgroep der 18de Infanteriedivisie en het Peloton Verkenners van het 31Li worden in alle haast aangevoerd en kunnen een verdere vijandelijke aanval afstoppen. De Duitsers dringen echter niet aan zodat de toestand weer rustig wordt. Het detachement Renaud kan zich volgens plan en zonder incidenten terugtrekken.
Detachement Nicaise (9/III/43Li, 6/II/42Li en 9/III/31Li)
In de loop van de middag stuurt de commandant van de 15Div de nabij Broechem achtergebleven 9de Compagnie naar de brug van Boom. Majoor Nicaise wordt aan het hoofd geplaatst van een tijdelijke groepering die bestaat uit de 9/III/43Li, 6/II/42Li en de 9/III/31Li versterkt met enkele machinegeweren en vier T13 tankjagers. Rondom 18u00 zetten de verschillende compagnies zich op weg. De nieuwe groepering zal even na middernacht te Boom aankomen. Vervolgens wordt de 6/II/42Li doorgestuurd naar Temse. De groepering Nicaise moet de bruggen te Boom en Temse bewaken tot na de doortocht van de 15de divisie en moet vervolgens de kunstwerken vernielen.
Detachement Philippart (achterhoede 43Li)
De vaste achterhoede van de 15Div zal bestaan uit het equivalent van twee compagnies fuseliers per ondersector die het eerste echelon moeten bezetten tot na de aftocht van het gros van de divisie. Dit detachement zal aangevuld worden met twee T13 tankjagers, een deel van de Wielrijdersgroep der 18de Infanteriedivisie, en de pelotons verkenners van het 31Li, 42Li en 43Li.
Het IVde Legerkorps bepaalt dat zes uur na het vertrek van het gros van de divisies, om middernacht, de achterhoede van de 12Div als eerste zal vertrekken. De achterhoede van de 15Div zal volgen om 02u00. Philippart moet zijn detachement eveneens naar Konitch leiden om hier de normale marsroute van het 43Li te vervoegen. Hij krijgt eveneens een detachement van de genie toegewezen om bij de terugtocht een reeks geplande wegvernielingen uit te voeren.
Bij het 43Li laten de 1ste, 2de, 3de, 5de, 6de en 7de Compagnie telkens een peloton achter op het eerste echelon, aangevuld met een peloton mitrailleurs van de 4de en 8ste Compagnies. Ten westen van de duiker van de Tappelbeek blijven de oeverbunkers van het Albertkanaal bezet. Langsheen de Tappelbeek plaatsen de pelotons van de 5de, 6de en 7de Compagnie eveneens elk een voorpost op de oostelijke oever.
Het Peloton Verkenners wordt gebruikt om de commandopost van Majoor Philippart te verdedigingen, en om de marsroute voor de aftocht af te bakenen tot Kontich. Deze laatste opdracht wordt uitgevoerd door Luitenant Paquet en twee van zijn militairen.
Om 20u55 krijgt de achterhoede een eerste keer contact met de vijand wanneer het peloton van de 3Cie bij de duiker van de Tappelbeek onder mortiervuur valt. Het peloton blijft echter op post. Een goed uur later wordt gemeld dat de vijand het Albertkanaal oversteekt via de restanten van de brug van Massenhoven. Hierop worden de voorposten van de 5Cie, 6Cie en 7Cie teruggeroepen. De vijandelijke infanterie wordt omstreeks 22u30 waargenomen nabij het kruispunt van de Liersebaan en de Herentalsebaan te Lammerenberg.
Staf/43Li, I/43Li, II/43Li, Schans van Massenhoven, Fort van Broechem
Om 00u15 steekt het gros van het 43Li te Boom de Rupel over. Via Ruisbroek, Puurs en Bornem bereiken de manschappen rond 06u00 de brug van Temse. Een goed uur later houdt de colonne halt te Tielrode. Een stafofficier van de 15Div stuurt het gros van het 43Li om 08u30 verder naar Elverzele. De manschappen mogen hier uitrusten, maar zullen niet ingekwartierd worden. De 15Div zal per trein naar het westen verplaatst worden.
Rondom 14u00 beveelt de divisiestaf echter om alle troepen ter plekke onmiddellijk via de baan door te sturen naar Blankenberge. De uitgeputte manschappen zetten zich opnieuw op weg en komen om 19u00 te Gent aan.
Kolonel de Wespin neemt contact op met de Directie van het Vervoer bij het Leger in de hoop zijn regiment alsnog per trein te kunnen laten vervoeren. Hij bekomt een eerste treinstel voor 21u00, en een tweede treinstel voor 09u00 op 19 mei. Hierop vertrekt het installatiepersoneel van het regiment via de baan naar Blankenberge.
Detachement Philippart (achterhoede 43Li)
Kort na middernacht wordt het peloton van de 6Cie beschoten tussen de gehuchten Bergsehoeve en Mollent. De Belgen vluchten van hun posities weg zodat een gevaarlijke opening in de linies ontstaat. Majoor Philippart beveelt dan ook de algehele aftocht van de achterhoede. Tegen 02u20 zijn alle detachementen samengebracht op de Van Den Nestlaan ten zuidwesten van Broechem, onder dekking van het peloton verkenners. Na passage van het kruispunt van de Ranstsesteenweg en de Broechemsesteenweg, maakt de genie onder dekking van de verkenners een enorme krater in het wegdek om de vijand tegen te houden.
Omstreeks 04u00 kruist het detachement de steenweg en spoorlijn van Antwerpen naar Lier. Philippart laat hier halt houden, en sluit aan bij de achterhoede van het 23Li van de 12Div . De colonnes trekken verder naar Kontich waar rendez-vous gemaakt wordt met de achterhoede van het 31Li. Volgens de richtlijnen van de divisiestaf zou Majoor Philippart het bevel moeten overnemen van de ganse formatie, maar Majoor Daenen van het 31Li wijst er op dat hij meer anciënniteit heeft, en het commando dan ook aan hem toekomt.
Bij de doortocht op de Antwerpsesteenweg te Kontich krijgen de colonnes een korte luchtaanval te verwerken. Bij de 7Cie vallen hierbij twee gewonden. De marsformaties vallen in de paniek uit elkaar. Majoor Daenen vraagt aan het detachement Philippart om in stelling te gaan achter de spoorlijn Antwerpen-Brussel, om de rest van achterhoede toe te laten zich te reorganiseren. Philippart krijgt ook een T13 pantserwagen in steun. Deze opdracht wordt echter al snel na de start van de inplaatsstelling opgeheven zodat het detachement Philippart eveneens de aftocht kan vervoegen.
Tussen Kontich en Reet duikt het 2de Eskadron van de Wielerijdersgroep der 18de Infanteriedivisie op. Dit eskadron werd aangeduid als mobiele achterhoede voor het 42Li, maar heeft geen contact meer met dit regiment. Majoor Philippart laat het eskadron postvatten in de dorpskern van Reet met als opdracht hier tot 09u45 de aftocht van zijn troepen te dekken. Het eskadron moet vervolgens het gehucht Bosstraat bezetten tot de infanteriecolonne de Rupel is overgestoken te Boom.
Het detachement Philippart bereikt de brug te Boom rondom 10u00. De genie wil de springlading onder de brug activeren, en de majoor laat in alle haasten het 2de Eskadron van de Wielerijdersgroep der 18de Infanteriedivisie uit Bosstraat terugroepen. De troepen kunnen met uitzondering van de T13 pantserwagens nog net op tijd oversteken. Hierop wordt het eskadron van zijn opdracht ontlast.
Majoor Philippart laat zijn colonne even uitrusten te Ruisbroek. Er is geen spoor meer van de achterhoede van het 31Li. Een officier van de genie laat weten dat het dorp Puurs helemaal geblokkeerd is met allerhande terugtrekkende eenheden, en raadt aan om via Wintam, Hingene en Bornem naar Temse door te marcheren. De colonne bereikt Bornem rondom 14u30 en moet van hier uit aanschuiven naar de brug over de Schelde. Uiteindelijk bereiken de uitgeputte militairen het dorp Tielrode waar blijkt dat het gros van het 43Li al vertrokken is.
De majoor stuurt zijn adjunct naar Sombeke waar een stafofficier van de 1ste Infanteriedivisie aanraadt om het detachement naar Sint-Niklaas te sturen en hier te overnachten. Het gerucht loopt dat de Duitsers reeds Lokeren zouden bezet hebben. Philippart verneemt echter ook dat er te Temse nog een laatste treinstel zou klaarstaan en besluit om zijn manschappen in alle haasten naar het station te sturen. Het detachement komt gelukkig op tijd aan en vertrekt zo naar Gent-Dampoort.
Staf/43Li, I/43Li, II/43Li
Het eerste treinstel die het gros van het regiment van Gent naar Blankenberge moet brengen, kan pas om 02u30 uit Gent-Dampoort vertrekken Door de chaos op het spoornetwerk brengen de manschappen de ganse dag in de trein door. De trein rijdt om 19u00 het station van Blankenberge binnen. De tweede trein komt pas aan om 21u00.
Het regiment krijgt zijn definitieve kantonnementen toegewezen:
- de staf en het Iste bataljon te Bredene
- het IIde bataljon te Klemskerke
- het IIIde bataljon te De Haan
De motorvoertuigen verlaten Blankenberge om 22u50. Het voetvolk zal met de kusttram overgebracht worden. Het 43Li wordt toegewezen aan de verdediging van de kust van uit zijn nieuwe kantonnementsplaatsen.
Detachement Philippart (achterhoede 43Li)
De achterhoede komt aan te Gent-Dampoort rond 05u00. De militaire stationschef heeft geen instructies om het treinstel verder te laten reizen en denkt dat Majoor Philippart maar beter te voet kan verder trekken. Om 06u00 komt dan toch een bevel toe via Kapitein-commandant De Saedeleer van de Directie van het Vervoer bij het Leger om te Gent-Rabot van boord te gaan. Na een telefoontje naar het Groot Hoofdkwartier kan De Saedeleer dan toch bekomen dat de trein naar de kust mag verder rijden. De trein houdt halt te Eeklo rondom 14u00 om de watertank van de tender bij te vullen. Majoor Philippart besluit om het peloton verkenners te laten uitstijgen zodat dit sneller de kust kan bereiken. Luitenant Pacquet en zijn manschappen zullen zo rond 17u00 aankomen te Blankenberge. De rest van de achterhoede arriveert tegen 23u00 aan in het station Blankenberge en wordt eveneens met de kusttram naar zijn kantonnementen te Klemskerke gebracht.
Staf/43Li
Het regiment reorganiseert zich en rust uit in zijn nieuwe kantonnementen. Om 22u50 wordt Kolonel de Wespin ontboden op de commandopost van het 37Li in de Kazerne Luitenant-generaal Mahieu te Oostende om overleg te plegen met de staf van het 37Li. Dit infanterieregiment heeft zonet vernomen dat het overgegaan is naar de 13de Infanteriedivisie (13Div) die langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen ontplooid wordt. Het 37Li heeft op dat ogenblik twee bataljons te Oostende en een bataljon te Nieuwpoort, en zal zijn taken overgeven aan het 43Li. Alleen het Iste Bataljon zal voorlopig nog in zijn kantonnement te Bredene blijven, de andere bataljons worden in eerste instantie naar Oostende overgebracht.
Detachement Philippart (achterhoede 43Li)
Dit detachement bereikt Klemskerke rond 04u30.
Staf/43Li
Na een nachtelijke verplaatsing komt het regiment aan te Oostende. De staf van het regiment heeft zijn commandopost opgesteld in de Mariaschool op de Meiboom nabij het Marie-Henriette park.
I/43Li en II/43Li
Het II/43Li verlaat Klemskerke en komt als eerste aan te Oostende. Dit bataljon zal later achterna gereisd worden door het Iste Bataljon dat zich voorlopig nog in Bredene bevindt maar dat eveneens in Oostende zal ingezet worden. De compagnies van beide bataljons bewaken het strand, de zeehaven, het station, het vliegveld van Stene, de koninklijke villa en andere vitale installaties rondom de stad.
III/43Li
Het IIIde Bataljon wordt vanuit Oostende met de kusttram overgebracht naar Nieuwpoort.
Staf/43Li
Het 43Li blijft zijn bewakingsopdrachten uitvoeren langsheen de middenkust. Voor de verdediging van Oostende worden het Iste Bataljon en het IIde Bataljon ingezet, aangevuld met de Iste Groep van het 23A en met de Compagnie Getrokken C47 van de 12Div.
I/43Li
Het Iste Bataljon blijft toegewezen aan de bewaking van de haveninstallaties en van de bruggen op het westelijke uiteinde van het Kanaal Brugge-Oostende. Rondom 20u00 wordt de opdracht van het Iste Bataljon uitgebreid. De Franse wachtposten die zich nog op de noordelijke oever van het Kanaal Brugge-Oostende bevinden zullen vertrekken. Het bataljon moet twee gevechtsgroepen en een sectie mitrailleurs aanduiden om deze detachementen te vervangen.
II/43Li
Het IIde Bataljon is nog steeds verantwoordelijk voor de beveiliging van de vitale installaties in stad en van het vliegveld van Stene. De 5Cie moet wel een peloton aanduiden voor de bewaking van de loodsen ten zuiden van de handelsdokken.
PlVknr/43Li
Het Peloton Verkenners heeft een steunpunt ingericht te Middelkerke, om de zone tussen het het kwartier van het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon te bewaken.
Staf/43Li
De manschappen van het 43Li voeren nog steeds bewakingsopdrachten te Oostende en Nieuwpoort. De divisiestaf werkt vanuit Nieuwpoort-Bad.
Op 21 mei bereikten de Duitse pantsers de Atlantische kust rondom Abbeville, en nu wordt het duidelijk dat de vijand ook vanuit het zuiden naar ons land oprukt. Het Groot Hoofdkwartier laat de troepen van de 15Div naar de westkust verplaatsten worden om de verdediging van de Ijzer en het Lokanaal te verzekeren met front naar het westen en alzo tussenbeide te kunnen komen bij een eventuele Duitse aanval vanuit Noord-Frankrijk.
Vanaf 19u00 krijgt het 43Li nieuwe orders. De Ijzer moet van noord naar zuid bezet worden door het 42Li, 43Li, en 31Li. Hierbij zal het 43Li de bewaking verzekeren van de centrale ondersector vanaf Mannekensvere (exclusief) tot aan de samenloop van de Walebeek en de Ijzer. De commandopost van Kolonel de Wespin moet in de gemeenteschool van Schore geplaatst worden. Van noord naar zuid zullen het IIIde, IIde en Iste Bataljon op een enkele lijn opgesteld worden.
De colonnes van het Iste en IIde bataljon zetten zich op weg via Leffinge, Slijpe en Sint-Pieters-Kapelle tot in Schore. Het IIIde bataljon ontplooit zich vanuit Nieuwpoort.
Samen met de overige eenheden van de 15de infanteriedivisie bezet het 43Li zijn nieuwe posities:
- De commandopost van het regiment staat in de gemeenteschool van Schore
- Het IIIde bataljon bezet de Ijzer van af de grens van de ondersector in Nieuwpoort in het noorden tot aan Kilometerpaal 6,000
- Het IIde bataljon ligt tussen Kilometerpaal 6,000 en 7,500
- het Iste bataljon is opgesteld tussen Kilometerpaal 7,500 en 9,500
III/43Li, Peloton Verkenners
Kolonel de Wespin ontvangt om 14u10 het bevel om zijn IIIde Bataljon en Peloton Verkenners te verplaatsen naar zal de oostelijke oever van het Lokanaal om hier de bruggen te bezetten tussen Veurne (inclusief) en Fortem (exclusief). De formatie wordt versterkt met twee C47 kanonnen. Aan de Ijzer zal de 1ste Compagnie aangevuld met een peloton mitrailleurs de stellingen van het IIIde bataljon overnemen.
De manschappen van het IIIde Bataljon worden vervoerd in de vrachtwagens van het Autopeloton voor Materieel van de divisietroepen en komen rondom 18u00 aan. In afwachting van de definitieve ontplooiing van het bataljon plaatst het peloton verkenners wachtposten bij de bruggen van Veurne, Korte Wilde en Oeren/Knolle Hoek.
Het bataljon plaatst zijn commandopost te Steenkerke. De 10de Compagnie bewaakt de bruggen te Veurne, de 9de Compagnie de brug van Korte Wilde, en de 11de de brug van Oeren. De beide C47 kanonnen worden toegevoegd aan de verdediging van Veurne. Ten westen van het Lokanaal zijn de knooppunten van Adinkerke, Houtem en Leisele bezet door detachementen van het 2de Regiment Hulptroepen, eveneens onder het bevel van de 15Div. Vanaf Fortem wordt de verdediging van het Lokanaal verzekert door troepen van het IIIde Legerkorps.
Op 25 mei telt het 43Li nog zo’n 80% van zijn effectieven. Elk van de bataljons beschikt nog over ongeveer 750 manschappen. De rest is van de eenheid verdwaald tijdens de terugtocht naar het westen. Het regiment heeft een aantal Browning FM30 lichte machinegeweren ontvangen om de tot op de draad versleten FM15/27 te vervangen. Deze wapens zullen op 26 mei onder de compagnies verdeeld worden.
De opstelling van 15de infanteriedivisie zal in de loop van de dag tweemaal grondig herschikt worden. In een eerste fase wordt wordt het 31Li om 09u30 uit de slagorde gehaald. Het regiment wordt naar het binnenland gestuurd ten gevolge van de Duitse doorbraak aan de Leie, en moet overgaan naar het Iste Legerkorps om ingezet te worden op de defensieve linie tussen Roeselare en Zonnebeke. Het 31Li dient te Diksmuide op treintransport gezet te worden.
Om 11u00 verspreid de divisiestaf een eerste reeks orders om de bezetting van de sector aan te passen aan het vertrek van het 31Li. De volledige zone tussen de monding van de Ijzer en Kilometerpaal 15 op de rivier zal nu bewaakt worden door het 42Li in het noorden en het 43Li (minus een bataljon) in het zuiden. Het Iste Bataljon van het 43Li moet de ondersector van het vertrokken 31Li overnemen, terwijl het IIde Bataljon de helft van zijn effectieven zal verplaatsen om het kwartier van het Iste Bataljon over te nemen. Ook worden een aantal C47 kanonnen uit de sector weggehaald, zodat het 42Li anti-tanksteun zal krijgen van een C75GP vuurmond van I/23A, en het 43Li van twee C75GP van dezelfde groep. Te Nieuwpoort wordt eveneens een C47 kanon vervangen door een C75GP kanon. Het Iste Bataljon meldt om 12u30 klaar te zijn met de overname van de ondersector van het 31Li.
Om 21u00 wordt ook het 43Li aangeduid om over te gaan naar het Iste Legerkorps. Het regiment zal per trein naar Gits getransporteerd worden. De staf, Iste Bataljon en IIde Bataljon zullen te Pervijze opgeladen worden. Het IIIde Bataljon moet te Veurne instijgen.

Het station van Gits, uitstapplaats van het 43Li.
Staf, I/43Li, II/43Li
Het IIde Bataljon komt aan te Pervijze om 01u15, gevolgd door het Iste Bataljon om 02u05. Twee treinstellen bestaande uit gesloten goederenwagons rijden even na 04u00 het station binnen, zodat de beide bataljons tegen 05u30 kunnen vertrekken. Het wagenpark is dan reeds over de baan naar Gits onderweg.
Via de lijn naar Diksmuide gaat het tot in Kortemark en Lichtervelde om vervolgens de oude spoorlijn 66 (Brugge-Kortrijk) te nemen tot in Gits. De staf en de beide bataljons bereiken Gits kort na 10u00.
III/43Li, Peloton Verkenners
Het IIIde Bataljon en het Peloton Verkenners stijgen in te Veurne en kunnen om 07u30 als eersten met uitstijgen beginnen te Gits. Kort na aankomst volgt een vijandelijke luchtaanval waarbij 6 doden en een 20-tal gewonden vallen.
43Li
Eens de colonnes volledig zijn, zetten de manschappen zich op op weg naar Passendale via Hooglede en Westrozebeke. De mars is +/- 15 kilometer lang. Kolonel de Wespin verneemt hier op de staf van het Iste Legerkorps dat zijn regiment onder het bevel geplaatst wordt van de 1ste Infanteriedivisie.
Het 43Li wordt rondom 11u00 toegewezen het tweede echelon van de nieuwe defensie linie langsheen spoorlijn Roeselare-Ieper. Het eerste echelon van deze linie wordt verdedigd door het 31Li ten zuiden van Passendale en het 4L ten noorden van dit dorp. De verplaatsingen naar de nieuwe posities worden aangevat vanaf 14u30. De marsroute leidt van Gits over Hooglede en Westrozebeke. Bij aankomst wordt het regiment als volgt ontplooid:
- De staf opent de commandopost nabij kilometerpaal 13 op de weg Westrozebeke-Passendale met het peloton verkenners als verdedigingselement.
- Het Iste bataljon graaft zich in achter de Stroombeek ten zuidwesten van Passendale en heeft zijn commandopost aan de ‘s Graventafelstraat op zo’n 600m van de Mosselhoek. De Stroombeek vormt het tweede echelon van de dwarsstelling op de zuidelijke flank van de Belgische legerzone die tussen Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle aangelegd wordt elementen van de 2de Cavaleriedivisie.
- De 2Cie bezet het westelijke onderkwartier, en de 1Cie het oostelijke onderkwartier langsheen de beek.
- De 3Cie wordt ontplooid rondom het gehucht Mosselmarkt en de commandopost van het bataljon.
- De medische hulppost van het bataljon wordt opgesteld op het gehucht Goudberg.
- het IIde bataljon verdedigt het centrale deel van het tweede echelon en bezet de omgeving van het dorp Passendale.
- De 5Cie wordt dwars over de Statiestraat ten oosten van de dorpskern opgesteld.
- De 6Cie verdedigd de zuidelijke rand van het dorp door een stellingname rondom de Passendalestraat.
- De 7Cie komt net ten westen van de dorpskern te liggen.
- het IIIde bataljon zal opgesteld worden op de Colliemolenhoek ten zuidoosten van Oostrozebeke.
- De 9Cie moet het kruispunt van de Ieperseaardeweg en de Roeselarestraat te Ruiter blokkeren.
- De 10Cie en 11Cie worden langsheen de Ieperseaardeweg en Colliemolenstraat ontplooid.
- De medische hulpplaats van het 43Li en het bevoorradingsechelon worden opgesteld te Westrozebeke.
Inmiddels is ook de rest van de 15de Infanteriedivisie, met uitzondering van het 42Li en het 16Gn, overgegaan naar het Iste Legerkorps. De I/23A en de II/23A zijn onderweg en zullen samengevoegd worden met het 18A om vuursteun te leveren aan de regimenten van de 1ste Infanteriedivisie.
Na enig lobbywerk bekomt Luitenant-genereaal de Hennin, bevelhebber van de 15Div, de toestemming om met zijn staf de sector van de 1Div over te nemen. Tegen 22u00 is de aflossing van de staf volbracht. De opstelling van de troepen blijft ongewijzigd.
Inmiddels zijn ook de bataljons van het 43Li aangekomen op hun nieuwe posities. Kort na de aankomst van het Iste Bataljon wordt de opstelling gewijzigd. Op bevel van de regimentsstaf zal de 3Cie verplaatst worden naar een nieuw steunpunt dwars over de Brugseweg op ongeveer anderhalve kilometer zuidoost van Poelkapelle.
Tijdens de nacht blijft het kalm op de stellingen van het 43Li. De eerste vijandelijke verkenners bereiken de spoorlijn.
I/43Li
Het bataljon is ontplooid op het tweede echelon van de dwarsstelling tussen Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle. Kolonel d’Orjo van 2L is verantwoordelijk voor deze dwarsstelling en heeft hiervoor op 26 mei de volgende troepen toegewezen gekregen:
- De Wielerijdersgroep van de 17de Infanteriedivisie (nog onderweg)
- Het Wielrijderseskadron van de 1ste Infanteriedivisie
- Het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers
- Twee van de drie pelotons van het Eskadron Luchtafweermitrailleurs van de 2de Cavaleriedivisie
- Het 7de Eskadron van 2L
- De mitrailleurs en C47 anti-tankkanonnen van 2L
Kolonel d’Orjo besluit twee kwartieren in te richten: kwartier noord op de rechterflank met de wielrijders van de 1ste en 17de infanteriedivisies in de diepte gedekt door het Eskadron Luchtafweermitrailleurs en kwartier zuid op de linkerflank met het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers gedekt door de mitrailleurs van 2L. De scheidingslijn tussen deze beide kwartieren komt te Sint-Juliaan te liggen. Hij plaatst zijn eigen commandopost te Poelkapelle.
Omstreeks 10u45 wordt Kolonel SBH Libbrecht van de 2de Cavaleriedivisie aangeduid als bevelhebber van de dwarsstelling. Hij wordt zo de tussenschakel tussen de Groepering d’Orjo en het 3L enerzijds en staf van de 15de Infanteriedivisie anderzijds.
Om 11u15 wordt het Peloton Verkenners toegewezen aan het Iste Bataljon. Het peloton moet een bijkomend steunpunt inrichten om de continuïteit van de verdedigingslinie te verbeteren.
Na de middag wordt een vijandelijke aanval op Sint-Juliaan gemeld. De 3Cie moet om 15u00 in de tegenaanval gaan en krijgt de opdracht om op te rukken langsheen de Brugseweg en 500m ten zuiden van de dorpskern in stelling te gaan. De compagnie ontmoet echter geen vijandelijke elementen zodat de tegenaanval zonder incidenten verloopt.
De 1Cie en 3Cie worden omstreeks 20u00 in alle haasten naar Passendale teruggeroepen om de frontlijn te herstellen na het uit elkaar vallen van het IIde Bataljon. De beide compagnies worden ten noordwesten van het dorp ontplooid, haaks op de Passendalesteenweg, om een vijandelijke doorstoot naar Westrozebeke te blokkeren. De 3Cie komt uiteindelijk op zo’n 200m afstand te liggen van de schootsstellingen van de IIde Groep van het 23A die nog steeds in actie is. De Duitse en Belgische kanonniers duelleren aanhoudend doorheen de eerste helft van de nacht.
II/43Li
Even na de middag vallen de Duitsers vallen de spoorlijn Roeselare-Ieper aan en kunnen het 31Li al snel terugdringen van de spoorberm. Omstreeks 11u00 wordt de 5Cie teruggetrokken over een afstand van ongeveer 250m om ervoor te zorgen dat er geen opening kan ontstaan tussen het terugtrekkende I/31Li en het IIde Bataljon. De bres in de linies van het 31Li wordt echter steeds groter. Bovendien wordt Passendale aanhoudend beschoten door de Duitse artillerie. Bij het IIde Bataljon vallen dan ook heel wat slachtoffers.
De vijand wil Passendale innemen en bereikt omstreeks 17u00 de posities van de 5Cie. Via de huizen langsheen de noordkant van de Statiestraat kunnen de Duitse infanteristen de stellingen infiltreren. Een goed uur later dreigt de compagnie geheeld omsingeld te worden en vluchten de militairen weg doorheen de dorpskern, in de richting van de steunpunten van de 7Cie.
Om verdere verliezen te vermijden, krijgt de 6Cie hierop het bevel om zich eveneens tot achter het dorp terug te trekken. De compagnie moet zich hergroeperen langsheen de Grote Roeselarestraat, even ten noorden van het kruispunt met de Westrozebekestraat. Dit lukt ten dele, maar nabij het kruispunt zelf worden Kapitein-commandant Miserez en Luitenant Gobbe dodelijk getroffen door mitrailleurvuur. Luitenant Florence neemt het bevel over. Er resten de compagnie dan nog een 70-tal manschappen en een FM30 machinegeweer. Forence en zijn manschappen kunnen alleen nog dekking zoeken in de gracht langsheen de Grote Roeselarestraat en raken geheel verstrikt in de artillerieduels. De luitenant besluit om 19u45 om zijn overgebleven manschappen te laten vluchten in de richting van Westrozebeke.
In de gevechten raakt de bataljonscommandant Majoor Philippart ernstig gewond. Hij wordt afgevoerd naar de hulppost op de Passendalesteenweg en wordt vervangen door Kapitein-commandant Lieffrig. Philippart bezwijkt enige tijd nadien. Bij de 7Cie loopt ook Kapitein-commandant Piette een ernstige blessure op. Hij wordt geëvacueerd naar een veldhospitaal en zal de strijd overleven.
Rondom 22u00 wordt het bataljon formeel afgelost door het 4L en het 2Cy,
III/43Li
Het bataljon blijft gespaard van de gevechten tijdens de eerste helft van de dag. Ten noorden van de 15de Infanteriedivisie worden de troepen van de 10de Infanteriedivisie ontplooid, zodat rondom 14u00 de scheidingslijn tussen de beide sectoren aangepast kan worden in het voordeel van het 4L en het III/43Li. Kapitein-commandant Renaud ontvangt van het 4L een nieuwe installatieschets die hem toelaat om zijn posities zuidwaarts te verschuiven.
Omdat ook bij het 4L het eerste echelon op verschillende punten doorbroken wordt. De divisiestaf vreest voor een doorbraak ten noordoosten van Passendale, tussen de posities van het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon. De Groepering Balestrie van het 2L die op dat ogenblik te Sleihage ingekwartierd is, wordt opgetrommeld om een tegenaanval te plannen in de zone tussen het gehucht Potegem en het dorp Passendale. De 10Cie wordt als eerste toegevoegd aan deze actie en krijgt om 17u00 eveneens de opdracht om zich naar deze zone te verplaatsen. Op die manier wil de divisiestaf ervoor zorgen dat de opening tussen het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon gedicht wordt. Omstreeks 18u30 wordt ook de 11Cie aan de tegenaanval toegevoegd.
De 10Cie bereikt als eerste zijn objectief en omstreeks 19u15 over tot een vuuraanvraag op de zuidrand van de Potegemhoeve. De afstand tussen de eigen posities en het doelwit is bijzonder gering.
Het 4L verplaatst zijn 1ste Eskadron om door een nieuwe dwarsstelling tussen de spoorlijn Roeselare-Ieper en de Kleine Roeselarestraat een mogelijke vijandelijke doorbraak naar het noorden te bemoeilijken. Kolonel Jooris van 4L vraagt om 19u45 om de 9Cie naar achteren te verplaatsen en deze eenheid in reserve te houden nabij de commandopost van het III/43Li.
De divisiestaf doet er alles aan om tussen de Passendalesteenweg, de Grote Roeselarestraat en de spoorlijn Roeselare-Ieper een continu front te organiseren. Vanaf de Passendalesteenweg worden vooreerst de 1Cie en 3Cie van het 43Li opgesteld, in de hoop de aansluiting te kunnen maken met achtereenvolgens de Groepering Balestrie, het IIIde Bataljon van het 43Li en de Iste Groep van het 4L. Het 4L wordt echter rondom 21u00 teruggetrokken naar een nieuw tweede echelon achter deze linie, zodat het III/43Li uiteindelijk verbinding dient te zoeken met het 5de Regiment Jagers te Voet, de meest zuidelijke eenheid van de naburige 10de Infanteriedivisie.
Het bataljon heeft nu van west naar oost zijn 11Cie, 10Cie en 9Cie in lijn opgesteld. Hierbij heeft de 10Cie de Potegemhoeve weten te bereiken. Een verdere opmars zit er echter niet meer in. Tegen 22u00 lijkt zich een min of meer continu front te vormen. Aan het westelijke uiteinde van het nieuwe kwartier van het IIIde Bataljon wordt de 9Cie zo geplaatst dat er nabij het Vier Kavenbos verbinding kan gemaakt worden met het 5J. Aan het oostelijke uiteinde is de verbinding met de Groepering Balestrie broos maar intact. Rondom de Potegemhoeve blijven de gevechten echter aanhouden en is het niet helemaal duidelijk hoe ver de vijand gevorderd is. Tussen de 10Cie en de 9Cie is er nog steeds een opening.
De vijand dringt echter niet aan en de Belgen slagen er in tijdens de nacht van 27 op 28 mei hun nieuwe verdedigingslinie verder te organiseren.
Rondom 03u00 keert de rust weer nabij Passendale. Samen met het 5J, het III/31Li en de I/2L bevinden de 2/I/43Li en het III/43Li zich nu in eerste linie. De 1/I/43Li en de 3/I/43Li vormen samen met het 4L en het II/3J een nieuwe tweede verdedigingslijn. Anderhalf uur later heeft verder stand houden echter geen zin meer: Koning Leopold III heeft de onvoorwaardelijke overgave van zijn leger aanvaard.
Lt Res Huet van de Staf/III/43Li verkiest om zich niet krijgsgevangen te laten nemen na de capitulatie en keert op eigen houtje huiswaarts. In Marke wordt hij door de Duitsers onderschept en neergeschoten.[2]
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
7/II | BIOT | Victor | Sdt | Mil | 31.01.1906 | Biesmerée | 27.05.1940 | Passendale | |||
7/II | BONNIVERS | Léon, M.G. | Sgt | Mil | 28 | 11.02.1908 | Senzeilles | 27.05.1940 | Passendale | ||
7/II | BOURDOUXHE | Henri, M.J. | Sdt | Mil | 13.10.1906 | Liège | 27.05.1940 | Passendale | |||
12/III | BOURGUIGNON | Dieudonné, J. | Sdt | Mil | 29.09.1911 | Vieux-Waleffe | 27.05.1940 | Oostnieuwkerke | |||
8/II | BROGNIEZ | Edmond, L.V. | Kpl | 04.02.1911 | Lobbes | 06.06.1940 | Brugge | Verwond 27/5 Passendale | |||
5/II | BROSSE | Georges, J.J. | Sdt | Mil | 26.11.1908 | Gerpinnes | 27.05.1940 | Passendale | |||
5/II | CHARLES | Ernest, G.G. | Sdt | Mil | 09.11.1908 | Andenne | 27.05.1940 | Passendale | |||
7/II | CLERCQ | Georges, F.G. | Kpl | 02.01.1911 | Marchienne-au-Pont | 27.05.1940 | Passendale | ||||
11/III | COOREMAN | Emile, G. | Sdt | Mil | 29.08.1911 | Thuin | 26.05.1940 | Ieper | |||
Onbekend | D'HOEDT | Joseph, M. | Sdt | Mil | 15.08.1910 | Oostende | 27.05.1940 | Passendale | |||
12/III | DE BACKER | René, J.M. | Sdt | Mil | 04.05.1907 | Antwerpen | 03.06.1940 | Brugge | |||
Onbekend | DE COCK | Albert, F. | Kpl | 01.06.1908 | Couillet | 26.05.1940 | Roeselare | ||||
8/II | DEHON | Léon, H. | Sdt | Mil | 10.03.1911 | Ambly | 27.05.1940 | Passendale | |||
5/II | DEREMINCE | Antoine, A.G. | Sdt | Mil | 27.05.1906 | Saint-Servais | 27.05.1940 | Passendale | |||
4/I | DUBOIS | Jean, L.H. | Sdt | Mil | 09.10.1910 | Bouffioulx | 27.05.1940 | Oostende | |||
Onbekend | ENGELBOSCH | Joannes, J. | ![]() | Sdt | Mil | 19.03.1906 | Zepperen | 27.05.1940 | Passendale | ||
7/II | ETIENNE | Nicolas, F.J. | Sgt | 17.10.1908 | Ans | 27.05.1940 | Passendale | ||||
11/III | FOURIER | Lodewijk, G. | Sdt | Mil | 03.06.1906 | Kerniel | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | GILISSEN | Renier, J. | ![]() | Sdt | Mil | 27 | 03.04.1907 | Diepenbeek | 27.05.1940 | Passendale | |
6/II | GOBBE | Raymond, L.M. | Lt | Res | 05.09.1905 | Charleroi | 27.05.1940 | Passendale | |||
5/II | HERBOTS | Lucien, Gerard | Sdt | Mil | 27 | 12.01.1907 | Neerlanden | 22.01.1941 | Isenbüttel (D) | Omgekomen in treinramp | |
6/II | HICK | Nicolas, F.J. | Kpl | 29.11.1907 | Hombourg | 27.05.1940 | Passendale | ||||
8/II | HOVENT | Jean, J. | Sdt | Mil | 21.12.1906 | Lustin | 27.05.1940 | Passendale | |||
Staf/III | HUET | Paul, E.G. | Lt | Res | 22.03.1904 | Jemeppe-sur-Meuse | 28.05.1940 | Marke | Neergeschoten door de Duitsers na de capitulatie toen hij poogde aan gevangenschap te ontsnappen. | ||
Onbekend | JACQUEMIN | Paul, E.J. | ![]() | Kpl | Mil | 31 | 16.04.1911 | Aische-en-Refail | 27.05.1940 | Passendale | |
7/II | KAERTS | Auguste, V. | Sdt | Mil | 01.08.1906 | Seraing | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | KESSELS | Charles, J. | Sdt | Mil | 29.06.1906 | Liège | 27.05.1940 | Passendale | |||
6/II | KINIF | Nestor, R.C. | Sdt | Mil | 26.12.1911 | Châtelet | 27.05.1940 | Passendale | |||
8/II | LACROIX | Gilles, J. | Sdt | Mil | 09.09.1908 | Lanaye | 27.05.1940 | Passendale | |||
8/II | LEBURTON | Gérard, J.J. | Sdt | Mil | 29 | 07.11.1909 | Othée | 01.06.1940 | Brugge | Overleden aan verwondingen | |
7/II | LIMBORT | Raymond, A.J. | Sdt | Mil | 05.07.1908 | Hannêche | 27.05.1940 | Passendale | |||
12/III | LOYAERTS | Raymond, J. | ![]() | Sdt | Mil | 27 | 07.04.1907 | Neerwinden | 26.05.1940 | Beveren (Roeselare) | Gedood in luchtaanval op trein |
Onbekend | MAQUIGNY | Fernand, J. | Sdt | Mil | 17.07.1906 | Landenne-lez-Seilles | 27.05.1940 | Passendale | |||
6/II | MARY | Robert | Kpl | 18.05.1911 | Mont-sur-Marchienne | 27.05.1940 | Passendale | ||||
8/II | MARY | Joseph, R.B. | Kpl | 25.10.1910 | Gembloux | 27.05.1940 | Passendale | ||||
7/II | MASSON | Marcel, G. | Sgt | Mil | 28 | 27.11.1908 | Bois-de-Villers | 27.05.1940 | Passendale | ||
Onbekend | MAUCOURANT | Félix | Sdt | Mil | 31 | 19.07.1911 | Farciennes | 17.05.1940 | Broekem | ||
6/II | MISEREZ | Alfred, G. | Cdt | Act | 30.03.1895 | Kallo | 27.05.1940 | Passendale | |||
5/II | MUES | Gustaaf, J. | Sdt | Mil | 24.03.1906 | Loksbergen | 27.05.1940 | Passendale | |||
Staf/II | PHILIPPART | Jules, G.J. | Maj | Act | 03.01.1895 | Elsene | 27.05.1940 | Passendale | |||
12/III | PREMONT | Ulric, F.J. | Sdt | Mil | 26.05.1906 | Erneuville | 26.05.1940 | Roeselare | |||
6/II | RAMAEKERS | Pieter, J. | Sdt | Mil | 04.08.1906 | Eisden | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | RAVET | Maurice, J.J. | Sdt | Mil | 23.08.1910 | Merdorp | 27.05.1940 | Passendale | |||
6/II | RONVEAUX | Léopold, V.J. | Sdt | Mil | 13.09.1908 | Dorinne | 27.05.1940 | Passendale | |||
6/II | SAUTELET | Narcisse, H. | Sdt | Mil | 05.08.1911 | Wihéries | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | SLEEUWAERT | Ghislain, Gerard | ![]() | Sdt | Mil | 14.01.1910 | Gijzenzele | 27.05.1940 | Passendale | ||
6/II | STERKENDRIES | Joseph | Sdt | Mil | 28.12.1906 | Tongeren | 27.05.1940 | Passendale | |||
6/II | STIMART | Fernand, J.G. | Sgt | 23.04.1908 | Vedrin | 29.05.1940 | Kortrijk | ||||
Onbekend | STRUELENS | Hendrik, J. | Sdt | Mil | 26.01.1908 | Sint-Kwintens-Lennik | 26.05.1940 | Roeselare | |||
Onbekend | TABRUYN | Alfons, J. | ![]() | Sdt | Mil | 10.02.1907 | Sint-Truiden | 27.05.1940 | Passendale | Gedood door geweervuur | |
Onbekend | VAN ROSSOMME | Fernand, J. | Sdt | Mil | 30.12.1906 | Boignée | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | VAN RUYMBEKE | Heliodoor | ![]() | Sdt | Mil | 23.11.1909 | Gent | 27.05.1940 | Passendale | ||
7/II | VERSPREET | August, B. | Sdt | Mil | 06.07.1907 | Tessenderlo | 27.05.1940 | Passendale | |||
Onbekend | WASEIGE | Marcel, L. | Kpl | Mil | 27 | 18.09.1907 | Liège | 27.05.1940 | Passendale | ||
Onbekend | WEUTENS | François | Sdt | Mil | 14.07.1911 | Saint-Nicolas (Liège) | 26.05.1940 | Roeselare |
- Massart, A., 1982., Historique du 13e de Ligne 1918-1940. Evere: Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie Defensie
- Getuigenis Louis Vandenweghe: “Duitsers zaten in de schuur van mijn vader, Jerome Vandenweghe, op de Markebeke (de schuur bestaat nu nog). Opeens hoorde mijn vader een geweerschot. Luitenant Huet werd doodgeschoten. De Duitsers brachten hem binnen in de schuur en stopten hem in een baal vlas. Zij begroeven hem rechtover ons huis op de Markebeke. Later werd hij ontgraven.” Het betreft een ongebruikelijke krijgsverrichting, slechts één geweerschot. Lt Huet was zeer waarschijnlijk ongewapend.