3de Versterkings- en Opleidingscentrum

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 3de Versterkings- en Opleidingscentrum | 3VOC
3ème Centre de Renforcement et d’Instruction | 3CRI
Type Versterkings- en Opleidingsdivisie
Ontdubbeld van 1ste Linieregiment
12de Linieregiment
13de Linieregiment
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingstroepen
Bevelhebber Kolonel SBH Jules Bellefroid
Standplaats Leopoldskazerne, Bergen
Samenstelling Staf (Kapitein-commandant Gérard Kerremans)
  51ste Linieregiment
  62ste Linieregiment
  63ste Linieregiment
  Compagnie Instructie C47 Anti-tankkanonnen (Kapitein-commandant baron Paul d’Anethan)
  Compagnie Instructie M76 Mortieren (Luitenant L. Gilman)
  Schoolcompagnie (Kapitein A. Debray)
  1ste Legerdepot (Kapitein-commandant Robert Delanoeye)

Tijdens de mobilisatie

Staf/3VOC
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee gedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen die geboren waren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. De in februari opgeroepen dienstplichtigen kan de klas 39 vertrekken samen met hun regiment naar de gevechtsstellingen. Voor de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisieElk actief infanterieregiment van de divisie moest vervolgens kaderleden leveren voor de oprichting een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 bestemd voor dit regiment zullen worden in samengebracht

Gezien de mobilisatie bleef duren moest al gauw een meer gestructureerde oplossing gevonden worden voor de opleiding van de dienstplichtigen van de lichting ’40 die in februari 40 zullen worden opgeroepen. Eind februari 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer [1]. Zo wordt het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (3VOC), voorheen gekend als AOD/3ID, op 20 februari 1940 opgericht als een eenheid op niveau Divisie die het bevel voert over drie versterkings- en opleidingsregimenten. Het 3VOC, onder bevel van Kolonel SBH Bellefroid, omvat het: 

  • 51ste Linieregiment (51Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert die zullen dienen als aanvullingen voor het 1ste Linieregiment (1Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten 25Li en 31Li,
  • 62ste Linieregiment (62Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert voor het 12de Linieregiment (12Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten 21Li en 42Li,
  • 63ste Linieregiment (63Li) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert voor het 13de Linieregiment (13Li) en zijn twee ontdubbelingsregimenten 19Li en 43Li.

Het 3VOC kan beschouwd worden als het Versterkings- en Opleidingscentrum van de vooroorlogse 3de Infanteriedivisie (1Div) waartoe 1Li, 12Li en 13Li behoorden voor de aanvang van de mobilisatie. Naast de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie omvat het 3VOC ook enkele onafhankelijke compagnies waaronder een Compagnie Instructie C47 anti-tankkanonnen, een Compagnie Instructie M76 mortieren en een Schoolcompagnie.  Bij de afkondiging van Fase E van het mobilisatieplan is het eveneens voorzien dat het 1ste Legerdepot (1LD) onder bevel geplaatst wordt van het 3VOC.

Het 3VOC staat onder het bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) die zich tot aan het uitbreken van de oorlog in de Etterbeekse kazerne de Witte de Haelen bevond. De verschillende  Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie beschikten op het ogenblik van de oprichting van het 3VOC elk over een Staf, een Bataljon Instructie dat instaat voor de opleiding van nieuwe rekruten en een Bataljon Versterking dat instaat voor het opvangen en bijscholen van oudere reservisten. De eerste miliciens van de klas 40 worden in februari 1940 onder de wapens geroepen en vervoegen in maart de Bataljons Instructie van hun respectievelijke Versterkings- en Opleidingsregimenten. De Bataljons Versterking bestaan op dat ogenblik enkel uit kaderleden. Pas bij afkondiging van de “algemene mobilisatie” (Fase E van het mobilisatieplan) op het ogenblik van de start van de vijandelijkheden zullen de nog niet gemobiliseerde reservisten opgenomen worden in de getalsterkte van de Bataljons Versterking. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens geroepen oudere reservisten.

In vredestijd was de 3Div in Luik gekazerneerd maar omdat de stad Luik zich op de Dekkingsstelling bevond wordt het 3VOC samen met zijn Versterkings- en Opleidingsregimenten meer landinwaarts gestationeerd. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 3VOC bevonden zich tijdens de mobilisatie in volgende kantonnementen:

  • Staf 3VOC te Bergen
  • 51Li in de Caserne Léopold te Bergen,
  • 62Li in het Kamp van Maisière-Casteau (nabij Bergen),
  • 63Li in de Kazerne Majoor Sabbe te Bergen
  • 1LD te Dendermonde (Kazernestraat) en in Aalst

SchoolCie/3VOC
De Schoolcompagnie (SchoolCie/3VOC) werd samengesteld uit de Schoolcompagnies van 1Li, 12Li en 13Li en stond in voor de opleiding van kandidaat reserveofficieren en kandidaat reserveonderofficieren van de lichting ’40. Deze compagnie wordt bevolen door Kapitein Debray.

Staf/3VOC
Omstreeks 00u45 krijgt de Staf van het 3VOC, die zich in Bergen bevond, van het EM/TRI het bevel om vanaf dageraad de vredesvoet kazernes te ontruimen en zich naar de alarmkantonnementen te begeven uit voorzorg tegen Duitse luchtaanvallen tegen de reguliere kwartieren. Deze vooraf verkende alarmkantonnementen bevonden zich aan de rand van de agglomeraties van de grote garnizoenssteden of in kleineren steden rond de bestaande kazerne. Omstreeks 06u00 geeft het EM/TRI het bevel de oorlogskantonnementen in Oost- en West-Vlaanderen in te nemen. Onmiddellijk wordt begonnen met de evacuatie van de Regimentsstaven en de Bataljons Instructie naar de oorlogskantonnementen. De Bataljons Versterking moeten echter achterblijven op de alarmkantonnementen om de binnenkomende reservisten op te vangen. Zij zullen de Versterkings- en Opleidingsregimenten later vervoegen. De eenheden van het 3VOC worden naar volgende locaties doorgestuurd:

  • Staf 3VOC: Lokeren
  • 51Li: Eksaarde ten noorden van Lokeren
  • 62Li: Lokeren en Belsele
  • 63Li: Eksaarde
  • 1LD: Blijft in zijn kazerne te Dendermonde

SchoolCie/3VOC
De Schoolcompagnie (SchoolCie/3VOC) wordt aangevuld met leerlingen van de cadettenschool van Namen  wanneer deze op 10 mei 1940 wordt ontbonden.

Cie Instr C47/3VOC, SchoolCie/3VOC, Cie Dst/3VOC
De drie onafhankelijke compagnies van het 3VOC worden samen met de Cie Algemene Diensten en het materieel van 51Li en 63Li ingescheept op een trein in het station van Bergen. Kapitein-commandant Donnay, bataljonscommandant van I/51Li wordt aangeduid als treincommandant. Vlak nadat de trein het station van Bergen verlaten heeft wordt de trein aangevallen door de Duitse luchtmacht. Bij  het bombardement komen twee onderofficieren van 63Li om het leven. Dankzij de koelbloedigheid van Cdt Donnay en Cdt d’Anethan kan grotere schade vermeden worden [2]. Het personeel wordt in veiligheid gebracht en het materieel wordt uit de brandende treinwagons gehaald.

3VOC
De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van het EM/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, konden ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de achttiendaagse veldtocht terug aan te vullen.

De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [3]. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

3VOC
Op de vooravond van de verplaatsing naar Frankrijk telt het 3VOC zo’n 9.150 militairen.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

3VOC in Frankrijk
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat eenheden van de 3VOC ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtochtweg afgesneden. Een overzicht van de situatie van de eenheden van het 3VOC op 20 mei helpt een beeld te vormen van de ernst van de toestand waarin het 3VOC zich bevind.

  • Staf 3VOC: op doortocht naar Zuid-Frankrijk
  • 51Li: op doortocht naar Zuid-Frankrijk te Quesnoy ten zuiden van de Somme,
  • 62Li: Staf en II/62Li gestrand in Outreau (een buitenwijk van Boulogne), I/62Li gestrand in Calais,
  • 63Li: Staf, I/63 en II/63 gestrand in Outreau,
  • 1LD: gestrand te Duinkerke,
  • SchoolCie 3VOC: gestrand in Outreau,
  • Cie Instructie C47: gestrand in Outreau,

Enkel het 51Li en de Cie Instructie M76 is erin geslaagd aan omsingeling te ontsnappen. De andere regimenten zijn ofwel betrokken bij de verdediging van de havensteden waar ze zijn gestrand of keerden terug naar België.

Cie Instr C47/3VOC in Frankrijk
In het goederenstation van Outreau, één van de zuidelijke buitenwijken van Boulogne-sur-Mer, zijn 12 treinen met Belgische militairen vastgelopen. Het betreft de regimentsstaven van 53Li, 62Li en 63Li, drie Bataljons Instructie (II/62Li, I/63Li en I/11Ch), drie Bataljons Versterking (II/53Li, II/63Li en III/7ChA), twee onafhankelijke Compagnies (SchoolCie/3VOC en Cie C47/3VOC) en een detachement met 350 niet opgeleide militairen van 31A. Kolonel Coucke, de oudst aanwezige Belgische officier en tevens regimentscommandant van het 53Li, neemt de leiding van Belgische militairen die in Outreau gestrand zijn. Hij neemt contact op met de Franse plaatscommandant van Boulogne en verneemt dat de doorgang naar het Zuiden definitief geblokkeerd is. De Belgische militairen worden verzocht het station te ontruimen en kantonnementen in te nemen in de wijk Outreau.

Cie Instr C47/3VOC in Frankrijk
Kapitein-commandant baron d’Anethan, Compagniecommandant van de Cie Instr C47/3VOC, geeft het commando over aan Luitenant Colruyt en krijgt van Kolonel Coucke opdracht een Belgisch Plaatscommando op te richten in de kazerne Saint-Jean van Boulogne-sur-Mer. Het is de bedoeling dat hij permanent in verbinding blijft met het Franse Plaatscommando. Cdt baron d’Anethan poogt zoveel mogelijk geïsoleerde militairen te verzamelen om ze te kunnen bevoorraden. Hij wordt hierbij geholpen door Kapitein van de Administratie Arnouts betaalmeester van het BCC/3VOC die samen met zijn personeel het Belgisch Plaatscommando bemand. Luitenant Colruyt wordt met zijn drie pelotons naar Ambleteuse (12 kilometer noord van Boulogne) gestuurd om een Franse eenheid af te lossen belast met de bewaking van een interneringskamp van de Franse veiligheidsdienst. In het kamp bevonden zich ook Duitse krijgsgevangenen [4]. 

Cie Instr C47/3VOC in Frankrijk
In het kamp van Ambleteuse worden in de loop van de dag ook enkele door ons land gevangen genomen burgers opgesloten. Bij het begin van de veldtocht werden ongeveer 4.500 onderdanen van vijandige naties en Belgische burgers verdacht van collaboratie preventief aangehouden. Zij werden in de citadel van Doornik verzameld en opgesloten. Vanuit Doornik werden ze vanaf 15 mei naar Frankrijk geëvacueerd om er geïnterneerd te worden. Minstens één van de treinen met gevangenen strandde in het noorden van Frankrijk en een tachtigtal gevangenen bewaakt door de 11de Compagnie van het IIIde Bataljon Hulptroepen (11/III/3HuT) werd in het interneringskamp van Ambleteuse opgesloten tezamen met Franse indésirables en Duitse krijgsgevangenen. In de nacht van 22 op 23 mei worden de gevangenen naar Calais geëvacueerd. De gevangenen worden in Calais ondergebracht in een hotel (Hotel Excelsior – TBC) en bewaakt door de Cie Instr C47/3VOC en de 11Cie van III/3HuT.

Cie Instr C47/3VOC in Frankrijk
Lt Colruyt wordt samen met zijn compagnie krijgsgevangen genomen in Calais, de gevangenen die ze bewaakten worden door de Duitsers vrijgelaten. Samen met Lt Colruyt worden ook Lt Hubert en Lt Van Loon (9Cie/III/3HuT) gevangen genomen [5].

3VOC in Frankrijk
Luitenant-generaal Wibier commandant van het EM/TRI voert een reorganisatie door waarbij hij het 3VOC en het 4VOC laat onderbrengen in één groepering onder bevel van Generaal-majoor Collinet commandant van het 4VOC. Bij het 3VOC hebben enkel de staf en het 51Li nagenoeg intact het zuiden van Frankrijk kunnen bereiken, de rest werd onderweg gevangen genomen. Van de 9.150 manschappen van het 3VOC hebben slechts 3.150, waarvan 1.375 rekruten, het zuiden van Frankrijk kunnen bereiken.

Grenade iets ten noorden van Toulouse werd het kantonnement van 3VOC in Zuid Frankrijk.

3VOC in Frankrijk
De verschillende eenheden worden gekantonneerd in verschillende steden en dorpen in het departement Haut-Garonne. Op 28 mei bevinden de eenheden van 3VOC zich in volgende kantonnementen:

  • Staf 3VOC: Grenade
  • 51Li en Cie Instr M76: Levignac, Montaigu-sur-Save en Pardère-les-Bouguets
  • Det 62Li: St-Lys en Grenade
  • Det 63Li: St-Lys

4 juni 1940

3VOC in Frankrijk
Op 4 juni gaat Luitenant-Generaal Wibier in op een Frans verzoek om maar liefst 31.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. Aan het 3VOC en het 4VOC beiden onder bevel van Generaal-majoor Collinet worden initieel twee Versterkingsbataljons met elk vier compagnies van 250 militairen gevraagd. Op 6 juni worden nog eens drie Instructiebataljons met elk vier compagnies van 200 man door de Fransen opgevorderd. Bij de samenstelling van de eerste lichting bataljons mocht geen kader gebruikt worden dat nodig was voor de instructie van de rekruten van de lichting ’40 zodat na terugkeer van de werkbataljons de instructie opnieuw kon worden aangevat. Generaal Collinet gaf als bijkomende richtlijn dat voldoende kader moest achterblijven van elk regiment, bataljon en compagnie om nadien de instructie te hervatten. Deze orders werden herroepen wanneer ook de Bataljons Instructie werden aangeduid als werkbataljon. Het 3VOC zal uiteindelijk de staf en twee compagnies van 250 man van het II/51Li ter beschikking stellen. Dit detachement werd verder vervolledigd met twee compagnies van II/61Li. Wanneer later de bataljons instructie opgevorderd worden stelt het 3VOC ook het I/51Li ter beschikking dat samen met I/57Li naar het noorden wordt gestuurd. Ongeveer de helft van de resterende manschappen van het 3VOC worden voor deze werkbataljons ingeschakeld.

17 juni 1940

3VOC in Frankrijk
Op 17 juni wordt de Franse capitulatie door Maréchal Pétain aangekondigd in een toespraak tot het Franse volk. Hierdoor valt de steun aan de Belgische werkbataljons die zich naar het zuiden begeven volledig weg. Het is op dit ogenblik gissen wat de gevolgen zullen zijn voor de Belgische militairen die zich in Zuid-Frankrijk bevinden 

3VOC in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Daarenboven was het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. De terugkeer van de werkbataljons van het 3VOC naar de streek van Toulouse verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug.

20 juni 1940

3VOC in Frankrijk
Een detachement van 550 manschappen van het 7de Gemotoriseerd Regiment (7Mo), de restanten van een werkbataljon onder leiding van Majoor van Malcote de Kessel, wordt door de regelingscommissie van het station van Toulouse via L’Isle-Jourdain doorgestuurd naar Lévignac. Het 3VOC is verantwoordelijk voor de opvang van het detachement in afwachting van hun terugkeer naar de kantonnementen van 7Mo te Lunel. De Staf/3VOC wijst het dorpje Thil, tussen L’Isle-Jourdain en Grenade, aan als kantonnement voor het detachement van Majoor van Malcote. Kort na de aankomst van het detachement van 7Mo wordt ook een detachement  van 500 man bestaande uit elementen afkomstig van verschillende genie-eenheden van het veldleger, onderweg naar het 40ste Regiment Genie (40Gn) te Castries, door de regelingscommissie van Toulouse naar Lévignac gestuurd. Dit detachement, onder bevel van Kapitein-commandant Vanuxem wordt door 3VOC gekantonneerd te Fonsorbes.

3VOC in Frankrijk
De verkeersregelingscommissie van Toulouse blijft eenheden doorsturen naar 3VOC.  Wanneer een detachement van 1.750 manschappen, onder bevel van Majoor Currinckx van het 4de Regiment Grenadiers (4Gr), die de stad Toulouse passeert worden ook zij naar Grenade gestuurd. Dit detachement bestaande uit elementen van II/4Gr (550 man), II/4C (1.000 man), II/59Li (50 man) en II/7ChA (150 man) werd op 16 juni door de bevelhebber van de 7de Infanteriedivisie (7Div) vanuit Bretagne teruggestuurd naar hun respectievelijke eenheden. Ze komen eveneens tijdelijk onder bevel van het 3VOC te staan dat kantonnementen dient te voorzien en dat moet instaan voor de bevoorrading van het detachement. Het detachement wordt op 21 juni ingekwartierd te Saint-Lys en Mérenveille. 

22 juni 1940

3VOC in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een verdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekent staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbindt de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten. 

Kolonel SBH Bellefroid kan door de grote verliezen die het 3VOC geleden heeft, vooral bij het 62Li en het 63Li, niet anders dan het 3VOC te reorganiseren. Hij moet zijn eenheden zo reorganiseren dat zij nog in de hand kunnen worden gehouden totdat er een regeling getroffen is om naar België terug te keren. Het 51Li wordt op 22 juni hervormd onder Luitenant-kolonel Mardulier en zal twee bataljons tellen: een Iste Bataljon Instructie met vier compagnies samengesteld uit de van het werkbataljon overgebleven manschappen en een IIde Bataljon Versterking eveneens met slechts vier compagnies.

23 juni 1940

Staf/3VOC
De Staf/3VOC heeft alle moeite  van de wereld om de 2.750 extra manschappen die in hun sector ingekwartierd werden te ondersteunen. Hij vraagt de EM/TRI om versterkingen maar die worden geweigerd [6]. Wel verbindt LtGen Wibier er zich toe zo snel mogelijk transport te regelen via het Franse territoriaal commando van de 16e Région Militaire [7].

4 juli 1940

Staf/3VOC
Eindelijk wordt een regeling gevonden om de vele eenheden die in de sector van 3VOC vast kwamen te zitten terug te sturen naar hun respectievelijke regimenten. Majoor van Malcote van 7Mo wordt op 4 juli door de EM/TRI belast met de organisatie van het terugsturen van detachementen vanuit kantonnementen te Thil, Fonsorbes, Saint-Lys en Mérenvielle naar hun organieke regimenten waar ze tussen 8 en 9 juli zullen toekomen [8].

Slachtoffers

Geen gesneuvelden bekend.

Bibliografie en Bronnen

  1. De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 51Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van 1Li.
  2. Cdt baron d’Anethan wordt samen met Cdt Donnay, commandant van I/51Li, Lt Colruyt, Lt Uyttersprote (Staf/I/51Li)  en 1Sgt Dubuisson op 5 juni 1940 geciteerd op het dagorder van de EM/TRI voor de koelbloedigheid waarmee werd opgetreden na het bombardement van het station van Bergen.
  3. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger , dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de SNCF bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  4. Het interneringskamp van Ambleteuse werd opgericht in 1939 gebruik makend van de installaties van een vakantiekolonie. Het was een “Centre de Rassemblement des Etrangers – CRE) waar onderdanen van vijandige naties en Franse burgers verdacht van collaboratie werden in ondergebracht. Het kamp werd tijdens de “drôle de guerre” bewaakt door Franse militairen. Na het uitbreken van de oorlog in het westen werden ook krijgsgevangenen in het kamp opgesloten.
  5. Handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Luitenant Van Loon, pelotonscommandant van de 9Cie van het IIIde Bataljon 3HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  6. LtGen Wibier stuurt Kol SBH Bellefroy op 29 juni volgend telegram: “Je ne vous envoie aucun détachement – stop – Je fais au contraire l’impossible pour vous débarasser des détachements qui vous encombrent – stop – Protestez auprès régulateur de Toulouse“. De reden waarom alle passerende detachementen door de verkeersregelingscommissie van Toulouse werden doorgestuurd naar 3VOC is niet gekend. Het is echter weinig waarschijnlijk dat de Belgische verkeersregulator, in dit geval Kapitein-commandant Mechelynck, op eigen initiatief handelde. De ietwat vreemde ondertoon in het telegram van LtGen Wibier laat vermoeden dat de bevelhebber van 3VOC zijn fel uitgedunde effectieven probeerde op te krikken door geïsoleerde elementen af te leiden naar zijn sector in de hoop 62Li en 63Li terug operationeel te maken. Verder onderzoek zal dit moeten uitklaren. Het telegram bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie. Cdt Mechelynck vermeld in zijn oorlogsdagboek echter niets over het  afleiden van Belgische detachementen naar de Sector van 3VOC. Achtergrond informatie bij het dagboek Kapitein-commandant Jacques Mechelynck, 5/II/4Gr. [On Line beschikbaar]: http://www.maisondusouvenir.be/3_mechelynck_carnet_1940.php [Laatst geraadpleegd 5 februari 2022].
  7. Met nota EM/TRI Nr 310/3328, gericht aan de Franse Luitenant-generaal Hanote, bevelhebber van de 16e Région Militaire, vraagt LtGen Wibier aan de Fransen om transport te regelen voor de terugkeer van de werkbataljons (op Franse kosten want de bataljons werden door de Fransen gevraagd). Hij voegt er fijntjes aan toe “Leur remise en place sous les ordres de leurs chefs normaux est indispensable pour le maintien de l’ordre“. De nota bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie. 
  8. Majoor van Malcote krijgt per staatstelegram op 4 juli het bevel van LtGen Wibier om de eenheden die zich in de buurt van Lévignac bevinden via de stations van Grenade en Mérenvielle door te sturen naar hun respectievelijke regimenten. Het telegram bevindt zich in het dossier EM/TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.