Type | Fortenartillerie | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | Vestingsregiment van Luik | |
Bevelhebber | Majoor Firmin Simon | |
Standplaats | Luik | |
Samenstelling | Batterij Fort van Pontisse (Kapitein Fernand Pire) |
Koepel 105 met 2 x C105 L/35 kanonnen Koepel S I met 1 x C75 kanon Koepel S II met 1 x C75 kanon Koepel S III met 1 x C75 kanon Koepel S IV met 1 x C75 kanon |
Batterij Fort van Barchon (Kapitein-commandant Aimé Pourbaix) |
Koepel 150 met 1 x C150 kanon Koepel 150 met 1 x C150 kanon Koepel 105 met 2 x C105 L/35 kanonnen Koepel 105 met 2 x C105 L/35 kanonnen Koepel S I met 1 x C75 kanon Koepel S II Gauche met 1 x C75 kanon Koepel S II Droite met 1 x C75 kanon Koepel S IV met 1 x C75 kanon |
|
Batterij Fort van Aubin-Neufchâteau (Kapitein-commandant Oscar d’Ardenne) |
Blok B1 met 2 x C75 Mod34 kanonnen Blok B2 met 2 x C75 Mod34 kanonnen Blok B3 Blok K zonder bewapening Blok M met 3 x M81 mortieren Blok O ventilatieschacht Blok P ventilatieschacht Kazemat C1 met 1 x C47 anti-tankkanon Kazemat C2 met 2 x C47 anti-tankkanonnen Kazemat C3 met 1 x C47 anti-tankkanon |
Staf/IIde Groep
De forten van Pontisse, Barchon en Aubin-Neufchâteau vormen samen de IIde Groep van het Vestingsregiment van Luik (oftewel Régiment de Forteresse de Liège – RFL). Het RFL werd tijdens de jaren 30 opgericht met als doel de bemanningen te leveren voor de forten van de Versterkte Positie Luik (oftewel Position Fortifiée de Liège – PFL). De Versterkte Positie Luik bestaat uit vier verdedigingslinies. Het verst buiten de stad ligt de PFL I-Linie over een lengte van ongeveer 50Km tussen Visé en Comblain-au-Pont met de drie nieuwe forten Aubin-Neufchâteau, Battice en Tancrémont. Dichter bij Luik ligt de PFL II-Linie die ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon in het noorden tot Boncelles in het zuiden. Op de PFL II-Linie bevinden zich de tussen 1928 en 1933 vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons. Elk fort beschikt over een uitgebreid netwerk van observatieposten, in veel gevallen kleine bunkers [1] uitgerust met een stalen koepel van waaruit de vijandelijke troepenverplaatsingen worden waargenomen en doorgegeven aan de schootsburelen van de forten. De observatieposten [2] zijn met de schootsburelen verbonden via ondergrondse telefoonlijnen. Aan de vooravond van de oorlog wordt de PFL I-Linie niet bezet door grondtroepen. Het IIIde Legerkorps (III/LK) staat opgesteld langs de PFL II-Linie met de 3de Infanteriedivisie (3Div) in het noorden en de 2de Infanteriedivisie (2Div) in het zuiden. Hierdoor bevinden de forten van Aubin-Neufchâteau, Battice en Tancrémont zich als voorposten ietwat geïsoleerd buiten de feitelijke verdedigingslinie. Tussen de PFL I-Linie en de Belgisch-Duitse grens bevinden zich enkel het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) en het 1ste Regiment Lansiers (1L) die er alarmposten en de Vooruitgeschoven Stelling bezetten.

Situering van de forten die samen de IIde Groep vormen.
De drie bolwerken in het noordoosten van de Versterkte Positie Luik worden bevolen door Majoor Simon. De Staf van de IIde Groep wordt op oorlogsvoet gebracht bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939. De staf installeert zich onmiddellijk na zijn mobilisatie in de abdij van de Chanoines Réguliers du Latran in de toenmalige Rue de Jupille nr 328 te Bressoux (huidige Rue Winston Churchill), die werd ingericht als gevechtscommandopost. Tijdens de mobilisatie wordt overgegaan tot een ver doorgedreven training van de bemanningen van de geschutskoepels, de observatieploegen en de schootsofficieren. De schootsofficieren worden zelfs in die mate getraind dat ze binnen de 2 minuten na ontvangst van de coördinaten van een doel de schootselementen (azimuth, elevatie en lading) al konden doorgeven aan de geschutskoepels. De permanentie op de OP’s en in de forten wordt gedurende de ganse mobilisatie verzekerd zodat de drie forten binnen de 15′ klaar tot vuren kunnen zijn na ontvangst van een alarm.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Het Fort van Pontisse ligt ten noorden van Luik op de linkeroever van de Maas. Het werd gebouwd tussen 1888 en 1891 als een van de twaalf originele forten rond de stad Luik. Deze fortengordel ligt er na de Eerste Wereldoorlog een tiental jaar verlaten bij, maar wanneer in 1929 de plannen voor de nieuwe Versterkte Positie Luik vaste vorm aannemen, starten de aanbestedingen voor de modernisering. Het fort wordt hersteld en versterkt, krijgt een nieuwe elektriciteits-, water- en luchtvoorziening en wordt herbewapend met Duits geschut. Het fort beschikt over één koepel met twee 105mm kanonnen en vier koepels met telkens een 75mm houwitser.
Pontisse heeft aan de vooravond van de Duitse inval de volgende vaste observatieposten:
- Bunker PL13 langs de Rue du Roi Albert (de N671) van Opeye naar Haccourt, bevolen door Wachtmeester Wathelet, bijgestaan door Brig Stats.
- Haute Froidmont ten noorden van de N618 tussen Hallembaye en Hautain-Saint-Siméon (observatiepost OP204)
Batterij Barchon/IIde Groep
Het Fort van Barchon is eveneens een laat 19de eeuws fort op de PFL II-Linie. Het driehoekige bouwwerk ligt op zo’n 8Km ten noordoosten van Luik, tussen de stad en Visé. Ook dit fort krijgt in de vroege jaren 30 een gelijkaardig pakket aan renovatiewerken als het Fort van Pontisse. Het Fort van Barchon beschikt over twee koepels met elk één 150mm kanon, twee koepels met twee 105mm kanonnen en vier koepels met telkens één 75mm houwitser. Alle koepels kunnen 360° draaien, de 75mm koepels kunnen niet alleen draaien maar kunnen ook verticaal bewegen en worden enkel uitgeschoven indien gevuurd moet worden. Hierdoor beschikt het fort over behoorlijk wat vuurkracht. Het fort ligt in het dispositief van de 3de Infanteriedivisie (3Div) die heeft stelling genomen langs de noordelijke helft van de PFL II-Linie. Barchon wordt bevolen door Kapitein-commandant Pourbaix die wordt bijgestaan door Lt Hubert Jungling, de tweede in bevel van het fort. Beide officieren zijn de enige twee actieve officieren van het fort, de tien andere officieren (de drie geneesheren en de aalmoezenier inbegrepen) zijn reservisten. In september 1939 werd overgegaan tot de mobilisatie van een eerste ploeg van 250 man die het fort zullen bemannen. Deze ploeg verbleef permanent in het fort tot begin februari 1940 een tweede ploeg van 250 man wordt samengesteld met jonge rekruten van de lichting ’40. Onder hen bevindt zich Soldaat Milicien Lecane [3]. De nieuwe rekruten krijgen een spoedopleiding en vanaf het voorjaar 1940 lossen de twee ploegen elkaar wekelijks af. Aan de vooravond van de oorlog beschikt het fort over twee complete bemanningen van een 250-tal manschappen.

Boven op de kam de “Tour de Belle Fleur” van de mijn “du Hasard” te Cheratte, waar de OP206 van WM Appeltants zich bevond.
Het fort kan voor zijn doelsaanduiding rekenen op tien observatieposten die zich buiten het fort bevinden:
- Bunker BM3 gelegen ten oosten van de straat Thier Herkay (eerst bevolen door WM Bosly, vervolgens door WM Michaux – TBC),
- Bunker AC1 gelegen ten noorden van de straat Vieux Thiers te Aux Communes (bevolen door WM Colson) [4],
- De liftschacht van de koolmijn du Hasard gelegen ten westen van de Rue de la Belle Fleur Nr 29 te Cheratte (observatiepost OP206, bevolen door WM Hubert Appeltants),
- Neuve-Maison (observatiepost O337, bevolen door WM Dister),
- Kerktoren Julémont (observatiepost O338, bevolen door WM Jadoul),
- Mijn van Trembleur (bevolen door WM Guillaume Defauwe ),
- Housse (bevolen door WM Collard),
- Rue de Thier-Nagant,
- Clos de Leval in de Rue de Leval,
- OP gekend als “Brasserie” (bevolen door WM Gavray).
In de bunkers bevinden zich telkens één onderofficier, een brigadier en vier soldaten, de andere posten worden bemand door één onderofficier en twee soldaten.
- Op het dak van het fort bevindt zich nog een extra OP die vanuit een gepantserde koepel troepenbewegingen op en rond het fort kan waarnemen. Deze OP wordt bevolen door Brig Jean Ramaeckers.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het verst buiten Luik ligt de PFL I-Linie over een lengte van ongeveer 50Km tussen Visé in het noorden en Comblain-au-Pont in het zuiden, met de drie nieuwe forten van Aubin-Neufchâteau, Battice en Tancrémont. Het Fort van Aubin-Neufchâteau ligt ten noordoosten van Luik en ligt binnen schietbereik van de forten Eben-Emael, Battice en Barchon. Tussen de drie forten van de PFL I-Linie werden tijdens het interbellum 179 betonnen bunkers gebouwd. De bunkers werden ingedeeld in zeven sectoren die worden aangeduid met twee letters, de beginletters van de gemeentes die de sector begrenzen. Het Fort van Aubin-Neufchâteau ligt tussen de sector Visé – Neufchâteau (VN) en de sector Margarin – Neufchâteau (MN). De lettercode wordt ook gebuikt bij de nummering van de bunkers tussen de forten. Enkele van de bunkers waren uitgerust met een stalen observatiekoepel en werden gebruikt door voorwaartse waarnemers van het fort (NV2-NV5-MN11-MN18). De andere bunkers die zich tussen de forten bevinden worden niet bezet door het veldleger
De bouwwerken werden aangevat in 1936 en zijn net voltooid voor de aanvang van de oorlog. Het Fort van Aubin-Neufchâteau is een relatief klein fort met een superstructuur in de vorm van een gelijkzijdige driehoek waarvan de zijden een driehonderdtal meter lang zijn. Blok 1 en Blok 2 die zich elk op een punt van de driehoek bevinden zijn de feitelijke artilleriebunkers van het fort. Elk van deze bunkers heeft twee waarnemingskoepels en een koepel uitgerust met twee 75mm snelvuurkanonnen die 11 kilometer ver schieten. Beide geschutskoepels kunnen 360° draaien en worden uitgeschoven indien gevuurd moet worden. Op de zuidwestelijke punt bevindt zich de Blok 3, een infanteriebunker die in vredestijd toegang verschaft tot de ondergrondse kazerne. Midden het driehoekig massief ligt de Blok M uitgerust met drie mortieren 81mm voor de nabije verdediging van het fort. De driehoekige structuur is omgeven door een droge anti-tankgracht van een zestiental meter breed met steile wanden die tot zes meter hoog reiken. In de tegenhelling van de gracht zijn de Kazematten C1 en C2 aangebracht. De kazematten zijn uitgerust met C47mm ani-tank kanonnen en mitrailleurs. Tegenover Blok 3 op de berm rond het fort bevindt zich de Kazemat C3. Blokken P en O liggen buiten de perimeter van het fort en dienen als luchtinlaat voor het luchtverversingssysteem. Blok P die zich een zeshonderdtal meter voor het fort bevindt is tevens de verdoken ingang voor oorlogstijd. Beide blokken beschikken over uitschuifbare luchtkokers die als observatiepost gebruikt kunnen worden.

Plattegrond van het Fort van Aubin-Neufchâteau.
Het totaal aantal manschappen onder bevel van Kapitein-commandant d’Ardenne bedroeg 526, waarvan het leeuwendeel dienstplichtigen. Het fort beschikte over een dubbele bemanning die elkaar wekelijks aflossen. Het reservegarnizoen is ingekwartierd in een rustkantonnement te Haccourt, een dorp op de westelijke Maasoever op twaalf kilometer van het fort. Het ondersteunend personeel (koks, administrateurs, medisch personeel en herstellers) is ingekwartierd bij burgers en deden 8 uur dienst in het fort. Sommige diensten zoals onder meer de administratie waren omwille van de slechte werkomstandigheden in het fort ondergebracht in barakken bij de ingang. Bij alarm verplaatsten zij zich telkens naar het fort. De gemobiliseerde artilleristen worden tijdens de mobilisatie hoofdzakelijk gebruikt voor werkzaamheden ter versteviging van de buitenperimeter. Zij werden hierbij geholpen door een klein detachement van het 3de Bataljon Genie (3Gn) bestaande uit een onderofficier en een tiental manschappen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van diverse geniewerken in de onmiddellijke omgeving van het fort.
Het fort beschikt daarenboven over een netwerk van zeven vaste observatieposten:
- Bunker MN11 te Gorhez (observatiepost OP281 bevolen door Wachtmeester Bartholomé)
- Bunker MN18 te Saint-Jean-Sart (observatiepost O368 bevolen door Wachtmeester Paschal)
- Bunker NV2 te Warsage (observatiepost O369)
- Bunker NV5 te Bombaye (observatiepost OP296 bevolen door Wachtmeester Rappe)
- Sint-Martens-Voeren (observatiepost O363 bevolen door Wachtmeester Gosset)
- La Heydt
- Mauhin
Naast de vaste observatieposten beschikt het fort eveneens over mobiele observatieploegen (Détachement d’Observation et de Liaison oftewel DLO) die in versterking kunnen gegeven worden van het veldleger. Het fort kan ook nog patrouilles uitsturen om de vijand op te sporen en zo doelen door te geven.
Reservegarnizoenen/IIde Groep
In tegenstelling tot de eenheden van het veldleger worden de rekruten van de lichting ’40 bestemd voor de IIde Groep niet ondergebracht in een Versterkings- en Opleidingsregiment, maar rechtstreeks doorgestuurd naar de verschillende forten. De jonge rekruten bestemd voor de forten van Pontisse, Barchon en Aubin-Neufchâteau komen begin februari toe en krijgen gedurende zes weken een basisopleiding (oftewel école à pied) in hun respectievelijke forten. Na de basisopleiding wordt de tweede ploeg gevormd waarna om de week een aflossing van de bemanning van de forten wordt doorgevoerd. Vanaf dan is er telkens één ploeg in het fort aanwezig en verblijft de tweede ploeg (oftewel reservegarnizoen) in een rustkantonnement. Het rustkantonnement van het Fort van Barchon bevindt zich te Wandre, dat van het Fort van Aubin-Neufchâteau te Haccourt.

Kapitein Félicien Lannoy in de commandocentrale van Aubin-Neufchateau.
Staf/IIde Groep
Iets na middernacht ontvangt de IIde Groep het werkelijk alarm van de Staf/RFL. Onmiddellijk worden de drie forten in de hoogste graad van paraatheid gebracht. De staf wordt rond 05u00 door het fort van Pontisse op de hoogte gebracht dat er Duitse luchtlandingstroepen op het dak van het Fort van Eben-Emael neergekomen zijn. De forten komen vrijwel onmiddellijk in actie en beschieten op vraag van Eben-Emael de superstructuur van het fort. Ook worden de voorziene vernielingen uitgevoerd, de schootsvelden geruimd en wordt vuursteun gegeven aan de grenswielrijders. Tijdens de ochtend komt er onheilspellend nieuws vanuit de zone van het Iste Legerkorps (I/LK) dat stond opgesteld achter het Albertkanaal ten noorden van het III/LK. Bij de 7de Infanteriedivisie (7Div) slagen de Duitsers erin om bij eerste klaarte het Albertkanaal te overschrijden nabij Vroenhoven en Veldwezelt. Ondertussen bevuren de forten van de IIde Groep onophoudelijk voorbijtrekkende Duitse troepen. Het betreft vooral ondereenheden van de 269ste Duitse Infanteriedivisie [269(DEU)ID] en de 253ste Duitse Infanteriedivisie [253(DEU)ID] die als opdracht hebben de Maas ten noorden van Luik over te steken. Deze laatste divisie heeft bovendien ook nog de opdracht om het Fort van Aubin-Neufchâteau te neutraliseren [5].
Tegen de avond heeft de vijand de 7Div aangeklampt over de ganse breedte van de divisiesector waardoor de weg naar Tongeren open ligt. Omdat de Versterkte Positie Luik vanuit Tongeren langs het noordwesten dreigt omsingeld te worden besluit het Groot Hoofdkwartier (GHK) al tijdens de avond van 10 mei dat de posities van de PFL II-Linie ten oosten van de stad niet kunnen behouden worden door het IIIde Legerkorps (III/LK). Het oppercommando wil het risico van een omsingeling niet nemen en geeft om 20u00 het bevel om de oostelijke oever van de Maas versneld te ontruimen, met uitzondering van de forten. Om 23u30 deelt Kolonel Modard, commandant van het RFL, aan de groepscommandanten mee dat de Versterkte Positie Luik tijdens de nacht van 10 op 11 mei ontruimd zal worden door het veldleger maar dat de forten en hun bemanningen zullen achterblijven. De forten moeten de Duitsers zo veel mogelijk trachten af te remmen. Het gevolg van de beslissing is dat de Duitse veldtroepen vrij spel krijgen om tot aan de perimeter van de forten op te rukken om vervolgens de superstructuur van de forten aan te vallen. De groepscommandanten krijgen het bevel om zich met een beperkte staf te installeren in een fort naar keuze van hun groep en van daar uit het gevecht te leiden. Kolonel Modard neemt ook de beslissing om de reservebemanningen van de forten op 11 mei naar Mechelen te evacueren. De IIde Groep krijgt de opdracht om de reservebemanning van de forten door te sturen naar het Fort van Liers op de westelijke Maasoever waar ze uiterlijk de 11de mei tegen 06u00 moeten toekomen. Dit zal echter niet mogelijk zijn voor de reservebemanning van het Fort van Aubin-Neufchâteau aangezien die al naar het fort werden overgeplaatst.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Fort.
Het bolwerk wordt om 00u40 in staat van alarm gebracht. Alle koepels worden bemand en vuurklaar gemaakt, evenals de betonnen verdedigingsblokken. Omstreeks 04u30, kort na de aanvang van de Duitse luchtlandingen te Eben-Emael, is het fort op de hoogte van de vijandelijke aanval op zijn noorderbuur. Kapitein Pire, commandant van het Fort van Pontisse, verwittigt het naburige Fort van Barchon. Om 05u10 vraagt Majoor Jottrand, commandant van Eben-Emael, aan het Fort van Pontisse en de 7Div om de superstructuur van het fort onder vuur te nemen teneinde de parachutisten te verjagen. De C105 koepel wordt aangeduid voor deze opdracht en een eerste salvo van 100 schoten vertrekt. Deze vuuropdracht zal enkele keren herhaald worden doorheen de loop van de dag. Bij de 7Div wordt de IVde Groep van het 20ste Regiment Artillerie (IV/20A) aangeduid voor deze opdracht en vuurt vanaf 05u30 tweehonderd schoten af op het fort. Deze opdracht wordt vanaf 06u00 overgenomen door de Vde Groep van het 14de Regiment Artillerie (V/14A).
Rond 06u15 wordt het bevel gegeven om de spoorwegbrug over de Maas ten noorden van Visé op te blazen maar de genie slaagt hierin slechts gedeeltelijk. Na een tweede mislukte poging beslist Luitenant Parent, de compagniecommandant van de 6Cie van het IIIde Bataljon van het 2de Regiment Grenswielrijders (6/III/2CyF), dan maar om een vuuropdracht aan te vragen bij het Fort van Pontisse. Aanvankelijk begrijpt het fort het bericht verkeerd en laat het zijn kanonnen vuren op het westelijk bruggenhoofd van de brug van Visé waar de 6Cie zijn CP heeft opgesteld, gelukkig zonder erg voor de 6Cie. De vuren worden gecorrigeerd naar de oostelijke oever en eens het juiste doel gevonden, beschiet het fort langdurig de spoorwegbrug maar slaagt er niet in deze verder te vernielen.

Scheepshelling van het veer van Eijsden. De sporen van de artilleriebeschieting zijn goed zichtbaar. Op de voorgrond een stukgeschoten rubberboot (Floßsack) van de pontonbrug.
De 269(DEU)ID probeert vanaf 08u00 met twee regimenten gelijktijdig de Maas over te steken. Eén regiment moet vanuit Breust proberen de Maas over te steken ten noorden van Ternaaien (oftewel Lanaye), het andere regiment moet vanuit Eijsden vertrekken en ten zuiden van Ternaaien de Maas passeren. Nadat een eerste poging om een pontonbrug over de Maas te leggen ter hoogte van Breust werd verijdeld door de artillerievuren van 20A, onderneemt de 269(DEU)ID kort na de middag een tweede poging ten zuiden van Ternaaien vanaf de ramp van het veer van Eijsden (NDL). Het Fort van Pontisse en de nog intacte kazemat Visé2 van het Fort van Eben-Emael evenals IV/20A en V/14A krijgen om 12u40 het bevel om de tweede pontonbrug die de Duitse Genie over de Maas had gelegd te beschieten. Om 13u45 worden de eerste schoten afgevuurd op Duitse troepen die via de geniebrug pogen de Maas over te steken. De vuren worden geleid door de artillerie observatiepost (O32) die zich in de kerk van Loen bevond. De Duitse infanterie verzamelt in een afwachtingsstelling in het dorp Eijsden tot ze de kans krijgen om de Maas over te steken. De verzamelzone wordt ontdekt en door de artillerie onder vuur genomen waarbij de Duitse verliezen hoog oplopen; zij tellen 35 gesneuvelden en niet minder dan 140 gewonden. Door de vernietiging van de pontonbruggen en door de geleden verliezen wordt de aanval uit de opmars afgeblazen. De 269(DEU)ID onderneemt op 10 mei geen nieuwe poging meer om de Maas nabij Ternaaien te overschrijden. In de loop van de avond ontvangt het fort een voorraad van 200 artilleriegranaten voor de C105mm kanonnen.
DLO.
Observatiepost OP204 te Hallembaye wordt omstreeks 18u00 aangevallen door vijandelijke vliegtuigen. Er vallen geen slachtoffers, maar de bemanning moet de waarneming gedurende enkele uren staken.

Duitse schets van het Fort van Barchon opgetekend in 1941.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Om 01u00 worden de manschappen die slapen in de houten barakken buiten het fort gewekt. Ze worden op de hoogte gebracht van het alarm en moeten hun beddegoed meenemen in het fort. Onmiddellijk wordt begonnen met het samenstellen van de munitie en het overbrengen van de munitie naar de geschutskoepels. De munitiebevoorraders van de koepels C150mm hebben de grootste moeite om de munitiekisten open te krijgen. Deze kisten zijn dermate goed verzegeld dat speciaal gereedschap nodig is om het deksel van de kist te krijgen. Het fort verneemt rond 04u45 via het naburige Pontisse dat een aanval op Eben-Emael aan de gang is en opent een half uur later het vuur op de bovenstructuur van het belegerde fort met de beide C150mm kanonnen. Het artillerievuur wordt aangehouden tot in de loop van de voormiddag. Eén van de koepels C150mm heeft af te rekenen met een technisch probleem, de koepel kan alleen nog met de hand gedraaid worden. Het bedieningspaneel voor de elektrische aandrijving van de koepel is defect. Een ploeg herstellers van de Fonderie Royale de Canons (FRC) komt de koepel inspecteren en belooft de volgende dag met de nodige wisselstukken terug te keren. De ploeg herstellers is niet meer komen opdagen en de koepel wordt dan maar verder manueel bediend. Rond 07u40 wordt ook de treinhalte te Hindel onder vuur genomen waarop de Duitsers zich terugtrekken naar Aubel. Om 09u00 geeft Cdt Pourbaix opdracht om de logementbarakken in brand te steken zodat de waarnemingssectoren van de koepels worden vrijgemaakt. Tegen de middag krijgt de sectie luchtafweermitrailleurs (oftewel Mitrailleurs Contre-Avions – MiCA) van Adjudant KROLt Collin het bevel om zich binnen de muren van het fort terug te trekken en zich op het dak van het fort te installeren. In de loop van de namiddag wordt ook de omgeving van Remersdaal en het station te Montzen toegevoegd aan de lijst met doelen. Tot nu toe wordt enkel gevuurd met de C150mm en C105mm kanonnen, de vijand is nog niet binnen dracht van de C75mm. De vuurkadans ligt hoog, de munitiebevoorradingsploegen kunnen amper volgen om de munitie met de liften naar de koepels te sturen. ‘s Avonds vindt de eerste en ook de enige aflossing van de manschappen plaats. De bemanning met dienst in het fort verlaat zijn gevechtsposities en zoekt de rustkantonnementen te Wandre op. Het reservegarnizoen neemt de bezetting van het fort over.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Fort.
Kort na middernacht, omstreeks 00u50, wordt het fort in staat van alarm gebracht. Het reservegarnizoen dat zich te Haccourt bevindt krijgt het bevel om het fort onmiddellijk te vervoegen. Het reservegarnizoen kan enkele uren later te Visé het Albertkanaal en de Maas oversteken en vervoegt Aubin-Neufchâteau na een voetmars van zo’n 12Km. Het fort telt nu zo’n 520 militairen. Cdt D’Ardenne zal tijdens het komende beleg van zijn vesting steeds over zijn beide bemanningen kunnen beschikken wat een positieve invloed zal hebben op het uithoudingsvermogen van het fort. De dienstplichtigen van de klas ’40 worden onmiddellijk belast met het leeghalen van de kazernebarakken net buiten het kamp, een opdracht die zal duren tot het aanbreken van de dag. De genieploeg van Sgt Dewolf begint met het ruimen van de schietstellingen. Een huis dat zich vlak voor de oorlogsingang bij Blok P bevindt wordt opgeblazen. Vanaf 04u00 worden talrijke formaties vijandelijke vliegtuigen gemeld en hoort de bemanning van de geschutstellingen op talrijke plaatsen in de omgeving het luchtalarm weerklinken. De luchtafweermitrailleurs van het fort bestoken de indringers. Wanneer om 06u30 vijandelijke colonnes gemeld worden op de baan van ‘s Gravenvoeren naar Moelingen opent het fort een eerste keer het vuur [6]. De buurt van Moelingen wordt meermaals bestookt door de kanonnen. De observatieposten melden ook dat er brand lijkt te zijn op het Fort van Eben-Emael. De vijand wordt nu ook te Hombourg gesignaleerd en beschoten. Even na 09u00 nemen de Duitsers Aubel in en valt het burgerlijk elektriciteitsnet uit. Gedurende de dag worden Duitse verkenningstroepen en artilleriestellingen bestookt en het fort blijft vuuropdrachten uitvoeren naarmate de vijand vordert. Zo wordt om 20u00 het dorp Mesch net over de Nederlandse grens onder vuur genomen. In Mesch staat de IIde Abteilung van het 269(DEU)AR opgesteld alsook het IIIde Bataljon van het 489(DEU)JR. Beide eenheden ontruimen de streek van Mesch en wijken uit naar een wisselstelling [7]. Om 21u00 doet zich een incident voor aan de ingang van Blok P. Wanneer een driekoppige verkenningspatrouille na einde opdracht de toegangsdeur van Blok P probeert te bereiken worden zij door de schildwacht niet herkend. De schildwacht opent het vuur waarbij Soldaat Louys dodelijk getroffen wordt en Soldaat Van Ingelgom ernstig gewond. Tijdens de avond komen ook de mortieren van het fort in actie wanneer de vijand binnen bereik komt.

Bunker MN11 te Gorhez (observatiepost OP281).
DLO.
De bemanning voor de zeven observatieposten toegewezen aan het fort worden naar hun stellingen uitgestuurd.
- Omstreeks het middaguur wordt Brigadier Lescrenier het eerste dodelijke slachtoffer van het fort. De waarnemer wordt neergeschoten bij een observatiepatrouille vlakbij de waarnemingspost van Sint-Martens-Voeren. Hij krijgt volgende vermelding op het legerdagorder: “Observateur avancé du fort d’Aubin-Neufchâteau, tombé en brave, frappé par balles de mitraillettes, le 10 mai 1940 à son poste de Fouron-Saint-Martin après avoir signalé au fort différents objectifs de la plus haute importance“. De Soldaten Bastin en Halleux worden gevangen genomen. Postcommandant Wachtmeester Gosset en de Soldaten Beckers en Longton kunnen ontkomen. Gosset komt enige tijd nadien aan op de observatiepost van La Heydt.
- De observatiepost te La Heydt wordt tussen 17u00 en 17u30 geëvacueerd en de bemanning komt om 18u37 aan op het fort.
- De post te Mauhain is de ganse dag werkloos door het ontbreken van vijandelijke doelen in hun waarnemingssector. Wanneer ook de telefoonverbinding uitvalt, gaat de ploeg er van door naar Herstal. Het lot van de bemanning van bunker NV2 is niet bekend, het laatste bericht van de observatiepost wordt ontvangen om 05u25 en de commandopost van het fort vermoedt dat de post in de loop van de dag verlaten werd. Om de situatie uit te klaren stuurt het fort in de late middag een patrouille naar Berneau, Warsage en Sint-Martens-Voeren en om uit te zoeken wat er aan de hand is. De patrouille van Brigadier Demain en de Soldaten Lingle en Demaret bereiken de observatiepost NV2 omstreeks 19u15. De telefoonlijn is nog intact en de brigadier maakt van de gelegenheid gebruik om de coördinaten van een Duitse artilleriecolonne op de weg Snauwenberg – Voeren door te geven. De patrouille zet zijn weg verder en maakt contact met de vijand ter hoogte van het station van Warsage waarbij de Soldaten Lingle en Demaret gewond raken. Brig Demain kan ontsnappen en begeeft zich opnieuw naar de bunker NV2 van waaruit hij de 11de mei om 01u30 de positie doorgeeft van verschillende Duitse artilleriebatterijen die zich hebben opgesteld tussen Bombaye en Voeren. De brigadier verlaat de observatiepost om zich richting fort te begeven maar wordt gedood in de omgeving van de bunker NV2.
- Bunker MN18 maakt om 10u00 voor het eerst contact met de vijand wanneer een Duits voertuig de OP passeert en onder vuur wordt genomen. Om 19u00 merkt de observatiepost een Duitse artilleriebatterij op die zich opstelt nabij het kruispunt L’ Appelboom. Een artillerievuur wordt aangevraagd en het fort opent het vuur om 20u02. Om 20u28 meldt de post dat ze omsingeld zijn door de vijand waarop het fort een vijftigtal schoten afvuurt op de omgeving rond MN18 waarna de rust terugkeert. Wanneer rond 23u00 de Wachtmeester Paschal het fort probeert telefonisch te bereiken krijgt hij geen verbinding meer. Hierop besluit hij de post te verlaten en aangezien hij niet werd niet gebriefd over het wachtwoord noch over de procedure om de ingang van het fort te benaderen beslist hij op Luik terug te plooien. Hij slaagt erin het detachement met de reservebemanningen te vervoegen.
- De bunkers NV5 en MN11 zijn de enige twee buitenposten die nog bemand zijn op het einde van de eerste oorlogsdag. Dit bemoeilijkt het opsporen van doelen waardoor het fort hoofdzakelijk is aangewezen op doelsaanduidingen komende van de Commandant Artillerie van het IIIde Legerkorps.
- Het fort zendt ook vier Verbindings- en Observatiedetachementen naar de steunpunten bezet door de 1Cie van het 1ste Regiment Grenswielrijders op de Vooruitgeschoven Stelling. De detachementen OCR/2 en OCR/4 (Wachtmeester Willems) plaatsen zich nabij Remersdaal. Het detachement OCR/3 (Wachtmeester Michaux) stelt zich op te Hombourg, terwijl het detachement OCR/4 te Merckhof blijft. De detachementen maken al snel melding van de vernielingen die door de grenswacht uitgevoerd worden. Wanneer deze laatsten tussen 05u00 en 07u00 de geplande terugtocht naar hun opvangstelling uitvoeren, volgen de waarnemers in hun kielzog. De vier Verbindings- en Observatiedetachementen keren terug naar Aubin-Neufchâteau tussen 17u45 en 18u00.

Schootsbereik van de forten van Eben-Emael, Pontisse en Barchon opgetekend in het boek “Denkschrift über die belgische Landesbefestigung”.
Staf/IIde Groep
Om 00u30 deelt Majoor Simon aan zijn verzamelde staf het bericht mee dat de Versterkte Positie Luik tijdens de nacht van 10 op 11 mei ontruimd zal worden, maar dat de forten zullen achterblijven. Majoor Simon beslist om alleen, zonder zijn staf, te vertrekken naar het Fort van Pontisse om van daar uit het gevecht van de IIde Groep te leiden. Hij wordt met een personenwagen naar het Fort van Pontisse gebracht en om 03u00 worden de forten verwittigd dat het commando van de groep naar het Fort van Pontisse verplaatst werd. De rest van zijn staf ontruimd het hoofdkwartier in de abdij van de Chanoines Réguliers du Latran en vervoegt de Batterij Depot en Bevoorrading te Liers. Vanaf 04u00 zijn vanuit het Fort van Pontisse alle telefoonverbindingen verzekerd met de forten van de groep en met de Staf/RFL, die zich naar het Fort van Flémalle verplaatste. Vroeg in de voormiddag krijgt Majoor Simon in het Fort van Pontisse bezoek van Generaal-majoor Jadot, Commandant Artillerie van het III/LK. GenMaj Jadot komt een stand van zaken opmaken en wil Majoor Simon evenals de staf van het fort ook de nodige moed inspreken door hen te verzekeren dat er binnen enkele dagen versterkingen zullen aankomen te Luik.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Omstreeks 01u30 ontvangt het fort de opdracht om een vijandelijke artilleriebatterij nabij Saint-Rémy onder vuur te nemen. Een half uur later vertrekt het reservegarnizoen naar Liers om het veldleger te vervoegen. Het fort blijft vuren naar de overgangen over de Maas en het Albertkanaal. Om 04u30 wordt een observatiemast te Groot-Ternaaien beschoten, samen met een twintigtal landingsboten aan de oever van de Maas. De Duitsers onderbreken hun oversteekpoging. Anderhalf uur later volgt een beschieting van de brug van Berneau te Visé.
Wanneer de vijand opduikt in de driehoek Moelingen, Warsage, Visé komt het fort ook hier tussenbeide. De observatiepost van III/2CyF opgesteld langs de spoorwegberm van de spoorlijn Tongeren – Montzen nabij de brug van Visé kan waarnemen hoe een eenheid vijandelijke infanteristen behorende tot 253(DEU)ID de spoorwegbrug Visé-Montzen zonder problemen kan oversteken. Prompt wordt artillerievuur aangevraagd. De ganse dag worden de door III/2CyF aangeduide doelen in de omgeving van Visé met grote precisie bestookt door het Fort van Pontisse. De Duitse infanteristen trekken zich terug, de 253(DEU)ID die moest oprukken naar de rechter Maasoever maakt die dag nagenoeg geen voortgang. Uiteindelijk zullen ze pas de volgende dag Visé bezetten nadat de Belgische troepen de stad reeds verlaten hebben. Het Fort van Eben-Emael wordt om 07u00 een laatste keer onder vuur genomen door het Fort van Pontisse. Rondom 11u00 zal de verbinding met het fort uitvallen. Het fort heeft een observatiepost in intervalbunker PL13 te Oupeye. De waarnemers worden hier beschoten door Duitse artillerie die te Dalhem in stelling is gegaan, maar blijven voorlopig nog op post. De vijand heeft een eigen observatieploeg geïnstalleerd in Villa Jossart te Argenteau. De C75 koepel van Blok III komt tussenbeide. Doorheen de avond blijven meldingen van vijandelijke aanwezigheid toekomen. Er worden verkenners gesignaleerd nabij te brug van Vivegnis. Blok III bestookt de brug die na het zesde salvo zal instorten. De C105 koepel bestookt samen met het Fort van Barchon de tunnel te Dalhem. Na het vallen van de duisternis worden de bruggen van Hermalle en Haccourt opgeblazen door de genie.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
In de nacht van 10 op 11 mei voert het fort twee vuuropdrachten op de dorpskern van ‘s Gravenvoeren uit en ziet ondertussen de 3Div vertrekken. Het reservegarnizoen krijgt opdracht Wandre te verlaten en zich naar Liers te begeven waar ze tegen 06u00 de reservegarnizoenen van de andere forten moeten vervoegen. Tijdens de ochtend vuren de C150mm koepels nog een laatste salvo van 60 granaten af op het dak van Eben-Emael om de vijand te verjagen, maar het lot van het grote fort aan het Albertkanaal is reeds bezegeld. Vanaf nu komen ook de koepels met de 75mm kanonnen in actie, de vijand begeeft zich nu ook binnen dracht van deze kanonnen. De ganse dag door richt het geschut van Barchon zich, op aangeven van de observatieposten en patrouilles, op de wegenknooppunten ten noordoosten van Luik. Ook de tunnel van de buurtspoorwegen te Dalhem en de steenkoolmijn van Trembleur worden aangepakt nadat daar de eerste vijandelijke troepen werden gesignaleerd. De hoge vuurkadans leidt tot verschillende pannes. Het 75mm kanon van Koepel Saillant II (Koepel S II) raakt oververhit en dit veroorzaakt de voortijdige explosie van een artilleriegranaat. Er vallen vier gewonden onder hen de brigadiers Schoofs en Darchambeau en de Soldaat Dethier. De munitielift van de rechter C150mm koepel blokkeert en kan niet meer vrij gemaakt worden. Koepel S II wordt opnieuw getroffen door een technisch probleem wanneer de teruglooprem van het 75mm kanon afbreekt. Het duurt enkele uren eer het euvel kan hersteld worden.
DLO
Het fort verliest in de loop van de dag meerdere observatieposten. Wanneer de Duitse troepen rondom 06u00 Julémont bereiken, krijgen de voorwaartse waarnemers van observatiepost O338 in dit dorp de opdracht om hun positie te verlaten en het veldleger te vervoegen. De voorwaartse waarnemers in post O337 te Neuve-Maison beantwoorden hun telefoon niet meer en worden verloren geacht. Om 13u00 krijgt de OP van WM Defauwe op de terreinen van de mijn van Trembleur (vermoedelijk op de terril van de mijn) opdracht om zijn post te verlaten en naar het fort terug te keren. De vijand is echter al in de buurt en wanneer WM Defauwe als laatste van zijn ploeg vertrekt wordt hij dodelijk getroffen door geweervuur. Hij is de eerste gesneuvelde militair van het Fort van Barchon. In de koolmijn du Hasard te Cheratte moet observatiepost O206 de liftschacht om 18u00 ontruimen wanneer de Belgische genie de schacht komt vernielen met explosieven. Het fort stuurt ter compensatie een patrouille het terrein op onder leiding van Wachtmeester Van Michel. De ploeg zal per reisduif twee vuuropdrachten aanvragen en keert dan terug naar het fort. Omstreeks 22u30 wordt de observatiebunker AC1 beschoten. Brigadier Miessen raakt zwaar verbrand aan het aangezicht bij de explosie van een artilleriegranaat. Dokter Wiener van het fort rukt uit om de ongelukkige te verzorgen.

Het garnizoen van Aubin-Neufchâteau voor de kerk van Aubin in 1938.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Fort
De vijand is het fort genaderd en maakt zich, na verkenningen in de vroege ochtenduren, klaar om de aanval op het fort in te zetten. De aanval start met een korte vuurvoorbereiding door twee Abteilungen zware artillerie van het 253(DEU)Artillerie Regiment. Wanneer het II/453(DEU)IR klaar is voor zijn aanval worden enkele groene vuurpijlen afgeschoten om de vuurvoorbereiding te doen ophouden. Vanaf 09u00 neemt de vijand de observatiebunkers onder rechtstreeks vuur met een antitankkanon. Verschillende koepels worden ook beschoten door mitrailleurs. Rondom 10u00 wordt koepel B1 door een treffer buiten werking gesteld. De Duitsers naderen vanuit Warsage en hebben nu ook een zwaar 88mm luchtafweerkanon in stelling gebracht. De Belgen blijven de invallers bestoken. Tegen 11u00 bereikt de eerste aanval op het fort zijn hoogtepunt maar het fort slaagt erin deze aanval succesvol af te weren. In de namiddag wordt het fort opnieuw aangevallen door een grotere formatie waardoor het fort ondersteunend vuur aan het Fort van Battice moet vragen. Ook deze aanval wordt geneutraliseerd. Verschillende observatiebunkers moeten met schade aan hun optische apparatuur afrekenen waardoor de slagkracht van het fort een deuk krijgt. Aan het eind van de dag heeft het fort een twintigtal aanvalspogingen ter sterkte van een peloton afgeslagen.
DLO
Ondertussen worden ook de verschillende OP’s aangevallen. OP281, geïnstalleerd in bunker MN11 en bemand door WM Bartholomé, de Brigadier Clerfays en de soldaten Nyssen en Kleynen, had op 10 mei reeds het vuur geopend op een Duitse verkenningspatrouille te paard. De positie van de bunker was bijgevolg gekend door de vijand waardoor op 11 mei vanaf eerste klaarte de bunker wordt aangevallen door de Duitse infanterie. Om 05u09 komt het tot een eerste schermutseling waarbij de Duitsers hun mitrailleurvuur op de vensters van de observatieklok richten. Hierbij wordt Soldaat Mathieu Nyssen dodelijk getroffen. WM Bartholomé blijft waarnemen en vraagt artillerievuur aan op zijn OP om de aanval af te slaan. Het fort van Aubin-Neufchâteau vuurt 20 schoten tijdvuur af op en rond de OP waardoor de Duitse aanval tijdelijk wordt afgeslagen. De aanval wordt hervat omstreeks 05u27 en opnieuw wordt een artillerievuur aangevraagd. Het fort vuurt ditmaal 30 granaten af of de OP en onderhoudt het vuur tot 06u45. In het totaal worden 120 schoten afgevuurd op de observatiepost waarna het fort WM Bartholomé opdracht geeft zich over te geven.
Reservegarnizoenen/IIde Groep
De reservegarnizoenen van Pontisse en Barchon worden samen met de reservegarnizoenen van de andere forten van Luik in de voormiddag per spoor of per autocolonne naar Mechelen overgebracht. Tijdens het laden van de trein wordt het station van Liers meerdere malen gebombardeerd door de Duitse luchtmacht maar het merendeel van de manschappen ontsnapt richting Mechelen. Tijden het verdere verloop van de veldtocht worden de reservergarnizoenen steeds meer naar het westen doorgestuurd om uiteindelijk bevel te krijgen zich naar Zuid-Frankrijk te begeven. Tijdens de tocht door België en Frankrijk komen meerdere vestingartilleurs om bij luchtbombardementen.
Voor een gedetailleerd verslag over het wedervaren van de Reservegarnizoenen van Pontisse en Barchon: zie Vestingsregiment van Luik.
Staf/IIde Groep
Vanaf nu wordt de verbinding tussen de forten verzekerd met de radio’s die gebruik maken van gecodeerde radio-telegrafie (gecodeerde morsesignalen) omdat de ondergrondse telefoonlijnen door de vijand worden opgespoord en gesaboteerd.

De luchttoegang van het Fort van Pontisse.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Tijdens de nacht worden verschillende patrouilles het terrein opgestuurd. Ondertussen neemt de C105mm koepel verschillende kruispunten en bruggetjes onder vuur, onder meer te Withuis (deelgemeente van Eysden op de Belgisch-Nederlandse grens), Wonck en Bassenge. Kort na 04u15 meldt Barchon de aanwezigheid van vijandelijke infanteristen nabij het fort. Pontisse opent het vuur op de zone tussen de zuidrand van Housse en de ingang van het Fort van Barchon.
Omstreeks 06u30 is een patrouille getuige van het neerhalen van een Bristol Blenheim van de Royal Air Force te Rhées [8]. Boordschutter Leading Aircraftman John Rooney komt om in de crash. De overige bemanningsleden Squadron Leader Tideman en Sergeant Hale hebben het incident overleefd en zullen uiteindelijk kunnen terugkeren naar de Britse linies. Tideman is aan de hand gewond en wordt op het fort verzorgd. De vijand blijft dichterbij komen en tijdens de voormiddag worden opnieuw diverse patrouilles uitgestuurd naar de vallei van de Jeker, Milmort, Hermée en Grand’Aaz. De verkenners zullen verschillende doelen voor de C105mm koepel aanduiden. De waarnemers in intervalbunker PL13 melden rondom 11u30 de komst van een Duitse colonne voertuigen uit de richting van Haccourt. De vier C75mm koepels van Pontisse verjagen de vijand die enkele moto’s en één voertuig moet achterlaten. De situatie herhaalt zich rondom 13u00 wanneer een colonne Duitse infanteristen te voet opduikt. Ook deze keer worden de aanvallers op andere gedachten gebracht. De vijand vermoedt inmiddels dat PL13 ook als observatiepost gebruikt wordt en wil koste wat kost het bunkertje innemen. Het fort zelf valt rond 20u00 een eerste keer onder vuur. Een Duitse batterij heeft post gevat nabij de Chapelle de la Lorette te Visé. De C105mm koepel geeft tegenbatterij vuur.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Kort na middernacht wordt een kleine Duitse gevechtsgroep ontdekt aan de rand van het fort. De infanteristen worden met kartetsvuur door de C75mm koepels verdreven. Het fort voert tijdens de tweede helft van de nacht nog vuuropdrachten uit op de onmiddellijke omgeving van het Fort van Pontisse, het wegenknooppunt te Haccourt en dorpje Wérichet. Om 04u15 worden talrijke Duitse troepen opgemerkt rondom het fort. De drie nog werkende C75mm koepels en de mitrailleurs openen het vuur. De forten van Pontisse en Evegnée komen eveneens tussenbeide en bestoken op aangeven van Cdt Pourbaix mogelijke infiltratiewegen waarlangs het fort ongezien benaderd kan worden. De C150mm koepels van Barchon bestoken ondertussen de vermoedelijke uitvalsbasis van de vijandelijke aanval te Housse. De vijandelijke aanval wordt een goed uur later afgebroken. Het fort is nu echter binnen het bereik van de Duitse kanonnen gekomen en krijgt vanaf 07u00 verschillende granaatinslagen te verwerken. Het fort beschiet tussen 09u00 en 09u30 een nieuw doel te Riemst. Tussen Barchon en Heuseux heeft een Duitse artillerieformatie post gevat. Het fort blijft naar het noorden vuren. Na Riemst worden Roclenge en Wonck beschoten. Tijdens de namiddag volgen doelen te Zichen-Zussen-Bolder en opnieuw te Riemst voor de C150mm kanonnen. Het kleinere C75mm geschut komt tussenbeide om de infanterieaanvallen op Pontisse af te weren. In de late namiddag worden ook enkele doelen geviseerd op aanvraag van het Fort van Aubin-Neufchâteau.
DLO
Om 05u30 valt de verbinding met observatiepost BM3 van Wachtmeester Bosly uit waarna een patrouille het veld wordt ingestuurd om de situatie te onderzoeken en de bunker zo nodig opnieuw te bezetten. Deze opdracht wordt toevertrouwd aan Wachtmeester Michaux die vertrekt met Brigadier Bonsang en de Soldaten Thone, Loly, Francotte en Levaux richting BM3. Wanneer ze bij de bunker toekomen nemen ze de observatieopdracht over. De locatie van de observatiebunker wordt echter ontdekt door de vijand en onder vuur genomen. Wachtmeester Michaux raakt bij de beschieting gewond aan het dijbeen, Brigadier Bonsang wordt dodelijk getroffen door een granaatinslag [9]. Via bunker AC1 wordt het fort op de hoogte gebracht van het incident. De ploeg van Michaux keert terug naar het fort. Lt Med Dessard vertrekt uit het fort en gaat de patrouille tegemoet om de eerste zorgen toe te dienen. De voorwaartse waarnemers in observatiebunker AC1 te Aux Communes duiden in de vooravond vijandelijke troepenconcentraties aan in de buurt van hoeve Monami nabij Chertal. Een salvo van 120 C75mm artilleriegranaten vertrekt. Rond 18u00 vertrekt 1ste Wachtmeester (1WM) Danthine (hoogste in rang bij de onderofficieren van het fort – Battery Sergeant Major) met enkele vrijwilligers op patrouille. Hij komt de volgende ochtend rond 02u00 terug in het fort met een ganse reeks nauwkeurige waarnemingen onder meer de standplaats van een batterij zware artillerie die het Fort van Pontisse onder vuur neemt.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het fort is nu omsingeld en de vijand is reeds tot in Luik doorgedrongen. Samen met Battice blijft het fort de Duitse troepen die de buurt doortrekken onder vuur nemen. Er volgen nog enkele aanvalspogingen op het fort, maar de vijand dringt niet aan en besluit het fort voorlopig aan zijn lot over te laten terwijl er op artilleriesteun wordt gewacht.
Staf/IIde Groep
Batterij Pontisse/IIde Groep
Fort
Observatiepost PL13 is ondanks de aanvalspogingen van de voorbije dag nog steeds actief en meldt dat de vijand op het punt staat om Pontisse te omsingelen. Het fort besluit om zijn observatieploegen van het terrein weg te halen en blokkeert de Duitse opmars met spervuur om de waarnemers toe te laten zich terug te trekken binnen het bolwerk. Het fort is nu geheel omsingeld door vijandelijke troepen. De Duitsers viseren in eerste instantie de luchttoegang. De bemanning van de bijhorende bunker wordt met een Pak 36 anti-tankkanon verdreven. Vervolgens ontplooien de aanvallers zich in de zone tussen de weg naar het fort en het dorp Vivegnis. Rondom 10u00 wordt een eerste stormaanval gelanceerd. De C75mm koepels vuren op de Duitse troepen. De aanvalspoging wordt kort voor 13u30 afgebroken wanneer de vijand zich terugtrekt en besluit om bijkomende artillerie in stelling te brengen. De nieuwe Duitse batterij gaat in stelling op de hoeve Cromwez te Dalhem. De infanterie hergroepeert zich achter de tramlijn van Luik naar Bassenge. Rondom 18u30 wordt het artillerievuur op het fort hervat. De luchttoegang wordt opnieuw beschoten door anti-tankgeschut terwijl het fort bestookt wordt met artilleriegranaten van zwaarder kaliber. Ook deze aanval wordt zonder resultaat afgebroken.
DLO
De observatieploeg van PL13 verliest in de loop van de avond het contact met het fort. De driekoppige waarnemingsploeg verschuilt zich in een woonhuis in de buurt en zal een drietal dagen nadien naar huis kunnen terugkeren.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Het fort wordt tijdens de nacht van 12 op 13 mei een eerste keer door zware artillerie beschoten, enorme granaatinslagen op de superstructuur van het fort worden waargenomen. De Belgen trachten zo goed mogelijk het tegenvuur te organiseren en blijven ook nog diverse andere doelen bestoken. Om 02u15 vertrekt een salvo van 40 granaten richting het Fort van Pontisse. In de vroege ochtend worden doelen te Haccourt en Wérichet geviseerd. Wachtmeester Van Michel vertrekt opnieuw het terrein op met zijn verkenners en meldt de komst van de vijand in het park van kasteel van Zuylen te Visé. De Duitsers laten echter steeds meer staal op het dak van het fort neerkomen. Om 10u30 vindt een explosie plaats in Koepel S II Gauche wanneer een artilleriegranaat in de loop ontploft. Opnieuw vallen er vier gewonden; Wachtmeester Kreutz, Brigadier Fraikin en de Soldaten Ernotte en Reuter zijn allen verbrand aan het hoofd en de handen. De bevelhebber van het fort beveelt een onmiddellijk staakt-het-vuren in alle overige C75mm koepels. De scheuren in de betonnen mantel van Koepel S II Gauche worden met cement gedicht. De C150mm koepels nemen Fexhe-Slins onder vuur en verleggen het geschut vervolgens naar het noorden op aangeven van observatiebunker AC1. Tussen 14u00 en 15u15 beschieten de beide C150mm kanonnen achtereenvolgens het Fort van Battice en de citadel van Luik. Ook een vijandelijke artilleriebatterij te Dalhem wordt aangepakt. De rechtse C150mm koepel raakt even na 19u00 geblokkeerd bij een voltreffer. Ook Koepel S III raakt zwaar beschadigd. Het Duitse artilleriebombardement houdt aan in alle hevigheid tot na het vallen van de duisternis. Om 22u00 wordt de locatie van de zware artillerie opgespoord. Ze staan nog steeds opgesteld nabij Chapelle de la Lorette te Visé waarna een C150mm kanon de positie onder vuur neemt. De C75mm koepels van Barchon moeten nogmaals een vuurpauze inlassen om de kanonnen te laten afkoelen.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
De Duitsers hebben nu hun artillerie ontplooid en onderwerpen vanaf de ochtend het fort aan een behoorlijk zwaar bombardement. De gevechtskoepels en artillerieblokken blijven diverse doelen beschieten zodra hun beperkte waarnemingsmiddelen dit toelaten. Ook de mortieren van het fort blijven instaan voor de nabije verdediging. Het fort blijft samenwerken met de artilleristen van Battice.
Staf/IIde Groep
Batterij Pontisse/IIde Groep
Tijdens de nacht van 13 op 14 mei herneemt het fort zijn vuuropdrachten op de omliggende kruispunten en verkeersaders. Bij dageraad wordt de vijand wordt opnieuw opgemerkt in de buurt van het fort. Deze maakt zich niet klaar voor een nieuwe aanval, maar is nu druk in de weer met het aanleggen van veldversterkingen nabij het bolwerk. De C75 kanonnen verjagen de militairen en verleggen vervolgens hun vuur naar Oupeye. Tijdens de voormiddag is het fort getuige van de luchtaanvallen op Barchon. Deze luchtaanvallen houden aan tot ongeveer 13u00. Een goed half uur later duiken de eerste Stuka’s op boven Pontisse. Het fort wordt gedurende anderhalf uur gebombardeerd. Hierbij vallen enkele treffers op Koepel II waar enkele gewonden vallen. De koepel zelf is zwaar beschadigd. De grondaanval op het fort wordt omstreeks 18u00 hervat. De uitkijkposten worden geviseerd door anti-tankgeschut. Hierbij vallen opnieuw twee gewonden onder de bemanning. Omstreeks 19u30 legt de Duitse artillerie een rookgordijn aan op het fort. De Belgen vermoeden dat dit het signaal een de stormaanval is en openen het vuur met alle beschikbare bewapening. Wanneer de rook echter optrekt, valt geen vijand te bespeuren. De Duitse zware artillerie hervat de beschieting op het fort.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Het tegenbatterijvuur op Chapelle de la Lorette heeft effect gehad, vanaf 02u00 vermindert de intensiteit van de artilleriebeschieting op het fort. Even na 10u00 start een eerste luchtaanval door Duitse duikbommenwerpers. De impact van de vliegtuigbommen doet het fort daveren op zijn grondvesten, maar rondom 12u20 wordt het stil. Cdt Pourbaix begeeft zich op de bovenstructuur van het fort om de schade aan het fort op te meten. Hij moet vaststellen dat de directe omgeving van het fort in een waar maanlandschap is herschapen. Er is aanzienlijke schade aan een van de C150mm koepels. De linker koepel heeft een voltreffer moeten incasseren waardoor de koepel scheef komt te zitten in de sokkel en de koepel moet worden opgegeven. De schade is amper hersteld of het luchtbombardement herbegint. Ditmaal deelt ook de tweede C150mm koepel in de klappen. Er ontstaat een grote scheur in het beton van de rechter koepel waardoor op een bepaald ogenblik zelfs de buitenlucht zichtbaar wordt. Cdt Pourbaix heeft opdracht om de scheur met sneldrogend cement toe te smeren. Het fort geeft zich echter niet gewonnen, in de loop van de namiddag herneemt Barchon met de intacte C105mm koepels de beschieting van het Fort van Pontisse. Wanneer om 18u00 het Fort van Flémalle melding maakt van de landing van een aantal transportvliegtuigen op het vliegveld van Bierset wordt dit vliegveld met de C105mm kanonnen beschoten. De dag wordt afgesloten met een vuuropdracht op een Duits konvooi te Withuis. Aan het einde van de dag is de voorlopige bilan dat één koepel C150mm en twee koepels C75mm definitief buiten gevecht gesteld zijn.
DLO
Om 05u00 wordt een patrouille uitgestuurd onder leiding van 1WM Danthine. Een half uur later keren de verkenners terug nadat ze te Bacsay een mortier 210mm hadden ontdekt. Het doel wordt doorgegeven aan het Fort van Evegnée. Een nieuwe patrouille uitgevoerd door 1WM Danthine bevestigt dat de omgeving van het bolwerk vergeven is van Duitse troepen. Evegnée en Pontisse ondernemen een gecoördineerde actie om samen met de nabije verdediging van Barchon de aanvallers te verjagen.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het zelfde patroon herhaalt zich ook op de vijfde oorlogsdag. Terwijl de Duitse artillerie het fort bestookt, maken de Belgen van elke gelegenheid gebruik om vijandelijke doelen onder vuur te nemen. Tijdens de namiddag neemt de activiteit enigszins af. Het fort staat nog steeds in verbinding met de staf van de IIde Groep die beveelt om in geval er een tekort aan munitie van een bepaald kaliber zou optreden alle kanonnen van dit type te vernielen en de bedieningsploegen richting Namen te sturen onder leiding van een officier. De bemanning van het fort zal echter compleet blijven.
Staf/IIde Groep
In de loop van de dag verspreidt het NIR (Nationaal Instituut voor Radio-omroep) een boodschap van Koning Leopold III ter ondersteuning van de manschappen van de Luikse forten. De boodschap die wordt afgelezen bevat een ietwat vreemde ode aan Kolonel Modard die als jong officier in 1914 het Fort van Loncin verdedigde. Het radiobericht wordt afgesloten met enkele woorden van sympathie voor de manschappen van het RFL: “Colonel Modard, commandants des forts, officiers, sous-officiers et soldats de la PFL, résistez jusqu’au bout pour la Patrie. Je suis fier de vous. Signé Léopold”. Majoor Simon dringt erop aan dat de fortcommandanten de boodschap doorgeven aan hun manschappen.
De 223(DEU)ID, die sinds 12 mei in de regio van Luik is toegekomen met de opdracht om de forten van Luik in te nemen, heeft zich na een grondige verkenningsronde rond de forten opgesteld. De verschillende eenheden van deze divisie beginnen met het voorbereidende werk om de forten af te matten, het verdedigingsdispositief in kaart te brengen en het terrein voor te bereiden voor de bestorming van de superstructuur van de forten [10].
Batterij Pontisse/IIde Groep
De bemanning is bijzonder uitgeput na een nieuwe slapeloze nacht. De zenuwen staan gespannen en het moreel zakt naar een dieptepunt. Het fort valt rondom 06u00 opnieuw onder artillerievuur. Het vuur houdt een uur later echter op. Kapitein Pire laat een aantal patrouilles uitsturen om de omgeving te gaan verkennen. De prikkeldraadversperring rondom het bolwerk is vrijwel volledig stuk geschoten. Grote hoeveelheden achtergelaten wapens en uitrusting zijn getuige van de mislukte Duitse infanterieaanvallen. Het fort zet een ploeg militairen aan het werk om de rommel in de gracht van het fort te werpen. Van de kalmte wordt ook gebruik gemaakt om het fort voor de laatste keer met vers brood te bevoorraden. De keuken bereidt een warme maaltijd en er wordt voldoende warm water aangemaakt om de manschappen te laten douchen. Tijdens de namiddag worden de vuuropdrachten hervat.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Omstreeks 02u00 signaleert de waanemingskoepel op het dak van het fort een nieuwe troepenconcentratie net buiten de perimeter. De mitrailleurs voor de nabije verdediging leggen een barrage aan. Tussen 07u00 en 10u00 werkt het geniedetachement van het fort aan het versperren van een bres die op 14 mei in het buitentalud van de gracht geslagen werd door een vliegtuigbom. De militairen leggen een mijnstop en een prikkeldraadbarrière aan. Ondertussen wordt het fort opnieuw beschoten door de vijandelijke artillerie. De overgebleven C150mm koepel beschiet tussen 20u00 en 22u00 het oude vliegveld van Ans [11] nadat ontdekt werd dat de Luftwaffe het terrein gebruikt om de Stuka bommenwerpers die de forten bombarderen te herladen. Vermoedelijk is de Luftwaffe uitgeweken van Bierset naar Ans nadat het vliegveld van Bierset een dag eerder al door de forten werd beschoten. Het vliegveld van Ans werd door de Duitsers al gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog en bijgevolg gekend door de Luftwaffe.
DLO
Om 10u00 vertrekt een patrouille onder leiding van Onderluitenant Mans die WM Ghislain en de Soldaten Grevesse en Leveque meeneemt op verkenning. Wanneer de patrouille van OLt Mans de baan Barchon – Visé bereikt worden ze onder vuur genomen vanuit de kerktoren van Barchon en de hoeve Rousseau gelegen ten zuiden van Blegny. De manschappen van de patrouille stuiven uiteen en keren afzonderlijk naar het fort terug waar ze tegen 11u00 toekomen. Het is pas hier dat vastgesteld wordt dat Sdt Grevesse ontbreekt op het appel. OLt Mans en WM Ghislain keren om 11u30 op hun stappen terug om Sdt Grevesse te zoeken en naar het fort terug te halen. De soldaat wordt levenloos aangetroffen. Als reactie wordt de kerk van Barchon en de hoeve Rousseau door de 105mm kanonnen in brand geschoten om de Duitse infanteristen te verjagen. OLt Mans en WM Ghislain krijgen een vermelding op het dagorder van het fort.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Even na middernacht nemen de Belgische kanonniers het glacis van het fort onder spervuur wanneer de vijand opduikt. Het fort neemt tijdens de ochtend opnieuw enkele doelen in de omgeving in het vizier maar concentreert zich nu vooral op de nabije verdediging. Het fort werkt nog steeds samen met Battice.
Staf/IIde Groep
Batterij Pontisse/IIde Groep
Bij dageraad wordt een waarnemingsploeg uitgestuurd naar de hoeve Thiry om het vuur van de C105mm koepel te dirigeren. De telefonisten-seingevers van het fort leggen een veldtelefoonlijn aan naar de boerderij. Het fort kan daarnaast nog doelen doorkrijgen van de observatiepost AC1 van het Fort van Barchon in het gehucht Aux Communes te Cheratte en een ploeg in de uitkijkpost van de luchtinlaat. De Duitsers laten het fort voorlopig met rust. De voorwaartse waarnemers van Pontisse blijven aan het werk en rapporteren enkele vijandelijke formaties die prompt beschoten worden, maar er staat duidelijk geen nieuwe aanval op til.
Batterij Barchon/IIde Groep
Fort
Tijdens de nacht sluipen Duitse infanteristen opnieuw naar het fort. Ze worden waargenomen en beschoten door de koepel C75mm met schrootladingen. Om 08u00 worden de mannen verzameld in de centrale galerij waar de gisteren uitgezonden boodschap van de Koning wordt voorgelezen. De boodschap van de koning en de enkele worden die de fortcommandant eraan toevoegt krikken het moreel van de troepen op dat echter nog niet is aangetast. Gedurende de dag worden verschillende doelen onder vuur genomen, waaronder op aangeven van AC1 een colonne Duitse soldaten die langs de Maasvallei marcheren op de weg Haccourt-Vivignies (08u30), het vliegveld van Ans (09u27), een Duitse artillerie batterij nabij het huis L’Embarras te Trembleur (11u00) en Withuis. Tussen 16u00 en 21u00 ondergaat het fort een hevig artilleriebombardement, het kaliber van de afgevuurde granaten wordt geschat op 305mm. Rond 22u00 wordt de tweede koepel C150 mm buiten werking gesteld. Tijdens het bombardement van 14 mei werd de koepel al beschadigd. Bij elk schot degradeert de koepel verder wat uiteindelijk leidt tot het buiten werking stellen van de laatste C150mm koepel. Het fort beschikt enkel nog over de twee C105mm koepels en twee van de vier C75mm koepels.
DLO
Om 04u30 wordt een patrouille onder leiding van WM Appeltants uitgestuurd om de omgeving rond het fort te verkennen en hij stelt vast dat de vijand zich teruggetrokken heeft richting Housse. De patrouille is om 05u00 terug in het fort. De observatiepost AC1 van WM Colson is nog steeds operationeel en blijft waardevolle doelsaanduidingen doorgeven zowel naar het Fort van Barchon als naar het Fort van Pontisse. Zo merkt de post een colonne van een 200-tal Duitse infanteristen te voet op langs de baan Haccourt-Vivignies aan de overzijde van de Maas. De coördinaten worden prompt aan de schootskoepels C105mm doorgegeven.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het fort meldt die ochtend dat het sinds 10 mei zo’n 6.700 artilleriegranaten heeft afgevuurd. De vijand blijft het fort regelmatig onder vuur nemen. Even voor het middaguur duikt een Duitse onderhandelaar op bij de poort. De onderhandelaar wordt vergezeld van Brigadier Ramaeckers die de dag voordien gevangen was genomen bij observatiepost NV5 te Bombaye. Kapitein d’Ardenne wordt verzocht het fort over te geven maar er wordt onmiddellijk geweigerd. Het fort blijf vuren. De telefoonlijn met Battice is nog steeds intact.
Staf/IIde Groep
Het Fort van Flémalle staakt de strijd om 10u00. Vanaf dat ogenblik is ook alle verbinding verbroken met de regimentscommandant en is de groepscommandant op zichzelf aangewezen om de strijd verder te zetten. De drie forten van de IIde Groep zijn nog steeds in staat om met beperkte middelen de vijand op afstand te houden.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Pontisse gaat zijn achtste oorlogsdag in.
Batterij Barchon/IIde Groep
Het fort wordt vanaf de vroege ochtend opnieuw bestookt door zware artillerie tot om 10u30 de Stuka’s hun sloopwerk herbeginnen. Gedurende zes uur wordt het fort ongenadig gebombardeerd vanuit de lucht. Om 16u30 volgt een korte pauze van een uur. Hiervan maakt Cdt Pourbaix opnieuw gebruik om de superstructuur van het fort te inspecteren. Hij treft er een ware ravage aan. Onmiddellijk worden ploegen naar buiten gestuurd om puin te ruimen. Deze werkzaamheden moeten al gauw stopgezet worden omdat rond 17u30 een nieuwe luchtbombardement wordt ingezet, ditmaal met nog zwaardere bommen en er wordt ook gebruik gemaakt van rookbommen. Rond 22u00 houdt het bombardement op waarna enkel nog mitrailleurvuur weerklinkt, van en naar het fort.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het fort blijft actief doelen beschieten in de omgeving. De Duitsers maken voorlopig geen aanstalten om het fort in te nemen. Tijdens de avond valt de verbinding met het Fort van Battice uit.

Kort na de overgave van Barchon wordt de bemanning afgevoerd door de bezetter.
Staf/IIde Groep
De Groepscommandant, ziet dat het Fort van Pontisse, waar hij zijn intrek heeft genomen, niet lang meer zal standhouden. Ook de toestand in Barchon ziet er niet rooskleurig uit. Hij neemt contact op met het Fort van Aubin-Neufchateau dat als laatste bolwerk zal overblijven binnen de IIde Groep. Majoor Simon wenst het fort het allerbeste toe en maakt zich vervolgens klaar voor de overgave samen met de bemanning van het Fort van Pontisse.
Batterij Pontisse/IIde Groep
Na een zware aanval met Stuka duikbommenwerpers en 88m luchtafweerkanonnen slaagt de vijand er in de superstructuur van het fort in te nemen. Het fort zit door zijn munitievoorraad heen en heeft nog slechts een dertigtal 75mm obussen. De bunker met de ventilatieschacht van het fort wordt aangevallen met vlammenwerpers en vervolgens ingenomen door de vijand. De toestand in het fort wordt bijzonder penibel. Kapt Pire voert om 13u00 een inspectieronde uit binnen het fort en komt tot de conclusie dat verder standhouden geen zin meer heeft. Hij brengt verslag uit bij Majoor Simon en vraagt om advies. Deze laatste erkent dat de toestand hopeloos is maar wijst erop dat uiteindelijk de commandant van het fort diegene is die tot de overgave beslist. Gesteund door het advies van zijn Groepscommandant beslist Kapt Pire om tot de capitulatie van het fort over te gaan. Het Fort van Pontisse staakt de strijd en de bemanning geeft zich over.
Batterij Barchon/IIde Groep
In de vroege ochtend wordt het fort opnieuw bestookt met zware artillerie. Lichtere storingsvuren nemen vooral de koepels in het vizier. Om 06u00 raakt de Brig Ramaeckers gewond in zijn observatiepost op het dak van het fort. Enige tijd later krijgt de rechter C105mm koepel een voltreffer waardoor de koepel buiten gevecht gesteld wordt. De stukscommandant WM Mertens en de soldaten Granry, Lemmens en Mellemans worden gewond afgevoerd. Intussen heeft Lt Jungling de plaats ingenomen van Brig Ramaeckers in de gepantserde observatiepost om de vuren van de nabije verdediging te coördineren. De munitie van de linker koepel C105mm is volledig opgeschoten waardoor de kanonnen noodgedwongen zwijgen. Brigadier Deprez, munitiebevoorrader van deze koepel biedt zich vrijwillig aan om een mitrailleur te bemannen in de ventilatietoren van het fort. De ventilatiebunker wordt iets voor 10u00 aangevallen met anti-tankgeschut. Brigadier Deprez raakt gewond in de borst wanneer de vijand de waarnemingsgaten van de mitrailleurs vizeert. Hij overlijdt kort daarna in de infirmerie van het fort. Om 10u00 wordt een nieuw luchtbombardement ingezet. De bombardementen worden afgewisseld met artilleriebeschietingen. Tegen het einde van de voormiddag verschijnen twee Duitse onderhandelaars met een witte vlag en verzoeken de fortcommandant te spreken. Cdt Pourbaix en Lt Jungling verlaten het fort om te onderhandelen. De Duitsers laten verstaan dat het nu welletjes is geweest en dat zij klaar staan om het fort in te nemen. Er wordt een eervolle overgave aangeboden maar hier gaat Cdt Pourbaix niet op in. Met de woorden: “Je ne rends pas le fort” stuurt hij ze wandelen. Nadat hij terug in het fort is roept Cdt Pourbaix de fortraad bijeen die moet beslissen over de overgave van het fort. Deze raad bestaat uit Cdt Pourbaix, Lt Jungling, Lt Med Léon Dessard en OLt René-Louis Mans. De raad beslist unaniem om de strijd voort te zetten en tot het uiterste weerstand te bieden echter zonder het leven van de manschappen in gevaar te brengen.
Om 13u00 zet de vijand de methodische aanval in. Tot nu toe hebben zij zich beperkt tot een intense vuurvoorbereiding vooral met borend vuur (artillerievuren van kortbij afgevuurd met grote lading die hoog de lucht in gaan en vertikaal op het doel terechtkomen) en luchtbombardementen waarna verkenningseenheden het dispositief aftasten. Voor de definitieve aanval wordt beroep gedaan op het Iste Bataljon, de 13Cie en de 14Cie ATk van het 344(DEU)IR, de Iste en Vde Abteilung van het 223(DEU)AR, de 3Cie van het 51(DEU)Pionierbataljon (dat van Eben-Emael naar Barchon werd doorgestuurd) en twee batterijen uitgerust met 88mm luchtafweerkanonnen van II/246(DEU)FlaRgt. De koepels worden in eerste instantie bestookt door de 88mm luchtafweerkanonnen terwijl de genie openingen maakt in de draadversperringen. De koepel S III bezwijkt na een voltreffer, kort daarna wordt ook de koepel S I uitgeschakeld waarbij WM Lizin gewond raakt [12]. Na het uitschakelen van alle C75mm koepels worden PAK 37mm anti-tankkanonnen naar voor gebracht die de verschillende defensieve blokken één na één uitschakelen. De ventilatiebunker houdt het langst stand. Tegen 17u30 is de toestand hopeloos en Lt Jungling krijgt de opdracht om de nog intacte koepel C105mm te laten springen. Om 18u00 wordt de witte vlag gehesen. De manschappen verlaten het fort via de ventilatiebunker en worden in rijen van drie opgesteld. Ze zijn getuige van een kleine ceremonie waarbij Cdt Pourbaix en Lt Jungling hun sabels terugkrijgen uit handen van de Duitse Oberst von Mayer, regimentscommandant van het 344(DEU)IR, als eerbetoon van de vijand voor het geleverde verzet. De krijgsgevangen van Barchon worden naar Blegny gebracht waar ze in twee huizen worden opgesloten om de nacht van 18 op 19 mei door te brengen.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Kapitein d’Ardenne verneemt de val van de forten van Pontisse en Barchon. Op het fort zelf blijft het granaten regenen. De mortieren en 75mm kanonnen zijn nog steeds in actie.

Het toegangsblok (Blok B3) tot het Fort van Aubin-Neufchateau werd bijzonder zwaar beschadigd.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Om 14u45 dalen enkele Duitse infanteristen met ladders af in de anti-tankgracht van het fort en begeven zich in de richting van Blok C2. Vanuit de kazematten wordt gevuurd met de C47, de zware mitrailleurs en de machine geweren. WM Jean Lorent, postcommandant van Blok C2 vraagt steun van de Blok B1 om tussenbeide te komen met kartetsen, projectielen gevuld met schroot voor rechtstreeks vuur, maar krijgt te horen dat de kanonnen van Blok B1 niet beschikbaar zijn. Om 14u56 wordt de schijnwerper van Blok C2 met rechtstreeks vuur bestookt en naar binnen gekatapulteerd. Meerdere schoten worden vervolgens door de vrijgekomen opening gevuurd en ontploffen in de lokalen van de kazemat C2. Hierbij wordt Sdt Straetmans op slag gedood en wordt Brig Denis zwaar gewond. Ook de andere schietopeningen krijgen het hard te verduren. Een kanon C47 wordt naar binnen geslagen. Hierop beslist WM Lorent om de bunker te evacueren. Op zijn terugweg ontmoet hij Lt Luyssen en de WM Dechesne die door de fortcommandant naar Blok C2 werden gestuurd om zich over de toestand te informeren.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Het fort heeft nu meer dan 10.000 granaten door de lopen gejaagd sinds de Duitse inval. Even voor 06u00 lanceren de Duitsers een infanterieaanval op Blok B3 aan de ingang van het fort. Er wordt even zwaar gevochten. Er duiken opnieuw Duitse onderhandelaars op, dit keer samen met de pastoor van Val-Dieu. De onderhandelaars worden weggestuurd met het uitdrukkelijke bericht dat het fort zich nooit zal overgeven. Daarop volgt een bijzonder intens artilleriebombardement. De vijand is de aanhoudende beschietingen van het fort duidelijk beu en wil nu zo snel mogelijk de overgave afdwingen. Er volgen meer dan twintig infanterieaanvallen doorheen de rest van de dag. Binnen in het fort zijn verschillende slachtoffers te betreuren. Bunker C2 wordt door de Duisters opgeblazen waardoor er een opening in het centrale gedeelte van het fort gemaakt wordt. Blok B2 valt buiten strijd en blok B3 wordt eveneens onder handen genomen door de vijand. Naast explosieven maken de Duitsers nu ook veelvuldig gebruik van hun zwaar 88mm luchtafweergeschut om het beton aan te pakken.
Batterij Aubin-Neufchâteau/IIde Groep
Om 15u52 wordt de Blok B3 hevig gebombardeerd waarbij de toegangsdeur wordt weggeslagen. Cdt D’Ardenne begeeft zich naar Blok B3 om de schade te evalueren en besluit contact op te nemen met de Duitse belagers. Via de lanceerbuis voor granaten van Blok B3 treedt de fortcommandant in contact met een Duitse officier en vraagt om de autoriteit te kunnen spreken die van Duitse kant mag onderhandelen over de overgave van het fort. De witte vlag wordt gehesen op blok B3 en om 17u00 ontmoet Cdt d’Ardenne voor Blok B3 de Duitse Kolonel Runge, commandant van het 46 (DEU) Grenzwacht Regiment [13] die de laatste dagen het fort heeft belegerd.

Kasteel Thys te Dalhem waar Cdt D’Ardenne werd gevangen gehouden.
De fortcommandant vraagt om de gesneuvelde Belgische militairen te mogen begraven, de gewonden over te dragen aan de Duitse gezondheidsdienst en een rustperiode van 24 uur voor de soldaten die zich overgeven. Deze eisen worden ingewilligd maar in ruil zetten de Duitsers de overgave van het fort in scene om propaganda redenen. Cdt D’Ardenne wordt verzocht zijn degen te overhandigen aan de Duitse Luitenant-Generaal Paul-Willi Körner [14]. Hij krijgt zijn degen terug en de manschappen van het fort mogen een laatste keer gewapend defileren voor hun bevelhebber. Nadien worden ze ontwapend en naar de boerderij Moenerie te Warsage gebracht waar ze de nacht doorbrengen. Na de overgave van het Fort van Aubin-Neufchâteau houdt de IIde Groep op te bestaan.
Cdt D’Ardenne wordt naar het kasteel Thys te Dalhem gebracht van waaruit hij om 19u00 samen Kapitein Lannoy en met Kolonel Runge, die geen Frans spreekt, naar Battice rijdt om een bestand te onderhandelen met Cdt Guéry, de commandant van het Fort van Battice. De tussenkomst van Cdt D’Ardenne en Kapt Lannoy is echter niet nodig aangezien Cdt Guéry perfect Duits spreekt. Na de onderhandelingen keert hij terug naar het kasteel Thys waar hij overnacht. De volgende morgen wordt hij in krijgsgevangenschap naar Duitsland afgevoerd.
EENHEID | NAAM | VOORNAAM | FOTO | GRAAD | STAND | KLAS | ° OP | ° TE | + OP | + TE | NOTA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Pontisse | BAJARD | Jules, J.N. | Sdt | Mil | 09.12.1910 | Limbourg | 17.05.1940 | Herstal | Gedood bij aanval Koepel III | ||
Barchon | BONSANG | Franz, L.J. | ![]() | Brig | Mil | 30 | 09.11.1910 | Herve | 12.05.1940 | Cheratte | Gedood bij aanval op observatiebunker BM3 |
Pontisse | DAWANS | Julien, H.D. | Wm | Mil | 33 | 07.04.1913 | Ivoz-Ramet | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen, 1Bij van het Detachement Delveaux | |
Pontisse | DEBATICE | Mathieu, G.L. | Sdt | Mil | 34 | 07.11.1914 | Haccourt | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen, 1Bij van het Detachement Delveaux | |
Barchon | DEFAUWE | Guillaume | ![]() | WM | Act | 33 | 28.08.1913 | Liège | 11.05.1940 | Trembleur | Gedood bij ontruiming observatiepost Trembleur |
Aubin-Neufchâteau | DEMAIN | Jacques, J.R. | ![]() | Wm | BV | 18.10.1919 | Liège | 11.05.1940 | Warsage | Gedood op patrouille nabij bunker NV1 | |
Aubin-Neufchâteau | DENIS | Jean-Baptiste | Brig | Mil | 39 | 03.02.1919 | Verviers | 21.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Verwond in Blok C2 op 20/05 | |
Barchon | DEPREZ | Tony, T.L. | Brig | Mil | 31 | 09.12.1909 | Balen | 18.05.1940 | Barchon | Gedood in de bunker van de ventilatieschacht | |
Cie TTr | FOUILLEN | Joseph, E. | Sdt | Mil | 33 | 26.05.1913 | Ben-Ahin | 10.05.1940 | Liège | Verwond te Barchon op 10.05 Gedetacheerd bij 1Li. |
|
Pontisse | GRASSERE | Jean, L.F. | Sdt | Mil | 37 | 10.06.1917 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Barchon | GREVESSE | Maurice, H. | Sdt | Mil | 33 | 02.01.1914 | Seraing | 11.05.1940 | Barchon | Gedood op patrouille op baan Barchon-Visé | |
Pontisse | HEUSY | Léopold, L. | Sdt | Mil | 37 | 16.05.1917 | Herstal | 17.05.1940 | Herstal | Gedood bij aanval Koepel III | |
Battice | KAIVERS | Louis, J. | Sdt | Mil | 20 | 03.09.1900 | Wanne | 11.05.1940 | Barchon | Verwond op patrouille 10/5. Gestorven in het fort. | |
Pontisse | L'HOMME | Jean | Sdt | Mil | 31 | 16.09.1911 | Liège | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Aubin-Neufchâteau | LESCRENIER | Charles | ![]() | Brig | Mil | 39 | 18.02.1918 | Lanaye | 10.05.1940 | Sint-Martens-Voeren | Gedood in de observatiepost te St-Martens-Voeren |
Aubin-Neufchâteau | LOUYS | Albert Theodore | Sdt | Mil | 36 | 11.05.1916 | Clermont-sur-Berwinne | 10.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood bij blok P bij terugkeer van patrouille | |
Barchon | MAZY | René, H.E. | Sdt | Mil | 36 | 16.06.1916 | Etterbeek | 11.05.1940 | Kumitch | Reservegarnizoen. Gedood bij luchtaanval op colonne | |
Aubin-Neufchâteau | NYSSEN | Mathieu Joseph | ![]() | Sdt | Mil | 39 | 11.01.1920 | Gemmenich | 11.05.1940 | Gorhez-Aubel | Gedood in observatieklok MN11 |
Aubin-Neufchâteau | SCHMETZ | Louis, A. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 07.03.1918 | Heerlen (NL) | 20.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood in mitrailleurkoepel Blok P |
Barchon | SCHOENAERS | Guillaume, J. | Sdt | Mil | 32 | 15.12.1912 | Awans | 20.05.1940 | Abbeville (F) | Reservegarnizoen | |
Pontisse | STOCKIS | Toussaint, J. | Sdt | Mil | 35 | 15.09.1915 | Hermée | 12.05.1940 | Villers-le-Peuplier | Reservegarnizoen | |
Aubin-Neufchâteau | STRAETMANS | Joseph, M.A. | ![]() | Sdt | Mil | 37 | 21.06.1917 | Aubel | 20.05.1940 | Aubin-Neufchâteau | Gedood in Blok C2 |
Pontisse | THONNARD | Albert, R. | Wm | Act | 22.01.1918 | Herstal | 18.12.1944 | Wolfsburg (D) | Overleden in krijgsgevangenschap | ||
Barchon | YERNA | Ernest, C. | Sdt | Mil | 38 | 18.10.1918 | Liège | 21.05.1940 | Rouen (F) | Reservegarnizoen |
- Positionering van de verschillende bunkers van de Versterkte Positie Luik met foto’s [On Line beschikbaar]: https://www.39-45.org/blog.php?u=9761&b=1268 [Laatst geraadpleegd 12 december 2022].
- Om enige klaarheid te brengen in de beschrijving van de observatieposten (OP) in verschillende historische documenten is een extra uitleg vereist. Elke OP heeft zijn eigen OP-nummer en een oproepteken (oftewel callsign) bestaande uit drie letters (oftewel tri-gram). Deze nummers en tri-grammen zijn toegekend door de Commandant van de Artillerie van het IIIde Legerkorps (CA Corps) en de locatie van deze OP’s is gekend door alle artillerie-eenheden die kunnen tussenkomen ten voordele van het IIIde Legerkorps. Alle OP’s kunnen via de verschillende vuurnetten van de artillerie per telefoon of radio doelsaanduidingen doorgeven aan de verschillende artillerie-eenheden. Sommige OP’s van het Fort van Tancrémont zijn opgesteld in één van de bunkers van de PFL I-Linie en worden ook aangeduid met een bunkernummer van de PFL I-Linie. Andere OP’s bevinden zich in boerderijen, kerktorens of fabrieksgebouwen en worden enkel aangeduid met hun OP nummer. Om een OP éénduidig te identificeren beschikt men best over het OP-nummer, het oproepteken (tri-gram), de naam van de onderofficier postcommandant (meestal een wachtmeester) en indien geïnstalleerd in een bunker ook het bunkernummer.
- Oorlogsdagboek van Sdt Mil Joseph Lecane die de gevechten in het Fort van Barchon meemaakte. [On Line beschikbaar]: https://www.maisondusouvenir.be/joseph_lecane.php [Laatst geraadpleegd 3 januari 2023].
- Achtergrondinformatie betreffende de exacte ligging en beschrijving van de bunker AC1 [On Line beschikbaar]: https://www.39-45.org/blog.php?u=9761&b=1130 [Laatst geraadpleegd 12 december 2022]
- Op 9 mei 1940 neemt de 253(DEU)ID om 16u00 stelling aan de Duits-Belgische grens ter hoogte van Lichtenbusch. Deze divisie, bevolen door Luitenant-generaal Fritz Kühne, heeft als eerste objectief het neutraliseren van het Fort van Aubin-Neufchâteau. De 253(DEU)ID behoort in mei 40 tot het XXVIIste Legerkorps van het 6de Leger behorende tot de Legergroep B. De divisie bestaat uit 453 IR, 464 IR, 473 IR, 253 ArtRegt, 253 PionierBtl en 253 AufklAbt. Het 453(DEU)IR moet pogen de Maas over te steken tussen Visé en Richelle en zich meester maken van de forten van Aubin-Neufchâteau, Barchon en Pontisse. Op 10 mei rukt de divisie op langs Belgisch-Nederlandse grens om vervolgen langs de rechter Maasoever naar het zuiden af te buigen. Eens in de Maasvallei krijgt de divisie hevig artillerievuur te verwerken van het Fort van Pontisse. Het 453(DEU)IR omsingelt het Fort van Aubin-Neufchâteau tegen de avond van 10 mei en voert in de voormiddag van 11 mei al een eerste aanval uit op het fort met zijn IIde Bataljon [II/453(DEU)IR], de aanval wordt succesvol afgeslagen door de verdedigers. In de namiddag wordt een nieuwe aanval uitgevoerd door II/453(DEU)IR ditmaal versterkt met I/464(DEU)IR. Ook deze aanval mislukt. De 253(DEU)ID heeft nooit meer dan twee bataljons ingezet om het Fort van Aubin-Neufchâteau in te nemen en wordt op 12 mei al afgelost door de 223(DEU)ID die de opdracht om de forten te veroveren overneemt. De opmars van de 253(DEU)ID werd echter wel met twee dagen vertraagd door de gevechten rond de PFL en aan de Maasoever. Vanaf 12 mei moet de divisie proberen aan te sluiten met de rest van het XXVIIde Legerkorps. Er is over het algemeen weinig geweten over het aantal gesneuvelde Duitsers bij de slag om de forten van de PFL maar op 11 mei, bij de aanval van het I/464(DEU)IR, sneuvelde een luitenant, twee onderofficieren en drie soldaten. Onder hen Schutze Emil Kemmerich, die later begraven werd in Lommel, blok 15, graf 369. Orders van 09 mei 1940 (getypt in het Duits) en het velddagboek van 10, 11 en 12 mei 1940 (handgeschreven in het Duits) van de 253(DEU)ID en ondereenheden bleven bewaard in het Russisch-Duits project voor de digitalisering van Duitse documenten in de archieven van de Russische Federatie.
[On Line Beschikbaar]: https://wwii.germandocsinrussia.org/ru/nodes/8137-delo-752-dokumenty-operativnogo-otdela-253-y-pehotnoy-divizii-prikazy-po-27-mu-armeyskomu-korpusu-otchet-divizii-o-kapitulyatsii-lillya-prikazy-po-divizii-vo-vremya-boevyh-deystviy-na-zapadnom-fronte-i-vo-vremya-kampanii-na-zapade#page/33/mode/inspect/zoom/5 [Laatst geraadpleegd 11 augustus 2020]. In dit pakket van 314 bladzijden bevindt zich het “Divisionsbefehl für die Fortführung des Angriffs am 11.5.40” opgesteld in het HK van de 253(DEU)ID te Homburg op 11 mei 40 om 03u00 (Duitse tijd, 02u00 Belgische tijd). Dit order geeft de richtlijnen voor de aanval op het Fort van Aubin-Neufchâteau. (Blz 109, 110 en 111 van het archief van de 253(DEU) ID). Zo luidt de opdracht van de divisie: “253ID setzt ihren Angriff um 5.00 fort. Sie greift das Fort Neufchâteau an und stösst unverzuglich auf und über die Maas bei Visé vor“. - Het betreft vermoedelijk een colonne van het 489(DEU)IR behorende tot de 269(DEU)ID. De 269(DEU)ID moest zo snel mogelijk een bruggenhoofd over de Maas veroveren ter hoogte van Ternaaien. De infanterie van deze divisie passeerde te noorden van de PFL. Op het Duits militair kerkhof van Lommel ligt de Gefreiter Wilhelm Bosse begraven die sneuvelde op 10 mei 1940 te ‘s Gravenvoeren en die behoorde tot de 10Cie van het 489(DEU)IR. De moeilijkheden die de 269(DEU)ID had om op 10, 11 en 12 mei 1940 de Maas en het Albertkanaal te overschrijden ter hoogte van Eysden en Ternaaien worden opvallend eerlijk weergegeven in een gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Duits door Oberleutnant Müller-Vollbehr cartograaf van het 269ste Duitse Artillerieregiment [269(DEU)AR]. Het 269(DEU)AR is het organiek artillerieregiment van de 269(DEU)ID. In zijn velddagboek beschrijft hij de periode van 10 mei tot 4 augustus 1940. De velddagboeken van de 269(DEU)ID en zijn ondereenheden bleven fragmentarisch bewaard in het Russisch-Duits project voor de digitalisering van Duitse documenten in de archieven van de Russische Federatie. Het verslag van Oberleutnant Müller-Vollbehr is
[On Line Beschikbaar]: https://wwii.germandocsinrussia.org/de/nodes/14889-akte-346-unterlagen-der-ia-abteilung-des-artillerieregiments-269-ktb-des-artillerieregiments-269-zum-westfeldzug-9-5-4-8-1940#page/2/mode/inspect/zoom/8 [Laatst geraadpleegd 05 januari 2023]. - De artilleriewaanemingsbatterij van het 269(DEU)AR heeft op basis van de lichtflitsen van de vuurmonden de locatie kunnen bepalen van de oorsprong van de vuren op de stellingen van II/269(DEU)AR te Mesch en die komt overeen met de locatie van het fort van Aubin-Neufchâteau. Deze feiten worden beschreven in het verslag van Lt Müller-Vollbehr.
- Informatie over het neerstorten van Blenheim P4923 nabij Herstal [On Line beschikbaar]: http://discovery.nationalarchives.gov.uk/details/r/C14142090 [Laatst geraadpleegd 15 januari 2018].
- Er bestaat tegenstrijdige informatie over de rol van WM Michaux. Cdt Pourbaix beschrijft in zijn verslag aan de fortencommissie de taakverdeling van al zijn officieren en onderofficieren. WM Michaux komt initieel op de lijst niet voor. In het verslag wordt enkel vermeld dat hij WM Bosly vervangt op BM3. Een zekere WM Michaux (dezelfde persoon of een naamgenoot?) komt wel voor in het relaas van het fort van Aubin-Neufchâteau waar hij als commandant van het artilleriewaarnemingsdetachement OCR3 bij het 1CyF vermeld wordt. Voorts is geweten dat hij op 12 mei met een volledige bemanning is vertrokken naar BM3 en dat de Brig Bonsang van zijn ploeg sneuvelt op de positie van BM3 en dat hij er gewond raakt. In andere documenten wordt vermeld dat WM Michaux gewond raakt bij bunker AC1 terwijl andere bronnen dan weer vermelden dat AC1 de ganse tijd bevolen werd door WM Colson. Verder onderzoek moet hier klaarheid brengen. Voor deze pagina werd er geopteerd om het relaas van Cdt Pourbaix en Sdt Lecane te volgen.
- De 223(DEU)ID neemt de belegering van de Luikse forten op 12 mei over van de 253(DEU)ID en is samengesteld uit 344(DEU)IR, 385(DEU)IR, 425(DEU)IR en 223(DEU)AR. Voor de belegering van de forten wordt de 223(DEU)ID versterkt met het 46(DEU) Grenzwacht Regiment uit Aken. De 223(DEU)ID behoorde tot het Duitse Iste Legerkorps van het 6de Leger van Legergroep B. Het in het Duits handgeschreven velddagboek van de 223(DEU)ID voor de periode van 10 tot 18 mei is bewaard gebleven in het Russisch-Duits project voor de digitalisering van Duitse documenten in de archieven van de Russische Federatie. [on line beschikbaar]: https://wwii.germandocsinrussia.org/de/nodes/8119-akte-734-unterlagen-der-ia-abteilung-der-223-infanteriedivision-ktb-nr-1-des-f-hrungsstabes-der-division-zum-einsatz-an-der-westfront-und-w-hrend-des-westfeldzuges-26-8-1939-23-6-1940-einschlie-lich-kriegsrangliste-und-st-rkemeldungen#page/39/mode/inspect/zoom/8 [Laatst geraadpleegd op 6 januari 2023].
- Achtergrondinformatie bij het oude vliegveld van Ans [on line beschikbaar]: https://www.anciens-aerodromes.com/?p=46715 [Laatst geraadpleegd op 6 januari 2023]. Het vliegveld werd voor het eerst gebruikt op 14 juli 1910. Tijdens WOI werd het zowel gebruikt door de Belgische militaire luchtvaart als door de Duitse bezetter. In maart 1935 ging het vliegveld dicht wegens stabiliteitsproblemen veroorzaakt door instortingen van ondergrondse mijngangen. Het vliegveld werd in 1940 tijdelijk hergebruikt door de Luftwaffe voor het herbewapenen van Stuka bommenwerpers tijdens de veldtocht in België.
- Achtergrondinformatie bij het sneuvelen van Brigadier Deprez en de verwonding van WM Lizin [on line beschikbaar]: https://www.balenbevrijd.com/maart-2022.html [Laatst geraadpleegd op 6 januari 2023].
- Het 46(DEU) Grenzwacht Regiment van Kolonel Runge behoorde tot de Kommandatur der Befestigungen bei Aachen (oftewel Spang Division genoemd naar de bevelhebber van de vestingseenheden LtGen Karl Spang).
- LtGen Paul-Willi Körner is de divisiecommandant van de 223(DEU)ID die op 10 mei per trein vanuit Aken vertrok richting België. De opmars van 223(DEU)ID werd 11 dagen vertraagd door de gevechten rond de forten van Luik.
- Officiele website van het Fort van ‘Aubin-Neufchâteau, “T’y frotte pas”. [on line beschikbaar]: http://fort-aubin-neufchateau.be/fr/ [Laatst geraadpleegd op 12 december 2022].
- Cheratte. Hier et aujourd’hui. [on line beschikbaar]: http://www.cheratte.net/joomla1.5/index.php?option=com_content&view=article&id=75:linvasion&catid=101&Itemid=83 [ Laatst geraadpleegd op 12 december 2022]
- Oorlogsdagboek Sdt Mil Dayeneux, voorwaartse waarnemer van het Fort van Pontisse opgesteld in bunker PL13 [On Line beschikbaar]: http://www.maisondusouvenir.be/soldat_dayeneux_adolphe_jean.php [Laatst geraadpleegd 12 december 2022].
- Index des forts belges. [on line beschikbaar]: http://www.fortiff.be/ifb/index.php?page=m13 [geraadpleegd op 21 februari 2016]
- Maison du Souvenir, 2009. Les Premiers qui firent face… Fort d’Aubin-Neufchâteau 10-21 mai 1940., [On line beschikbaar]: <http://www.maisondusouvenir.be/fort_aubin_neufchateau.php> [geraadpleegd op 12 december 2022].
- Handgeschreven relaas opgesteld in het Frans op 24 december 1945 door Majoor Simon, Groepscommandant van II/RFL. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Getypt verslag opgesteld in het Frans op 18 mei 1947 door Generaal-majoor Boulouffe, voorzitter van de fortencommissie. Deze onderzoekscommissie, belast met het onderzoeken van de omstandigheden die geleid hebben tot de overgave van verschillende forten, heeft de rol onderzocht die Majoor Simon heeft gespeeld bij de overgave van het Fort van Pontisse. Als conclusie van het onderzoek wordt gesteld dat Maj Simon correct gehandeld heeft. Het verslag bevindt zich in het dossier RFL bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Handgeschreven antwoord opgesteld in het Frans op 23 augustus 1946 door Cdt Pourbaix, bevelhebber van het Fort van Barchon, gericht aan Generaal-majoor Bouloffe, voorzitter van de fortencomissie. Het verslag bevat onder meer een volledige naamlijst van de officieren en onderofficieren die in het fort aanwezig waren op 10 mei 1940.
- Ligging observatiepost O206 van het Fort van Barchon [On Line beschikbaar]: https://www.google.com/maps/@50.680779,5.6725368,3a,75y,285.32h,94.02t/data=!3m6!1e1!3m4!1sbSZPa6EYb1o9rxj8Dfsbxw!2e0!7i13312!8i6656 [Laatst geraadpleegd 3 januari 2023].
- Na de veldtocht in België werden alle Belgische vestingswerken opgemeten en in kaart gebracht door de Duitse bezetter. Deze informatie werd verzameld in een document “Denkschrift über die belgische Landesbefestigung” (Nur für Dienstgebrauch) dat door het OKH in 1941 te Berlijn gepubliceerd werd. Enkele van de afbeeldingen uit dit boek met betrekking tot het Fort van Barchon zijn terug te vinden op een Duitse website [On Line beschikbaar]: http://www.festungsbauten.de/B/Liege_Barchon2.htm [Laatst geraadpleegd 4 januari 2023].
- Over het aantal gesneuvelde Duitse militairen bij de inname van de forten zijn weinig directe gegevens bekend. Temeer omdat steeds andere regimenten aan de belegering hebben deelgenomen waardoor de gesneuvelden verdeeld zijn over meerdere eenheden. Een indicatie kan gevonden worden bij de analyse van de gegevens beschikbaar bij het Duits militair kerkhof van Lommel, in acht nemend dat niet alle in België gesneuvelde Duitsers daar begraven liggen. Het merendeel van hen kreeg eerst een oorlogsgraf nabij Eben-Emael en werd pas na de oorlog naar Lommel overgebracht. Zo zijn er twintig Duitse militairen begraven van wie vermeld wordt dat ze op 11 mei sneuvelden te Neufchâteau. Twaalf onder hen zijn te linken aan ondereenheden van de 253(DEU)ID, het merendeel aan het 464(DEU)IR. Het Duits militair kerkhof bevindt zich in de Dodenveldstraat 30 te Lommel.