Reglementaire benaming | 59ste Linieregiment | 59ème Régiment de Ligne | 59Li | |
Type | Versterkings- en Opleidingsregiment | |
Ontdubbeld van | 9de Linieregiment | |
Onderdeel van | 6de Versterkings- en Opleidingscentrum | |
Bevelhebber | Kolonel Robert Borgerhoff | |
Standplaats | Kazerne Prins Boudewijn, Daillyplein Schaarbeek | |
Samenstelling | I Bataljon Instructie (Kapitein-commandant Charles Dubourg) |
1ste Compagnies Fuseliers (Lt F. Eickhoff) 2de Compagnies Fuseliers (Lt M. Van Hille) 3de Compagnies Fuseliers (Lt jonkheer Philippe Coppieters de Gibson) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt E. Joachim) |
II Bataljon Versterking (Kapitein-commandant Emile Tack) |
5de Compagnies Fuseliers (Lt H. Dyckmans) 6de Compagnies Fuseliers (Lt F. Moreau) 7de Compagnies Fuseliers (Lt H. Leroy) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt G. Van Bunnen) 9de Compagnie Klein Geschut (Lt M. Goslain) |
|
Compagnie Diensten (Kapitein-commandant L Noël) |
Staf/59Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen. Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee opgedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen geboren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. Voor de opleiding van de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de vorming van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisie. Binnen het AOD van de 6de Infanteriedivisie (AOD/6ID) moet het 9de Linieregiment (9Li) kaderleden leveren voor de oprichting van een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 bestemd voor het 9Li zullen worden in samengebracht. Gezien de mobilisatie bleef duren werd een meer gestructureerde oplossing gevonden voor de opleiding van de dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de lichting ’40. In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer [1]. Zo ontstaat het 59ste Linieregiment (59Li) dat op 29 februari 1940 tezamen met het 4de Regiment Karabiniers (4C) gemobiliseerd wordt in de Prins Boudewijnkazerne (oftewel Karabinierskazerne) aan het Daillyplein te Schaarbeek [2] als een van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 6de Versterkings- en Opleidingscentrum (6VOC), een eenheid van niveau divisie ontstaan uit het AOD/6ID. De twee andere opleidingsregimenten van het 6VOC zijn het het 4de Regiment Karabiniers (4C) en het 4de Regiment Grenadiers (4Gr). Net zoals de andere infanterieregimenten van het 6VOC beschikt het 59Li tot 10 mei 1940 slechts over een Staf, een Bataljon Instructie met de rekruten van de klas ’40, en een Compagnie Diensten. Het kaderpersoneel is samengesteld uit oudere beroeps- en dienstplichtige officieren en onderofficieren. Het regiment wordt bevolen door Kolonel Borgerhoff [3].

Prins Boudewijnkazerne te Schaarbeek.
I/59Li
Het Iste Bataljon Instructie (I/59Li) wordt geactiveerd bij oprichting van het regiment en ontvangt vanaf 29 februari 1940 de nieuwe rekruten van de klas ’40, onder hen Sdt Mil Destryker [4]. Deze rekruten krijgen bij het I/59Li hun basisopleiding en zullen na het beëindigen van hun opleiding als versterkingen doorgestuurd worden naar het 9de Linieregiment (9Li) of naar één van zijn ontdubbelingsregimenten; het 18de Linieregiment (18Li) of het 39ste Linieregiment (39Li). Op 9 mei, aan de vooravond van de oorlog, is de opleiding van het eerste contingent nieuwe dienstplichtigen van de klas 40 nog volop bezig.
II/59Li
Het IIde Bataljon Versterking (II/59Li) dat moet instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden bestaat tot 09 mei 1940 enkel uit het kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden. In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het IIde Bataljon Versterking op non-actief geplaatst.
Staf/59Li,
Luitenant D’Hooghe, officier van wacht van het 59Li, ontvangt rond 01u00 het algemeen alarm. Zoals voorzien bij elk algemeen alarm ontvangt het 59Li ook het bevel om bij eerste klaarte een vooraf verkend alarmkantonnement in te nemen te Evere aan de rand van Brussel. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger onmiddellijk na de start van de vijandelijkheden gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 6VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. De manschappen in de Prins Boudewijnkazerne worden uit hun bed gelicht en vertrekken via de Leuvensesteenweg naar de tuinwijk Tornooiveld (oftewel Terneyveld) in de Brusselse gemeente Evere waar ze een alarmkantonnement innemen. Om 05u10 zijn ze vanaf hun kantonnementen getuige van de Duitse luchtaanval op het vliegveld van Evere.
De Staf/59Li, die een onderkomen heeft gevonden in de buurt van het kruispunt van de Genevestraat en de Leuvensesteenweg, wordt om 06u00 verwittigd van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het Bataljon Versterking te vervoegen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om uit te wijken naar de oorlogskantonnementen. Het mobilisatieplan voorzag dat elk Versterkings- en Opleidingsregiment bij de start de vijandelijkheden moet uitwijken naar een oorlogskantonnement in het westen waar, verwijderd van het front, de opleiding in relatieve rust kon worden voortgezet. Het oorlogskantonnement voor het 59Li is Brugge. Gedurende de rest van de dag maakt het regiment zich dan ook klaar voor de verplaatsing naar West-Vlaanderen. De Staf/59Li brengt de nacht door in zijn alarmkantonnement te Evere.
I/59Li
Het volledige Bataljon Instructie (I/59Li) verlaat het Kwartier Prins Boudewijn aan het Daillyplein en begeeft zich via de Leuvensesteenweg naar Evere waar ze verschillende kantonnementen opzoeken in de straten van de Everse wijk Tornooiveld. Wanneer om 05u10, nog voor de afkondiging van de algemene mobilisatie, het vliegveld van Evere wordt aangevallen wordt ook het alarmkantonnement van het 59Li opgemerkt en gebombardeerd. Ironisch genoeg werd net uitgeweken naar alarmkantonnementen om aan een eventuele luchtaanval op de reguliere kazerne te ontsnappen. De Prins Boudewijnkazerne wordt echter niet aangevallen, maar het vliegveld van Evere, een strategisch doelwit, des te meer. Bij de luchtaanval op het alarmkantonnement vallen bij de 3de Compagnie in het peloton van Onderluitenant Van Cauwenberg één dode en vijftien gewonden [5]. Onder de gewonden Sergeant Pieter Van Cauwelaert die later aan zijn verwondingen overlijdt. De erg aangedane jonge rekruten van het bataljon besluiten de rest van de dag een onderkomen te zoeken in de grachten en bermen langs de wegen, in de waan daar veiliger te zijn dan in de huizen. Gedurende de rest van de dag worden het vliegveld en de woonwijken van Evere nog sporadisch gebombardeerd. Hierbij komt een blindganger terecht in het openluchtzwembad van Evere aan de Genevestraat net op het ogenblik dat de officieren van het regiment hun middagmaal nemen in de cafetaria van het zwembad. Ze komen er met de schrik vanaf.

Verlofpas uit het militair zakboekje van een op 10 mei 1940 gemobiliseerde militair van de 8ste Compagnie.
II/59Li
Inmiddels wordt om 06u00 ook het IIde Bataljon Versterking (II/59Li), dat onder bevel staat van Kapitein-commandant Tack, geactiveerd. De reservisten die op 10 mei in de rangen van II/59Li worden opgenomen behoren tot de categorie van de vrijgestelde beroepen (landbouwers, mijnwerkers, leerkrachten en ander overheidspersoneel,…) en tot voorheen nog niet gemobiliseerde militieklassen. Deze militairen, die hun legerdienst al lang achter de rug hebben, zijn niet onmiddellijk inzetbaar en moeten eerst nog een heropfrissing krijgen van hun militaire basiskennis. Terwijl de rest van het regiment zich reeds in zijn alarmkantonnement te Evere bevindt, komen de eerste militairen bestemd voor het IIde Bataljon Versterking te Schaarbeek aan. Na de luchtaanval op Evere verhuist de Staf van het II/59Li naar de broederschool aan de Haeckstraat 61 te Sint-Jans-Molenbeek (huidige Sint-Albertschool) die aangeduid is als mobilisatieplaats voor het bataljon. De achterwacht van het regiment die zich nog in het Kwartier Prins Boudewijn bevindt, stuurt de binnenkomende reservisten door naar het alarmkantonnement en zal Schaarbeek pas de volgende dag verlaten.
Staf/59Li en I/59Li
De Staf/59Li en het I/59Li vertrekken rond middernacht naar het goederenstation Schaarbeek-Josaphat in de hoop er tegen 00u30 te kunnen vertrekken per spoor. Er staat slechts één trein in het station maar die is reeds ingenomen door 4C. Er valt geen tweede trein te bespeuren en de rekruten van I/59Li brengen dan maar de rest van de nacht door onder de blote hemel op de laadkaai van het station. Het wordt dageraad en de ongeveer 2.000 soldaten die zich op de laadkaai bevinden hopen snel opgepikt te worden aangezien zij een makkelijk doelwit vormen voor de Duitse luchtmacht. Uiteindelijk kunnen ze in de vroege ochtend instijgen in een goederentrein en verlaten onze hoofdstad rond 05u00 om naar hun oorlogskantonnementen te Brugge af te reizen. De tocht verloopt onder meer via Sint-Agatha-Berchem waar een colonne Britse pantserwagens opgemerkt wordt. Te Denderleeuw werd de spoorbrug over de Dender beschadigd bij een luchtaanval waardoor er maar één spoor meer vrij is en er vertraging wordt opgelopen. De trein komt om 10u30 aan in Brugge waarna het regiment in de stad wordt gekantonneerd. Het regiment vindt onderdak in de gemeentelijke meisjesschool aan de Ganzenstraat 15 te Brugge [6]. Tegen de avond wordt een aantal officieren van I/59Li terug naar Brussel gestuurd ter versterking van II/59Li om te helpen bij de mobilisatie van de oudere reservisten.
II/59Li
Het II/59Li blijft in zijn alarmkantonnement te Sint-Jans-Molenbeek om er de binnenkomende reservisten op te vangen. De pas opgeroepen nieuwkomers worden door de achterwacht nog steeds vanuit de Prins Boudewijn kazerne doorgestuurd naar het alarmkantonnement. De manschappen worden ondergebracht in de verschillende klaslokalen van de broederschool en brengen er de nacht van 11 op 12 mei door.
Staf/59Li
Kolonel Borgerhoff wordt samen met de korpscommandanten van 4C en 4Gr gesommeerd op de Staf/6VOC. Hier worden ze ingelicht over de plannen om het 6VOC naar Frankrijk te evacueren. De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van de rekruten enkel op een veilige manier kon gebeuren ver achter de linies. Meer details over de verplaatsing blijven voorlopig uit, het meegedeelde nieuws is te beschouwen als een waarschuwingsorder.
II/59Li
Het IIde Bataljon Versterking maakt zich klaar om Sint-Jans-Molenbeek te verlaten. De manschappen marcheren tegen het vallen van de duisternis naar het goederenstation van het douanedepot Tour en Taxis aan het nabijgelegen Kanaal Brussel-Charleroi en gaan er aan boord van een klaarstaande goederentrein. Omstreeks 22u00 is iedereen aan boord waarna het treinstel vertrekt naar Brugge. De manschappen brengen de nacht van 12 op 13 mei door in de trein tijdens het transport van Brussel naar Brugge.

Voormalige stedelijke meisjesschool in de Ganzenstraat te Brugge waar het 59Li zijn oorlogskantonnement had van 11 tot 14 mei 1940 (recente foto).
Staf/59Li
Alle eenheden van het 6VOC ontvangen op 13 mei om 14u00 van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) het schriftelijk bevel om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, konden ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de veldtocht terug aan te vullen.
De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen uitgevoerd, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moest de commandant van het 6VOC zelf vervoer per spoor regelen door de Franse treinen te gebruiken die het 7de Franse leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [7]. Het bevel om 59Li naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Te Brugge blijft alles rustig. De bataljons blijven in hun kantonnementen en wachten de verdere gebeurtenissen af.
I/59Li
De rekruten van I/59Li brengen een rustige dag door in hun kantonnement maar mogen het scholencomplex niet verlaten. In de loop van de dag worden ze verwittigd dat ze de volgende dag naar het zuiden van Frankrijk zullen vertrekken. De verplaatsing wordt gedurende de rest van de dag voorbereid. De officieren worden ondergebracht in hotels en bij burgers in en rond het Zand, het oude stationsplein van Brugge.
II/59Li
II/59Li komt om 05u00 per trein toe te Brugge en begeeft zich naar het kantonnement van het regiment in de Ganzenstraat.
Staf/59Li
Het 6VOC ontvangt acht treinstellen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) voor het transport naar Frankrijk, elk van de drie regimenten zal in twee treinstellen vervoerd worden, de onafhankelijke compagnies met rekruten bestemd voor de divisietroepen en het 6de Legerdepot (6LD) worden op de laatste twee treinen gezet. Het 4C neemt plaats op de eerste twee treinstellen en vertrekt als eerste nog tijdens het eerste deel van de nacht van 14 op 15 mei. De rest van het 6VOC zal moeten wachten tot na middernacht om te vertrekken.
I/59Li
Vlak voor het vertrek naar Frankrijk krijgt elke compagnie 2.000 frank om enkele noodzakelijke aankopen te doen. Bij de 2Cie wordt het geld besteed voor de aankoop van keukenmaterieel, twee fietsen en zaklampen op batterijen. Het moet de compagnie een bepaalde logistieke autonomie opleveren.

Het station van Brugge van waaruit 59Li op 15 mei naar Frankrijk vertrok
Staf/59Li
Het 59Li vertrekt als tweede eenheid van het 6VOC en verlaat Brugge om 00u30. Het 4Gr, het 6LD, de drie onafhankelijke compagnies en de Stafcompagnie van het 6VOC worden op de laatste vier treinen gezet. Het treinstel met I/59Li rijdt aanvankelijk over Lichtervelde en Torhout naar Veurne waar halt gehouden wordt vooraleer de grens over te steken. Te Adinkerke volgt nog een tweede oponthoud vooraleer de trein het Franse spoornet bereikt. Overdag zet het 59Li zijn reis langzaam verder via Bray-Dunes, Zuydcoote, Rosendael en Duinkerke. Net voor Calais wordt de trein voor een lange periode opgehouden. De mannen stappen uit en leggen zich te slapen langs de granskant. Franse burgers brengen de soldaten thee en bier. Het gaat verder via Etaples tot Boulogne waar een tweede oponthoud voor de nodige vertraging zorgt. Tenslotte bereikt de trein tegen het vallen van de duisternis de stad Abbeville op de Somme.
I/59Li in Frankijk
Het Iste Bataljon Instructie houdt om 08u30 halt te Rouxmesmil voor een lange pauze. De manschappen kunnen even uitstijgen om zich te verfrissen. Vervolgens zet de trein zijn reis verder naar Dieppe en Rouen om omstreeks 18u00 het station van Lisieux binnen te rijden.

Het kamp van Le Barcarès bevond zich ten noordoosten van Perpignan (recente kaart).
I/59Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon bereikt Tours rondom 05u30 en rijdt verder via Châtellerault, Potiers en Angoulême richting Bordeaux. Te Bordeaux wacht de Belgen een hartelijke ontvangst. Opgewonden burgers delen onder meer flessen wijn uit aan onze militairen.
Staf/59Li in Frankrijk
Tegen 06u00 ‘s morgens bereikt de trein Toulouse om vervolgens via Narbonne tot Rivesaltes te rijden. Na een probleemloze treinreis door Frankrijk bereikt het 59Li zijn eindstation. Het regiment krijgt het kamp van Le Barcarès toegewezen als kantonnementsplaats. Dit kamp van houten barakken en tenten werd in februari 1939 gebouwd door de Franse overheid voor het opvangen van gevluchte republikeinse troepen van de Spaanse burgeroorlog [8]. De installaties bevinden zich aan de kust ten noordwesten van Perpignan. In het kamp bevinden zich naast enkele Spaanse bannelingen ook nog Franse troepen uit Senegal en Marokko en het 4de Regiment van het Vreemdelingenlegioen.
I/59Li in Frankrijk
Het bataljon wordt in Franse vrachtwagens met Spaanse chauffeurs, allen oudgedienden van het “Frente Popular” van het station van Rivesaltes naar het kamp vervoerd.
Staf/59Li in Frankrijk
De levensomstandigheden in het kamp van Le Barcarès zijn ronduit rampzalig. Het kamp zit vol zandvlooien en muggen en de Belgen zitten met de handen in het haar wanneer grote groepen militairen zich ziek melden en bij hoogdringendheid dienen opgenomen te worden in het hospitaal van het kamp. Het 6VOC tracht nieuwe kantonnementen te bekomen via de Belgische en Franse militaire overheden.
II/59Li in Frankrijk
Wanneer het IIde Bataljon Versterking eveneens aankomt in het kamp, weigeren de manschappen ronduit om zich te installeren in de barakken en blijft iedereen buiten staan. Ze zullen uiteindelijk gedurende meerdere dagen slapen in open lucht langs de toegangsweg naar het kamp.
Staf/59Li in Frankrijk
Al snel wordt duidelijk dat in dit kamp de training van de jonge rekruten niet kan worden voortgezet. Na twee dagen zijn er per compagnie al een vijftigtal militairen vrijgesteld van dienst. Ook valt het dagelijks rantsoen tegen, de manschappen lijden honger en de motivatie zakt onder het nulpunt.

Het interneringskamp van Le Barcarès in 1939.
Staf/59Li in Frankrijk
Generaal-majoor Coquenet, bevelhebber van het 6VOC, bezoekt het kamp en stelt met eigen ogen vast hoe erg de Belgen er aan toe zijn. Coquenet vertrekt echter zonder een oplossing aan de reiken en vraagt aan Kolonel Borgerhoff om tijdelijk het commando over de regimenten van het 6VOC op zich te nemen tot er een oplossing voor het probleem gevonden is. De Belgische militairen zijn bijzonder misnoegd. Wanneer bij het 4de Regiment Karabiniers het gerucht wordt verspreid dat een militair aan ziekte overleden is, wordt de schuld onmiddellijk op het vlooienprobleem gestoken. Op verschillende plaatsen in het kamp steken Belgische soldaten barakken in brand. De Franse wacht moet tussenbeide komen en er wordt een schildwacht bij de deur van elke barak geplaatst.
Staf/59Li in Frankrijk
Kolonel Borgerhoff voert de druk op de Franse militaire overheid op en dreigt er mee om met zijn mannen desnoods manu militari uit te breken als er geen nieuwe kantonnementen gevonden worden. De situatie dreigt uit de hand te lopen wanneer de Fransen de militairen van het Vreemdelingenlegioen willen inzetten om de orde in het kamp te herstellen. De Belgen en Fransen beslissen daarop om het 6VOC naar de Roussilon te verplaatsen. Het vertrek van het 6VOC zal over drie dagen verdeeld worden door een gebrek aan treinstellen bij de SNCF.
I/59Li in Frankrijk
De 2Cie onderneemt een poging om de training te hervatten. Het is eerder een voorwendsel om met de manschappen het kamp te kunnen verlaten en te gaan zwemmen in het meer van Leucat om de pijn van de vlooienbeten wat te verzachten.

Sector van 6VOC ten oosten van Carcassonne (projectie op recente kaart).
Staf/59Li in Frankrijk
Het 59Li verlaat het ellendige interneringskamp om 02u00 ‘s ochtends en wordt met vrachtwagens naar het station van Rivesaltes gebracht. Ze stijgen in op een klaarstaande trein en reizen zo’n 90Km noordwaarts tot het station van Moux, in het departement van de Aude, waar het regiment de trein verlaat. Er rest het regiment nog een voetmars van 18 kilometer tussen de wijngaarden naar Rieux-Minervois en Peyriac-Minervois waar ze rond 16u00 toekomen.
Staf/59Li in Frankrijk
Het 59Li installeert zich in zijn nieuwe kantonnementen. De soldaten worden in kleine groepjes bij burgers ondergebracht in schuren en op zolders. Ze worden bijzonder hartelijk ontvangen door de plaatselijke bevolking.
Staf/59Li in Frankrijk
Het 59Li hervat eindelijk de opleiding van zijn militairen. Er is voldoende voedsel te bekomen via de Intendance en het moreel van de Belgen is dan ook al snel hersteld.
Staf/59Li in Frankrijk
Te Rieux-Minervois wordt een dorpsfeest georganiseerd te ere van het 59Li. Een delegatie van het regiment legt een krans neer bij het monument voor de Franse gesneuvelden van het dorp gedurende de Eerste Wereldoorlog en de 3Cie houdt een kleine wapenschouwing ter nagedachtenis van de geleden verliezen tijdens het bombardement van 10 mei te Evere. Tijdens de namiddag zijn er diverse sportwedstrijden.
Staf/59Li in Frankrijk
De staf werk een planning uit om de vorming van de jonge rekruten verder te zetten zodat zij op een later tijdstip aan de strijd zullen kunnen deelnemen.

Twee almoezeniers en drie brancardiers voor het “couvent” van Peyriac-Minervois waar de Staf van de 3Cie zijn intrek had genomen (foto Henri Destryker).
Staf/59Li in Frankrijk
Het 59Li verneemt het nieuws van de overgave in ons land. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. De stemming in Rieux-Minervois slaat al snel om wanneer de plaatselijke bewoners de Belgen als verraders van de geallieerde zaak bestempelen. Uit vrees voor ongeregeldheden worden wapens, bajonetten en gasmaskers binnengebracht in geïmproviseerde depots. De komende dagen gebeurt er bitter weinig en lopen de militairen doelloos rond. De Franse houding over het verblijf van het Belgische leger wordt al snel weer onverschillig.
Staf/59Li in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemt de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7de Infanteriedivisie (7Div), die zich na de gevechten aan het Albertkanaal teruggetrokken heeft in Bretagne, terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden.
Staf/59Li in Frankrijk
De aan het Albertkanaal teruggeslagen 7Div heeft echter zware verliezen geleden en is dringend aan versterking toe. De Minister van Landsverdediging denkt in eerste instantie aan de eenheden die onder bevel staan van de EM/TRI om de effectieven van deze divisie aan te vullen. De EM/TRI ontvangt dan ook op 30 mei al het bevel om zo’n 140 officieren en 4.500 manschappen aan te duiden om de rangen van de 7Div opnieuw aan te vullen. Het merendeel van de versterkingen, 45 officieren en 1.650 manschappen, dient te komen van het 6VOC dat niet alleen de versterkingen voor het 9Li, 1C en 1Gr, maar ook voor de ontdubbelingsregimenten 18Li, 2C en 2Gr (die deel uitmaken van de 7Div) in zijn rangen groepeert. De te leveren manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten van de versterkingsbataljons. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas 40 met met minimum vier maanden dienst. De commandant van het 59Li duidt het II/59Li aan om een detachement van 563 man samen te stellen.
II/59Li in Frankrijk
Nadat het II/59Li werd aangeduid om een detachement te vormen voor deze opdracht worden in allerijl 13 officieren [9] en 550 manschappen opgetrommeld bestemd voor het 18de Linieregiment (18Li). Alle militairen worden uitgerust met de weinige persoonlijke bewapening aanwezig in het II/59Li.

Station van Capendu van waaruit II/59Li naar Bretagne vertrok
II/59Li in Frankrijk
Vanuit het station van Capendu (Aude) vertrekt om 23u00 een trein richting Bretagne met aan boord de manschappen van het II/59Li bestemd voor het 18Li. Zij maken deel uit van een groter detachement bestaande uit de versterkingen van het II/4Gr (14 officieren en 561 manschappen) en de versterkingen van het II/4C (16 officieren en 1.000 man). Majoor Currinckx, commandant van II/4Gr, wordt aangeduid als detachementscommandant.
II/59Li in Frankrijk
Na het vertrek van het merendeel van de manschappen van II/59Li geeft Cdt Tack het bevel over aan Kapitein-commandant Van Dieren. Cdt Tack vertrekt naar Beziers om er te worden opgenomen in de getalsterkte van de Rekruteringsreserve (CRAB).
Staf/59Li in Frankrijk
De Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier is deels ingegaan op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Orders worden verspreid om 10 werkbataljons samen te stellen. Aangezien het Bataljon Versterking van het 59Li al vertrokken is om de 7Div aan te vullen wordt aan de Staf/59Li niet gevraagd om een werkbataljon samen te stellen.
Staf/59Li in Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren. Van de te leveren manschappen dienen er 16.000 aangeduid te worden door de EM/TRI. De EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten en de opleiding van de jonge rekruten stil te leggen. Het 59Li is nu niet langer vrijgesteld voor het leveren van een werkbataljon. Terwijl het Bataljon Versterking onderweg is naar Bretagne wordt in ijltempo een werkbataljon samengesteld door het Bataljon Instructie.
I/59Li in Frankrijk
Cdt Dubourg krijgt het bevel een werkbataljon samen te stellen bestaande uit 11 officieren en 760 manschappen van I/59Li. De 2Cie wordt bevolen door Lt Quertémont bijgestaan door Lt Kayart als pelotonscommandant.
II/59Li in Frankrijk afgedeeld bij het 18Li
Het detachement van het II/59Li komt aan in het station Ploërmel en wordt aangehecht bij het 18Li.
I/59Li in Frankrijk
Het werkbataljon van I/59Li verlaat Rieux-Minervois om 03u00 en begeeft zich in de gietende regen te voet naar Capendu een 15-tal kilometer verderop [10]. In het station stappen de manschappen op de trein die om 11u15 vertrekt. Het werkbataljon van I/4C neemt plaats aan boord van dezelfde trein als het werkbataljon van I/59Li. Er wordt de officieren meegedeeld dat de bestemming van de treinreis Creil is, een stadje langs de Oise, 60 km ten noorden van Parijs. De treinreis gaat initieel naar Toulouse en vervolgens naar Brive-la-Gaillarde en Limoge. De nacht van 7 op 8 juni wordt in de trein doorgebracht.

Station van Senlis waar I/59Li arriveerde tijdens de nacht van 9 op 10 juni 1940.
I/59Li in Frankrijk
De treinreis duurt nu al twee dagen en Orléans wordt bereikt. In het station van Orléans slaagt Lt Kayart erin om enkele kranten vast te krijgen. De kranten rapporteren de Duitse vorderingen die al tot de Aisne reiken. Enigszins verontrust wordt Cdt Dubourg op de hoogte gebracht. De jonge rekruten van het bataljon hebben amper enkele maanden training gehad en slechts één op de drie pelotons is uitgerust met een wapen. Diegenen met een wapen beschikken over 60 patronen. Tegen de avond passeert de trein Parijs en bij het invallen van de nacht komt de trein aan in het station van Creil. Gedurende de rest van de nacht worden de manschappen van I/59Li per spoor getransporteerd van Creil naar Senlis, een tiental kilometer verderop. In de verte is kanongebulder te horen.

Traject afgelegd door I/59Li van 9 juni tot 11 juni 1940 (projectie op recente kaart).
I/59Li in Frankrijk
Om 05u00 ‘s morgens stijgen de troepen uit te Senlis. De stad is net gebombardeerd door de Duitsers en op het stationsplein liggen de lichamen nog van burgers die omkwamen tijdens het bombardement, onder hen een aantal jonge Belgen (TBC door andere bronnen) hetgeen een diepe indruk nalaat bij de rekruten. De bagage wordt uitgeladen en de troepen verspreiden zich gebruik makend van de weinige dekkingen in de buurt van het station. Cdt Dubourg probeert in het station van Senlis telefonisch contact op te nemen met om het eender welk Frans hoofdkwartier maar zijn pogingen mislukken. Cdt Dubourg beslist Senlis te verlaten en zich te installeren in een naburig bos. Uitgeputte Franse troepen trekken zich terug door het bos waar I/59Li zich bevindt. Ze zijn al dagen onderweg zonder eten. De rekruten delen hun rantsoenen met de terugtrekkende Fransen. Cdt Dubourg gaat op zoek naar een nabijgelegen veldcommandopost van het Franse leger om zijn orders te ontvangen. In deze commandopost krijgt hij van de Franse generaal Blum, militair commandant van het Département Seine et Marne (TBC door andere bronnen), te horen dat het bataljon zich moet terugplooien op Melun. Cdt Dubourg geeft zijn officieren (waaronder Lt Kayart en Lt Quertémont) opdracht de mannen te verzamelen en tegen 12u30 in bataljonscolonne te voet richting Melun te vertrekken. De voetmars gaat via La Chapelle-en-Serval, Survilliers en Vémars naar Mauregard aan de rand van Parijs. Mauregard wordt rond 20u00 bereikt, de manschappen zijn zo moe dat ze prompt langs de kant van de weg in slaap vallen. Om 23u00 wordt opnieuw verzameld om gedurende de ganse nacht verder te marcheren.

Pont Maunoury over de Marne te Lagny waar het I/59Li op 11 juni passeerde
I/59Li in Frankrijk
Tijdens de ochtend wordt Mitry-Mory en Claye-Souilly gepasseerd. Alle compagnies zijn nog samen. Cdt Dubourg wil nog de Marne oversteken vooraleer opnieuw halt te houden. Om 06u00 ‘s ochtends wordt eventjes halt gehouden op 9 km van Lagny-sur-Marne, een stad langs de Marne met twee bruggen. De mannen vallen onmiddellijk in slaap. Lt Kayart wordt per fiets voorop gestuurd om uit te zoeken of de brug nog intact is. Hij stelt vast dat dit nog het geval is en bij zijn terugkeer wordt geopperd om zoveel mogelijk soldaten mee te sturen met voorbijrijdende vrachtwagens van het Franse leger om zo de Pont Maunoury te passeren en nadien te Lagny te hergroeperen. Het bataljon slaagt erin om intact de Marne over te steken tegen de middag. De manschappen vinden een onderkomen in een hangar van een boerderij nabij Lagny en worden gevoed door de boerenfamilie. Er wordt de rest van de namiddag en de ganse nacht gerust.
I/59Li in Frankrijk
Tijdens de nacht wordt Lagny gebombardeerd maar de meesten hebben er in hun slaap niets van gemerkt. Het Franse leger belooft Cdt Dubourg vrachtwagens te sturen om de troepen tot voorbij Melun te brengen. Er is geen grote hoop om de vrachtwagens effectief te zien opdagen maar na enkele uren wachten langs de kant van de weg wordt I/59Li door Franse camions opgepikt en tot voorbij Melun vervoerd. De 1Cie en de 3Cie vinden een onderkomen in Cély, de 2Cie in Saint-Germain-sur-Ecole en de 4Cie in Soisy-sur-Ecole. De nacht van 12 op 13 juni wordt in deze kantonnementen ten zuiden van de Seine doorgebracht. Daar vinden ze het werkbataljon van 4C terug dat eerder al door de Fransen per vrachtwagen werd overgebracht naar Melun.
Staf/59Li in Frankrijk
Generaal-majoor Van Daele, de divisiecommandant van de 7Div, geeft te kennen geeft dat hij niet opgezet is met de gestuurde versterkingen. Hij heeft zijn twijfels over de motivatie van de oudere militairen van de Versterkingsbataljons en had liever de jonge rekruten van de Instructiebataljons in versterking gekregen. Op zijn vraag aan het EM/TRI om de gestuurde versterkingen te vervangen door jonge rekruten van I/59Li kan geen gevolg meer gegeven worden gezien het merendeel van I/59Li als werkbataljon is uitgestuurd naar Senlis.

Kantonnementen waar I/59Li en I/4C verbleven van 12 en 15 juni 1940 (projectie op recente kaart).
I/59Li in Frankrijk
Wanneer in de vroege ochtend de kantonnementen overvlogen worden door de Duitse luchtmacht beslissen de Fransen dat de troepen die kantonneren ten zuiden van Melun verspreid moeten worden. 59Li dient zich te verplaatsen naar Videlles en 4C dient nieuwe kantonnementen op te zoeken in La Chapelle-en-Reine. Cdt Dubourg beslist onmiddellijk te vertrekken en om 06u00 worden de kantonnementen al ontruimd. Na een kleine mars van 7 kilometer wordt Videlles bereikt. Hier wordt opnieuw halt gehouden en gewacht op Frans transport. De nacht van 13 op 14 wordt te Videlles doorgebracht.
II/59Li in Frankrijk afgedeeld bij het 18Li
De integratie van de versterkingen in de 7Div verloopt moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om de drie regimenten van de 7Div behoorlijk te reorganiseren. De Fransen hadden ook al laten verstaan dat zij niet in staat waren om meer dan twee infanterieregimenten uit te rusten. Op 13 juni wordt het Dagelijks Order Nr 14 van de 7Div uitgevaardigd waarmee GenMaj Van Daele kenbaar maakt dat het 2Gr niet meer zal heropgericht worden en dat de divisie zal reorganiseren naar het model van de Franse lichte divisies. De volgende reorganisatie vindt plaats:
- De 7Div zal slechts twee infanterieregimenten meer bevatten het 18Li en het 2C;
- De militairen die behoorden tot het oorspronkelijke 2Gr en die vanuit België met de divisie mee naar Frankrijk zijn getrokken worden gegroepeerd in één bataljon en aangehecht aan het 2C maar mogen hun kentekens behouden en zullen in 2C verder blijven bestaan als het Bataljon Grenadiers (II/2C);
- Het Wielrijderseskadron van de 7Div gaat over naar het 18Li.
I/59Li in Frankrijk
In de voormiddag is er nog steeds geen transport te zien. Er wordt gewacht en gerust. Tegen 18u00 verliest Cdt Dubourg, die zich in het vlakbij gelegen Mondeville bevindt, alle contact met de staf van generaal Blum. Het bataljon is nu op zichzelf aangewezen en Cdt Dubourg beslist om op 15 mei met het bataljon te voet naar Malesherbes te marcheren. Er wordt voor een tweede keer overnacht in Videlles.

Station van Malesherbes van waaruit I/59Li per trein naar Orléans kon vertrekken.
I/59Li in Frankrijk
Het bataljon verlaat in de vroege ochtend Videlles en Mondeville en komt na een dagmars tegen het invallen van de nacht toe te Malesherbes. Hier kunnen ze aan boord gaan van een klaarstaande trein die hen gedurende de rest van de nacht tot bij Orléans brengt. Iets voor het station van Orléans wordt de trein gebombardeerd. De manschappen stappen uit en zien dat het station in brand staat. Er wordt haast gemaakt om de Loire nog tijdens de nacht van 15 op 16 juni over te steken.
I/59Li in Frankrijk
Lt Kayart en Lt Quertémont slagen erin de 2Cie te hergroeperen te Olivet, ten zuiden van de Loire. Lt Kayart gaat op zoek naar de rest van het bataljon en vindt Cdt Dubourg en Lt Med Plisnier een zeventiental kilometer verderop in het station van La Ferté-St-Aubin klaar om met een klaarstaande trein naar het zuiden te vertrekken. De rest van het bataljon legt de weg van Olivet naar Vierzon te voet af voortdurend belaagd door de Duitse luchtmacht die alle invalswegen naar Vierzon ongenadig bombardeert. Vanaf Vierzon worden op regelmatige tijdstippen treinen ingelegd naar Bordeaux waardoor heel wat geïsoleerde groepjes militairen van I/59Li in verspreide slagorde en druppelsgewijs terugkeren naar Rieux-Minervois.
II/59Li in Frankrijk afgedeeld bij het 18Li
Gezien het gebrek aan vertrouwen in de Versterkingsbataljons moet het II/59Li de 7Div alweer verlaten. Omdat er nog steeds werkbataljons te weinig zijn volgens de beloften gemaakt ten overstaan van de Fransen wordt het II/59Li samen met twee compagnies van II/56Li omgevormd tot een werkbataljon. Toch worden nog vrijwilligers gevraagd om het 18Li te versterken. Lt De Bruyn en 18 vrijwilligers van het II/59Li worden in de effectieven van het 18Li opgenomen. Een gedeelte van de manschappen (4 officieren en 409 manschappen) onder leiding van Lt Leroy wordt tezamen met een detachement van II/56Li (4 officieren en 420 manschappen) onder leiding van Cdt Joris naar het station gebracht van Le Roc-Saint-André. Het detachement van Lt Leroy stapt uit te Auray (Morbihan) en het detachement van Cdt Joris spoort door tot Saint-Nazaire (Loire-Inférieure). Het werkbataljon van II/59Li wordt ter beschikking gesteld van de SNCF om allerlei taken uit te voeren. De resterende 50 manschappen van II/59Li worden onder bevel van Majoor Currinckx samen met een groot detachement bestaande uit II/4Gr (561 man), II/4C (1.000 man) en een handvol zieke en ongeschikte militairen van het 7ChA op de trein gezet en teruggestuurd naar Toulouse. De trein doet er vijf dagen over om Toulouse te bereiken en wordt maar eenmaal bevoorraadt onderweg, namelijk op 20 juni in Bordeaux. Bij aankomst van de trein in het station van Toulouse wordt het detachement van Maj Cuurinckx door de verkeersregelingscommissaris onderschept en doorgestuurd naar Grenade waar ze opgevangen worden door het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC). Pas op 6 juli kunnen de resterende 50 manschappen van II/59Li hun weg verderzetten tot Rieux-Minervois.

Sdt Hendrik Lodewijckx van de 8Cie wordt op 23 augustus definitief gedemobiliseerd.
Staf/59Li in Frankrijk
Op 17 juni om 13u30 kondigt Maréchal Pétain in een radiotoespraak aan de Franse bevolking de nakende capitulatie van Frankrijk aan. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet ver af. Er is ook geen sprake meer van om de jonge rekruten nog naar de 7Div te sturen, de Fransen zijn niet meer geneigd om de 7Div nog uit te rusten met Frans materieel en zullen dan ook de Belgische inspanningen om de strijd verder te zetten niet meer steunen, in tegendeel. Enkele ijverige manschappen nemen het initiatief om bij de Franse burgers voor wat zakgeld klusjes te gaan opknappen om zo hier en daar wat bijkomende voedingswaar aan te kopen.
I/59Li in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. De terugkeer van het werkbataljon van het I/59Li naar Rieux-Minervois verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen. De rest keerde in kleine groepjes terug. Van de 770 uitgestuurde militairen van het I/59Li komen slechts een 400 tal terug. Soldaat Vanderslagmolen van de 2Cie overleeft de terugtocht niet en komt om het leven te Romorantin tussen Orléans en Vierzon.
II/59Li in Frankrijk
Lt Leroy en zijn detachement worden gedurende vijf dagen te werk gesteld door de SNCF voor het uitvoeren van grondwerken voor een fabriek in Brech net ten noorden van Auray. Ze worden op 22 juni krijgsgevangen genomen wanneer de Duitsers Bretagne bereiken.
Staf/59Li in Frankrijk
Frankrijk ondertekent de onvoorwaardelijke wapenstilstand met Duitsland in Compiègne en komt met de Duitsers overeen om de nog aanwezige Belgen in het niet bezette deel van Frankrijk te ontwapenen en aan de Duitsers uit te leveren. De laatste groepjes militairen van I/59Li komen berooid en uitgehongerd toe in Rieux-Minervois waar de ontvangst eerder koel is.
Staf/59Li in Frankrijk
Onder meer volgende officieren bevinden zich na het uitsturen van het werkbataljon naar Senlis en de versterkingen naar de 7Div in Bretagne nog in Rieux-Minervois: Kol Borgerhoff, Cdt Dubourg, Lt Van Hille, Lt Med Plisnier, Lt Planche, Lt Van Cauwenberg, Lt Mahin, Lt Bertrand, Lt Van Bunnen, Lt André, Lt Quertémont, Lt Kayart en Lt Coppieters de Gibson.
I/59Li in Frankrijk
De effectieven van I/59Li zijn echter flink uitgedund na het uitsturen van het werkbataljon naar Senlis. Dit heeft een aantal gevolgen voor de overblijvende militairen van de eenheid. Een aantal jonge dienstplichtigen met een goede staat van dienst worden aangesteld om de taak van ontbrekende onderofficieren over te nemen. De logementen worden herverdeeld en minder goede logementsplaatsen worden omgewisseld voor vacant gekomen betere onderkomens. Zo verhuizen de soldaten Verstryk en Vandenabeele van een schuur naar een kamer in het woonhuis van een lokale wijnboer. Ook de persoonlijke bezittingen van militairen die er niet in slaagden naar Rieux-Minervois terug te keren moesten worden veilig gesteld en verzameld in een geïmproviseerd depot in de schuur van de lokale veerarts. Voor de rest hadden de soldaten niet veel om handen gezien de training werd stopgezet. Het verlangen om zo snel mogelijk naar huis terug te keren wordt steeds groter. Van de nood maakt men een deugd en talrijke militairen zullen tijdens de zomermaanden de Franse wijnbouwers een handje toesteken. De militaire opleiding wordt grotendeels stopgezet.

Militairen van het 59Li aan het werk in de wijngaarden van Rieux-Minervois (foto Henri Destryker).
Staf/59Li
De viering van de nationale feestdag wordt verstoord door protesterende militairen van het IIde Bataljon Versterking die, aangezet door agitatoren, de onmiddellijke terugkeer naar België eisen. Het komt zelfs tot een handgemeen met Franse oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog die de oproerkraaiers met stokken te lijf gaan. Het interventiepiket wordt erbij geroepen waarna de gemoederen snel bedaren. De dag zelf nog wordt beloofd dat de militairen ouder dan 30 binnen de kortste termijnen zullen worden gedemobiliseerd. De daaropvolgende dagen ontbreken steeds meer militairen op het appel. Ze vertrekken zonder demobilisatiepapieren, zonder transportmiddelen, zonder enige kennis van de te nemen terugkeerroutes en zonder te weten hoe en waar ze de demarcatielijn kunnen passeren. Diegenen die overblijven vallen ten prooi aan eindeloze verveling. Ook de bevoorrading aan eten wordt steeds moeilijker. Het leidt tot een stijgend aantal diefstallen van voedsel bij de lokale bevolking. Aan de klachten van de bevolking bij het commando van 59Li wordt geen gevolg gegeven. Andere militairen proberen bij te verdienen door te werken in de wijngaarden of door de verkoop van hun militaire uitrusting.
Staf/59Li in Frankrijk
Op 1 augustus neemt Lt Kayart deel aan de begrafenis van Soldaat Daelman van de 2Cie die de avond voordien overleed in het hospitaal van Carcassonne en die wordt begraven op een militair ereperk van het cimetière Saint-Michel. Vanaf begin augustus worden demobilisatiebewijzen verleend aan al diegenen die over transport beschikken om naar België terug te keren. Sommigen maken gebruik van voertuigen die bij het begin van de oorlog door het Belgisch leger in beslag genomen zijn om de aftocht naar Frankrijk mee uit te voeren en die in Frankrijk achtergebleven zijn. Anderen worden opgehaald door bussen en vrachtwagens uitgestuurd door de burgemeesters van hun gemeente van herkomst. Via het Rode Kruis wordt het mogelijk om terug contact op te nemen met familie in België, dit voor de eerste keer sinds de manschappen van 59Li België verlieten op 14 mei. De meeste militairen van het 59Li verlaten op 23 augustus Peyriac-Minervois en worden per trein vanuit Moux naar ons land teruggebracht. Zij worden op die dag nog in Frankrijk gedemobiliseerd en met onbepaald verlof gestuurd vooraleer zij de treinreis naar België aanvatten.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2/I | DAELMAN | Georges | Sdt | Mil | 40 | 17.02.1921 | Hekelgem | 31.07.1940 | Carcassonne (F) | Overleden aan ziekte in militair hospitaal van Carcassonne | |
4/I | DE DECKER | Aloïs | ![]() | Sdt | Mil | 27.12.1920 | Zellik | 20.06.1940 | Carcassonne (F) | Overleden aan ziekte in militair hospitaal van Carcassonne | |
Onbekend | NICOLAAS | Florent, Ferdinand | Sdt | Mil | 39 | 31.12.1904 | Pepingen | 29.07.1940 | Rieux-Minervois (F) | ||
3/I | VAN CAUWELAERT | Pieter | Sgt | Mil | 14.06.1918 | Ternat | 18.12.1943 | Swansea | Overleden aan zijn verwondingen opgelopen op 10 mei 1940 | ||
2/I | VANDERSLAGMOLEN | Theofiel, Albert J. | Sdt | Mil | 40 | 23.02.1921 | Asse | 17.06.1940 | Romorantin (F) | Omgekomen bij luchtbombardement |
- De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 59Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 9Li.
- Achtergrondinformatie bij de kazerne Prins Boudewijn [On Line Beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/schaarbeek-2/schaarbeek-kazerne-kwartier-prins-boudewijn/ [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022, vanaf 2 februari 2022 is de informatie verstrekt door deze site enkel nog beschikbaar tegen betaling en niet langer zichtbaar voor het grote publiek].
- Kolonel Robert Borgerhoff heeft zijn militaire loopbaan opgebouwd in Belgisch Congo waar hij voor de oorlog onder andere de functie van districtcommissaris heeft uitgeoefend. In 1926 stelde hij zich kandidaat voor de functie van directeur van de Koloniale Hogeschool maar werd niet weerhouden voor deze post. “Norbert Laude, leven in teken van de kolonie”, p.33, masterproef in de geschiedenis van Lisa Busschaert, KUL. Achtergrondinformatie [On Line Beschikbaar]: https://www.scriptiebank.be/sites/default/files/thesis/2018-03/Masterthesis_0.pdf en het boek”Le Ruanda –Urundi, Bruxelles, 1928 van Roger Borgerhoff https://www.memoiresducongo.be/wp-content/uploads/2020/09/8.-Bibliographie-sommaire-sur-le-Rwanda-et-le-Burundi.pdf [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022].
- “J’ avais 20 ans en 1940”, relaas van Soldaat Henri Destryker, een jonge rekruut van de klas 40, bediende (oftewel planton) bij de Staf /3Cie, gepubliceerd in “Histoire et Généalogie en Minervois” – Nr 80 – 2e trimester 2010 – 20e jaargang door een Franse historische en heemkundige kring van de omgeving van Minervois. Achtergrondinformatie bij deze vereniging [On Line beschikbaar]: https://www.minervois-gen.org/ Dit relaas is gelijklopend met dit van Lt Kayart. [Laatst geraadpleegd 10 december 2020, De publicaties van de heemkundige kring zijn niet meer toegankelijk via de website maar kunnen tegen betaling verkregen worden]
- Achtergrondinformatie bij Sgt Pieter Van Cauwelaert te vinden op site Erfgoeddag 2012, Helden van bij ons, Ternat, 22 april 2012. Tijdens het bombardement van Evere van 10 mei 1940 werd hij dermate verwond dat hij naar een reserve hospitaal aan de kust wordt overgebracht. Wanneer de reservehospitalen worden geëvacueerd omwille van de nakende aankomst van de Duitsers, wordt Pieter Van Cauwelaert overgebracht naar Swansea in Engeland waar hij op 18 december 1943 aan de gevolgen van zijn verwondingen overlijdt. In Ternat werd een straat naar hem genoemd. [On Line beschikbaar]: https://docplayer.nl/22564078-Erfgoeddag-2012-helden-van-bij-ons.html [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022]. De tweede rekruut van I/59Li die omkwam tijdens het bombardement van het alarmkantonnement in de Everse wijk Tornooiveld staat niet op het register van de gesneuvelden van 59Li. Hij zou moeten kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van zijn overlijdensakte in de archieven van de gemeente Evere. Het monument van het 59Li bevindt zich in de Diksmuidestraat te Brussel.
- Locatie van de voormalige Stedelijke Meisjesschool (anno 2022 nog steeds een school) in de Ganzenstraat te Brugge [On line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@51.2092374,3.2347268,3a,90y,62.6h,91.32t/data=!3m6!1e1!3m4!1sD0IH_g0Ww68KpcSZSlMVyg!2e0!7i13312!8i6656 [Laatst geraadpleegd 14 augustus 2022].
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
- Achtergrondinformatie bij het kamp van Le Barcarès [On Line beschikbaar]: https://europeanmemories.net/memorial-heritage/camp-dinternement-du-barcares/ en http://memorialdesnomadesdefrance.fr/camp-du-barcares-p-o-1939-1942/ [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022]. Door de onaangekondigde aankomst van meerdere VOC’s in het zuiden van Frankrijk vindt de Franse militaire overheid geen andere oplossing dan de Belgische eenheden onder te brengen in de kampen die eerder gediend hebben om Spaanse vluchtelingen op te vangen. Ondertussen is in Parijs de EM/TRI onderhandelingen aan het voeren met de Franse legerstaf om een betere oplossing af te dingen. In afwachting moeten de Belgische militairen in de smerige kampen blijven kantonneren.
- Van volgende officieren van 59Li is geweten dat zij naar Bretagne vertrokken om het 18Li te versterken: Cdt De Wilde, Kapt Res Claesen, Lt Res De Bruyn (4/I/18Li), Lt Res Van Ham, Lt Res Pirotte (2/I/18Li), Lt Res De Wèvre (18Li), Lt Res Bovy, Lt Res Van Cutsem, Lt Res Verbeiren, Lt Res Leroy, Lt Res de Streel, Lt Res Flion.
- Over het werkbataljon van Cdt Dubourg zijn geen documenten te vinden bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie. Verder onderzoek is gebaseerd op het zeer gedetailleerd dagboek van Luitenant Xavier Kayart, pelotonscomandant bij de 2Cie I/59Li. Het dagboek werd gepubliceerd in “Histoire et Généalogie en Minervois” – Nr 80 – 2e trimester 2010 – 20e jaargang, een Franse historische en heemkundige kring van de omgeving van Minervois. Achtergrondinformatie bij deze vereniging [On Line beschikbaar]: https://www.minervois-gen.org/ [Laatst geraadpleegd 10 december 2020, De publicaties van de heemkundige kring zijn niet meer toegankelijk via de website maar kunnen tegen betaling verkregen worden].
- De Soldaten Daelman en De Decker werden begraven op het militair ereveld van het kerkhof Saint-Michel in Carcassonne [On Line beschikbaar]: http://www.memorialgenweb.org/memorial3/html/fr/resultcommune.php?insee=11069&dpt=11&idsource=992830&table=bp99 [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022]. De reden waarom beide militairen begraven zijn in Carcassonne kan zijn omdat er in Carcassonne een Frans militair hospitaal was waar ook een Belgisch militair hospitaal (Hôpital Militaire Complémentaire – HMC de l’Hospice) aan toegevoegd was. In dit hospitaal werkten ook Belgische artsen en verplegend personeel.
- Verslag betreffende 59Li in het hoofdstuk 6VOC van het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Slagorde officieren 59Li bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
- Getuigenis Soldaat Hendrick Lodewijckx van de 8Cie van II/59Li, foto’s archief Mathieu Lodewijckx.
- Jamart, J. 1994, L’armée belge de France en 1940. Bastenaken, uitgeverij Schmitz. Ook Jamart is in zijn naslagwerk bijzonder karig met informatie over het werkbataljon van 59Li. Alleen in een bijlage vermeldt hij het aantal compagnies dat door I/59Li naar Senlis werd uitgestuurd.