Reglementaire benaming | 64ste Linieregiment | 64ème Régiment de Ligne | 64Li | |
Type | Versterkings- en Opleidingsregiment | |
Ontdubbeld van | 14de Linieregiment | |
Onderdeel van | 4de Versterkings-en Opleidingscentrum | |
Bevelhebber | Majoor Jules Wilmet | |
Standplaats | Tienen (Minderbroederstraat) | |
Samenstelling van elk regiment | I Bataljon Instructie (Kapitein-commandant Pierre Desmadryl) |
1ste Compagnie Fuseliers (Lt G. Jerosme) 2de Compagnie Fuseliers (Lt C. Croonenberghs) 3de Compagnie Fuseliers (Lt A. Jenot) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt G. Cogniaux) |
II Bataljon Versterking (Kapitein-commandant A. Buysschaert) |
5de Compagnie Fuseliers (Lt E. Orban) 6de Compagnie Fuseliers (Lt G. Wilmet) 7de Compagnie Fuseliers (Lt H. Pietquin) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt A. De Costre) 9de Compagnie Klein Geschut (Lt A, Severyns) |
|
Compagnie Diensten (Luitenant A. Levaque) |
Staf/64Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. Daarom zullen de dienstplichtigen van de klas ’40, die in februari 1940 hun oproepingsbrief ontvangen, in maart worden samengebracht in Versterkings- en Opleidingsregimenten. Het 64ste Linieregiment (64Li) wordt opgericht in februari 1940 te Tienen als één van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 4de Versterkings- en Opleidingscentrum (4VOC). Het regiment staat in voor de opvang en opleiding van niet-getrainde rekruten en van mobilisatie vrijgestelde reservisten van het 14de Linieregiment (14Li) en zijn ontdubbelingsregimenten het 29ste Linieregiment (29Li) en het 44ste Linieregiment (44Li) [1]. Net zoals de andere infanterieregimenten van het 4VOC beschikt het 64Li op 09 mei over een Staf, een Bataljon Instructie met de rekruten van de klas ’40 en een Compagnie Algemene Diensten. Het kaderpersoneel is een samenraapsel van oudere beroeps- en dienstplichtige officieren en onderofficieren van actieve regimenten. Het 64Li beschikt over een peloton Duitstalige rekruten bestemd voor het 14Li. De staf en de bataljons van 64Li zijn ondergebracht in de Tiense kazerne aan de Minderbroederstraat [2]. Het 64Li wordt aangevoerd door Majoor Wilmet.
I/64Li
Het Iste Bataljon Instructie (I/64Li) wordt geactiveerd bij oprichting van het regiment eind februari en ontvangt vanaf maart 1940 de nieuwe rekruten van de klas ’40. Deze rekruten zullen bij het 64Li hun basisopleiding ontvangen om vervolgens na het beëindigen van hun opleiding doorgestuurd te worden naar het 14Li, 29Li en 44Li als versterkingen.
II/64Li
Het IIde Bataljon Versterking (II/64Li) dat moest instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden bestond enkel uit kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) na de start van de vijandelijkheden. In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het IIde Bataljon Versterking op non-actief geplaatst.

Jonge rekruten van het 64Li bestemd voor het 14Li (de rekruten dragen nog het mutskenteken van 14Li) in de kazerne van Tienen bij hun inlijving in maart 40.
Staf/64Li
Het 64Li heeft net een oefenalarm achter de rug en is pas terug in zijn kazerne wanneer het rond 02u00 van het 4VOC het bevel krijgt zich klaar te maken om bij eerste klaarte vooraf verkende alarmkantonnementen in te nemen in de buurt van Tienen. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 4VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. De Staf/64Li wordt in zijn commandopost om 06u00 verwittigd van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het Bataljon Versterking te vervoegen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar oorlogskantonnenmenten die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het 4VOC bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. Het voorziene oorlogskantonnement voor het 64Li is Oostkamp, ten oosten van Brugge.
I/64Li
Het Iste bataljon voerde tijdens de nacht van 9 op 10 mei een oefenmars uit en is nog maar net aangekomen in de kazerne wanneer een werkelijk alarm wordt afgekondigd. Het bataljon vertrekt onmiddellijk naar zijn alarmkantonnement in de buitenwijken van Tienen. De verplaatsing naar Oostkamp wordt gedurende de rest van de dag voorbereid
II/64Li
Het IIde Bataljon Versterking wordt geactiveerd en de reservisten stromen toe in de kazerne van Tienen waar ze opgevangen worden. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen.
Staf/64Li
Het regiment blijft nog de ganse dag in Tienen, de Staf en het Bataljon Instructie in hun alarmkantonnement in de Tiense rand, het Bataljon Versterking blijft in de kazerne om de versterkingen op te vangen.
Staf/64Li
Tijdens de nacht van 11 op 12 mei wordt het regiment per spoor geëvacueerd naar zijn oorlogskantonnementen te Oostkamp nabij Brugge.
Staf/64Li
Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s ontvangen op 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moest de commandant van het 4VOC zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse Leger van generaal Giraud door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda [3]. Het bevel om 64Li naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want op 13 mei steken de Duitsers rond 16u00 de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als inzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.
Staf/64Li
Het 64Li verlaat ons land en wordt per trein naar Frankrijk overgebracht. De precieze route van de treinstellen is onbekend. Wel staat vast dat het 64Li heelhuids Zuid-Frankrijk zal bereiken.

Samatan op zo’n 40 km van Toulouse werd de kantonnementsplaats van I/64Li.
64Li in Frankrijk
Het 64Li komt aan te Samatan, op zo’n 40Km van Toulouse. De bataljons worden als volgt ingekwartierd:
- het I/64 blijft te Samatan
- het II/64 vindt onderdak te Lombez
- de dorpjes Cazeaux-Savès en Labastide-Savès worden aangeduid als reserve kantonnementsplaatsen ingericht.
64Li in Frankrijk
De 4de Compagnie komt aan te L’Isle-Jourdain.

Kantonnementen van het 4VOC ten zuidwesten van L’Isle Jourdain.
Staf/64Li in Frankrijk
Het commando van het 4VOC heeft zich inmiddels te L’Isle-Jourdain geïnstalleerd en ook de andere regimenten van het 4VOC kantonneren in de buurt. Het ganse 4VOC is er in geslaagd om zo’n 7.200 militairen te evacueren, waarvan ongeveer 3.200 jonge rekruten van de klas ’40. Zo goed als alle militairen die op 15 mei op het appel aanwezig waren, zijn veilig overgebracht naar Frankrijk waardoor het 4VOC één der meest volledige eenheden van de versterkings- en opleidingstroepen is. Het inwonertal van L’Isle-Jourdain bedroeg toen een 4.000 tal inwoners. Het effect van de Belgische inwijking in deze dunbevolkte streek is niet gering. De eenheden van het 4VOC bevinden zich op 26 mei in volgende locaties:
- Staf 4VOC en onafhankelijke compagnies: L’Isle-Jourdain
- 57Li: L’Isle-Jourdain, Ségoufielles
- 61Li: Marestain, Endoufielle, Castillon-Savès, Cazeaux-Savès en Labastide-Savès
- 64Li: Samatan, Lombez.
Staf/64Li in Frankrijk
De staf verneemt het nieuws van de capitulatie van het Belgisch leger met grote verslagenheid. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Vooral de Fransen reageren met onbegrip op de Belgische capitulatie en op verschillende plaatsen worden de manschappen van het 64Li beschimpt en niet meer bediend in lokale winkels en restaurants. Bepaalde agitatoren binnen de rangen trekken de autoriteit van de officieren in twijfel na de overgave van de koning. Veel van de op 10 mei opgeroepen reserveofficieren wisten niet hoe ze moesten reageren waardoor deze agitatoren vrij spel kregen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het Bataljon Versterking met de oudste dienstplichtigen de roep om de strijd te staken het luidst klinkt.
II/64Li in Frankrijk
Mede door de opruiende speech van de Franse premier Reynaud en de afkeurende houding van de Fransen ten overstaan van de Belgen breekt in Lombez een muiterij uit in het IIde Bataljon Versterking wanneer het nieuws van de capitulatie aankomt bij het regiment. De manschappen manifesteren in de straten van Lombez en willen geen bevelen meer opvolgen. De onlusten houden aan tot 30 mei. Op 31 mei stuurt het Franse leger een detachement Senegalezen naar Lombez om de orde te herstellen. De manschappen van II/64Li worden eerst overgebracht naar het interneringskamp van Le Vernet (60 km zuid van Toulouse en iets ten noorden van Pamiers) waar het krijgsauditoraat overgaat tot de identificatie en vervolging van de onruststokers. Gedurende zijn verblijf in Le Vernet was het bataljon volledig afgesloten van de buitenwereld. Een zestal militairen van de 5Cie van II/64Li wordt gearresteerd. Op 3 juni wordt het II/64Li overgebracht naar het nabijgelegen kamp van Mazères waar ze nog steeds in afzondering gehouden worden teneinde de rebellie niet te laten overslaan naar de rest van het regiment.
Staf/64Li in Frankrijk
De Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier is deels ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Op 4 juni wordt aan het 3VOC en het 4VOC, beiden onder bevel van Generaal-majoor Colinet, gevraagd om initieel twee Versterkingsbataljons (II/52Li van 3VOC en II/64Li van 4VOC) om te vormen tot twee werkbataljons met elk vier compagnies van 250 militairen [4].
II/64Li in Frankrijk
Op 4 juni krijgt het II/64Li, dat zich nog in het kamp van Mazères bevindt, het bevel om een werkbataljon samen te stellen. Omdat de opstandige 5Cie van deze opdracht wordt uitgesloten kan het bataljon slechts drie compagnies van 250 man paraat stellen. In totaal gaat het om een bataljon van meer dan 850 manschappen bestaande uit 12 officieren, 33 onderofficieren, 59 korporaals en 761 soldaten. De opgelegde bestemming voor het werkbataljon is Vitry-la-Ville ten zuiden van Châlons-sur-Marne [5] waar ook het II/61Li naartoe gestuurd wordt. Omdat II/64Li maar over drie compagnies beschikt wordt het bataljon versterkt met één compagnie van II/57Li. Deze Cie, bevolen door Lt Capelle, wordt te voet van L’Isle-Jourdain naar Samatan gestuurd. Door een tekort aan transportmiddelen kan deze compagnie niet naar het kamp van Mazères overgebracht worden waardoor Lt Capelle noodgedwongen te Samatan blijft. Hij krijgt later het bevel om met II/61Li vanuit Mérenvielle naar Vitry-la-Ville te vertrekken [6]. De uiteindelijke slagorde officieren van het werkbataljon samengesteld door II/64Li ziet er als volgt uit:
- Staf II/64Li: Cdt Buysschaert (bataljonscommandant), Lt Adm Ruyffelaert, Lt Med Straetmans,
- 6Cie/II/64Li: Lt Pietquin (compagniecommandant), Lt Gurny en OLt Melon (pelotonscommandanten),
- 7Cie/II/64Li: Lt Wilmet (compagniecommandant), Lt Rouard en Lt Dumont (pelotonscommandanten),
- 8Cie/II/64Li: Lt Orban (compagniecommandant), Lt Logé en Lt Quinaux (pelotonscommandanten),
Staf/64Li in Frankrijk
Op 6 juni vragen de Fransen om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren. 16.000 hiervan dienen aangeduid te worden door de EM/TRI. De EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. De drie Bataljons Instructie van 4VOC worden opgevorderd. De Staf/64Li krijgt nu de opdracht om ook zijn Iste Bataljon Instructie om te vormen tot een werkbataljon.
I/64Li in Frankrijk
Op 06 juni krijgt Kapitein-commandant Desmadryl de opdracht om een werkbataljon met vier compagnies van 200 man samen te stellen. Het peloton Duitstaligen wordt hiervoor niet ingezet en ter plekke gehouden. Het is volgens de orders de bedoeling dat het bataljon door de Fransen tewerkgesteld zal worden langs de oevers van de Seine te Mantes-la-Jolie. Cdt Desmadryl slaagt erin om 799 man bijeen te krijgen. De uiteindelijke slagorde van het werkbataljon samengesteld door I/64Li ziet er als volgt uit:
- Staf I/64Li: Cdt Desmadryl (bataljonscommandant), OLt Adm Steinier, Lt Med Van Obbergen,
- 1Cie/I/64Li: Lt Jerosme (compagniecommandant),
- 2Cie/I/64Li: Lt Croonenberghs (compagniecommandant), Lt Planquaert (pelotonscommandant),
- 3Cie/I/64Li: Lt Vandeputte (compagniecommandant), Lt Tilman (pelotonscommandant),
- 4Cie/I/64Li: Lt Gerard (compagniecommandant), Lt Remacle (pelotonscommandant).
II/64Li in Frankrijk
De rust is intussen teruggekeerd in het bataljon van Kapitein-commandant Buysschaert en op 06 juni stapt het II/64Li(-) rond 17u30 te Saverdun [7] op de trein naar Vitry-la-Ville. De achterblijvende 5Cie wordt vanaf 6 juni ingezet te Saverdun nabij Toulouse om karweien uit te voeren ten voordele van het Franse leger.
I/64Li in Frankrijk
Het volledige werkbataljon marcheert van Samatan naar L’Isle-Jourdain waar wordt verzameld in het kantonnement van 57Li. Hier wordt de derde maaltijd genomen en de nacht van 8 op 9 juni doorgebracht.
II/64Li in Frankrijk
II/64Li komt om 06u30 toe in het station van Vitry-la-Ville waar eerder op de dag ook het II/61Li toekwam. Vanuit Vitry-la-Ville voert het bataljon een voetmars uit naar Saint-Germain-la-Ville (12 km ten zuidoosten van Châlons-sur-Marne) waar ze kantonneren. II/64Li komt, net zoals het II/61Li onder bevel te staan van de Franse 53e Division Légère d’Infanterie [53(FRA)Div] [8]. Een opdracht krijgt het werkbataljon echter niet.
I/64Li in Frankrijk
De trein van I/64Li verlaat om 09u00 het station van L’Isle-Jourdain, net na de trein van het I/61Li van Kapitein-commandant Cogels. Te Auch wordt het treinstel van het I/64Li aangekoppeld aan de trein van I/61Li. De twee bataljons zullen het traject naar Parijs gezamenlijk afleggen. Van Auch gaat het via Agen en Langon naar Bordeaux waar ze ‘s avonds toekomen, bevoorraad worden en appel houden.
II/64Li in Frankrijk
Het bataljon wacht nog steeds op orders van de 53(FRA)Div. De kantonnementen worden door de Duitse luchtmacht overvlogen en occasioneel gebombardeerd. Daarop laat de bataljonscommandant schuilplaatsen graven om de manschappen te beschermen tegen eventuele toekomstige bombardementen.
I/64Li in Frankrijk
Vanuit Bordeaux gaat de treinreis verder naar Angoulême, Poitiers, Tours (station Saint-Pierre-des-Corps), Amboise, Blois, Orléans en Juvisy-sur-Orge ten zuidoosten van Parijs. Bij de tussenstop in Juvigny-sur-Orge gebeurt er een spijtig ongeval. Sdt Magnus loopt over het dak van de wagon en wordt hierbij geëlektrocuteerd. Hij overleeft de schok niet. Van Juvisy-sur-Orge wordt via Bièvres naar Jouy-en-Josas gespoord. Hier wordt de trein om 18u30 gestopt door de stationschef. Hij laat weten dat het spoor naar Mantes-la-jolie onderbroken is en dat de voorziene bestemming niet per trein bereikt kan worden. De trein wordt teruggestuurd naar het enkele kilometers meer oostwaarts gelegen Bièvres dat tegen 20u45 bereikt wordt. Te Bièvres moet iedereen moet uitstappen omdat de Fransen de trein elders nodig hebben. Omstreeks 23u00 kunnen de twee bataljons terug instijgen en vertrekken ze naar Vaugirard (15e arrondissement van Parijs).
II/64Li in Frankrijk
Het bataljon wacht nog steeds op orders, de veldwerken in de kantonnementszone worden verder afgewerkt.

Het station van Vaugirard in het 15de Arrondissement van Parijs waar I/61Li en I/64Li aankomen in de ochtend van 11 mei
I/64Li in Frankrijk
Vroeg in de ochtend van 11 juni komt I/64Li toe in het station van Vaugirard. De lokale Franse plaatscommandant was niet op de hoogte van de komst van de Belgen en heeft bijgevolg geen opdracht voor de Belgische werkbataljons. De trein wordt teruggestuurd naar Bièvres waar het bataljon uitstijgt en een kantonnementplaats opzoekt. Cdt Desmadryl brengt de Staf/4VOC op de hoogte van de toestand terwijl Cdt Cogels contact opneemt met verschillende Franse hoofdkwartieren te Versaille. Hij krijgt de Franse Capitaine Riege aan de lijn die belooft orders over te maken maar er gebeurt niets. Uiteindelijk wordt Lt Planquaert van I/64Li naar Versaille gestuurd als verbindingsofficier met de bedoeling orders te bekomen. Iets later komen ook II/52Li en II/7ChA in Bièvres toe. I/64Li zoekt kantonnementen op in de landgoederen van de families Morvan en Belloc buiten de stad.
II/64Li in Frankrijk
Het bataljon zit nog steeds zonder opdracht en verveling begint opnieuw toe te slaan.

Bièvres waar het I/64Li samen met I/61Li ontscheepte en waar kantonnementen worden opgezocht.
I/64Li in Frankrijk
Lt Planquaert komt terug uit Versaille met twee Franse vrachtwagens met chauffeur en bevoorrading voor beide bataljons. Elk bataljon krijgt één vrachtwagen met chauffeur ter beschikking. Om 09u55 komt er een telefoon uit Parijs met de melding dat de bataljons onder bevel komen te staan van het 10e Franse Legerkorps [10(FRA)CA] dat zijn hoofdkwartier heeft te Septeuil. Om 10u58 begeeft Cdt Cogels zich naar Septeuil waar hij van de Kolonel-Adjunct van de Legerkorpscommandant orders in ontvangst neemt. I/61Li en I/64/Li krijgen van de Fransen de opdracht om zich te voet naar Neauphle-le-Château (30 km west van Versaille) te begeven in twee etappes. De eerste etappe van Bièvres naar Saint-Cyr dient op 13 juni uitgevoerd te worden, de dag erna de etappe van Saint-Cyr naar Neauphle-le-Château. Cdt Desmadryl stuurt Lt Adm Stainier met een vrachtwagen naar Brétigny-sur-Orges om bevoorrading op te halen voor de komende dagen en het bataljon te vervoegen te Neauphle-le-Château.

Operatiegebied van II/64Li tussen Châlons-sur-Marne en Vitry-la-Ville op 12 juni 1940.
II/64Li in Frankrijk
Pas op 12 juni wordt het bataljon onder bevel geplaatst van het 208e Régiment d’infanterie [208(FRA)RI] dat orders overmaakt. Het II/64 moet veldwerken uitvoeren in steun van het Franse infanteriebataljon dat het bataljonsvak Mairy-sur-Marne moet inrichten. De verschillende compagnies moeten veldwerken uitvoeren in steunpunten te Mairy-sur-Marne, Vitry-la-Ville en Togny-aux-Boeufs op de linker Marneoever. De compagnie van Lt Wilmet wordt in steun gegeven van de 2Cie van 208(FRA)RI onder bevel van de Franse Lieutenant Maitrejean die een steunpunt bezet in Mairy-sur-Marne. De compagnie van Lt Pietquin komt onder bevel te staan van de 1Cie van 208(FRA)RI die een steunpunt inricht te Togny-aux-Boeufs, de Belgen moeten er draadversperringen aanbrengen. De compagnie van Lt Orban komt onder bevel te staan van de 3Cie van 208(FRA)RI en moet in het steunpunt van Vitry-la-Ville van deze Franse compagnie draadversperringen aanbrengen voor de bruggen op de rechter Marneoever. Terwijl de Belgen nog aan het werk zijn worden de Franse eenheden in lijn gebombardeerd en gemitrailleerd door Duitse vliegtuigen. Er vallen gewonden en dodelijke slachtoffers bij de Fransen. De ongewapende Belgen zijn niet van plan te blijven werken onder onophoudelijke luchtdreiging en gaan schuilen in nabijgelegen bossen. Bij de Cie van Lt Wilmet verdwijnt het volledige peloton van OLt Melon dat zich terugplooit op Sommesous, een 25-tal kilometer meer naar het westen. In de chaos die ontstaat geeft de Franse Sectorcommandant de Franse eenheden opdracht terug te trekken zonder dat de Belgische compagnies verwittigd worden. Pas om 20u30 krijgen de compagnies van het werkbataljon de opdracht terug te trekken naar het dorpje Coupetz in het zuiden. Te Coupetz komt de Staf/II/64Li, een gedeelte van de Cie Wilmet en een gedeelte van de Cie Pietquin samen tegen 24u00. De terugtrekkingsorders bereiken echter de rest van de compagnie van Lt Pietquin niet. Deze compagnie die geïsoleerd achterbleef in Togny-aux-Boeufs slaagt erin ‘s nachts door de bossen te exfiltreren. Hij kan zijn bataljon terugvinden de 13 juni om 00u30.
I/64Li in Frankrijk
Lt Adm Steinier komt om 04u00 toe te Brétigny-sur-Orges maar vindt er geen enkele Franse logistieke eenheid meer. Hij keert dan maar onverrichter zake terug en begeeft zich zoals afgesproken naar Neauphle-le-Château. Wanneer hij daar niemand aantreft neemt hij de beslissing door te rijden naar Dourdan. Het bataljon verlaat om 08u00 ’s morgens samen met I/61Li de gemeente Bièvres en begeeft zich te voet naar de eerste halteplaats, de kazerne van Saint-Cyr-L’Ecole. I/64Li is amper vertrokken wanneer ze het vliegveld van Vèlizy-Villacoublay passeren. Hier krijgen ze onheilspellende berichten te horen van Franse officieren die net van het front komen. Hierop stuurt Cdt Cogels één van zijn compagniecommandanten, de Lt Coremans, naar de Plaatscommandant van Versaille om bevestiging van het nieuws te krijgen. De Plaatscommandant van Versaille geeft hen het bevel de gekregen orders uit te voeren en door te marcheren tot Saint-Cyr waarna hij Lt Coremans doorstuurt naar het HK van het 10(FRA)CA. Wanneer ze om 14u30 Saint-Cyr bereiken is de kazerne al ontruimd en niemand kan de bataljons informatie verstrekken over hoe het verder moet. Cdt Cogels verneemt om 19u00 van Lt Coremans dat het HK van het 10(FRA)CA zich verplaatst heeft naar Les-Essarts-le-Roi op een 19-tal kilometer van Saint-Cyr waarop hij beslist om zich naar het HK te begeven teneinde nieuwe orders te ontvangen. Cdt Desmadryl krijgt het bevel over de twee bataljons in de kazerne van Saint-Cyr L’Ecole terwijl Cdt Cogels onderweg is naar het HK van het 10(FRA)CA. Intussen komt het nieuws binnen dat de Duitsers de Seine reeds bereikt hebben en dat ze Parijs bezetten. Cdt Desmadryl beslist om niet langer te wachten op de terugkeer van Cdt Cogels en laat beide bataljons om 21u30 afmarcheren richting Chevreuse en Dourdan. De eerste etappe naar Limours bedraagt 28 kilometer en loopt via Saint-Cyr, Guyancourt, Voisins-le-Bretonneux, Romainville, Milon-la-Chapelle, Chevreuse, Boullay-les-Troux en Les Molières tot Limours. Beide bataljons zijn nog maar goed vertrokken of de marscolonne wordt al gesplitst. Alleen de 3Cie van I/61Li slaagt erin de bataljonscolonne van I/64Li te volgen, de drie andere compagnies missen in de duisternis de afslag van Guyancourt en zetten hun terugtocht verder via een meer oostelijker marsroute.
II/64Li in Frankrijk
Na een korte reorganisatie te Coupetz vat de bataljonsstaf tezamen met de restanten van de Cie Wilmet en de Cie Pietquin de terugtocht aan richting Mailly-le-Camp via Coole en Sompuis. De Cie Orban die op tijd werd verwittigd is op dat ogenblik al onderweg naar Sommesous. Het detachement van OLt Melon, dat zich al in Sommesous bevond, neemt er om 03u30 een trein richting Troyes. De trein wordt voortdurend gebombardeerd en houdt uiteindelijk halt in Arcis-sur-Aube. Van daar uit moet de terugtocht te voet verder gezet worden. Het detachement van OLt Melon is intussen gegroeid tot 108 man en bereikt tegen de avond Montsuzain waar gekantonneerd wordt. De Cie Orban, gereduceerd tot een 30-tal man komt rond 10u00 toe in Sommesous en kan er om 11u00 een trein nemen richting Troyes. Ook deze trein moet onderweg halt houden waarna Lt Orban zijn weg te voet moet verderzetten. Tijdens de mars raakt Lt Rouard gewond bij een bombardement. Intussen bereiken Cdt Busschaert en Lt Pietquin het kamp van Mailly. Hier krijgen ze te horen dat ze onmiddellijk moeten doormarcheren gezien de vijand nabij is. De tocht gaat verder van Mailly-le-Camp naar Trouans, Grandville en Vinets aan de Aube dat na een mars van 47 km tegen 23u00 bereikt wordt. Cdt Buysschaert laat het detachement achter te Vinets en begeeft zich naar Troyes om op de hoogte gebracht te worden van de algemene situatie van het Franse front.
I/64Li in Frankrijk
De colonne bereikt om 00u30 Voisins-le-Bretonneux. Hier draagt Cdt Desmadryl het commando van het bataljon over aan Lt Jerosme. Om 01u00 sluit de colonne van de 3/I/61Li terug aan bij de colonne van Lt Jerosme die kort daarna in Romainville toekomt. Om 02u30 wordt een korte halte gehouden te Milon-la-Chapelle. Twintig minuten wordt de mars voortgezet door de bossen via Moulin de la Mare tot Saint-Rémy-lès-Chevreuse waar om 04u40 opnieuw halt wordt gehouden om de colonne te laten aansluiten. Elk contact met het 3de Peloton van Lt Tilman van de 3Cie en de volledige 4Cie van Lt Gerard is verloren. Om 06u20 trekt de bataljonscolonne zich opnieuw op gang richting Limours dat om 08u00 bereikt wordt. De eerste marsetappe zit erop maar er kan geen contact gemaakt worden met Cdt Desmadryl. Te Limours wordt gerust tot 12u00, tijdens de rustpauze komt de 4Cie en het Peloton Tilman terug aansluiten en om 08u45komt ook I/61Li toe te Limours. Lt Jerosme beslist om vanaf 10u15 verder te trekken tot Dourdan. De bataljonscolonne wordt gevormd langs de baan naar Dourdan met op kop de 1Cie en aansluitend de 2Cie, de 4Cie en het Peloton Tilman. Om 10u50 wordt de colonne van I/64Li gebombardeerd echter zonder schade op te lopen. Er wordt halt gehouden tot 11u00 om de colonne opnieuw samen te stellen. Lt Jerosme komt met zijn bataljon om 14u00 toe te Dourdan en zoekt kantonnementen op in een bos ten zuiden van de stad. Hij gaat op zoek naar zijn bataljonscommandant maar kan Cdt Desmadryl nergens vinden. Tijdens zijn zoektocht ontmoet hij om 15u30 wel Cdt Cogels die zich nog bij zijn bataljon bevindt. Cdt Cogels laat weten dat hij geen nieuwe orders meer krijgt van het 10(FRA)CA en dat beide bataljons op zichzelf zijn aangewezen. De compagnies nemen nu hun intrek in verschillende boerderijen ten zuiden van Dourdan. Rond 19u00 komt Cdt Desmadryl uiteindelijk met de rest van de 3Cie toe te Dourdan. Alle achterblijvers zijn nu terug bijgebeend. De ravitailleringsoffficier van het I/64Li heeft een duizendtal blikjes pâté op de kop kunnen tikken.
II/64Li in Frankrijk
Het peloton Melon bereikt Troyes waar de manschappen kunnen instijgen in vrachtwagens terwijl de luitenant zijn weg per fiets verderzet.
I/64Li in Frankrijk
Het bataljon vertrekt in verspreide slagorde uit Dourdan. De 1Cie van Lt Jerosme vertrekt als eerste om 07u00 naar Angerville en komt er tegen 14u00 toe. Hier ontmoet hij Cdt Desmadryl die hem op de hoogte brengt van de ernst van de toestand waarin het Franse leger zich bevindt. De marscolonne van de 1Cie wordt te Angerville opgesplitst, een gedeelte van de mannen onder leiding van Lt Jerosme wordt per camion naar Orléans gebracht, een ander gedeelte stapt op een klaarstaande trein in het station van Angerville. Op dezelfde trein nemen ook een gedeelte van de 2Cie onder leiding van Lt Croonenbergs en de volledige 4Cie onder leiding van Lt Gerard plaats. De trein wordt regelmatig gemitrailleerd en wanneer de trein om 20u30 nog steeds het station niet verlaten heeft beslist Lt Croonenbergs om zijn compagnie te laten uitstijgen en te voet naar Orléans te marcheren. Het ander gedeelte van de 2Cie en de volledige 3Cie worden per vrachtwagen naar Orléans gestuurd. Dit detachement steekt de Loire over om 20u00.
II/64Li in Frankrijk
Om 05u30 vat het II/64Li de terugtocht naar het zuiden aan en uiteindelijk bereiken 428 van de 853 manschappen hun kantonnement in Lombez.
I/64Li in Frankrijk
Het I/64Li is nu volledig uiteen gevallen en zet de terugtocht naar Samatan voort in kleine groepjes die er vanaf 18 juni toekomen. Slechts 376 van de 799 manschappen van het werkbataljon van I/64Li slagen erin hun regiment in Samatan te vervoegen.
- Lt Croonenberghs van de 2Cie komt samen met de 4Cie van Lt Gerard na een geforceerde nachtmars om 09u45 toe in Orléans . Zij slagen erin om de bruggen van de Loire nog over te steken voor deze vernield worden om 13u00. Beide compagnies zoeken een rustkantonnement op in de bossen ten zuiden van de Loire. Om 16u30 zet de 2Cie zijn tocht te voet verder. Vervolgens gaat het van Orléans naar La Motte-Beuvron (17 juni), van La Motte-Beuvron naar Vierzon (18juni), van Vierzon naar Limoges. Onderweg wordt hun trein hevig gebombardeerd en de 2Cie komt vast te zitten op 30 km van Limoges (19 juni), Limoges (20 juni), van Limoges via Cahors en Montauban naar Toulouse (21 juni), van Toulouse naar Samatan (22 juni).
- Lt Gerard van de 4Cie komt om 09u45 toe te Orléans en verzamelt in een bos ten zuiden van de Loire. Om 16u45 wordt de compagnie per vrachtwagen tot Vierzon gebracht. Vervolgens gaat Lt Remacle van Vierzon naar Limoges per spoor (17 juni), nog altijd per trein van Limoges naar Toulouse (18 juni)
- Lt Tilman van de 3Cie slaagt er eveneens in om nog in de voormiddag met een detachement van 150 man de Loire over te steken en via Romorantin de stad Saint-Aignan te bereiken. Van daar uit gaat het naar Poitiers (17 juni), van Poitiers naar Limoges (18 juni), van Limoges per trein naar Toulouse (19 juni), van Toulouse per autobus naar Samatan (20 juni).
- De 1Cie die te voet het verst gevorderd was bereikt tegen 19u00 La Fertè-Saint-Aubin. Vervolgens gaat het van La Ferté-Saint-Aubin naar Vierzon (17 juni), van Vierzon naar Châteauroux en Limoges (18 juni), van Limoges via Périgeux naar Sanhilac (19 juni), van Sanhilac samen met Cdt Desmadryl per fiets via Le Bugue naar Cénac-et-Saint-Julien (20 juni).
II/64Li in Frankrijk
64Li in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven werd op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons van het 64Li verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. Door de talrijke gevangennames onder de werkbataljons, wordt het regiment op 17 juni herschikt. Het Iste bataljon dat uitgedund is tot één enkele compagnie gaat onmiddellijk over naar het 57Li. De rest van het regiment wordt naar Cazaux-Savès en Labastide-Savès gestuurd.
64Li in Frankrijk
Het regiment wordt op 5 juli ontbonden, de restanten van het IIde Bataljon Versterking worden naar het 61Li overgeheveld. Het 64Li houdt op te bestaan.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1/I | DECLEEN | Julien, F. | Sdt | Mil | 25.12.1919 | Sint-Joost-ten-Node | 19.06.1940 | Villenave-d'Ornon (F) | |||
Onbekend | DEMARTIN | Jules, J. | Sdt | Mil | 27 | 28.05.1907 | Moignelée | 12.06.1940 | Lombez | Vermist | |
1/I | HUYS | Gustaaf, H. | Sdt | Mil | 22.12.1909 | Gent | 19.06.1940 | Guéret (F) | |||
4/I | MAGNUS | Alexandre, D. | Sdt | Mil | 02.01.1921 | Laken | 10.06.1940 | Juvisy-sur-Orge (F) | |||
5/II | VAN ROY | Ludovic | Sdt | Mil | 06.06.1904 | Aalst | 15.06.1940 | Villechétif (F) | |||
Staf | VERMEULEN | André | Sdt | Mil | 07.01.1921 | Heverlee | 10.06.1940 | Samatan (F) | |||
6/II | VERMYL | Pierre, A.M. | Sdt | Mil | 22.01.1910 | Helchteren | 20.06.1940 | Montmirail (F) |
- De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 64Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 14Li. Het 14Li was trouwens een actief infanterieregiment dat in volle vredestijd behoorde tot de 4de Infanteriedivisie.
- Achtergrondinformatie bij de Minderbroederkazerne te Tienen [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/tienen// [Laatst geraadpleegd 6 november 2021]. Het vredestijdgarnizoen van het 14Li lag in Ans nabij Luik. Aangezien Luik nagenoeg op de Dekkingsstelling ligt wordt het 64Li meer landinwaarts gemobiliseerd te Tienen in de kazerne van het 15de Artillerieregiment (15A).
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- De EM/TRI heeft er blijkbaar niet bij stilgestaan of niet geweten dat het II/64Li was overgeplaatst naar het kamp van Mazères, op een zeventigtal kilometer van L’Isle-Jourdain, en er in isolatie werd gehouden zolang er een onderzoek liep naar muiterij binnen de rangen van II/64Li. Dit bataljon was, gezien de turbulente periode die het doormaakte, niet onmiddellijk inzetbaar als werkbataljon. Hierin kan de reden te vinden zijn dat het II/61Li vooralsnog ‘in extremis’ werd aangeduid om een werkbataljon te leveren in de plaats van het II/64Li. Dit wordt min of meer bevestigd door het feit dat een compagnie van II/57Li onverrichter zake naar Samatan werd gestuurd om het 64Li te versterken.
- De huidige benaming voor Châlons-sur-Marne is Châlons-en-Champagne.
- Het lag vermoedelijk in de bedoeling om de Cie van Lt Capelle mee te sturen met II/61Li naar Vitry-la-Ville en om daar ter plaatse de compagnie door te sturen naar II/64Li. Omdat één compagnie van II/61Li het vertrek van de trein te l’Isle-Jourdain heeft gemist blijft de Cie van Lt Capelle bij II/61Li en moet II/64Li de klus klaren met maar drie van de vier gevraagde compagnies.
- Saverdun ligt op een 50-tal kilometer ten zuiden van Toulouse en vlakbij het kamp van Mazères waar het II/64Li zich bevond op 5 juni.
- Achtergrondinformatie bij de 53(FRA)Div en zijn ondereenheden [On Line beschikbaar]: https://www.frwiki.org/wiki/53e_Division_d%27Infanterie_(France)#Seconde_Guerre_mondiale [Laatst geraadpleegd 15 november 2021].
- Hoofdstuk 4VOC van het synthesedossier TRI, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994