Reglementaire benaming | 6de Legerdepot | 6LD 6ème Dépôt d’Armée | 6DépA |
|
Type | Versterkings- en opleidingseenheid | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Onderdeel van | 6de Versterkings- en Opleidingscentrum | |
Bevelhebber | Kapitein-commandant Emile Vanderkeilen | |
Standplaats | Citadel van Diest | |
Samenstelling | Staf Depot | |
Staf Depot Gezondheidsdienst | ||
Compagnie Depot Hulptroepen | ||
Batterij Depot Artilleriepark | ||
Compagnie Depot en Algemene Diensten en Kantonniers |
Staf/6LD
Het 6de Legerdepot (6LD), gekazerneerd in de citadel van Diest, is een van de zes legerdepots van het veldleger. De hoofdkrachtinspanning van de verschillende legerdepots lag bij het uitrusten van reserve eenheden die gedurende de verschillende fases van het mobilisatieplan werden opgericht. De opgeroepen reservisten werden uitgerust met meestal verouderd materieel dat lag opgeslagen in de magazijnen en loodsen van de legerdepots. Sommige uitrustingsstukken dateren nog van tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zo wordt onder meer het 8ste Regiment Hulptroepen van het Leger (8HuTL) begin november 1940 door het 6LD gemobiliseerd. Aan de vooravond van de oorlog is de rol van de legerdepots bijna uitgespeeld. Enkel de eenheden die pas zullen worden gemobiliseerd tijdens Fase E van het mobilisatieplan (start van de vijandelijkheden) moeten nog worden uitgerust . Het betreft in hoofdzaak de Versterkingsbataljons van de verschillende Versterkings- en opleidingscentra (VOC’s). Dit is dan ook de voornaamste reden waarom het mobilisatieplan voorziet dat bij de start van de oorlog de legerdepots en het weinige resterende materieel zullen worden aangehecht aan de VOC’s.
Staf/6LD
Wanneer om 06u00 fase E van het mobilisatieplan wordt afgekondigd wordt het 6LD aangehecht bij het 6de Versterkings- en Opleidingscentrum (6VOC) een eenheid van divisieniveau die zich bij het begin van de oorlog in Schaarbeek bevond. Eveneens om 06u00 geeft de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (HK/VOC) het bevel de oorlogskantonnementen in Oost- en West-Vlaanderen in te nemen. Men vreesde immers dat de reguliere kazernes van ons leger vanaf het begin van de vijandelijkheden gebombardeerd zullen worden. Hierdoor werd aan de regimenten van de VOC’s het bevel gegeven om zich door een onmiddellijke verhuis naar diverse kleinere dorpen en steden in West- en Oost-Vlaanderen in veiligheid te stellen. Deze oorlogskantonnementen waren reeds voorzien in de mobilisatieplannen. De staf van het 6VOC zal zich in Brugge vestigen.
Als belangrijk wegenknooppunt in Oost-Brabant, ondergaat Diest op 10 mei een reeks luchtaanvallen. Hierbij wordt ook het telefoonnet geraakt, waardoor Kapitein-commandant Vanderkeilen de communicatie met de Staf/6VOC verliest. Hierdoor ontvangt hij het bevel om naar Brugge te verhuizen niet. Op de eerste oorlogsdag wordt net zoals in de overige vijf legerdepots van het land druk gewerkt aan de opvang van de toestromende reservisten, de distributie van het opgeslagen materieel en uitrusting, en het mobiliseren van de eenheden die door personeel van het depot zullen bevolkt worden. Om 15u50 laat hij een telegram versturen waarin hij meldt dat ook de citadel gebombardeerd werd en hij dringend om verdere instructies verzoekt. Vanderkeilen meldt dat het merendeel van zijn voertuigen vernield is en dat er zo’n 400 militairen in zijn depot aanwezig zijn [1]. Op de eerste oorlogsdag meldt de Luitenant Limbourg van de 7de Compagnie van het 8ste Regiment Hulptroepen (8HuT) zich aan bij het depot om een aantal reservisten op te halen voor zijn compagnie. De volgende dag vertrekt hij met een detachement van 60 militairen naar Mollendaal bij Bierbeek waar zijn compagnie gelegerd is.
6LD
Het 6LD krijgt op 11 mei 1940 het bevel het depot in Diest te ontruimen en zich te verplaatsen naar Begijnendijk. Omdat er geen transportmiddelen meer beschikbaar zijn beslist Kapitein-commandant Vanderkeilen dan maar dat de manschappen te voet zullen marcheren naar Begijnendijk. Hier wordt de nacht van 11 op 12 mei doorgebracht.
6LD
In een tweede etappe verplaatst de colonne van het depot zich nog steeds te voet van Begijnendijk naar Duffel.
6LD
Het 6LD moet het 6VOC zo snel mogelijk vervoegen te Brugge. Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Het 6VOC ontvangt de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moest de commandant van het 6VOC zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [2]. Het bevel om het 6LD naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Op dat ogenblik worden de manschappen van het 6LD in Duffel op de trein gezet richting Brugge.
6LD
Het 6de Legerdepot is aangekomen te Brugge en wacht verdere instructies af. Hier verneemt Cdt Vanderkeilen dat zijn eenheid naar Frankrijk zal overgebracht worden. Het 6VOC ontvangt acht treinstellen voor het transport naar Frankrijk, elk van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie zal in twee treinstellen vervoerd worden. De twee treinstellen voor het 4C vertrekken nog op 14de mei. Het 59Li, het 4Gr, het 6LD, de drie onafhankelijke compagnies en de Staf van het 6VOC worden de 15de mei op de andere zes treinen gezet.
6LD
Het depot verlaat Brugge per trein en zet koers naar Zuid-Frankrijk. De tocht zal een week duren en de manschappen komen aan op 21 mei.

Het interneringskamp van Barcarès in 1939.
Staf/6LD in Frankrijk
De manschappen van het depot komen aan in het kamp van Le Barcarès. Dit kamp van houten barakken en tenten werd in februari 1939 gebouwd door de Franse overheid voor het opvangen van gevluchte republikeinse troepen van de Spaanse burgeroorlog [3]. De installaties bevinden zich aan de kust ten noordoosten van Perpignan. De levensomstandigheden in het kamp van Le Barcarès zijn ronduit rampzalig. Het kamp zit vol vlooien en muggen en de Belgen zitten met de handen in het zijn wanneer grote groepen militairen zich ziek melden. Het 6VOC tracht nieuwe kantonnementen te bekomen via de Belgische en Franse militaire overheden. Kolonel Jans, regimentscommandant van 4C is de grote pleitbezorger van de Belgen ter plekke. Zijn eenheid heeft het bijzonder zwaar te verduren en telt na nog geen twee dagen in het kamp reeds zo’n 50 zieken per compagnie. Die dag bezoekt Generaal-Majoor Coquenet, bevelhebber van het 6VOC, het kamp en stelt met eigen ogen vast hoe erg de Belgen er aan toe zijn. Coquenet vertrekt echter zonder een oplossing aan te reiken en vraagt aan Kolonel Borgerhoff regimentscommandant van het 59Li om tijdelijk het commando over de regimenten van het 6VOC op zich te nemen tot er een oplossing voor het probleem gevonden is. De Belgische militairen zijn bijzonder misnoegd. Wanneer bij het 4de Regiment Karabiniers een militair aan ziekte overlijdt, wordt de schuld onmiddellijk op het vlooienprobleem gestoken. Op verschillende plaatsen in het kamp steken Belgische soldaten barakken in brand. De wacht moet tussenbeide komen en er wordt een schildwacht bij de deur van elke barak geplaatst.
Staf/6LD in Frankrijk
Kolonel Borgerhoff, commandant van 59Li, voert de druk op de Franse militaire overheid op en dreigt er mee om met zijn mannen desnoods manu militari uit te breken als er geen nieuwe kantonnementen gevonden worden. De situatie dreigt uit de hand te lopen wanneer de Fransen de militairen van het Vreemdelingenlegioen willen inzetten om de orde in het kamp te herstellen. De Belgische en Franse militaire overheden bereiken een overeenkomst om het 6VOC naar de streek van Roussilon te verplaatsen. Het vertrek van het 6VOC zal over drie dagen verdeeld worden door een gebrek aan treinstellen bij de SNCF.
Staf/6LD in Frankrijk
Het 6LD verlaat samen met het 4Gr het kamp van Barcarès en wordt op de trein gezet naar Marseillette. De trein komt nog de zelfde dag aan.
Staf/6LD in Frankrijk
Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden.
Staf/6LD in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een wapenstilstandsverdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekent verbindt Frankrijk er zich toe de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten. Het 6LD en het 5de Territoriaal Bataljon (5TerBon) worden ontbonden. Het personeel van beide eenheden wordt overgeplaatst naar het 18de Bataljon Hulptroepen (18HuT) dat nieuw wordt opgericht en dat onder bevel van 6VOC komt te staan.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
6LDep | BOURGEOIS | André | Sdt | Mil | 26 | 30.01.1908 | Beauraing | (Onbekend) | Outreau (F) | ||
6LDep | BROECKX | Pierre | Sdt | Mil | 31 | 29.11.1909 | Dessel | 24.05.1940 | Gravelines (F) | ||
6LDep | COOL | Judocus, A. | Sdt | Mil | 25 | 05.12.1905 | Willebroek | 21.05.1940 | Saint-Martin (F) | ||
6LDep | FAUXBEL | François, J.E. | Sdt | Mil | 31 | 04.01.1913 | Jumet | 24.05.1940 | Gravelines (F) | ||
6LDep | KEULEERS | Maurice | Lt | Res | 22.05.1903 | Hakendover | 24.05.1940 | (Onbekend) | Vermist | ||
6LDep | LISFRANC | Edmond | Wm | Mil | 29.04.1910 | Lissabon (P) | 13.06.1940 | Boulogne (F) | |||
6LDep | MOETWIL | Pierre | Sgt | 19.01.1908 | Ukkel | 06.07.1940 | La Réole (F) | Overleden aan verwondingen in hospitaal | |||
6LDep | SAUSSUS | Armand | Sdt | Mil | 31 | 14.04.1901 | Saint-Mard | 20.05.1940 | Ghissignies (F) | ||
6LDep | VERTHONGEN | Frans, Maria Gerard | Sdt | Mil | 26 | 15.10.1906 | Bornem (Branst) | 27.05.1940 | Koekelare | ||
6LDep | WOLF | Fernand, A. | Sdt | Mil | 26 | 18.04.1905 | Winenne | 21.05.1940 | Saint-Martin (F) |
- Telegram opgesteld op 10 mei door Kapitein-commandant Vanderkeilen waarmee hij verslag uitbrengt bij het EM/TRI, zijn hoger echelon, over de schade toegebracht aan het 6LD tijdens het luchtbombardement van Diest in de ochtend van 10 mei. Het telegram bevindt zich in het dossier van het 6LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Dit telegram is het enige document in het dossier van 6LD.
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- Achtergrondinformatie bij het kamp van Le Barcarès [On Line beschikbaar]: https://europeanmemories.net/memorial-heritage/camp-dinternement-du-barcares/ en http://memorialdesnomadesdefrance.fr/camp-du-barcares-p-o-1939-1942/ [Laatst geraadpleegd 8 juli 2021].
- Hoofdstuk 6VOC van het dossier Synthese TRI bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Dossier Legerdepots, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
- L’armée belge de France en 1940”, door Jean Jamart Colonel BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.