4de Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 4de Linieregiment | 4ème Régiment de Ligne | 4Li
Type Infanterieregiment van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van 1ste Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH Arthur De Cae  
Adjudant-majoor Kapitein-commandant E. Fraeys  
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Diepenbeek
Commandopost te Diepenbeek
 
Samenstelling I Bataljon (Majoor Marcel Souka) 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Pierre Verhulst)
2de Compagnie Fuseliers (Lt Res Mathieu Ceelen)
3de Compagnie Fuseliers (OLt Jean Rousseau)
4de Compagnie Mitrailleurs (OLt A. Deckers)
  II Bataljon (Majoor Theophile Diepenrinck) 5de Compagnie Fuseliers (OLt Pierre Crabbé)
6de Compagnie Fuseliers (OLt M. Vandenbosch)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt Ferdinand Maurissen)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Maurice Maricaux)
  III Bataljon (Majoor Firmin Sohier) 9de Compagnie Fuseliers (Kapt Res Michel Verhaert)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt Jules Meys)
11de Compagnie Fuseliers (Lt M. Deledique)
12de Compagnie Mitrailleurs (OLt J. Abras)
  IV Bataljon
(Kapitein-commandant Res Julien Kervyn de Meerendré)
13de Compagnie Mitrailleurs (OLt Res J. Van Den Torren)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt Maurice Denaeghel)
15de Compagnie Mortieren M76 FRC (Cdt Jacques Ramaekers)
  Stafcompagnie (Onderluitenant Res L. Bienfait)
Geneeskundige Compagnie (1ste Kapitein Geneesheer Armand Van Cappellen)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Albert De Wolf)

Tijdens de mobilisatie

Staf/4Li
Het 4de Linieregiment (4Li), een actief infanterieregiment behorende tot de 1ste Infanteriedivisie (1Div), was in vredestijd gekazerneerd in de Rademakerskazerne te Brugge. Het 4Li wordt op 26 augustus 1939 gemobiliseerd bij afkondiging van fase A van het mobilisatieplan. Tijdens deze fase worden de militieklassen ‘36,’37 en ‘38 opgeroepen om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. Het 4Li verlaat onmiddellijk na de afkondiging van de mobilisatie zijn vredesvoetkazerne en begeeft zich naar vooraf verkende alarmkantonnementen in de onmiddellijke omgeving van Brugge. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger bij verrassing gebombardeerd kunnen worden door de Duitse luchtmacht waardoor de bataljons van 4Li zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid moeten stellen. Het Iste Bataljon (I/4Li) verhuist naar Zedelgem, het IIde Bataljon (II/4Li) naar Zeebrugge en het IIIde Bataljon (III/4Li) naar Steenbrugge. De 1Div waartoe het 4Li behoort is een actieve infanteriedivisie wiens hoofdkwartier (HK) in vredestijd te Gent gestationeerd was en die vanaf 1 september ’39 ook het commando voert over het 3de Linieregiment (3Li) en het 24ste Linieregiment (24Li).

De bataljons van 4Li blijven in hun alarmkantonnementen tot 2  september 1939. Tussen 2 en 20 september ’39 beveiligt het 4Li de Belgische kust van Mariakerke nabij Oostende tot de Belgisch-Nederlandse grens. Op 21 september ’39 verhuist het regiment tezamen met de rest van de 1Div naar Antwerpen om ten zuiden van de stad een ondersector te bezetten achter de anti-tankgracht tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Albertkanaal.  Op 8 januari 1940 verzamelt het regiment te Lier om de volgende dag per spoor naar Brugge gebracht te worden. Het regiment krijgt op 10 januari opnieuw de opdracht om de Belgische kust te verdedigen. I/4Li wordt opgesteld te Knokke, II/4Li in De Haan en III/4Li in Wenduine. Halfweg januari verlaat de Staf/4Li samen met III/4Li en IV/4Li de kust om post te vatten achter de K.W. Stelling ter hoogte van Leuven [1].  I/4Li wordt op 29 januari ook  naar Leuven gestuurd terwijl II/4Li achterblijft in Oostende.

Kazerne Rademakers te Brugge, vredesvoet garnizoen van het 4Li.

Kazerne Rademakers te Brugge, vredesvoet garnizoen van het 4Li.

Op 13 februari verlaat de Staf/4Li samen met I/4Li, III/4Li en IV/4Li de stad Leuven om zich naar Limburg te begeven. Op 15 februari komt ook het II/4Li in Limburg toe. Het nu volledige regiment neemt de Ondersector Diepenbeek in van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal. Vanaf 17 februari is het regiment ingekwartierd te Diepenbeek waar ook de commandopost (CP) van het regiment wordt opgesteld.

Kort na aankomst in Diepenbeek heerst er onrust in het 4Li en in het iets meer naar het westen gestationeerde 3Li. Heel wat militairen weigeren de dagelijkse dienst uit te voeren om hun eis voor een soepeler verlofregeling kracht bij te zetten. De onrust waait gelukkig over nadat op nationaal niveau een consensus werd bereikt over de verhoging van de soldij en de karige militievergoeding voor echtgenoten, de verbetering van het logement en de uitbreiding van de beperkte verloven.

 

Aan de vooravond van de oorlog bezet het 4Li ten oosten van Hasselt de rechter ondersector van de 1Div, die onder het bevel staat van het Cavaleriekorps (CK). Eén bataljon van 4Li wordt aangeduid als algemene reserve van het CK. Doordat 4Li maar kan beschikken over twee van zijn drie gevechtsbataljons hoeft het regiment slechts een smalle ondersector te verdedigen en worden de twee bataljons achter elkaar opgesteld. Links van 4Li bezet het 3Li de midden ondersector van de 1Div achter het Albertkanaal en rechts wordt de junctie gemaakt met het 15de Linieregiment (15Li) van de 4de Infanteriedivisie (4Div). De 4Div maakt deel uit van het Iste Legerkorps (I/LK). Voor de linies van het 4Li bevindt zich de Groepering Ninitte (Gpg Ninitte) eveneens behorende tot het CK.  De Gpg Ninitte moet de vijand gedurende minstens 24 uur vertragen op de Vooruitgeschoven Stelling zodat de eenheden achter het Albertkanaal de tijd krijgen hun stellingen in te nemen en te organiseren. De Staf/4Li heeft intrek genomen in het Kasteel van Diepenbeek.

Algemeen beeld van de korpszone van het Cavaleriekorps aan de vooravond van de oorlog.

Algemeen beeld van de korpszone van het Cavaleriekorps aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart).

I/4Li in versterking van de Gpg De Droog
Het Iste Bataljon (I/4Li) onder bevel van Majoor Souka wordt al op 7 maart, samen met de Compagnie C47mm anti-tankkanonnen op T13 pantservoertuigen van de 1Div (Cie C47 T13/1Div), aangeduid als algemene reserve van het Cavaleriekorps (CK). De algemene reserve moet zich klaar houden om tussenbeide te komen indien de vijand erin slaagt het Albertkanaal te overschrijden en moet als bijkomende opdracht een dwarsstelling (oftewel bretel) voorbereiden op de limiet van het CK met het I/LK. Dit om de oostflank van het CK te beveiligen. Deze algemene reserve zal nog worden versterkt met eenheden van de Gpg Ninitte eens deze zijn binnengelopen achter het Albertkanaal na het beëindigen van hun dekkingsopdracht in Noordoost-Limburg. De bevelvoering over de algemene reserve van het CK wordt toevertrouwd aan Generaal-majoor De Droog, Commandant Infanterie van de 1Div (CI/1Div) die voor de gelegenheid onder rechtstreeks bevel van het CK komt te staan. I/4Li staat bijgevolg niet langer onder bevel van Kol SBH De Cae maar krijgt zijn orders nu van GenMaj De Droog. De voor te bereiden dwarsstelling, beter bekend onder de naam Bretel van Kortessem (oftewel Bretelle de Kortessem), loopt grosso modo van Kerniel tot Gors en vervolgens langs de Mombeek van Guigoven via Wintershoven tot Vliermaalroot. Vanaf Vliermaalroot loopt de stelling via het kasteel Jongenbos tot Krijt en Diepenbeek. De Bretel van Kortessem is in twee ondersectoren verdeeld. Majoor Souka zal de noordelijke ondersector bevelen, de zuidelijke ondersector zal bezet worden door eenheden van de Gpg Ninitte. I/4Li is ondergebracht te Wimmertingen, Printhagen en Kortessem en moet tijdens de mobilisatie stellingen verkennen langs de Bretel van Kortesem en de defensieve waarde van de Mombeek verhogen door, in samenwerking met de genie, overstromingswerken uit te voeren en prikkeldraadversperringen aan te brengen.

GnKCie/4Li
De Geneeskundige Compagnie van het 4Li (GnKCie/4Li) bestaat uit vier pelotons van ongeveer 30 man en wordt bevolen door 1ste Kapitein Geneesheer Van Cappellen. De drie eerste pelotons beschikken over een officier en een onderofficier geneesheer ondersteund door twee onderofficieren verpleger en een 25-tal soldaten. Deze pelotons worden in steun gegeven van de bataljons en organiseren de medische hulpposten van de bataljons. Het vierde peloton is iets groter en beschikt over vijf geneesheren en een tandarts ondersteund door vier onderofficieren verpleger en een 25-tal soldaten. Dit peloton staat in voor de bemanning van de regimentshulppost die te Diepenbeek, op een tweetal kilometer van de voorste linies, wordt ontplooid. Vanuit de regimentshulppost worden de gewonden afgevoerd naar het triagestation (oftewel medische hulpplaats) van de 1Div dat zich te Brustem bevindt en dat beschikt over een wagenpark met een reeks ambulances, vrachtwagens en autobussen. 

Staf/4Li
Even na 01u15 wordt de Staf/4Li door het hoofdkwartier (HK) van de 1Div op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Met de afkondiging van het algemeen alarm worden meteen ook alle verloven ingetrokken. Onderluitenant van de reserve Maroy, vaandrig van het regiment, is officier van wacht op de regimentsstaf te Diepenbeek en doet het nodige om de bataljons te verwittigen. Slechts een gedeelte van de manschappen trekt de wacht op langs het kanaal. De rest bevindt zich in houten barakken in de buurt van de stelling of is ingekwartierd bij burgers in Diepenbeek. Binnen het uur verlaten de de eerste manschappen hun kantonnementen om de loopgraven en bunkers aan de oevers van het Albertkanaal te gaan bemannen. De bagage-echelons van het regiment worden te Printhagen samengebracht.

Om 20u30 laat de divisiestaf weten dat twee Franse verkenningspelotons elk bestaande uit drie pantserwagens en enkele moto’s op weg zijn naar de bruggen over het Albertkanaal te Diepenbeek en te Zutendaal. Het verkenningspeloton van de Franse Sous-Lieutenant du Chazeau heeft als opdracht de verdediging van de brug van Diepenbeek, in handen van het IIIde Batalon van 15Li, te komen versterken. Deze Franse verkenners, afkomstig van een verkenningseenheid van het 1(FRA)Leger, werden naar het Albertkanaal gestuurd om vanaf daar de Duitse vorderingen te jalonneren. Om 21u35 neemt de Staf/4Li contact op met de CP van 15Li om te melden dat het Franse peloton verkenners in de ondersector van het 4Li is aangekomen en voorlopig kantonneren nabij het station van Diepenbeek. Het ligt in hun bedoeling om na middernacht tot aan de brug van Diepenbeek op te rukken [2]

II/4Li
Het IIde Bataljon (II/4Li) bezet zijn stellingen op het tweede echelon van de ondersector van 4Li achter de Demer ten noordoosten van Diepenbeek. De stellingen van II/4Li sluiten in het westen aan op de het tweede echelon van 3Li waar het IIIde Bataljon van 3Li (III/3Li) staat opgesteld en in het oosten op het tweede echelon van 15Li

III/4Li
Het IIIde Bataljon (III/4Li), bevolen door Majoor Sohier, bemant het eerste echelon van 4Li. Het bataljon neemt stelling achter het Albertkanaal tussen Godsheide (exclusief) en de baan Genk – Diepenbeek met inbegrip van het bunkercomplex (D1, D2, D3, D4) in het bruggenhoofd rondom de Sluis Nr 2 [3] te Diepenbeek. De 10Cie van Kapitein-commandant Meys bezet het linkervoorvak van Godsheide tot de oostrand van Sluis Nr 2, de 9Cie van Kapitein Res Verhaert bezet het rechtervoorvak tussen de sluis en de baan Genk – Diepenbeek. De 11Cie staat opgesteld in tweede echelon achter de voorcompagnies. In het westen maakt het III/4Li de junctie met het IIde Bataljon van het 3Li (II/3Li). Ten oosten van het III/4Li start de sector van de 4Div met de stellingen van het IIIde Bataljon van het 15Li (III/15Li). 

4Li Sluis Diepenbeek

Dispositief van de 10Cie van III/4Li aan de sluis te Diepenbeek op 10 mei 1940 (originele schets van mei 1940).

IV/4Li
Zoals gebruikelijk worden de middelen van het IVde Bataljon (IV/4Li) verdeeld over het bataljon in eerste echelon en het bataljon in tweede echelon. De bataljonsstaf van het IVde Bataljon bevindt zich bij de Staf van III/4Li nabij het bruggenhoofd van Sluis Nr2. 

  • 13/IV/4Li
    De 13Cie van OLt Res Van Den Torren beschikt over drie pelotons uiterust met zware Maxim mitrailleurs. Het peloton van OLt Lesage wordt in steun gegeven van III/4Li, de twee andere pelotons zijn in steun gegeven van II/4Li.
  • 14/IV/4Li
    De 14Cie bestaat uit alles tezamen een 160-tal militairen die verdeeld zijn over drie pelotons van vier C47mm anti-tankkanonnen. De compagnie beschikt over een vijftiental Vickers Utility B trekkers en enkele vrachtwagens voor het transport van de kanonnen en bijhorend materieel. Er wordt telkens één peloton C47mm anti-tankkanonnen van de 14Cie in steun gegeven van III/4Li en II/4Li.
    Het derde peloton van de 14Cie bezet het anti-tankcentrum dat te Diepenbeek werd ingericht. Op 10 mei beschikt de compagnie slechts over elf van zijn twaalf kanonnen. Eén vuurmond is in herstelling te Luik. De 14Cie wordt bevolen door Lt Denaeghel, een officier van het actief kader.
  • 15/IV/4Li
    De compagnie mortieren van 4Li wordt bevolen door Cdt Raemaekers. De 15Cie beschikt over drie pelotons uitgerust met nieuwe performante M76 FRC mortieren [4]. Het 1ste Peloton van OLt De Cooman wordt afgedeeld bij II/4Li terwijl het 2de Peloton van OLt De Graeve in steun gegeven wordt van III/4Li. Het 3de Peloton van OLt De Backer staat opgesteld nabij het station van Diepenbeek. De compagniestaf bevindt zich bij de CP regiment

I/4Li in versterking van de Gpg De Droog
OLt Stricwant, officier van wacht op de Staf van I/4Li, wordt om 01u30 door OLt Maroy telefonisch op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Na ontvangst van het alarm bezet de bataljonsstaf zijn oorlogscommandopost (CP) te Wimmertingen. Omstreeks 02u50 is de CP operationeel en vanaf 07u00 is de rest van het bataljon klaar voor het gevecht. Het bataljon wacht verdere bevelen af te Wimmertingen (Staf, 2Cie, 4Cie), Printhagen (1Cie) en Kortessem (3Cie). In de loop van de voormiddag wordt de niet-essentiële uitrusting door OLt Stricwant, officier materieel I/4Li, afgevoerd naar het station van Hasselt waar een gesloten goederenwagon ter beschikking wordt gesteld. Aan het eind van de namiddag komt GenMaj De Droog met een beperkte staf aan te Wimmertingen en installeert zich in het plaatselijk kasteel [5].  De generaal neemt Maj Souka mee naar het voorwaarts HK van het Cavaleriekorps in Hasselt.  De beide officieren krijgen van Luitenant-generaal de Neve de Roden, commandant CK, het bevel om de Ondersector Noord van de Bretel van Kortessem tegen dageraad van 11 mei te bezetten. Na zijn terugkeer uit Hasselt roept de bataljonscommandant zijn officieren en Lt Res Tornay, de commandant van de Cie C47 T13/1Div, bijeen voor een ordergroep waar de orders worden verspreid om de Ondersector Noord te bezetten. Maj Souka wil de stellingen bezet hebben tegen 03u00. Hij verkiest ‘s nachts stelling te nemen om niet gehinderd te worden door de Duitse luchtmacht tijdens de stellingname.

GnKCie/4Li
De GnKCie/4Li ontvangt het algemeen alarm om 02u00. 1KaptMed Van Cappellen laat zijn compagnie onmiddellijk stelling nemen en alle hulpposten zijn bemand tegen 04u00. De zieken die zich in de infirmerie bevinden worden afgevoerd naar de Lichte Ambulance van de 1Div te Hasselt. Gedurende de ganse eerste dag van de oorlog vallen er geen gewonden te betreuren, de compagnie moet niet ingrijpen.

De miliciens van Leke van de Klas 39, met ook Korporaal Mahieu (links onder). Nog 89 dagen dienstplicht, maar toen brak de oorlog uit.

Staf/4Li 
Ten noorden van de ondersector van het 4Li bevindt het gros van de vijandelijke troepen zich bij het aanbreken van de dag nog ter hoogte van de Zuid-Willemsvaart waar ze bij het invallen van de duisternis op 10 mei gestopt werden door de Gpg Ninitte. Alleen de vijandelijke voorhoede is gedurende de nacht van 10 op 11 mei verder opgerukt richting Albertkanaal en bevindt zich ter hoogte van Zutendaal. Hierdoor blijft het tijdens de voormiddag nog rustig voor de stellingen van 4Li. In de loop van de dag verneemt de Staf/4Li echter meer details over het verloop van de eerste oorlogsdag bij het Iste Legerkorps (I/LK). De toestand is verre van geruststellend; in de sector van de 7de Infanteriedivisie (7Div) zijn op 10 mei de bruggen over het Albertkanaal te Veldwezelt en Vroenhoven intact in de handen van de vijand gevallen en het fort van Eben-Emael is volledig uitgeschakeld door parachutisten die met zweefvliegtuigen op het dak van het fort geland zijn. De 7Div vocht in de vroege ochtend van 11 mei nog verbeten om de laatste stellingen maar moest de strijd staken en terugtrekken waarna de vijand ongehinderd richting Tongeren kon oprukken. De verdediging van de zone van het I/LK wordt dan ook al opgeheven om 11u00 waarna het I/LK om 12u50 de algehele aftocht naar Leuven beveelt. Hiermee wordt de oostflank van de 1Div en dus ook van het 4Li blootgegeven aan de vijand. Daar waar het relatief rustig blijft op de stellingen langs het Albertkanaal ziet het er naar uit dat de hoofdkrachtinspanning van het 4Li bij de verdediging van zijn rechterflank zal komen te liggen. De vijandelijke druk op de flank van 4Li blijft echter beperkt omdat door omstandigheden de infanterieregimenten van de 4Div (7Li, 11Li en 15Li) niet op de hoogte worden gebracht van het terugtrekkingsbevel van het I/LK. Deze regimenten blijven een defensieve stelling bezetten tussen Bilzen en Hoeselt. Meer naar het zuiden bereikt de vijand de omgeving van Kortessem en Wellen vanaf 13u30 waarna verwoede gevechten uitbreken met de flankhoede van GenMaj De Droog. Om 18u00 krijgt de 1Div de toelating van het CK om zijn troepen vanaf 22u00 terug te trekken naar het westen. Pas om 19u00 worden de  infanterieregimenten van de 4Div op de hoogte gebracht van het zes uur eerder door het I/LK gegeven terugtrekkingsbevel. Er wordt prompt gehoor gegeven aan het bevel en de aftocht naar Leuven wordt onmiddellijk ingezet. Het 4Li, met uitzondering van I/4Li dat onder bevel staat van de Gpg De Droog, wordt teruggeroepen van het Albertkanaal en naar de Demer/Gete-Stelling gezonden [6]. Het regiment ontvangt zijn marsorders van de Staf/1Div in de loop van de vooravond maar ontvangt tegelijkertijd ook de opdracht om een beperkte achterhoede ter grootte van een versterkte compagnie te leveren om de terugtocht van de 1Div te dekken. Deze troepen dienen ter plekke te blijven tot 02u00 tijdens de nacht van 11 op 12 mei.  De rest van het regiment zal zijn stellingen verlaten vanaf het invallen van de duisternis rond 21u30. De aftocht van het gros van het regiment loopt via Diepenbeek, Wimmertingen, Alken en Kortenbos richting Budingen ten westen van de Gete. 

II/4Li
Het Franse verkenningspeloton van SLt du Chazeau, die de nacht doorbracht nabij het station van Diepenbeek, verlaat na middernacht zijn kantonnement en neemt rond 02u15 stelling bij de brug over de Demer op de weg van Diepenbeek naar Genk in het kwartier van II/4Li. De eenheid houdt er zich klaar om eventueel tussenbeide te komen in de ondersector van 15Li. SLt du Chazeau bezoekt rond 04u00 de CP van 15Li om de inzet van zijn peloton in de ondersector van 15Li te coördineren maar nadat hij er verneemt dat de brug reeds gesprongen is besluit hij om uiteindelijk in de ondersector van 4Li te blijven. De dag verloopt relatief rustig bij II/4Li tot in de namiddag de stellingen ten noorden van Diepenbeek gebombardeerd worden door de vijandelijke artillerie, echter zonder noemenswaardige schade aan te richten. Majoor Dieperinck wordt om 19u00 door de regimentscommandant op de hoogte gebracht dat zijn bataljon de achterhoede moet leveren om de terugtocht van de 1Div te beveiligen. II/4Li moet een achterhoede samenstellen bestaande uit vijf fuselierspelotons gesteund door twee pelotons mitrailleurs en twee (TBC) pelotons C47mm anti-tankkanonnen waaronder dat van Adjudant Van De Walle. De achterhoede wordt ook nog uitgebreid met het peloton van III/4Li dat staat opgesteld in het bruggenhoofd rond Sluis Nr2. De pelotons moeten een dwarsstelling innemen die begint bij het bruggenhoofd rond Sluis Nr2 en vervolgens langs de oostrand van Diepenbeek reikt tot 1 kilometer voorbij Diepenbeek op de baan naar Kortessem. De achterhoede zal op deze dwarsstelling steunpunten innemen die tijdens de mobilisatie al verkend en voorbereid werden. De twee pelotons C47mm beveiligen de noordelijke, oostelijke en zuidelijke toegangswegen tot Diepenbeek. Om 21u30 verlaat II/4Li zijn stellingen in tweede echelon van 4Li om de dwarstelling te bezetten en verlengt hiermee de stellingen van de flankhoede van het CK tot aan het Albertkanaal. Er vallen geen incidenten te melden gedurende het eerste deel van de nacht.

III/4Li
De brug over het Albertkanaal op de baan Genk-Diepenbeek wordt om 03u25 op bevel van de bataljonscommandant van III/15Li tot ontploffing gebracht nadat het laatste element van het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) de brug heeft overschreden.  Hierna wordt het rustig voor de stellingen van III/4Li. Pas om 16u45 verschijnen de eerste vijanden voor de stelling die prompt onder vuur worden genomen door de het peloton mortieren van OLt De Graeve.  Het IIIde Bataljon duidt om 19u00 het peloton fuseliers van OLt Res Libotte aan om de achterhoede te versterken. Het peloton van de 10Cie staat opgesteld bij de Sluis Nr 2 en komt onder bevel te staan van II/4Li. De rest van het bataljon verlaat zijn stellingen nabij Sluis Nr 2 en begint om 22u00 de voetmars naar Budingen.

IV/4Li
Volgens de planning zou het regiment de transportmiddelen van de gevechtsechelons te Wimmertingen klaar houden om de zware mitrailleurs en mortieren met de bijbehorende munitie op te laden.  Bij de aankomst van de troepen in dit dorp zijn de caissons reeds vertrokken naar Budingen, zodat het gros van de zware Maxim mitrailleurs door de bemanning gedragen moet worden. De mortieren worden door de bemanningen voortgetrokken of getransporteerd met gelegenheidsmiddelen.

  • 13/IV/4Li
    Het peloton van OLt Lesage krijgt om 22u00 van de Staf III/4Li het bevel om zijn stellingen te verlaten en zich naar Wimmertingen te begeven. De manschappen van het peloton dragen de zware mitrailleurs van de Sluis Nr 2 aan het kanaal tot de dorpskern van Wimmertingen waar ze hopen de mitrailleurs op de voertuigen van de gevechtsechelons te laden. Wanneer ze in Wimmertingen toekomen zijn de voertuigen reeds vertrokken naar Budingen. Er breekt onenigheid uit in het peloton omdat de manschappen niet bereid zijn de mitrailleurs tot Budingen te dragen. Een poging om paardenkarren te vinden in de omliggende boerderijen levert niets op omdat de bevolking Wimmertingen reeds verlaten heeft. De mitrailleurs worden dan maar in een beerput gegooid. Bij de andere twee pelotons van de 13Cie gebeurden gelijkaardige feiten waardoor de 13Cie zonder mitrailleurs vertrekt uit Wimmertingen.
  • 14/IV/4Li
    Lt Denaeghel blijft met de Staf/14Cie achter te Diepenbeek ter ondersteuning van de pelotons C47mm toegekend aan de achterhoede van de 1Div.
  • 15/IV/44Li
    In de namiddag ondergaat het Pl De Backer een artilleriebombardement. De vuren waren eerder gericht op het station van Diepenbeek dan op de mortierstellingen. Het peloton lijdt geen verliezen bij de beschieting. Om 20u00 krijgt het peloton het bevel van de compagniecommandant om de mortierstellingen op te breken en naar Budingen te vertrekken.
Opstelling van het 4Li en de Gpg De Droog op de oostflank van het CK om 11u30 op 11 mei. Driekwart van het eerste echelon is bezet (projectie op recente kaart).

Opstelling van het 4Li en de Gpg De Droog op de oostflank van het CK om 11u30 op 11 mei. Driekwart van het eerste echelon is bezet (projectie op recente kaart).

I/4Li in versterking van Gpg De Droog
I/4Li verlaat zijn kantonnementen te Wimmertingen, Printhagen en Kortessem om 01u00 en hoopt twee uur later te kunnen starten met de opstelling van de troepen. Door het drukke verkeer op de wegen komt de bataljonsstaf slechts om 04u00 aan op zijn nieuwe standplaats te Krijt. De bagagewagens van het bataljon (oftewel gevechtstreinen) worden langsheen de Zavelstraat opgesteld.  Het levensmiddelenechelon (oftewel veldtreinen) wordt teruggetrokken naar Alken. De troepen van het bataljon moeten volgens plan stelling nemen vanaf Diepenbeek in het noorden, over Krijt, tot aan Kasteel Jongenbos [7] in het zuiden. Van noord naar zuid worden de 2Cie, 3Cie en 1Cie in lijn opgesteld. De 2Cie moet een steunpunt inrichten te paard op de N2 ten oosten van Diepenbeek, de 1Cie moet een steunpunt inrichten in de bossen rond het Kasteel Jongenbos ten noorden van Vliermaalroot en de 3Cie zorgt voor de verbinding tussen beide steunpunten. De mitrailleursecties van de 4Cie worden zoals gebruikelijk verdeeld over de compagnies in lijn. Het scharnierpunt van de stelling te Diepenbeek krijgt drie secties van twee mitrailleurs van de 4de Compagnie in steun. De 3de Compagnie moet het met één sectie mitrailleurs stellen, terwijl de 1ste Compagnie de laatste twee secties mitrailleurs toebedeeld krijgt. De CP van de 4Cie voegt zich bij de CP van I/4Li te Krijt. De uitvoering van de inplaatsstelling van I/4Li verloopt echter niet zonder problemen.  Vooreerst ontbreken bij de Compagnie C47 op T13 van de 1Div twee van de twaalf tankjagers.  Deze voertuigen staan in panne te Kortessem.  Daarnaast is Krijt bezet door een deel van de bevoorradingsechelons van het 15Li.  Tenslotte is het door I/4Li geplande steunpunt op de baan van Diepenbeek naar Beverst reeds bezet door de 2Cie van het I/11Li.  De opstelling van I/4Li wordt dan ook slechts rond 07u00 voltooid met het aansluiten van de veldtelefoonlijnen naar de commandoposten van de compagnies. 

Naar aanleiding van de verontrustende toestand bij het I/LK werkt GenMaj De Droog orders uit om de net binnengelopen eenheden van de Gpg Ninitte te briefen over de bezetting van de Bretel van Kortessem. Om 08u30 wordt het plan te Wimmertingen aan de commandanten van deze eenheden gebriefd. In de Ondersector Noord zal het EskCy 1Div de stellingen van I/4Li en de Cie C47 T13/1Div verlengen tot Vliermaalroot. De Iste Groep van het 2de Regiment Gidsen (I/2G) zal het tweede echelon van de Ondersector Noord bezetten.  Het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) krijgt het bevel over de Ondersector Zuid en zal stelling nemen in eerste echelon van Kerniel over Gors-Opleeuw en Guigoven tot Wintershoven. De kruispunten van Kortessem en van Wellen zullen in tweede echelon verdedigd worden door de IIde Groep van 2G (II/2G) en de Wielrijdersgroep van de 14de Infanteriedivisie (GpCy 14Div). De Gpg De Droog kan ook rekenen op de artilleriesteun van twee tijdelijk daartoe samengestelde artilleriegroeperingen van het 19de Regiment Artillerie (19A), korpsartillerie van het CK.

De 2Cie van het I/11Li verlaat zijn steunpunt rond 10u30 waarna het peloton van OLt Deckens de stelling (met codenaam “Armand“) overneemt. Maj Souka kan zijn bataljon eindelijk zoals gepland opstellen. Om 11u00 maakt hij een inspectieronde  van de stellingen van de 1Cie en de 3Cie. Alle stellingen zijn voorzien van voldoende munitie. Tegen 11u30 komen ook de manschappen van het EskCy 1Div toe in de ondersector en nemen hun posities in nabij Vliermaalroot. De rest van de dag wordt druk gewerkt aan de diverse veldversterkingen.  Op alle wegen in de omgeving heerst de grootste chaos en trekken duizenden Belgische militairen voorbij.  Er worden troepen gesignaleerd van zowel de 4Div als van de 7Div.  De terugtrekkende militairen trachten de manschappen van het bataljon ervan te overtuigen om eveneens naar het westen te vluchten.  De bevoorradingsechelons van het 15Li vervoegen de aftocht rond 13u00 en laten hierbij een berg voorraden en materieel achter. 

Situatie in de Ondersector Zuid van de Groepering De Droog op 11 mei om 13u30 (projectie op recente kaart).

Situatie in de Ondersector Zuid van de Groepering De Droog op 11 mei om 13u30 (projectie op recente kaart).

Maj Souka is bezorgd over het uitblijven van elke verbinding op het terrein met de Ondersector Zuid. Kapitein Jones van het EskCy 1Div meldt dat er zich ten zuiden van zijn stellingen geen bevriende troepen bevinden. II/1JP, die de orders om de dwarsstelling te bezetten iets later kreeg dan de rest van 1JP, kan zijn stellingen tussen Vliermaalroot en Wintershoven niet meer innemen voor de aankomst van de Duitse voorhoede en moet terugtrekken. Hierdoor is de rechterflank van Ondersector Noord niet langer beschermd. De vijand maakt gebruik van de opening gelaten door II/1JP om te infiltreren in de dwarsstelling maar laat het EskCy 1Div op de flank van de noordelijke ondersector ongemoeid [8]. Totaal onverwacht krijgt Maj Souka om 15u00 bevel vanuit de Staf van de Groepering De Droog dat de veldtreinen zich naar Corswarem moeten begeven en dat de gevechtstreinen verplaatst moeten worden van hun kantonnement in de Zavelstraat naar Kortenbos. Hierdoor komt het bataljon zonder vervoersmiddelen te zitten voor het transport van zijn zware bewapening. GenMaj De Droog laat ook weten dat de noordelijke ondersector een duizendtal fietsen mag verwachten in de loop van de namiddag om de mobiliteit van de troepen te verbeteren [9].  Maj Souka maakt in de loop van de avond zijn beklag over de aankomst van slechts twee van de beloofde duizend rijwielen bij het bataljon. 

Om 15u00 infiltreren enkele Duitse pantserwagen tussen het 1ste en 2de Ech van de Ondersector Zuid. De aanval wordt echter niet gevoed waarop I/1JP zich kan herontplooien op het 2de Ech.

Om 17u00 meldt Majoor du Chastel de la Houwarderie, commandant van I/2G, zich met enkele van zijn officieren aan op de CP van I/4Li. De groep zelf is nog onderweg en wordt in zijn opmars gehinderd door terugtrekkende troepen. Maj Souka duidt de door I/2G in te nemen stellingen aan op kaart waarna de officieren op verkenning vertrekken. Op dat ogenblik komt ook Kapitein-commandant Van Neerom, commandant van I/19A toe op het CP van I/4Li te Krijt. Hij meldt dat de vier batterijen van de Groepering Noord (1Bij, 2Bij, 7Bij en 8Bij van 19A) klaar tot vuren zijn en dat alle artilleriewaarnemers hun OP’s hebben ingenomen. I/19A heeft onder meer een OP geïnstalleerd in de kerktoren van Vliermaalroot. Om 18u30 komen de eerste elementen van I/2G aan in de Ondersector Noord en nemen stelling op het tweede echelon. De 4Cie van I/4Li stuurt personeel van de compagniestaf in versterking van I/2G om mitrailleurs te bemannen. Rond 20u30 is de bezetting van het tweede echelon door I/2G in Ondersector Noord voltooid. Bij de 2Cie vallen de steunpunten “Baudewijn” en “Cesaromstreeks 21u30 voor de eerste keer onder vuur.  Er wordt even over-en-weer geschoten met Duitse verkenners die niet verder aandringen. Rond 23u00 maakt ook de 1Cie contact met de vijand. De intensiteit van de gevechten neemt toe. Lt Ceelen, commandant van de 2Cie, meldt dat OLt Res Van Hooreweder zijn pelotonssteunpunt “Cesar” tijdelijk heeft moeten ontruimen onder vijandelijke druk maar dat de stellingen opnieuw zijn ingenomen.

GnKCie/4Li
Op de regimentshulppost worden om 04u00 twee gewonden binnengebracht die behoren tot het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP). Het betreft Kapitein-commandant Linard de Guertechin en zijn chauffeur. Cdt Linard die de achterhoede van 1JP beveelt raakte tijdens de terugtocht naar het Albertkanaal om 02u45 zwaar gewond bij een verkeersongeval op de baan van As naar Genk. Zijn voertuig werd tijdens de nacht aangereden door een T15. De gewonden worden gestabiliseerd en overgebracht naar het triagecentrum van de 1Div te Brustem. Om 14u00 worden opnieuw twee gewonden afgevoerd naar de hulpplaats 1Div. Ondanks de gegeven orders keert de ambulance niet meer terug. Om 20u00 ontvangt 1KaptMed Van Cappellen het verwittigingsbevel dat de regimentshulppost om 22u00 dient terug te plooien naar Kortenbos. Om 22u00 vertrekt het 4de Peloton van de GnKCie uit Diepenbeek om via Rapertingen, Wimmertingen en Alken het dorp Kortenbos te bereiken.

StafCie/4Li
De Stafcompagnie  van het regiment (StafCie/4Li) beschikt eveneens over een kliek met klaroenblazers en tamboers die nog steeds in het gemeentehuis van Diepenbeek ingekwartierd is.  Tamboer-majoor 1ste Sergeant-Majoor Ryclandt, Soldaat Vermeulen en Soldaat muzikant Van Cleven krijgen in de late namiddag een vrachtwagen toegewezen door Onderluitenant Res Bienfait, commandant van de StafCie, om manschappen en materieel over te brengen naar het kasteel van Nieuwenhoven op het grondgebied van Kortenbos.  De militairen moeten de vrachtwagen binnen de 3u terugbrengen op de regimentsstaf, maar keren niet terug van hun opdracht.  Door dit incident heeft het 4Li zijn archief moeten achterlaten te Diepenbeek [10] bij gebrek aan transportmiddelen.

Militairen van het 4Li aan het Albertkanaal.

Staf/4Li 
Tijdens de mars naar Budingen dreigen de colonnes ingehaald te worden door Duitse gemechaniseerde troepen die met grote snelheid in zuidwestelijke richting oprukken. De Staf van het regiment bereikt Budingen tussen 11u45 en 13u00 en wordt er opgevangen door het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy). Hier wordt een rustkantonnement georganiseerd waar de verschillende detachementen van 4Li die Budingen bereiken opgevangen worden. Het regiment blijft tot ongeveer 20u00 in zijn rustkantonnement te Budingen maar moet dan Budingen verlaten aangezien deze gemeente in de voorste linies van de Demer/Gete-stelling ligt en het 2Cy zich klaar maakt om contact te maken met de vijand. 4Li zal in eerste instantie naar Ransberg doortrekken om zich in veiligheid te brengen. Deze etappe verloopt relatief vlot waardoor de colonnes tussen 23u00 en 24u00 te Ransberg aankomen. Met uitzondering van het 3Li dat aan de Demer/Gete-Stelling ontplooid wordt, zal de rest van de 1Div tijdens de nacht van 12 op 13 mei teruggetrokken worden ten westen van de K.W. Stelling in een zone tussen Buken, Tildonk en Wespelaar. 

II/4Li
De achterhoede blijft zoals voorzien op stelling tot 02u00 zonder contact te maken met de vijand. Om 02u00 geeft Maj Dieperinck de verschillende pelotons opdracht om te verzamelen in een zone op 1 km ten  westen van Diepenbeek. Om 02u30 ontbreken nog twee pelotons op het appel, het betreft het peloton van OLt Libotte dat zich bij de sluis bevindt en het peloton van OLt Res De Waha. Maj Dieperinck wacht nog tot 02u50 en geeft dan het bevel tot de terugtocht. Hij laat een motorrijder achter op het RV punt voor het geval beide pelotons nog zouden opdagen. De motorrijder wacht nog tevergeefs tot 03u30 en keert vervolgens terug naar de bevriende linies. De achterhoede verlaat Diepenbeek om via Wimmertingen, Alken, Kosen, Nieuwerkerken, Bunderveld naar Budingen te marcheren. De twee pelotons C47mm, die de kanonnen reeds hadden aangehaakt aan hun tractoren, vervoegen de colonne van de achterwacht wanneer die Diepenbeek passeert. De colonne wordt te Kosen en te Nieuwerkerken gemitrailleerd door de Duitse luchtmacht echter zonder schade op te lopen. Tegen 12u30 bereikt de colonne Budingen maar wordt opgehouden door een overstromingsgebied dat door de genie in de Getevallei werd aangelegd. De manschappen doorwaden het gebied, het water reikt tot aan de knieën. Het peloton van OLt Waha is op eigen initiatief teruggekeerd en raakt slaags met de vijand ter hoogte van Sint-Truiden. Bij de schermutselingen wordt het peloton gevangen genomen. Het peloton van III/4Li is door een misverstand tot 05u00 ter plaatse gebleven bij de sluis om vervolgens langs dezelfde reisweg zonder verliezen Budingen te bereiken.

III/4Li
Het peloton van OLt Libotte bevindt zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei nog steeds bij de Sluis Nr 2. Wanneer om 02u00 het bevel tot de terugtocht wordt gegeven door de commandant van de achterhoede, Maj Dieperinck, bereikt dit order het peloton bij de sluis niet. Pas bij dageraad, wanneer het steunpunt aan de sluis om 05u00 wordt aangevallen, beseft de pelotonscommandant dat hij met zijn peloton geïsoleerd achtergebleven is. Hij slaagt erin om het contact af te breken en zijn peloton alsnog intact te laten terugtrekken achter de Demer/Gete-Stelling [11].

De colonne van het IIIde Bataljon is al de ganse nacht onderweg en is Diepenbeek, Wimmertingen, Alken en Kortenbos zonder probleem gepasseerd. Omstreeks 10u00 wordt de colonne tussen Kortenbos en Nieuwerkerken aangevallen door enkele Duitse vliegtuigen.  De schade blijft beperkt, maar het bataljon loopt vertraging op. Uiteindelijk komt de bataljonscolonne tegen 12u00 te Budingen aan. Lang kan er niet gerust worden want om 20u00 vertrekt het bataljon opnieuw om zich te voet naar Ransberg te begeven waar het bataljon tegen 23u00 aankomt.

IV/4Li
De compagnies van het IVde Bataljon begeven zich tijdens het tweede gedeelte van de nacht te voet naar Budingen. 

  • 15/IV/4Li
    Ook de pelotons mortieren missen het RV met hun transportmiddelen. De manschappen van de 15Cie ondernemen een poging om de mortieren, die op een afuit gemonteerd zijn, dan maar voort te trekken richting Demer/Gete-Stelling. De secties mortier gaan slechts langzaam vooruit en op de baan tussen Alken en Kortenbos worden ze bijgehaald door een vijandelijke pantserwagen. Er ontstaat een korte schermutseling waarbij 19 militairen van de 15Cie worden krijgsgevangen gemaakt en nagenoeg alle mortieren verloren gaan. 
Situatie bij de achterwacht 1Div (II/4Li) en in de Ondersector Noord van de Gpg De Droog op 12 mei om 00u00.

Situatie bij de achterwacht 1Div (II/4Li) en in de Ondersector Noord van de Gpg De Droog op 12 mei om 00u00.

I/4Li in versterking van de Gpg De Droog
Om middernacht meldt een officier van de GpCy 14Div zich aan op het CP van I/4Li met een schriftelijk bevel om twee C47/T13 af te staan aan de GpCy 14Div. De officier zal de twee C47/T13 persoonlijk naar Wellen begeleiden. Er wordt niet onmiddellijk gereageerd op de vraag om steun want kort na middernacht duikt de vijand opnieuw op ter hoogte van de steunpunten van de 2Cie en er dient hier eerst op gereageerd te worden. Het peloton van OLt Van Hooreweder wordt een tweede keer uit zijn stelling verdreven, enkel het peloton mitrailleurs van OLt De Schrijver bevindt zich nog in het steunpunt “Cesar“. Het peloton van OLt Deckens verlaat steunpunt “Armand” zonder de zware mitrailleurs van OLt De Bruycker te verwittigen. Wanneer ook bij de 1Cie en de 3Cie contact gemaakt wordt met de vijand wordt een afsluitingsvuur aangevraagd aan I/19A. De compagnies worden op de hoogte gebracht van de vuuraanvraag waarna I/19A om 00u30 180 granaten afvuurt in het voorgebied van het bataljon. Bij de vraag naar de uitwerking van de vuren antwoorden de compagnies dat “de schoten nogal kort vielen“. Het EskCy 1Div dat nog steeds geen contact heeft gemaakt met de vijand wordt uitgestuurd op patrouille langs de ongedekte flank van de ondersector. Nu pas wordt het bevel om twee T13’s af te staan doorgegeven aan de Cie C47 T13/1Div. Om 01u00 komt een schriftelijk bevel van GenMaj De Droog toe met orders om de dwarsstelling te verlaten tegen 02u00. De troepen moeten terugtrekken richting Demer/Gete-Stelling via de marsroute  Diepenbeek, Hasselt, Kuringen, Herk-de-Stad, Halen en Diest naar Loksbergen (langs de N2). Er wordt RV gegeven voor de terugtocht aan kilometerpaal 82.500 langs de Steenweg (N2) ten westen van Diepenbeek.  Het EskCy 1Div moet de terugtocht langs de N2 beveiligen tot Hasselt, de Cie C47 T13/1Div zal de colonne gedurende de ganse terugtocht beschermen. De nodige orders worden verspreid naar de compagnies per estafette, de 2Cie wordt zelfs verwittigd door Aalmoezenier Gilles de Pelichy. Van zodra de artillerie om 01u00 het terugtochtbevel ontvangt wordt gestart met het opbreken van de batterijstellingen zodat om 02u00 de stelling verlaten kan worden. Hierdoor zal I/4Li het gevecht moeten afbreken zonder artilleriesteun. I/4Li heeft geen radioverbinding meer met zijn hogere echelon, noch met de staf van de 1Div. Om 02u00 verlaat ook het I/2G zijn stellingen en vat de terugtocht aan.

De CP van I/4Li wordt opgebroken en verlaat Krijt om 02u15 samen met de Staf van de 4Cie. OLt Destordeur van de Staf wordt naar Kortenbos gestuurd met als opdracht de camions van de gevechtstreinen, met onder meer de munitiecaissons, naar Hasselt te sturen teneinde de zware mitrailleurs en de munitie op te pikken. Bij afwezigheid van vervoer zullen de mitrailleurs dan maar tot Hasselt moeten gedragen worden of getransporteerd met in beslag genomen stootkarren. Onderweg naar het RV vervoegt de 3Cie de bataljonsstaf. Wanneer ze rond 03u00 toekomen op het RV-punt bevindt zich daar reeds de 2Cie met uitzondering van het Pl De Bruycker van de 4Cie. Dit peloton werd niet verwittigd van de terugtocht en zal zijn stellingen pas om 06u00 verlaten net voor de vijand een nieuwe aanvalspoging op de dwarstelling inzet. Op het RV bevindt zich nog de motorrijder van II/4Li die werd achtergelaten om de twee achtergebleven pelotons van de achterhoede 1Div op te vangen. Het EskCy 1Div komt ook toe op het RV maar van de 1Cie is er nog geen spoor. Er wordt gewacht tot 03u30 waarna een motorestafette naar Kasteel Jongenbos wordt gestuurd om poolshoogte te nemen. Kapitein Jones van het EskCy 1Div vraagt om zijn beveiligingsopdracht tussen Diepenbeek en Hasselt al te mogen starten en krijgt hiervoor de toelating. De 1Cie die pas om 02u00 het terugtochtbevel ontving heeft moeite om al zijn elementen te verwittigen van de terugtocht. Ook zijn er problemen om een sectie Mi te ontruimen die onder vijandelijk vuur lag, de twee mitrailleurs worden op stelling achtergelaten. De Cie C47 T13/1Div  meldt bij aankomst op het RV dat er twee pantserwagens op de dwarsstelling achtergebleven zijn en dat de compagnie nog slechts over zeven C47 op T13 beschikt. De 1Cie bereikt het RV uiteindelijk rond 04u00 waarop de bataljonscolonne vertrekt. Voorop een beveiligingselement van drie T13 gevolgd door de Staf I/4Li en de Staf/4Cie. Daarna de 2Cie met het peloton Mi van OLt De Schrijver gevolgd door de 3Cie met zijn sectie Mi en als achterhoede de 1Cie beschermd door vier T13. De terugtocht tot Hasselt dat om 06u00 bereikt wordt verloopt probleemloos. Wanneer de kop van de colonne toekomt te Hasselt wordt het EskCy 1Div ontlast van zijn beveiligingsopdracht waarna het eskadron zijn terugtocht richting Demer/Gete-Stelling aanvat.

Spoordriehoek ten westen van Hasselt waar het I/4Li kwam vast te zitten doordat beide spoorbruggen over de N2 door 24Li werden opgeblazen.

Spoordriehoek ten westen van Hasselt waar het I/4Li kwam vast te zitten nadat beide spoorbruggen over de N2 door 24Li werden opgeblazen (kaartfragment uit stafkaart van 1939).

De marscolonne trekt doorheen het centrum van Hasselt en begeeft zich vervolgens naar Kuringen via de Kuringersteenweg (N2).  I/4Li komt echter voor een dubbele wegversperring te staan wanneer ontdekt wordt dat het 24Li bij zijn aftocht de beide spoorbruggen over de N2 van de spoorwegdriehoek Hasselt – Genk – Diest heeft vernield met explosieven [12].  Maj Souka laat zijn motorvoertuigen omrijden via de Runkstersteenweg richting Stevoort. Wanneer hij bij de vernieling toekomt ziet hij dat de bruggen slechts gedeeltelijk ingestort zijn en dat bij beide bruggen het brugdek aan een kant nog op de spoorwegberm rust. Terwijl de manschappen om 06u30 halt houden voor de versperring en wat rust gegund wordt passeren de drie T13 op kop van de colonne onder de gedeeltelijk vernielde bruggen. Ook de majoor kan met zijn stafauto onder de bruggen doorrijden en begeeft zich verderdoor naar Kermt om er na te gaan of de brug over de spoorweg nog intact is.

Op het ogenblik dat Maj Souka teruggekeerd is uit Kermt en bij de wegversperring in Kuringen het bevel geeft om verder te marcheren wordt de rustende colonne vanuit noordelijke en oostelijke richting onder vuur genomen.  De vijand had bij de doortocht van het bataljon te Hasselt reeds een groot deel van de stad in handen.  Majoor Souka laat onmiddellijk enkele FM mitrailleurs in stelling brengen om te riposteren, en laat eveneens twee T13 voertuigen terugkeren onder de bruggen om tussenbeide te komen. Een van de T13 tankjagers komt zonder munitie te zitten en wordt getroffen door een Duitse anti-tankgranaat, waarbij de wagenoverste Sergeant Tersyn en zijn bemanning gewond wordt. Het gros van de infanteristen gaat in dekking in de zuidelijke berm van de baan naar Kuringen. Vooral de 2Cie die op kop marcheert komt vast te zitten bij de brug en raakt verwikkeld in hevige gevechten. De 3Cie en de 1Cie die zich verder van de hindernis bevinden buigen af naar het zuiden en proberen via het goederenrangeerstation van Hasselt te ontkomen. De manschappen van het peloton mitrailleurs van OLt De Schrijver ondernemen nog een poging om enkele zware mitrailleurs in stelling te brengen maar dit manoeuvre mislukt onder vijandelijk vuur. Maj Souka bemerkt dat zijn troepen omsingeld dreigen te worden en laat zijn manschappen vervolgens op eigen initiatief wegvluchten.  Ten gevolge van deze beslissing worden alle Maxim mitrailleurs te plekke achtergelaten. Bij de gevechten tussen Hasselt en Kuringen sneuvelen acht militairen van I/4Li. De Sergeanten Raps [13] en Schaepdrijver, Korporaal Christiaans en de Soldaten Bouckhuyt, Bigler en De Bruyne [14] komen om bij de gevechten aan de spoorwegbruggen, de Korporaals Hoef en Van Loocke sneuvelen wanneer de 1Cie aan omsingeling probeert te ontsnappen.

Zelf kan de majoor met een klein detachement bestaande uit zijn persoonlijk voertuig en een T13 pantserwagen ontkomen in de richting van Kermt.  Hij bereikt het dorp omstreeks 07u15 en besluit onmiddellijk door te rijden naar Herk-de-Stad.  Het detachement kan de Gete oversteken te Halen en vervoegt enige tijd nadien in Kortenaken de commandopost van de 1ste Infanteriedivisie. Hij verkeert in de illusie dat zijn ganse bataljon in handen van de vijand is gevallen.

De door de Belgische genie vernielde brug over de Velpe te Halen. Bij de explosie van 12 mei komen de soldaten Callant, Deleu, Deprez en Verstraete van I/4Li om het leven.

Majoor Souka brengt verslag uit bij Luitenant-generaal Coppens en wordt vervolgens doorgestuurd naar de staf van het Cavaleriekorps om ook bij Luitenant-generaal de Neve de Roden zijn verhaal te doen.  Hij vreest dat de commandant van het CK hem het verlies van zijn bataljon ten laste zal leggen, maar dat gebeurt niet. Tegen het middaguur keert hij zonder blaam terug naar Kortenaken.  Hier laat de divisiestaf hem weten dat de 1Cie en het levensmiddelenechelon van het bataljon teruggevonden zijn. De 1Cie van Cdt Verhulst is vanuit Hasselt kunnen ontsnappen naar Steevoort om vervolgens via Herk-de-Stad en Halen Budingen te bereiken. De 1Cie heeft wel het peloton fuseliers van OLt Van Eygen dat de aftocht dekte, moeten achterlaten. Het levensmiddelenechelon is kunnen ontkomen via Alken, Kortenbos, Nieuwerkerken, Binderveld en Budingen. Wanneer Maj Souka in Budingen de rest van 4Li vervoegt ontdekt hij dat ook een deel van de 2Cie het dorp Budingen heeft kunnen bereiken. Het peloton fuseliers van OLt Laeremans en het peloton mitrailleurs van OLt De Schrijver hebben zich niet kunnen loshaken bij de gevechten aan de bruggen van Kuringen en werden gevangen genomen. Ook de 3Cie is kunnen ontsnappen mits achterlaten van het peloton van Adjudant Verstraete. De 3Cie en de Staf van de 4Cie lopen intussen de bevriende linies binnen te Halen. OLt Rousseau (Comd 3Cie) en OLt Deckens (Comd 4Cie) passeren de linies van 2Cy dat staat opgesteld achter de Gete in eerste echelon en lopen verder op kop van de colonne om contact te nemen met het 24Li dat staat opgesteld in tweede echelon achter de Velpe. Op het ogenblik dat ze zich identificeren bij Kolonel SBH Franckx, commandant 24Li, breekt er paniek uit bij het detachement van 11/III/24Li (Cdt Puraye) dat de brug bewaakt en die de terugtrekkende militairen voor vijand aanzien. Ze blazen de brug voortijdig op terwijl de twee companies de brug passeren. Tot overmaat van ramp worden de manschappen van 4Li ook nog eens beschoten wanneer ze van de brug wegvluchten. Bij de explosie van de springlading onder de brug over de Velpe komen de soldaten Callant, Deleu, Deprez en Verstraete om het leven.

De bataljonscommandant verzamelt te Budingen zoveel mogelijk van zijn militairen en laat dit detachement doormarcheren naar Ransberg nabij Kortenaken waar het regiment zal gehergroepeerd worden achter de Demer/Gete-Stelling.  Deze mars neemt de ganse namiddag in beslag. Later op de dag komen ook de restanten van de 3Cie en 4Cie te Ransberg toe. Er worden levensmiddelen aangekocht bij de burgerbevolking, maar heel wat inwoners van de gemeente staan erg argwanend tegenover de militairen en menen dat onze troepen niet van het Albertkanaal hadden moeten terugtrekken.

GnKCie/4Li
Om 06u00 wordt de aanwezigheid gemeld van zes gewonden langs de Steenweg (N2) van Diepenbeek naar Hasselt. Bij gebrek aan een functionerende ambulance kunnen de gewonden niet worden opgehaald. Lt Med De Brabander wordt erop uitgestuurd om de gewonden te verzorgen. Hij moet ze echter achterlaten omdat de vijand in de buurt is gesignaleerd. Lt Med de Brabander laat de gewonden achter onder de hoede van een brancardier die het bevel krijgt bij de gewonden te blijven. In de voormiddag wordt opnieuw vertrokken via Nieuwerkerke en Binderveld tot Budingen waar de compagnie om 11u00 toekomt.

Verzamelzones van de divisies die het GHK initieel in diepte achter de K.W. Stelling wil op te stellen (projectie op recente kaart).

Verzamelzones van de divisies die het GHK initieel in diepte achter de K.W. Stelling wil op stellen (projectie op recente kaart).

Staf/4Li
Het 4Li verlaat Ransberg om 05u00 en zet zich op weg naar de kantonnementszone Buken – TIldonk – Wespelaar waar de rest van de 1Div de nacht van 12 op 13 mei heeft doorgebracht. De Staf/1Div krijgt omstreeks 07u30 te horen dat de divisie niet zal worden opgesteld in eerste echelon van de K.W. Stelling maar dat zijn eenheden verder doorgestuurd moeten worden naar een nieuwe hergroeperingszone meer naar het westen namelijk tussen Berg, Kampenhout en Elewijt. De Staf/4Li wordt onderweg verwittigd dat Berg, een dorp langs de Haachtsesteenweg ten zuidwesten van Kampenhout de nieuwe kantonnementszone voor het regiment wordt.  Tussen Ransberg en Leuven zal het regiment langs drie parallelle marsroutes vorderen.  Het IIde Bataljon volgt de steenweg Tienen-Leuven.  Het IIIde Bataljon marcheert ten noorden van deze baan via Vissenaken en Kerkom, en het Iste Bataljon krijgt een route die net ten zuiden van de steenweg loopt. Tegen 20u00 zijn de laatste detachementen aangekomen in Berg. Het Groot Hoofdkwartier beslist om de opstelling van het veldleger langsheen de K.W. Stelling te dekken met een strategische reserve van drie divisies, onder het bevel van het IIIde Legerkorps:

  • De 1ste Infanteriedivisie zal in de zone rond Kapelle-op-den-Bos en Beigem ingekwartierd worden.
  • De 4de Infanteriedivisie krijgt de zone rond Grimbergen toegewezen.
  • De in de gevechten te Lummen zwaar getroffen 14de Infanteriedivisie zal tussen Kapelle-op-den-Bos en Breendonk ondergebracht worden.

Voor het 4Li betekent dit een nieuwe nachtmars die deze keer het regiment van Berg naar Beigem ten westen van het Kanaal van WIllebroek zal brengen.

I/4Li
Majoor Souka laat zijn bataljon om 02u00 wekken en verzamelt de manschappen om 03u45 voor de aanvang van de mars naar Leuven. Ondertussen zijn nog enkele tientallen achterblijvers aangekomen, maar het bataljon is heel erg verzwakt.  Vooral bij de 3Cie ontbreken heel wat militairen en het bataljon heeft geen enkele van zijn twaalf mitrailleurs meer. Uiteindelijk vertrekt het de colonne om 04u00. Het detachement rust  tot 14u00 uit te Leuven en vertrekt vervolgens via Erps-Kwerps en Nederokkerzeel naar Berg. De troepen komen hier aan rondom 18u00 en worden langsheen de Haachtsesteenweg ingekwartierd. Rondom 21u00 breekt even paniek uit in het kantonnement wanneer een auto voorbij raast met enkele Rijkswachters die ervan overtuigd zijn dat te Haacht een gasaanval aan de gang in. Majoor Souka herstelt de rust.  Onmiddellijk nadien verneemt hij dat zijn detachement om 02u00 naar Beigem moet vertrekken.

III/4Li
Ook het IIIde Bataljon vangt om 02u00 aan met de vorming van zijn bataljonscolonne. Van zodra de colonne gevormd wordt afgemarcheerd naar Berg waar de colonne te voet om 18u00 toekomt. De nacht van 13 op 14 mei wordt te Berg doorgebracht.

Staf/4Li
Het regiment verlaat in de vroege ochtend Berg om zich naar Beigem te begeven. 4Li steekt het Kanaal van Willebroek over te Verbrande Brug en zoekt rond 08u00 nieuwe kantonnementen op te Beigem.  De kantonnementszone van de 1Div strekt zich uit over Nieuwenrode, Humbeek, Eversem en Beigem.

II/4Li
II/4Li verlaat om 02u00 Berg en begint aan de voetmars naar Beigem. 

III/4Li
Het bataljon verzamelt om 02u45 en vertrekt uit Berg om zich te voet naar Beigem te begeven. III/4Li bereikt Beigem om 10u00. Onmiddellijk wordt een rustkantonnement ingenomen om de manschappen te laten recupereren voor de volgende nachtelijke mars. De nacht van 14 op 15 mei wordt te Beigem doorgebracht.

Staf/4Li
Tijdens de namiddag krijgt de 1Div een nieuwe defensieve sector aangeduid aan het noordelijke uiteinde van het Kanaal van Willebroek.  Deze sector loopt vanaf de monding van de Rupel tot en met Sluis Nr 2 op het Kanaal van Willebroek in de gelijknamige gemeente.  Het divisiehoofdkwartier zal te Puurs ontplooid worden. In deze nieuwe sector zal het 4Li op de noordflank opgesteld worden tussen Wintam en Klein Willebroek.  Het 24Li zal de centrale ondersector tussen Klein Willebroek en Willebroek innemen.  Het 3Li tenslotte wordt in de zuidelijke ondersector opgesteld rondom Willebroek. Het Iste Bataljon, IVde Bataljon en de Regimentsstaf worden voorlopig ingekwartierd te Hingene.  Het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon zullen te Wintam verblijven.

III/4Li
Na een nacht en een dag uitgerust te hebben komt een nieuw marsoder binnen. Het bataljon moet zich naar Wintam begeven. De colonne wordt gevormd en om 18u00 wordt de voetmars naar Wintam aangevat. Er wordt ‘s nachts gemarcheerd om de troepen aan het zicht van de Duitse luchtmacht te onttrekken.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
De 14de Compagnie, die nog steeds over elf C47mm anti-tankkanonnen beschikt, wordt afgesplitst van het IVde Bataljon en doorgestuurd naar de Versterkte Positie Antwerpen (VPA) waar de compagnie onder bevel wordt geplaatst van het Vde Legerkorps (V/LK). Het V/LK is verantwoordelijk voor de verdediging van de VPA tussen de Schelde en het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten [15]. Het V/LK splitst de compagnie in twee detachementen die worden toegevoegd aan de 17de Infanteriedivisie (17Div) en de 13de Infanteriedivisie (13Div) die respectievelijk ten noorden en ten noordoosten van Antwerpen staan opgesteld achter het anti-tankkanaal dat de stad beschermt.  Deze beide divisies van tweede reserve beschikken, in tegenstelling tot actieve divisies en divisies van eerste reserve, niet over een organieke Cie C47mm op T13 noch over een organieke compagnie getrokken C47mm. Daarenboven ontbreekt in de infanterieregimenten van de tweede reserve het vierde bataljon met de zware mitrailleurs en de anti-tankkanonnen C47mm. Hierdoor kan gerust gesteld worden dat de anti-tank capaciteit van deze divisies zeer beperkt is. Om het tekort aan anti-tankmiddelen op te vangen krijgen de 13Div en de 17Div elk een detachement van de 14Cie in versterking.

GnKCie/4Li
1Kapt Med Van Capellen maakt in het rustkantonnement een verslag over aan het Maj Med Ruytinckx, commandant van het Geneeskundig Korps van de 1Div. De GnKCie/4Li is zonder al te grote verliezen uit de gevechten aan het Albertkanaal en de Gete gekomen. Alleen het 1ste Peloton, dat in versterking was bij I/4Li en de gevechten op de Bretel van Kortessem ondersteunde, is herleid tot één arts en veertien militairen zonder materieel. De verliezen zullen worden aangevuld met versterkingen komende van de Geneeskundige Versterkingcompagnie van 1Div.

Staf/4Li
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd oppercommando (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat de K.W. Stelling en de VPA ten volle verdedigd werden moeten de stellingen worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven.

De terugtocht zal in drie etappes gebeuren.  In een eerste etappe moeten de legerkorpsen van de K.W. Stelling het Kanaal van Willebroek oversteken.  Tijdens de tweede etappe zullen het IVde en Vde legerkorps de zone van de Versterkte Positie Antwerpen tot Lie ontruimen tijdens de nacht van 17 op 18 mei.  Het veldleger zal zo de nieuwe hoofdweerstandslinie Terneuzen-Gent-Oudenaarde bereiken tijdens de nacht van 18 op 19 mei.

De Rupel en het Kanaal van Willebroek zullen gebruikt worden als tussenlinie om de aftocht te dekken.   Vanaf de samenloop van de Schelde en de Rupel tot in Willebroek zal deze linie bewaakt worden door de 1ste infanteriedivisie.  Tussen Willebroek en Vilvoorde moet een samenraapsel van de brigade Grenswielrijders en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht het kanaal verdedigen.  Ten zuiden van Vilvoorde start de Britse legerzone.   De Belgische troepenmacht zal door het IIIde Legerkorps (III/LK) bevolen worden:

  • De 1ste Infanteriedivisie verdedigt de sector noord, van de Rupel tot en met Willebroek.
    • Het 4de Linieregiment bezet ondersector noord van de monding van de Rupel tot Ruisbroek.
      • Het IIIde Bataljon wordt hiervoor verplaatst naar Kalfort.
      • Het IIde Bataljon wordt opgesteld in het gebied rond Heek en Wintam.
      • Het Iste Bataljon plaatst zijn 1ste Compagnie te Bornem, met een van de pelotons aan de zuidrand van de brug te Temse.  De 2de Compagnie wordt opgesteld rond het militaire vliegveld van Hingene, aangevuld door de mitrailleurs van de 13de Compagnie.  De 3de Compagnie bezet de Scheldeoever rondom Steendorp en de aanlegkade van het veer over de rivier te Rupelmonde.  De 4de Compagnie wordt als fuselierscompagnie ingezet ten westen van Hingene.
    • Het 24ste Linieregiment krijgt ondersector centrum tussen Ruisbroek en Klein Willebroek toegewezen.
    • Het 3de Linieregiment zal ondersector zuid van de brug van Klein Willebroek tot Willebroek verdedigen.
  • De beide regimenten van de grenswielrijders verdedigen sector zuid, van Tisselt tot Vilvoorde.
    • Het 1ste Regiment Grenswielrijders wordt verantwoordelijk voor de ondersector van Tisselt tot Sas.
    • Het 2de Regiment Grenswielrijders bestrijkt de ondersector van Verbrande Brug tot Vilvoorde.
    • Deze eenheden worden aangevuld door elementen van de beide Lichte Regimenten van de Rijkswacht.
  • Vanaf Vilvoorde start de Britse legerzone.

Overdag gebeurt er niets noemenswaardigs in de ondersector van het 4Li. Vanaf het vallen van de duisternis beginnen de eerste Belgische eenheden door de divisiesector te stromen, op weg naar het westen van het land. 

III/4Li
Het bataljon komt na een ganse nacht gemarcheerd te hebben om 02u00 toe te Wintam. Er wordt in Wintam gekantonneerd tot 20u00 waarna het bataljon naar Kalfort nabij Puurs vertrekt. Het bataljon komt om 23u00 aan te Kalfort.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
Tegenover de stellingen van de 13Div rukken twee Duitse Infanteriedivisies op richting VPA. Op de as Braken, Wuustwezel, Gooreind vordert een divisie met twee infanterieregimenten op kop en op de as Brecht, Overbroek, Rommersheide vordert de andere divisie eveneens met twee infanterieregimenten op kop. Voor de stellingen van de 17Div dringt de vijand voorlopig niet aan en blijft het rustig. In de sector van de 13Div tast de Duitse voorhoede in de loop van namiddag de verdedigingslinie af teneinde inlichtingen te verzamelen voor een methodische aanval. De Duitse artillerie wordt naar voor gebracht om de aanval te kunnen steunen en mitrailleurposten worden ingericht om de stelling onder vuur te houden.

Staf/4Li 
Om 01u00 verwittigt de commandant van de 1ste Infanteriedivisie alle gevechtseenheden en vraagt hen om vanaf 04u00 klaar te zijn voor de actie.  Bij het 4Li wordt het IVde Bataljon om 03u00 verantwoordelijk voor de verdediging van de zone tussen Bornem en Puurs.

De ganse nacht en ochtend trekken duizenden Belgische militairen door de sector van de divisie op weg van de K.W. Stelling naar het westen. De Duitsers vorderen langzaam en het blijft dan ook rustig tussen Rupelmonde en Willebroek.

Het peloton Buyens van het 1ste Bataljon neemt de wacht over aan de brug van Temse van het detachement van het 2de Karabiniers-Wierijders.

Kort na de middag krijgt het 4Li te horen dat de 1ste infanteriedivisie op post moet blijven totdat de 15de infanteriedivisie zich uit de Versterkte Positie Antwerpen heeft teruggetrokken en de Scheldebrug te Temse heeft overgestoken. De 1ste Infanteriedivisie zal vervolgens eveneens te Temse de Schelde oversteken.

Doorheen het Scheldegebied bevinden zich ook nog een gedeelte van de troepen van het Franse 7de Leger die eveneens in aftocht zijn.  De Fransen willen omstreeks 16u00 de brug te Temse laten opblazen/  Na hevige discussies kan deze voor de aftocht vitale brug toch nog open gehouden worden.

Vanaf 20u00 krijgt het 3Li rond Willebroek contact met de eerste elementen van de vijandelijke 56. Infanteriedivision. De vijand heeft eerder die middag rondom Verbrande Brug onze Grenswielrijders rake klappen toegebracht en is er in geslaagd het Kanaal van Willebroek over te steken.

Om de komende aftocht van het Kanaal van Willebroek te helpen dekken, worden het 4Li herschikt om een vijandelijke doorstoot naar de bruggen over de Schelde te Temse te vermijden.  Hierbij zullen de infanteristen zo nodig op vuursteun van de II/1A en IV/1A kunnen rekenen.  In eerste instantie wordt het IIIde Bataljon ontplooid langsheen de zuid- en oostrand van Puurs en nabij het Fort van Liezele.

Frontlijn voor de 13Div op 17 mei omstreeks 21u30 (projectie op recente kaart).

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
In de sector van de 13Div bestookt de vijand rond 19u00 de stellingen van de infanterieregimenten met artillerievuur en luchtbombardementen ter voorbereiding van een methodische aanval. Een kanon C47mm dat bij de 7Cie van het IIde Bataljon van het 34ste Linieregiment (34Li) afgedeeld is, en dat staat opgesteld langs de Miksebaan in Schoten, wordt getroffen door een vijandelijke artilleriegranaat.  Hierbij sneuvelt Soldaat Marcel Vincke en raakt de stukscommandant Korporaal De Paepe gewond. Bij de 17Div raakt Korporaal Van Wassenhove gewond bij een vijandelijke artilleriebeschieting nabij Stabroek. Na het invallen van de nacht wordt de 14Cie teruggetrokken uit de Versterkte Positie Antwerpen als onderdeel van de eerste fase van de aftocht van het V/LK naar het Kanaal Gent-Terneuzen. Het detachement in steun  van de 13Div trekt zich terug over het Albertkanaal via brug 40 en verplaatst zich door de stad via de Schijnbrug, Onderwijsstraat en Handelsstraat tot aan de Singel. Vervolgens zal via de Brederodestraat naar Hoboken verder getrokken worden om hier via de militaire ferry de Schelde over te steken. Na de oversteek van de Schelde trekt het detachement verder richting Sint-Niklaas. De eenheid bereikt Haasdonk en zoekt er een kantonnement uit om uit te rusten. De gevechten rond Antwerpen hebben de eenheid drie vuurmonden gekost, zodat er nu nog slechts acht kanonnen beschikbaar zijn.

Staf/4Li 
In eerste helft van de de nacht van 17 op 18 mei valt het Duitse 234. Infanterieregiment aan te Willebroek waar het 3Li opgesteld staat. De sluizen gaan kortstondig verloren maar worden heroverd door een tegenaanval. 

De 1Div krijgt een bevel om tussen Sauvegarde en Sint-Amands een dwarsstelling in te richten om een eventuele Duitse doorbraak te kunnen blokkeren.  Deze opdracht wordt toebedeeld aan Kolonel SBH De Cae die hiervoor kan beschikken over het I/4Li, III/4Li, III/24Li en het Eskadron Wielrijders.  Het Iste Bataljon wordt samengebracht te Hingene en verlaat dit dorp om 02u00 om zich naar Oppuurs te begeven.  Van hieruit wordt de 1ste Compagnie uitgestuurd naar Sint-Amands om er achter de spoorlijn in stelling te gaan.  De 2de Compagnie vervolgt de nieuwe linie en ontplooit zich ten zuidwesten van Oppuurs,  De 3de Compagnie wordt ten zuiden van dit dorp opgesteld.  De 4de Compagnie bezet het gehucht Overheide en maakt de verbinding met het IIIde Bataljon nabij het Fort van Liezele.  Het IIIde Bataljon van het 4Li blijft opgesteld tussen Puurs en Liezele.  Het IIIde Bataljon van het 24Li blijft opgesteld tussen Kalfort en Sauvegarde en komt rondom 05u00 onder het bevel van De Cae te staan. Het Wielrijderseskadron van de 1Div wordt naar de snelweg Antwerpen-Brussel gestuurd.

Het IVde Bataljon en het IIde Bataljon van het 4Li worden respectievelijk ten westen en ten oosten van Bornem ontplooid om de aanlooproute naar Temse af te grendelen.  Deze groepering wordt bevolen door Majoor Diepenrinck.

Aan het kanaal van Willebroek heeft het het III/3Li zich ondertussen vanaf 04u30 teruggetrokken nadat vernomen werd dat de waterloop te Vilvoorde werd overgestoken door Duitse eenheden. De eenheden van de divisie zullen zich terugtrekken naar de westelijke oever van de Schelde via de brug van Temse, gedekt door de Groepering De Cae

Het IIIde Bataljon raakt net voor de middag slaags met de vijandelijke voorhoede rond Puurs, maar het komt niet tot ernstige gevechten.  Ook bij de 4de Compagnie wordt over-en-weer geschoten met Duitse verkenners.  De Belgen verlaten de dwarsstelling rondom 15u00.  Vanaf Bornem loopt de aftocht bijzonder traag en is het druk aanschuiven naar de brug van Temse.  De colonnes worden regelmatig overvlogen door Duitse toestellen die tot ieders verbazing niet tot de aanval overgaan.  De 2de Compagnie wordt toegevoegd aan de verdediging rond Bornem en richt een steunpunt in op de Hingensesteenweg.

Bornem wordt opgegeven omstreeks 18u30, en een goed uur later wordt de brug over de Schelde te Temse met explosieven vernield.

De 1Div neemt nieuwe kantonnementen tussen Tielrode en Waasmunster.   Het 4Li brengt de nacht door te Elversele.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
De ganse dag wordt uitgerust en gereorganiseerd te Haasdonk. Om 24u00 tijdens maakt de 14Cie zich klaar om verder westwaarts te trekken.

Staf/4Li 
De 1ste Infanteriedivisie brengt de eerste helft van nacht door in het gebied tussen Temse, Tielrode en Waasmunster. De divisie wordt doorgestuurd naar Gent om er het 44Li te gaan aflossen en de verdediging van de stad te gaan versterken. De infanterieregimenten worden per trein vervoerd vanuit het station van Temse. De artillerie van de divisie, het 1A, zal langs de baan volgen.

De inscheping te Temse start rondom 02u00 met het Iste Bataljon.  De manschappen worden vervoerd in open kolenwagons.  De trein van het IIIde Bataljon raakt niet verder dan het station van Lokeren waar het spoor geblokkeerd is ten gevolge van de Duitse luchtaanvallen op de stad.  Het bataljon zal te voet verder trekken naar Gent, en wordt te Sint-Amandsberg opgewacht door vrachtwagens van de Legerautogroepering die de militairen omstreeks 18u00 opnieuw bij het regiment afleveren.

Het divisiehoofdkwartier wordt intussen ontplooid in de Alsberghe & Van Oost textielfabriek in Drongen en wordt beveiligd door het Wielrijderseskadron van de divisie. Het 24Li graaft zich in aan de zuidelijke rand van de stad, langs de Leie en Schelde. Het 3Li neemt de noordrand van Gent in. Het 4Li zal ten dele in de binnenstad geplaatst worden.

De regimentsstaf, het IIIde en het IVde Bataljon worden te Drongen ingekwartierd.  Het IIde Bataljon verblijft te Mariakerke.  Het Iste Bataljon stijgt uit in het station Gent-Dampoort en wordt in de binnenstad ondergebracht in een schoolgebouw aan de Acaciastraat.

I/4Li
Kort na de middag wordt het bataljon doorgestuurd naar Sint-Denijs-Westrem en Maalte, met als opdracht de verdediging van Maaltebrugge te gaan voorbereiden.  Het bataljon komt hier aan rondom 13u30.  De 1ste Compagnie wordt ingekwartierd tegenover het Don Boscointernaat.  De 2de Compagnie wordt in deze school ondergebracht.  De 2de en de 4de Compagnie krijgen onderdak langsheen de Kortrijksesteenweg.  De bataljonsstaf neemt intrek in het Maaltebruggekasteel.

Na de inname van de kantonnementen wordt een defensieve positie voorbereid waarbij de 1ste Compagnie en de 3de Compagnie een eerste echelon bezetten vanaf het militaire oefenplein van Sint-Denijs-Westrem, over de westrand van het Sterreplein tot aan de oude spoorlijn naar Kortrijk.  en de 2de Compagnie en 4de Compagnie een tweede echelon inrichten rondom Maaltebrugge.

II/4Li
Het IIde Bataljon wordt ingekwartierd te Mariakerke en moet nieuwe defensieve posities verkennen langsheen de Brugsevaart.

III/4Li en IV/4Li
Na aankomst en installatie te Drongen, starten de bataljons met de verkenning van een reeks steunpunten rondom deze Gemeente.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
Tijdens de tweede helft van de nacht van 18 op 19 mei verplaatst de compagnie zich van Haasdonk via Sint-Gillis-Waas en Stekene naar Oostwinkel. De compagnie zoekt een rustkantonnement uit te Oostwinkel en verkent van daar uit zijn nieuwe posities langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen.  De eenheid zal opnieuw in twee detachementen gesplitst worden voor inzet bij de 13Div en de 17Div.

Staf/4Li
Het 4Li blijft te Gent.

I/4Li
Het bataljon behoudt zijn posities rondom Maaltebrugge.  De divisiecommandant, Luitenant-generaal Coppens, inspecteert de diverse steunpunten.  In de avond wordt op bevel van Kolonel SBH De Cae een peloton van de 2de Compagnie voorop gestuurd naar de spoorbrug over de Schelde aan de Bruggravenlaan om hier de tactische wacht over te nemen.

Kolonel SBH De Cae ontvangt in de loop van de avond een bevel om het Iste Bataljon op te stellen langsheen de Schelde, tussen de Stropbrug in het noorden en het Kanaal van Zwijnaarde in het zuiden.  De verplaatsingen zullen in de vroege ochtend van 21 mei uitgevoerd worden.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
De compagnie wordt ontplooid bij de 13Div en de 17Div langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen.

Staf/4Li
Het regiment is nog steeds te Gent opgesteld, en heeft tijdens de vroege ochtend zijn Iste Bataljon verplaatst naar nieuwe posities langsheen de Schelde, tussen de Stropbrug in het noorden en het Kanaal van Zwijnaarde in het zuiden.

Het Iste Bataljon is opgesteld met de 1ste Compagnie op links, gevolgd door de 2de, 4de en 3de Compagnies.  De 4de Companie bezet hierbij de terreinen van de cellulosefabriek SIDAC (Société Industrielle de la Cellulose) aan de Ottergemsesteenweg.  Ten noorden van de Stropbrug sluit het 24Li aan.

Deze opstelling is nog maar net afgerond, of het Iste Bataljon wordt opnieuw verplaatst.  Het bataljon wordt nu teruggeroepen naar Sint-Pieters-Aalst om hier de Kortrijksesteenweg te beveiligen tussen het Sint-Pietersstation en de Sterre.  Tegelijkertijd moet het bataljon overgaan tot de opeising van 600 fietsen om nieuwe verplaatsingen te vergemakkelijken.  Er worden in de weide omgeving slechts een 150-tal rijwielen gevonden, zodat alleen de 1ste Compagnie kan uitgerust worden.

De Duitsers komen aan bij de rand van het Bruggenhoofd Gent, wat tot een toename van het aantal vluchtelingen in de stad leidt. Bovendien ontstaat er een conflict tussen Luitenant-Generaal Coppens van de 1ste infanteriedivisie en het Gentse stadsbestuur over het feit of de stad nu al dan niet open verklaard is. Coppens wil de verdedigingswerken verder laten uitbouwen en de bruggen laten ondermijnen. Het stadsbestuur wil dat de stad niet verdedigd wordt om de bevolking te sparen.

Die dag besluit het geallieerde opperbevel op de Conferentie van Ieper dat de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde moet worden opgegeven door de Belgen. Ten zuiden van Oudenaarde is de Duitse leger immers doorgebroken in de Britse sector en daarom moet het ganse front achteruit. De Belgen zullen zich terugtrekken tot achter het Leopoldkanaal, het Afleidingskanaal van de Leie en de Leie zelf. Aanvankelijk zullen de Britten te Kortrijk te verdediging naar het zuiden overnemen, maar dan wordt aan de Belgen gevraagd ook de zone tussen Kortrijk en Menen voor hun rekening te nemen. Ons Groot Hoofdkwartier gaat op zoek naar troepen voor deze nieuwe sector en wijst de 1ste infanteriedivisie aan.

14/IV/4Li in versterking van het V/LK
De compagnie neemt deel aan de eerste gevechten aan het Kanaal Gent-Terneuzen.  Om 22u00 verneemt Luitenant Denaeghel dat hij zijn eenheid moet verzamelen nabij het kruispunt van de Merelbekestraat en de Brusselsesteenweg te Melle voor een nieuwe inzet aan de oostrand van het Bruggenhoofd Gent.  De compagnie vertrekt volgens het voorziene tijdschema.

Staf/4Li
Met het oog op de nakende slag aan de Leie verlaat de 1ste infanteriedivisie in de namiddag het Bruggenhoofd Gent. De infanterieregimenten wordt met autobussen naar de Leie vervoerd.  Bij het 4Li worden de regimentsstaf, IIIde Bataljon en IVde Bataljon te Drongen opgeladen.  Het IIde Bataljon stijgt in te Mariakerke.  Het Iste Bataljon laat zijn 1ste Compagnie per fiets vertrekken en laadt de rest van het personeel in op het plein aan de kerk van Sint-Pieters-Aalst. De paardenvoertuigen krijgen twee dagen tijd om dezelfde verplaatsingen af te leggen.

Het 4Li krijgt de rechterflank van de divisie toegewezen vanaf Wevelgem in het noorden tot aan de noordrand van Menen in het zuiden:

  • Het IIIde Bataljon bezet de linker ondersector van het eerste echelon.  Deze ondersector start nabij het kruispunt van de Brugstraat en de Kortrijksesteenweg en leidt vervolgens naar de oever van de Leie om de einigen nabij het einde van de Visserijstraat.
    • De commandopost wordt ingericht op de hoek van de Lauwestraat en de Kortrijksesteenweg.
    • Van noord naar zuid worden de 9Cie, 10Cie en 12Cie opgesteld, gedekt door de 11 Cie.
  • Het IIde Bataljon zal afgezet worden te Kezelberg en dient hierop naar de oostrand van Menen op te rukken om van hieruit  de rechter ondersector van het eerste echelon te bezetten.
  • Het Iste Bataljon zal eveneens afgezet worden te Kezelberg en dient vervolgens richting Wevelgem te vorderen on het tweede echelon in te nemen.  Dit echelon beslaat de noord- en westrand van Wevelgem.
  • Het 19A arriveert om vuursteun te leveren aan de divisie in afwachting van de aankomst van het organieke regiment, het 1A.
  • De commandopost van het regiment zal te Moorsele opgesteld worden.

Het Wielrijderseskadron der 1ste infanteriedivisie is reeds eerder op de dag toegekomen en bewaakt de Leiebruggen tussen Kortrijk en Menen in afwachting van de aankomst van de Britten. Het reservebataljon van het 4Li lost om 22u45 het eskadron wielrijders af en neemt de bewaking over van de bruggen te Kortrijk, Bissegem en Wevelgem.

Het divisiehoofdkwartier is eerder op de dag ontplooid te Sint-Eloois-Winkel.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK
De compagnie komt aan te Melle in de loop van de ochtend en verneemt dat de eenheid nu onder het bevel staat van het VIde Legerkorps.  Het komt echter niet tot een inzet.  Om 22u00 wordt de compagnie doorgestuurd naar Poesele.

Staf/4Li 
De Belgische posities langsheen de Leie hebben hun definitieve vorm aangenomen. In het noorden bemant het VIIde legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de Divisie Ardeense Jagers die met het 4ChA, 5ChA en 6ChA de sector Deinze-Oeselgem. De sector Oeselgem-Wielsbeke wordt beveiligd door de 8ste infanteriedivisie. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde legerkorps die met de 3de infanteriedivisie bestaande uit het 1Li, 12Li en 25Li de sector Wielsbeke – Kuurne inneemt. Het 3Li, 4Li en 24Li van de 1ste infanteriedivisie bemannen de laatste sector tussen Kortrijk en Menen. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 10de infanteriedivisie van de Jagers te Voet leveren de reservestrijdkrachten.

Het 4Li ontvangt eindelijk nieuwe mitrailleurs ter compensatie van de verliezen geleden bij de aftocht van het Albertkanaal.  Het regiment wordt versterkt met een detachement van het IIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden dat 24 lichte Maxim mitrailleurs bij zich heeft.

Om het gebrek aan anti-tankgeschut te verhelpen, krijgt het 4Li de steun van vijf T13 tankjagers van de divisietroepen.  Het regiment telt nu ongeveer 80 officieren 2.700 onderofficieren en manschappen, 85 FM30 machinegeweren, 31 mitrailleurs, 5 T13 voertuigen en 2 M76 mortieren.

Tijdens de namiddag komt het 1A toe in de zone van zijn 1ste Infanteriedivisie en vervangt er het 19A.

In de loop van de nacht van 23 op 24 mei trekken duizenden Britse militairen doorheen de sector van de 1ste Infanteriedivisie.  De colonnes volgen de baan van Kortrijk naar Menen en trekken weg richting zuidwesten.

I/4Li
Het Iste Bataljon bereikt Wevelgem bij dageraad en start met de inrichting van zijn steunpunten op het tweede echelon.  Het bataljon krijgt drie mitrailleurs van de 13Cie, 1 T13 tankjager en een half peloton met lichte Maxims van het IIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden.

Het tweede echelon loopt van west naar oost van Kilometerpaal 2 van de spoorlijn Menen-Roeselare over de wijken Wezelhoek en Kijjkuithoek tot aan de noordelijke grens van Wevelgem.  De compagnies worden als volgt opgesteld:

  • De 3de Compagnie bezet het meest westelijke onderkwartier, aangevuld met een zware Maxim, een peloton lichte Maxims en de T13 pantserwagen.
  • De 1ste Compagnie bezet de Wezelhoek, aangevuld met twee lichte Maxims.
  • De 4de Compagnie neemt stelling achter de spoorlijn Menen-Roeselare ter hoogte van het het kerkhof en gemeentelijk park van Wevelgem, versterkt door een zware en twee lichte mitrailleurs.
  • De 2de Compagnie bezet de noordrand van Wevelgem, aangevuld door een zware en twee lichte mitrailleurs.

Na de middag krijgt Majoor Souka de opdracht om de verbindingspost met het Britse leger in te richten nabij de brug van Menen.  De taak wordt toegewezen aan het peloton van Onderluitenant Rousseau van de 3de Compagnie die zijn troepen opstelt bij het eerste steunpunt van de posities van het Britse 2nd Batallion The Royal Fuseliers.  Aan de brug van Menen verspringt het Britse front naar de zuidelijke oever van de Leie.  De linies van de BEF liggen haaks op de rivier en lopen vervolgens naar het zuidwesten.

II/4Li
Het bataljon bezet het rechter kwartier van het eerste echelon en stelt zijn commandopost op nabij Kilometerpaal 2 van de baan Menen-Kortijk, in de wijk Posthoornhoek.  In enkele van de grote boerderijen tussen de steenweg en de Leie ontdekken de troepen honderden vluchtelingen die het bataljon heel wat kopzorgen zullen geven.  Daarnaast merkt Majoor Diepenrinck ook op dat de Britse stellingen ten zuiden van de Leie naar het oosten gericht zijn, en vraagt hij zich af of de dreiging dan ook eerder uit deze richting mag verwacht worden.

Diepenrinck wil zich in eerste instantie ontdoen van de vluchtelingen in zijn kwartier en vraagt aan de burgemeester van Menen om de burgers over te brengen naar zijn stad.

III/4Li
Het IIIde bataljon installeert zijn compagnies in het linker kwartier van de ondersector van 4Li.  Het bataljon wordt versterkt door twee pelotons van de 13de Compagnie en door de overgebleven mortieren van de 15de Compagnie.  De beide vuurmonden worden in stelling gebracht in de tuin van de huishoudschool, en gericht op het zuidelijke landhoofd van de brug van Lauwe.  De commandopost van het bataljon wordt opgesteld bij de kerk van Wevelgem.

Opstelling van het IIIde Bataljon van het 4Li te Wevelgem.

Opstelling van het IIIde Bataljon van het 4Li te Wevelgem.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK 
De compagnie komt aan de Poesele tijdens de tweede helft van de nacht van 22 op 23 mei en kan uitrusten.

Staf/4Li 
Ten noorden van de ondersector van het 4Li voeren de vijandelijke troepen een geslaagde aanval uit.  Na een kort maar hevig bombardement steken de Duitse infanteristen tegenover het 3Li de Leie over, wat er toe zal leiden dat de flanken van het 4Li en 24Li bedreigd zullen worden.

Posities van het IIde Bataljon van het 4Li op 24 mei.

Posities van het IIde Bataljon van het 4Li op 24 mei.

Het 4Li is aanvankelijk niet bij de gevechten betrokken.  Het IIIde Bataljon wordt een eerste keer onder vuur genomen door de vijandelijke artillerie tussen 11u00 en 12u30.  Een tweede beschieting volgt tussen 14u00 en 15u45.  Vanaf 17u00 zullen de Duitse artilleriegranaten met grote regelmaat aanhoudend toekomen.  In het voorgebied van het 4Li breken rond 14u00 eveneens de eerste schermutselingen uit.  Vijandelijke troepen worden gesignaleerd in de omgeving van de brug van Lauwe.  De M76 mortieren komen tussenbeide.

Eveneens rondom 14u00 worden Duitse troepen ontdekt nabij het vliegveld van Wevelgem en te Bissegem.  De bres bij het 3Li is dan al zo’n 4 Km breed en 3 Km diep.  Het peloton op de flank van de 2de Compagnie wordt op zijn steunpunt tussen het station en de Gullegemstraat beschoten uit noordelijke richting.  Majoor Souka meldt het voorval aan Kolonel De Cae en laat zijn noordelijke flank versterken.  De Duitse aanval zal zich echter in de richting van de dorpskern ontwikkelen.

Vanaf 17u00 breken de eerste straatgevechten uit aan de noordrand van Wevelgem.  De vijandelijke druk vergroot hier snel en tegen 19u00 laat Majoor Sohier de dorpskern evacueren om zijn eenheden aan de westelijke rand te reorganiseren.  De commandopost van Sohier achter de kerk van Wevelgem kan echter niet tijdig verplaatst worden en valt korte tijd nadien in vijandelijke handen.  De majoor raakt gewond bij deze gevechten.  Kapitein-commandant Raemaekers slaagt er in om de restanten van de 11de Compagnie te hergroeperen ter hoogte van de spooroverweg aan de Moorselestraat.

Kolonel De Cae heeft ondertussen een bevel gestuurd naar het Iste Bataljon en het IIIde Bataljon om een naar het oosten gerichte dwarsstelling op de Leie te organiseren.  Bij het Iste Bataljon worden de 1ste Compagnie en 4de Compagnie naar het noorden gestuurd om aan te sluiten op de linkerflank van de 2de Compagnie en de linies te verlengen in de richting van Moorsele.  De 1ste Compagnie moet postvatten langsheen de Gullegemstraat, en de 4de Compagnie dient het gehucht Kloefhoek te bezetten.  Desondanks moet de 2de Compagnie ten dele wijken.

Verder naar het noorden toe werden omstreeks 17u00 het Wielrijderseskadron der 1ste Infanteriedivisie samen met het 1ste Licht Regiment in de bres geworpen.  Het Iste Bataljon van het 4Li in het gehucht Kapelhoek aansluiting maken met het Wielrijderseskadron dat eveneens over Kloefhoek en Schoonwater de Belgische linies verlengt. Hier neemt het 1LR de verdediging over in de richting van Gullegem.

De vijand blijft aandringen op de westrand van Wevelgem en binnen de posities van de 2de Compagnie.  Hierbij gaat de commandopost van de compagnie verloren.  Majoor Souka laat een tegenaanval uitvoeren met telkens een peloton van de 1ste Compagnie en de 2de Compagnie.  Deze actie kan een klein deel van het verloren gegane terrein opnieuw innemen, maar het succes kan niet uitgebuit worden.  De 3de Compagnie wordt opgesteld tussen de Kijkuithoek en de Kloefhoek.  De 4de Compagnie wordt ten noorden van de Kloefhoek geplaatst.  Bij de Kijkuithoek neemt de 15de Compagnie de verdediging over.

Rondom 20u00 besluit Kolonel De Cae om de commandopost van het regiment te verplaatsen naar het gehucht Wezelhoek.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK
De compagnie bevindt zich in de bossen te Poesele en reorganiseert zich.  De eenheid beschikt nog over acht C47 kanonnen, negen Vickers Utility B trekkers, vier vrachtwagens en twee motoren.  Een tiental achterblijvers komen aan in de loop van de dag, zodat de effectieven weer aangroeien tot een 150-tal militairen.

Kastetiket van Korporaal Mahieu uit 1939. Roger Mahieu werd op 25 mei door artillerievuur tijdens een patrouille gedood (foto Jan Tanghe).

Staf/4Li
Omstreeks 04u00 meldt Adjudant Berré van de 2de Compagnie aan Majoor Souka dat de bevelhebber van het IIIde Bataljon, Majoor Sohier, gewond werd tijdens de aanval op zijn commandopost.  Souka, Berré en enkele vrijwilligers besluiten richting Wevelgem te trekken om de gewonde majoor terug te halen.  Zij slagen in deze opdracht en kunnen tevens een deel van het stafpersoneel van het IIIde Bataljon ontzetten.

In de vroege morgen van de Duitsers hun succes van de vorige dag verzilveren. Vanaf 07u00 valt de Duitse 31ste Infanteriedivisie nu in westelijke richting aan op de westrand van Wevelgem.  De 1ste en 2de Compagnies worden aanhoudend beschoten door de vijandelijke artillerie en er vallen heel wat slachtoffers, vooral dan onder het peloton van Onderluitenant Buyens.

De restanten van het IIIde Bataljon worden weggedrukt en de aanval op het Iste en IIde Bataljon wordt steeds duidelijker.  De linkerzijde van de posities van het Iste Bataljon lijken overvleugeld te worden.  Na overleg tussen Majoor Souka en Kolonel De Cae besluit deze laatste omstreeks 10u30 om het Iste Bataljon terug te trekken naar een dwarsstelling tussen Kilometerpaal 1,5 en 2,5 op de baan van Menen naar Roeselare.  Ten noorden van deze positie wordt het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers ontplooid langsheen de nu verdwenen spoorlijn Menen-Roeselare.  Nog verder naar het noorden wordt nog steeds het 1ste Licht Regiment ingezet voor Kezelberg.  Ten zuiden van de posities van het Iste Bataljon wordt het IIde Bataljon opgesteld vanaf Kilometerpaal 1,5 van de maan van Menen naar Roeselare tot aan de oever van de Leie.

Het Iste Bataljon heeft enige moeite om zijn nieuwe posities te bereiken.  De 1ste Compagnie verbreekt als eerste het contact met de vijand en maakt van zijn fietsen gebruik om zo snel mogelijk naar de baan Menen-Roeselare terug te trekken.  De compagniecommandant moet echter vaststellen dat een deel van zijn manschappen de situatie misbruikt om er met de fiets vandoor te gaan.  De 2de Compagnie raakt heel wat minder vlot weg en moet twee gevechtsgroepen van het peloton van Adjudant Berré achterlaten als krijgsgevangenen.  De 3de en de 4de Compagnie trekken terug zonder grote problemen.

Kort na aankomst wordt het Iste Bataljon omstreeks het middaguur naar het noorden verschoven om post te vatten tussen Kilometerpaal 2,5 en 4,2 de steenweg van Menen naar Roeselare.  Deze positie ligt rondom het dorp Kezelberg en wordt gedekt door het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers dat langsheen de spoorlijn van Menen naar Roeselare ontplooid is. 

Hierdoor wordt de verbinding met het IIde Bataljon en met de Britse troepen te Menen verbroken en ontstaat een gevaarlijke opening in de linies.  Bovendien trekken de laatste Britse voorposten zich terug naar de zuidelijke oever van de Leie en wordt in alle haasten de brug over de rivier opgeblazen.  De verbinding tussen het Belgische en het Britse leger is hiermee definitief verbroken.

De aanvaller stoot door in het gebied tussen Menen en Kezelberg in de richting van Geluwe.  Het Iste Bataljon wordt alzo overvleugeld en verliest heel wat van zijn manschappen die krijgsgevangen gemaakt worden.

Het IIde Bataljon te Menen wordt eveneens bedreigd met de omsingeling.  Majoor Diepenrinck laat met vier lichte Maxim mitrailleurs een beperkte dwarsstelling naar het noorden inrichten langsheen de spoorlijn naar Roeselare.  Hij vreest voor een vijandelijke doorstoot naar het stadscentrum, maar die komt er niet,  De inname van Menen is geen prioriteit voor de Duitse troepen.  Rond 19u00 besluit Diepenrinck de stad te verlaten en zijn troepen terug te trekken naar een nieuwe stelling tussen Menen en Geluwe,  Hier stuit hij op de troepen van de 2de Cavaleriedivisie die eerder op de middag gestart waren met hun ontplooiing tussen Dadizele en Geluwe om de Duitse doorbraak trachten op te vangen.  Het IIde Bataljon heeft dan nog het equivalent van anderhalve compagnie aan manschappen.  Deze restanten trekken zich terug in de richting van Wervik en zullen hier enige tijd halt houden.

Aan het eind van de dag bevindt de ganse 1ste Infanteriedivisie zich op nieuwe posities rondom Dadizele en Ledegem. De divisie moet toekijken hoe de Duitsers van de opening ten zuiden van hun posities gebruik maakt om verder naar het westen op te rukken.   De divisie krijgt het bevel om de frontlijn te verlaten en zal in de omgeving van Houthulst en Staden gereorganiseerd worden.

Kolonel De Cae en de staf zijn intussen in Terhand aangekomen en hebben hier contact met een aantal eenheden van het regiment.  Deze detachementen worden aanvankelijk naar Pilkem gedirigeerd.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK
De compagnie kantonneert nog steeds te Poesele wanneer de vijand een geslaagde aanval uitvoert op het Afleidingskanaal van de Leie in de sector van de 4de Infanteriedivisie tussen Meigem en Nevele.  Om 09u30 wordt Luitenant Denaeghel opgetrommeld door Kolonel SBH Wanthy, stafchef van het VIde Legerkorps, om zijn geschut onmiddellijk te ontplooien langsheen de Poekebeek en hier de komst van het 1ste Jagers te Voet af te wachten.  Tijdens de opmars verdwijnt een van de anti-tankkanonnen uit het oog van de compagniecommandant.  De bemanning is er vermoedelijk van door gegaan.  Een tweede stuk wordt door enkele vijandelijk verkenners overrompeld, maar deze hebben niet de tijd noch de middelen om het buitgemaakte materieel af te voeren en verdwijnen weer uit het zicht.  De Belgische bemanning kan het stuk enige tijd later recupereren.

Omstreeks 09u30 bereiken de troepen van het IIIde Bataljon van het 1ste Jagers te Voet de hen aangeduide posities langsheen de Poekebeek.  In alle haasten wordt een defensieve stelling ingericht.  Een verdwaalde Luitenant Van Melloo van de 14de Compagnie van het 15Li biedt zijn diensten aan bij Luitenant Denaeghel en zal tot op 28 mei bij de eenheid blijven.

Staf/4Li 
De 1ste Infanteriedivisie wordt van het front weggehaald om tussen Staden en Houthulst gereorganiseerd te worden.  Het 4Li aanvankelijk te Pilkem samengebracht worden.  Om 14u30 worden de elementen die hier aangekomen zijn doorgestuurd naar Staden.

In de loop van de avond bereiken de restanten van het regiment hun kantonnement te Staden.  Het Iste Bataljon meldt dat de getalsterkte herleid is tot ongeveer 180 militairen.

II/4Li
Majoor Diepenrinck  en de restanten van het IIde Bataljon zijn tijdens de eerste helft van de nacht van Menen naar Wervik getrokken.  Van hieruit keren de manschappen terug naar de Belgische linies.  Omstreeks 02u30 bereiken ze de posities van de Wielrijdersgroep der 17de Infanteriedivisie op de baan van Geluwe naar Wervik.  Diepenrinck en zijn manschappen vervoegen de linies bij de steunpunten van het 2de Esdkadron van deze eenheid.  Van hieruit wordt het detachement in alle haasten doorgestuurd naar het gehucht Artoishoek ten zuidwesten van Kezelberg waar gehoopt wordt om de commandopost van het 4Li terug te vinden.  Deze commandopost is al enkele tijd vertrokken uit deze locatie, zodat het detachement verder op zoek gaat naar regiment en van de frontlinie wegtrekt in de richting van Komen en Ieper.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK
Tijdens de nacht van 25 op 26 mei vlucht Sergeant Maene met zijn stuk en bemanning van de frontlijn weg.  De ploeg wordt niet meer teruggezien.  De Duitse artillerie vuurt aanhoudend op de posities.  Bij de beschieting van Poesele raken Sergeant Mojet en Soldaat Bentein gewond.  De C47 kanonnen nemen de eerste doelen onder vuur.

Staf/4Li 
De eenheden van de 1Div zijn aangekomen in het gebied tussen Houthulst en Staden.  Kolonel De Cae krijgt de opdracht om een infanteriebataljon samen te stellen met de overgebleven infanteristen van het 3Li, 4Li en 24Li.  De ganse dag door wordt te Staden gewerkt aan het samenstellen van het nieuwe bataljon dat uit vier fuselierscompagnies zal bestaan. Het 3Li levert een compagnie onder bevel van Kapitein-commandant Simon. Het 4Li stelt twee compagnies samen onder Kapitein-commandant Verhulst en Luitenant Van Den Bossche. Het 24Li tenslotte levert de laatste compagnie onder leiding van Kapitein Loncke. Het bataljon zal niet over zware wapens beschikken. Er is geen enkele Maxim zware mitrailleur meer overgebleven. Het bataljon moet het met drie FM30 machinegeweren stellen.

Tegen 17u30 is het bataljon min of meer volledig. Majoor Frans Goosdeel van het IV/3Li heeft het bevel over de formatie gekregen en verneemt dat hij zich bij de 6de Infanteriedivisie (6Div) dient te voegen. Het bataljon zal tijdens de eerste helft van de nacht met vrachtwagens overgebracht worden naar Beveren bij Roeselare.

De rest van het regiment wordt omstreeks 16u30 doorgestuurd naar Vladslo om van daaruit te Ichtegem ingekwartierd te worden.

I/4Li
Het bataljon reorganiseert zich en rust uit.  Omstreeks 15u30 wordt uit de overgebleven manschappen een enkele fuselierscompagnie samengesteld die onder het bevel van Kapitein-commandant Verhulst wordt geplaatst.  De pelotonscommandanten worden Adjudant Vandenbroecke, Luitenant Van Hooreweder en Onderluitenant Rousseau.

De rest van het bataljon is niet langer inzetbaar en wordt omstreeks 16u30 doorgestuurd naar Vladslo.  Van hieruit wordt deze fractie naar Ichtegem gezonden, waar de manschappen rondom 22u00 zullen aankomen.

Niet alle overgebleven militairen zullen Vladslo en Ichtegem vervoegen.  Zo wordt een detachement onder Onderluitenant Millet van de 7de Compagnie in de verwarring door een officier van de divisiestaf naar Gistel gedirigeerd.  Dit detachement zal niet meer terugkeren naar het 4Li.

II/4Li
De restanten van het IIde Bataljon onder Majoor Diepenrinck  kunnen opnieuw aansluiting vinden bij het regiment te Staden.

14/IV/4Li in versterking van het VI/LK
De compagnie behoudt zijn posities aan de Poekebeek.  Er komt geen infanterieaanval, maar de linies liggen onder aanhoudend Duits artillerievuur.  Onderluitenant Moreels krijgt een bevel om twee C47 kanonnen te verplaatsen in de omgeving van Poesele.  Wanneer Moreels de vuurmonden uit stelling laat halen, gaan de beide bemanningen er in alle haasten van door.  De aangeslagen officier keert terug naar Luitenant Denaeghel die hem verzekert dat er na de veldtocht een tuchtprocedure zal volgen.  Denaeghel zal in 1945 ook daadwerkelijk klacht indienen bij defensie.

Aan het eind van de dag wordt de compagnie teruggetrokken naar Ruiselede.

Staf/4Li 
Het niet inzetbare deel van het regiment heeft de nacht doorgebracht te Ichtegem.  Om 04u00 laat Kolonel De Cae zijn regiment op weg zetten via Koekelare naar Klerken.  De colonne vertrekt omstreeks 05u00 en bereikt Klerken in de loop van de ochtend.  Hier wordt het nieuws van de capitulatie vernomen.  Omstreeks 14u00 krijgt het regiment een nieuw kantonnement aangeduid te Hoogkwartier.

14/IV/4Li
De compagnie capituleert na aankomst te Ruiselede.

Staf/4Li
Het regiment brengt de nacht door te Hoogkwartier.

Krijgsgevangenen/4Li
Op 29 mei worden de op 25 mei krijgsgevangen genomen militairen van II/4Li samen met andere krijgsgevangenen in colonne te voet overgebracht van Oudenaarde naar Aalst. Cdt Maurissen slaagt erin om samen met OLt Voet (I/1LA), Lt Ponsart (5LD – TBC), Aalmoezenier van Brée (I/1LA) en de twintig jarige 2Lt (UK) John Colin Jeffrey te ontsnappen. De Britse officier werd door de Duitse bewakers slecht behandeld en werd daarom bij de ontsnappingspoging betrokken. Te Brussel aangekomen duikt 2Lt Jeffrey onder bij een neef van Cdt Maurissen in de Karmelietenstraat [16]. Hij bekomt met de hulp van de zaakgelastigde van de Amerikaanse ambassade een vals Amerikaans paspoort onder de alias Eduard Vermeulen, een in Amerika geboren zoon van Belgische ouders. Cdt Maurissen wordt opgepakt en opnieuw krijgsgevangen genomen toen hij probeerde de Brit te bevoorraden. Uiteindelijk wordt John Jeffrey het land uitgesmokkeld en geraakt hij via Spanje terug in Engeland waar hij terug dienst neemt [17]. 

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
OnbekendBERTHJoseph, G.SdtMil01.03.1920Ronsele19.06.1940GentVerwond 25/05. Overleden in hospitaal.
2/IBIGLERRoger, G.A.SdtMil09.08.1918Brugge12.05.1940Kuringen
4/IBOUCKHUYTMarcel, G.SdtMil22.12.1918Meulebeke12.05.1940Hasselt
7/IIBOUVEHenri, L.SdtMil06.02.1919Vlamertinge12.05.1940Hasselt
1/IBUYENSFrans, A.L.OLtRes16.10.1915Lichtaart24.05.1940Wevelgem
4/ICALLANTCyrielSdtMil04.04.1920Lovendegem12.05.1940HalenAccidenteel gedood bij de ontploffing van de brug over de Velpe te Halen
10/IIICASTELAINGeorges, A.SdtMil26.02.1919Sint-Denijs24.05.1940Wevelgem
9/IIICASTELEYNAlbert, J.C.SdtMil09.12.1917Watou24.05.1940Wevelgem
4/ICHRISTIAENSRaymond, A.KplMil3812.09.1918Brugge12.05.1940Hasselt
11/IIICOUDYSERAlbert, V.SdtMil04.04.1919Herseaux24.05.1940Wevelgem
11/IIIDE BACKERValèreSdtMil30.07.1917Ruddervoorde18.05.1940Liezele
2/IDE BRUYNEMaurits, C.SdtMil17.07.1916Eeklo12.05.1940Hasselt
3/IDE GEYTERAndréSdtMil29.01.1919Saint-Denis25.05.1940Menen
8/IIDEDEYSTERJulien, F.SdtMil24.08.1919Kortemark28.05.1940Geluwe
12/IIIDELAPYNEAlbertSdtMil08.03.1917Dottignies25.05.1940Wevelgem
3/IDELEUAlbert, L.SdtMil16.05.1917Oedelem12.05.1940HalenAccidenteel gedood bij de ontploffing van de brug over de Velpe te Halen
4/IDEPREZAndré, V.SdtMil20.11.1919Ingelmunster12.05.1940HalenAccidenteel gedood bij de ontploffing van de brug over de Velpe te Halen
12/IIIDEPUYDTMarcel, E.SdtMil22.11.1917Douai (F)25.05.1940Wevelgem
3/IDESCHAMPSGentiel, A.SdtMil04.12.1918Ardooie13.05.1940Diest
StafDESTORDEURWilly, G.J.OLtRes25.10.1913Brugge25.05.1940Moorsele
10/IIIFULBIUSHarold, J.G.SgtMil3811.02.1915Sint-Gillis25.05.1940Wevelgem
5/IIGAYTANTAlbertSdtMil07.04.1919Wetteren25.05.1940Wevelgem
10/IIIGILLES DE PELICHYAndré, L.C.SgtMil3717.01.1914Wondelgem25.05.1940Wevelgem
11/IIIGRISARDAlbert, M.J.SdtMil17.08.1917Konstantynowka (PL)18.05.1940Lippelo
1/IHOEFFernand, H.KplMil3912.01.1920Brugge12.05.1940Hasselt
2/IHOLVOETAlbertSdtMil19.08.1919Brugge25.05.1940Celles-en-HainautOverleden aan zijn verwondingen
15/IVJANSSENSProsper, A.F.SgtMil3701.09.1916Erps-Kwerps25.05.1940WevelgemGeschil
6/IILAVERGEGerard, A.KplMil3925.08.1920Deerlijk25.05.1940Wevelgem
OnbekendLEFEVREAlbert, Jozef AntoonSdtMil3710.06.1917Lendelede26.09.1940Hemer (D)Krijgsgevangene
OnbekendLEMAITREBenoni, A.SdtMil07.06.1919Oevel28.05.1940Celles-en-HainautOverleden aan zijn verwondingen
OnbekendLEZOENJules, A.SdtMil18.06.1918Aalst24.05.1940Wevelgem
2/IMAEZELEAlbert, J.SgtMil3709.04.1918Veurne27.05.1940BruggeKpl, gelijkgesteld Sgt
2/IMAHIEURoger, GérardKplMil3912.03.1920Leke25.05.1940WevelgemGedood door artillerievuur tijdens patrouille
4/IRAPSFréderic, G.C.SgtMil3824.03.1918Quinéville (F)12.05.1940Hasselt
OnbekendROSSIUSFrederic, L.J.KplMil3625.04.1916Bexleyheath (GB)18.05.1940Willebroek
2/ISCHAEPDRIJVERWilly, J.SgtMil3713.01.1918Oudenburg12.05.1940Hasselt
OnbekendVAN DEN BOSSCHERomainSdtMil19.05.1918Moeskroen26.05.1940Torhout
OnbekendVAN DER SPIEGELAchiel, M.SdtMil12.02.1909Wetteren26.05.1940Ieper
5/IIVAN GHELUWEPolydore, RogerSdtMil3912.02.1920Lauwe11.07.1940Rotenburg (D)Krijgsgevangene
1/IVAN LOOCKERichard, H.KplMil3929.04.1920Lovendegem13.05.1940Hasselt
13/IVVAN MEIRHAEGHEAlbert, E.SdtMil09.03.1918Asper25.05.1940Wevelgem
13/IVVAN WIJMEERSCHAlbert, A.M.SdtMil27.04.1918Machelen24.05.1940Wevelgem
5/IIVANDEPUTTEJeroom, M.SdtMil03.10.1919Kortrijk26.05.1940Menen
11/IIIVANDERRITLouis, J.C.KplMil3806.06.1914Brussel18.05.1940Lippelo
5/IIVERHAEGHEFerdinand, F.SgtMil3818.08.1917Rouen (F)25.05.1940Wevelgem
14/IVVERLEEAugust, F.SgtMil3603.03.1916Zele29.05.1940ZarrenVerwond 25.05 te Wevelgem
3/IVERRAESTJoseph, G.SdtMil20.05.1918Lauwe25.05.1940Moorsele
4/IVERSTRAETEGerard, M.SdtMil02.08.1917Moerkerke12.05.1940HalenAccidenteel gedood bij de ontploffing van de brug over de Velpe te Halen
14/IVVINCKEMarcel, H.A.KplMil3902.12.1919Sint-Kruis22.05.1940Brasschaat
10/IIIWATRYAlbertSdtMil28.03.1919Dadizele18.05.1940Willebroek

Bibliografie en Bronnen

  1. Doorheen de ganse mobilisatie heeft het Groot Hoofdkwartier (GHK) op roterende basis drie divisies als algemene reserve van het leger behouden. Eén divisie bevond zich steevast in het Kamp van Beverlo om een ver doorgedreven training uit te voeren. De twee andere werden ingezet om de Sector Leuven van de K.W. Stelling preventief te bemannen en om de Sector Halle – Ninove te beveiligen. Van half januari tot 17 februari bevond een gedeelte van de 1Div zich te Leuven terwijl de rest beveiligingsopdrachten uitvoerde langs de kust.
  2. Het peloton van de Sous-Lieutenant Du Chazeau behoort tot het verkenningseskadron (oftewel Détachement de Découverte – DD) van Capitaine Renoult van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers. Het 12(FRA)RC was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1(FRA)Leger. Volgens de geallieerde planning zal het 1(FRA)Leger stelling nemen tussen Waver en Namen.[On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 10  juni 2023]. Het Peloton du Chazeau bestond uit drie pantserwagens (oftewel Auto-Mitrailleuses de Découverte – AMD) van het type Panhard en enkele moto’s met zijspan van het type Gnome-Rhône. Verder onderzoek moet uitwijzen of het Peloton du Chazeau al op 10 mei bij de brug van Diepenbeek passeerde. Volgens de Franse velddagboeken zou het peloton op 10 mei de brug zijn overgestoken om tot de zuidrand van Genk te vorderen. In de documenten van het 15Li  en het 4Li wordt hier niets over vermeld (TBC). Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. In een naslagwerk bundelde hij vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Vermoedelijke reisweg afgelegd door het Peloton du Chazeau op 10 mei: Péruwelz (10u00), Wavre (van 12u00 tot 15u00), Chaumont-Gistoux, Incourt, Jodoigne, Opheylissem, Landen, Brustem, Borgloon, Kortessem (TBC), Diepenbeek (TBC), Genk (TBC) en Diepenbeek (21u35).
  3. Langs het Albertkanaal werden net voor de Tweede Wereldoorlog vier sluizen voorzien van een bruggenhoofd ter verdediging van deze “zwakke punten” (Diepenbeek, Hasselt, Olen en Genk, in Kwaadmechelen is deze nooit gebouwd). Deze bruggenhoofden bestonden uit bunkers en een antitankversperring. In Diepenbeek was het plan opgevat om een antitankgracht te bouwen, maar deze is er nooit gekomen. In afwachting hiervan werd wel een antitankversperring geplaatst. Achtergrondinformatie over het bunkercomplex bij de sluis Nr 2 te Diepenbeek. [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/214009  [Laatst geraadpleegd 18 mei 2021].
  4. In 1928 werd overgegaan tot het maken van een eigen optimalere versie van tijdens WOI op de Duitsers buitgemaakt mortieren 76mm. Deze verbeterde mortieren geraken bekend onder de naam Mortieren 76mm FRC. De nieuwe versie van de mortier woog 275 kg, wat ongeveer 100 kg minder was dan het originele Duitse model. Het schoot mortieren af van 4.64 kg (identiek met origineel) met een projectielsnelheid van 160 m/s en een maximum bereik van 2200 meter. Deze 2200 meter vuurbereik was meteen ook een verdubbeling van het Duitse model. Met geoefende bedienaars kon een vuurkadans gehaald worden tot 18 projectielen per minuut. In totaal werden er 198 nieuwe Mortieren 76mm FRC geleverd en gebruikt binnen het Belgische leger. Het nieuw model mortieren werd toegekend aan de pelotons mortieren van de IVde bataljons van de actieve infanterieregimenten.
  5. Achtergrondinformatie bij het Kasteel van Wimmertingen waar GenMaj De Droog zijn CP had opgesteld [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22371 [Laatst geraadpleegd 26 maart 2021].
  6. Deze defensieve stelling staat haaks op het Albertkanaal en loopt van Tienen over  Linter, Budingen en Geetbets tot Diest achter de Gete en van Diest tot Lummen achter de Demer. Vervolgens wordt de stelling verlengd achter de Winterbeek tot Beringen aan het Albertkanaal waar ze aansluit op de Sector Eindhout-Beringen. Alle troepen opgesteld op de Demer/Gete-Stelling staan onder bevel van het Cavaleriekorps (CK).
  7. Achtergrondinformatie bij het Kasteel van Jongenbos waar de 1Cie van I/4Li een steunpunt heeft inricht [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/32379 [Laatst geraadpleegd 8 april 2021]. 
  8. De Duitsers maken geen aanstalten om de Belgische eenheden die zich nog in het noorden achter het Albertkanaal bevinden op te rollen omdat ze naar het zuidwesten willen oprukken teneinde zo snel mogelijk contact te maken met het 1 (FRA) Leger.
  9. Het I/4Li is zoals de rest van het regiment niet gemotoriseerd waardoor alle verplaatsingen te voet moeten worden uitgevoerd, inclusief het transport van de zware bewapening. Bij het uitvoeren van een opdracht als achterhoede is dit behoorlijk riskant omdat het gevecht met een gemotoriseerde vijand moeilijk kan worden afgebroken. Het is niet denkbeeldig dat tijdens de terugmars de troepen ingehaald worden door de vijand. Hierbij zou de ter beschikkingstelling van een groot aantal fietsen kunnen helpen. Merkwaardig feit is dat het muziekkorps van 4Li bij zijn aftocht uit Printhagen een honderdtal fietsen heeft meegenomen om deze niet in handen van de vijand te laten vallen. 
  10. Summier handgeschreven verslagje opgesteld in het Frans door OLt Bienfait, commandant van de StafCie/4Li waarin hij verklaart hoe de archieven van het 4Li zijn verloren gegaan. Het verslagje bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  11. OLt van de reserve Libotte wordt geciteerd op Dagorder Nr 28 van de 1Div, verspreidt op 22 mei 1940, voor het succesvol terugbrengen van zijn peloton binnen de bevriende linies op 12 mei.
  12. De locatie van de twee spoorbruggen over de Kuringersteenweg waar I/4Li werd opgehouden volgens Google streetview. Het beeld laat duidelijk zien dat de bermen van de spoordriehoek een onoverkomelijke hindernis vormen voor wielvoertuigen wanneer de bruggen tot ontploffing worden gebracht. In 1940 was de N2 een stuk smaller en de bruggen waren korter. Actueel beeld van de N2 ter hoogte van de spoorwegdriehoek [On Line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@50.938619,5.3110126,3a,75y,298.12h,86.97t/data=!3m6!1e1!3m4!1s3Bj5djXwAB1IxTI9VsypBA!2e0!7i13312!8i6656  [Laatst geraadpleegd op 27 april 2021]
  13. De Sgt Mil Raps wordt vermeld in de verslagen van zowel Majoor Souka als van OLt Deckers (CieComd 4Cie). Het betreft de wijze van dienen van de betrokken onderofficier waarvan getuigen volgende uittreksels:
    Maj Souka over de vroege ochtend van 12 mei (00u30) te Diepenbeek: “Te melden schoon gedrag van de Sergeanten Raps en Weymeersch der 4de Cie wiens sectie Mi zich in de voorsteunpunten van de 2Cie bevonden. Zich achteruitgetrokken hebbende met het peloton van OLt Van Hooreweder en het peloton van OLt De Schrijver binst de vijandelijken aanval worden zij door de bevelhebber van de 2Cie ontmoet die hen bevel geeft hun stelling seffens te vervoegen, hetgeen gedaan werd. Sgt Raps verdraagt zijn Mi van de ene Mi verschansing naar de andere en schiet van iedere plaats zo de schijn gevend dat het steunpunt gansch bezet is. Geen vijand meer in steunpunt Cesar te vinden”
    OLt Deckers over de gevechten te Kuringen op 12 mei (06u30): “Tijdens het kort oponthoud aan de brug van Kuringen werd er opeens geschoten uit verschillende richtingen. Enige FM’s openen het vuur maar slagen er niet in het vijandelijk vuur te beheersen. De (Sectie) Mitrailleurs proberen de stukken te ontladen (uit de geïmproviseerde transportmiddelen om ze te kunnen opstellen) maar voortdurend onder vuur lukt het hun niet. …Te Hasselt zijn achtergebleven, na gevecht geleverd te hebben, OLt De Schrijver en 59 zijner manschappen (waaronder Sgt Knockaert, Sgt Weymeersch en Sgt Raps). … Het blijkt, volgens de verklaringen van Soldaat Krasch van de Staf I/4Li, dat Sergeant Raps te Hasselt sneuvelde tijdens het gevecht dat daar geleverd werd. Sergeant Weymeersch was ooggetuige geweest van dezen dood”. 
  14. Ook Soldaat De Bruyne wordt vermeld door Maj Souka. Hij schrijft over de ochtend  van 12 mei (06u00) te Hasselt : “Ik ontmoet Soldaat mechanieker De Bruyne die mij opzoekt en de autocolonne alsook het gerij van OLt Destordeur en OLt Stricwant (officier materieel) voorafgaat. Hij beweert dat de baan naar Kuringen onderbroken is en vraagt een andere weg te mogen volgen dan diegene die opgelegd is door het bataljon. Op de baan naar Kuringen aangekomen zie ik inderdaad een soort versperring en ga met mijn wagentje op verkenning”.
  15. Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is één van de zeven Kempische kanalen die de Maas met de Schelde verbinden. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_dessel_turnhout_schoten/kanaal_dessel_turnhout_schoten [Laatst geraadpleegd 27 april 2021].
  16. Summier getypt verslag in het Frans betreffende de periode van 25 tot 27 mei opgesteld op 7 februari 1946 door Cdt Maurissen, compagniecommandant van de 7Cie van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  17. 2Lt (UK) John Colin Summerville Jeffrey (stamnummer 73603 – commisioned op 25 mei 1938), een twintigjarige officier van de Royal Artillery (RA), werd effectief door het 56ste (UK) Medium Regiment als vermist in Frankrijk opgegeven op 6 juni 1940. Of het door de Amerikaanse ambassade geleverde vals paspoort op naam van Eduard Vermeulende heeft bijgedragen tot de repatriëring van 2Lt Jeffrey naar Groot-Brittannië is niet geweten maar hij werd succesvol de demarkatielijn naar Vichy Frankrijk overgesmokkeld waar hij door de Fransen geïnterneerd wordt. Hij weet te ontsnappen en slaagt erin Barcelona te bereiken waar hij opnieuw wordt gevangen genomen. Hier wordt hij door de Britse consul gesignaleerd op 1 juli 1941. Vanuit Spanje geraakt hij uiteindelijk terug in Engeland. John Jeffrey werd opnieuw in de rangen van de RA opgenomen en nam achtereenvolgens deel aan de Britse veldtochten in Noord-Afrika, Joegoslavië, Italië en Frankrijk met het 64ste (UK) Northumbrian Heavy Anti Aircraft Regiment. Hij werd gedemobiliseerd als aangesteld Kapitein (Tempory Captain) en beloond met de toekenning van de Britse eretitel Member of the Brittish Empire (MBE). Achtergrondinformatie bij John Jeffrey [On Line beschikbaar]: http://ww2talk.com/index.php?threads/who-was-2lt-john-jeffrey.89398/ [Laatst geraadpleegd 8 april 2021] en in een document van The National Archives met referentie “WO 373/75/410“.
  18. Summier getypt verslag opgesteld in het Nederlands door OLt Res Maroy, vaandrig 4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  19. Schriftje met uitgebreid handgeschreven verslag in het Nederlands, opgesteld door Maj Souka, commandant van I/4Li. Het schriftje bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  20. Getypt verslag van de veldtocht van I/4Li, opgesteld op 4 augustus 1945 in het Nederlands door Maj Souka. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  21. Handgeschreven verslag in het Frans opgesteld door Lt M. Ceelen, commandant van de 2Cie van I/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  22. Handgeschreven verslag in het Frans opgesteld door OLt J. Rousseau, commandant van de 3Cie van I/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  23. Uitgebreid handgeschreven verslag in het Nederlands van OLt A. Deckers, commandant van de 4Cie van I/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  24. Uitgebreid handgeschreven verslag in het Nederlands betreffende de gebeurtenissen van 12 mei te Hasselt bij een peloton mitrailleurs opgesteld op 18 januarie 1945 door OLt Res Dominique De Schrijver, pelotonscommandant bij de 4Cie van I/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  25. Handgeschreven verslag in het Frans opgesteld op 5 september 1945 door Majoor Dieperinck, commandant van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  26. Summier getypt verslag in het Nederlands opgesteld door OLt Crabbe, compagniecommandant van de 5Cie van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  27. Summier getypt verslag  in het Nederlands opgesteld door OLt Res Maertens, pelotonscommandant bij de 6Cie van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  28. Zeer summier handgeschreven verslag in het Nederlands met betrekking tot de gebeurtenissen van 25 mei 1940 opgesteld op 6 april 1945 door OLt Samyn, pelotonscommandant bij de 7Cie van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  29. Summier getypt verslag opgesteld in het Nederlands door OLt Res Millet, pelotonscommandant bij de 7Cie van II/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  30. Drie summiere handgeschreven verslagjes opgesteld in het Frans door OLt Res De Cock, pelotonscommandant bij de 8Cie van II/4Li.  De verslagjes bevinden zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  31. Getypt verslag opgesteld op 11 februari 1946 in het Frans door Majoor Sohier, bataljonscommandant van III/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  32. Getypt verslag opgesteld in het Frans door Kapitein Res Verhaert, compagniecommandant van de 9Cie van III/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  33. Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door OLt Beyens, pelotonscommandant bij de 10Cie van III/14Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  34. Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Libotte, pelotonscommandant bij de 10Cie van III/14Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  35. Getypt verslag in het Nederlands opgesteld door OLt Res Lesage, pelotonscommandant van het 4Pl van de 13Cie van IV/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  36. Handgeschreven verslag in het Nederlands, opgesteld te Waarschoot op 4 juni 1940 door Lt Denaeghel, compagniecommandant van de 14Cie van IV/4Li. Het verslag is een samenvatting van de omstandigheden waarin Korporaal Vincke en Soldaat Neyrinck sneuvelden. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  37. Getypt verslag in het Nederlands opgesteld op 1 augustus 1945 door Lt Denaeghel, CieComd van de 14Cie. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  38. Getypt verslag in het Frans opgesteld door Cdt Raemaekers, compagniecommandant van de 15Cie Mortieren M76 FRC van IV/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  39. Handgeschreven verslag in het Nederlands opgesteld op 4 april 1945 door Lt De Backer, pelotonscommandant van de 15Cie van IV/4Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  40. Handgeschreven verslag van de veldtocht van de Medische Compagnie van 4Li, opgesteld in het Frans op 13 februari 1945 door 1Kapt Med Van Cappellen. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  41. Slagorde officieren van het 4Li bewaard bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. De slagorde officieren bevat ook een korte beschrijving van waar het 4Li zich bevond tijdens de mobilisatie.