Reglementaire benaming | Groot Legerpark | GLP Grand Parc de l’Armée | GPA |
|
Type | Logistieke Steuneenheid | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Onderdeel van | Directie voor aan- en afvoer bij het Leger | |
Bevelhebber | Luitenant-kolonel Paul Delpire | |
Standplaats | Staf aan de Hobokense Vest te Anwerpen-zuid Detachementen op diverse locaties |
|
Samenstelling | Staf (Kapitein-commandant J. Collin) | |
Staf Materieeldienst Artillerie (Majoor BVM Joseph Eggerickx) | 1ste Sectie (1Kapt BVM Maurice Devos) 2de Sectie (1Kapt BVM Armand Spelier) 3de Sectie (1Kapt BVM Edmond Vandierendonck) 4de Sectie (Kapt F. Naniot) Munitiedepot Zedelgem (1Kapt BVM Edmond Vandierendonck) Munitiedepot op Binnenvaartuigen (OLt BVM A. Dejonghe) Munietiedepot Houthulst (Lt BVM L. Waeghemans) Munitiedepot Eeklo (OLt BVM M. Verhelst) Munitiedepot Meerdaal (1Kapt BVM Louis Dufrêne) Munitiedepot op Spoorwagons (Maj BVM E. Collin) |
|
Iste Groep Park (Kapitein-commandant Alexandre Vanhecke) | 1ste Batterij Park (Cdt J. Rousseau) | |
2de Batterij Park (Lt A. Maris) | ||
3de Batterij Park (Kapt L. Mouart) | ||
IIde Groep Park (Kapitein-commandant F. Gilson) | 4de Batterij Park (Kapt R. Freson) | |
5de Batterij Park (Lt F. Thonnard) | ||
6de Batterij Park (Lt J. Dejaiffe) | ||
IIIde Groep Park (Kapitein-commandant Gustave Lenders) | 7de Batterij Park (Lt J. De Bouver) | |
8ste Batterij Park (Lt M. Palise) | ||
9de Batterij Park (Lt Fernand Stekke) | ||
IVde Groep Park op Rails (Majoor E. Havenith) | 10de Batterij Park (Cdt R. Fontaine) | |
11de Batterij Park (Lt G. Van Roye) | ||
Dienst voor Vernietiging van Munities (Kapitein-commandant Edgard Samyn) |
Staf/GLP
Het Groot Legerpark (GLP) beheert in hoofdzaak de strategische munitievoorraden van ons leger en beschikt hiertoe over vier vaste munitiedepots (Zedelgem, Eeklo, Houthulst en Meerdaal), een depot op binnenvaartuigen en een depot op treinstellen. Het park wordt na afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan, op 2 september 1939 op oorlogsvoet gebracht. De kazerne van Hoboken fungeert als mobilisatieplaats voor de staf en de Iste Groep, met uitzondering van de 3de Batterij die aan de Kerkhofstraat 3 te Wilrijk verzamelt. De IIde Groep mobiliseert in het depot van Zedelgem. De IIIde Groep wordt opgeroepen in het depot van Houthulst en de IVde Groep te Gent. De Dienst voor Vernietiging van Munitie (DVM/GLP) wordt slechts in februari 1940 geactiveerd en zal te Houthulst kantonneren. De standplaatsen van de batterijen worden doorheen de mobilisatieperiode verschillende keren gewijzigd. De staf van het Groot Legerpark (Staf/GLP) vestigt zich vervolgens in Kazerne 12/13 van de oude omwalling rond Antwerpen. Dit kwartier ligt aan de Hobokense Vest te Antwerpen-Zuid. Met de mobilisatie van het GLP in september 1939 wordt de vredesvoet bezetting van de depots van Zedelgem, Eeklo en Houthulst (bestaande uit actieve militairen, dienstplichtige militairen en burgers) versterkt met een groep (benaming voor een bataljon bij de artillerie) bestaande uit drie batterijen. Deze uitbreiding van de bezetting van de depots volstond voor de afhandeling van de munitie tijdens de mobilisatie maar zou niet volstaan voor de bevoorrading van het front in oorlogstijd. Hiertoe voorzag het mobilisatieplan dat elke groep van het GLP vanaf de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van een Duitse inval (Fase E van het mobilisatieplan), versterkt zou worden met een regiment van het Artilleriepark. Het GLP wordt bevolen door LtKol Delpire, een artillerieofficier van het actieve leger, die op zijn beurt zijn orders ontvangt van de Dienst der Munitiedepots, een stafsectie van de Directie voor Aan- en Afvoer bij het Leger (oftewel in het Frans “Direction des Ravitaillements et Evacuations de l’Armée – DREA”) . LtKol Delpire kan beschikken over een beperkte staf om hem bij te staan. Kapitein-commandant J Collin is zijn officier adjunct en voorts zijn er nog Luitenant Van Hoestenberghe en Lt Van De Velde.

De in 1925 opgeleverde kazerne nabij het munitiedepot van Zedelgem. De kazerne kreeg in 1930 de naam Kwartier Kapitein Stevens.
Munitiedepot Zedelgem/II/GLP
In 1923 werden 127 hectare van het Vloethemveld onteigend waarbij een groot deel werd toegewezen aan het Ministerie van Landsverdediging voor het bouwen van munitiedepots. In 1926 werden magazijnen van 15 op 12 meter met een heel hoog gebinte gebouwd voor het opslaan van artilleriemunitie. De aftakking op de spoorlijn Brugge-Kortrijk, die de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog naar het station van Zedelgem hadden aangelegd, werd in 1926 verder doorgetrokken tot vlak bij het Vloethemveld om het aldaar nieuw gebouwde munitiedepot op het spoornet aan te sluiten. Tot aan de mobilisatie stond het Munitiedepot van Zedelgem onder bevel van 1ste Kapitein Beheerder van Materieel (BVM) Vandierendonck. Bij aankomst van II/GLP wordt het personeel van het depot administratief aangehecht bij de II/GLP en wordt Kapitein-commandant Gilson commandant van het munitiedepot. De 6de Batterij Park van II/GLP bevindt zich tijdens de mobilisatie niet bij de rest van de groep maar is gekantonneerd in de kazerne van Westrozebeke nabij het depot van Houthulst. In het depot van Zedelgem bevinden zich op 9 mei volgende eenheden:
- de IIde Groep Park (II/GLP) met de 4de en de 5de Batterij Park
- het vaste personeel van het munitiedepot (burgers en militairen)
- de 1ste Sectie van 7Bij C40/1DTCA met twee C40mm Bofors luchtafweerkanonnen bevolen door OLt Clément.
- de 2de Sectie van 6Bij C40/2DTCA met twee C40mm Bofors luchtafweerkanonnen.
- de 36ste Batterij van XII/2DTCA met vier C75 DTCA M28LR kanonnen bevolen door Lt Rolin
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
In 1938 wordt in het bos “Het Leen” nabij Eeklo een militair munitiedepot ingericht met betonbanen, strakke bakstenen gebouwen en rechthoekige vijvers. De munitie werd aangevoerd met treinen en in het domein verspreid over 278 opslagplaatsen. Deze opslagplaatsen stonden langs de 18 km betonpaden die zich in het bos uitstrekken. Om bij een eventuele ontploffing de schade te beperken, werd een deel van de opslagplaatsen omgeven door een aarden wal, een merloen. Het zand hiervoor werd ter plekke gewonnen, met als resultaat de vele vijvers in het domein. Het water van de vijvers was nodig voor eventuele bluswerken na incidenten [1]. Tot aan de mobilisatie stond het Munitiedepot van Eeklo onder bevel van Onderluitenant BVM Verhelst. Bij aankomst van III/GLP wordt het personeel van het depot administratief aangehecht bij III/GLP en wordt Kapitein-commandant Lenders zowel commandant van het munitiedepot als plaatscommandant van Eeklo. Cdt Lenders wordt in de staf van de groep bijsgestaan door Lt Magonette, Lt Med Daelman en Lt Adm Jacobs. De groep telt in het totaal 13 officieren en 600 manschappen. In het depot van Eeklo bevinden zich op 9 mei de volgende eenheden:
- het vaste personeel van het munitiedepot (burgers en militairen) onder bevel van OLt BVM Verhelst,
- de IIIde Groep Park van het Groot Legerpark (III/GLP) met de 7de en de 9de Batterij Park,
- de 3de Sectie van de 7Bij C40/1DTCA met twee C40mm Bofors luchtafweerkanonnen,
- de 34ste Batterij van XII/2DTCA met vier C75 DTCA M28LR kanonnen bevolen door Lt Dieu,
- de 7de Compagnie van het IIde Bataljon Spoorwegtroepen (7/II/SpT) bevolen door Lt Bauduin.

De vijf verschillende trajecten die werden uitgetekend voor de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Dit depot is gesitueerd in het Meerdaal Bos, zo’n 8 Km ten zuiden van Leuven. Het depot ligt niet alleen in de operatiezone voorzien voor het Britse leger [2], maar ligt ook in de buurt van de K.W. Stelling. Tijdens de mobilistatie werd het tracé van de K.W. Stelling trouwens verschillende keren gewijzigd. Daar waar het depot initieel ten oosten van de K.W. Stelling lag komt het depot bij de definitieve versie van de verdedigingslinie pal op het tracé te liggen. Het mobilisatieplan voorziet dan ook dat bij afkondiging van de algemene mobilisatie de munitievoorraden onmiddellijk naar de depots in Vlaanderen geëvacueerd moeten worden. Meerdaal beschikt over een eigen smalspoornetwerk van het type Decauville met vier locotractoren en ongeveer tweehonderd wagonnetjes. De spoorlengte bedraagt zo’m 25Km. Het depot is aangesloten op het net van de buurtspoorwegen met drie laad- en loskades binnen de omheining. Het depot bevat in hoofdzaak artilleriemunitie en vliegtuigbommen en wordt bevolen door 1Kapt BVM Dufrêne. Het depot van Meerdaal wordt niet versterkt met een groep van het GLP. Aan de vooravond van de oorlog bevindt zich nog driekwart van de munitie in het depot. De luchtverdediging van het depot van Meerdaal wordt op 9 mei verzekerd door volgende eenheden:
- de 1ste Sectie van de 5Bij C40/1DTCA met twee C40mm Bofors luchtafweerkanonnen.
- de 29ste Batterij van X/1DTCA met vier C75 DTCA M27 CR kanonnen bevolen door Cdt Cordonnier.
PSR/IV/GLP
De IVde Groep beheert het Park op Rails (oftewel Parc sur Rail – PSR). Enerzijds staat het PSR in voor het beheer van de munitiewagons die gerangeerd staan in spoorbundels van verschillende stations in de omgeving van Gent. In deze treinwagons is de munitie niet opgeslagen per lot en per soort, maar geladen volgens strakke laadplannen opgesteld in functie van de klanteenheid [3]. Zo ziet een munitietrein voor een actieve infanteriedivisie er standaard als volgt uit; drie wagons met munitie voor karabijnen, machinegeweren en mitrailleurs, één wagon met granaten en ontstekers, één wagon met munitie voor mortieren 76A, één wagon munitie voor mortieren 76FRC en één wagon met munitie voor C47mm anti-tankkanonnen.
Anderzijds is het park ook verantwoordelijk voor het transporteren van diverse types munitie per spoor naar de distributiepunten van de divisies van het veldleger. Wanneer een munitieaanvraag binnenkomt bij de Staf/DREA wordt een vooraf samengesteld treinstel naar het distributiepunt van de betrokken grote eenheid gestuurd. In het distributiepunt worden de lege munitiewagons eerst gevuld met lege hulzen en niet gebruikte overschotten van deelbare ladingen van de artillerie om vervolgens teruggestuurd te worden naar de munitiedepots. Hier worden ze dan volgens hetzelfde schema opnieuw gevuld en achtereenvolgens doorgestuurd naar het PSR. Zowel de volle als de lege munitietreinen rijden alleen ‘s nachts.
Het bureau van de magazijnbeheerder Majoor BVM E. Collin bevindt zich in het station van Merelbeke. Majoor BVM E. Collin wordt bijgestaan door 1Kapt BVM Bray, zijn adjunct. De commandopost (CP) van de groep is dan weer opgesteld in het station van Melle van waaruit Maj Havenith zijn batterijen beveelt. De 10Bij bevindt zich eveneens in Melle en kantonneert in de wijk Vogelhoek, de 11Bij bevindt zich in de voormalige “Rue de Bruges” te Gent. De escortedetachementen, en in uitzonderlijke gevallen ook de treincommandanten, worden geleverd door de batterijen van IV/GLP. Een munitietrein was doorgaans samengesteld uit een locomotief met tender, een open goederenwagon met een luchtafweermitrailleur (oftewel Mitrailleur Contre-Avions – MiCA), een bureelwagon voor de treincommandant, de munitiewagons, een rijtuig derde klas voor het escorte en als afsluitend element een open goederen wagon met een tweede MiCA. Op elke munitiewagon is een paneel met lettercode aangebracht om het type munitie te identificieren dat ligt opgeslagen in de wagon.
Park op Binnenschepen/GLP
In het kader van de neutraliteitspolitiek van België werd in 1938, naar aanleiding van de afkondiging van de versterkte vredesvoet (oftewel Pied de Paix Renforcé – PPR), het Munitiedepot van Houthulst gedeeltelijk leeg gemaakt en gestockeerd op binnenschepen. Dit omdat het munitiedepot te dicht bij de Franse grens lag. Deze met munitie geladen binnenschepen vormt het Park op Binnenschepen (oftewel Parc sur Péniches – PSP). Aan de vooravond van de oorlog bevindt de commandopost van dit park zich te Oostakker, de binnenschepen liggen aangemeerd in de Geuzenhoek (langs het kanaal Gent-Terneuzen ter hoogte van Terdonk), ten noorden van Gent [4]. Het Park op Binnenschepen wordt beheerd door OLt BVM Dejonghe.
DVM/GLP
De Dienst voor Vernietiging van Munities (DVM), onder bevel van Cdt Samyn, wordt te Westrozebeke op oorlogsvoet gebracht en op 5 februari 1940 administratief aangehecht bij het GLP. De dienst zal zijn opdracht uitvoeren vanuit het munitiedepot van Houthulst.

Enkele personeelsleden van het munitiedepot te Eeklo net voor WO2. In het midden van de foto vermoedelijk OLt BVM Verhelst (TBC) commandant van het munitiedepot tot aan de mobilisatie.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Om 06u00 worden de eerste vliegtuigen opgemerkt die het depot overvliegen, een kwartier later wordt de Staf/III/GLP op de hoogte gebracht van de afkongdiging van de algemene mobilisatie. De verloven worden ingetrokken en de mitrailleurposten worden uitgezet. Het depot wordt op de eerste oorlogsdag een eerste keer gebombardeerd. Twee bommen slaan in op de terreinen van depot II. De bunkers 36 en 46 worden beschadigd. Een ploeg militairen onder Adjudant 1ste Klas Van In blijft tijdens de aanval aan het werk en ontvangt een citatie voor hun koelbloedigheid.
Munitiedepot Meerdaal/GLP
1Kapt Dufrêne staat bij het uitbreken van de oorlog voor de moeilijke opdracht om met zijn 80 man sterke detachement de rest van de munitie zo snel mogelijk uit het depot te ontruimen. De in het munitiedepot opgeslagen vliegtuigbommen moeten normaal gezien bij de start van de vijandelijkheden worden opgehaald door de militaire luchtvaart, maar die komt niet opdagen. De gelijktijdige Duitse luchtaanvallen op nagenoeg alle vliegvelden en installaties van onze luchtvaarteenheden veroorzaakt een dermate chaos dat prioriteit wordt gegeven aan het herlocaliseren en reorganiseren van de smaldelen. Het ophalen van vliegtuigmunitie in het depot van Meerdaal verdwijnt naar de achtergrond. Het depot gaat dan maar over tot het afvoeren van de artilleriemunitie. Een detachement van ongeveer 250 militairen van het te Leuven gekazerneerde 34ste Regiment Artillerie (34A) komt het personeel van het depot bijstaan. Deze manschappen worden ingezet om gebruik makend van de verschillende laadkaaien in het depot, tramwagons vol te laden. Met Lt Res Van Huffel, verbindingsofficier bij de buurtspoorwegen, wordt afgesproken om een permanente navette van tramstellen met ongeveer 10 à 12 wagons te laten rijden tussen het depot en het goederenstation aan de vaartkom te Leuven. Deze tramstellen worden geleverd en bemand door personeel van de buurtspoorwegen en elke navette is goed voor het transport van 100 ton munitie. Aan de vaartkom van Leuven staat een losploeg van 90 man, eveneens geleverd door het 34A, klaar staat om de munitie over te laden op wagons van de NMBS. Van hieruit vertrekken de treinen naar Eeklo, Houthulst en Zedelgem. De activiteiten moeten noodgedwongen gedurende acht uur stilgelegd worden wanneer de tramsporen ter hoogte van de Tiense poort om 16u00 beschadigd raken door een hevig luchtbombardement op de stad Leuven. In de loop van de avond komt OLt Sicx van het 26ste Bataljon Genie (26Gn) aan in het munitiedepot om springstoffen af te halen voor het ondermijnen van de bruggen over de Gete tussen Jodoigne en Diest. OLt Sicx heeft hievoor 30 camions van de Legerautogroepering in steun gekregen
PSR/IV/GLP
- 10/IV/GLP
Lt Leleux van de 10de Batterij van IV/GLP (10/IV/GLP) wordt aangeduid als treincommandant van een munitietrein bestemd voor het distributiecentrum van het Iste Legerkorps (I/LK) te Piringen nabij Tongeren. Hij wordt bijgestaan door 1ste Wachtmeester Colot, Wachtmeester De Bruyn en 20 manschappen. Wanneer hij om 23u15 in het rangeerstation toekomt krijgt hij te horen dat hij in het passagiersrijtuig van de trein moet wachten tot zijn trein opnieuw samengesteld is, een aantal munitiewagons moet gewisseld worden. Het detachement van Lt Leleux brengt het eerste gedeelte van de nacht door op het rangeerterrein terwijl de spoorwegbeambten de trein samenstellen.
Staf/GLP
De Staf/GLP krijgt van de Commandant Artillerie van het GHK de opdracht om de richtmiddelen (oftewel kwadranten) en de munitie voor de verouderde C120L M1878 de Bange kanonnen van de Batterij C120L van het 1ste Regiment Speciale Vestingseenheden (Bij C120L/1SVE) terug te vinden en over te brengen naar de Versterkte Positie Antwerpen waar de kanonnen staan opgesteld. Het terugvinden van het materieel en de munitie voor deze in onbruik geraakte kanonnen zal enige tijd vergen.

Een goederentram zoals die ook gebruikt werd voor de evacuatie van het depot van Meerdaal.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Het munitiedepot van Eeklo ondergaat een tweede luchtaanval zonder schade op te lopen, maar de 3de Sectie van de 7Bij C40mm, die twee kanonnen heeft opgesteld bij de ingang van het munitiedepot, kan een voltreffer melden [5].
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Tegen de avond van 11 mei, na ongeveer 40 uur onafgebroken munitie verscheept te hebben, wordt de ontruimingsactie gestaakt. Het personeel van 34A wordt in de namiddag al terug naar zijn regiment gestuurd dat zich klaar maakt om naar Sijsele in West-Vlaanderen te vertrekken. Ook de buurtspoorwegen en de NMBS staken de los- en laadactiviteiten in de late namiddag. Een 500 ton artilleriemunitie, 450 ton vliegtuigmunite en 50 ton springstoffen bevindt zich nog in het depot aan het einde van de dag. 1Kapt Dufrêne gaat op zoek naar middelen om de evacuatie van het depot verder te kunnen zetten. Hij vraagt onder meer de versterking van een detachement van 100 man en een zestigtal vrachtwagens aan bij de Dienst der Munitiedepots van de DREA. 1Kapt Dufrêne wil de resterende munitie langs de weg van Meerdaal via Sint-Joris-Weert naar het station van Tervuren transporteren.
PSR/IV/GLP
- 10/IV/GLP
Wanneer Lt Leleux om 01u30 gaat informeren hoelang de herschikking van de trein nog zal duren krijgt hij te horen dat zijn trein vijf minuten geleden vertrokken is. Het passagiersrijtuig bevondt zich in dat gedeelte van de trein dat werd afgekoppeld. Lt Leleux brengt Majoor BVM E. Collin op de hoogte van het voorval en krijgt opdracht de trein achterna te reizen met een vrachtwagen. Het voertuig met het detachement vertrekt om 04u00 uit Merelbeke richting Piringen via Dendermonde, Mechelen, Leuven, Tienen en Sint-Truiden. Het gaat niet echt vooruit want wanneer ze de Schelde willen oversteken in Dendermonde blijkt dat de brug er gebombardeerd is en dat ze via Zele en Berlare. Wanneer ze rond 09u00 in Hoepertingen , halfweg Sint-Truiden en Borgloon, toekomen worden ze meerdere keren door de Luftwaffe gemitrailleerd en gebombardeerd. Lt Leleux die geen enkel idee heeft van waar de vijand zich bevindt beslist om op zijn stappen terug te keren en in Sint-Truiden verbinding te zoeken met Cdt Severin van de Dienst der Munitiedepots van de Staf/DREA. Het lukt hem niet en pas in Mechelen op de terugweg naar Gent kan hij de eerste keer de Staf/DREA contacteren. Hij krijgt te horen dat ook de munitietrein niet in Piringen is geraakt en zich ergens op het Belgisch spoorwegennet bevindt. Hij krijgt opdracht om de trein te localiseren hetgeen hem niet lukt, de trein is spoorloos. Lt Leleux keert uiteindelijk onverrichter zake terug naar Merelbeke [6].
Staf/GLP
De Staf/GLP bevestigt uiteindelijk rond de middag dat de munitie voor de 120mmL kanonnen teruggevonden is te Zedelgem. Een lading van zo’n 500 artilleriegranaten zou met de dagelijkse munitietrein onderweg zijn naar het station van Kapellen. De nodige kwadranten worden pas op 14 mei teruggevonden en naar Antwerpen doorgestuurd.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
De werkuren voor de burgerarbeiders worden aangepast naar 07u30 tot 11u30 en 13u00 tot 17u30. Om de bediening buiten de diensturen te verzekeren wordt een piket van 24 soldaten, 2 brigadiers en 2 wachtmeesters samengesteld die volgens beurtrol de dienst ‘s nachts dienen te verzekeren. Het piket zal ondergebracht worden in bunker 37 van depot III. De manschappen moeten tijdens hun wacht in kledij blijven.
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Het gevraagde detachement versterking van 100 man komt wel toe in het station van Leuven maar raakt door gebrek aan transport niet in het depot. Tegen 09u00 komt de helft van het 2de Peloton van Lt Brasseur, ongeveer 17 vrachtwagens, van de LAuGpg toe in het depot van Meerdaal. Deze vrachtwagens worden volgeladen met munitie en vertrekken onder leiding van 1Kapt Dufrêne met een gedeelte van het personeel naar het station van Tervuren. Te Sint-Joris-Weert wordt de colonne staande gehouden door de Britten die initieel de doorgang door hun operatiegebied weigeren. 1Kapt Dufrêne sluit een akkoord met de Britten dat geïsoleerde camions vanaf eerste klaarte tot invallende duisternis de Britse linies mogen passeren. Een niet aflatende navette van individuele voertuigen wordt opgezet tussen Meerdaal en Tervuren. Tegen de middag verplaatst 1Kapt Dufrêne zijn CP naar het station van Tervuren. Tegen het einde van de dag bevinden al het personeel van het depot en alle camions, waarvan nog een twaalftal volgeladen met munitie, zich in het station van Tervuren.
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Tegen de ochtend komt het peloton van Lt Res Sacré van de 4Cie van I/LAuGpg toe in het station van Tervuren waardoor 1Kapt Dufrêne nu naast de reeds gestuurde 17 camions nog de versterking krijgt van 34 extra vrachtwagens, een atelier voor onderhoud en herstellingen van de voertuigen en enkele motorfietsen als escorte van de transporten. Lt Sacré wordt op de hoogte gebracht van de met de Britten afgesproken regeling en vertrekt samen met 1Kapt Dufrêne met zijn colonne naar Meerdaal. Te Tervuren worden burgerwerkkrachten opgeëist om de vrachtwagens te ontladen en de munitie naar de treinwagons over te brengen. Alles verloopt vlotjes tot in de loop van de middag de Britten alle lege camions verbieden om de Dijle richting Leuven nog over te steken. 1Kapt Dufrêne stelt zich in verbinding met de Britten en verneemt dat de aanwezigheid van de vijand oost van de Dijle de reden van de beslissing is. Hij krijgt de toelating om zelf nog tot het depot te rijden en terug te keren met de vrachtwagens die zich nog in het depot bevinden. Hij verwittigt Lt Maquoy, commandant van de 5de Batterij C40mm van het 1ste Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen (1DTCA), die zich te Meerdaal bevindt dat zijn opdracht is afgelopen en keert met de rest van de camions terug naar Tervuren. Om middernacht is de laatste camion ontladen en zijn er 42 treinwagons volgestouwd met munitie uit het depot van Meerdaal
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Het 3de Regiment Artilleriepark (3AP) wordt aangeduid om het munitiedepot van Eeklo te versterken met manschappen. Initieel beschikt het 3AP enkel over zijn Iste Groep (I/3AP) en vermoedelijk ook zijn IIde Groep (II/3AP). Het 3AP behoort tot de Troepen van het Artilleriepark (TPA) en is samengesteld uit drie groepen van drie batterijen. Deze eenheden worden in versterking gestuurd naar de munitiedepots van de artillerie om te helpen bij de stockage, bewaking en distributie van enerzijds het reservematerieel van de artillerie en anderzijds de diverse munitievoorraden voor onze artillerie. Het 3AP wordt op volle sterkte gebracht bij de algemene mobilisatie op 10 mei 1940. Hiervoor wordt in hoofdzaak beroep gedaan op oude reserveofficieren die bij de artillerie gediend hebben en op reservisten van de artillerie die administratief beheerd worden door de legerdepots en eveneens tot de oudste militieklassen behoren. De Iste Groep van 3AP (I/3AP), onder bevel van Kapitein-commandant Morel, werd gemobiliseerd door de Batterij Depot Artillerie van het 3de Legerdepot (3LD) te Gembloers en komt per trein aan in Eeklo waar ze aan het werk gezet worden in het munitiedepot. De manschappen van I/3AP leveren wachtdetachementen en worden eveneens ingezet als handlangers. De IIIde Groep van 3AP (III/3AP) die werd gemobiliseerd door het 4de Legerdepot (4LD) te Sint-Truiden zal nooit in Eeklo aankomen maar werd samen met 4LD naar Frankrijk geëvacueerd. In het munitiedepot van Eeklo bevinden zich nu:
- het vaste personeel van het munitiedepot (burgers en militairen) onder bevel van OLt BVM Verhelst,
- de IIIde Groep Park van het Groot Legerpark (III/GLP) met de 7de en de 9de Batterij Park
- het 3de Regiment Artilleriepark met de Iste en de IIde Groep,
- de 3de Sectie van de 7Bij C40/1DTCA met twee C40mm Bofors luchtafweerkanonnen,
- de 34ste Batterij van XII/2DTCA met vier C75 DTCA M28LR kanonnen bevolen door Lt Dieu
Munitiedepot Meerdaal/GLP
De munitietrein verlaat het station van Tervuren tegen het aanbreken van de dag. Er bevindt zich nog een lading van ongeveer 30 vrachtwagens munitie in het depot Meerdaal. 1Kapt Dufrêne is van plan om er nog een laatste keer naar toe te rijden met het peloton van Lt Sacré. Wanneer hij om 04u00 de Britse commandopost te Sint-Joris-Weert passeert vraagt hij de Britten om een inschatting te maken over de tijd die nog rest voor de Duitse voorhoede de Dijle bereikt. Hij krijgt te horen dat de Britten verwachten dat de brug over de Dijle tegen 08u00 tot ontploffing zal gebracht worden. Hij stuurt een vrachtwagen met gewapend personeel onder bevel van 1ste Opperwachtmeester De Vadder voorop om de toegangswegen naar het depot te beveiligen. Zelf begeeft hij zich met de vrachtwagencolonne van Lt Sacré naar het depot waar de nodige richtlijnen gegeven worden voor de evacuatie van de laatste munitie. Hierop keert hij met een motorfiets terug naar de Britse geniepost bij de brug over de Dijle te Sint-Joris-Weert. Eén voor één worden de camions volgeladen en naar het park van Tervuren gestuurd waar de colonne gevormd wordt. Om 08u00 laten de Britten weten dat de brug over een half uur zal springen. De motorestaffette wordt naar Lt Sacré gestuurd die zijn opdracht onmiddellijk afbreekt en binnenloopt in de eigen linies om 08u25. Vijf minuten later wordt de brug tot ontploffing gebracht. Er wordt het personeel van het munitiedepot en de LAuGpg tot de middag rust gegund in het park van Tervuren waarna de colonne vertrekt naar een RV op een tiental kilometer ten zuiden van Gent. 1Kapt Dufrêne vertrekt ondertussen naar Gent om er contact op te nemen met de Staf/DREA en om orders te ontvangen voor het afleveren van de laatste vracht munitie. Hij ontmoet er Kolonel Vandersypen, stafchef DREA en brengt hem op de hoogte dat op vier dagen tijd 3.000 ton munitie uit het depot van Meerdaal werd geëvacueerd. Kolonel Vandersypen geeft 1Kapt Dufrêne opdracht om de testerende munitie naar het station van Merelbeke te brengen waar zich een deel van het Park op Rails bevindt. 1Kapt Dufrêne begeeft zich naar het RV dat hij heeft gegeven aan Lt Sacré waar de camions met munitie verdekt staan opgesteld. Hij geeft bevel aan twee onderofficieren om met de bagagecamion als voorwacht door te rijden teneinde de bivakzone in Merelbeke voor te bereiden, vervolgens laat hij de colonne om 19u00 doorrijden naar het station van Merelbeke. Een half uur later wordt de colonne door een Franse eenheid opgehouden ter hoogte van de kerk van Merelbeke. Er is geen doorkomen aan, de Fransen laten geen nachtelijk transport toe in Merelbeke. De colonne bevindt zich op 3 km afstand van het station maar moet noodgedwongen langs de baan blijven staan en noodkantonnementen in Merelbeke opzoeken om de nacht van 14 op 15 mei door te brengen.
PSR/IV/GLP
Het 4de Regiment Artilleriepark (4AP) wordt aangeduid om het Park op rails nabij Gent te versterken met manschappen. Initieel beschikt het 4AP enkel over zijn Iste Groep (I/4AP) en vermoedelijk ook zijn IIIde Groep (III/4AP). De IIde Groep van 4AP (II/4AP) werd eveneens samen met het 4LD naar Frankrijk gestuurd en is niet langer beschikbaar. De Iste Groep van 4AP, onder bevel van Kapitein-commandant Williame, werd gemobiliseerd door de Batterij Depot Artillerie van het 2de Legerdepot te Hemiksem en bevindt zich nog in zijn mobilisatiekantonnement te Schelle.

De grote munitiedepots, zoals het depot van Zedelgem, hadden hun eigen spoornetwerk.
Staf/GLP
De vijandelijke voorhoede bereikt de K.W. Stelling hetgeen voor de Staf/GLP een belangrijke indicatie is om het meest oostelijk gelegen munitiedepot, namelijk dit van Eeklo te ontruimen. Cdt BVM J. Collin van de staf geeft om 16u00 het bevel aan de depotcommandant van het munitiedepot van Eeklo om te starten met de ontruiming van het depot. Op dat ogenblik bevindt zich nog 10.000 ton munitie in het depot. Na Meerdaal is dit het tweede depot dat moet worden leeggemaakt.
Munitiedepot Zedelgem/II/GLP
Het 2de Regiment Artilleriepark (2AP) werd aangeduid om het munitiedepot van Zedelgem te versterken en de drie groepen komen aan op 15 mei. De manschappen zullen niet in het depot zelf verblijven, maar worden gekantonneerd in de dorpskern (Iste Groep) en in de fabriek voor staalconstructies Remi Claeys in het gehucht Zuidwege (IIde en IIIde groep). Na de aankomst van het 2AP beschikt het Munitiedepot Zedelgem nu over II/GLP, I/2AP, II/2AP en III/2AP (alles bijeen 12 batterijen) om de nodige opdrachten van het depot uit te voeren.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Om 16u00 ontvangt Cdt Lenders een telefonisch bericht van Cdt J.Collin van de Staf/GLP dat het munitiedepot van Eeklo bij hoogdringendheid geëvacueerd moet worden. De evacuatie van het depot van Eeklo wordt opgestart, de eertste twee treinen worden geladen, in totaal 53 treinwagons. Een trein met 45 wagons zet koers naar Adinkerke om als magazijn op rails te fungeren. Acht wagons worden naar het Park op Rails rond Gent gestuurd.
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Om 05u00 wordt het centrum van Merelbeke verlaten om de laatste drie kilometer naar het station van Merelbeke af te leggen. Hier toegekomen weigert de verantwoordelijke officier van het Park op Rails in Merelbeke om de munitie over te nemen. Pas na telefonisch contact met de Staf/DREA kan om 09u00 begonnen worden met het overladen van de munitie van de vrachtwagens op treinwagons. Tegen de middag is de klus geklaard en vertrekt de trein richting Zedelgem. Het personeel van het munitiedepot Meerdaal krijgt een nieuwe opdracht. Samen met het peloton van Lt Sacré moet 100 ton springstof opgehaald worden in de fabriek Transmétal te Sint-Agatha-Berchem (TBC) nabij Brussel en naar Zedelgem overgebracht worden. Na onderhoud van de voertuigen vertrekt de colonne om 18u00 naar Sint-Agatha-Berchem. De voertuigen worden er verdekt opgesteld en vanaf 20u00 één na één naar de fabriek gestuurd om er geladen te worden. Tijdens het laden van de voertuigen in de nacht van 15 op 16 mei wordt het fabrieksgebouw door onbekenden onder vuur genomen. De aanwezige Britten sturen patrouilles uit waarna het schieten ophoudt.
PSR/IV/GLP
Het park op rails krijgt de opdracht van de Staf/DREA om de overbrenging van zijn mobiele opslagplaatsen naar de streek rond Torhout te plannen. Het installatiepersoneel gaat op zoek naar geschikte locaties voor de treinstellen. Het park blijft voorlopig nog op zijn oude posities. Het I/4AP komt toe in Merelbeke ter versterking van IV/GLP.
Staf/GLP
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel om naar het westen terug te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. De Belgische legerleiding beslist om het veldleger op twee dagen tijd terug te trekken tot op een nieuwe defensieve lijn langs de as Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Deze beslissing zal ook gevolgen hebben voor het GLA want het depot van Eeklo zal nu snel dicht bij de frontlijn komen te liggen. Ook het PSR zal zich bij hoogdringendheid meer naar het westen moeten verplaatsen.

Schets nabije verdediging munitiedepot van Zedelgem uit dossier 2AP.
Munitiedepot Zedelgem/II/GLP
Het 2AP start zijn opdracht in Zedelgem en begint er met de opleiding van de op 10 mei opgeroepen reservisten. In eerste instantie dienen de manschappen van de mitrailleurploegen opgeleid te worden zodat de nabije luchtverdediging van het depot kan verzekerd worden. Er moet ook onmiddellijk gestart worden met de beveiliging van de buitenperimeter van het munitiedepot van Zedelgem. Hiertoe wordt door Cdt Gilson tesamen met Maj Mazy, commandant van het 2AP, een verkenning uitgevoerd om na te gaan hoe die beveiliging best georganiseerd wordt. Er wordt besloten om permanent, zowel over dag als ‘s nachts patrouilles uit te voeren langs de buitenperimeter van het depot. De beveiliging van het depot wordt als volgt opgezet. Het wachtlokaal en de luchtafweermitrailleur aan de hoofdingang (Post 1) worden bezet door een bemanning geleverd door II/GLP. Aan elke andere zijde van het kamp wordt een mitrailleurploeg opgesteld (Posten 2, 3 en 4) bemand door ploeg van een peloton MiCA (Mitrailleur Contre Avion) van 2AP. Deze posten zijn per telefoon verbonden met Post 1. Bij elke mitrailleurpost is een patrouille aangeduid bestaande uit 1 wachtmeester, 5 brigadiers en 20 soldaten die gedurende 24 uur patrouilles lopen langs één zijkant van het depot. Het zal echter nog tot 24 mei duren voor de mitrailleurploegen van 2AP klaar zijn om de ploegen van II/GLP op de MiCA stellingen te vervangen.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Het tempo voor de ontruiming van het munitiedepot moet nu snel omhoog. Cdt Lenders beschikt over zijn eigen groep en twee groepen van het 3AP om de opdracht tot een goed einde te brengen. Een trein met 30 munitiewagons wordt geladen en naar Adinkerke gestuurd. Ondertussen moeten ook nog eenheden voorzien worden van munitie. De Dienst Munitiedepots van DREA geeft de hoeveelheden munitie die zullen afgehaald worden door de per radio.
Munitiedepot Meerdaal/GLP
Om 02u00 ‘s ochtends zijn alle springstoffen te Sint-Agatha-Berchem opgeladen en wordt er beslist om bij eerste klaarte naar Zedelgem te vertrekken. Een achttal uur later komt de colonne toe in het munitiedepot en tegen 12u00 is alles uitgeladen. Lt Sacré krijgt de toelating om zijn eenheid te vervoegen en het personeel van het depot van Meerdaal wordt verdeeld over de drie overige munitiedepots en het Park op Rails. Wanneer net twee detachementen vertrokken zijn naar hun nieuwe bestemming komt een nieuwe opdracht binnen. Het munitiedepot van Meerdaal moet met de overgebleven militairen, versterkt met manschappen van II/GLP, helpen bij de evacuatie van achtergebleven munitie in het legerdepot van Dendermonde waar ook een detachement van IV/GLP naartoe wordt gestuurd. De voertuigen van Lt Sacré, die na hun onderhoud nog niet vertrokken waren, worden opnieuw ingeschakeld. Om 16u00 wordt richting Dendermonde vertrokken. Te Dendermonde bleek slechts een beperkte hoeveelheid munitie achtergebleven te zijn. Enkele camions worden geladen waarna tijdens de vroege ochtend van 17 mei naar Zedelgem teruggekeerd wordt.
PSR/IV/GLP
Onder het operationele bevel van Majoor Havenith van de IVde Groep Park op Rails start de I/4AP met zijn eigenlijke werkzaamheden. Deze omvatten zowel de bewaking van de munitievoorraden als het versjouwen van obussen en andere munitie. Er worden onder meer munitietreinen begeleid naar Westrozebeke en Houthulst. Er vertrekt ook een ploeg naar Dendermonde om daar een grote hoeveelheid munitie te gaan evacueren naar Merelbeke.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Gedurende de dag worden twee treinen geladen, een van 57 en een van 37 wagons. Tegen de avond vertrekken de twee treinen naar Adinkerke.

Op deze kaart van het depot van Eeklo zijn de schootssectoren van de luchtafweermitrailleurs aangeduid.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Te Adinkerke komen nogmaals twee treinen, een met 44 en een met 25 munitiewagons, uit Eeklo aan.
Munitiedepot Houthulst
Luitenant Stenuit van de 8ste Compagnie van het IIde Bataljon Spoorwegtroepen (8/II/SpT) wordt met vijftien manschappen naar het munitiedepot van Houthulst gestuurd om de munitietreinen van de IVde Groep Park op Rails te ontruimen.
PSR/IV/GLP
De IVde Groep Park op Rails start met het overbrengen van de treinstellen met munitie vanuit de regio Gent naar de regio Torhout. De CP zal naar het station van Torhout overgebracht worden en het park zal hier opgesteld blijven tot de capitulatie. De staf en de Iste Groep van 4AP krijgen eveneens het bevel om naar Torhout uit te wijken. Het 4AP hervat zijn taken ten voordele van het Park op Rails vanuit Torhout.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
De evacuatie blijft doorgaan. Een trein met 29 wagons vertrekt naar Adinkerke. Het depot ontvangt eveneens een bevel om vijf munitietreinen van Eeklo naar Houthulst te sturen. Het is evenwel niet duidelijk of dit bevel ook uitgevoerd werd.
Munitiedepot Houthulst
Na heel wat discussie komen uiteindelijk de eerste twee locomotieven van de 8/II/SpT toe in het munitiedepot van Houthulst om de aldaar geparkeerde treinwagons van het Park op Rails weg te halen uit het depot. De twee treinstellen verlaten Houthulst om 21u15.
Staf/GLP
Om 17u45 komt een telefonisch bericht binnen van Cdt Sevrain, chef van de Dienst der Munitiedepots (Staf/DREA), dat er telkens vijf binnenschepen gestuurd zullen worden naar Balgerhoeke en Veldekens om er geladen te worden met munitie. Het munitiedepot van Eeklo zou kunnen beschikken over 50 vrachtwagens van de 4Cie van II/LAuGpg. Lt Van Hoestenberghe van de Staf/GLP geeft het bericht door aan III/GLP
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Lt Magonette ontvangt het bericht van Lt Van Hoestenberghe en laat meteen weten dat zijn manschappen momenteel door uitputting niet in staat zijn om diezelfde nacht nog de 50 vrachtwagens te laden. Hij begint echter wel met de voorbereiding van de opdracht. Wanneer Lt Magonette telefonisch contact opneemt met Lt Beekaert van de 4Cie van II/LAuGpg blijkt dat er helemaal geen camions ter beschikking staan van het munitiedepot en dat de telefonische communicatie berust op een misverstand [7]. Lt Magonette laat weten dat bij gebrek aan transport de munitie verder op treinwagons geladen zal worden. Nog eens 20 wagons worden naar Adinkerke gestuurd.
Munitiedepot Houthulst
Na aankomst van nog drie bijkomende locomotieven in de nacht van 19 op 20 mei kan de rest van de treinwagons van het Park op Rails afgevoerd worden. Het vertrek verloopt echter moeizaam omdat de machines eerst nog water en steenkool dienen bij te vullen in het 7Km verder gelegen station van Kortemark. Houthulst is daarenboven met Kortemark verbonden via één enkel spoor zodat de hele operatie vijf uur in beslag neemt. Tenslotte is de laadkaai van het munitiedepot veel te kort zodat het inladen van de goederenwagons van het Park op Rails veel te lang duurt.
Park op Binnenschepen/GLP
Het Park op Binnenschepen bevindt zich op 20 mei op het Kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort te Oudenburg.
Munitiedepot Zedelgem
Bij de evacuatie van de depots te Meerdaal en Eeklo worden de munitievoorraden te Houthulst en Zedelgem gecentraliseerd. Bovendien komt in deze depots ook nog heel wat ander materieel aan, waaronder bijvoorbeeld de afgewerkte rookobussen uit de ateliers van Fort Steendorp. Te Houthulst en Zedelgem ontstaat dan ook een onhoudbare drukte zodat op 21 mei Luitenant-generaal Verhavert, chef van de DREA, de opdracht geeft om de munitiestocks te verspreiden over een aantal binnenschepen en treinstellen:
- het depot van Eeklo dient 15 binnenschepen te laden te Balgerhoeke en Eeklo
- het depot van Zedelgem moet eveneens 15 schepen volladen in de haven van Brugge
- het depot van Houthulst zal 15 schepen beladen in de haven van Nieuwpoort
- daarnaast moeten een reeks spoorwagons geladen worden om het Park op Rails opnieuw samen te stellen
- tot slot moeten de depots van Zedelgem en Houthulst een deel van hun voorraden eveneens onderbrengen in goederentreinen
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Drie munitietreinen verlaten het depot: 33 wagons vertrekken naar Saint Florentin (Yonne) in Frankrijk. Nogmaals 15 wagons gaan naar Adinkerke. Een laatste lading van 4 wagons wordt naar Zedelgem overgebracht. Intussen gaat Cdt Lenders op verkenning naar de laadplaatsen te Balgerhoeke en Veldekens. Hij stelt vast dat de laadkaaien niet geschikt zijn en dat Balgerhoeke regelmatig gebombardeerd wordt. Onder geen beding zal er op beide plaatsen munitie worden overgeladen op binnenschepen. Cdt Lenders gaat bijgevolg zelf op zoek naar een geschikte laadkaai en vindt die bij de wolkammerij “S.A. Peignage d’Eecklo” [8] gelegen langs het Kanaal van Eeklo, een doodlopende zijtak van het Afleidingskanaal van de Leie en dichtbij het depot. Intussen meldt zich een sergeant van de 3Cie Spoorwegtroepen aan in het munitiedepot met drie locomotieven met de opdracht om 100 treinwagons naar het station van Balgerhoeke te brengen. Cdt Lenders ketst het voorstel onder meer af omdat er te Belgerhoek slecht kan beschikt worden over een enkel spoor en dat het lossen van de trein dit spoor gedurende meerdere uren zou blokkeren. Hij stelt met een nota aan de Staf/DREA en de Staf/GLP voor om de munite per vrachtwagen naar de kaai van de wolkammerij te brengen [9].
Staf/GLP
Tijdens de nacht van 22 op 23 mei beslist het Groot Hoofdkwartier de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde te verlaten om het veldleger terug te trekken achter het Leopoldkanaal, het Afwateringskanaal van de Leie en de Leie zelf. De aftocht zal tijdens de twee volgende nachten plaatsvinden. Het Kanaal Gent-Terneuzen zal pas verlaten worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei om eerst nog het munitiedepot van Eeklo te kunnen leegmaken.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
Maar liefst zes treinstellen verlaten het depot. En bijzonder lange trein met 51 munitiewagons zet koers naar Diksmuide. Twee treinstellen, met respectievelijk 21 en 11 wagons, zetten koers naar Saint-Florentin (Yonne) in Frankrijk. Dertien wagons rijden naar Adinkerke. Vijf wagons vervoegen het depot van Houthulst. Een laatste losse wagon wordt te Westrozebeke bij het Park op Rails gevoegd. In de binnenhaven van Eeklo komen twee binnenschepen aanmeren die onmiddellijk volgeladen moeten worden met C75mm DTCA munitie.
Munitiedepot Houthulst
Het detachement van 8/II/SpT werkt nog steeds volop verder te Houthulst. Ondermeer omwille van de beperkte beschikbaarheid van locomotieven, besluit het Park op Rails treinstellen van 50 goederenwagons te vormen. Die avond kunnen twee bijkomende treinstellen vertrekken.
Munitiedepot Zedelgem
Op 23 mei komt tegen de avond met vrachtwagens het IIIde Bataljon van het 1ste Regiment Hulptroepen bestaande uit vier compagnies toe te Zedelgem en wordt er onder het bevel geplaatst van de depotcommandant. Twee compagnies worden gekantonneerd te Aartrijke, twee compagnies worden gekantonneerd te Zedelgem. Vanaf 24 mei worden ze ingeschakeld in de werking van het depot. III/1HuT zal in Zedelgem blijven werken tot 28 mei.
Munitiedepot Eeklo/III/GLP
De laatste munitievoorraden worden afgevoerd uit Eeklo. Twee binnenvaartuigen met obussen voor C75 DTCA geschut worden door de 7Bij geladen en varen in extremis af. Een trein met 39 wagons vertrekt naar Diksmuide, Kaaskerke en Nieuwpoort. Een enkele losse wagons met obussen voor het C150 L43 geschut worden naar Gistel gestuurd. Rond 13u00 wordt het munitiedepot en het centrum van Eeklo gebombardeerd. In de loop van de avond wordt het bevel gegeven om het munitiedepot te verlaten. Het gros van de manschappen wordt per spoor vervoerd, Lt Dewaele zal de leiding nemen van de colonne voertuigen. Om 22u00 stappen de manschappen op de trein in het station van Eeklo maar moeten de nacht van 23 op 24 mei in de trein doorbrengen. Naast de trein met manschappen staan twee munitietreinen die de dag voordien geladen werden en nog niet waren doorgestuurd.
Munitiedepot op Binnenvaartuigen
De Staf van de 8ste Infanteriedivisie (8Div) vermeldt dat het Munitiedepot op Binnenvaartuigen op het Kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort te Oudenburg over een depot beschikt dat handgranaten kan leveren. Het is niet bekend vanaf wanneer precies dit depot hier operationeel was.
Staf/III/GLP
De trein met de manschappen van III/GLP verlaat het station van Eeklo rond 03u30 richting Brugge. Om 09u00 komt de trein aan in het rangeerstation van Brugge van waaruit ze via Zedelgem doorgestuurd worden naar Torhout waar ze tegen 16u00 toekomen. Het bevel wordt gegeven om in Torhout uit te stijgen maar dit bevel wordt opnieuw ingetrokken. De trein keert op zijn stappen terug en wordt naar Zedelgem gestuurd waar het spoortransport om 17u00 toekomt. Hier stijgen de manschappen uit en worden ze ondergebracht in de zogenaamde “caserne des aviateurs” van de DTCA (vermoedelijk wordt de Kapitein Stevenskazerne bedoeld). Om 18u00 komt ook de colonne wielvoertuigen toe in Zedelgem.
Staf/III/GLP
De manschappen wordt rust gegund in hun kantonnement maar de omstandigheden laten veel te wensen over. Zowel de nacht van 24 op 25 mei als de nacht van 25 op 26 mei wordt doorgebracht op de grond bedekt met een laag stro.
Materieeldienst Artillerie
De staf van de 8ste Infanteriedivisie noteert dat het Groot Legerpark in het station van Staden een bevoorradingspunt heeft. Het transportkorps van de divisie zal hier onder meer hoefijzers, hoefnagels en mineraalolie ophalen. Op deze locatie zijn eveneens Ob105GP artilleriegranaten beschikbaar.
Staf/III/GLP
LtKol Delpire geeft het bevel om de kazerne te ontruimen en kantonnementen op te zoeken in boerderijen ten westen van de baan Brugge – Torhout. De installatie in de boerderijen neemt de rest van de dag in beslag.
6/II/GLP
De 6Bij krijgt opdracht om de kazerne van Westrozebeke te verdedigen. Mitrailleurposten en vooruitgeschoven waarnemingsposten worden uitgezet.
PSR/IV/GLP
De uit het Munitiedepot van Eeklo geëvacueerde munitiestocks blijven aan boord van een aantal goederentreinen die verspreid worden op de lijn Torhout-Oostende (voormalige lijn 62). Ondermeer te Wijnendale, Moere, Ichtegem, Eernegem en Gistel staat telkens een trein. De trein in het station van Eernegem wordt bewaakt door het XXXIste Bataljon van de Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (XXXI/GVCE), de trein in het station van Wijnendale door het Iste Bataljon van het 3AP.
Staf/III/GLP
Cdt Lenders geeft opdracht om luchtafweermitrailleurs op te stellen rond de nieuwe kantonnementen. De ganse dag worden verkenningen uitgevoerd en schootsposten ingericht.
6/II/GLP
Het front komt nu snel dichterbij en de batterijcommandant bevelt de terugtocht naar Eesen nabij Diksmuide.
PSR/IV/GLP
De Luftwaffe heeft de munitietreinen ontdekt op de rangeerterreinen langs de spoorlijn Torhout-Oostende (oftewel spoorlijn 62) en alle stations deze lijn krijgen er van langs. De trein te Wijnendale wordt meermaals geraakt en gaat in vlammen op. Een deel van de munitie explodeert. De manschappen van I/3AP kunnen enkele detachementen samenstellen om de trein te ontkoppelen en zoveel mogelijk wagons op veilige afstand te brengen. Ook te Eernegem wordt de munitietrein gebombardeerd waarna die in brand vliegt en ontploft. De volledige stationsbuurt wordt platgelegd en in een ruïne herschapen. Gewonde burgerslachtoffers worden door de manschappen van XXXI/GVCE overgebracht naar de post van het Rode Kruis in het klooster van Eernegem.
Staf/GLP
LtKol Delpire en zijn staf bevinden zich nog steeds te Zedelgem wanneer ze op de hoogte gebracht worden van de capitulatie.
Staf/III/GLP
De staf verneemt het nieuws van de capitulatie en beveelt onmiddellijk het staak het vuren voor de MiCA, er mag niet meer gevuurd worden op voorbijvliegende Duitse vliegtuigen. De wapens en de munitie worden verzameld op de binnenkoer van de Stevenskazerne en tegen 11u00 komen de eerste Duitse militairen toe in de kazerne.
6/II/GLP
Na ontvangst van het bericht van de capitulatie krijgt de 6Bij het bevel om zich naar Zedelgem te verplaatsen. Te Zedelgem wordt het materieel van de batterij ingeleverd.
PSR/IV/GLP
De staf van de PSR verneemt de capitulatie te Torhout waarop Maj Havenith, vergezeld door enkele van zijn officieren, zich naar de staf van de DREA te Brugge begeeft om orders te krijgen. Hij wordt door de Staf/DREAdoorgestuurd naar Zedelgem waar zich de staf van het GLP zich bevindt [10].
Staf/III/GLP
De ganse dag komen Duitse troepen voorbij. Alle documenten worden verbrand, de voertuigen alsook de brandstofreserves worden verstopt.
Staf/III/GLP
Wat overblijft van het GLP bevindt zich in nu het munitiedepot van Zedelgem. Te Zedelgem wordt de 3de Batterij van de Iste Groep van het 1ste Regiment Artilleriepark (3/I/1AP) onder bevel geplaatst van de III/GLP. LtKol Delpire geeft aan Cdt Lenders van III/GLP het bevel om zich met zijn groep, nu bestaande uit vier batterijen, op 31 mei om 05u00 naar de munitiedepot van Eeklo te begeven met de munitie die zich nog in de PAMA en de PAMI van het II/LK bevindt. Deze munitie moet in het depot opgeslagen worden [11].
PSR/IV/GLP
Er wordt strijd gevoerd om Veurne tussen de Britten en de Duitsers. De Britten, verschanst in de stad, moeten kost wat kost stand houden tot 1 juni om de inscheping van troepen in De Panne tot dan mogelijk te maken. Duitse troepen proberen het kanaal Nieuwpoort-Veurne over te steken, gesteund door artillerie opgesteld nabij de weg naar Avekapelle. De Britten voeren artilleriebeschietingen uit richting station. Een van de munitietreinen van PSR, die stond gerangeerd een eind buiten het station ter hoogte van de Rodestraat, wordt om 18u30 getroffen en ontploft. Veurne davert op haar grondvesten. De omgeving rond de Rodestraat wordt herschapen in een maanlandschap, brokstukken vliegen tot op de markt. Op het gehucht ‘s Heere -Willemskapelle komen Soldaat Pierre Delorge van het RFN, enkele Franse soldaten en ook enkele burgervluchtelingen om het leven. Aan Duitse zijde komen 2 officieren en 31 manschappen om [12].
Staf/III/GLP
De colone van het III/GLP wordt samengesteld op het kruispunt in het gehucht Heidelberg ten oosten van Zedelgem. De voertuigen van de 7Bij rijden op kop gevolgd door de 9Bij en de 8Bij. Na de voertuigen van III/GLP sluiten de munitievoertuigen van de pelotons PAMA en PAMI van het II/LK aan. De colone wordt afgesloten door de manschappen per fiets die de colonne zullen volgen op eigen tempo [13]. Om 10u30 wordt de munitiedepot van Eeklo bereikt en de manschappen installeren zich in het depot. Alle manschappen worden door de Duitsers in het depot geconsigneerd, enkel de bevoorradingsploegen mogen het depot verlaten.
PSR/IV/GLP
De troepen van IV/GLP worden niet doorgestuurd naar één van de vaste munitiedepots, maar worden daarentegen doorgestuurd naar de “Kriegsgevangenensammelstelle Eeklo der 225 Infanteriedivision” waar ze tot 10 juni als krijgsgevangenen opgesloten blijven. Op 11 juni worden de Maj Res Havenith, Maj BVM Res E. Collin, 1Kapt BVM Res Bray, Cdt Fontaine en Lt Leleux (10Bij) gedemobiliseerd te Eeklo.
Staf/III/GLP
Te Eeklo wordt het III/GLP onder bevel geplaatst van de 13de Infanteriedivisie (13Div). Tijdens een patrouille in het depot ontdekken de manschappen achtergelaten artilleriestukken met de artillerietrekkers. Alle in de stukken en voertuigen gevonden kaarten en documenten worden vernietigd. Van 2 tot 10 juni wordt de ganse groep erop uit gestuurd om rondslingerende munitie op de slagvelden in de ruime omgeving van Eeklo te gaan ophalen. Intussen worden lijsten opgesteld van nederlandstalige militairen die naar huis gestuurd konden worden. De franstaligen werd het statuut gegeven van overheidsambtenaar waardoor ze ook effectief naar huis konden vertrekken. Het materieel en de voertuigen werd geïnventariseerd om overgedragen te worden aan de bezetter. Enkele voertuigen werden echter in het depot achtergehouden om de manschappen de kans te geven met gemotoriseerd transport naar hun domicilie terug te keren. De 11de juni 1940 wordt het III/GLP, met uitzondering van het vast personeel van het depot, gedemobiliseerd.
Op 14 juni krijgt OLt BVM Verhelst van de Staf/13Div het bevel om met het vast personeel van het munitiedepot van Eeklo ter beschikking te blijven van de Duitse bezetter om alle binnengebracht munitie van het Belgische leger te sorteren, te stockeren en te inventariseren om het later aan de Duitsers over te dragen. Deze opdracht zal voortduren tot eind februari 1941 waarna OLt Verhelst en zijn personeel gedemobiliseerd worden door de Duitsers [14].
DVM/GLP
Na de capitulatie wordt het DVM door de Duitsers in uniform onder de wapens gehouden en aangevuld met een belangrijk detachement krijgsgevangenen van het 8ste Bataljon Genie (8Gn) om de door ons leger achtergelaten explosieven en landmijnen overal te lande op te ruimen. Dit detachement wordt samen met een aantal militairen van de artillerie, van het cavaleriekorps en van het 4de Regiment Lansiers (4L) in de Witte Nonnen Kazerne te Hasselt verzameld en omgevormd tot een bataljon ontmijners. De ontmijners kregen van de Duitsers een zeer elementaire opleiding. Op 9 juni wordt telkens een detachement uitgestuurd naar Brussel, Luik en Namen. De ontmijning van de talrijke springtuigen blijft helaas niet zonder ongevallen. Bij diverse incidenten komen zeven militairen van het bataljon ontmijners om. De laatste manschappen van het ontmijningsbataljon worden op 10 augustus 1941 van deze opdracht ontslagen. De krijgsgevangenen werden vrijgelaten en overgeplaatst naar de op 16 augustus 1941 opgerichte de Dienst voor de Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) onder bevel van Cdt Samyn. De bezetter deed nog steeds beroep op de gewezen ontmijners van het ontmijningsbataljon om niet ontplofte springstoffen en munitie op te ruimen.
In mei 1943 wordt de bevolking via de dagbladen herinnerd aan de rol van de DOVO, die op dat ogenblik nog steeds geleid wordt door Kapitein-commandant Samyn en bestaat uit vijf secties:
- District Brabant-Henegouwen: Kapitein SBH Ladriere, Robianolaan 13, Tervuren
- District Antwerpen: Luitenant Debauche (ex-8Gn), Arenbergstraat 22, Antwerpen
- District Twee Vlaanderen: Luitenant Samyn, Westrozebeke
- District Namen-Luxemburg: Luitenant Desmet (ex-8Gn), Rue Henri Lecocq 74, Namen
- District Luik-Limburg: Onderluitenant Delhez, Rue Joseph Willems, Grivegnée
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onbekend | DE RIDDER | Joannes, B. | burger | 17.05.1880 | Breendonk | 16.05.1940 | Breendonk | Mil Werkkracht | |||
Onbekend | HERENTHALS | André, H. | 1SgtMaj | BV | 23.01.1896 | Sint-Niklaas | 03.09.1940 | Brugge | Overleden aan ziekte | ||
Onbekend | SAUCEZ | Emile | burger | 14.12.1885 | Boussu | 22.05.1940 | Boulogne (F) | Mil Werkkracht |
- Achtergrondinformatie bij het munitiedepot van Eeklo. [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/lijst-van-militair-vastgoed-met-specifiek-militair-gebruik-na-1830-alfabetisch-per-gemeente/eeklo/ [Laatst geraadpleegd op 18 juni 2018].
- Initieel voorzag het geallieerde plan dat in geval van een Duitse inval in België de Britisch Expiditionary Force (BEF) zou postvatten achter de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven. Gedurende de eerste dagen van de oorlog werd dit plan aangepast en verschoof de limiet tussen het Belgische leger en het Britse leger naar het noorden van Leuven. Het munitiedepot van Meerdaal zou hoe dan ook in de zone van de BEF liggen.
- In de documenten verzameld door Cdt Lenders in een aparte bundel bij het dossier DREA bevindt zich een schema over hoe een stel munitiewagons voor de bevoorrading van een infanteriedivisie is samengesteld.
- Artikel “Militaire aanwezigheid in Zedelgem” geschreven door Ludo Meulebrouck en verschenen in de publicatie Brugge Garnizoensstad, De Windroos nv, Beernem, 2008. Naast een goed gedocumenteerde studie over het onstaan van het munitiedepot van Zedelgem verklaart het artikel het ontstaan van het Park op Binnenschepen. Over dit Park op Binnenschepen is er overigens geen informatie terug te vinden in het dossier DREA van de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Alleen verder onderzoek naar externe bronnen kunnen hier meer gegevens over verschaffen.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans op 28 januari 1948 door OLt BVM Verhelst, voormalige commandant van het munitiedepot van Eeklo. Het verslag vermeld de aanwezige troepen in het munitieperiode van Eeklo in de periode van 12 tot 14 mei. Het is een antwoord op de vraag van de naoorlogse Historische dienst van MLV. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Leleux op 13 mei 1940 waarin hij het relaas brengt van een mislukte opdracht als treincommandant van een munitietrein. Het geeft ons echter een mooi beeld van hoe treincommandanten van IV/GLP zonder enige kennis van de toestand ter plaatse naar het front gestuurd worden met bevoorradingstreinen. Uit de velddagboeken van eenheden van het Iste Legerkorps blijkt dat Piringen reeds om 13u00 in vijandelijke handen is gevallen. Lt Leleux had nooit tot in Piringen kunnen geraken. Het interessante aan dit verslag is dat het nog werd opgesteld tijdens de achttiendaagse veldtocht. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Getypte nota opgesteld in het Frans op 20 mei door Lt Magonette van III/GLP waarin hij de verschillende telefoongesprekken samenvat die in de loop van de avond werden gevoerd met betrekking tot de afvoer van munitie per binnenschip. De nota bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Enkele pelotons van de 4Cie van II/LAuGpg bevonden zich op 19 mei effectief in Balgerhoeke maar werden in de ochtend van 20 mei doorgestuurd naar Maldegem en waren onderweg wanneer de transportopdracht van het depot binnenkwam.
- Achtergrondinformatie bij de wolkammerij “S.A. Peignage d’Eecklo” [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/51885 en https://www.google.com/maps/@51.1808448,3.551642,3a,75y,204.89h,77.63t/data=!3m6!1e1!3m4!1s1-wBH6mqjLOJENN4z7daxw!2e0!7i16384!8i8192 [Laatst geraadpleegd 11 april 2022]
- Nota opgesteld in het Frans op 21 mei door Cdt Lenders waarin hij het resultaat van zijn verkenningen van de voorgestelde laadplaatsen Balgerhoeke en Veldekens meedeelt aan de Comd GLP. De nota bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Vreemd genoeg ligt Zedelgem op de weg van Torhout naar Brugge. Om voorlopig ongekende redenen is Maj Havenith niet naar de CP van zijn eigen groep gekomen om orders te ontvangen na de capitulatie, maar de Staf/DREA.
- Getypt bevel, in het Frans opgesteld op 30 mei 1940, ondertekend door LtKol Delpire, met het bevel aan de III/GLP om zich naar Eeklo te begeven. Dit marsbevel bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Achtergrondinformatie bij ontplofte munitietrein in Veurne [On Line beschikbaar]: https://westhoekverbeeldt.be/ontdek/detail/5352d4ae-0b81-f602-18b1-8b5c5c229995?mode=gallery&switch=1 en https://www.hln.be/veurne/laatste-getuige-vertelt-over-ontploffing~ac4efb4c/ [Laatst geraadpleegd 17 juni 2022].
- Handgeschreven order opgesteld in het Frans op 30 mei door Cdt Lenders voor de colonnevorming en verplaatsing van III/GLP van Zedelgem naar Eeklo. Het order bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Omstandig handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands op 5 juli 1945 door OLt BVM Verhelst waarin hij de opdracht beschrijft die hij en zijn personeel uitgevoerd hebben na de capitulatie. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Dagelijks order Nr 132 van het GLP uitgegeven op 11 mei 1940 vanuit en opgesteld in de Kazerne 12/13 te Antwerpen. Het order ondertekend door LtKol Delpire bevat een samenvatting van welk materieel en welke munitie door de munitiedepots aan de verschillende eenheden van het veldleger geleverd moeten worden. Het order bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Omstandig getypt verslag opgesteld in het Frans na de oorlog door 1Kapt (Cdt) Comptable de Matériel (CDM) (oftewel Beheerder van Materieel – BVM) Louis Dufrêne. 1Kapt BVM Louis Dufrêne was voor de oorlog beheerder van het munitiedepot van Meerdaal. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Zeer summier handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Res Bruyninckx, pelotonscommandant bij de 6de Batterij van II/GLP. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans op 14 december 1945 door Lt De Bouver, batterijcommandant van de 7de Batterij Park van III/GLP. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door 1Kapt BVM Res Bray, adjunct magazijnbeheerder, die beschrijft wat er bij IV/GLP gebeurde na de capitulatie. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Aide-mémoire bestemd voor treincommandanten van munitietreinen. Een getypt document opgesteld in het Frans daterende van tijdens de mobilisatie met daarin zeer gedetailleerde voorschriften over hoe een treincommandant van een munitietrein zijn opdracht moet voorbereiden en uitvoeren. Het verslag bevindt zich in het dossier DREA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
- Slagorde officieren GLP bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Er dient opgemerkt te worden dat er in het GLP twee officieren zijn met de naam Collin. Enerzijds is er Kapitein-commandant J. Collin, actief officier van de artillerie en adjunct van LtKol Delpire op de Staf/GLP en anderzijds Majoor BVM E. Collin, reserveofficer, beheerder van het Park op Rails. Beide officieren komen voor in de documenten met betrekking tot het GLP.
- Bofors in ‘t Park door Danny Verhoye [On Line beschikbaar]: http://users.telenet.be/dannyverhoye/Bofors%20in%20’t%20Park.pdf [Laatst geraadpleegd 17 december 2016].